In mijn werk als headhunter kom ik bij nogal wat maakbedrijven over de vloer. Wat mij bij deze ontmoetingen altijd opvalt is de trots die directie, CEO’s en managers hebben als ze over hun business en performance vertellen. Trots die mij bijblijft. Niet alleen omdat wij toch maar mooi met deze leidende partijen mogen samenwerken, ook om wat ze hebben bereikt en nog hopen te bereiken. En dan denk ik weer; wat doen we het als BV Nederland toch goed! We lopen technologisch in de voorhoede mee, produceren mooie en innovatieve producten, weten deze wereldwijd goed aan de man te brengen en houden ook nog serieus rekening met duurzaamheid en maatschappelijke impact.
Toch signaleer ik ook dat afdelingen onder druk staan. Bedrijven uiten hun zorgen over de Brexit, een toenemend marktprotectionisme, valutaschommelingen en milieu. Wat echter op dit moment écht bovenaan de risicoanalyse staat, is het missen van de juiste mensen! Strategie behaal je alleen met de juiste mensen op de juiste plek. Je kunt nog zulke mooie producten hebben, zonder de juiste mensen komen grote projecten niet van de grond en is er geen groei. Zeker in deze tijd waarin de markt, de vraag en de eisen veranderen, zijn gekwalificeerde mensen een schaars goed.
Om de economische gevolgen van het tekort aan menselijk kapitaal zoveel mogelijk te beperken is er een war on talent ontstaan. Opleidingen en bedrijven spelen hierop in door bijvoorbeeld ingenieurs beschikbaar te stellen om het tekort aan docenten in het technisch onderwijs te helpen oplossen. Ook als bureau in recruitment en executive search moet je continue inhoudelijk op de hoogte zijn van behoefte en aanbod, altijd in de markt aanwezig zijn en weten waar en wat de innovaties zijn. Zien en gezien worden, zou je kunnen zeggen, daar draait het om.
Wil je als bedrijf in food & industry gezien worden door potentiële kandidaten dan moet je ook wat laten zien. Daarom schrijven wij de verhalen van onze opdrachtgevers op; wat doen ze precies? Wat maakt hen bijzonder? En waarom zou je er willen werken? Employer branding die zich heeft bewezen. Overtuig kan didaten met het trotse verhaal en de prachtige prestaties die je als maakbedrijf neerzet. Zo maak je het verschil naar de kandidaat en kun je deze binden. Het geeft ons als Nomilk2day echt een KICK om onze opdrachtgevers te helpen met hun groeiambitie door voor hen de meest geschikte kandidaat te vinden èn kandidaten gelukkig te maken met een mooie stap in hun carrière.
Waarom in China produceren als het ook hier kan? Oud-Philips topman Rob Karsmakers zette in 2010 de trend voor reshoring. Over wat hij verder uit Azië meeneemt en bij groeibedrijf NTS binnenbrengt, is de COO helder. ‘Comfortabel meedeinen op de golven is niet goed genoeg.’ Hoewel hij alweer tien jaar terug is na het Azië avontuur voor Philips, heeft die ervaring zich voorgoed in zijn hele wezen genesteld. Wat Rob Karsmakers daar zag, probeert hij nu in zijn nieuwe job als COO bij NTS en aan de nieuwe generatie werkenden in de maakindustrie over te brengen.
In 2018 verliet u na 31 jaar Koninklijke Philips voor een positie als COO van de NTS-Group. Waarom die overstap? ‘Bij Philips is het gebruikelijk om na vier jaar te switchen van functie. Ik zat als site manager in Drachten al zes jaar op mijn post. De site is het grootste R&D en industrieel centrum voor de Consumer Lifestyle business. Het was een beetje mijn eigen bedrijf geworden. Naast het herpositioneren van de site heb ik de grondslag gelegd voor een sterk innovatiecluster in Noord-Nederland. Ik ben ervan overtuigd dat, hoe goed je als bedrijf ook bent, je alleen kan overleven als je deel uitmaakt van een innovatief ecosysteem, waarbij bedrijven, onderwijs en overheden samenwerken aan een duurzame agenda. Dat is aardig gelukt en gaf ongelofelijk veel energie. Toen ik de vraag kreeg om het idee van innovatieve industriële hubs breder binnen Philips uit te rollen heb ik uiteindelijk met pijn in mijn hart “nee” gezegd. In die periode werd ik door NTS benaderd, die ik kende als toeleverancier. Het zette mij aan het denken; je gaat je afvragen wat jou nou precies motiveert. Voor mij is dat een rol spelen bij het versterken van de maakindustrie. In gesprekken met meerderheidsaandeelhouder familie Wintermans voelde ik dezelfde geestdrift die ik destijds voelde bij Frits Philips en die me motiveerde om zo lang bij het bedrijf te blijven. Eagerness die ook de Aziaten hebben, maar die ik in West-Europa nog te weinig zie. Het zijn van die gesprekken waar je super gemotiveerd uit komt. De focus ligt op klanten, kwaliteit en medewerkerstevredenheid, daarna komt pas fnance als een logisch gevolg. Voor mij is NTS liefde op het eerste gezicht.’
Is het een grote overgang van het grote Philips naar het kleinere NTS? ‘NTS is weliswaar een kleiner bedrijf, maar in mijn rol als COO ben ik verantwoordelijk voor de hele operatie dus ook voor de bedrijven in Tsjechië, Singapore en China. En voor de HR-agenda; de belangrijkste asset van een bedrijf zijn geïnspireerde medewerkers die het verschil maken. Voor mij een lot uit de loterij! Ik spring iedere dag gemotiveerd uit bed.
Ik heb veel te danken aan mijn vorige werkgever; ik heb er zoveel geleerd en ervaren, maar het was tijd om zelf het heft in handen te nemen en de volledige verantwoordelijkheid te dragen.’
Wat bedoelt u precies met de eagerness van Aziaten? ‘Hoewel ik al sinds 2009 uit Azië terug ben, kon ik de eagerness van de Aziaten en de drang om boven het maaiveld uit te willen steken niet vergeten. In Europa mis ik de wil en de inspanning die erbij hoort om de beste te willen zijn. Helemaal weer ingeburgerd ben ik nog steeds niet, vrees ik. Europa is in slaap gesust, met 28 lidstaten die ieder hun eigen belang (en taal) hebben. Daar maak ik mij zorgen over. Wij zijn goed in vernieuwing, maar aan de kapitalisatie ervan ontbreekt het nog wel eens.’
Daar zegt u wel wat! Wat drijft u in uw werk? ‘Mijn drive bij Philips in Drachten was bewijzen dat we in Noord-Nederland kunnen excelleren met baanbrekende innovaties in de maak-
industrie. Dat heeft ertoe geleid dat we een deel van de productie uit China hebben teruggehaald. Onze reshoring was zo baanbrekend dat het de New York Times haalde! Tegelijkertijd hebben we gebouwd aan een cluster met onderwijs, overheid en innovatie. Want zonder de heartbeat en talentvolle jonge mensen ga je het niet redden. Hard werken en vooral focus op de langere termijn hebben geresulteerd in een stevige innovatieve hub in Noord-Nederland. Ik vind dat het bij mijn moreel kompas als manager hoort om bij te dragen een toekomstbestendige maatschappij, ook als dat op korte termijn meer (persoonlijke) investeringen vraagt dan het oplevert. Dat ben ik aan de volgende generatie verplicht.’
U kreeg het voor elkaar om de fabriek in Drachten tot meeste effciënte productieplant van Philips te maken. Waar ligt bij NTS de focus? ‘De beste zijn! Dat klinkt voor de hand liggend, alleen kun je NTS niet vergelijken met een Philips Drachten. Denk aan grote series scheerapparaten (Philips) versus supernauwkeurige optische systemen in het hart van microscopen en semiconductor machines (NTS). Dat laatste gaat om kleine series met ultra-precisie en vraag stukken omtrent mechatronica en engineering. Het is mijn droom dat wij met onderscheidende innovaties “nog niet uitontwikkelde, custom made” waardeketens optimaal kunnen besturen en zo de beste “customer value” realiseren. Een grote technische uitdaging! Daarvoor zoeken wij geïnspireerde gemotiveerde medewerkers die een extra mile willen lopen en mee willen in het avontuur. Professionals met bovengemiddelde ambitie. Gemiddeld inspireert mij niet.’
Wie of wat inspireert u dan wel? ‘Mensen die ik in mijn werk tegenkom zijn vaak een enorme inspiratiebron. Ik vind dat werknemers meer in hun mars hebben dan we binnen het bedrijf gebruiken. Ik vind dat iedereen met plezier naar zijn werk zou moeten gaan, zijn bijdrage belangrijk vindt en voelt dat hij/zij zich kan ontplooien; voor het avontuur, voor jezelf, voor je collega’s en vooral voor je klanten. Van mijn ouders kreeg ik motivatie mee, maar de noodzaak ervan leerde ik in Azië. Daar zag ik hoe groot de ambitie is om weg te blijven van een zesjescultuur. Dat hebben we in Nederland ook nodig; minder praten, meer lef tonen, meer doen, uit de bandbreedte van gemid deld komen. De maatschappij verandert en comfortabel meedeinen op de golven is niet goed genoeg. Wees ondernemender, neem eens risico. In Nederland word je bij tegenslag erop aangekeken en moet je verantwoording afeggen. Heb je succes, dan ben je een uitslover. Op andere plekken in de wereld wordt met leren, falen en excelleren heel anders omgegaan. Juist om deze reden is ook het onderwijs aangesloten bij een succesvolle innovatie hub.’
Welke les bent u nooit vergeten? ‘Het is een les die ik ook weer aan mijn kinderen doorgeef. Blijf niet in je comfortzone hangen. Leg de lat altijd hoger. Pak de alternatieve weg en niet de comfortabele; dan kom je er altijd beter uit. Soms lijkt het omslachtig, maar uiteindelijk word je er alleen maar weerbaarder van. Verder vind ik een oprechte balans belangrijk; tussen je persoonlijke belangen en dat van het bedrijf en de medewerkers. Managers zouden zich niet moeten laten drijven door korte termijn incentives! Het gaat om duurzaamheid en om de lange termijn. Tegen studenten zeg ik dan ook altijd: jullie moeten in de balans tussen maatschappelijke status, verantwoordelijkheid en persoonlijke belang, ander gedrag vertonen dan mijn generatie. Je gedrag moet consistent zijn met wat je zegt. Neem je verantwoordelijkheid! Als je ergens goed in bent, zet dat dan in voor de maatschappij en niet alleen voor jezelf.’
bedrijf een eigen
Voorop lopen, een onstuitbare groei doormaken en een enorme internationale groeipotentie. Een van de succesgeheimen van DMT Environmental Technology achter deze mooie resultaten is de missie waar het bedrijf in Joure zich door laat inspireren. Managing Director Erwin Dirkse voerde The Big Five for Life methode in 2009 in. Het bleek niet alleen een keerpunt voor hemzelf, maar ook voor zijn bedrijf.
Waar houden jullie je precies mee bezig? ‘Mijn vader heeft het bedrijf in 1987 opgericht, in 1999 heb ik het overgenomen, maar de echt snelle groei zette vijf jaar geleden in. Wij ontwikkelen en realiseren technologieën die bijdragen aan het verbeteren van het milieu en tegelijkertijd ten goede komen aan de business case van onze klanten. We zijn actief in de gasen waterzuivering, maar vooral specialist in technologieën voor het produceren van duurzame energie en het opwaarderen van biogas, wat direct bijdraagt aan nieuwe circulaire economieën.’
Hoe loopt de internationale business? ‘In 2015 hebben we een kantoor in Noord-Amerika geopend. Vanuit nul genereert Portland nu 60 procent van de totale omzet. Vorig jaar groeide het dik 100 procent. Dat heeft te maken met de markt voor groen gas; die is in de Verenigde Staten nu gewoon heel goed. Verder hebben we kantoren in Azië en Canada en wereldwijd agenten.’
Een mooie prestatie! Hoe heb je dat voor elkaar gekregen? ‘Door strak aan onze missie vast te houden. The Big Five for Life is een methode om bedrijven en de mensen die er werken, succesvoller te maken. DMT heeft vijf doelen opgesteld met als einddoel een schone en welvarende toekomst. Dat willen we bereiken met slimme technieken; iets beters ontwikkelen dan de concurrent. Dat betekent dat we voorop willen en moeten lopen. Ook de werknemers – ons belangrijkste kapitaal - hebben hun vijf doelen, zowel zakelijk als privé. Het koppelen van de motivatie van individuele medewerkers aan de doelstellingen van het bedrijf is de ultieme uitdaging.’
Techneuten staan bekend als nuchter. Wat vinden zij ervan?
‘Ik snap dat het een beetje filosofisch kan overkomen, maar het gaat erom hoe je het brengt en echt tot actie overgaat in plaats van dat het bij dromen en voornemens blijft. Bovendien heeft even stil staan bij wat je wilt bereiken in je leven, al veel moois gebracht. Zo trok er een werknemer een maand met zijn gezin in een camper door Canada en ontmoetten zij voor het eerst van hun leven hun nichtjes. Maar het hoeft niet altijd groot te zijn, zoals de wens voor een speelhuisje in de tuin dat een andere werknemer in zijn plan heeft geschreven.’
Wat schiet je daar als bedrijf mee op? ‘Betrokken, gelukkige en gemotiveerde werknemers! Het bijzondere is dat we zo aan de vestiging in de VS zijn gekomen. Dat zit zo; een ondernemende werknemer werd door een headhunter benaderd voor een functie in het buitenland bij een grote multinational. Hij had interesse, maar wilde DMT ook niet zomaar verlaten.
Toen ik in zijn big five las dat hij graag in het buitenland wilde wonen en werken, vroeg ik hem een businessplan voor DMT te ontwikkelen, de trip voor te bereiden en een opvolger te zoeken.
Twee jaar later wisten we dat in de VS de business klopte. Nu is het een belangrijke pijler van onze activiteiten. Deze medewerker is inmiddels directeur van ons bedrijf DMT Clear Gas Solutions LLC met 22 medewerkers, heeft een Amerikaanse vriendin en heeft vorig jaar een huis gekocht; die komt voorlopig niet meer terug. DMT bood hem de gelegenheid, hij vulde het in. Dit is waarom ik heilig geloof in de big five formule.’
Hoeveel groei zit er nog in? ‘De mogelijkheden om ons bedrijf te laten groeien zijn talrijk. De enige beperking zijn we zelf. We zitten natuurlijk in een segment dat de wind mee heeft, maar wij gaan ook alleen voor kwaliteit en de best available technology. Naast oplossingen bieden wij de klant inmiddels ook financiering, servicecontracten en een helpdesk voor de bediening van de apparatuur. Het beste verkoopargument is echter dat klanten geld verdienen met onze spullen en daarmee ook nog eens duurzaam bezig zijn.’
Een uitgebreide introductie heeft Bolletje niet nodig. Bolletje BV groeide in 150 jaar uit van bakker met specialisatie beschuit tot producent van knäckebröd, ontbijtcrackers, -koek en -granen, graanrepen, pepsels en kruidnoten. Vandaag de dag heeft Bolletje zijn hoofdvestiging in Almelo en een tweede locatie in Heerde. Hans van Tilbeurgh is sinds 2014 algemeen directeur. ‘Een blik in de supermarkt laat zien hoeveel er bij ons gebeurt.’
Volgens de vijf groeifasen die ieder bedrijf doorloopt, zou Bolletje in de standaardisatiefase zitten. Is dat nog van toepassing op een bedrijf dat 150 jaar bestaat? ‘De uitdaging van die laatste fase is de fow erin houden en dat lukt goed, want we groeien nog steeds. Bolletje heeft een sterke merkbekendheid, maar om die te behouden moet je blijven investeren in marketing. Dat is gemakkelijker als je meer omzet, dus we juichen groei alleen maar toe. Ook in export zien we de volumes oplopen. Zo zijn België, Denemarken en Italië snelle groeimarkten in beschuit en opvallend genoeg doen onze ontbijtcrackers het behoorlijk goed in Spanje. En dan hebben we nog de zogenaamde ‘heimweelanden’ als Australië, Nieuw-Zeeland en Canada, waar Nederlandse immigranten niet zonder hun beschuitje kunnen.’
Wat voor bedrijf is Bolletje? ‘We houden wel van een geintje. Zo hebben we eens een aparte batch gemaakt met alleen
maar witte chocolade kruidnoten, omdat twee meisjes ons een brief schreven dat zij die smaak de lekkerste vonden. Er moeten productieplanningen en -lijnen voor worden omgezet, nieuwe zakjes gemaakt, maar we doen het gewoon! Ook hadden we een actie waarbij we kruidnoten zouden gaan uitdelen in de stad die de meeste Facebook likes kreeg. Echter had een collega bij de prijsuitreiking een foto gedeeld van de tweede plaats in plaats van van de winnaar. Toen hebben we maar besloten om beide plaatsen te trakteren op pepernoten. Dat zijn de leuke dingen van werken bij Bolletje.’
Er komt veel op FMCG-bedrijven af. Wat merken jullie daarvan? ‘Wil je ze allemaal horen? Als voedselproductiebedrijf hebben we te maken met zoutreductie, de suikertax, het preventieakkoord, de nieuwe reclamecode kidsmarketing en portie- en verpakkingsgroottes die veranderen doordat er meer een- en tweepersoons huishoudens komen. Maar ook proberen we van e-nummers af te komen en in te spelen op voedseltrends zoals spelt. Je kunt wel zeggen dat we voorop lopen, want wij bevinden ons al ruim binnen de doelstellingen die worden gesteld. Bolletje wil verantwoorde producten op de markt brengen, maar ze moeten ook lekker zijn. Je eet geen rommel, maar eerlijke en natuurlijke producten. Retail ers zijn zonder uitzondering tevreden met wat we met ons merk doen en neerzetten.’
Hoe zit het met de maatschappelijke winst? ‘We zijn geen Tesla die met hun elektrische auto de impact op de aarde nivelleert, maar we proberen zeker ons steentje bij te dragen aan het milieu en stappen te zetten. Bijvoorbeeld door onze verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om grondstof inkoop. Daarnaast willen we ook echt iets betekenen voor onze werknemers. Dat doen we met opleidingen en groeimogelijkheden; mensen zolang mogelijk inzetbaar houden. Niet alleen in ons eigen belang, maar ook voor de medewerker zelf is het belangrijk dat je de uitdaging in jezelf houdt. Er werkt hier niemand die elke dag hetzelfde kunstje doet.’
Biedt Bolletje voldoende kansen om een mooie carrière op te bouwen? ‘Zeer zeker. De kansen liggen bij ons voor het oprapen. Er is ruimte genoeg voor ideeën. Als de skills en ambitie er zijn, kan het gebeuren dat iemand met maar 2 jaar werkervaring een project van een paar miljoen euro onder zijn hoede krijgt. Als je initiatief neemt en er echt iets van wil maken, krijg je hier de kansen en mogelijkheden. Vraag gerust waarom we de dingen doen zoals we ze doen, neem geen genoegen met ‘kan niet’. Daar houd ik van!’
Ik hoor een hoop enthousiasme. Wat maakt het zo mooi? ‘Dat begint al bij het merk. Een mooi merk met mooie producten die we zelf maken, met een mooie club mensen. We hebben een open cultuur, iedereen kan mij aanspreken. Je moet een beetje een ondernemer zijn; jezelf vooral niet verschuilen en onder de radar houden. Ik vraag mensen vaak; “Wat zou je doen als het jouw tent was?” Leiding geven kan ook alleen als je echt weet wat er in de fabriek en er omheen gebeurt en dat kan ook, want zo groot is het niet.’
Iedere maandag is het weer bootcamp. Joggend naar het park waar we burpy’s, ganzenpassen en squats maken. Lekker buiten en volop fun. En de volgende dag natuurlijk spierpijn.
Als je in een pand aan de stadsgracht zit, moet je natuurlijk ook een keer door die gracht varen. Dat deden we dan ook deze zomer en wat bleek?
Het is voor herhaling vatbaar.
Bijblijven met je brein en jezelf ontwikkelen hoort er natuurlijk ook bij. Drijvende kracht hierachter is Richard. Vaak gaat hij voor trainingen waar je zowel wat in je werk als in je persoonlijke leven wat aan hebt. Elk kwartaal weer iets anders. LinkedIn voor gevorderden, Cialdini en Growth Mindset kunnen we al van het lijstje afstrepen.
LOLLol maken en plezier in je werk houden? Laat dat maar aan Oane over. Hij regelde een pooltafel waar je ook nog een potje kunt tafeltennissen. Benieuwd wie dit jaar de competitie wint. Laat die ballen maar ketsen.
Wij doen het graag net even anders. Dat mag ook uit je naam blijken. Ons doel? Wij leveren u morgen iets wat u vandaag nog niet heeft.
Het klassieke Nomilk2day pand had niet veel nodig, vindt interieurarchitect Anike Meijer-Kaspers van Designstudio Wit. ‘Het monumentale pand aan de Zwolse stadsgracht heeft van zichzelf al veel stijl en charme, daarom koos ik voor één kleur. Het blauwgrijs is een link naar het logo en past bij een zakelijke omgeving. Een kleur die stimulerend werkt!’ Voor ons is het een inspirerende doch functionele werkplek. Nieuwsgierig? Kom gerust eens binnen vallen.
TOM VAN DER LAAN, PROJECT- EN PORTFOLIOMANAGER BIJ FORFARMERS
Hij maakte een ongebruikelijke entree bij ForFarmers. Tom van der Laan trad in oktober 2017 in dienst als project- en portfoliomanager bij ForFarmers, maar kreeg op zijn derde werkdag het onverwachtse verzoek om negen fabrieken te leiden. Tom schrapte alle afspraken uit zijn agenda en ging 100 procent voor de tijdelijke functie als Operations Director Nederland. ‘Het was wel even schakelen, maar ik zag ook de kansen, want op de werkvloer gebeurt het! Door de interim-aanstelling leerde ik in korte tijd vele geledingen binnen ForFarmers kennen en heb ik meer van de productiekant gezien dan ik anders mee zou krijgen. Het is de kern van wat we als bedrijf doen en dat de directie mij daarvoor aanwees, voelt als een stevig signaal van vertrouwen.’
Tom wordt daarbij niet in het diepe gegooid. Hij krijgt een team van collega’s toegewezen, zodat hij niet de verkeerde afslag kan nemen. ‘Die drie maanden hadden net zo goed een jaar kunnen zijn, zo intensief was het! Ik heb in no-time allerlei processen en mensen leren kennen. Dat had in een andere situatie veel meer tijd gekost. Bovendien voedde het mij in mijn huidige functie.’ Knelpunten komen in organisaties vaak bij commercie binnen, terwijl de oorzaak regelmatig teruggaat naar de productie. ‘Door mijn tijdelijke uitstap begrijp ik het productieproces meer in detail en heb ik sneller door wat de crux is.’ Wat ook helpt is het onboarding proces van ForFarmers, dat volgens Tom erg professioneel verloopt. ‘Ik kreeg mijn eigen HR-o icer toegewezen, een rondleiding door de voerfabriek, ging mee met de buitendienst naar een melkveebedrijf en een dag op pad met de bulkwagenchau eur om voer af te leveren bij varkenshouders. Hierdoor raakte ik vrij snel ingewerkt. Ook ondervond ik dat de gunfactor tussen collega’s erg hoog is.’
Na drie maanden draagt Tom zijn interimklus over om in januari met zijn eigenlijke functie te starten. Als project- en portfoliomanager bij een groot bedrijf in de groeifase, creëert hij overzicht en geeft hij structuur aan diverse projecten. ‘Ik gedij goed als er veel te doen is. Dan kan ik ook veel brengen’, weet Tom inmiddels na een reeks functies als management consultant in diverse branches. Het inzichtelijk maken en verbeteren van processen met mensen loopt als een rode draad door zijn loopbaan. ‘Denk aan meer uit een machine halen of een o ertetraject versnellen van twee weken naar drie dagen. Het maakt mij niet uit of het om autobanden of kip gaat. Geef mij een stopwatch en ik kom met een plan waarmee kostenbesparingen en een hogere kwaliteit zijn te behalen’, vertelt Tom die het “kunstje” nu met name in een servicegerichte omgeving doet.
Bij ForFarmers bouwt Tom aan een brug tussen de bedrijfsstrategie en projecten die hieruit voortkomen. ‘Het Management Team (MT) zegt waar het heen wil; ik fungeer als het ware als brug tussen het MT en de interne organisatie waar die projecten spelen. Ik breng de strategische urgentie van de projecten, resources en middelen zodanig in kaart, dat zij daarmee de juiste keuzes kunnen maken. Met het overzicht dat ik opstel, help ik hen prioriteren en vergroot ForFarmers zijn executiekracht.’ Het is duidelijk dat hij de intellectuele uitdaging die hij zocht heeft gevonden. ‘Onderweg naar mijn werk kom ik één stoplicht tegen, daar komen op zʼn minst altijd twee vrachtwagens van ForFarmers langs. De energie die ik krijg van een bedrijf dat echt leeft, is geweldig. Om elke euro moet worden geknokt; het klinkt misschien vreemd, maar dat is echt mijn ding.’
PATRICK VAN DER KLEIJ, CEO IQI
ZE CREËERDEN HUN EIGEN MARKT IN PETFOOD SPECIALTIES EN DAT DOEN ZE ZO GOED DAT VEEL TRADITIONELE SPELERS IN DE PETFOOD INDUSTRIE TROUWE KLANT BIJ IQI ZIJN. CEO PATRICK VAN DER KLEIJ IS HARD BEZIG OM IQI NAAR HET VOLGENDE LEVEL TE BRENGEN.
“Duck should be duck.” Met deze zin is eigenlijk alles gezegd over de nummer één kernwaarde van IQI Certified Petfood Ingredients. Dit is waar Patrick en zijn team voor staan. Een zo puur en echt mogelijk product. Als op de petfoodverpakking staat dat er lam in zit, dan zit het er ook in. Bovendien hebben de afnemers, de bekende petfood merken, inzicht in waar IQI de producten vandaan haalt. Producten die IQI vaak zelf ontwikkelde en zodoende zijn eigen markt creëerde.
Je eigen product bedenken en daarmee wereldwijd succes hebben. Dat is toch de droom van elke ondernemer? ‘De innovatieve drive die ons heeft gebracht waar we nu staan, wil ik dan ook absoluut doortrekken. Naast het hoofdkantoor in Ermelo, beschikken we over een logistieke hub in Coevorden en een in Californië, maar ik wil de vleugels geografisch verder uitslaan. Ik merk bijvoorbeeld dat, als we aan de Oostkust van de VS ook een hub hebben, we de concurrentie beter kunnen aangaan. Transport is duur en vergeet je carbon footprint niet. Verder zie ik kansen in volwassen markten zoals de EU en de VS, maar zeker ook in de opkomende markten zoals Azië. Volumematig denk ik ook groei te kunnen realiseren, want we zijn nog niet bij alle petfood producenten binnen. Binnen een aantal jaar hoop ik de omzet te verdubbelen. Een uitdaging, maar volgens mij moet het kunnen.’
Je klinkt aardig zeker van je zaak. ‘Dat komt omdat wij iets unieks in handen hebben. Ingrediënten waarmee petfood merken zich kunnen onderscheiden in de markt. Qua voedingswaarde, maar ook in de marketing ervan. In totaal gaat het om 25 verschillende categorieën en 54 variëteiten. De premium dierlijke eiwitten, diepvries vlees en oliën en vetten worden wereldwijd gesourced. Belangrijk is dat wij ervoor zorgen dat het materiaal gescheiden blijft. Vroeger kwam bijvoorbeeld pluimveemateriaal
op één hoop terecht, maar alles wat extra waarde heeft, kun je beter apart verwerken. Daarbij richten wij ons op langdurige samenwerking en partnerships. Van commodity handel blijven we weg. Waar renderers zich voornamelijk op de bulk richten, is IQI een echte nichespeler.’
Wat zijn de belangrijkste trends in de petfoodindustrie? ‘Wat consumenten van de voedingsindustrie verlangen, wordt gekopieerd naar de petfood. Totale transparantie over de oor sprong van producten. Claims als ‘bevat zalm of lam’ zijn een trend. Nog verder gaat dat met omega-3 olie. Wij zijn daar heel sterk in. Onze promotiecampagne ‘Lamb should be lamb’ maakt duidelijk waar we voor staan; pure en echte producten. Waar andere bedrijven veelal geheimzinnig blijven en niet vertellen waar ingrediënten vandaan komen, kunnen al onze afnemers online analyses inzien over onze processen en controles. Trace ability is heel belangrijk voor ons. Een A-merk wil dat dieren goed zijn behandeld en de kwaliteit moet goed zijn. Hoewel wij al heel lang open zijn over onze producten, productieprocessen en supply chains is dat in de EU geen verplichting, in de VS inmiddels wel. We waren de markt dus ver vooruit. Het gaat over vertrouwen, gezondheid en de humanization van huisdieren. Baasjes vertroetelen hun huisdier meer, zien het als een kind. De opkomst van snacks is daar ook een gevolg van.’
Houden jullie rekening met duurzaamheid? ‘Jazeker, ons businessmodel hangt van recyclen aan elkaar. Een mooi voor beeld is een mosselsorteerder in Nieuw-Zeeland. Die gooide voorheen de exemplaren met een barst in de schaal weg. Aan het ophalen waren ze geld kwijt. Zonde! Mossels zijn een prachtige grondstof met veel voedingswaarde en marketing potentieel. Sustainability is absoluut een onderdeel van ons bedrijf. Ik zie volop kansen in het hergebruik van afvalstromen.’
Je werkte als salesmanager in de feed en als commercieel directeur in de food. Waarom maakte je de overstap naar petfood? ‘Ik kende IQI al als klant bij mijn vorige werkgever, een grote speler in commodities. Ik was commercieel verantwoordelijk voor de paar specialties die wij als exclusieve partner voor IQI maakten. Ik wilde heel graag nog meer specialties maken. Echter, met dat segment is het zo dat de kansen voor een betere verwaarding door velen wel worden gezien, maar uiteindelijk weinigen er echt mee beginnen. In de rendering draait het allemaal om commodity; dat zit in hun DNA. IQI deed het wel! Die had er een complete business omheen gebouwd. Verder had ik de wens om een overstap te maken van commercieel naar algemeen management en van een groot naar een klein
bedrijf. Nu ben ik van een olietanker in een speedboot terecht gekomen waar je snel moet schakelen, kansen moet pakken, wendbaarder bent en je écht moet ondernemen. Zo leuk!’
Moet je als IQI-werknemer iets met huisdieren hebben? Je moet het wel een beetje leuk vinden. Veevoer is heel rationeel; het draait vooral om prijs. Petfood is leuker. Sexyer dan feed. Een gezonde markt die groeit, waar geld te verdienen valt, waar flink geïnnoveerd wordt en waar meer knoppen zijn om aan te draaien. Het houdt niet op bij voedingswaarde maal prijs. Het is veel sparren met klanten om na te gaan hoe wij ze kunnen helpen. Zo doe je inspiratie op en komen er veel opportunities op je af.’
FOKKE ROS, MARKETING MANAGER BIJ MOTIP DUPLI B.V.
Tevreden leidt Fokke Nomilk2day rond in het onlangs opgeleverde Experience Center van MOTIP DU PLI in Wolvega. De nieuwe locatie tegenover het hoofdgebouw is een showroom met retailconcepten van de A-merken die MOTIP DUPLI op de markt brengt. Naast een showroom bestaat de ruimte uit een werkplaats, demonstratieruimte en diverse vergaderzalen. ‘We trainen en vergaderen hier in een omgeving die herkenbaar is voor eindgebruikers van onze productoplossingen. Zij kunnen hier zien en ervaren hoe onze spuitlakken en technische sprays werken. In de werkplaats staat een all-in-one spuitcabine. Dit is een ruimte waarin als het ware een klein schadeherstel-
bedrijf ligt opgesloten’, licht Marketing Manager Fokke Ros toe. Aan de muur hangt een Mini. Die opvallende eyecatcher hangt er niet voor niets. ‘Het idee is dat bezoekers met de auto op de foto gaan en dat online posten. Mooi marketingtrucje.’
Het Experience center ziet er gelikt uit en de productielocatie en kantoren hebben een behoorlijke omvang. Waarom wisten wij dit eerder niet? ‘Op voorhand hebben mensen vaak geen idee dat er zoveel toepassingsmogelijkheden zijn voor spuitbussen. Onze ambitie is groot, namelijk een omzetgroei van 200 miljoen naar 400 miljoen euro realiseren in 10 jaar tijd.
Waardecreatie voor onze klanten staat hierbij centraal. Het Experience Center dat wij onlangs hebben geopend symboliseert dit op mooie wijze. Als werknemer kun je meebouwen om deze ambitie vorm te geven. Experimenteren en verder optimaliseren! Bij ons mag je buiten de lijntjes kleuren.’
Hoe geven jullie invulling aan de marketingstrategie? ‘De markt verandert constant en onze ambitie is groot. Om voorop te blijven lopen moeten we naar een hogere versnelling schakelen. Zo krijgen onze merken een opfrisbeurt, worden de assortimenten geoptimaliseerd en gaan we kennis en vaardigheden over onze producten in de verschillende landen verder ontwikkelen. Het optimaliseren van processen en systemen loopt hieraan parallel. Deze vormen de basis voor verdere professionalisering. Wij worden hierdoor flink uitgedaagd en dat is leuk! De eerste stappen zijn inmiddels gezet met de realisatie van het Product Informatie Management Systeem en SalesForce CRM.’
Motip Dupli opereert internationaal. Waar ligt de focus? ‘Europa! Met productielocaties in
Wolvega, Hassmersheim en Schwerte, verkoop kantoren verspreid over Europa en een sterk distributienetwerk zijn wij in staat om maatoplossingen te bieden die perfect aansluiten bij de wensen van onze klanten.’
Hoe denken jullie als marketingteam maximale impact te realiseren? ‘Binnen de afdeling marketing kun je zeker impact hebben. We bouwen aan merkconsistentie en ontwikkelen concepten die het kopen van onze producten vergemakkelijken. Door nauw samen te werken met sales verhogen we onze omzet en marktaandeel in onze focusmarkten. Product Marketeers die willen ondernemen in hun functie kunnen hier voldoening halen.’
Je werkt zelf ruim twee jaar bij MOTIP DUPLI. Hoe doet het bedrijf het als werkgever? ‘Een vooruitstrevende organisatie die werknemers vrijheid biedt en stimuleert. Er wordt hard gewerkt, maar met veel humor. Voor goede ideeën is er al tijd financiële ruimte! Je kunt hier daadwerkelijk meebouwen. We zijn nuchter, duidelijk en treden met gepaste trots naar buiten.’
Moest je het vroeger op je eerste werkdag met een snelle rondleiding doen, tegenwoordig gaan veel bedrijven een stuk serieuzer met de introductie en inwerkperiode om. Beter ook, want als het ‘onboarden’ niet goed verloopt, kijkt bijna een derde van de nieuwe medewerkers binnen een half jaar alweer uit naar een nieuwe baan. Zonde van de kosten. Zeker in deze krappe arbeidsmarkt. Hoe maak je er als werkgever een succes van?
#1. Bereid de werknemer voor zijn eerste werkdag al voor op zijn werkzaamheden. Stuur alvast wat informatie op of nodig hem uit voor de borrel of het bedrijfsuitje.
#2. Laat de nieuwe medewerker zich welkom voelen. Creëer de mogelijkheid om relaties op te bouwen met collega's en leidinggevenden zodat hij zich onderdeel voelt van de organisatie.
#3. Benoem een buddy. Een persoonlijke coach kan het onboardingsproces nog beter en sneller laten verlopen.
#4. Laat veel van jezelf als bedrijf zien. Structuur, visie, missie, doelen, belangrijkste ontwikkelingen, waarden, cultuur en ook waar alles te vinden is, maar doe het in fases om information overload op de eerste dag en zelfs in de eerste week te voorkomen.
#5. Houd de vinger aan de pols en plan snel weer een feed backmoment in om de voortgang te bespreken.
#6. Stop niet na de eerste maand. Hoewel dan al veel praktische zaken voor de nieuwe werknemer duidelijk zijn, moet hij er werkinhoudelijk echt nog wel in groeien.
Een beetje hogeropgeleide heeft wel een goede profelfoto op LinkedIn zou je denken. Nou, dat valt soms best tegen. Recruiters komen vaak genoeg foto’s van professionals tegen die echt ongeschikt zijn. Denk aan vakantiekiekjes, kroegfoto’s, gezellig samen met de hond en overbewerkte selfes. En nog erger; geen foto. Terwijl de foto juist het allerbelangrijkste onderdeel van je profel is! De foto kan je maken of kraken, want LinkedIn is het meest belangrijke netwerk dat recruiters en werk gevers gebruiken. Daarom deze tips: Wees jezelf, draag passende kleding, kijk recht in de camera, liefst met een glimlach. Een sympathieke foto in een neutrale en professionele setting waarin alleen je gezicht en schouders te zien zijn, is het beste. En natuurlijk is het een recente en kwalitatief goede foto.
What’s in it for me? Dat wil een kandidaat graag weten als hij een interessante vacature tegenkomt. Toch mist het aanbod - en dat gaat verder dan het salaris - nog te vaak in vacatures. Erg jammer, omdat een deel dan meteen al afhaakt. Het salaris staat op plaats één bij het overwegen van een nieuwe baan, toch maken veel bedrijven zich er gemakkelijk vanaf met kreten als ‘marktconform salaris’ en ‘goede secundaire arbeidsvoorwaarden’. Het is niet fout, maar zeg nou zelf; echt warm word je er ook niet van. Geef op z’n minst een indicatie van het loon. Verder geldt: hoe concreter, hoe beter. Dus als er een laptop bij de functie hoort, zet je het erbij. Doe dat ook met andere voorwaarden zoals fexibele werktijden, pensioenregeling, reiskostenvergoeding, dertiende maand, bonus-/ winstdelingsregeling, vakantiedagen, leaseauto, mogelijkheid tot thuiswerken, parkeergelegenheid, korting bij de ziektekostenverzekering, sportfaciliteiten etc etc.
GEERT FRANK, MANAGER MARKETING ROYAL SMILDE
BIJ HET GROTE PUBLIEK IS ROYAL SMILDE MISSCHIEN NOG NIET HEEL BEKEND. TOCH KOMT BIJNA IEDERE CONSUMENT IN NEDERLAND, MAAR OOK DAARBUITEN, DAGELIJKS IN AANRAKING MET PRODUCTEN DIE DOOR DIT FAMILIEBEDRIJF WORDEN ONTWIKKELD EN OP DE MARKT GEBRACHT. EEN BEDRIJF MET TORENHOGE AMBITIES EN EVEN GROTE KANSEN VOOR AMBITIEUZE MARKETEERS, STELT MANAGER MARKETING GEERT FRANK.
‘De sterke wil van Royal Smilde om (internationaal) te groeien is ontzettend gaaf en geeft een enorme energie’, vindt Geert Frank, sinds maart 2018 toegetreden als Manager Marketing bij de ambitieuze club in Heerenveen.
Geert koos er heel bewust voor om vanuit een multinational de overstap te maken naar Royal Smilde, om daarmee zijn persoon lijke businessimpact te vergroten en actiever en directer bij te kunnen dragen aan de groei van een bedrijf.
Met zijn marketingteam werkt hij dagelijks aan nieuwe introducties, impactvolle campagnes en de internationale uitrol van concepten. ‘Bovenal maken we met zʼn allen veel plezier, want zonder plezier geen succes en zonder successen behalen we onze doelstellingen niet.’ En die doelstellingen zijn serieus: de huidige omzet moet binnen vijf jaar verdubbeld zijn en dat met een speelveld van meer dan 60 landen. ‘Af en toe lijkt het werken bij Royal Smilde op het spel Kolonisten van Catan,
waarin groei en kansen centraal staan en je goed moet nadenken op welke manier je wilt groeien en natuurlijk waar.’
Royal Smilde heeft drie divisies: Smilde Bakery, Smilde Natura en Smilde Foods. Smilde Foods is het grootste onderdeel en producent van salades, sauzen, quiches, pie’s en margarines. ‘Met deze producten zijn we aanwezig in verschillende categorieën en veelal Category Captain. De afzetkanalen zijn divers; van binnen- tot buitenland, van retail tot industrie met daar tussenin een sterke focus op foodservice.’
Geert is samen met zijn team verantwoordelijk voor een vlijmscherpe strategie om deze categorieën te laten groeien in de markt. ‘De markt vraagt veel van ons en wij moeten hierin op het scherpst van de snede spelen. De concurrentie is groot, maar met de slagkracht van onze organisatie kunnen we erg veel. We schakelen in record tempo op en bedienen onze klant optimaal.’
De Royal Smilde producten worden zowel onder eigen merk als private label verkocht. Die combinatie en schaal maakt Smilde Foods uniek. ‘Wij zijn groot genoeg om goede producten voor de industrie te maken, maar schakelen ook snel naar niches. Dat kan ook, omdat wij over veel recepten en verpakkingsvormen beschikken; van kleine porties tot 30 kilo verpakkingen en verpompbaar vet voor bulkcarriers. Hierdoor kan er goed op de wens van de klant worden ingespeeld.’ Grootste afzetmarkt is WestEuropa met verkopen in België, Engeland, Frankrijk en Duitsland. Wereldwijd gezien zijn daarnaast Azië en Afrika belangrijke markten waarnaar geëxporteerd wordt.
Om al deze doelstellingen en ambitieuze plannen waar te maken, heeft Geert een mooi team om zich heen gebouwd. ‘Het marketingteam is een ondernemende club mensen. Je ervaart geen beperkingen van een grote corporate structuur en zit letterlijk aan het stuur; samen bepalen we de invulling en toekomst van de categorie en de daaruit voortvloeiende richting voor productontwikkeling. We hebben met elkaar een doel: verdubbelen in vijf jaar. Marketing is de afdeling om daar de plannen voor te maken en vervolgens te realiseren. Je bent daardoor als het ware zelfstandig aan het ondernemen binnen de muren van een groot familiebedrijf. Mooier kan bijna niet.’
VOOR AP IN KOLHAM IS 2018 EEN BEWOGEN JAAR. ZO SCHAKELDE HET BEDRIJF VAN ALGEMEEN DIRECTEUR RONALD UDO OVER VAN ASSEMBLAGE BEDRIJF NAAR VOLWAARDIG ELEKTROTECHNISCH KENNISPARTNER EN OPENDE HET EEN KANTOOR OP SCHIPHOL-RIJK. ‘DE NIEUWE GENERATIE TECHNEUTEN VOERT NU EEN VAK UIT DAT OVER EEN PAAR JAAR MISSCHIEN NIET MEER BESTAAT. MAAR ONZE MENSEN GAAN DAAR NIET OP WACHTEN, ZE BLIJVEN ZICH ONTWIKKELEN.’
“Achieving Perfection” staat er met grote letters op de buiten zijde van het pand. Het afgelopen jaar stond volledig in het teken van de tagline. Het zegt precies waar AP iedere dag mee bezig is: jezelf en anderen blijven verbeteren. En het moet gezegd, ze komen voortreffelijk mee met hun besturingspanelen, energie verdeelsystemen en vele andere elektrotechnische oplossingen voor datacenters, OEM, gezondheidszorg en industrie.
Toch is de Noordelijke nuchterheid nog altijd aanwezig. Zo loopt Ronald echt niet de hele dag in een pak rond en staan er geen Tesla’s en Porsches voor het strak vormgegeven pand. Ook kent hij alle werknemers, zo’n 20 nationaliteiten, bij naam, zo blijkt bij de rondleiding. ‘Hoewel de groei en ontwikkeling snel gaan, zijn familiewaarden als eerlijkheid en oprechtheid overeind gebleven. Samen is heel belangrijk. Lonely heroes bestaan hier niet! Successen vieren we samen en ja, soms moeten we ook samen teleurstellingen doorstaan’
Wat heeft de herpositionering AP gebracht? ‘Ik mag wel stellen een top vijf positie in paneelbouw in Nederland. Achieving Perfection© doet iets met ons en de markt, het leidt tot innovatie en scherpte. We timmeren hard aan de weg en lopen in veel ontwikkelingen voorop. Onze partners hebben onze verworven positie ook erkend. Erg mooi, want naar verwachting gaan veel paneelbouwers het niet overleven als zij niet tijdig bijschakelen.’
Wat bracht de transitie in een stroomversnelling? ‘Met het handmatige familiebedrijf dat we eerder waren, hadden we volop werk en ook een goede positie. Toch trad er op de markt verdringing op. Enerzijds van sociale werkplaatsen en start ups, anderzijds vanuit Oost-Europa en China. Tijd dus om de bakens te verzetten. Elektrotechniek is ons vak; daar wilden we in verder. Een breed gebied waarin wij ons toeleggen op totaaloplossingen binnen de kritische infrastructuur. Die 1000 huizen in Almere mogen voortaan een andere leverancier
zoeken voor hun meterkast, wij maken alleen nog klantspecifeke besturing en stroomvoorziening. Denk aan data centers, bruggen, ziekenhuizen en vliegvelden. De vragen gaan verder dan: wil je dit voor ons maken? Voortaan horen wij: ik weet nog niet precies wat ik nodig heb, maar kun je meedenken?’
En het werk is nog leuker geworden? ‘Tja, ik ben natuurlijk niet onafhankelijk, maar het is écht zo. Een voorbeeld: onlangs keerde een oud-werknemer na twee jaar weer terug. De vrijheid en ontwikkelingskansen die hij hier had, kon hij niet bij zijn nieuwe werkgever vinden. Op zoek gaan naar je werkgeluk is iets wat ik altijd stimuleer. Ik probeer er in gesprekken achter te komen waar de uitdaging zit, waarmee ik de werknemer kan prikkelen en op welk front ze kunnen groeien. Je ziet de energie ervan afspatten als ze mijn kantoor uitlopen en beseffen dat ze zelf de regie over hun ontwikkeling hebben.’
Wat is het meest waardevolle wat jullie werknemers geven? ‘Uitdaging en toekomst! Waar ik nog ben opgevoed met: ‘je kiest een vak en hebt gedurende je loopbaan vijf à zes werkgevers’, voert de nieuwe generatie techneuten een vak uit dat over een paar jaar misschien niet meer bestaat en anders totaal veranderd is. De engineers van nu weten maar al te goed dat zij zich voortdurend moeten blijven ontwikkelen. AP is in staat om mee te komen met deze vorm van het nieuwe werken. Een multinational is minder fexibel, daar staat meer vast. Bij ons vindt meer verbreding in werk plaats. Wat bij ons past zijn techneuten die interesse hebben in connectiviteit, het internet of things, nieuwsgierig zijn, zichzelf ontplooien, waar om-vragen stellen en ook met oplossingen komen.’
Waar staat AP over vijf jaar? ‘Nou, dan zijn er nog meer processen in het traject geautomatiseerd. Op het vlak van digitale engineering, in de communicatie met de klant en in de aansturing van de fabriek. Techneuten gaan de keten beheren door een hoge mate van automatisering. Wie nu instapt kan die transitie van A tot Z uitdenken en meemaken. Echt gaaf!’
Frank Ronkes, Manager Corporate Procurement, kan erover meepraten. Zelf dacht hij hooguit vier jaar bij Aviko te zitten. Inmiddels zijn we 13 jaar verder en blijven de fantastische uitdagingen voor Frank Ronkes er nog altijd. Als Manager Corporate Procurement geeft hij leiding aan een team van zeven inkopers dat de gezamenlijke inkoop doet voor Aviko. De afdeling houdt zich bezig met het tactische en strategische deel van inkoop waaronder sourcing, contacteren, contracteren en nazorg oftewel het managen van de suppliers.
‘Wereldwijd behoren we tot de top vier van grootste aardappelverwerkers. De ambitie is om verder te groeien in aardappelspecialiteiten met innovatieve producten. Uiteindelijk verwachten we dat dit resulteert in een organisatie van >1 miljard euro omzet.’
‘Er lopen verschillende investeringsprojecten. Zo investeert Aviko in mensen, machines en betere processen. Onlangs is gestart met het bouwrijp maken van de grond voor het nieuwe volledig geautomatiseerde vrieshuis in Steenderen. Daarnaast zijn we in voorbereiding voor de bouw van een compleet nieuwe fabriek in Poperinge, België, wordt onze fabriek in Helsingborg, Zweden, vernieuwd en vergroot en staat er een uitbreiding van de fabriek in Rain am Lech, Duitsland in de planning. En dan zijn we nog actief in China. Frites is wereldwijd booming en Nederland is samen met België top supplier.’
‘De aardappelinkoop voor de Aviko-locaties is de enige inkoopgroep waar mijn team niets mee te maken heeft. Dat is een andere zeer interessante wereld. Er zijn wel raakvlakken, maar ons werk is niet te vergelijken met een aardappelinkoper, dat werkt zo anders. Toch heeft de droogte impact op ons werk, want wij kopen wel groenten en producten in zoals bijvoorbeeld appetizers en aardappelproducten. En het gaat nog verder, want de droogte stuwt de prijs van voer; dat laatste heeft een relatie met de melkproducten die wij inkopen. Het is onze taak daar in een vroeg stadium op te anticiperen. Inkopen op intelligentie, zeg ik altijd. Als inkoper is het continu schaken op verschillende schaakborden.’
‘Sustainability is zeker belangrijk voor ons. We hebben een omvangrijk plan; we willen in 2050 volledig energie neutraal zijn. Als inkoopmanager draag je bij aan die doelstelling. Door machines en equipment zo in te richten, kun je zeker je stempel drukken. Ook op andere gebieden kun je als werknemer je stempel drukken. Best uniek voor een organisatie van deze grootte.’
‘Ik heb altijd in de non-product related inkoop gezeten. Eerst jarenlang bij United Soft Drinks en ook later ben ik nog door dit bedrijf teruggevraagd. Ik zou hier van Plantmanager doorgroeien naar Directeur Operations, maar ik ben uiteindelijk toch weer teruggegaan naar het inkoopvak. Het was niets voor mij. Na ruim dertien jaar, als je denkt dat we alles weer hebben gehad, zijn er toch weer nieuwe prachtige en omvangrijke uitdagingen. Daardoor ga ik iedere dag met bruisende energie naar Steenderen. Een prachtig bedrijf, waar we iedere dag met passie samen als ‘One Aviko’ aan werken!’
Doe waar je goed in bent en verder niet. Een goed recruitmentbureau heeft een specialisme en focust zich op een bepaald niveau. Daardoor is er nichekennis aanwezig en fungeert de recruiter als kennispartner van de opdrachtgever.
Veel bureaus zijn nog hopeloos ouderwets en doen het nog via hun ‘old boys netwerk’. Echter geeft recruitment en executive search op een kwalitatieve, transparante en moderne data gedreven manier een veel beter resultaat. Of het nu recruitment, interim of executive search betreft; om technologie en data driven recruitment kunnen we niet meer heen.
Een goed netwerk van referenten in de markt waar de headhunter een beroep op kan doen om mee te denken is goud waard. Wat betreft kwaliteit en betrouwbaarheid scoort referral erg goed. Bovendien is aantoonbaar bewezen dat deze mensen ook langer bij een organisatie blijven.
Hoe sterk is jouw werkgeversmerk? Goede verhalen trekken goede werknemers aan. Vertel het verhaal van je organisatie door de ogen van mensen. Zo gaat je organisatie meer leven bij een potentiële kandidaat. Gevolg is ook dat medewerkers trots zijn op waar ze werken en dit heeft ook intern een e ect.
Vertrouwen in het bureau en in de consultant is en blijft de basis. Proces, referenties en inhoud kun je feitelijk checken, maar stel als opdrachtgever jezelf een simpele vraag: ‘Heb ik er vertrouwen in dat deze consultant voor mij de juiste persoon gaat vinden?’
#6.
Het kan snel gaan tegenwoordig. Zo snel dat het contract al voor het gesprek klaar ligt om getekend te worden. En kandidaten hebben de keuze. Daarom moet het proces vlot en netjes verlopen. Concentreer de gesprekken als meerdere mensen met een kandidaat moeten praten en niet onbelangrijk: laat de opvolging niet te lang duren.
Koopmans is volgens Dirk altijd met de tijd meegegaan. Het bedrijf groeide uit van molen tot leverancier van consumentenmerken en van petfood producent tot ingrediëntenleverancier. Dat zorgt voor een rijke geschiedenis, waarin kwaliteit, service en productontwikkeling continu centraal hebben gestaan. ‘Koopmans Meel is gericht op ambachtelijke en industriële afnemers in de bakkerijketen. Foodcoatings is leverancier van voedselcoatings, oftewel: het knapperige laagje rondom aardappel, vis, vlees, vleesvervangers en snacks. Ingredients levert tenslotte ingrediënten voor binding en vezelverrijking in bijvoorbeeld soepen, sauzen of dressings.’
Koopmans bestaat al sinds het jaar 1846 en is van oorsprong een familiebedrijf. Dat wordt ook vandaag de dag nog zichtbaar in een no-nonsense werkstijl en traditionele bedrijfswaarden als menselijkheid, betrouwbaarheid en ondernemerschap. Ondertussen werken er zoʼn 124 mensen bij Koopmans. Zij houden zich onder meer bezig met sales, inkoop, marketing en productontwikkeling. Dirk vindt het bijzonder dat bij Koopmans alle disciplines nog aanwezig zijn. ‘We zijn daarmee nog volledig intact en zelfstandig. In 2016 is het KIEM innovatiecentrum geopend, waar klanten samen met de specialisten van Koopmans nieuwe concepten en recepturen ontwikkelen en testen.’ Dirk is ervan overtuigd dat ‘samen ontwikkelen met klanten’ een belangrijke onderscheidende factor van Koopmans is. ‘Bij KIEM werken proefbakkers, meester boulangers en voedingsmiddelentechnologen samen aan duurzame waardecreatie uit graan. We halen zoveel mogelijk kracht uit de natuur en brengen vakmanschap en ambacht terug in bedrijfsprocessen.’
Het bedrijf speelt met haar focus op productontwikkeling heel concreet in op de veranderende vraag van de consument. ‘Een steeds groter wordende groep consumenten wil niet alleen genieten van gezonde voeding, maar ook weten waar producten en ingrediënten vandaan komen. Daarom maken wij zoveel mogelijk gebruik van de kracht van de natuur en brengen we de voorbrengingsketen duidelijk in beeld. Voor Koopmans Meel hebben we bijvoorbeeld het natuurkrachtassortiment ontwikkeld. Dit zijn bloemsoorten die geclassificeerd zijn naar: Non-GMO, biologisch, herkomst en transparante keten. Zo helpen we bakkers bijvoorbeeld om een 100 procent herleidbaar Nederlands assortiment te bieden aan hun klanten. Die invalshoek maakt ons onderscheidend in een competitieve markt die gedomineerd wordt door laagste prijs-denken.’
De afgelopen periode is Koopmans opgeschoven van klassiek familiebedrijf naar moderne ingrediëntenleverancier. Nu ligt er een prachtig perspectief vol uitdagingen voor ondernemers. Het bedrijf heeft als doelstelling om met de drie businessunits de omzet winstgevend te laten groeien. Dirk: ‘Dat betekent dat de toegevoegde waardestrategie goed moet worden uitgevoerd. Daar hebben we de juiste mensen voor nodig. Bovendien is het ons doel om over 100 jaar nog steeds te bestaan als B2B merk. Dat vraagt om voortdurende vernieuwing.’ Deze visie maakt Koopmans een unieke werkgever waar veel ruimte is voor ondernemerschap, eigen initiatief en het nemen van risico’s. ‘Bij Koopmans krijg je echt de kans om het beste uit jezelf en het bedrijf te halen.’
Natuurlijk, voor topsport heb je talent nodig, maar het is vooral hard werken. Oefenen, oefenen en nog eens oefenen. Dat door zettingsvermogen laat Niels (22) niet alleen in de sportzaal zien, ook in zijn studie gaat hij recht op het doel af. Ook hier blijkt dat hij talent heeft. Nadat de boomlange Niels bij diverse volleybalclubs speelde, maakte hij in 2016 zijn interlanddebuut als international. Ondertussen rondde hij deze zomer gewoon in zo’n 4,5 jaar tijd zijn studie Werktuigbouwkunde af.
Alsof het niets is: een sportcarrière en afstuderen! ‘Kwestie van goed plannen. Dat bespaart tijd. En het scheelt dat ik gemakkelijk leer. Het focussen gaat eigenlijk vanzelf. Tijdens stages merkte ik dat ik me in projecten helemaal geef, maar wanneer ik een volleybal in mijn handen heb, denk ik ook aan niets anders meer dan een mooi potje volleybal. Schakelen gaat me denk ik goed af.’
Je bent middenblokkeerder bij Ambiant Lycurgus. Hoe ben je daar terecht gekomen? ‘Voordat ik ben gaan volleyballen heb ik andere sporten gedaan: voetbal, judo, zeilen en waterpolo. Maar die sporten waren het toch niet helemaal voor mij en toen het duidelijk werd dat ik lang zou worden, dacht ik; als ik dan toch 2 meter word, is het wel handig om dat te benutten. In het dorp waar ik opgroeide, Wormer (NH), had ik de keus uit basketbal en volleybal. Dat laatste was om de hoek en vond ik erg leuk. Rond mijn 17e is het echt serieus geworden en werd ik gevraagd voor Volleybalschool Huizen. Vervolgens speelde ik voor het Talent
Team Papendal totdat ik in 2016 werd aangenomen bij Abiant Lycurgus in Groningen. De eerste oproep voor de Oranje-selectie kwam in 2016 en mijn eerste eredivisiewedstrijd speelde ik op mijn 19e.’
Veel topsporters kiezen voor een studie gerelateerd aan sport. Waarom ging jij voor werktuigbouwkunde? ‘Toen ik voor mijn studiekeuze stond, deed ik nog geen topsport. Wel was ik altijd geïnteresseerd in techniek. Als kleine jongen al bezig met lego, radiografsch bestuurbare auto’s en het bouwen van dingen. De luchtvaart leek mij ook interessant, maar bood minder goede kansen op de arbeidsmarkt. Werktuigbouw sprong er echt tussenuit en ik kan inmiddels zeggen dat engineering en ik een supergoede match zijn. Tijdens stages heb ik me meer gericht op productontwikkeling en ontwerpprocessen en heb ik me tekenpakketten als AutoCad, Inventor, Solidworks, Solid Edge en Siemens NX eigen gemaakt.’
En nu klaar voor een mooie baan. Wat zoek je? ‘De maritieme sector spreekt mij erg aan, scheepvaart, maar ook van luchtvaarttechniek en de automotive word ik helemaal blij. Eigenlijk sta ik voor veel dingen open. Waarom zou je een kans niet pakken als die zich voordoet? Parttime werk is wel een dingetje. Ik moet mijn functie kunnen combineren met mijn sport; 20 uur past goed, maar trajecten waarbij je 40 uur per week moet draaien, vallen dan gewoon af. Toch valt er wel om het trainingsschema heen te werken hoor. Als ik voor een wedstrijd naar het buitenland moet, pak ik ervoor of erna gewoon meer uren.’
Wat kun je met je topsportervaring in je werk? ‘Discipline! Altijd handig als je dat hebt. Ik weet wat doorzetten is en ik kan goed omgaan met werken onder tijdsdruk. Als anderen omvallen, sta ik er nog. Dit is de mentaliteit in de topsport, maar dat heb ik ook zo in mijn studie ondervonden. Stress is ook iets wat ik in mijn sport heb ervaren, situaties waarvan ik weet dat ik daarin goed blijf functioneren. Met volleybal op topniveau heb ik leren werken met persoonlijke- en teamdoelen. Je zorgt er wel voor dat je je afspraken met je coach nakomt! Ook heb ik zo geleerd om in een team te presteren. Ik heb altijd mensen om me heen, ben het gewend om onderdeel van een groep te zijn en houd rekening met de verantwoordelijkheden die daar liggen. Deze bijzondere kwaliteiten neem ik allemaal mee naar mijn werkgever. Plus het feit dat ik zelden ziek ben. Ook geen onbelangrijke.’
Heb je nog dromen of ambities? Hoe zie je je toekomst? ‘Op sportief gebied zou ik heel graag met het interna tionale team willen uitkomen op de Olympische Spelen. Met de Lange Mannen laten zien wat we in huis hebben! Je hebt misschien wel gemerkt dat ik positief in het leven sta. Ik vind het erg leuk om nieuwe ervaringen op te doen, kansen te pakken en zien waar het me brengt. Mijn sport brengt me op nieuwe plekken en in contact met mensen en ik kijk ernaar uit om dat in mijn werk ook te ontdekken.’
Met een winstgroei van bijna 45 procent in 2017 en een alsmaar uitdijend marktaandeel is internationaal opererende zuivelonderneming Ausnutria uitgegroeid tot een van de grotere bedrijven in de kindervoeding. De hoge kwaliteit opvolgmelk en peuter melk die over de hele wereld worden afgezet, zijn beter bekend onder de merknamen Kabrita en Neolac. Onderscheidende producten; de koemelkproducten zijn biologisch en in het segment geitenmelk is Ausnutria in sommige delen van de wereld marktleider. ‘Ons bedrijf groeit snel en is constant in ontwikkeling. Nog niet eerder werkte ik voor een organisatie dat zulke groeicijfers liet zien. Het maakt ons als werknemers trots!’
Hoe vangen jullie die groei op? ‘Iedereen pakt zijn rol. Dat moet ook om het bedrijf als zodanig klaar te maken voor de nog grotere groeiprognoses. Naast innovatie en merkcommunicatie is het optimaliseren van processen en procedures belangrijk om de verwachte groei te realiseren. Om deze groeiende vraag bij te houden heeft de organisatie een nieuwe productielocatie geopend in Heerenveen. Het verder opschalen van de productie op deze locatie zal zorgen voor voldoende productiecapaciteit. Dat biedt nog meer potentie voor de toekomst.’
Is het jullie onderscheidend vermogen of iets anders? ‘Je kunt natuurlijk niet om de impact van China heen, met 17,8 miljoen geboortes per jaar. Tel daarbij op dat de eenkindpolitiek in 2016 is losgelaten. Daarnaast hebben wij met onze merken een unieke propositie ten opzichte van bestaande spelers in de markt. Hoewel geitenmelk als basis voor fesvoeding nog relatief onbekend is, kiezen steeds meer ouders voor deze optie. Een geit is lief, slim, grappig en ondeugend. Maar bovenal is de Nederlandse geitenmelk die wij gebruiken voor onze producten van erg hoge kwaliteit dankzij het kwaliteitssysteem dat onze geitenhouders hanteren. Daarnaast is geitenmelk van nature mild en voedzaam; fjne kenmerken die maken dat wij iets bijzonders te bieden hebben binnen de gevestigde orde van kindervoeding. Maar wij bieden natuurlijk ook mogelijkheden voor ouders die kiezen voor fesvoeding op basis van koemelk. Wij vinden het vooral belangrijk dat ouders de mogelijkheid hebben om een keuze te maken die het beste bij hun kindje past. Borstvoeding is het beste,
maar ook voor ouders die daar niet voor kiezen of over willen stappen op opvolg melk, is het belangrijk dat ze goede informatievoorziening ontvangen van experts.’
Kunnen jullie tegen de marketingbudgetten van de marktleiders op? ‘Tegen de budgetten niet, daarom moeten wij op een non-conventionele manier ervoor zorgen dat moeders ons leren kennen en kopen. Old school awareness en trial generen is achterhaald; alles is digital. Zonder de buis op te gaan, zoals de marktleiders dat doen, kun je ook als kleiner merk - mits je de digital skills voor elkaar hebt - toch je doelgroep bereiken en hen het merk laten beleven. Het digitale kanaal is enorm belangrijk voor ons om op een effectieve en effciënte manier engagement bij “frst time moms” te realiseren. Als je dat goed in de vingers hebt, red je het ook met een kleiner budget.’
Hoe sta jij daarin als leidinggevende? ‘Als hoofd van de nieuwe business unit Noord-Europa die zich op de kaart moet zetten, ben ik resultaatgedreven. Ik houd van collega’s die initiatief tonen, kansen zien en ze omzetten naar commercieel succes. Zie je kansen? Pak ze. Voor goede ideeën is er absolute vrijheid om deze uit te werken en successen te boeken. Ook heb ik waardering voor collega’s die werken aan hun eigen ontwikkeling en continu willen leren.’
Wat is de beste tip die jij, met je internationale marketingervaring in FMCG, kunt geven? ‘Dat zijn er drie. Specialiseer in de talloze mogelijkheden die digital biedt. Daar zit het succes van een goed vraagcreatiemodel. Ten tweede: kruip elke dag in de huid van je doelgroep, begrijp wat er bij je doelgroep speelt, welke vragen ze hebben, welke eventuele dilemma’s er zijn en hoe zij aankijken tegen onderwerpen. Als we onze moeders goed begrijpen kunnen wij vervolgens impact maken en betekenis geven aan hun leven en dat van hun kleintje. Als laatste: Wie progressie wil boeken in het bedrijf waar hij werkt of in zijn of haar eigen carrière, moet slim kunnen netwerken, zowel intern als extern. Netwerken is een belangrijke asset om succesvol te zijn. Dat geldt hier ook. Gebruik het op een manier om van elkaar te leren, samen te werken en elkaars expertise maximaal te benutten!’
Je maakte driekwart jaar geleden zelf de overstap. Waar ligt jouw focus? ‘Mijn doel is het neerzetten van een best-in-class team. Passie voor je vak uitdragen en doelgericht werken, maar balans is minstens zo belangrijk. Dat is de voedingsbodem voor een goed functionerend team.’
de organisatie voor staat. Wees daarin duidelijk en concreet!
Een bedrijf dat niet goed weet welke richting het op wil, zal begrijpelijkerwijs nooit in het rijtje van meest aantrekkelijke werkgevers terecht komen. Straal een duidelijke visie uit. Wat willen we? Hoe doen we dat? Wees daar helder over! Dat trekt kandidaten aan en zorgt er ook voor dat ze blijven.
Hoe logisch het ook klinkt, toch doet niet iedereen er wat mee: het bedrijfsimago. Organisaties die een goed imago hebben, die het nut zien van een goed werkgeversmerk, worden aantrekkelijker gevonden. Bijkomend voordeel is dat ze gemakkelijker gevonden worden door professionals.
Op dit punt laten veel organisaties het afweten. Zonde, want je steekt geld en energie in een traject met een slechte afloop. Zorg voor een strak sollicitatieproces met heldere verwachtingen, waarbij je de kandidaat centraal stelt en denkt vanuit zijn behoefte. Je moet mensen vanaf de eerste minuut binden, verleiden en enthousiasmeren.
Dus…wat te doen? Denk ook hier vanuit de kandidaat en zorg dat je een aantrekkelijke werkgever bent. Is dat op orde en kun je dat waarmaken? Dan kun je beginnen je werkgeversimago uit te dragen. Bekijk de organisatie als merk. Pak er een aantal unieke aspecten uit waarmee je je employer branding kunt neerzetten richting de markt. Verkoop geen bullshit, maar vertel een eerlijk en eenduidig verhaal. Het mes snijdt aan twee kanten: je huidige werknemers worden nog trotser op hun werkgever en je bent simpelweg aantrekkelijker voor nieuw talent.
Voordat een sollicitant zijn contract accepteert, heeft hij vaak nog vragen over zijn ontwikkeling binnen de organisatie. Bedrijven zonder carrièreperspectief zijn minder aantrekkelijk als werkgever. Laat het geen wervingstool zijn, maar onderdeel van de dagelijkse praktijk. Anders bestaat de kans dat de kandidaat na een jaar zijn heil elders zoekt en dat lijkt me niet de bedoeling.
EEN FAMILIEBEDRIJF GEEFT JE DE KANS DAADWERKELIJK WAT MET JE EIGEN IDEEËN TE DOEN. DAT ZEGT ALTHANS HENDRIK MEIJER, CEO BIJ DE MEIJER GROUP. ‘VERGELEKEN MET MULTINATIONALS WAAR JE VAAK BINNEN KADERS MOET WERKEN, HEB JE BIJ ONS VEEL VRIJHEID.’
Ze hebben een goede reputatie: in de omgeving als goede werkgever en in de metaal wereld als een bedrijf dat kwaliteit levert en hoog scoort in leverbetrouwbaarheid. Meijer Metal staat in de top zes van Nederlandse plaatbewerkers. Meijer Handling Solutions is wereldwijd marktleider in de KooiReachfork business. De twee bedrijven aan de Noordzeekust bovenin Friesland worden aangestuurd door een holding: de Meijer Group. Aan het roer van de succesvolle metaalbedrijven staat de vierde generatie: Hendrik Meijer.
Laat me raden. Jullie zijn het meest Noordelijke bedrijf in het land met een miljoenenomzet en een vestiging in de Verenigde Staten? ‘Aan de Friese kant van de Noordzeekust in ieder geval, maar dat hebben we niet in vijf jaar bereikt. Het bedrijf is in 1921 opgericht in Sint Jacobiparochie als loonbedrijf. Later kwamen daar grondverzetwerkzaamheden en trekkeronderhoud en -verkoop bij. De derde generatie breidde de activiteiten verder uit met machinebouw en plaatbewerking. Vandaag de dag staan er twee professionele bedrijven: Meijer Metal, een sterke toeleverancier die samenstellingen, omkastingen, framebouw en assemblage werkzaamheden uitvoert voor OEM’s in Nederland en Meijer Handling Solutions, die innovatieve producten voor gebruik in logistieke processen ontwikkelt en produceert. Het is marktleider in hydraulische uitschuifbare vorken; bekend onder de merknaam KOOI-REACHFORKS®. Mijn familie heeft altijd de kansen die ze zag gepakt. Blijkbaar hebben we er een neus voor.’
Je loopt hier al van jongs af rond. Nooit iets anders gewild? ‘In het begin heb ik wel getwijfeld. Toen was het bedrijf nog niet zo groot. Na de mts ben ik daarom een jaar gaan reizen, backpacken en werken in Australië. Een jaar waarin ik zoveel heb geleerd en stappen heb gezet in mijn persoon lijke ontwikkeling; dit gaf mij het zelfvertrouwen bij mijn vader in het bedrijf te stappen. Ik begon in de machinebouw, waarin ik mijn technische kant verder ontwikkelde en heb me vervolgens via diverse afdelingen opgewerkt binnen Meijer. In 2001 hebben we Meijer Handling Solutions opgericht en hebben we van een afdeling een professioneel bedrijf gemaakt. In 2003 ben ik hier directeur van geworden en hebben we onze internationale marktpositie in rap tempo weten te versterken. We staan nu wereldwijd bekend als een betrouwbare leverancier van innovatieve producten die de effciëntie van het logistieke proces verhogen. Hier ben ik trots op.’
Waar ligt nu de focus? ‘Bij Meijer Metal ligt de focus op een gebalanceerde productie tussen de verschillende afdelingen; ook hier zijn we bezig met doorlooptijdverkorting. De producten die we maken kenmerken zich door “high mix en low volume”. Dit geeft extra complexiteit, die we het hoofd bieden door gebruik te maken van Lean en QRM principes. Ook zijn we aan het bekijken hoe we de totale organisatie meer in teams kunnen laten werken aan bepaalde producten of productfamilies.’
MHS is in een jaar of tien ontzettend snel gegroeid, in omzet vergelijkbaar met Meijer Metal. Hoe verklaar je dat? ‘Door nieuwe producten te ontwikkelen en het importeursnetwerk verder uit te breiden. Daarbij hebben we sinds 2012 een verkoopkantoor in de Verenigde Staten. Mogelijk gaan
we er in de toekomst ook produceren, maar dan moet de verkoop eerst verder toenemen. Bovendien is Nederland een goede plek om te produceren; onze grootste afnemers (OEM’s) zitten in WestEuropa. De focus bij MHS ligt op innovatie en capaciteitsuitbreiding om de doorlooptijd te verkorten, zo willen we onze positie als marktleider behouden.’
Waar haal je je inspiratie vandaan? ‘Aan plannen en ideeën geen gebrek. Het bedrijf is zo in beweging. Ik kom veel bij onze klanten op bezoek wat mooie OEM’ers zijn. Dit zijn gerenommeerde klanten die wereldwijd machines en apparaten verkopen. Hier leer je van en het inspireert enorm! Daarnaast zitten we in vele netwerken zoals het Lean Innovation Network, NPAL, GPI en de Export Club waar we ook kennis opdoen. Verder heb ik inspiratie gehaald uit het boek “Semco in de polder” van Allard Droste. Een mooi voorbeeld van hoe je een onderneming effciënter en met meer plezier kunt laten werken door vertrouwen te geven. Een beleid waar ik me in kan vinden. Ik heb dan ook gelijk een aantal boekjes besteld die nu rondgaan onder het personeel.’
Hoe zou je jouw manier van leidinggeven omschrijven? ‘Mijn stijl komt het dichtst in de buurt bij coachend leiderschap. Ik ben een sociaal iemand. Een directieve aanpak ligt mij niet, ik handel vaak op gevoel. Als eindverantwoordelijke neem je beslissingen om koers te houden, maar ik doe dit niet zonder met mijn werknemers te overleggen. Het samen doen vind ik erg belangrijk. Je moet draagvlak creëren.’
Passen daar de kenmerken die horen bij een familiebedrijf wel bij? ‘Zeer zeker. Kenmerken als focus op continuïteit, snelle besluitvorming en passie voor het ondernemen en het product herken ik absoluut. Familiebedrijven kunnen doorgaans sneller beslissen. Eer is vaak geld om te investeren en de sfeer is vaak beter. Zelf neem ik regelmatig beslissingen op gevoel en reken niet alles helemaal door. In de loop der jaren heb ik geleerd dat je wel op je gevoel kunt vertrouwen.’
Wat heeft Meijer te bieden? ‘Doordat het bedrijf een redelijke omvang heeft zijn er veel doorgroeimogelijkheden. We zien graag dat mensen zich doorontwikkelen en bieden daar de nodige opleidingen voor aan. Wij zeggen wel eens: We bieden geen baan maar een carrière. De secundaire arbeidsvoorwaarden zijn goed. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat iedereen met plezier naar het werk gaat en dat we er met zijn allen voor zorgen dat we blijven verbeteren.’
GERRIT SMIT IS MANAGING DIRECTOR VAN HET YILI INNOVATION CENTER IN EUROPA. ZOALS DE NAAM AL DOET VERMOEDEN IS DIT HET EUROPESE R&D CENTRUM VAN DE CHINESE ZUIVELFABRIKANT YILI. VOLGENS GERRIT VOELT HET ALS EEN STARTUP: ‘VEEL RUIMTE VOOR ONDERNEMERSCHAP ZONDER VASTGEBAANDE ROUTE.’
‘Bij Yili Innovation Center Europa houden we ons bezig met het onderzoeken van mogelijkheden en het uitwerken van nieuwe ideeën voor het Chinese zuivelschap. Het bedrijf is snelgroeiend en voortdurend op zoek naar betere samenwerkingen met bedrijven en instituten in de zuivelindustrie’, vertelt Gerrit. Volgens hem is de keuze voor een innovatiecentrum in Nederland een logische stap. ‘In Europa en vooral in Nederland bevindt zich een enorme zuivelexpertise. Yili heeft zich gerealiseerd dat samenwerken met Europa alleen werkt als je mensen ter plekke, op hun eigen locatie, aan je weet te binden. De primaire rol van ons innovatiecentrum is dan ook om een brug te slaan tussen de activiteiten van het hoofdkantoor in China en hier.’
GERRIT SMIT, MANAGING DIRECTOR YILI INNOVATION CENTER EUROPA
Gerrit is zelf via Nomilk2day bij Yili terecht gekomen. Het Yili Innovation Center stond toen nog in de kinder schoenen. Daarna volgden diverse sollicitatierondes voor het werven van aanvullend personeel. ‘In zo’n opstartfase is er behoefte aan seniorpersoneel met ervaring bij een multinational. Zulke mensen liggen niet voor het oprapen. Dat betekent dat je ze moet losweken uit hun huidige situatie en moet enthousiasmeren voor een nieuwe setting. Nomilk2day heeft deze rol perfect vervuld en met een kritische houding geholpen bij het wervings- en selectietraject. Daar naast is het voor kandidaten prettig dat Nomilk2day er tussen zit als spar ringpartner. Als je wordt benaderd voor een baan wil je graag weten waar je aan toe bent en hoe alles gaat ver lopen. Op zo’n moment is het fjn dat je dit eerst met Nomilk2day kunt be
spreken. Zo kun je onderhandelen en kritische vragen stellen zonder dat dit je eigen positie als kandidaat beïnvloedt.’
Volgens Gerrit is het werken bij het Yili Innovation Center enorm gevarieerd.
‘Je moet connecties leggen met allerlei partijen in Europa en samenwerken met je collega’s in China. Je vervult een brugfunctie binnen de zuivel en houdt je bezig met interne communicatie, marketing en het opbouwen van een netwerk in Europa. Er zijn tál van facetten waarmee je te maken krijgt en er is geen vastgebaande route. Dit vraagt om een innovatieve denk- en handelswijze; zelf initiatief tonen en zorgen dat je dingen van de grond krijgt.’ Als je wilt werken bij Yili, is het volgens Gerrit enorm belangrijk dat je de vertaalslag kunt maken naar de Chinese setting. Communicatieve skills, reislust en interesse in andere
culturen zijn volgens hem onmisbaar. ‘Het moederbedrijf heeft een Chinese werkcultuur, die is heel anders dan de Europese. Daarin moet je een balans vinden; een manier van werken opbouwen die zowel aan de Chinese kant als de Nederlandse kant werkt. Die variatie en de ruimte voor eigen in breng maken werken bij Yili Innovation Center zo bijzonder!’
Het Yili Innovation Center in Europa heeft ambitieuze plannen voor de toekomst. ‘We willen groeien en nog meer aandeel in de Chinese markt veroveren. Het Chinese zuivelschap verschilt sterk van het zuivelschap zoals wij dat kennen en ook de zuivelconsumptie ligt een stuk lager. Dit vraagt om innovaties die aansluiten bij de Chinese markt, maar ook om de juiste marketing. Bij Yili liggen er nog uitdagingen genoeg!’
FRANS DE RUYTER, MANAGING DIRECTOR MACHANDEL
HOEWEL HET GEITENWOLLENSOKKENIMAGO ER ONDERTUSSEN HELEMAAL AF IS, ZIJN DE IDEALEN ALLERMINST VERDWENEN. HET FRIESE MACHANDEL GROEIDE IN 40 JAAR UIT TOT DE GROOTSTE BIOCONSERVEN PRODUCENT IN NEDERLAND EN EXPANDEERDE VOORAL
Waren het 40 jaar geleden nog vooral hippie-achtige figuren die een biologische levensstijl aanhielden, vandaag de dag is biofood onder consumenten hip en trendy. ‘Wie had ooit gedacht dat bruine bonen in een potje nog eens zo populair zouden worden’, zegt Frans de Ruyter, sinds eind 2017 Managing Director van Machandel. ‘Peulvruchten lopen heel hard, maar ook de vraag naar alle notenproducten waaronder pindakaas, amandel- en hazelnootpasta’s is groot.’ Machandel in Haulerwijk produceert naast groenteconserven ook sauzen, soepen, smoothies, ketchup en mayonaise. Met 430 verschillende hal abricaten en 1.500 eindproducten behoort Machandel tot de Nederlandse top van biofoodproducenten. In 6 jaar tijd verviervoudigde de omzet; van zeven miljoen euro in 2012 naar 31 miljoen in 2018.
DE LAATSTE ZES JAAR.
Bovendien is de groeipotentie hoog. ‘We hebben goud in handen. De biowereld is enorm in beweging. Je ziet allerlei hippe startups ontstaan en ook de grote retailers overwe gen meer in bio te doen. Ook wij groeien als kool, maar moeten wel rekening houden met toenemende concurrentie. Een andere bedreiging is het aanbod van grondstof.
Op dit moment is dat onvoldoende. De vraag stijgt zo hard dat we het met de sales rustig aan moeten doen, anders krijgen we het niet geproduceerd. Uitbreiding van 2 naar 3-ploegendienst is dan ook geen vraag van of we het doen, maar van wanneer.’ Het verhaal van Frans maakt duidelijk dat de biologische markt steeds volwassener wordt. En de eisen van de consument veranderen mee. ‘Mocht een biologische appel vroeger nog een plekje hebben, nu wil de consument A-kwaliteit. Klanten willen dat de biologische sector professioneler wordt. Ook wij moeten daarin mee, willen wij de groei beheerst kunnen blijven leveren. Kijk, een Unilever of HAK zullen wij niet worden, maar ik streef er wel naar om van de kleinere bedrijven de grootste te zijn.’
Een onderneming gedreven op waarden, want de idealen waar het in 1978 mee begon, zijn er nog steeds. ‘Doel is de wereld verbeteren met biovoedsel. Daarom zit ìk hier ook. Tijdens mijn sollicitatie vroeg de Engelse aandeelhouder mij ‘Are you part of our dream?’ Dat is iets heel moois. Het gaat niet sec om geld verdienen. Natuurlijk hebben we rationale zakelijke managers nodig, maar we hebben tegelijk ook warme relaties met onze klanten. De gunfactor is heel hoog, zo anders dan in de retail en FMCG-wereld waar relaties tussen supermarkt en leverancier niets voorstellen. In de biowereld beschaam je elkaar niet. Dat terwijl we toch zaken doen met grote bioboeren. Daar is niets wolligs bij. Het zijn goede ondernemers en ze hebben ook nog eens idealen. Van die combinatie word ik warm.’
Frans gaat helemaal voor het neerzetten van een bedrijf waar je trots op kunt zijn en respect krijgt van klanten en consumenten uit heel Europa. Daarnaast hoopt hij een sterk eigen merk neer te zetten. Daarbij kijkt hij met bewondering naar Tony Chocolonely. ‘Weliswaar een ander vakgebied en een andere positionering, maar de businesscase is een geweldig rolmodel. Wat dit chocolademerk in korte tijd heeft neergezet, is opzien barend. Of je die rebelsheid ook van mij kunt verwachten? In zekere zin wel ja.’ Zo blijkt maar weer; ook in de food is alles marketing. Prioriteit ligt nu bij de professionaliseringsslag die Machandel als voedselproducent een stap verder moet brengen.
DE HOEVEELHEID VERBORGEN TECHNOLOGIE, HET VANDAAG BETER WILLEN DOEN DAN GISTEREN EN DE WERELD DIE VOOR JE OPEN GAAT. EEN DIERVOEDERPRODUCENT KAN EEN HELE INSPIRERENDE WERKOMGEVING ZIJN. DAT BLIJKT WEL UIT HET VERHAAL VAN PETER VELDMAN, OPERATIONS MANAGER BIJ TROUW NUTRITION.
De uitstraling van het gebouw in Sloten (Friesland) doet niet meteen vermoeden hoe vernuftig het proces en de producten zijn. Achter de oude kaasfabriek uit 1896 schuilt namelijk een innovatieve technologische productielocatie waarin vele miljoenen zijn geïnvesteerd. Met slechts een klein aantal werknemers heeft Trouw Nutrition het geschopt tot marktleider in melkvervangers. Peter Veldman is als Operations Manager verantwoordelijk voor deze locatie en die in Deventer.
Wat gebeurt er in de fabriek in Sloten? ‘Hier maken we een halffabricaat voor melkvervangers voor onder meer kalveren, schapenlammeren, geitenlammeren en veulens. Er staan drie droogtorens die 24/7 draaien. Ons product gaat rechtstreeks naar zusterfabrieken in Deventer, Duitsland en in het Verenigd Koninkrijk. Deventer vermarkt de milkreplacers naar 60 landen in de EU en daarbuiten. We zijn vooral sterk in kennis, concepten en in producten, maar ook hoe we deze toepassen. Daarin zijn we innoverend. Als we al geen marktleider zijn, dan willen we dat worden. Het is onze ambitie om de grootste te zijn. Met de groei in de opkomende markten lukt dat zeker. Met de productie zitten we helemaal vol.’
Welke vernieuwingen vinden er momenteel plaats? ‘Onlangs is er een nieuw product gelanceerd: kalvermelk Sprayfo Delta is een ander voedingsconcept. Ook zijn we continu bezig om de apparatuur op het niveau van nu te brengen. Dat betekent processen optimaliseren. Er staan veel aanpassingen op stapel en we investeren momenteel volop in het automatiseren van het natte proces. Eigenlijk vinden er over de hele linie ontwikkelingen plaats; wij leggen wij de focus op één project tegelijk. De fabriek is van dusdanige grootte dat we niet meerdere projecten door elkaar heen laten lopen. Er werken nu 31 mensen en je moet het wel met elkaar kunnen behappen, want de productie gaat ondertussen ook gewoon door. Wanneer een project goed is, is geld niet de beperkende factor, maar belastbaarheid van je mensen. Als het belang van een project wordt ingezien, wordt er geld voor vrijgemaakt.’
Geeft Trouw Nutrition iedere werknemer de kans zich bij projecten aan te sluiten? ‘Bij veel van dit soort projecten is er inbreng vanuit verschillende lagen van het bedrijf; de ene keer iemand met een helicopterview, de andere keer een specialist op een bepaald gebied. We streven naar een solide basis waarin iedereen de mogelijkheid heeft om inbreng in projecten te geven. Ik denk dat dat in een kleiner bedrijf eerder gebeurt, dan wanneer er 200 man werkt.’
Je werkt al 27 jaar op de locatie Sloten. Hoe is dat zo gekomen? ‘Natuurlijk had ik ook elders aan de slag gekunt, maar er kwamen steeds nieuwe uitdagingen. Zo begon ik in 1991 als Hoofd Laboratoria, vervolgens werd ik Kwaliteits manager, later groeide ik door naar Locatiemanager en vanaf 2014 ben ik Operations Manager van twee locaties. Ik ben verantwoordelijk voor de aansturing, de KPI’s en ik draag investeringsvoorstellen aan. Ook maak ik deel uit van het Trouw Nutrition Benelux MT. Mooie kansen die ik heb aangepakt.’
Hoe gaat het management van Trouw Nutrition met zijn mensen om? ‘Werknemers krijgen een grote mate van zelfstandigheid en vrijheid. Ik zeg altijd tegen mijn mensen: Liever een fout besluit dan geen besluit. Neem gewoon een beslissing en blijf niet hangen in besluiteloosheid. Blijkt het daarna toch niet te werken, dan hebben we het er later wel over. Je wordt er niet op afgerekend. Je moet het zelfvertrouwen hebben om dat te kunnen doen en dat probeert Trouw Nutrition ook te geven.’
Trouw Nutrition vindt het creëren van een inspirerende werkomgeving belangrijk. Hoe kan een diervoederproducent zijn personeel inspireren? ‘Inspiratie haal je uit het vandaag beter doen dan gisteren. Uit het verbeteren van processen en producten. Uit je werk effciënter doen. Dat zijn van die dagelijkse dingen die je triggeren en uitdagen om het morgen nog weer beter doen dan vandaag.’
Organisaties hebben de laatste maanden steeds meer moeite om de juiste kandidaten te vinden voor de verdere groei en ontwikkeling van hun technologie, stelt Managing Consultant Oane Boersma. Hij staat dagelijks in contact met werkgevers en professionals in Engineering. ‘Dan zie je dat steeds minder organisaties de moeite nemen om hun behoeften kenbaar te maken. Ze denken al snel dat die kandidaten toch niet meer te vinden zijn.’ Toch ziet Oane voldoende mogelijkheden voor Nomilk2day om in een dergelijke arbeidsmarkt succesvol te zijn.
JOBHUNTER
NAAR VOLGENDE STAP Stel niet de vacature centraal, maar juist de kandidaat! Daar komt de manier van recruiten, waar Oane veel ervaring mee heeft, kortweg op neer. ‘Ik neem de kandidaat als vertrekpunt. Als een soort van jobhunter tast ik dagelijks professionals in de industrie af om hen naar een volgende stap te managen. Op basis van hun wensen (ambities, work-life balance, bijdrage aan de maatschappij) en mijn kennis van de organisaties weet ik precies bij welke werkgever de kandidaat het beste zijn wensen waar kan maken. Ook al is er helemaal geen vacature; dan nog weet ik vaak een (droom)match te realiseren, want in deze krappe arbeidsmarkt laat bijna niemand een goede kandidaat lopen.’
DE AANHOUDENDE KRAPTE OP DE ARBEIDSMARKT OP HET VLAK
VAN ENGINEERING ZIE JE NU OOK TERUG IN AFVLAKKENDE
GROEICIJFERS, TERWIJL ER VOLOP WERK IS. VEEL BEDRIJVEN HEBBEN DE MOED OM GOEDE MENSEN TE VINDEN DAN OOK EEN BEETJE OPGEGEVEN, MAAR ER IS EEN OPLOSSING.
MANAGET KANDIDAAT
EIERDOOSJES. TOCH GAAT ER EEN WERELD VAN INNOVATIE EN UITDAGINGEN ACHTER SCHUIL. BIJ HUHTAMAKI IN FRANEKER LOOPT DAT
Gestart in 1907, diverse malen gefuseerd en overgenomen door buitenlandse partijen en inmiddels deel uitmakend van een beursgenoteerd concern (Finland) gaat het goed met Huhtamaki Nederland. De eierverpakkingenfabrikant in Franeker is verantwoordelijk voor de Noordwest-Europese markt. ‘Vooral in Nederland en Duitsland zijn we groot’, weet Goos Postma, Manager Human Resources. ‘De klantenkring bestaat uit pakstations die soms wel goed zijn voor een omzet van 350 miljoen euro, maar we doen ook rechtstreeks zaken met de retail.’
De voorwaarden die de retail stelt zijn hoog. Goos demonstreert dat door een doosje te openen en te sluiten. ‘Het ontwerp is dusdanig dat de eieren die automatisch in de doosjes worden gevuld, niet breken. In de loop der jaren heeft het doosje meer rondingen gekregen en is de “klep” die over de zijkant valt groter geworden. Daardoor is er meer ruimte voor bedrukking. Je verwacht het misschien niet, maar in zoʼn doosje zitten heel wat trucjes en handigheidjes. R&D onderzoekt of daar nog meer valt uit te halen.’
Binnen vormkarton maken wereldwijd drie grote spelers de dienst uit. Daarvan is Huhtamaki er één. ‘We ontlopen elkaar niet veel, dus de concurrentie is sterk. Dan telt de klantrelatie des te meer.’ Invloeden van buitenaf zoals vogelgriep en de fipronila aire hebben een remmend e ect. ‘Je bent kwetsbaar als er iets gebeurt rondom eieren. Om die reden overwegen we om ons ook te richten op andere verpakkingen. Denk aan cup carriers en bekers voor fastfood restaurants. Verder komen er nog bu erende/beschermende verpakkingen van de band.’
Echter geeft de beschikbaarheid van grondstof enige reden tot zorg. Vormkarton wordt van oud papier gemaakt, dat is duurzaam, alleen zit er wel een beperking op het aantal keer dat een vezel kan worden gerecycled. Terwijl het aanbod oud papier afneemt. Huhtamaki moet dan ook innovatief zijn in het aanspreken van andere bronnen. Dat leidde tot het revolutionaire doosje van grasvezels. ‘Innovatie blijft top of mind. Dat verwacht je misschien niet aangezien het principe van het eierdoosje nog min of meer hetzelfde is als 100 jaar geleden. Ieder bedrijf wil als eerste met een heel nieuwe verpakking komen. Zo kun je suiker tegenwoordig ook in een schenkkarton kopen. In de verpakkingswereld kunnen zaken snel veranderen. Dat maakt het ook zoʼn enerverende business.’
Van Mobile First gaat ook de recruitmentwereld meer en meer over naar Mobile Only. Hoewel het echte solliciteren vooralsnog op de pc gebeurt, vindt het oriënteren op vacatures en potentiële werkgevers vooral op een mobiele telefoon plaats. Een goede strategie is dan ook noodzakelijk. Zorg voor een mobiel geoptimaliseerde website en applicaties waarmee top of mind zijn, mobiel solliciteren en je profel met een recruiter delen een peace of cake zijn.
Sociale media winnen aan populariteit. Onder hoogopgeleiden is vooral LinkedIn favoriet. #vacature is vaak trending topic op Twitter. Aangezien tweederde van de ideale kandidaten niet actief op zoek is naar een nieuwe baan en de vacature dus niet op vacaturesites tegenkomt, bereik je deze kandidaten wel op de socials die ze misschien wél dagelijks bekijken. Pluspunt is dat je met gericht targeten op onder meer branche, functietitel en woonplaats exact kunt bepalen wie de campagne of vacature te zien krijgt.
HET AANTAL VACATURES GROEIT IN RAP TEMPO DOOR EN HET IS NIET ALTIJD EENVOUDIG OM SNEL GESCHIKTE WERKNEMERS TE VINDEN. DEZE NIEUWE TOOLS EN TRENDS KUNNEN DAARBIJ HELPEN.Mensen, en dus ook sollicitanten, zijn steeds minder geneigd tot telefoneren en sturen net zo lief korte tekstberichten. Recruiters signaleren een toename van het gebruik van WhatsApp in hun recruitmentproces en ook aan de opkomst van chatbots zie je dat werving en selectie meer en meer digitaal wordt. Deze ontwikkelingen kunnen headhunters veel werk uit handen nemen door een chatbot algemene vragen te laten beantwoorden, zoals bijvoorbeeld of de vacature nog open staat of waar kandidaten kunnen reageren.
Oké, het is altijd fjn als er sollicitaties op openstaande vacatures binnen komen. Maar het is nóg fjner als dit allemaal geschikte kandidaten zijn! Professionals met een aansluitende opleiding, rele vante werkervaring en een grote kans op succes in de functie. Ook hier zijn slimme, tijdbesparende oplossingen voor! Doe aan voorselectie middels een assessment, intelligentietest of persoonlijkheidstest. Een andere tool is remarketing waarmee je inspeelt op de candidate journey. Aan bezoekers die een specifek vacature hebben bekeken, wordt deze later nogmaals getoond.
Video recruitment en videosolliciteren zijn volgens de kenners inmiddels niet meer weg te denken. Voor werk gevers een mooie tool om te laten zien wat voor bedrijf zij zijn en waar en met wie de nieuweling komt te werken. Zeker het verhaal van een enthousiaste medewerker komt sterk over. Wel zaak om ervoor te zorgen dat de video onder de aandacht van de doelgroep komt middels gericht adverteren op diverse platformen. Een andere optie is het reageren van kandidaten op een vacature met een persoonlijke video. Deze kandidaat pitch moet uiteraard passen bij het type kandidaat dat gewenst is voor de positie.
Gesproken zoekopdrachten zijn fink in opkomst en dat gaan we in recruitment ook merken, zo stellen de deskundigen. Hierbij ligt de nadruk meer op spreektaal: Waar is er een vacature voor een Sales Manager bij mij in de buurt? Voordeel van voice search is dat dit ervoor kan zorgen dat werkzoekenden en bedrijven snel vraag en aanbod op elkaar kunnen afstemmen. Screening op basis van de stem is weer een andere technologie om vast te stellen of een stem boeiend, kalm of betrouwbaar is. In een verkooprol kan dat bepalend zijn voor het resultaat.
GERALT VELS, MANAGING DIRECTOR BIJ SEALANE TERMINALS BV
In de 40 jaar dat op- en overslagbedrijf Sealane in Eemshaven bestaat, zag directeur Geralt Vels het Noordelijke havengebied groeien. ‘Vooral de laatste vijf à tien jaar ging het hard. Het gebied wordt getypeerd door energie. De afgelopen jaren verrezen er twee energiecentrales die samen bijna 6,5 miljoen Nederlanders van stroom voorzien. Als spin-o s daarvan zijn er datahotels gebouwd. Google zit hier met een enorme vestiging, de wind o shore activiteiten zorgen voor een enorme bedrijvigheid en dan heb je nog het algemene logistieke gebeuren’, somt Geralt op. En er komt nog meer aan, gezien de recente grondverkopen. ‘Alles bij elkaar geeft dat een enorme boost.’
Ook Sealane zat niet stil en draagt bij aan de economische ontwikkeling. Met een miljoenenimpuls welteverstaan. ‘In 2009 kochten we al een terminal van 3.5 hectare en vanwege de groei in onze koelvriesactiviteiten, openden we in augustus 2018 een hypermodern en energiezuinig vrieshuis. Daarvoor wordt de kade aan de terminal met 100 meter verlengd, zodat we meer ladingen tegelijk kunnen afhandelen en inklaren.’ Wie nu nog over een mislukking van de Eemshaven durft te spreken, slaat de plank volledig mis. Bovendien kent deze diepzeehaven geen congestie en zijn de haventarieven concurrerend. De uitbreidingen van Sealane leveren ook banen op. ‘Er zijn meer werknemers nodig. De koel- en vrieslogistiek maakt nog het grootste deel van onze omzet uit. Vis wordt gevangen en moet, als de voorraden zich ophopen, worden opgeslagen; daar zijn wij voor. Waar ik me meer op wil focussen is droge lading en wind o shore. Bij die laatste zijn interessante resultaten te behalen. Dit heeft de Eemshaven in de afgelopen jaren door de economische malaise gesleept.’
Inmiddels zit de vaart er weer goed in en dat resulteert in werk. De wekelijkse lijndienst met een Noorse rederij, die vis en droge lading brengt, gaat vaak weer leeg terug. ‘Zo zonde! De retourcapaciteit moet maximaal worden benut. Ik kijk daarvoor verder dan de Eemshaven; dat houdt in dat wij ons internationaal oriënteren. Nu de Eemshaven bruist van activiteiten, willen wij ook vooruit. Groeien! De kansen die zich voordoen pakken.’
MANAGING DIRECTOR GERART VELS HOUDT DE VAART ER GRAAG IN. MET DE DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN VAN SEALANE TERMINALS BV IN EEMSHAVEN EN MET DE ONTWIKKELING VAN ZIJN BEDRIJF. ‘AAN ALLES IS TE MERKEN DAT HET BRUIST.’Cindy Semeijn startte bijna twee jaar geleden een compleet nieuwe business unit op: Koopmans Ingredients. Nu de pioniersfase voorbij is, is het tijd voor de startup om de groeikansen te pakken. Jij werd binnen gehaald om de nieuwe Business Unit Ingredients op de bouwen. Hoe is het nu? ‘Goed! Inmiddels staat de structuur van de Business Unit in subsegmenten, is er een duidelijk plan en zijn er ook al producten op de markt. Neem het nieuwe bindmiddel Koopmans Bind-it; een hoogwaardig ingrediënt dat bestaat uit tarwebloem en tarwevezel. Ontstaan vanuit de groeiende vraag naar pure producten en clean label oplossingen. Een simpel en herkenbaar alternatief voor de lange lijst aan ingrediënten en additieven die nu voor binding zorgen. Wat maakt Koopmans voor jou interessant? ‘Wat ik merk is dat bedrijfsambities ook daadwerkelijk in acties worden omgezet. De kennis is er, de ideeën zijn er, de producten zijn er en niet onbelangrijk: er is ruimte voor investering in groei. Dat maakt een baan bij Koopmans een erg leuke uitdaging. De pijplijn met nieuwe concepten zit bomvol. Innovatieve technologieën die nieuwe eigenschappen aan producten geven. Alle voor waarden om een succes van de startup te maken zijn er!’ Je klinkt opgetogen! ‘De vacature voor Business Unit Manager bij Koopmans Ingredients was precies wat ik zocht. Een rol met een brede verantwoordelijkheid, waar je over veel zaken kunt meedenken en praten en waar veel ontwikkelingen zijn. Ik ben gewoon niet iemand die een klein radertje in een groot bedrijf wil zijn. Wat ik wel enorm leuk vind, is nieuwe dingen opzetten. Net als bij een startup gaan hier de ontwikkelingen snel, komt er ondernemerschap bij kijken en is er veel enthousiasme en vrij heid. Nomilk2day heeft goed gezien dat hier een ft was!’
Richard Lont ziet de vacature voor Supply Chain Manager bij Huhtamaki in Franeker bij toeval op zijn Linkedin tijdlijn. ‘Helemaal in mijn straatje! Met een deel planning, een deel transport en een deel inkoop. En het leukste is dat ik het helemaal van de grond af opnieuw mag opbouwen.’
Met welke uitdagingen heb je te maken? ‘We hebben voor het eerst te maken met een toenemende vraag in Europa naar sustainable verpakkingen. Daarmee wordt het een grote uitdaging om klanten te beleveren op het niveau van wat ze van Huhtamaki mogen verwachten. Een samenspel met het salesteam is dan nodig om in deze situatie goed te manoeuvreren, maar daar komen we wel uit. Aan mij als Supply Chain Manager de taak om met productie te spreken over opschalen of de supply chain zo in te richten dat we er met elkaar een modus in vinden. Maar het blijft lastig, want we werken al 24/7 en ook de zustermaatschappijen zitten met dezelfde toenemende vraag. Ook de uitwijkmogelijkheden houden niet over. Ik heb al veel bedrijven van binnen gezien, maar dit heb ik nooit eerder zo meegemaakt.’
Wat maakt het werk voor jou interessant? ‘Toen ik begon, was er op het gebied van Supply Chain niet zoveel meer. Geen standaarden of rapportages; ik heb dat bijna allemaal moeten maken. Daar kon ik veel in kwijt, ook mijn visie en dat gaat nu zijn vruchten afwerpen. We werken nu nog op orderproductie, je maakt wat de klant bestelt, maar we zijn bezig met een transitie naar forecasting. Daarbij produceren we op basis van de voorspelling van de klantvraag. Naar verwachting wordt onze planning effciënter en kunnen we daardoor beter inspelen op de klantvraag. Erg leuk dat de ruimte om dat te doen er is.’
Storingen minimaliseren, de betrouwbaarheid verbeteren, veiligheidsprotocollen handhaven, kwaliteitsniveaus verhogen, e iciënt gebruik van maken van personeel, materiaal en machines en ook nog optimaliseren en innoveren. Maakbedrijven zijn er allemaal doorlopend mee bezig als ik zo de geluiden om mij heen hoor. Waar grote bedrijven hiervoor hun eigen smart factory ontwikkelen, is dat voor kleine bedrijven steeds lastiger. Want je wilt wel grip op je productieproces houden en dichtbij je afzetmarkt produceren. Een alternatief daarvoor is Technologies Added in Emmen. Samen produceren onder één dak; in een gemeen schappelijke fabriek. Onder het mom ‘It feels like your own factory, but it works as a shared facility’.
Wat er na een klein jaar uit het voormalige Philips-pand in Emmen is gekomen, is slimme straatverlichting , watersystemen en ultramoderne elektrische scooters. Hiervoor werken we samen met specialistische bedrijven op het gebied van bijvoorbeeld digitalisering, robotisering en logistiek. De eerste ervaringen van collaboratief produceren is dat de ingezette expertises zich beter ontwikkelen dan dat je deze kennis allemaal zelf zou opbouwen. Het vraagt wel om een open manier van samenwerken en nieuwe verdienmodellen. Als je verdienmodel is om een product van A naar B te brengen en dus het aantal handelingen bepalend is voor je inkomsten, dan worden de kosten al snel te hoog. Dan is het dus beter om een verdienmodel af te spreken voor het vermijden van logistieke handelingen. Digitalisering biedt dan vaak een goede oplossing.
Het principe is iets eenmalig vastleggen en bij voorkeur natuurlijk digitaal. Zo worden de gemaakte 3D engineeringsmodellen ingezet voor werkinstructies en bestel je met behulp van een configurator jouw verlichtingsarmatuur zonder tussenkomst van werkvoorbereiding of planning. Digitalisering is een geweldige tool in het vermijden van handelingen, maar het voegt ook waarde toe. Hoe? Door een digitale kopie te maken van het product dat geleverd wordt. Voorbeelden zijn de aanschroefmomenten, onderdelen voor track en tracing of bijvoorbeeld de diverse versies software die geïnstalleerd zijn. Handig bij servicegevallen, maar het helpt ook bij het ontwikkelen van productiekennis.
Technologies Added heeft de ambitie koploper te zijn en te werken voor aansprekende klanten met innovatieve producten die er toe doen. Een initiatief waar overheid en onderwijs nauw bij betrokken zijn. In de komende jaren moet er namelijk een Smart Industry Campus verrijzen met allerlei voorzieningen voor de moderne maakindustrie, zoals opleidingen, een innovatiecentrum waar bedrijven hun ‘smart productieproces’ kunnen laten ontwikkelen en een ‘incubator’ voor hightech startups. Zo levert de eerste Shared Smart Factory in Nederland een bijdrage aan de groei en het succes van de hightech industrie.
‘DIGITALISERING IS EEN GEWELDIGE TOOL IN HET VERMIJDEN VAN HANDELINGEN, MAAR HET VOEGT OOK WAARDE TOE’