NutriFacts NL - 2017- juli-augustus-september

Page 1

Afgiftekantoor 8400 Oostende Masspost DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Toelating - gesloten verpakking 8400 Oostende Masspost - BC6686 erkenningsnummer P409170

NutriFacts

België - Belgique P.B. 8400 Oostende Masspost BC6686

TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING, NUTRI- & FYTOTHERAPIE Juli - Augustus - September 2017

• Tocotriënolen, de sterkste vitamine E-componenten. • Chromium en diabetes. • Autisme en voeding. Niets met elkaar te maken? • Artisjok doet cholesterol dalen en nog veel meer! VU: Lange Dreve 8F, 8980 Zonnebeke


Na het feesten ... Na overvloed aan hapjes, sausjes, dessertjes en teveel alcohol, terug in evenwicht met

COLOFON 5e jaargang nr. 3 Tijdschrift

De hoge concentratie aan actieve stoffen en enzymen van de verse plant zorgen voor een zeer efficiënte werking en ontgifting. Met fosfatidylcholine voor een verhoogde opname!

Zwarte radijs en artisjok helpen het lichaam te zuiveren

Verschijnt vier keer per jaar, wordt ook in het Frans gepubliceerd.

Inhoud

ABONNEMENTEN Abonnementen worden aangegaan

Mariadistel bevordert het herstel van de weefsels

voor een jaar vanaf datum van betaling en worden automatisch ver-

ARTIKELS

lengd. Opzegging gebeurt schriftelijk minstens 2 maand voor het einde van de abonnementsperiode. Prijs voor België:  15 te betalen op rekeningnummer

CNK: 2629798

04

Tocotriënolen,de sterkste vitamine E-componenten.

KBC 738-6155011-92 Prijs voor Nederland:  20

CYNASTAN

te betalen op rekeningnummer Rabobank 1133 19 851

CNK: 3161593

voor een gezonde cholesterolbalans en een optimale cardiovasculaire bescherming

10

Chromium en diabetes.

INLICHTINGEN Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke T: +32 (0)57 46 64 46 M: +32 (0)495 23 81 76 F: +32 (0)57 46 95 25

14

Autisme en voeding. Niets met elkaar te maken?

E: info@nutrimedes.com

Beheers van cholesterol: - de oorzaak (artisjok) - het onevenwicht (rode gist rijst) - het gevolg (olijf)

Rode gist rijst* Artisjok** Olijf*** *** 85% zure vorm, zonder citrinine, 3% monacoline K *** geconcentreerd extract van de bladeren, 5% cynarine *** geconcentreerd extract van de vrucht, 10% hydroxytyrosol

VERKRIJGBAAR BIJ UW APOTHEEK - WWW.SORIABEL.BE - INFO@SORIABEL.BE

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER dr. Koen Descheemaeker Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke

20

Artisjok doet cholesterol dalen en nog veel meer!

VORMGEVING LinaDesign

De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen die onder auteursnaam zijn opgenomen of voor informatie verstrekt in de advertenties of publiredactionele bijdragen of in de rubriek Nieuwe Producten.

20

1998-2017

jubileum editie

Product in de kijker

Voedings- en Gezondheidscongres 17-18 / 11 / 2017

Auditorium 2000 - Heizel/Brussel


04

Voor ondernemers met een duurzame visie

Vitamine E

Zondag 15 oktober 2017 Maandag 16 oktober 2017 Brussels Expo | Paleis 1

Tocotriënolen, de sterkste vitamine E-componenten Vooral door het beschermen van de vetrijke cel- en intracellulaire membranen van onze triljoenen lichaamscellen tegen vrije radicalenschade is vitamine E op diverse terreinen (hersenen, lever, bloedvaten, huid) uiterst belangrijk voor een optimale gezondheid. Maar wat wij kennen als “vitamine E” is eigenlijk een familie van 8 lipofiele antioxidanten: 4 tocoferolen en 4 tocotriënolen. Daarvan vertonen – op voorwaarde dat ze goed opgenomen worden - de tocotriënolen een superieure werking, want deze verbindingen penetreren niet alleen beter in de celmembranen, ze zijn ook vele malen sterker in het vangen van vrije radicalen. Een uitstekende bron van tocotriënolen is ongeraffineerde, rode palmolie.

Dé vakbeurs voor bio-, eco-, natuurlijke en duurzame producten. Voor en door de sector.

www.bio-xpo.be | www.vitasanaexpo.org


06

Manifest gebrek

Belangrijke neuroprotectie

Het gebruik van geraffineerde en dus grotendeels van

Voor een optimale hersenfunctie moet de integriteit

vitamine E ontdane oliën en - industriële vetten, het

van de miljarden vethoudende cel- en mitochon-

te weinig consumeren van noten en zaden, het eten

driale membranen, alsook die van de bijzondere vet-

van witmeelproducten die de vitamine E-rijke kiem

substanties (zoals myeline), bewaard worden. Toco-

van het volle graan ontbreken…. er zijn verschillende

triënolen kunnen hierin een voorname rol spelen. Zo

redenen waarom westerlingen zo vaak een gebrek

beschermt alfatocotriënol (en niet alfatocoferol!) dui-

aan vitamine E vertonen. Een grote review die keek

delijk hersencellen tegen de “glutamaat-toxiciteit”, be-

naar de eetgewoonten in Duitsland, Groot Brittannië,

trokken bij een cerebrovasculair accident (beroerte)4.

USA en Nederland, concludeerde dat meer dan 75

Van tocotriënolen is in diverse studies aangetoond dat

% der mensen te weinig vitamine E binnenkreeg1! Een

ze volgens verschillende moleculaire neuroprotectieve

studie die enkel de eetgewoonten in de USA onder de

mechanismen hersencellen helpen beschermen te-

loep nam, spreekt zelfs van een gebrekkige vitamine

gen degeneratie en beroertes5,6,7,8,9. Meer specifiek

E-inname bij 90 % van de bevolking2!

helpen tocotriënolen beschermen tegen deze neurodegeneratie door de ontstekingsreactie van de micro-

Negatieve studies De laatste jaren verschenen een aantal negatieve studies in verband met vitamine E, onder andere dat deze vitamine niet zou helpen beschermen tegen hart- en vaatziekten en zelfs de kans op prostaatkanker zou verhogen. Maar wie dieper ingaat op deze studies, ziet dat als vitamine E het synthetische D,Lalfatocoferol werd gebruikt: niet alleen is alfatocoferol maar één van de acht componenten van de vitamine E-familie, de helft van deze verbinding (de L-configuratie) is dan nog ongekend in en totaal onbruikbaar voor het lichaam, waar het dan nog de cor-

Healthy food & drinks

Success Body & mind

Happiness Fitness

Exercise

Diet

gliacellen (steuncellen in het zenuwstelsel) af te remmen10,11. In een 2 jaar lopende klinische studie werd aangetoond dat ze het ontstaan van “white matter lesions” afremmen12: deze kleine hersenletsels zijn duidelijke risicofactoren op of zelf mogelijke voorboden van een beroerte. Dit alles – zeker als ook de verbetering in de circulatie in acht wordt genomen (zie hierna)

Demo’s

Workshops

- suggereert dat tocotriënolen zeer interessant zijn in het voorkomen en afremmen van neurodegeneratieve aandoeningen zoals geheugen- en concentratiestoornissen, beroerte, diabetische neuropathie en de ziekten van Alzheimer en van Parkinson.

Tests

recte D-configuratie voor de voeten loopt!

Anti-aging Tocotriënolen of de “poly-onverzadigde” vitamine E-componenten worden vaak als “super vitamine E” omschreven omdat ze beter dan tocoferolen in vetstructuren penetreren en de oxidatieve stress erin sterker afremmen. Op die manier zijn ze een absoluut basismiddel om breed te helpen beschermen tegen vroegtijdige ouderdomsverschijnselen en allerlei degeneratieve aandoeningen. Minpunt is hun mindere opneembaarheid, wat eenvoudig kan opgelost worden door er natuurlijke emulgatoren aan toe te voegen. In het geval van tocotriënolen uit rode palmolie kan dat door extra fytosterolen en squaleen uit deze olie bij de geëxtraheerde tocotriënolen te stoppen, wat de opneembaarheid met liefst 300 % verhoogt3.

4-5/11/2017 Brussels Expo

Uw inspiratie voor een gezonde levensstijl

www.gezondheidssalon.be


08

Afremmen atherosclerose, preventie trombose Tocotriënolen remmen ook de progressie van atheros-

van de halsslagaders (a. carotis), was er bij de 25

clerose. Niet alleen door hun algemeen antioxide-

mensen op tocotriënolen bij 12 een stagnatie van de

rende eigenschappen op de bloedvaten (met een

vernauwing en bij 10 zelfs een regressie van de ste-

betere endotheelfunctie) en door het afremmen van

nose te zien16 (in de placebogroep vertoonden 8 een

de oxidatie van LDL-cholesterol tot de “atherogene”

stagnatie en enkel 2 wat verbetering). Daarnaast is er

oxycholesterol, maar eveneens door het triglyceriden-

nog de zeer belangrijk natuurlijke antitrombotische of

gehalte13, het totaal cholesterol- en LDL-cholesterol-

“bloedverdunnende” werking van vitamine E, waarbij

gehalte te verlagen14. Zo is in een gerandomiseerde,

de abnormale verkleving van bloedplaatjes onderling

placebogecontroleerde studie aangetoond dat toco-

(aggregatie) en aan de vaatwand (adhesie) wordt af-

triënolen al na 2 maand significant de arteriële stijf-

geremd. Hierdoor wordt de vorming van bloedstolsels

heid doen afnemen15. In een 5-jaar lopende place-

(trombi) afgeremd, nuttig in de preventie van diepe

bogecontroleerde studie op patiënten met stenose

veneuze trombose en embolie.

Afremmen NAFLD, preventie NASH Door een dieet rijk aan geraffineerde fructose en in-

tocotriënolen zeer nuttig zijn om vetlever te voorkomen

dustrieel bewerkte vetten, vertonen steeds meer wes-

of aan te pakken. In een klinische studie op patiënten

terlingen een abnormale vetopstapeling in de lever

met NAFLD leidden tocotriënolen bij 50 % daarvan tot

(> 5 à 10 %). Dergelijke vetlever (NAFLD of Non Alco-

een normalisatie (aangetoond door ultrasound) tov

holic Fatty Liver Disease) zadelt het lichaam niet al-

23,5 % in de placebogroep17. In een andere humane

leen op met een abnormale vrije radicalen-druk, het

studie deden ze samen met aanpassingen in de

verhoogt ook de kans op een ontsteking van de lever

levensstijl en lichaamsbeweging 4 maal beter de

(NASH, Non Alcoholic Steatohepatitis) en zelfs op ter-

leverstijfheid bij NAFLD verminderen dan alleen aan-

minaal leverlijden (End Stage Liver Disease). Naast een

passingen in de levensstijl en lichaamsbeweging18.

gepaste levensstijl en voedingsmaatregelen, kunnen

20

1997-2017

jubileum editie

Andere nuttige indicaties • huidprotectie: tocotriënolen werken liefst 40 à 60 maal sterker antioxiderend op de huid dan de “gewone” alfatocoferol19 en accumuleren ook veel beter in de hoornhuid20. Ze hebben dus een streepje voor in het beschermen tegen UV-licht, het tegengaan van dehydratatie, het afremmen van rimpelvorming en het verminderen van pigment- en ouderdomsvlekken • haargroei: vooral op basis van een betere doorbloeding van de scalp en een betere conditie van de behaarde hoofdhuid, dragen tocotriënolen bij tot een optimale haargroei. In een placebogecontroleerde studie op mannen met haaruitval van het androgene (mannelijke) type, verhoogde 2 maal 50 mg toco triënolen per dag het aantal haren met liefst 34,5 %21. • mannelijke subfertiliteit: één van de hoofdredenen van verminderde vruchtbaarheid bij de westerse man is overmatige oxidatieve schade. Tocotriënolen beschermen bij uitstek de membraanrijke spermatozoïden tegen vrije radicalen

Voedings- en Gezondheidscongres ◗ www.voedingscongres.be

• afremmen van maculaire degeneratie (leeftijdsgebonden netvliesdegeneratie) • ondersteuning bij kanker

Vrijdag 17 en zaterdag 18 november 2017

• zwakke immuniteit, chronische infectieziekten

Referenties op aanvraag

Auditorium 2000 - Heizel - Brussel


10

Lager risico op diabetes type 2 Een Amerikaanse studie maakte gebruik van de NHANES database, een verzameling van Amerikaanse publieke gegevens van 1999 tot 2010, om nieuw

deze erboven lagen, kregen zij code 1. Bij een tweede methode werden zowel de HbA1c waarden gemeten en gecodeerd, alsook rekening gehouden met de diagnose van een arts.

onderzoek te doen naar het effect van chromium op

Chromium en diabetes Verschillende studies tonen aan een voedingssupplement met chromium kan helpen bij diabetes type 2.

Nuttig bij insulinetherapie In een studie uitgevoerd in Bratislava werden testpersonen met diabetes type 2 die insulinetherapie kregen ingedeeld in twee groepen.De ene groep werd behandeld met een mix van insuline, de andere een basale plus bolus-insuline toegediend. De gemiddelde insulinedosis tijdens het onderzoek bedroeg 45,6 eenheden. Gedurende de eerste fase, een periode van twee weken, kregen de testpersonen elke ochtend een chromium supplement op basis van organisch chroomgist (100µg Bio-Chromium). In een tweede fase, na zes weken, verdubbelde de chromium aanvulling (2 x 100µg) en na nog eens acht weken, de derde fase, werden hun bloedwaarden gemeten en werden de niveaus van FPG en HbA1c vergeleken met de waarden ervoor. De resultaten waren opmerkelijk: beide parameters vertoonden een significante verbetering na fase 1 en 2. Indien de testpersonen acht weken geen chromium supplement meer innamen, veranderden de waarden van beide pijlers echter opnieuw naar hun oorspronkelijke niveaus. De serum lipide concentraties werden niet significant beïnvloed door de chroomaanvulling. De onderzoekers stelden dat een chromium supplement nuttig kan zijn als aanvulling voor diabetes type 2 patiënten bij insulinetherapie.

diabetes type 2. De NHANES database bevat uitge-

Tijdens het onderzoek werd er een opdeling gemaakt

breide informatie per individu gaande van demogra-

tussen mensen die heel gericht naar chromium-

fische en socio-economische informatie, familiale

supplementen op zoek gingen en mensen die dit toe-

voorgeschiedenis, voedingsgewoonten, chronische

vallig innamen. Meer specifiek werden de supplemen-

ziekten, infectieziekten, geestelijke gezondheid, bio-

ten opgedeeld in producten waar het woord ‘chroom’

chemische laboratorium gegevens enz.

in de titel voorkwam en waar dat niet het geval was,

De gegevens werden verwerkt en op twee manieren

zoals bijvoorbeeld een multivitaminenpreparaat. De

gemeten: In de eerste methode maakten de onder-

link tussen diabetes en chroomsupplementen werd

zoekers onderscheid tussen wel diabetisch (code 1)

onderzocht als een dichotome variabele (heeft de

of niet diabetisch (code 0) naargelang de niveaus

testpersoon wel of geen chromium gebruikt). Er wer-

van HbA1c. Indien deze niveaus onder 6,5% lagen,

den verschillende dosis-respons modellen nagegaan.

kreeg de persoon ‘niet diabetisch’ en code 0, indien

De regressie analyse werd uitgevoerd met de dicho-

6th International Workshop

Food Supplements and Botanical Extract Claims Le Plaza Hotel, Brussels, Belgium Friday, December 8, 2017

www.supplementclaims.eu


12 tome chroomvariabele van 2000 µg gebruikte chromium uit supplementen gedurende 30 dagen. Uit de gehele database van 62.160 personen werden werden 35.998 testpersonen geselecteerd, die vervolgens voldeden aan de vereiste variabelen zoals geslacht, afkomst, BMI, SES, diabetes diagnose, chroomsupplementen gebruik en

Vitamine E PLATINUM

HbA1c laboratorium-waarden. Na een laatste screening werd de leeftijd opgetrokken naar ouder dan 18 jaar. Hierna bedroeg de studie nog 28.539 individuen. Na alle mogelijke informatie (geslacht, leeftijd, afkomst, inname van bepaalde type voedingssupplement, etc.) onderzocht te hebben, ontdekten de onderzoekers dat mensen die een chromium supplement namen een kleinere kans hadden om diabetes type 2 te ontwikkelen. Dit geldt voor een gebruik dat hoger ligt dan 2000µg chromium gedurende 30 dagen. Personen die een voedingssupplement zonder chromium innamen en mensen die helemaal niets innamen, hadden beiden evenveel kans om diabetes te ontwikkelen. De onderzoekers stelden dat een chromiumsupplement aldus nuttig kan zijn om het risico op diabetes type 2 te verkleinen.

Dagdosis van 200µg en meer is voordeligst Een Thaise studie biedt een systematische review en een meta-analyse om na te gaan wat de effecten van een chromium supplement zijn bij diabetespatiënten. Na deze screening bleven er 25 klinische studies over die voldeden aan alle criteria. Uit verder onderzoek is dan gebleken dat de bloedsuikerspiegel bij diabetes type 2 kan verbeteren dankzij inname van een chromium supplement van meer dan 200µg per dag. De onderzoekers zochten naar de werking van supplementen met enkel chromium of supplementen met een combinatie van meerdere elementen. Voornamelijk de monotherapie met chromium bleek gunstige effecten te hebben op de HbA1c-waarde en FPG. De onderzoekers spreken van een gunstige dosis van 200µg tot wel 1000µg per dag zonder sprake van significante bijwerkingen.

complex van “tocotriënolen” uit rode palmolie, de meest werkzame vormen van vitamine E

verhoogde opname door SupraBio®afgiftesysteem

• helpt de lichaamscellen beschermen tegen schade door vrije radicalen • draagt bij tot de bescherming tegen de ongunstige inwerking van UV-stralen en vervuiling • ondersteunt het natuurlijke afweersysteem van het lichaam

VITAMINE E PLATINUM van Mannavital bevat een concentraat van ongeraffineerde, duurzame rode palmolie, dat door het hoge gehalte aan de sterk werkzame tocotriënolen terecht “supervitamine E” wordt genoemd. De beschermende werking van Vitamine E PLATINUM is in 15 klinische studies aangetoond (EVNOL SupraBio®). Aan vitamine E PLATINUM is geen concentraat van gemengde tocoferolen toegevoegd, omdat die door “competitie” de opname van de tocotriënolen sterk afremmen.

Mannavital, voedingssupplementen van absolute topkwaliteit voor een doelgerichte aanpak

Verkrijgbaar in alle natuurvoedingswinkels en bij de apotheek op bestelling CNK 3659-398 Uitgebreide info? Aan te vragen bij: info@mannavital.be - tel 056 43 98 52

www.mannavital.be


14

NutriFacts

Spijsverteringsproblemen 70% van de autistische kinderen hebben een voorgeschiedenis of symptomen van spijsverteringsproblemen in vergelijking met kinderen die andere neurologische pathologieën hebben (28%), en deze symptomen correleren met de ernst van de ziekte. De klinische verschijnselen zijn constipatie, diarree, flatulentie… Sommige studies spreken zelfs van 70 tot 85% kinderen die ten minste één spijsverteringssymptoom zouden hebben. Onderzoekers toonden ook aan dat onder andere malabsorptie en maldigestie en heel vaak slokdarmontsteking met gastrooesofageale reflux en chronische duodenumontsteking voorkomen1. Wakefield2 rapporteerde daarnaast intestinale nodulaire lymfoïde hyperplasie bij 10 op de 12 autistische kinderen met spijsverteringsstoornissen. Maar andere auteurs3,4 hebben geen verschillende

Autisme en voeding. Niets met elkaar te maken? Dr. Jean-Michel Lecerf, Pasteurinstituut van Rijsel De neurologische aandoening autisme zou de prototypische pathologie kunnen zijn die het verband tussen voeding en de hersenen illustreert. Autismespectrumstoornissen zijn een heterogene groep pathologieën die ook pervasieve gedragsstoornissen worden genoemd. In de VS zouden ze bij één kind op 110 voorkomen. Ze zijn van uiteenlopende aard, waarbij in het bijzonder het aspergersyndroom zich lijkt te onderscheiden van de andere. De etiologie van deze aandoening, die we hier autisme noemen, is onbekend, ook al is het bestaan van genetische factoren erkend en zijn er velerlei etiopathogenetische hypothesen. Waarschijnlijk is er een interactie tussen milieu- en erfelijke factoren. Het staat daarentegen vast dat enerzijds eetstoornissen voorkomen, in het bijzonder selectieve keuzes op basis van textuur en kleur, en anderzijds spijsverteringsstoornissen heel vaak voorkomen, die zich uiten in pijn, flatulentie, verstoorde darmpassage… Omdat er voor deze pathologieën geen erkende behandeling noch een bewezen etiologie is en gezien het bestaan van spijsverteringsstoornissen zoeken heel veel ouders van autistische kinderen hun heil in alternatieve remedies, vooral in restrictieve diëten. Welke wetenschappelijke basis is er voor pathofysiologische hypothesen op basis van voedingsfactoren? Zijn er argumenten die de heilzame werking van gluten- en caseïnevrije diëten al dan niet ondersteunen? Een rapport van het Franse AFSSA in 2009 besloot van niet. Zijn er in 2016, 7 jaar later, nieuwe elementen?

prevalentie gevonden in patiënt-controleonderzoeken. Een geïsoleerd geval van associatie tussen autisme en coeliakie lijkt een coïncidentie van vaak voorkomende ziekten te zijn5.

Dysbiose en een verstoorde darmpermeabiliteit De hypothese van een verstoorde darmflora bij autisme wordt sinds 19986 geponeerd en steunt op een chronologisch verband tussen een antibioticabehandeling en het ontstaan van de ziekte, het bestaan van spijsverteringsstoornissen en een recidief na de antibioticabehandeling door de aanwezigheid van sporen van clostridium, een belangrijke boosdoener, die kunnen ontkiemen en de ziekte opnieuw veroorzaken. Maar de onderzoeken hebben een onvoldoende grote populatie en vertonen verschillende methodologische gebreken. Daarenboven produceert de microbiële flora een tryptofaanderivaat, het indolyl-3-acryloylglycine (IAG).

2017/03

15

prevalentie van hyperpermeabiliteit van de darmwand bij 9 op 21 autistische kinderen aangetoond tegenover 0 op 40 bij gematchte kinderen. In 2010, op basis van een meting van de darmpermeabiliteit door orale toediening van specifieke suikers, heeft de Magistris9 hyperpermeabiliteit bij 37% van de 90 autistische kinderen vastgesteld, tegenover 21% van de 146 familieleden in de eerste graad en 5% van de 136 gezonde proefpersonen. Uit metingen van het fecaal calprotectine (proteïne aangemaakt door de intestinale granulocyten) bleek dat dit bij 24% van de proefpersonen met de aandoening en bij 12% van de familieleden voorkwam. Hoewel 47% van de autistische proefpersonen gastro-intestinale symptomen vertonen, die weliswaar niet gecorreleerd zijn met de permeabiliteit, stellen de onderzoekers bovendien een lagere darmpermeabiliteit vast bij kinderen die een gluten- en caseïnevrij dieet volgden (hetzelfde als de controlegroep) in vergelijking met hen die geen dieet volgden. De darmpermeabiliteit is bij een groot aantal auto-immuunziekten verstoord, waaronder type 1 diabetes en de ziekte van Crohn. Akkermansia muciniphila, een bacterie die de darmslijmvliesbarrière kan veranderen waardoor het slijmvlies permeabel wordt (leaky gut barrier), is vastgesteld bij autisme. Maar een ander onderzoek, waar na inname van suikers het GLP-2 werd gemeten, heeft deze hyperpermeabiliteit niet kunnen aantonen10. Andere verstoorde werkingen zouden de oorzaak kunnen zijn van vaak voorkomende spijsverteringsstoornissen bij autisme: maldigestie van fermenteerbare suikers, zoals opgemerkt bij het prikkelbaredarmsyndroom, in interactie met darmdysbiose, en een darmslijmvliesontsteking die ook de oorzaak zouden kunnen zijn van intestinale hyperpermeabiliteit, maar de studies hieromtrent zijn in tegenspraak met elkaar 7.

Bij autisme wordt een hoger gehalte ervan in de urine

Opioïdetheorie

opgemeten. Het zou inwerken op de membranen van

Opioïden zijn peptiden die in het lichaam een morfine-

de darmbarrière en van de bloed-hersenbarrière en

achtige werking hebben door zich te binden aan

ze permeabeler maken. Maar er is geen rechtstreeks

µ-, δ- en κ-receptoren. Ze zitten hoofdzakelijk in het

bewijs dat deze hypothese ondersteunt7.

centrale zenuwstelsel en in het maag-darmkanaal.

Daarentegen had D’Eufemia8 al in 1996 een hoge

De hypothese is dat na vertering bepaalde pep-


Drang naar zoet?

16

transporteerd zouden ze door de bloed-hersenbarrière kunnen gaan, het centrale zenuwstelsel bereiken, de hersenwerking veranderen en op die manier autismesymptomen veroorzaken. Hydrolyse van bepaalde graanproteïnen, zoals gluteomorfinen van gluten, en melkproteïnen, zoals casomorfinen van caseïne, zou lichaamsvreemde neuropeptiden, exorfinen genoemd, genereren. Het bestaan van deze van gluten en caseïne afgeleide opioïde peptiden, hun psychologisch effect, hun passage naar het bloed en de hersenen zijn al bijna 40 jaar bekend11. Maar deze exorfinen hebben een lage affiniteit voor opioïde receptoren. Bovendien hebben de onderzoeken geen hoge concentraties peptiden-opioïden teruggevonden, niet in het plasma noch in het zenuwstelsel van de patiënten met een autismespectrumstoornis [12], noch in de urine van deze patiënten zodra methodes met een grote gevoeligheid en specificiteit (massaspectrometrie in combinatie met HPLC)12 worden gebruikt. Maar de boosdoener zou betacasomorfine (BCM) van koeienmelk zijn. Dit is inderdaad een substraat voor het DPP-IV enzym van de borstelzoom. BCM is in een grotere hoeveelheid teruggevonden in de urine van autistische kinderen, wat zou kunnen te wijten zijn aan een DPP-IV tekort. BCM is in een hoger gehalte aanwezig in het plasma van kinderen die koeienmelk krijgen

Heel veel niet-wetenschappelijke literatuur, boeken en websites gaan over dit onderwerp. De verkoop van allerlei tests en veelsoortige diëten boomt. 20 tot 70% van de ouders zetten hun autistisch kind op een glutenvrij dieet. 20 tot 29% van de ouders rapporteert een verbetering van de symptomen bij hun kinderen16.

Wat zijn de objectieve gegevens? • Voorafgaande opmerkingen Er werden geïsoleerde klinische gevallen gepubliceerd, waarvan sommige positief waren17, andere negatief18,19. Maar één kent de kracht van het placebo-effect. Anderzijds kan men niet uitsluiten dat de

STOP!

Sinds 2010 verschenen 4 andere literatuurstudies7,12,16,23. De besluiten van deze studies waren gelijklopend wat de vele methodologische gebreken betreft: in het bijzonder de afwezigheid van een controlegroep, een goede inachtneming van het dieet, objectieve klinische metingen, een blinde test, het rekening houden met intercurrente factoren, een goede diagnostische classificatie in het begin, en tot slot het feit dat de ouders of opvoeders de rol van evaluatoren vervulden. Het aantal proefpersonen is zelden hoog: van de 32 beschikbare, gepubliceerde studies12 heeft het merendeel een populatie lager dan 100, slechts één meer dan 150, maar dit is een open onderzoek24.

weglating van bepaalde fermenteerbare suikers, zoals tarwefructanen of lactose in geval van lactasetekort,

Slechts 3 kwaliteitsvolle, dubbelblinde en cross-over-

een verbetering van de gastro-intestinale symptomen

studies werden gepubliceerd. De eerste is van Elder22,

en in tweede instantie een kleine gedragsverbetering

een gerandomiseerd onderzoek met 15 autistische

met zich kan meebrengen. Een klein pilootonderzoek

kinderen van 2 tot 16 jaar die in een cross-overstudie

bij 13 autistische kinderen20 waarvan er 7 een melk- en

een restrictief dieet of een normaal dieet kregen,

glutenvrij dieet kregen, dat ze inderdaad goed volg-

tijdens 6 weken voor elke fase. Maar er was geen

den, heeft aangetoond dat de waardeschalen van

groep gezonde kinderen. De maaltijden werden ge-

spijsverteringssymptomen (GSRS) en van autistische

leverd en dus opgevolgd. Het sociale gedrag en de

stoornissen (CARS) geen verschil vertoonden tussen op

communicatie werden via video gevolgd, de autis-

dieet gezette kinderen en zij die geen dieet volgden.

tische symptomen en peptiden in de urine werden

Maar de ouders van de kinderen die op dieet waren,

gemeten. Deze objectieve metingen brachten geen

rapporteerden een verbetering van de twee soorten

verschil tussen de twee groepen aan het licht. Zeven

symptomen.

ouders hebben verbeteringen geconstateerd die niet

Bio-Chromium bewijst zijn effect Het eten van koolhydraten, de suikers die we vinden in wit brood, in aardappelen, pasta en rijst, maar ook in limonades, snoep en gebak brengen je bloedsuikerwaarden uit balans. Dit geeft ons nog meer zin in zoet ! Normale, stabiele bloedsuikerwaarden kunnen je leven makkelijker maken. Ter ondersteuning van een aanpassing van je voedingswijze en het regelmatig beoefenen van een gezonde lichaamsactiviteit kan Bio-Chromium bijdragen tot een sneller én beter effect.

Tot 10-keer betere opname Chromium, organisch gebonden aan bakkergist, ChromoPrecise, wordt volgens EFSA tot 10-keer beter opgenomen in vergelijking met andere anorganisch of synthetische chromiumvormen.

in overeenstemming waren met de objectieve metin-

dan zij die moedermelk krijgen, en wordt in verband

• Interventiestudies

gen; 8 ouders zijn er niet in geslaagd om uit te ma-

gebracht met een vertraagde psychomotorische ont-

Er werden verschillende studies uitgevoerd, maar wei-

ken welk dieet hun kind heeft gevolgd en 9 hebben

nig van goede kwaliteit. In een literatuurstudie van

besloten om het gluten- en caseïnevrije dieet voort te

De opioïdetheorie blijft volledig speculatief7,12 en werd

2010 weerhield Mulloy

zetten.

verworpen door het AFSSA-rapport15.

studies: 11 ervan lieten toe om effecten te suggereren

21

14 van de 118 opgenomen

(7 met positieve biologische of klinische resultaten, 2

Hyman25 heeft in 2010 een voordracht gegeven over

met tussenliggende resultaten en 1 met onduidelijke

een onderzoek met 30 kinderen en vervolgens in 2015

resultaten). Maar de methodologie vertoonde gebre-

een artikel gepubliceerd over een onderzoek met 14

ken: geen onderzoeksprotocol, geen dieetcontrole,

kinderen26. Het eerste werk, een dubbelblind, cross-

geen inter-observer agreement, geen blinde test,

overonderzoek gedurende 18 weken, heeft geen ge-

geen randomisatie, geen verklarende analyse. Drie

dragsverschil vastgesteld. In 2015 werden de volledige

studies laten toe om effecten met een grote waar-

resultaten aangevuld met een bijkomende week na

schijnlijkheid te bevestigen, alle drie negatief, waaron-

het einde van de interventiestudie (die bestond uit de

der 2 over 1 klinisch geval (van 9 dagen18 en van 4

inname van snacks die al dan niet gluten en caseïne

dagen19) en de studie van Elder22.

bevatten). Er werd geen enkel verschil in fysiologische

%

Biologische beschikbaarheid van chromium in % in vergelijking met ChromoPrecise

100 Organisch ChromoPrecise 90 80 70

Synthetisch organisch chromium Anorganisch chromiumzout

60 50 40 30

Tot 10× hogere opname

20 10 0

10%

12%

100%

mium ye ro

EU

t– as

wikkeling13. Maar andere auteurs hebben geen DPP-14.

*EFSA: European Food Safety Authority is het controle-organisme voor voedselveiligheid van de Europese gemeenschap.

rganic ch –o

vooral als dit hyperpermeabel is. Door het bloed ge-

Melk- en glutenvrij dieet

BE_Chrom_Ad_Nutrifacts_DU_105x297_0917

tiden door het darmslijmvlies zouden kunnen dringen,

ed ov pr ct ap effe

Bio-Chromium is verkrijgbaar bij jouw apotheker en bestaat in verpakkingen van 60 of 150 tabletten vanaf 16,95€ adviesprijs. 1 tablet per dag volstaat.

Innoverend voor de gezondheid Minervastraat 14 - 1930 Zaventem Tel.: 02 720.51.20 - Fax: 02 720.51.60 e-mail: info-be@pharmanord.com

Gratis doosje? Neem deel aan onze quiz www.pharmanord.be/quiz-c2


NutriFacts

18

2017/03

19

functies en gedragsstoornissen (slaap, activiteit) opge-

zet volgt. Als de proefpersoon zich twee keer of minder

autismespectrum hebben30. Men kan ook bevestigen

overigens waarschijnlijk verwant of identiek is aan het

tekend.

dan twee keer niet aan het dieet houdt, is er meer

dat deze hersenziekte geen voedingsziekte is, hoewel

prikkelbaredarmsyndroom). De interventiestudies met

verbetering van het autistische gedrag en de spijsver-

de voeding effecten kan hebben op bepaalde symp-

probiotica zijn voor het ogenblik niet afdoend voor au-

Tot slot heeft Pusponegro een suppletie-/weglatings-

teringssymptomen, maar niet van het sociale gedrag,

tomen. Maar dat moet verder onderzocht worden.

tisme7.

studie uitgevoerd op 74 kinderen die een autistisch

in vergelijking met hen die altijd het dieet goed volgen

Het gluten- en caseïnevrije dieet wordt op basis van

Tot slot kan een gluten- en caseïnevrij dieet leiden tot

syndroom hebben met ernstige gedragsstoornissen

die de kleinste verbetering op alle gebieden hebben.

deze theorie vaak voorgeschreven. Bepaalde kin-

tekorten, vooral wegens het weglaten van melkpro-

en een I-FABP-verhoging (Intestinal Fatty Acid-Binding

Als het dieet minder dan 6 maanden wordt gevolgd, is

deren zouden kunnen een verbetering ondervinden,

ducten, en tot onevenwichten die moeten worden

Protein), een marker voor enterocyt-schade. De auteur

er minder verbetering op alle domeinen (spijsvertering,

maar over het algemeen zijn de goed gevoerde on-

hersteld31.

had in een niet-gepubliceerde studie een associatie

sociaal, autistisch).

derzoeken statistisch gezien negatief. Het is niet uitge-

27

tussen deze marker en gedragsstoornissen vastgesteld.

sloten dat, gezien de veranderingen van de darm-

Vandaag is er echter nog altijd geen objectief be-

Het gaat om een gerandomiseerd onderzoek waar-

Als de proefpersoon gastro-intestinale symptomen

flora en/of van de permeabiliteit, de verbetering van

wijs dat toelaat om een gluten- en caseïnevrij dieet

bij de kinderen hetzij 6 glutenhoudende koekjes en

heeft en bovendien ook allergische symptomen, dan

de spijsverteringssymptomen het sociaal gedrag kan

bij autisme of een verwant syndroom aan te bevelen,

caseïne, hetzij rijst krijgen. De autisme-evaluatie werd

is er meer verbetering op de drie domeinen. Zij die

verbeteren. De wederzijdse verantwoordelijkheid van

zelfs als bepaalde “gevoelige” kinderen er voordeel

gemeten door de schaal van PPDBI en de spijsverte-

een diagnose van voedselallergie hebben, kennen

gluten en caseïne wordt niet ondersteund want de

zouden kunnen bij halen. Ook al kan men het dieet

ringsevaluatie door de GSSI-index. In de twee groepen

meer verbetering op het gebied van sociaal gedrag

twee worden altijd gelijktijdig geschrapt. Het is moge-

niet volledig verwerpen, toch is het best om het te be-

was het PPDBI-resultaat verbeterd, zonder onderscheid

en spijsverteringssymptomen. Als er een vermoeden

lijk dat fermentatiefenomenen teweeggebracht door

ëindigen als er geen effect optreedt. Ouders die hun

tussen de twee groepen. De GSSI-score ging achteruit

van voedselovergevoeligheid is, is er meer verbetering

tarwefructanen (behoort tot de FODMAPS) en/of door

kinderen het dieet laten volgen, moeten dieetadvies

in de interventiegroep, maar zonder verschil tussen de

op de drie domeinen.

lactose meer dan gluten of caseïne verantwoordelijk

krijgen en het voedingsstatuut en de groei van deze

groepen. Er was geen verschil voor de I-FABP-meting

We kunnen de volgende opmerkingen maken: er kan

zijn, zoals het geval is bij “glutenovergevoeligheid” (dat

kinderen moet in de gaten worden gehouden.

in de urine. De interventie duurde jammer genoeg

niet worden uitgesloten dat een strenge inachtneming

slechts 7 dagen.

van het dieet getuigt van een grotere motivatie bij de

In 2012 heeft Harland een dubbelblind cross-overon-

ouders die hoge verwachtingen hebben van dit dieet.

derzoek op 30 autistische kinderen van 2 tot 17 jaar op

Het feit dat er minder verbetering is als de proefper-

Clinical Trial gepost. Het werd niet gepubliceerd.

soon zich altijd aan het dieet houdt, kan een beoorde-

28

ling uitdrukken met betrekking tot het zondigen tegen • Zijn er factoren die de effecten van een dieet kunnen aanpassen? Individuele analyse en getuigenissen van ouders tonen toch aan dat verbeteringen werden vastgesteld. Het onderzoek van Pennesi29 is in dat opzicht interessant want de onderzoekers hebben geprobeerd om factoren te identificeren die een verbetering door een gluten- en caseïnevrij dieet kunnen bevorderen. Het is een onderzoek met 387 proefpersonen en ouderlijke evaluatie. Het betreft een observatie- en geen interventieonderzoek, omdat ze de toepassing van de diëten in aanmerking nemen. Als de proefpersonen het dieet nauwgezet volgen (223 proefpersonen) is het sociale gedrag duidelijk beter in vergelijking met hen die het dieet gedeeltelijk volgen. Er is geen verschil voor de spijsverteringssymptomen noch voor het sociale gedrag naargelang het aantal keren dat de proefpersonen tegen het dieet zondigen. Paradoxaal is er minder verbetering in het autistische gedrag als de proefpersoon altijd het dieet nauwge-

het dieet. Het blijkt ook dat er gevoeligere kinderen zijn, in het bijzonder in het geval van spijsverterings- en allergische symptomen. Maar men kan de subjectiviteit van de ouders niet uitsluiten. Over het algemeen leert dit onderzoek ons dat er moet rekening worden gehouden met de mate waarin de patiënt het dieet volgt en de duur van het dieet. Dit lijken positieve factoren te zijn voor een verbetering. • Besluit Ook al staat het vast dat autistische kinderen vaak spijsverteringssymptomen hebben, en sommigen een intestinale overgevoeligheid en dysbiose, dit volstaat niet om de opioïdetheorie als geldig te beschouwen, die speculatief blijft. Het mechanisme van de darmenhersenenverbinding, dat misschien bij autisme bestaat, is hier niet bewezen. Maar experimentele onderzoeken op het muismodel met maternale immuunactivatie wijzen sterk in de richting van de deterioratie van de darmbarrière en –flora als een bepalende factor bij het ontstaan van stoornissen die trekken van

Referenties op aanvraag


NutriFacts

20

Auteur Plant of stof Duur Barrat artisjok, RGR 16 weken et al. 2013 en policosanolen

Artisjok doet cholesterol dalen en nog veel meer! Algemene kenmerken

Testgroep Dagdosis 100 patiënten 200 mg artisjok, met hyper- 167 mg RGR cholesterolemie en 3,60 mg policosanolen

2017/03

Resultaten - sign. daling LDL-cholesterol, totaal cholesterol en apolipoproteïne B100 - co-enzym Q10 waarden en de

lever- en nierfunctieparameters onveranderd

Bundy et al. 2008

75 patiënten 1280 mg met hyper-

totale cholesterol met gemiddeld 4,2% (van 7,16 mmol/l

cholesterolemie

naar 6,86 mmol/l

Englisch

artisjok

143 volwassenen

totale cholesterol 18,5%

et al. 2000

droog extract

met gemiddelde

(placebo – 8,6%),

cholesterolwaarde

LDL-cholesterol 22,9%

> 7,3 mmol

(placebo – 6,3%).

(> 280 mg/dl)

artisjok 12 weken extract 6 weken

1800 mg

LDL/HDL-ratio 20,2%

(placebo - 7,2%)

In vroegere taxonomische indelingen werd de artisjok als een aparte soort – Cynara scolymus L. – beschouwd.

het artisjokextract werd zeer

Op basis van recentere hybridisatie- en isozym-analyses wordt de artisjok nu meestal beschouwd als een variëteit

goed verdragen

of subspecies van ‘Cynara cardunculus L’. De artisjok behoort tot de familie der Asteraceae. Het woord ‘scolymos’

Rondanelli

sign. HDL-cholesterol

verwijst in het Oudgrieks naar het begrip ‘doornig’. Artisjok bevat cafeïnezuurderivaten (caffeoyl- en dicaffeoylki-

et al. 2013a extract

hyper-

sign.

nazuren), flavonoïden (apigenine, luteoline, quercetine), sesquiterpeenlactonen (cynarotriol, cynaropicrine), an-

cholesterolemie

sign. totaal colesterol

en overgewicht

thocyanen (cyanidinen), tannines, vluchtige olie, carotenoïden, vetzuren (linolzuur, palmitinezuur, oliezuur), organi-

21

artisjok

8 weken

92 patiënten met

2 × 250 mg

LDL-cholesterol

sche zuren (citroen-, appel-, melkzuur), sachariden (pectine, inuline), aminozuren (L-asparagine), spoorelementen (Lattanzio et al. 2009, Rondanelli et al. 2013b).

Antioxidant

Dyslipidemie Artisjok is vooral bekend omwille van zijn cholesterol-

synthese van hepatisch triglyceridelipase en lecithine-

Artisjok heeft een antioxidatieve werking, vooral door

verlagende eigenschappen. Onder meer door de

cholesterol-acyltransferase (Rondanelli et al. 2013b).

de aanwezigheid van cynarine, cafeïnezuur, chloro-

sesquiterpeenlactonen cynarotriol en cynaropicrine.

Een ander mechanisme berust op de inhibitie van het

geenzuur en luteoline (Rondanelli et al. 2013b). Deze

Deze componenten hebben ook anti-inflammatoire

enzym hydroxymethylglutaryl-CoA-reductase (HMG-

activiteit werd in vivo bevestigd. Bij muizen die 0,2 g/

activiteiten (Rondanelli et al. 2013b). Het zijn echter

CoA-reductase). Een waterig artisjokextract inhibeerde

kg/dag artisjokextract gedurende 3 weken toege-

vooral de caffeoylkinazuur-derivaten die verantwoor-

de cholesterolbiosynthese in rattenhepatocyten op

diend kregen, werd een significante vermindering van

delijk zijn voor de cholesterolverlagende werking.

een concentratie-afhankelijke wijze. De inhibitie ge-

de oxidatieve stress waargenomen. Een 5-maal ho-

Cynarine (1,3-O-dicaffeoylkinazuur) en chlorogeen-

beurde ter hoogte van het enzym en bleef 20 uren

gere dosis van 1,0 g/kg/dag vertoonde geen hogere

zuur (5-O-caffeoylkinazuur) zijn de meest representa-

duren. Ook de stimulering van HMG-CoA-reductase

antioxidatieve activiteit (Magielse et al. 2014).

tieve (Lattanzio et al. 2009).

door insuline werd geïnhibeerd. De resultaten wezen

De cholesterolverlagende activiteit van de artisjok is

op een indirecte modulering van de HMG-CoA-

o.a. een gevolg van de verhoging van de cholere-

reductase-activiteit. Deze inhiberende activiteit bleek

sis met een hogere cholesterolexcretie via galzouten

bijna uitsluitend aan de artisjokcomponent luteoline

en –zuren. De voornaamste werking situeert zich in de

te wijten te zijn, terwijl cynarine geen enkel effect had

lever door stimulering van verschillende mechanismen:

(Gebhardt 1998). Deze inhiberende activiteit werd be-

efficiëntere opname en intrahepatocyt-metabolisme

vestigd in een in vitro test (enzymkit) met een artisjok-

van chylomicronenrestanten, stimulering van de apo-

extract. Bij een concentratie van 0,25 ng/ml trad er

lipoproteïne-synthese, verhoogde opname van LDLs

een significante inhibitie van het enzym HMG-CoA-

en HDLs, stimulering van de HDL-synthese, verhoogde

reductase op (Qinna et al. 2012).

Chemopreventie

reductie van DNA-methylering, verhoogde productie van reactieve zuurstofspecies (ROS) (Mileo et al. 2015), apoptose via de caspase-9/-3 pathway, vrijzetting van cytochroom c, DNA-fragmentatie (Nadova et al. 2008), inhibitie van de migratie- en invasiecapaciteit (Pulito et al. 2015).

Diabetes Een andere biologische activiteit van artisjok is een hypoglycemiërende werking. Dit is te danken aan chlorogeenzuur en cynarine, door inhibitie van glucose6-fosfatase-reductase en α-glucosidase. Een andere

Een celgroeiremming werd aangetoond bij verschil-

hypoglycemiërende component van de artisjok is het

lende soorten tumoren (o.a. borst, huid, lever, longen)

oligosacharide inuline. Deze stof verbetert de samen-

en leukemie. Deze resultaten wijzen op de chemopre-

stelling van de darmflora, heeft een gunstig effect op

ventieve eigenschappen van het artisjokextract en ook

de darmtransit en een modulerende werking op de

op de synergistische werking van zijn componenten.

cholesterol- en triglyceriden-bloedwaarden (Ronda-

Met zuiver chlorogeenzuur werden geen resultaten

nelli et al. 2013b).

aangetoond. Het werkingsmechanisme is als volgt:


22

Auteur

Plant of stof

Duur

Testgroep

Dagdosis

Resultaten

Aberomand artisjok 6 weken 20 albinoratten o : 200mg/kg et al. 2013 streptozotocine (STZ) 3x per dag (60mg/kg)

STZ-ratten: glucosewaarden na 1 week boven de 316mg/dl of ongeveer 183,1% Na artisjok: insulineconcentratie 66,8%

Fantini et artisjok 3 uur ratten (12u nuchter) intra-gastrisch al. 2010 extract 0, 500, 1000 of 1500 mg/kg

op 0’, 60’, 120’ en 360’ na het voederen: glycemie voor alle extractconcentraties, met sign. lagere waarden na 60 en 120 minuten.

Jin et chloro-geenzuur 12 weken diabetische muizen 80 mg/kg lichaamsvet al. 2015 nuchtere plasmaglucose-waarden geglycosyleerd hemoglobine

Producten in de kijker

KYOLIC EPA + K2 de totaalformule die bijdraagt tot een normale werking van hart- en bloedvaten1,2 en tot elastische bloedvaten3:

Nazni et artisjokblad 90 dagen 30 type-2 diabetici 4 koekjes, met al. 2006 (zonder insuline) elk 6 g artisjok

na 30, 60 en 90 dagen: nuchter en postprandiaal sign. bloedsuikerspiegel

Rondanelli et artisjok extract 8 weken 39 obese patiënten 200 mg artisjok- al. 2011 extract en 100 mg Phaseolus vulgaris extract

glycemie 5 x sign. HOMA- en QUICK-indexen sign. verzadigingsgevoel sign. body mass index sign. aspartaat aminotransferase (ASAT) en alanine aminotransferase (ALAT)

• met gefermenteerde knoflook (Aged Garlic Extract®)1, het absolute referentiepreparaat dat bijdraagt tot een normale functie van het hart en tot het behoud van een normale cholesterolspiegel, en dat in meer dan 700 klinische studies zijn werkzaamheid heeft bewezen • met hoogwaardige, zuivere visolie (EPA en

Obesitas Door zijn bitterstoffen stimuleert artisjok de vertering en verbrandt sneller de opgenomen calorieën. De cafeoylkinazuren stimuleren de adinopectinereceptoren

bilirubine (I: - 42,06 %; II: - 85,71 %); totaal bilirubine

DHA)2, die bijdraagt tot een normale functie

(I: - 52,76 %; II: - 88,98 %); albumine (I: + 64,84 %; II:

van het hart

+ 105,13 %); α-fetoproteïne (I: - 50,12 %; II: - 55,09 %) (Ramadan et al. 2014).

dat bijdraagt tot het behoud van elastische

en het verzadigingsgevoel (Rondanelli et al. 2011). Artisjok is basisch en ideaal voor een ontslakkings- en ontzuringskuur. Door deze ontzurende werking wordt de vetverbranding gestimuleerd want zure voeding vertraagt de vetafbraak.

Hepatoprotectie

• met vitamine K23 (menaquinone-7 uit natto),

Prebioticum

vaten

Artisjoksteel behandeld met hemicellulase had een

• met vitamines B6, foliumzuur en B12, die

significante groeibevorderende invloed op Lactoba-

bijdragen tot een normaal homocysteïne-

cillus plantarum en Bifidobacterium bifidum. Deze sti-

metabolisme

mulering was ook selectief zonder groei van E. coli op hetzelfde substraat. Deze prebiotische fractie bestond

KYOLIC-EPA PLUS K2: totaalcomplex van gerijpte

Ratten kregen 750 mg/kg/dag (groep I) of 1500 mg/

uit uronzuren (15,0 g/100 g fractie), inuline (46,0 g/100

knoflook en kwaliteitsvisolie met de passende

kg/dag (groep II) van een artisjokextract gedurende 6

g), neutrale suikers (15,0 g/100 g), proteïnen (6,8 g/100

nutriënten

weken, waarna chronisch chemische hepatotoxiciteit

g) en fenolen (6,9 g/100 g). Andere delen van artisjok

geïnduceerd werd, gevolgd door een artisjokbehan-

hadden minder invloed. De auteurs besloten dat de

deling van 6 weken. Dit leverde de volgende resulta-

steel van artisjok een veelbelovende potentiële pre-

ten op, vergeleken met de geïntoxiceerde controle-

biotische activiteit vertoont, dankzij het hoog gehalte

groep: AST( I: - 41,18 %; II: - 71,10 %); ALT (I: - 41,52

aan inuline (groeistimulerend) en methoxylpectine

%; II: - 70,76 %); ALF (I: - 43,24 %; II: - 52,70 %); direct

(fermentatiestimulerend) (Fissore et al. 2015).

MannaVita Zuidstraat 10 - 8560 Wevelgem T + 32 (0)56 43 98 51 info@mannavita.be www.mannavita.be


9 SPORTCONGRES

2017

Zaterdag 14 oktober 2017 ICC Gent

e

I

Een multidisciplinaire aanpak

Recente ontwikkelingen in voeding, psychologie en fysiologie

Âť Simultaan met Belgian Podiatry Conference

www.sportcongres.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.