De angeldragers van de Beninksberg In het kader van de belangstelling die wilde bijen en wespen de laatste tijd de beurt valt - zie excursiekalender elders in dit nummer - heb ik een negen jaar oud onderzoekje van onder het stof gehaald. Het was gericht op een oude zandafgraving, die ik gedurende één seizoen van dichterbij heb bekeken.
De B eni ksberg
Zandbijen en hun parasieten
Het gebiedje in kwestie bevindt zich op de
Op
Beninksberg, op de grens van Holsbeek en
maart, wanneer er elders nog maar wem1g
Rotselaar,
insectengroepen zijn uitgevlogen, gonst het
net
buiten
het
van natuurstudiegroep is
deze
heuvel
één
afdelingsgebied
Dijleland. van
de
Niettemin
belangrijkste
de
eerste
warme
lentedagen
einde
hier al van bedrijvigheid. De meest opvallende soorten
in
deze
periode
behoren
tot
de
zandbijen (Andrena). De vroegste soorten zijn
natuurreservaten in de regio Leuven.
ontpopt sinds het einde van vorige zomer, en De Beninksberg maakt deel uit van de reeks
hebben de winter onder het zand doorgebracht.
zgn. getuigenheuvels in de streek, ontstaan uit zandbanken van de Diestiaanzee, die 7 tot
En meteen verschijnen de eerste parasieten.
11 miljoen jaar geleden herhaaldelijk ons land
Wespbijen (Nomada) lijken op wespen, maar
overspoelde. Het zand aan de oppervlakte is
zijn dat dus niet. Een handig veldkenmerk om
meestal geoxydeerd tot ijzerzandsteen, maar
wespbijen van wespen te onderscheiden, is dat
daaronder bevinden zich afzettingslagen van
ze, naast geel en zwart, altijd ook meer of minder
zand, klei of zelfs kiezel.
rood getekend zijn. Dat kan op het achterlijf, maar ook op de poten en/of de antennes ; de
Ik
heb
me
geconcentreerd
op
de
oude
combinatie
zwart-geel-rood
garandeert
dat
zandafgraving aan de zuidwestfank, die zo'n
je met een wespbij te maken hebt. In ons land
150 meter lang en 5 à 7 meter hoog is. Bovenaan
komen een vijftigtal soorten voor, waarvan ik
gaat de helling direct over in heide, de onderkant
er hier zeven heb aangetroffen. De bijzonderste
is van het wandelpad afgescheiden door een smal perceel waar zich o.a. een veedrinkpoel
is ongetwijfeld de Stomptandwespbij (Nomada striata), maar die determinatie wacht nog op
bevindt. De helling zelf is voor het grootste
bevestiging.
gedeelte steil vertikaal, hier en daar onderaan schuin oplopend. En bijna integraal doorzeefd
Nomada-soorten
met kleine gaatjes.
koekoeksbijen bij Andrena. De meeste zijn bovendien
zijn
kieskeurig
voor wat
het hun
merendeel gastvrouw
De insecten die daarin huizen, zijn aculeate
betreft. Sommige wespbijen beperken zich tot
Hymenoptera,
wespen
een handvol soorten binnen hetzelfde genus,
en bijen. De densiteit is op sommige plekken
andere zelfs tot één enkele. Zo parasiteert
zeer groot, maar toch zijn het allemaal solitaire
de Signaalbij (Nomada signata) uitsluitend bij
soorten. naar
t.t.z.
Hoewel
semi-sociale
er
angeldragende
overgangsvormen levenswijzen
leeft
zijn het
overgrote deel van de inheemse wespen- & bijensoorten
immers solitair.
De bekendste
vertegenwoordigers, honingbijen, hommels en papierwespen, zijn precies de uitzonderingen op die regel. Dat betekent allerminst dat de bevolking hier in vrede samenleeft. Een ingewikkeld stramien van onderling parasitisme bepaalt de verhoudingen binnen dit intrigerend microbiotoop.
30
De Boomklever
-
juni
201 1
het Vosje (Andrena fulva). Deze laatste soort hebben we niet gevonden, maar is dus wel met zekerheid ter plaatse aanwezig. Koekoeksbijen vinden we ook bij andere genera. De meeste bloedbijen (Sphecodes) bijvoorbeeld parasiteren op groefbijen van de geslachten Lasioglossum en Halictus.