Situering van het
dis, waarvan in de jaren '80 twee waarnemingen
Grootbroek als
bekend zijn uit het Grootbroek (waaronder een
libellengebied
men.
ei-leggend vrouwtje), werd niet meer waargeno
In V laanderen zijn actueel van 58 libellensoor
13 oorten zijn nieuw gevonden voor het Groot
ten populaties bekend, waarvan dus exact de
broek. Deze toename kan ni l enkel toege chre
helft
ven worden aan een hogere zoekintensiteit in
broek.
recent werd aangetroffen in het Groot Alhoewel het Grootbroek als alluvi
het gebied. Het duidt teven
op reële verande
aal moeras- en vijvergebied op het vlak van
ringen van de libellenfauna. Meest opmerkelijk
de soortendiversiteit moeilijk kan wedijveren
i de opkomst van een reek
oorten die tot voor
met de Kempische libellenlocaties, kan toch
kort een zuidelijkere ver preiding hadden en
gesteld worden dat met de aanwezigheid van
die als gevolg van klimatologische wijzigingen
een r eks van zeldzame(re) soorten en een po
hun areaal in noordelijke richting hebben weten
pulatie van de Glassnijder, het louter regionale
uit te breiden. Zo werden in het Dijleland de
belang van dit gebied overstegen wordt. Zeker
afgelopen vijf jaar maar lief t 8 nieuwe libellen-
voor de Leemstreek als ecologi che regio, is
oorten va tgesteld, waarvan 7 met een zuide
het Grootbroek als locatie met 29 actuele soor
lijke oorsprong of een oortentoename van ruim
ten behoorlijk soortenrijk te noemen en enigs
1/5
zins vergelijkbaar met het Vinne te Zoutleeuw,
zijn dit Gaffelwaterjuffer, Zuidelijke keizerlibel,
waar een inventarisatie in 2005 27 soorten ople
Vuurlibel en Zwervende heidelibel. Van de twee
verde (Lambrechts & Guelinkckx 2006) en het
laatst genoemde soorten werd teven voortplan
Torfbroek in Kampenhout waar, gespreid over
ting vastgesteld in het gebied.
inds 2003. Specifiek voor het Grootbroek
meerdere jaren en onder unieke milieuomstan digheden (kalkrnoeras), 32 soorten werden aan
Een andere factor van invloed op de
getroffen.
uitbreiding in het Grootbroek is de verbetering
Voor het Dijleland is het gebied een hotspot voor
van het vijverbiotoop al
libellen. Van de 39 soorten die binnen de regi
tal natuurtechni che ingrepen in 2005, waarbij
ogrenzen ooit werden aangetroffen, herbergt
o.a. de voormalige karpervijver werd afgevi t,
het Grootbroek ca. 75% van het soortentotaal.
drooggelegd en terug gevuld. (Hendrik , 2006;
Tevens werden alleen al tijdens het inventari
Van de Meuter & Fluyt, 2006). Onder de libel
satieonderzoek 3 nieuwe soorten voor de Dijle
len die hebben kunnen profiteren van de betere
landse regio gevonden. Dit zijn Gaffelwaterjuf
milieuomstandigheden behoren ecologisch in
fer, Zuidelijke keizerlibel en Glassnijder.
tere sante
oorten al
oorten
gevolg van een aan
Weidebeekjuffer, Bruine
Winterterjuffer, Tengere Gra juffer en vooral
Evolutie en
Gla
nijder. Dit geldt allicht ook voor een reek
oorten die op regionaal vlak eerder chaars zijn
veranderingen van de
zoal de Gewone pansterjuffer, Watersnuffel en
libellenfauna in het
Libellen reageren dus
Pla rombout. nel op gun tige beheer
maatregelen van de voormalige vi vijver . He
Grootbroek
laa
Een vergelijking van libellengegevens van het
termijn tot een achteruitgang of zelf
Grootbroek die verzameld werden voor 1995
dwijnen van bovengenoemde oorten. Met name
brengt enkele opmerkelijke ver chillen in de
d
in troom van eutroof water in het gebied en
plaatselijke soortensamenstelling aan het licht.
d
razend nelle koloni atic
(tabel 2). Blockx (1996) vermeldt, gespreid over
1 nde en planktivore vi (c oten), kunnen de
meerdere jaren, 16 soorten voor het gebied.
gaat dit ook op in de omgekeerde richting.
Degradering van het vijverbiotoop leidt op korte
oortenrijkdom op kort
het ver
an o.a. bodemwoe-
t rmijn reduceren. Dit
Hiervan zijn er 15 soorten actueel nog aanwe
kwam reed tot uiting in de loop van 2007, waar
zig. Enkel de Bruine glazenmaker Aeshna gran-
zich in de zomermaanden een om lagmoment De Boomklever
-
maart
2008
19