Scheefbloemwitje op 20/07/18 te Linden Foto: Erik Toorman
Het Scheefbloemwitje (Pieris mannii): een nieuwe dagvlinder voor Brabant. Onze streek is een witje rijker: het Scheefbloemwitje. De komst ervan werd reeds enige tijd geanticipeerd, na een snelle en spectaculaire areaaluitbreiding vanuit Zuid-Europa. Net als het Klein koolwitje (P. rapae) en Groot koolwitje (P. brassicae) is het Scheefbloemwitje een cultuurvolger en maakt ze dankbaar gebruik van de aanwezigheid van de waardplant Scheefbloem in tuinen. SPECTACULAIRE TOCHT DOOR EUROPA Tot in het begin van de 21e eeuw kwam het Scheefbloemwitje voornamelijk voor op steile, stenige plaatsen in het mediterraans gebied. Meer noordelijk kwamen een aantal geĂŻsoleerde populaties voor, zoals in het oosten van Frankrijk, het Groothertogdom Luxemburg en mogelijk ook in het zuiden van BelgiĂŤ (Lafranchis et al. 2015; Vantieghem 2018). Terwijl veel van die populaties zich door de teloorgang van natuurlijke habitats de laatste decennia in een kritieke toestand bevonden en de meeste inmiddels zelfs uit114
De Boomklever I december 2018 I ongewervelden
gestorven zijn (Lafranchis et al. 2015), gebeurde er vanaf 2008 iets onverwachts. In Zwitserland werden plots Scheefbloemwitjes waargenomen in tuinen, een stuk noordelijker dan de dichtstbijzijnde populaties en bovendien in een heel ander, erg antropogeen habitat (Ziegler 2009). Sindsdien breidde de soort zich in noordwestelijke richting verder uit aan een hoog tempo, tot wel 100 km per jaar. Deze uitbreiding tekende zich voornamelijk af via de Rijnslenk (Ekkehard 2013), wat niet hoeft te verbazen omwille van het wat warmere klimaat van deze route.