Eerste resultaten van het atlasproject voor dagvlinders: relatieve dichtheden van dagvlinders in het Dijleland en aangrenzende gebieden in 2007
H
et maartnummer van de Boom klever
bevatte een
overzicht
van de bijzonderste dagvlinder waar nemingen van 2007 in het Dijleland
tische luiken zijn de monitoring, inventarisatie van rode lijstsoorten en het steekproefonderzoek (voor meer informatie over de volledige opzet zie www.vlinderwerkgroep.be).
(Creemers 2008). In volgende bijdra
De opzet van het
ge willen we een overzicht geven van
steekproefonderzoek
het steekproefonderzoek dat in 2007 uitgevoerd werd binnen onze regio in kader van het atlasproject voor dag
Met het steekproefonderzoek wil men in de eerste plaats relatieve dichtheden bepalen van algemenere dagvlinders over het grondgebied van Vlaanderen. Op basis van een groot aantal
vlinders. Op basis van de verzamelde
steekproeven zal men met statistische modellen
resultaten van steekproeven kunnen
dichtheid kaartjes creëren die voorspellen waar
we een beter beeld schetsen van het reële voorkomen van dagvlinders in het Dijleland en aangrenzende ge bieden.
in Vlaanderen een bepaalde soort meer of min der voorkomt. Dit soort kaarten werd reeds bij de laatste vogelatlas gebruikt. Toch maakt het steekproefonderzoek de toekomstige vlinderat las uniek omdat dit soort methode de eerste keer zal gebruikt worden voor een andere soorten groep dan vogels. Ook zullen we voor één keer de Nederlanders voor zijn.
Inleiding: het kader Sind de publicatie van de laatste atlas (Maes & Van Dyck 1999, tekst raadpleegbaar op www. 1
BO.be) i
derb
er veel veranderd in het dagvlin
tand. De Vlaamse vlinderwerkgroep en
h t In tituut voor
(J
atuur- en Bosonderzoek
BO) zijn daarom al in 2006 gestart met een
nieuw atla project. Hierbij rekenen ze in hoofd zaak op de medewerking van vrijwilligers om lo
e waarnemingen te verzamelen. Het ver
zam Jen van deze waarnemingen i
één luik
binnen het atlasproject, maar men hoopt dit keer ook op een meer sy tematische manier het voorkomen van dagvlinder
in Vlaanderen te
kwantificeren. Hierbij r ken n ze ook op vrij williger voor het veldwerk. De drie y tema-
46
De Boomklever
-
juni
2008
De opzet van het steekproefonderzoek bestaat erin om in ongeveer de helft van de SxS km-hok ken in Vlaanderen (UTM projectie), 8 lxl km hokken te tellen. Het tellen gebeurt meermaals per jaar gedurende 1 uur per steekproef. T ijdens dat uur tracht de medewerker in alle vlinderbio topen van dat hok rond te lopen en alle vlinders per soort te tellen die men onderweg tegenkomt. In 2007 werd deze methode voor het eerst toege past en men hoopt dat na 2009 in alle steekproef hokken in Vlaanderen minstens eenmaal in het voorjaar en eenmaal in de zomer tellingen zijn gebeurd. In het ideale geval zal zo'n hok drie op eenvolgende jaren worden geteld. Initieel was er de vraag om driemaal per jaar te tellen (mei, juli en augu tus). Maar dit bleek voor vele vrijwil-