De Boomklever Juni 2017

Page 4

Deel 3: voorkomende soorten en hun relatie tot de verschillende biotopen (vervolg). In het vorige deel van deze reeks (Bogaert, 2016) werden de generalisten en de soorten van valleien en moerassen besproken. In dit deel worden de soorten van bossen en agrarische en urbane omgevingen besproken. DE BOSSEN EN HUN OPEN PLEKKEN In bossen moet je niet naar lieveheersbeestjes zoeken. Het is er te koud en lieveheersbeestjes houden niet van koelte. Enkel als het droog en zinderend heet is kan je enkele soorten in het midden van het bos tegen komen. Wil dat zeggen dat je bossen moet vermijden? Alvast niet want de lieveheersbeestjes zijn er wel. In de toppen van de bomen zullen ze wel zitten maar die zijn uiteraard zo goed als onbereikbaar. Beter is het om te zoeken aan de zuidelijke bosranden. Deze zijn bijzonder rijk aan lieveheersbeestjes. En als je dat dan nog eens combineert met wat droge heide en bosbes heb je een sleutel tot vele en vaak zeldzame soorten in handen. De vele open plekken rond De Kluis in het Meerdaalwoud leveren vast mooie resultaten op. In de dennen vonden we Harlekijnlieveheersbeestjes (Harmonia quadripunctata), waarbij het rood wat bleke banden heeft naar achter. Ook het Dennenkapoentje (Scymnus suturalis), een kleinood van minder dan 2 millimeter, is er algemeen op de dennen te vinden maar wordt maar zelden waar36

De boomklever I juni 2017 I ongewervelden

genomen omdat men erover kijkt. Uiteraard zijn er dan nog Struweelnepkapoentjes (Rhyzobius chrysomeloides) die op de dekschilden een dubbel onderbroken U-vormige donkerbruine tekening hebben. En met wat geluk heb je onmiddellijk ook een Viervleklieveheersbeestje (Exochomus quadripustulatus) in je paraplu liggen. Alhoewel je deze soort ook in het vroege voorjaar bij de eerste stralen van de maartzon kan vinden op de stam van loofhout, met een voorkeur voor es. Een andere soort van de dennen is het Achttienvleklieveheersbeestje (Myrrha octodecimguttata). Deze soort is te herkennen aan de zich spiegelende komma links en rechts van het schildje. Ik ben het nog niet tegengekomen in de bossen van onze streek maar het zou me niet verbazen dat het er ook voorkomt, net ten oosten in de meer zandige Kempen komt het vrij algemeen voor. Wat open bos met veel dennen en een droge bodem zijn goede indicatoren voor deze soort. Als je wat opschietende dennen hebt van 2 tot 4 meter hoog, dan maak je kans op het Groot zwart kapoentje (Scymnus nigrinus). Waarom weet ik niet, maar ze zijn steeds op die jonge

Meeldauwlieveheersbeestje (Halyzia sedecimguttata) Tervuren/Zoniënwoud Foto: Bart Uitterhaegen

dicht staan. Op dergelijke plaatsen vind je ook een veel zeldzamere soort, namelijk het Bosbesglanskapoentje (Hyperaspis campestris) (Bogaert et al., 2006). Deze soort werd één keer gevonden in het Egenhovenbos. Helemaal niet het biotoop waar ik ze van ken maar in het geslacht van de glanskapoentjes valt nog veel te ontdekken. Met die ene waarneming zijn er uiteraard nog geen besluiten te trekken. Hopelijk komt er snel een hele populatie tevoorschijn. Het Dijleland heeft echter ook een bijzondere betekenis voor de glanskapoentjes. In de collectie van het KBIN werd een nieuwe soort voor de wereld gevonden die afkomstig was van de zuidelijke rand van het Zoniënwoud, in de buurt van La Hulpe. Het exemplaar dateert echter uit 1830. Het is het Grootvlekglanskapoentje (Hyperaspis magnopustulata Bogaert 2011). Daarnaast zouden er ook Chevrolati’s glanskapoentjes (Hyperaspis chevrolati Canepari 1985) gevonden zijn. Jammer genoeg zijn ze sedertdien niet meer waargenomen en worden ze als uitgestorven beschouwd. Het is ook de vraag wat er nog overblijft van de toenmalige bijzondere biotopen (Bogaert et al., 2012). Als er heide aan te pas komt wordt het nog interessanter. Een van de mooiere vangsten was op de grote open heideplek in het Rodebos. Een paar jaar terug was daar een overvloed aan Heidehaantjes (Lochmaea suturalis). En wie eet Heidehaantjes? Inderdaad een lieveheersbeestje, meerbepaald het Hiërogliefenlieveheersbeestje (Coccinella hieroglyphica). Uiteraard dat dergelijke overhoekjes heide met wat eik ook bijzonder

ONGEWERVELDEN

Heidelieveheersbeestje (Chilocorus bipustulatus) - Linden Foto: Erik Toorman

Lieveheersbeestjes in het Dijleland

boompjes te vinden. In de sparren vind je dan weer het Bruin lieveheersbeestje (Aphidecta obliterata), een van onze traagst bewegende soorten. Ook in loofhout kunnen we wat soorten tegen komen. Nog niet in de vallei waargenomen, maar vermoedelijk zal dat niet lang meer duren, is het Twaalfvleklieveheersbeestje (Vibidia duodecimguttata). Dit klein broertje van het Meeldauwlieveheersbeestje (Halyzia sedecimguttata) is vorig jaar aan een opvallende opmars begonnen. En het zijn de mensen met vlindervallen die ze in hun val vonden. De zekere waarnemingen zijn nog ver weg maar er is een vermoedelijke waarneming in Halle (Dirk Maes, persoonlijke mededeling). De soort werd vroeger in het Brusselse gesignaleerd (Lock et al., 2007). De typische voorjaarsstruwelen met wilg en meidoorn moeten zeker speciaal in het oog gehouden worden. Is dit een soort die oprukt met de klimaatverandering? In de oudere eikenbestanden vinden we dan weer het Roodrandkapoentje (Scymnus auritus), liefst in het voorjaar. Zoals vele kapoentjes lijkt het een klein zwart puntje maar als je er een loep bij haalt zie je dat de mannetjes een mooi rood kopje en een rood halsschild met een donkere driehoek op hebben. Achteraan is er een amper zichtbaar rood randje aan de dekschilden. Ook het Niervleklieveheersbeestje (Chilocorus renipustulatus) is een loofhoutliefhebber. Maar je kan het ook massaal vinden op oude hoge struiken van blauwe bosbes. Een voorwaarde hiervoor is dat er ook mooi wat zon tot beneden op de bosbesstruiken valt. De dennen mogen dus niet te

Viervleklieveheersbeestje (Exochomus quadripustulatus) - Linden Foto: Erik Toorman

37


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.