Een nest van de Bruine kiekendief in de Dijlevallei Met deze titel startte Fl. Wortelaers een hoofdstuk in zijn boek “Het Meerdaelwoud en zijn broedvogels alsook de vogels der Dijlevallei”, waarin hij in detail een geslaagd broedgeval van Bruine kiekendief Circus aeruginosus in 1945 beschrijft. Na meer dan een halve eeuw is deze titel eindelijk terug actueel. Dit voorjaar en zomer bracht een koppel Bruine kiekendieven immers drie jongen groot in het Vlaams Natuurgebied de “Vijvers van Oud-Heverlee”. VOORKOMEN IN DE DIJLEVALLEI Herroelen en De Fraine beschrijven de Bruine kiekendief Circus aeruginosus als “toevallige broedvogel in de Dijlevallei in 1945, 1956, 1958 en 1965 en regelmatige doortrekker in klein aantal.” Wortelaers vermeldt echter ook nog een geslaagd broedgeval met drie jongen in 1942 en een waarschijnlijk broedgeval in 1944. Het laatst gekende broedgeval dateert van 1986. Toen bracht een koppel Bruine kiekendieven drie 88
De Boomklever I september 2018 I vogels
jongen groot in een graanveld op het plateau tussen Loonbeek en Huldenberg (pers. med. Fr. Walterus). Het was dus meer dan 30 jaar wachten op een nieuw geslaagd broedgeval. In de Waals-Brabantse Dijlevallei waren er evenwel ook nog “recentere” broedgevallen en territoria (SOVON criteria) in het Marais de Laurensart (Gastuche): broedgevallen in 1978 en 1981, in 1983 een koppel van april tot juni, met een koppel van april tot juli 1983 te Pécrot, eind juli
2018: HET JAAR VAN DE BRUINE KIEKENDIEF Winterwaarnemingen van Bruine kiekendief zijn bijzonder in Vlaanderen maar het laatste decennium niet echt uitzonderlijk meer in het Dijleland. De eerste doortrekkende Bruine kiekendieven verschenen ook dit jaar al vroeg in de vallei, nl. op 18 januari en 29 januari, respectievelijk op het plateau te Leefdaal en te Sint-Agatha-Rode. Februari bleef Bruine kiekendiefloos maar begin maart verschenen terug de eerste doortrekkers. Dit komt perfect overeen me het normale beeld in het voorjaar van Bruine Kiekendieven in Vlaanderen: vanaf half maart arriveren broedvogels en dan trekken ook noordelijke soortgenoten door. Op 31 maart werd voor het eerst een tweede kalenderjaar mannetje te Oud-Heverlee Zuid gezien dat op 11 april vervoegd werd door een adult wijfje en waarbij er al dadelijk balts werd waargenomen. Op 20 en 22 april werd het man-
netje op het plateau van Leefdaal gezien, telkens met een grote tak richting vallei/Oud-Heverlee vliegend. Terwijl het hier duidelijk om een territorium ging, was er tegelijkertijd twijfel over de slaagkans ervan. Het ging immers weeral om een tweedejaars mannetje. Hierna volgden de waarnemingen elkaar op, opvallend veel op het plateau van Leefdaal en, in tegenstelling tot andere jaren, minder in Oud-Heverlee zelf. Dit leidde er toe dat vele waarnemers niet beseften dat het om territoriale vogels ging. Wie het wel doorhad, vervaagde spontaan zijn of haar waarnemingen en/of plaatste ze onder embargo om dit broedgeval alle kansen te geven. Broedende Bruine kiekendieven zijn immers zeer storingsgevoelig in bepaalde fasen, vooral tijdens de nestbouw of eileg. Nesten van Bruine kiekendieven zijn doorgaans vanop afstand goed te lokaliseren. Ook in dit geval was voor een oplettende waarnemer na observatie de nestplaats snel gekend. Gelukkig was de nestplaats gelegen in een niet voor het publiek toegankelijk gebied, want met name in drogere gebieden (wat dit jaar zeker het geval was) kan het loopspoor worden gevolgd door predatoren. De soort komt traditioneel voor in grote moerasgebieden maar nestelt momenteel in Vlaanderen vooral in relatief kleine (dikwijls sterk verruigde) rietvelden en kreken, of zelfs te midden van het graan. Ook in Oud-Heverlee was de nestplaats gelegen in een verruigd oud rietveld, grenzend aan oude weilanden. Op 18 juli ‘s avonds werd dan voor het eerst een jong waargenomen. Er was ook al even een oefenprooioverdracht (evenwel zonder prooi) te zien tussen de moedervogel en het jong. Op 19 juli werd een tweede jong waargenomen. Ook dan werd er nog geen ruchtbaarheid aan het broedgeval gegeven. Wellicht zaten er nog jongen op het nest en ondanks het feit dat er vanop voldoende grote afstand werd geobserveerd, alarmeerde het wijfje vrijwel direct. Leuk was ook dat de vogels dagelijks omstreeks hetzelfde uur (21u zomertijd) gingen slapen. Op 21 juli was er De Boomklever I september 2018 I vogels
VOGELS
De vadervogel. Foto: Arne Meeus
gezien met vier of vijf jongen en ook nog in 1985 een wijfje met twee jongen in het Marais de Laurensart. In de jaren ‘90 en 2000 waren er in het Dijleland enkel nog geregeld waarnemingen van overzomerende niet-territoriale vogels. Het was pas in 2011 dat er in Oud-Heverlee Zuid een territorium werd vastgesteld van een adult vrouwtje en een tweede kalenderjaar mannetje zonder dat er evenwel een nestlocatie werd gevonden of jongen werden waargenomen. In 2012 vestigde zich, andermaal in Oud-Heverlee Zuid, een adult vrouwtje met ditmaal een (hetzelfde?) adult mannetje. Ditmaal kon de nestplaats worden gelokaliseerd, maar ook deze broedpoging was niet succesvol. In 2013 en 2014 werd er geen broedindicerend gedrag meer waargenomen. In 2015 was er terug territoriaal gedrag maar andermaal geen broedsucces. En noch in 2016 noch in 2017 bleek de Dijlevallei aantrekkelijk voor broedende kiekendieven, tot dit jaar….
89