Op zoek naar Formica mieren en hun myrmecofielen in het Dijleland
Het genus 'Formica':
bovenzijde min of meer versmald. De werksters
een overzicht
voor mierenzuur in plaats van een angel, zoals
en de koninginnen bezitten een sproeisysteem normaalgezien aanwezig bij bijvoorbeeld Myr
M
micinae en ook bij andere Hymenoptera, als
ieren behoren tot de orde van
bijen en wespen. Het uiterlijke kenmerk hiervan
de Hymenoptera ofVliesvleu
is een ronde opening in het laatste abdominaal
geligen. De meeste vertegenwoor digers van deze orde bezitten twee paar vleugels (bij mieren enkel de
segment die meestal omkranst is met afstaande haren. Het bekendste genus van de subfamile der schubmieren is het genus Formica waartoe alle bo mieren (subgenus Formica sensu stric to), roofmieren (subgenus Raptiformica) en die
koningin en de mannetjes) en hun
naarmieren (subgenus Serviformica) behoren. In
antennen zijn meestal opgebouwd
V laanderen komen vier soorten bosmieren, één
uit meer dan tien leedjes. Een mier kan je gemakkelijk herkennen aan haar geknikte sprieten en een zeer lang (voor werksters en koningin nen) eerste sprietlid dat we de sca pus of sprietschaft noemen. Som mige wespen hebben ook geknikte
soort roofmier en vijf soorten dienaarmieren voor (Dekoninck et al., 2003). Rode bo mieren zijn bij iedereen gekend als de koepelbouwende rood-zwarte mieren die lokaal soms zeer talrijk kunnen rondlopen. Zij zijn 10 tot 15mm groot. Een fors bosmierennest kan tussen de 200 000 en 1 000 000 werksters bevat ten. Een volledig bosmierenvolkje kan overeen komen met een biomassa van enkele kilogram per nest.
sprieten maar mieren onderschei
Over het herkennen en de status van de Zwart
den zich hier verder van, door één
rugbosmier, de Kale bosmier en de Behaarde
of twee knopen tussen het borst stuk en het achterlijf: we spreken hier van schub of petiolus en post
bosmier is er bij ons geen discussie. Dit is ech ter wel het geval voor een vierde bij ons voor komend "soort". Van de Kale en de Behaarde bosmieren zijn er ook nog zogenaamde hybride populatie
Formica (Formica) rufa
x
polyctena te
petiolus.
vinden. Dat is onze vierde 'soort' bosmier, in
De mieren (Formicidae) die bij ons voorkomen,
catalogeren. Voorlopig zijn van deze laatste, die
zover je deze hybride als een aparte soort kan behoren tol vijf
ubfamilie
(Dekoninck et al.,
2006; www.formicidae.be). Van de ubfamilie der chubmieren of Formicinne werden in on land re d 37 oorten waargenomen, verdeeld over vijf g nera (Dekoninck et al., 2006). De pe tiolu van d 7e groep i
2
chubvormig en aan de
De Boomklever - maart 2008
soms moeilijk van de andere te onderscheiden is, slechts enkele locaties in V laanderen gekend. De Kale en Behaarde bosmier behoren samen met hun hybride tot het zogenaamde Formica
rufa complex. De Zwartrugbosmier behoort niet tot deze cla sificatie eenheid.