Misschien een beetje vreemde titel voor een voorwoord, maar we kunnen ons voorstellen dat onze lezers benieuwd zijn hoe de organisatie er voorstaat. Is de Stichting Voorzieningen voor Verstandelijk en Meervoudig Gehandicapten Zwolle e.o. gezond?
Gelukkig kan ik daar een volmondig JA op zeggen. We zijn gezond en fit. Financieel staan we er erg goed voor. Voorlopig zijn er geen bedreigingen, al is het altijd onzeker wat de politiek en de gemeenten beslissen.
Maar voorlopig zijn we daar goed op toegerust. Het blijft wel belangrijk dat we bij de overheden voortdurend onze belangrijke doelgroep in beeld houden en het vanzelfsprekende belang van de beste zorg voor onze doelgroep benadrukken.
Ook qua inhoudelijke zorg doen we het goed. Voor begeleiding en behandeling zijn we voortdurend actief in het zoeken naar de beste kwaliteit. Daarbij staat centraal dat we gaan voor de optimale ontwikkeling van elk individueel kind. Na de jaarlijkse certificeringsgesprekken krijgen we de feedback dat we optimaal voldoen aan de normen. Er wordt vaak bij gezegd dat we een eigen wijze hebben, maar dat we volledig zijn in wat we doen en uitdragen. Dat vervult ons uiteraard met trots.
En toch hebben we te maken met een paar onzekere factoren als het gaat om de toekomst. Net als veel andere branches in Nederland is het moeilijk om voldoende personeel te vinden. Met name bij Wonen en Logeren hebben we daarmee te kampen.
Op het gebied van dagbesteding zien we deze tendens (nog) niet. Gelukkig kunnen we door het inzetten van zzp’ers de roosters nog rondkrijgen en daarmee de kwaliteit van de zorg nog waarborgen. We zijn daarbij trots op onze collega’s van Wonen en Logeren dat ze met hun bevlogenheid bereid zijn een stap harder te zetten om dat te behouden. We kunnen de maatschappelijke tendens van de arbeidsmarkt in Nederland niet veranderen, maar we proberen wel van alles te doen om extra mensen te werven. We houden open dagen, we zijn extra actief op social media en we hebben sinds kort een grote advertentie op het billboard langs de A28 bij Staphorst. Er we zoeken breder dan alleen in de groep schoolverlaters. Een andere uitdaging is het ontstaan van een wachtlijst. In onze visie hebben we staan dat we geen wachtlijst willen. Maar dat betekent dat we meer dan creatief moeten zijn binnen de bestaande gebouwen. We zijn bijvoorbeeld bezig met het kijken naar de realisatie van een opbouw op de Kameel. Ook de Niloka veroudert. Op termijn zal ook daarvoor een alternatief moeten komen. We zijn, onder anderen met gemeenten breed op zoek naar oplossingen.
Dus, als we een antwoord moeten geven op hoe het met de Stichting gaat dan kunnen we gelukkig zeggen: “Goed, dank je!” Om ook op lange termijn gezond te blijven vergt veel inzet, creativiteit en inspanning. Maar zoals u ons kent gaan we geen uitdaging uit de weg. We doen het gewoon.
Een hele fijne zomer toegewenst.
Joan Albrecht, directeur.
Een topdag in de vrachtauto!
Chauffeursvereniging de Lichtmis organiseert elk jaar een grote rit. In een konvooi van meer dan 100 trucks rijden de truckers naar een pretpark. Het bijzondere is dat alle chauffeurs een kind meenemen in hun cabine. Dat is voor de kleine passagiers altijd meer dan een onvergetelijke ervaring. Dit jaar waren de kinderen van de Stichting uitgenodigd om mee te rijden. De start was niet vanaf de Lichtmis, maar vanuit Staphorst omdat er een verbouwing plaatsvindt bij het vertrouwde vertrekpunt. Vol verwachting werden de kinderen aan hun privéchauffeur gekoppeld en kon het avontuur beginnen.
In een
zeer lang lint reden de vrachtauto’s van Staphorst naar het attractiepark Duinenzathe in Appelscha. De kinderen hadden zo goed als het hele park voor zichzelf en mochten overal gratis in. Ook het eten en drinken was ruim voldoende aanwezig. Na een fantastisch verblijf in het park zochten de chauffeurs hun jonge passagiers weer op om de terugreis aan te vangen. Eenmaal terug in Staphorst was de vermoeidheid groot, maar was het hoe dan ook een TOPDAG!! Na een uitgebreid dankwoord voor de prachtige dag en de feilloze organisatie zat het erop. Nu maar vol verwachting wachten op de volgende uitnodiging.
“Sjors leek toe aan iets nieuws. Wij nog niet”
‘Op een gegeven moment dacht ik: waar ben ik toch verdrietig om?! Sjors is gelukkig. Eigenlijk gaat alles goed. Wij bedenken wat hij door zijn beperking allemaal moet missen, maar Sjors ervaart dat niet zo. Wij missen dat hij nooit een vriendenkring krijgt, hij niet. Wij missen dat hij nooit een gezin zal stichten, hij niet. Hij bepaalt zijn eigen geluk. We zouden ons pas zorgen moeten maken als hij dat geluk zou missen.’
Commandocentrum
Sjors is dertien jaar, woont met zijn ouders Sjoukje en Thim en zus Else in Zwolle. Terwijl we moeder Sjoukje spreken in de huiskamer heeft Sjors zich geïnstalleerd aan de keukentafel. Het lijkt wel een commandocentrum. Twee iPads en drie telefoons en allemaal in functie. De wereld van Sjors speelt zich grotendeels af in de virtuele werelden achter de schermen. Wat anderen leren uit boekjes en vanuit huiswerk van school leert Sjors van Youtube en simulatiegames. Hij spreekt net zo goed Engels als Nederlands en daagt zelfs zo nu en dan de andere gezinsleden uit met Engelse woordgrapjes. Sjors heeft klassiek autisme. Sociaal emotioneel functioneren is voor hem lastig. Informatie verwerken en rangschikken doet hij op zijn eigen manier. Hij selecteert de signalen van buitenaf en maakt ze voor hemzelf overzichtelijk. Toch kent Sjors de aangeleerde manieren. Als hij Sjoukje een leeg schaaltje aanreikt accepteert ze niet zonder meer zijn signaal. Hij krijgt zijn chips pas als hij het keurig gevraagd heeft.
Des Kameels
Sjoukje: ‘Sjors gaat vier dagen in de week naar Oudere groep 4 op de Niloka. Hij heeft het daar naar zijn zin en ook de overgang van de Middengroep naar de Oudere groep was voor hem geen probleem. Voor ons wel. We kregen naar ons gevoel op een gegeven moment een mededeling dat Sjors zou verhuizen. We waren net ingesteld op zijn verblijf in de Middengroep en waren er tevens op ingesteld dat dat nog wel een paar jaar zijn plek zou zijn. We zijn amper gekend in het besluit en waren dat allesbehalve gewend van de Kameel. We zaten met het vervelende gevoel niet gehoord te zijn. Het besluit werd als ‘iets leuks’ verkocht, terwijl dat voor ons een donderslag bij heldere hemel was. Het leverde boosheid en onbegrip
op. We snappen heus wel dat een Stichting zakelijke beslissingen moet kunnen nemen als de voorgang van de organisatie daarom vraagt, maar tot die tijd waren we altijd maximaal gekend in de besluiten rondom Sjors.
In de vorige DOEN stond als titel boven het voorwoord van Joan “Des Kameels”.
We hadden al snel in de gaten dat dat op onze situatie sloeg. Wij hadden deze term gebruikt bij het uitspreken van onze frustratie oer de gang
“Zijn geluk is ons geluk.”
vind is het feit dat Sjors 4 dagen naar de Niloka gaat en 1 dag naar de Kameel, bij Petri in de keuken. Hij vindt het daar prachtig. Hij is daar samen met zijn grote vriend Zeneth en samen verstaan ze elkaar en hebben de grootste lol. Dat wilde men hem niet onthouden. Het is fijn dat het goed gaat, maar we moeten nog wel wennen aan het feit dat ons kind Sjors nu tussen de volwassenen zit. Hij is 13 en voor ons gevoel nog niet kind-af. Hij bevindt zich erg vroeg in de grote mensen wereld. En dat is voor de rest van zijn leven. Maar met Sjors gaat het goed en zijn geluk is ons geluk. Sjors heeft niet alléén een overgang beleefd, dat hebben wij allemáál en het bijzondere is dat wij daar als het meeste last van hebben gehad.’
Relativeren
van zaken. In het gesprek wat op deze besluiten volgde hebben we gelukkig veel onvrede weg kunnen halen.’
Grote mensen wereld
‘Met Sjors op de Niloka gaat het goed. Hij vindt het geweldig. Hij heeft niet moeilijk gedaan over de overgang. Ook het afscheid van de Kameel was niet ingewikkeld. Het leek wel of hij toe was aan wat nieuws. Wat ik wel weer “des Kameels”
‘Ook thuis heeft Sjors, en daarmee wij ook, zijn rust gevonden. Het heeft veel tijd en energie gekost om hem als kind te leren kennen en te anticiperen op de signalen die hij uitzendt. We waren altijd bezig Sjors en zijn omgeving te scannen en in te richten zodat hij zich daar probleemloos doorheen kon bewegen. Soms was het lastig om patronen te doorbreken. We moesten eerst de problemen zien te onderkennen. “Waarom is deze situatie zo lastig voor Sjors?”. En vervolgens proberen de omstandigheden zo aan te passen dat Sjors zich makkelijker kon bewegen. Als gezin pas je je in grote mate aan. Het sociale leven heeft er onder te lijden. Even uit eten was niet vanzelfsprekend en een van ons ging naar het verjaardagsfeestje. Iedereen leert door de jaren. Wij als gezinsleden net zo goed als Sjors. Uiteraard heb je als ouders iets te verwerken als je kind een beperking blijkt te hebben, maar op een gegeven moment zet je alles op een rijtje en probeer je te relativeren. Je zet alles op een rijtje en maakt de balans op. Dat heeft ons meer rust en vrede gebracht.’
“Niek is vooral een levensgenieter”
“Niek is iemand die nog wel eens streken uithaalt. Een tijdje geleden waren ze hem kwijt op de Niloka. Hij was het raam uit geklommen om zich vervolgens te verstoppen op de patio. Op dat moment is dat wel even zorgelijk voor de begeleiders die hem kwijt zijn, maar het geeft ook aan dat hij zich op zijn gemak voelt en pret heeft. Nog steeds heeft hij de grootste lol als hij er vandoor gaat in zijn rolstoel.”
Naar zijn zin
Marloes en Jacco Schaapman zijn de ouders van Niek (17). Niek gaat 4 dagen per week naar de Niloka en heeft het daar uitstekend naar zijn zin. Jacco: ‘Het geeft een fijn gevoel dat Niek het zo leuk vindt op de Niloka. Hij stapt ’s morgens enthousiast in de taxi en komt ook over het algemeen vrolijk weer thuis. Wij zijn er blij mee. Langzaam wordt de zorg voor Niek wat minder. Want hoewel dat zelden aan zijn humeur te merken was, heeft Niek fysiek nogal wat meegemaakt in zijn jonge leven.’
Geboortekaartjes
Marloes: ‘We wisten van tevoren dat we een zoon zouden krijgen met het syndroom van Down. Dat was voor ons niet onoverkomelijk op voorhand. Een oom van Jacco had ook Down, dus we kenden het fenomeen wel. We zijn tijdens de zwangerschap zelfs nog gevolgd door een tv ploeg om het proces te volgen. Het was wel een dreun toen de artsen zeiden dat Niek door een geconstateerd hartprobleem waarschijnlijk niet levensvatbaar zou zijn. Sterker nog, een arts raadde het zelfs af om geboortekaartjes te laten drukken. Niek is geboren in januari en in mei geopereerd aan zijn hart. Pas in september konden we in zijn eigen huis verwelkomen.’
Signalen
Jacco: ‘Daarna kwam er een periode van veel medische zorg. We moesten nog regelmatig naar de ziekenhuizen in Groningen en Zwolle. Daarnaast moesten we elke nacht drie keer het bed uit om Niek extra te beademen. Dat was een zware periode. Maar Niek herstelde en gelukkig hadden de artsen het bij het verkeerde eind gehad. Maar Niek praat niet en geeft niet aan dat hij ergens last van heeft. Op zijn 7e heeft hij nierstenen gehad en daar kwamen we laat achter, simpelweg omdat hij het niet aangaf. Nog weer later bleek zijn knie te zijn vergroeid, wederom omdat hij lange tijd niet liet merken dat hij er last van had. Hij heeft een hoge pijngrens, dus moeten we voortdurend alert zijn op de minimale signalen die hij uitzendt dat er ongemak is.’
“Hij is een grote knuffelkont die van een geintje houdt en van lekker eten.”
Niloka
Marloes: ‘Niek ging eerst naar de peuterspeelzaal en daarna naar de basisschool in ’t Loo, het dorp waar we wonen. ’t Loo is een klein en rustig dorp en men kent elkaar. Niek is tot groep 2 naar school gegaan en omdat het toch iets te veel gevraagd leek is hij overgegaan naar de ZMLK school de Wingerd in Nunspeet. Deze plek was rustiger voor Niek, maar door toenemende medische zorg moesten we toch een andere plek voor hem zoeken.
Niek was al in beeld bij de Stichting. Hij ging al naar de zaterdagopvang. Het was derhalve een logische stap om hem aan te melden voor dagbesteding op de Niloka. Hij heeft het hier erg naar de zin. Zowel voor Niek als voor ons voelde het al snel zeer vertrouwd. Hij is hier echt op zijn plek. Na vele jaren is de rust weergekeerd in huize Schaapman. Naast Niek hebben we nog drie kinderen. De intensieve zorg voor hem heeft de juiste verdeling van de aandacht noodgedwongen wel eens in de weg gezeten.’
Uit handen
Jacco: ‘Toch blijf je je altijd extra zorgen maken. Dat komt omdat de zorg voor Niek zo lang intensief is geweest. Nu kunnen we het steeds een beetje makkelijker uit handen geven. Maar het voelt wel vreemd als we hem meegeven voor een week op vakantie. We moeten wennen dat we niet de enigen zijn die Niek volledig begrijpen. Dat heeft zijn tijd nodig. We hebben zeer goed contact met de begeleiding van de groep.
Eigenlijk staat niets in de weg dat Niek zich steeds gelukkiger gaat voelen in Zwolle. En dat heeft ook zijn positieve weerslag op ons. Hij kan best uitdagend zijn en soms wat gemakzuchtig, maar het is een grote knuffelkont die van een geintje houdt en van lekker eten. Een levensgenieter.’
Een verrassingstocht op blote voeten Een verrassingstocht op blote voeten
Regelmatig bouwt Groep Blauw een Blote Voeten Pad. Dat is een spannende activiteit, want de kinderen lopen op blote voeten door bakken die allemaal gevuld zijn met verschillende materie als water, zand en maiskorrels. De tocht begint vanaf een minitrampoline
Het voelen van de verschillende ondergronden is een vorm van prikkelverwerking. Het is een sensopathische spelactiviteit. Sommige kinderen zijn zeer nieuwsgierig naar het materiaal en gaan er het liefst in zitten om het ook met de handen te voelen.
Niet alleen de kinderen die kunnen lopen mogen het ervaren. Ook de blote voeten van kinderen in een rolstoel worden in de bak geplaatst, zodat ook zij de verschillende structuren kunnen voelen.
Als de activiteit gedaan is en de groep naar het zwembad of naar buiten gaat, krijgen de andere groepen een appje dat zij het uitgezette pad ook nog even mogen gebruiken.
Het was mooi verdeeld, deze avond in mei. In de gymzaal van de Kameel zaten vier ouders en vier medewerkers met hetzelfde doel: meer leren over gebarentaal. Binnen de zorg voor kinderen met een verstandelijke beperking worden vaak gebaren gebruikt. Woorden zijn soms moeilijker te begrijpen dan gebaren. Voor veel voorkomende onderwerpen in het dagelijkse leven is wel een gebaar.
Samen naar de gebarencursus Samen naar de gebarencursus
De combinatie van gebaren met woorden zet de betekenis enorm kracht bij. En alles draait om communicatie. Gebarentaal is een belangrijke vorm van communicatie. Nog belangrijker is het als iedereen in de directe omgeving van een kind dezelfde gebaren op dezelfde momenten gebruikt. De herhaling is dan zeker de kracht van het aanleren van een duidelijke taal. Het laatste was voor alle aanwezigen de belangrijkste motivatie om meer gebaren onder de knie te krijgen.
De cursus werd gegeven voor Amarins Draaisma van gebarentaal-communicatie.nl. Met veel gebaar, uiteraard, laat ze de cursisten de gebaren zien en licht ze hier en daar toe. Elke deelnemer heeft een boek met afbeeldingen van de meest voorkomende gebaren. Even later wordt er in tweetallen geoefend.
Gelukkig mogen de cursisten het boek mee naar huis nemen, want zo’n lange lijst met gebaren onthoud je niet na één avond.
Suyenne is de moeder van Xidano: ‘Ik wil thuis graag dezelfde gebaren gebruiken als op de Kameel.
Ik zie Xidano soms gebaren gebruiken en dan wil ik zeker weten wat hij bedoelt. Hij praat niet, maar wil wel communiceren. Als het niet in woorden is, dan maar in gebaren.
Ik heb veel geleerd vanavond.’
Kim werkt als begeleider op Amer 45: ‘Ik ken eigenlijk te weinig gebaren. Ik zie de bewoners van de Amer 45 regelmatig gebaren gebruiken op allerlei momenten. Dan vind ik dat ik als begeleider moet weten wat ze me duidelijk willen maken. In die zin was het een prima avond.’
René:
“Bij de Stichting staat het kind op 1!”
René: “Bij de Stichting staat het kind op 1!”
Twaalf jaar lang was hij de voorzitter van de cliëntenraad van de Stichting. René Scholte kent alle ins en outs van de organisatie. ‘Ik vind het een voorrecht om er zo dichtbij betrokken te zijn geweest. We hebben in die periode onze vragen en misschien soms ook zorgen gehad, maar het vertrouwen in het Managementteam is groot. Onze kinderen zijn in goede handen.’
En René kan het weten, want hij heeft twee kinderen met een verstandelijke en fysieke beperking die bij de Stichting wonen en dagbesteding hebben. Sean is 23 en Joost is 15. Beiden wonen ze in de boerderij in Kolderveen en gaan ze dagelijks naar de Niloka. René: ‘Een van onze grootste wensen was dat ze ooit samen zouden kunnen wonen onder een dak. Dat is een groot rieten dak geworden in zuidwest Drenthe. We hebben heel veel geluk gehad dat de gelegenheden zich voordeden.’
Toen Sean werd geboren ontwaarden zich al snel wat twijfels over haar ontwikkeling. Het werd duidelijk dat ze zou moeten leven met een meervoudige beperking. Na wat omzwervingen kwamen René en zijn vrouw Manon bij de Kameel terecht. René: ‘Eerlijk gezegd vond ik dat verschrikkelijk. Ik kende die wereld helemaal niet. Het was een ruwe bevestiging dat ons kleine dochtertje voor altijd deel zou uitmaken van de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking. Acht jaar later werd Joost geboren. Ook bij hem was snel duidelijk dat zijn
Twaalf jaar lang was hij de voorzitter van de cliëntenraad van de Stichting. René Scholte kent alle ins en outs van de organisatie. ‘Ik vind het een voorrecht om er zo dichtbij betrokken te zijn geweest. We hebben in die periode onze vragen en misschien soms ook zorgen gehad, maar het vertrouwen in het Managementteam is groot. Onze kinderen zijn in goede handen.’
En René kan het weten, want hij heeft twee kinderen met een verstandelijke en fysieke beperking die bij de Stichting wonen en dagbesteding hebben. Sean is 23 en Joost is 15. Beiden wonen ze in de boerderij in Kolderveen en gaan ze dagelijks naar de Niloka.
René: ‘Een van onze grootste wensen was dat ze ooit samen zouden kunnen wonen onder een dak. Dat is een groot rieten dak geworden in zuidwest Drenthe. We hebben heel veel geluk gehad dat de gelegenheden zich voordeden.’ Toen Sean werd geboren ontwaarden zich al snel wat twijfels over haar ontwikkeling. Het werd duidelijk dat ze zou moeten leven met een meervoudige beperking. Na wat omzwervingen kwamen René en zijn vrouw Manon bij de Kameel terecht. René: ‘Eerlijk gezegd vond ik dat verschrikkelijk. Ik kende die wereld helemaal niet. Het was een ruwe bevestiging dat ons kleine dochtertje voor altijd deel zou uitmaken van de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking. Acht jaar later werd Joost geboren. Ook bij hem was snel duidelijk dat zijn ontwikkeling achter bleef. Het voordeel was dat we inmiddels bekend waren met het wereldje en positieve ervaringen hadden met de Kameel. Logistiek was het makkelijk. Beide kinderen gingen naar het zelfde dagcentrum.’
de zorg voor beide kinderen. Met ophalen en ziekenhuisbezoeken en dergelijke. Niet dat ik mijn aandeel verzaakte, maar met een functie in de cliëntenraad kon ik op een andere manier bijdragen aan het welzijn van onze én de andere kinderen en hun ouders. Ik wilde iets voor de Stichting doen en kon op deze manier van nut zijn. Toen ik begon waren er veel ontwikkelingen met kleinschalig wonen. Dat was meteen best een uitdaging, maar we hebben als cliëntenraad altijd voor het collectief gestaan. We hebben de Stichting gestaag zien groeien. Inmiddels is er een breed scala aan zorgproducten en dat is een geweldige ontwikkeling geweest. Als cliëntenraad hadden we als speerpunt dat de kwaliteit van de zorg gewaarborgd moet blijven.
De zorg die je zelf levert is persoonlijk. En de Stichting is daar een verlengstuk van. Iedere ouder is betrokken bij zijn of haar eigen kind en wil zien en voelen dat het in goede handen is. Daar stonden we voor. De Stichting heeft een duidelijke visie waarbij het belangrijkste is, dat, wat er ook gebeurt, het kind op nummer 1 komt! We hebben als raad veel bewondering gehad voor het MT voor hoe ze de coronatijd zijn doorgekomen. Waar het maar enigszins mogelijk was zijn ze zorg blijven bieden. Dat was echt geweldig.’
‘Toen Sean een jaar of 10, 11 was, kwam er een plaats vrij in de cliëntenraad van de Stichting. Ik werk full time en Manon was veel bezig met
‘Als cliëntenraad wil je tussen de ouders staan, terwijl je zelf ook ouder bent. We wilden als raad een vertegenwoordigende rol spelen. Toch was het altijd wel lastig om andere ouders te ontmoeten. Spontane contacten of vragen kwamen er zelden. Dat kan natuurlijk ook een goed teken zijn. Mensen vinden een andere manier om hun vragen of grieven kwijt te kunnen. Maar om ons werk goed te kunnen doen was het wel nodig dat we op de hoogte waren van de beleving en de meningen van onze achterban. Desondanks heb ik het gevoel dat we een belangrijke taak konden vervullen.
“We hebben twee kinderen die gelukkig zijn. Dat is reden genoeg voor een bijna voortdurende glimlach.”
Regelmatig wordt er een koffie-ochtend gehouden op de Kameel. De koffie-ochtenden zijn voor alle ouders van de kinder- en middengroepen. Het thema deze keer was Muziek Logopedie (MuLo). Na een korte introductie en uitleg over wat de muziektherapeut en logopedisten binnen de Kameel doen, was het tijd om te gaan ervaren. Door middel van muziek en bijpassende activiteiten werd de aandacht, alertheid en taalontwikkeling geprikkeld. Het was een feestje om te zien dat alle ouders zo actief meededen en hebben genoten van de MuLo, zoals de kinderen dat ook wekelijks doen. De liedjes bleven de rest van de ochtend bij iedereen in ’t hoofd zitten. Daarna was er nog tijd voor vragen, een extra kopje koffie of thee en een lekker stukje gebak dat de cliënten van de Niloka hadden gemaakt.
Ouderochtend
Quincy ging naar de Middengroep Quincy ging naar de Middengroep
Eind 2024 vond er een kleine volksverhuizing plaats binnen de Stichting. De onvoorziene extra grote aanwas van jonge kinderen noopte het management om ruimte te maken binnen de kindergroepen. Daardoor wisselden kinderen en begeleiding van groep. De acties werden wisselend beleefd. Shannon van Dijk, op haar beurt, was er blij mee. Haar zoon Quincy (7) ging er volgens haar op vooruit.
Prikkels
Shannon: ‘Toen ik hoorde van de overgang van Quincy in een evaluatiegesprek was ik daar wel blij mee. De kindergroep waar hij eerst zat was best druk. En qua leeftijd begon hij er ook boven uit te groeien. Quincy is gevoelig voor prikkels. Hij is naar een Middengroep gegaan waar maximaal 6 kinderen in verblijven. Dat betekent voor hem minder prikkels en verhoudingsgewijs meer aandacht. Quincy is hoog sensitief en het leven is voor hem gewoon prettiger als er rust en regelmaat om hem heen is. De groep is veranderd, maar hij zit gelukkig nog steeds op de Kameel. Ik wilde Quincy destijds graag naar een instelling hebben waar hij bijvoorbeeld logopedie en fysiotherapie kon krijgen. En voor die disciplines is hier gelukkig veel ruimte.’
Juiste plek
Shannon woont met Quincy en haar partner, de vader van Quincy, in Emmeloord. Als klein kind werd er bij Quincy een achterstand in zijn ontwikkeling geconstateerd. Hij ging nog wel naar een gewone peuterspeelzaal, maar het werd snel duidelijk dat dat niet ging. Quincy had de neiging tot weglopen en de begeleiding was daar niet op toegerust. Ook de volgende plek, het kinderbehandelcentrum in Emmeloord, sloot niet bij Quincy aan. Shannon klopte aan bij de Kameel vanwege het feit dat haar zoon hier gespecialiseerde aandacht kon krijgen. Shannon: ‘Het was een fijne kennismaking. Ik had het gevoel dat er meteen begrepen werd wat ik voor Quincy belangrijk vond. Er was een plekje voor hem in Groep Geel.’
Trots
‘Quincy is erg beweeglijk en wil alles
“Iedere stap is er één.”
onderzoeken. Er is steeds toezicht in zijn buurt nodig en je moet voortdurend alert zijn. Dat is wel eens pittig, maar ik denk altijd: ‘God geeft je niet wat je niet aankan’. Niet dat ik erg gelovig ben, maar het geeft me het besef dat het gewoon zo heeft moeten zijn. Het is ook een soort gewenning. Quincy is ook twee keer drie dagen mee geweest met de kampweek. In plaats van bijkomen door de rust mis ik hem ontzettend. Een bepaalde drukte hoort gewoon bij hem. Ik ben hartstikke trots op mijn zoon. Ik merk dat hij kleine stappen maakt. Langzaam begint hij woorden te gebruiken in de communicatie. “Naar boven”, “bad” en “water” en “mama” gebruikt hij inmiddels dagelijks. Hij zegt nog geen woorden na, want hij ziet daar de noodzaak gewoon niet van in. Als hij iets wil weet hij steeds beter manieren te vinden om iets duidelijk te maken. Het meeste van wat je tegen hem zegt begrijpt hij wel. Elk klein stapje zijn we blij mee, want iedere stap is er één.’
Hoop
‘Ik heb Quincy wel aangemeld bij ’s Heerenloo. Ik wil hem graag laten onderzoeken door een gespecialiseerde arts om te kijken wat er precies met hem aan de hand is. Met als doel om meer vat te krijgen op de aard van zijn autisme. Wat heeft hij nodig? Wat kunnen we hem het beste bieden? De hoop op meer ontwikkeling en groei blijft altijd bestaan. Ik wil gewoon het maximale kunnen bieden als moeder. Het verhuizen naar de Middengroep heeft hem goed gedaan. Het was natuurlijk even afwachten hoe hij de verandering zou ondergaan, maar dat ging prima. Van mij mag het zo nog even blijven. En dan bedoel ik de plek in de Middengroep én het feit dat ik hem steeds meer stappen zie maken.’
Een paard in de gang
Op een vrolijke ochtend liep er in de Kameel een paard in de gang. Het dier, dat luistert naar de naam Indy, is een zogeheten knuffelpaard. Het minipaard is van Marjan Hartman. Zij werkte vroeger in de zorg en was verrast dat mensen zo goed op dieren reageren. Ze besloot er haar werk van te maken om met haar knuffelpaarden langs ziekenhuizen, zorginstellingen en scholen te gaan. Graag kwam ze naar de Kameel. De kinderen vonden het uitermate boeiend om contact te maken met het minipaard. Zoiets komt niet elke dag je dagcentrum binnen. Soms moest er even wat schroom overwonnen worden, maar nagenoeg altijd was de drempel snel geslecht.