B
ij de kleinere zangvogels zijn er in de laatste decennia zeker
ook een aantal 'veranderingen' vast te stellen ... Helaas beschikken we voor de meeste soorten niet over 'historische gegevens' naast actu elere inventarisatiecijfers om een vergelijking 'vroeger-nu' te kunnen maken!
sultaten van een beperkte inventarisatie door War Claes. Alhoewel het artikel vooral cijfers wil brengen om het belang van het Webbekombroek aan te tonen in verband met plannen van de Provincie Brabant om daar een meer aan te leggen, worden toch ook enkele merkwaardige gegevens over de Dijlevallei opgeno men. " ..!. 2. Telling van zangposten van kleinere zangers
De telling werd gedaan in april, mei, juni, zoveel mo gelijk s morgens vroeg of tegen zonsondergang. Op de meeste plaatsen werd verschillende keren herteld.
Er is echter een kleine uitzondering
Dergelijk cijfers mogen niet beschouwd worden als absolute cijfers, maar als minima. Door te hertellen
voor enkele soorten... We vergelij
werd geprobeerd doortrekkers niet in de cijfers op te
ken hier even de populatie-evolutie
nemen. Ik denk dat het aantal werkelijke broedvogels op de meeste plaatsen nog hoger moet liggen. ./. .. .
in
de
Dijlevallei
van
Blauwborst
Luscinia svecica en van Nachtegaal Luscinia megarhynchos.
"
En hij geeft o.m. volgende resultaten: ''..!. 2. Dijlevallei
Data van de tellingen: In 'De Vallei', kontaktblad van WJ-Leuven van maart
Oud-Heverlee: 16 en 30/5/1981; 231611981; 2/7/1981
1982, vinden we immers onder de titel "Tellingen van
Pécrot: 2315/1981
zangposten in Demer- en Dijlevallei in 1981'; de re-
Ottenburg en Florivalstraat: 231511981
120
De Boomklever
-
december 2009