Taigaboomkruipers in de
1 'I '
Dijlelandse bossen ?
�
lï
Il
1
Inleiding aigaboomkruipers van de no
in Zuid-Limburg (dat waren er meteen 16), en
Certhia familiaris familiaris (verderop Taigaboomkruiper of fa miliaris genoemd) broeden in Scan
in 2000 bedroeg de geschatte landelijke broed
T
minaat
dinavië en een groot deel van Oost
populatie reeds 75-100 broedparen. Driekwart hiervan in Zuid-Limburg, de rest verspreid over enkele kernen in
oord-Limburg en het grens
gebied van Drenthe met Groningen (Schepers, 2002).
adien nam de soort nog verder toe in
Europa, en zijn in de lage landen
de bezette Nederlandse broedgebieden en bleef
erg schaarse wintergasten in wis
Duitse broedgebieden (van den Berg & Haas,
selende aantallen. Van september
2005; van Dongen
tot maart wordt deze ondersoort niettemin jaarlijks in ons deel van Europa vastgesteld, met een con centratie van de waarnemingen in
ze verder oprukken vanuit de oostelijk gelegen
et al.,
2006 & 2007; Winkel
et
al., 2006), zoals ook wordt gesuggereerd door een recent broedbewijs in Overijssel (Derks & Ebels, 2006).Gelet op de ontwikkelingen ten oosten en ten zuiden van Vlaanderen, moesten Kortsna velboornkruipers bij ons dan ook voornamelijk in het oosten en het zuiden van het landsge
het noorden van Nederland en zui
deelte verwacht worden. En in tegenstelling tot
delijker langsheen de Nederlandse
boomkruiper werd de Kortsnavelboomkruiper ook als broedvogel verwacht. In 2004 was het
en Belgische kustlijn.
dan ook in Vlaanderen zover, en werden vanuit
Enkele terugmeldingen van geringde vogels be vestigen een noordelijke herkomst. Taigaboom
macrodactyla (ver Kortsnavelboomkruiper of macrodactyla
kruipers van de ondersoort derop
genoemd) broeden én overwinteren zeer ver spreiçi in Centraal- en Zuid-Europa, maar brei den hun verspreidingsgebied steeds verder naar het westen uit. Deze ondersoort wordt meer in het oosten en zuiden van V laanderen en Neder land waargenomen. Voor Nederland kunnen de verschillen in de ruimtelijke verspreiding van Taiga- en Kortsnavelboomkruipers mooi wor den afgeleid uit de verzamelde data van waar nemingenoverzichten (zie bv.van Dongen
de doortrekkende en/of overwinterende Taiga
et al.,
2006 & 2007). In Wallonië kennen Kortsnavelboomkruipers reeds jaren een stijgende trend, en deze onder soort vestigde zich inmiddels ook als broedvo gel in oostelijk Nederland.De eerste Nederland se territoria werden in 1993 in kaart gebracht
de Voerstreek de eerste zes territoria doorgege ven. 2005 leverde hetzelfde aantal territoria op (Vermeersch
et al.,
2006).
Maar ook in het Dijleland ... ".werden vermeende taigaboomkruiper
arislmacrodactyla
Janiili
een aantal keren waargenomen
tijdens de voorbije jaren. Een overzicht van de meldingen uit het archief van de
atuurstudie
groep Dijleland (cijfers komen overeen met de nummering op Fig. 1) : 1) eind jaren '90, 1 mogelijk ex.te Egenhovenbo (E.Toorrnan) 2) 06/10/00, 1 ex.te Heverlee/Campu
(J.
El t)
3) 24/12/00, 1 mogelijk e .te Heverlee/Heverlee bos (K. Moreau) 4) 01/05/01, 1 e . te Bierbeek/Mollendaalwoud (K. Moreau)
De Boomklever -maart 2008
39