de 'juiste ondersoort' indien de soort hier van nature zou voorkomen. Hoewel dergelijke pri vé-initiatieven niet te verantwoorden zijn en in geen geval mogen aangemoedigd worden, lij ken de gevolgen in deze concrete situatie nogal mee te vallen. Niet alleen hebben de verplaatste Muurhagedissen het op hun nieuwe locatie ogenschijnlijk naar hun zin, ze lijken ook geen al te grote ecologische impact op hun omgeving te hebben (maar dit werd niet in detail onder zocht).
te tellen. Zo bezochten Robert Joori
en Johan
Bogaert het terrein op 10 juli 2005, en konden zij
32 adulte dieren tellen op het kerkhof, langs de straat en beneden aan de spoorwegbermen. In 2006 werd ik naar aanleiding van een artikeltje dat ik eerder over de Heverleese Muurhagedis sen schreef voor De Boom.klever (Moreau, 2004) gecontacteerd door Frank Spikmans van het 1 e derlandse RAV01 Onderzoek
(Reptielen Amfibieën Vis en
ederland). In
ederland waren ze
bezorgd om de toekomst van de Muurhagedi -
Verdere evolutie te
senpopulatie langs de spoorlijn Hasselt-Maa -
Heverlee
genomen zal worden (zie ook Hyla Flit 2007/3),
tricht, die binnen afzienbare tijd weer in gebruik en Frank wou graag eens in Heverlee komen kij
In 2004 werd kort na de bekendmaking van het Muurhagedissennieuws een eerste poging on dernomen om de populatiegrootte te schatten, maar er werd nooit meer dan een tiental exem plaren op één bezoek waargenomen. Ook het verspreidingsgebied afbakenen was niet evident aangezien de spoorwegterreinen ontoegankelijk én gevaarlijk zijn. Op basis van waarnemingen van Muurhagedissen op de spoorwegbrug over de Tivolistraat, op de betonnen platen die de Tivolistraat scheiden van de spoorwegberm, en soms ook op de kerkhofmuur en lantaarnpalen aan de andere kant van de straat, kon toch een eerste minimaal verspreidingsgebied worden afgebakend (rood in Fig. 1). Dit lag erg gecon centreerd rondom de westelijke spoorlijn en de omringende structuurelementen. In juli 2004 werd echter ook eenmaal een wegspurtende hagedis waargenomen in een droogstaande be tonnen afwateringsgoot langsheen de oostelijke spoorlijn ter hoogte van de meest oostelijk gele gen vijver van de Abdij van Park (rood vraagte ken op Fig. 1). Dit individu kon helaas niet met zekerheid op naam gebracht worden, maar aan gezien er geen waarnemingen van Levendba rende Hagedis Zootoca vivipara (de enige andere
�
t
verwachten soort) uit dit gebied voorliggen
lijkt het op zijn minst mogelijk dat het hier ook om een Muurhagedis ging. Anderzijd
kon het
voorkomen van Muurhagedissen langsheen de oostelijke spoorlijn tot op heden nog steed niet bevestigd worden. Tijdens de jaren 2005 tot en met 2007 werd jaar lijks minstens één georganiseerde poging on dernomen om de in Heverl e aanwezige dieren
ken hoe Muurhagedissen hier leven lang
een
in gebruik zijnde spoorlijn. Via Marc Moreau, mijn vader en toevallig werkzaam bij de 1 MBS, kon een vergunning worden bekomen om met enkele per onen het terrein te betreden. Op 15 juli 2006 daalden ik, mijn vader en Wouter De met in het gezelschap van Frank Wilbert Bosman (RAVO
pikman
) af tot op de
en
poren,
en kon het hele spoortraject van de Geldenaak sebaan tot de Tiensesteenweg op een veilige ma nier geïn pecteerd worden op Muurhagedi Elke naderende trein werd on
en.
op voorhand te
lefonisch gemeld vanuit het tation van Leuven, zodat we de poren telken
tijdig konden verla
ten. Helaa hadden we een bijzonder warm mo ment gekozen om onze peurtocht t houden (en we zweetten on kapot in onze fluove tje ), du erg ve l Muurhagedi
en zagen we niet. Maar
het twintigtal ex. dat we wel zag n zat ver pr id langs een langer was gekend, en
tuk
poorw g dan voorheen
r werden ook w
r juvenielen
gezien. Ten zuiden van de Tivolibrug kon voor heen
chter niet gezocht word n (d
bedding i hier erg mal, en bo taan dicht
poon
truiken die zow l h t zicht al
doorgang verhinderen), en h t wa nu voor h t
g
n op de bermen
r t Muurhag di
d
n t hi r dat
n w rd n va t
ge t Id (paar A op Fig. 1). Vooral op en rondom een v rvall n
poorw ggebouwtj
t n zuidoo -
ten van de poorlijn werd n me rd r r n waarg nom n. Een g l id lijk van de Muurhagedi baan (g l
mpla
uitbr iding
n richting G Id naak-
baan op Fig. 1) kan hi rm
chter
ni t word n aang toond. In 2007 w rd
H la.
r g t ld door m d
p 24 augu tu
rd
2007 l
De Booml<lever
-
maart 2008
et
35