

‘NEE ZEGGEN IS NIET GEMAKKELIJK, MAAR GEEFT WEL EEN GOED GEVOEL’

EDITORIAL WIM VAN DE WORP
MANAGING PARTNER NOMILK2DAYEven stilstaan en terugkijken. Dat doen veel mensen te weinig, denk ik. En ik moet bekennen, bij die categorie hoor ik helaas ook. Als ondernemer kijk je vooral vooruit; wat kan beter of anders en wat wordt de volgende stap. Terwijl je dit leest bestaan wij als Nomilk2day vijf jaar. Een moment waarop je toch even terugblikt en beseft dat we al best mooie stappen met het hele team hebben gezet.
Samen met Albert-Mark Nagel ben ik Nomilk2day gestart. Met onze collega’s hebben we het bedrijf opgebouwd tot wat het nu is. Inmiddels werken er een kleine 50 mensen bij Nomilk2day. Het team Agribusiness bestaat uit 12 personen, met ieder zijn eigen focus en bijbehorend netwerk op alle niveaus; van Young Professionals tot directie. Om te komen tot een leidende positie als headhunter binnen de agribranche, heb ik gezien dat het belangrijk is om keuzes te maken met wie je wel en niet zaken doet. Wij kunnen en willen namelijk niet met alle bedrijven zaken doen.
Nee zeggen is als ondernemer niet gemakkelijk, want je laat feitelijk omzet liggen, maar toen we dit een paar jaar geleden wel gingen doen, gaf dat echt een goed gevoel. We kregen hierdoor meer verdieping van bestaande partnerships met opdrachtgevers. In dit magazine zie je een afspiegeling van bedrijven die qua ambitie en passie voor de agribusiness bij ons als Nomilk2day passen. Dat is exact waar wij onze eigen mensen ook op selecteren. Zo kun je met elkaar het verschil maken.
Het mooiste aan ons werk is om invulling te geven aan de strategie van een bedrijf door de juiste professionals te leveren. Wij noemen dat Connecting Ambitions. De komende jaren staat de agribusiness voor veel uitdagingen, maar ik ben ervan overtuigd dat we dit met elkaar gaan oplossen. Dat zie je terug in de verhalen, de visie en strategie van iedereen die in dit magazine staat. Als team Agribusiness van Nomilk2day geeft het echt een KICK dat we hieraan een kleine bijdrage mogen leveren!

MAKEN HET VERSCHIL IN HET BEREIKEN VAN JE STRATEGIE
‘MENSEN
















2014 Voorzitter Topsector Agri & Food
2002 Bestuursvoorzitter Wageningen Universiteit & Research
1998 Managing Director bij Nutreco
1992 Hoogleraar Dierziekten & Economie aan Wageningen Universiteit
1983 PhD Dierziekten en Economie aan Universiteit Utrecht
1977 Agrarische Economie aan Wageningen Universiteit
1972 Aeres Hogeschool (toen HLS Dronten)
Huidige bestuurs- en adviesfuncties: Advisory Board Member Stichting Agrifacts, commissaris bij Hendrix Genetics, Koninklijke De Heus, Greenyard en Ploeger Oxbo Group, buitengewoon raadslid bij de Onderzoeksraad voor Veiligheid, voorzitter Food & Beverage Innovation Forum in China, mede-oprichter en -directeur Holland Center in China en adviseur van de Gouverneur van de Provincie Fujian.

‘BIJ APPLE OF GOOGLE HAD IK NOOIT ZOVEEL PLEZIER BELEEFD
Of hij nou boer was geworden, topman in het bedrijfsleven of wetenschapper… Voor zijn werkgeluk had het weinig uitgemaakt. Aalt Dijkhuizen doet het allemaal met evenveel plezier. De verbindende factor is de agrifood. ‘Het gáát ergens over en doet ertoe!’
Voor een topman uit de Agribusiness is Johan Cruijff een niet erg voor de hand liggende inspiratiebron. Toch denkt Aalt Dijkhuizen, voorzitter van de Topsector Agri & Food, vaak aan de voetballegende. Niet vanwege de Cruijffiaanse uitspraken of zijn acties op het veld, wel om zijn onafhankelijkheid. Een levenshouding die Dijkhuizen in zijn carrière goed van pas komt. ‘Als ik besloten heb ergens voor te gaan, dan ga ik er ook voor. En als het tegenzit, dan gun ik mezelf niet meer dan een uur om ermee te zitten. Je moet productief en scherp blijven. Het gevaar is anders dat de concurrent je voorbij rent.’
U behoort tot de bekendste Nederlanders in de agribusiness. Had u ooit bedacht dat uw carrière zo zou lopen? ‘Totaal niet. Ik ben nooit bezig geweest met carrièreplanning. Het had voor hetzelfde geld ook een heel andere kant op kunnen gaan. Ik vraag mij altijd twee dingen af; wil ik daar de hele tijd voor op pad en kan ik iets bijdragen? De eerste 25 jaar van mijn leven stonden in het teken van boer worden. Ik wilde samen met mijn broer het melkveebedrijf van mijn ouders in Vledder overnemen en dus ging ik naar de hogere landbouw school in Dronten. Vervolgens ging ik om de tijd te overbruggen tot mijn vader zou stoppen in Wageningen studeren. Daar ontdekte ik dat er meer mooie dingen zijn: de wetenschap. Toen ik hoogleraar Dierziekten en Economie was, dacht ik dat ik er de rest van mijn leven zou zitten, zo geweldig vond ik het.’
En toen kwam Nutreco! ‘Tja, toen moest ik de onderzoekers verlaten; daar heb ik het wel moeilijk mee gehad. Nutreco haalde met mij een ander type binnen dan de doorgewinterde businessmensen daar, maar dat was bewust beleid van het diervoederconcern. Een Managing Director van buiten, voor het binnenbrengen van een breed netwerk en het versterken van de langetermijnvisie. Vanaf dag één vond ik de managementtaak geweldig. En niet alleen voor de langere termijn, maar ook de dagelijkse operatie. Ik was verantwoordelijk voor winst en verlies en daar waar het fout ging moest
ik het mee opknappen. Dan is het moment van ingrijpen cruciaal. Bij een grote businessgroep is er altijd wel iets aan de hand; een dierziekte, een partij die wordt teruggeroepen, een boze klant… Ontzettend dynamisch! Ik heb er heel veel geleerd.’
Waren uw boerenafkomst, hoogleraarschap en bedrijfslevenervaring de juiste mix om succesvol te zijn in de stap daarna: bestuursvoorzitter in Wageningen? ‘In een organisatie als Wageningen met 6000 man, moet je ook ontzettend goed op de kosten letten en goed plannen. Zeker omdat in zo’n organisatie de marges sowieso smal zijn. Als je bij een omzet van 600 miljoen euro 1 procent ‘morst’, praat je wel over 6 miljoen. Dat is geen klein bier. Ik zag het als mijn taak om de organisatie beter en bekender te maken en te zorgen voor groei. Er stond dus nogal wat op het to-do-lijstje. Soms moest ik beslissingen nemen waar niet iedereen op zat te wachten, maar ik zorgde ervoor dat ook de grootste criticasters mij altijd konden aanspreken. Bij Nutreco leerde ik dat het achter de schermen goed moet draaien om naar buiten toe een goed imago neer te kunnen zetten. Goed profileren is moeilijk. Als je niets doet, word je niet gezien. Ga je over de top, dan word je niet geloofd.’
Aan welke positie heeft u persoonlijk het meest gehad? ‘Dat is niet te zeggen. Ik had mijn hele leven wel boer willen zijn en was daar volkomen gelukkig mee geweest. Aan de wetenschap heb ik ook weer veel gehad, maar de verantwoordelijkheid en het managen van een
grote organisatie hebben mij ook enorm veel plezier gegeven. Overal zag ik dat mensen graag willen werken bij een bedrijf dat vernieuwt en waar het goed gaat. Als er een winnaarsmentaliteit is, willen mensen erbij horen. Dan trek je ook goede mensen aan en die maken je nog weer beter. Een sneeuwbaleffect. Het was destijds de CEO van Nutreco, Richard van Wijnbergen, die mij dat liet inzien. Een voortreffelijke CEO. Van hem heb ik meer geleerd dan van 100 managementboeken. Bijvoorbeeld dat je bij verandertrajecten stevig in je schoenen moet blijven staan. Velen zullen je dan vertellen waarom het geen goed idee is. Weinigen die zeggen: doen! Dan moet je toch volhouden. Als ik ergens heen wil, dan ga ik er vol voor. Ik ben nog nooit ergens voor weggedoken. Ik heb altijd gezegd; als het fout gaat, dan ontsla je me maar. Wel zo duidelijk voor iedereen.’
‘FEITEN MOETEN KLOPPEN’
Is dat niet eng? ‘Ik heb altijd Johan Cruijff in mijn achterhoofd gehad. Een grote inspiratiebron. Toen zijn team bij Barcelona een paar wedstrijden verloor, vroeg een sportjournalist hem: “Ik heb gehoord dat de voorzitter kritiek heeft. Voelt u dat de steun afbrokkelt?” Cruijffs antwoord was: “Als de voorzitter denkt dat hij het beter kan, moet hij het doen en ben ik weg.” Hij liet zich niet onder druk zetten en bleef in zijn aanpak geloven.’
Wat vindt u nog meer belangrijk? ‘Feiten moet kloppen! Veel kritiek van buiten op de agrifoodsector staat bol van de emotie. Zeker als zaken zoals de bedrijfsvoering of het toekomstperspectief ter discussie staan, moet er wel een goede onderbouwing zijn van het waarom, wat en hoe het anders zou moeten. Anders doe je gemakkelijk de verkeerde dingen en kom je op termijn bedrogen uit.’
Hoe gaat dat in uw werk als voorzitter van de Topsector Agri & Food? ‘Wat we als topsector doen heeft alles te maken met de toekomst. Kijken we over 25 jaar terug dan kwam de grootste verandering naar mijn mening door IT, de informatietechnologie. De agrarische sector gebruikt op dit moment nog geen tien procent van de IT-kansen die in de toekomst nodig en mogelijk zullen zijn. Ik heb hoge verwachtingen van de vele slimme technieken in smart farming die als financieringsproject bij de topsector worden aangedragen; drones, sensoren, robots, satellieten, personalized nutrition en genomics. Er valt zoveel te meten en te volgen in processen, ziekten te ontdekken nog voordat je deze zelf kunt waarnemen, het beter verwaarden van grondstoffen door stromen gescheiden te houden, data-analyse die inzicht geeft in ketentransparantie… IT grijpt overal in. Als we dat goed toepassen kunnen we preciezer en schoner produceren en zuiniger omgaan met onze grondstoffen. Zoals de Nederlandse Agribusiness altijd een voorbeeld was voor de rest van de wereld, bewonderd om onze enorme kennis, productiviteit en export, worden we dan tevens een gidsland in precisielandbouw en slimme ketens. Met de topsector investeren we in de toekomst, waarbij het doel is een klimaatneutrale productie van lekker, gezond en veilig voedsel. Daarvoor moeten we het echt van innovaties hebben.’
De milieu-impact van boeren staat nogal ter discussie. Kunnen de verschillende partijen ooit bij elkaar komen? ‘Laat het in de praktijk maar gebeuren. In de landbouw heb je niet alleen biologisch en gangbaar. Er is een heel palet aan productiesystemen en concepten. Alleen de beste blijven over. De klant is koning; die stemt elke dag met de aankoop van producten. Er wordt wel eens gedacht dat ik tegen bio ben, maar dat ben ik helemaal niet. Als het voorziet in een behoefte, moet je het doen. Het is alleen niet het beste voor de wereld; het is niet zo dat je er wereldwijd gezien meer natuur mee overhoudt of dat je er minder grond voor nodig hebt. Integendeel. Een echt onderbelichte rol is het belang van een hoge productiviteit en efficiency, juist ook voor klimaat, milieu en biodiversiteit. Het is vreemd dat er wordt gepleit voor krimp in Nederland, terwijl de Nederlandse boer de laagste uitstoot heeft! Gevolg is namelijk dat de productie naar landen verdwijnt waar per kilogram product meer grond en grondstoffen nodig zijn en meer uitstoot aan broeikasgassen plaatsvindt. De boeren met de beste technische resultaten en daarmee de laagste footprint, moeten wat mij betreft juist alle ruimte krijgen. Deze groep is ook het best en snelst in innoveren.’
De landbouw haalt bijna dagelijks het nieuws. ‘Dat is ook het mooie van werken in de Agrifood. Het gáát ergens over en doet ertoe! Als ik hetzelfde werk had gedaan bij Apple of Google, had ik er niet zo gemakkelijk zoveel plezier aan beleefd.’
‘DE BOEREN MET DE BESTE TECHNISCHE RESULTATEN MOETEN ALLE KRIJGEN’ RUIMTE
In Nederland zijn er 9 topsectoren die wereldwijd vooroplopen. Topsector Agri & Food is één van deze uitblinkers. In samenwerking met verschillende instanties en overheden stimuleert deze topsector kennis en innovatie op het gebied van akkerbouw, veehouderij, diervoeding en nog veel meer. Doel is de Nederlandse Agribusiness en Foodsector nóg duurzamer en innovatiever te maken



DIPLOMA EINDELIJK
Vers uit de schoolbanken weten veel starters eigenlijk niet goed wat het werkzame leven inhoudt. Ze hebben geen idee wat ze moeten verwachten, vragen zich af hoe de hazen op de werkvloer lopen en wat nu de beste plek voor ze is. ‘Vrijwel iedereen kent deze onzekerheden, maar menigeen staat er niet bij stil hoe belangrijk de eerste baan is voor je verdere ontwikkeling’, meent Olaf de Boer, Commercieel Manager Young Professionals bij Nomilk2day.
‘Je eerste baan legt de basis voor je verdere carrière; je wilt dan dus wel een goede keus maken. Starters vinden dat echter vaak erg lastig. Door het grote aantal openstaande vacatures zien ze soms door de bomen het bos niet meer.’
VEEL
Welke baan kies je
Op het moment dat de young professional voor het eerst de arbeidsmarkt betreedt, is hij naast operationeel werk op zoek naar zichzelf en zijn kwaliteiten richting de toekomst. ‘Ga je voor die technische rol of is een commerciële positie een betere zet? In welke bedrijfscultuur voel jij je thuis? En welke verwachting heb je hiervan bij het horen van een aantal bedrijfsnamen. Vragen waar niet elke starter meteen zelf een antwoord op heeft, maar wij kunnen hierin een rol spelen omdat we de bedrijven van binnenuit kennen’, aldus Olaf.

Om de kans van slagen in je eerste baan zo groot mogelijk te maken, is het daarom goed om een paar zaken helder te hebben. ‘Zorg dat je weet wat je wilt, wat je kunt en niet kunt en in wat voor type organisatie je op je plek zit. Dat hoef je niet alleen uit te vogelen. Een coach kan je bijstaan in de overgang van studie naar werk.’
Hoge verwachtingen Soms moet Olaf de hoge verwachtingen van de ambitieuze starter een beetje temperen. ‘Wat ik zie is dat sommige starters veel eisen aan hun eerste baan stellen. Ze willen iets met duurzaamheid, variatie in hun werkzaamheden, zeggenschap en het liefst meteen veel verdienen. Ik moet ze dan vertellen dat de perfecte baan niet bestaat. Wat we wel kunnen nastreven is de meest passende baan. Samen moeten we de belangrijkste waarden van de kandidaat vinden. Dat doe ik door de diepgang in het gesprek op te zoeken en zo de drijfveren van een persoon naar boven te halen, maar ook door er een persoonlijkheidsanalyse op los te laten.’
Carrièrekansen voor de junior De focus van Olaf en collega Lisa Godding ligt vooral op junior adviesrollen bij vooruitstrevende bedrijven in dier en plant. Dan kan
ALS JE JE
OP ZAK HEBT, BEN JE KLAAR VOOR HET ECHTE WERK. OF TOCH NIET?
STARTERS VINDEN HET EIGENLIJK BEST LASTIG EN ENG DIE EERSTE BAAN. GEEN NOOD; ER IS EEN OPLOSSING.
het gaan om intern accountmanagers, commercieel medewerkers binnendienst, sales en marketing specialisten en traders. Openstaande vacatures die werkgevers volgens Lisa niet altijd op hun site hebben staan. ‘Zeker binnendienstfuncties komen niet vaak online, maar doordat wij lijntjes met die bedrijven hebben, zijn wij wel op de hoogte van de carrièrekansen.’

Lisa roept dan ook has’ers en Wageningen’ers die hun bachelor of master op zak hebben op om te connecten om te kijken of het Talent Development Programma iets voor ze is. Een traject voor startend talent waarin Nomilk2day de ontwikkeling naar toekomstig professional via persoonlijke ontwikkeling, coaching on the job en diverse trainingen en opleidingen faciliteert. Ook starters met een agrarische achtergrond komen hiervoor in aanmerking. ‘Het gebeurt steeds vaker dat de zonen en dochters van agrarisch ondernemers niet voor een agrarische studie kiezen, maar voor iets heel anders. Toch is het een groep die gewild is door werkgevers in de agribusiness.’
Handig voor later
Om de start van de nieuwelingen op de werkvloer zo soepel mogelijk te laten verlopen, blijft de begeleiding vanuit Nomilk2day nog een periode doorlopen. ‘Het is onderdeel van het Talent Development Programma waarin wij nauw samenwerken met de top vijf uit de agribusiness. Naast persoonlijke begeleiding organiseren wij kennisdagen en brengen wij kandidaten samen. Denk aan een salesmiddag voor accountmanagers met een vaktraining en het delen van inzichten. Ontzettend leerzaam en deelnemers vergroten gelijk hun netwerk. Handig voor later!’
Later is sowieso iets waar iedereen mee bezig zou moeten zijn, vindt Lisa. ‘Het programma is daarom zo ingestoken dat professionals zich blijven ontwikkelen. Met de toenemende complexiteit en veranderende wet- en regelgeving is dat essentieel. Het werk dat je nu doet, wordt over tien jaar anders ingevuld. De baan van morgen bestaat nog niet. Dat vraagt andere vaardigheden van nieuwe medewerkers. Die transitie gaat veel sneller dan het dertig jaar geleden ging. Zorg dat je erin meegaat.’
Daarbij tellen niet alleen de competenties, voegt Olaf toe. ‘Met je houding en gedrag, kortom je uitstraling, kun je het ver schoppen. Het bedrijfsleven is echter nog erg gefocust op het cv. Een consultant beoordeelt of iemand wel of niet in een bepaalde positie past en of er groeipotentieel in zit. Dat biedt beide partijen kansen. Churchill zei het al: “Attitude is a little thing, that makes a big difference”.’
‘WIJ HELPEN DE JUISTE KEUZE TE MAKEN’

‘ALS MARKTLEIDER MOET JE JE BLIJVEN
JEROEN DE HAAS, MANAGING DIRECTOR & NIELS MOLENAAR, MANAGER PRODUCTION
NEK UITSTEKEN’
Het gaat hier over de kaskraker van de Nederlandse export en het meest speculatieve gewas van de Nederlandse akkerbouw: de ui. Een grote rol in deze boeiende en groeiende wereld speelt De Groot en Slot.
Wie in de uienwereld rondloopt, kent zonder twijfel uienzaadveredelaar De Groot en Slot in Broek op Langedijk. Al meer dan 60 jaar ontwikkelt en produceert het middenin Seed Valley gelegen De Groot en Slot uienzaad. Een knappe prestatie, want het familiebedrijf wist, samen met partner Bejo, uit te groeien tot wereldmarktleider. Naast zaaiuien en plantuien bestaat het assortiment uit zaaisjalotten, stengeluien, bosuien en knoflook.

In totaal ruim 200 rassen. Daarmee is De Groot en Slot uniek in zijn soort. Vanuit het moderne robuuste pand vertellen Managing Director Jeroen de Haas en Manager Production Niels Molenaar waarom de zaadveredelaar zo goed mee kan komen in de wereld.
Waar komt het grote succes van De Groot en Slot vandaan?
Jeroen: ‘Waar andere zaadbedrijven meer groentesoorten in hun pakket hebben, ligt onze focus volledig op allium. Als specialist in uien, hoeven we nooit concessies te doen.’ Niels: ‘Bovendien hebben we als specialist in 60 jaar een genenpool opgebouwd die het mogelijk maakt voor ieder teeltdoel een oplossing te hebben.’
Jullie zijn marktleider. Hoe denken jullie die positie vast te houden? Niels: ‘Marktleider in absolute en in relatieve zin. Van de exportwaarde van de Nederlandse ui, komt ruim de helft van het zaad van De Groot en Slot. We hebben best wat impact dus.’ Jeroen: ‘Die voorsprong hebben we al heel lang, maar om die te behouden en uit te breiden, moeten we onze nek wel blijven uitsteken. Als grootste zadenfirma in uien in Nederland, willen we als kenniscentrum worden gezien. Het is onze missie actief bij te dragen aan het ketenbreed verder brengen van de uiensector. Dat houdt in dat we niet alleen in contact staan met telers, maar ook met verwerkers, supers en chemiebedrijven. Bijvoorbeeld om gezamenlijk nieuwe innovaties bij de teler in het veld te testen of om duurzame rassen met bepaalde kenmerken te ontwikkelen.’
Levert die innovatiedrang voldoende op? Jeroen: ‘Zeer zeker. Zo waren we een paar jaar geleden de eerste met een uienapp. Nu heeft ieder bedrijf er één.’ Niels: ‘Ook organiseren we uienkennisdagen; een rondreizend circus met zowel sprekers uit onze eigen gelederen, als uit de rest van de keten. Hier draait alles om kennisuitwisseling. Specialisten krijgen een podium, waarna er wordt gediscussieerd met telers, verwerkers en andere actieve spelers in de keten. Elke keer pakken we een andere locatie, zodat ook degenen die zich niet snel laten zien, langskomen. Dat sorteert effect, want op één van deze dagen is Uireka ontstaan; een uniek ketenproject met als doel het verbeteren van de kwaliteit en daarmee het versterken van de exportpositie van de Hollandse ui. Iedereen is aangehaakt; van teler, exporteur, adviseur, gewasbeschermingsleverancier tot verpakker, zaadproducent en handel. Onze rol als voortrekker markeert onze kijk op het vooruit willen brengen van de sector.’
Wat moet je voor die voortrekkersrol in huis hebben? Jeroen: ‘Daar is geen draaiboek voor. Het is iets dat je samen met je team doet en ook directie en MT voelen zich daarbij betrokken. Samen
pakken we die rol en bouwen die uit.’ Niels: ‘Kijk bijvoorbeeld naar ons verkoopteam, het gaat bij hen niet om “scoren om het scoren”. Onze mensen snappen wat er gebeurt, ze spreken de taal van de teler. Ze zijn nieuwsgierig naar de ervaringen met onze genetica, luisteren waar behoefte aan is en geven advies. Door overal je gezicht te laten zien, kun je relaties opbouwen. Dàt is onze kracht!’
Nederland moet het vooral van de export hebben. Wat is er nodig om de toppositie te behouden? Jeroen: ‘Naar schatting gaat 90 procent van de Nederlandse uien de grens over; dat zijn zo’n 130 bestemmingen. Er is geen land dat zo snel kan sorteren en exporteren. Toch zien we een verschuiving op de markt. Werd er eerder vooral onafhankelijk van eindbestemming geproduceerd, nu zie je dat er vaker voor een specifiek marktsegment wordt geteeld. Gevolg van deze specialisatie en daarmee ook schaalvergroting is dat ondernemerschap en kennisniveau meer gaan tellen.’ Niels: ‘Bij specifieke segmenten kun je denken aan ketenconcepten, duurzame teeltinitiatieven of onderscheid op inhoudsstoffen, droge stof gehalte en smaak. Wat ook in teeltseizoen 2019 opvalt, is de opmars van het areaal rode uien.’
De Groot en Slot is een relatief klein bedrijf. Kunnen jullie wel genoeg carrièrekansen bieden? Jeroen: ‘Die zijn er zeker. Wij zijn er het levende bewijs van. Veertien jaar geleden begon ik als Verkoopleider, nu ben ik Managing Director en lid van het MT. Niels is drie keer van functie gewisseld.’ Niels: ‘Na de Agrarische Hogeschool kwam ik binnen als Productiespecialist, deed naast mijn werk NIMA A en B waarna ik de commerciële kant op ging. Nu werk ik als Manager Production. Die groei typeert het bedrijf; er is voldoende ruimte om jezelf te ontplooien. Aangezien kennisborging in de uiensector heel belangrijk is, doen we ons best om potentials te binden.’
‘DE UI IS DE KASKRAKER VAN DE NEDERLANDSE EXPORT’

‘IK ZET DETREIN GRAAG IN BEWEGING’
ERIK PEL, INTERIM AREAHOOFD FRIESLAND BIJ CRVBedrijven zitten vaak vol plannen om hun business te laten groeien. Door de waan van de dag blijft de concretisering en implementatie ervan echter nogal eens liggen. Interimmer Erik Pel komt dan tijdelijk het team versterken om de trein in beweging te brengen.
De schouders eronder zetten om bedrijven tijdelijk uit de brand te helpen bij groei- en innovatieplannen is wat Erik het liefst doet. Op dit moment zit hij via Nomilk2day op interim basis bij CRV in Friesland om de rol van Areahoofd in te vullen, totdat er een opvolger voor de positie is gevonden.
Welke opdracht heb je meegekregen? ‘Mijn hoofdtaak als Areahoofd Friesland is het aansturen, begeleiden en coachen van de ruim 50 man die werkzaam zijn in het gebied. De werkzaamheden van de mensen zijn deels commercieel, maar ook dienstverlenend van aard. Ik neem de meetbare zaken mee, stel vragen en signaleer dingen. Kortom; veel heeft met de factor mens te maken. Daarnaast gebruik ik mijn tijd om nieuwe concepten en plannen te introduceren en uiteraard te sturen op mensen en verkoop.
Als interimmer spring je op een rijdende trein. Is dat lastig? ‘Voorwaarde voor succes is je snel eigen te maken wat je precies gaat doen. Het is belangrijk om op dezelfde lijn te zitten als je opdrachtgever. Dat betekent dat je vooral in het begin met verwachtingsmanagement bezig bent. Je moet weten waar je op moet sturen. Daarnaast moet je zo snel mogelijk de processen en terminologie kennen en weten welke mensen je nodig hebt om de klus te klaren. Is dat op orde, dan kun je als interimmer in korte tijd best veel doen.’
Waar moeten ze jou voor bellen? Met andere woorden; wat is jouw kracht? ‘Mijn meerwaarde voor bedrijven is plannen concretiseren en de toegevoegde waarde van een bedrijf of product uitdiepen. Met name op het snijvlak verkoop, marketing en productontwikkeling. Mijn drive is om bedrijven met groei- en/of innovatieplannen omtrent nieuwe producten, markten of klantgroepen te voorzien van iets. Er zijn genoeg mensen die plannen en rapporten maken, maar de uitwerking ervan blijft door de waan van de dag soms liggen. Mijn passie is deze concreet maken; dus een team vormen en daarmee aan de slag gaan. Ik zet de trein in beweging voor ze. Dan kom ik het beste tot mijn recht.’
Je doet een klus bij CRV. Is dat bekend terrein voor je? ‘Hoewel ik wel agrarisch bloed in de familie heb, ben ik geen boerenzoon. Wel heb ik als jongen veel op de boerderij van de buurman gewerkt. De landbouw is een mooie sector waar ik een beetje ben ingerold. Ik heb een achtergrond in de techniek en de maakindustrie. Zo heb ik onder meer 15 jaar bij DeLaval gewerkt. In de agrarische sector heb ik een breed netwerk, maar tegen een klus van bijvoorbeeld een trapliftfabrikant zeg ik geen nee. Reuze interessant om me daar vanuit technisch commercieel oogpunt in te verdiepen.’
Wat kun jij organisaties brengen? ‘Wat ik veel van klanten terug krijg is dat ze mij enorm gedreven, betrokken en ondernemend vinden. Het ondernemen is doen, die betrokkenheid zit op de mens en het energieke zie je terug in mijn “let’s do it”-mentaliteit. Waar ik altijd oog voor probeer te hebben is om vanuit de creatieve kant te zoeken naar eenvoudige manieren om de business te laten groeien. Het moeten geen extra plannen worden met allerlei futuristische dingen. Ik laat me niet gek maken. Hoe ik dat doe? Nuchter blijven. Blijf bij de corebusiness, kijk wat je daarmee kunt, gooi er een creatief sausje over waardoor je snel iets anders hebt en snel kunt schakelen naar productieniveau.’
Eens interimmer, altijd interimmer? ‘Ik sluit niets uit. Er zijn altijd opties; dat kan ook een managementfunctie in loondienst zijn. Een hele interessante klus kan tot andere plannen leiden. Ik ben daar redelijk flexibel in.’

INTERIM MANAGEMENT
Nomilk2day signaleert over alle vakgebieden een forse groei van het aantal bemiddelingen van interim managers. Zowel in operations, finance, sales als management is de vraag groot. Niet vreemd, want een interim manager op het allerhoogste niveau betekent slagvaardigheid. Wij onderhouden een intensieve relatie met interim managers binnen de agribusiness, zowel inzetbaar op executive functies als specialistische functies. Heeft u behoefte aan een nieuwe interim manager of ben jij interimmer? Neem dan contact op met managing partner Richard Bloemsma via richard@nomilk2day.nl of 06-29239066.

NAAST HET HARDE WERKEN, TREKKEN WE ALS NOMILK2DAY OOK VEEL SAMEN OP. WE VOLGEN NUTTIGE TRAININGEN OVER BIJVOORBEELD HOE WE LINKEDIN NOG BETER KUNNEN BENUTTEN, MAAR MAKEN OOK TIJD VOOR ONTSPANNING. WANT KLEINE DINGEN KUNNEN AL VEEL BIJDRAGEN AAN JE WERKGELUK.


CONNECTING AMBITIONS
Nomilk2day verbindt de ambities van (young) professionals, managers en directeuren in agri, food & industry met internationale marktleiders om samen verder te groeien.
EROP UIT
Als je in een pand aan de stadsgracht zit, moet je natuurlijk ook een keer door die gracht varen.
BIJ BLIJVEN
Bijblijven met je brein. Persoonlijke ontwikkeling, op wat voor gebied dan ook, maakt mensen blij. Ons ook. Daarom verdiepen wij ons elk kwartaal weer in iets anders. LinkedIn voor gevorderden, Cialdini en Growth Mindset kunnen we al van het lijstje afstrepen.

GELUK

LOLLol maken en plezier in je werk houden? Laat dat maar aan Oane over. Hij regelde een pooltafel waar je ook nog een potje kunt tafeltennissen. Benieuwd wie dit jaar de competitie wint. Laat die ballen maar ketsen.

WAAR KOMT DIE NAAM VANDAAN?
Je kunt wel zeggen dat je het graag net even anders doet, maar je moet het ook laten zien, vinden wij. Verrassen, lef tonen en met vernieuwende ideeën komen, rekenen wij dan ook tot onze kernwaarden
INSPIRERENDE WERKPLEK
Ons kantoor in Zwolle is na de restyling een inspirerende werkplek geworden. Het monumentale pand aan de stadsgracht heeft al veel stijl en charme van zichzelf. De grijsblauwe toevoeging is een link naar het logo en past bij een zakelijke omgeving. Iets sportiever is onze werkplek in Heerenveen. Met zicht op het voetbalveld wanen wij ons al stiekem topscoorder.


WIM VAN DE BOSCH & OPERATIONS DIRECTEUR FRANS APELDOORN VAN AGRIFAC
Recent werd de bestaande capaciteit flink opgeschroefd. Het bedrijf levert nu gemiddeld 200 nieuwe machines per jaar af. Maar er is ruimte om dit op te voeren naar 500. Stuk voor stuk, machines die voorzien zijn van de meest innovatieve technologie, gemaakt naar de wensen van de klant. ‘Alle technologie die je kunt bedenken is hierin verwerkt. Van big data tot stromingstechniek en hydrauliek’, vertelt Wim van den Bosch, CEO van Agrifac. Al deze technologie zit slim verpakt in één compacte machine, met maar één doel: De beste veldspuit van de wereld bouwen.

FORSE GROEI
De reden voor de forse groei is helder. In 2050 moeten er negen miljard mensen op de aarde worden gevoed. Agrifac is ervan overtuigd dat dit kan. Met slimme machines en zo min mogelijk gebruik van water en gewasbeschermingsmiddelen. Operations directeur Frans Apeldoorn: ‘Hectareopbrengsten hier in dit deel van Europa verschillen tot wel een factor 20 van de opbrengsten die in bijvoorbeeld Rusland of Australië worden gerealiseerd. Met onze technologie gaan ook daar in hoog tempo de opbrengsten omhoog en de kosten én de impact op het milieu omlaag.’
Sinds een aantal jaren maakt Agrifac deel uit van de Franse beursgenoteerde Exel groep. Andere grote namen uit deze groep zijn onder meer Hardi en Holmer. Agrifac is binnen de groep het meest prestigieuze merk. Daar waar een recente reorganisatie van invloed was op de andere merken, werd er in de Steenwijkse onderneming flink geïnvesteerd. Voor ruim tien miljoen euro was er ruimte om te groeien. Frans: ‘We zijn nu toegerust op het produceren van grote aantallen. De vraag is: waar verkoop je die en hoe krijg je die allemaal efficiënt en first time right door de fabriek?’
DE SLEUTEL TOT SUCCES
Innovatie blijft echter altijd leidend. Individuele plantenverzorging is voor Agrifac de sleutel tot succes. Dat betekent plaats-specifieke gewasbescherming en onkruidbestrijding. Hiervoor worden machines uitgerust met moderne technologie, die alleen daar waar dat nodig is, middelen toedienen. Wim: ‘We kunnen op dit moment al tot 95 procent besparen op water en chemicaliën.’

De groeimarkten ziet Agrifac vooral in Canada en Oostelijk Europa. De internationale salesorganisatie wordt daarom versterkt en lokale service wordt uitgebreid. ‘Ons distributienetwerk en internationale positie worden steeds relevanter. We zoeken naar samenwerkingspartners die waarde toevoegen voor ons en voor wie wij ook van betekenis kunnen zijn.’

En ondertussen werken de whizzkids van Agrifac in hoog tempo door aan de verdere ontwikkeling van het paradepaardje: de Condor Endurance. Deze meest innovatieve veldspuit ter wereld werd onlangs bekroond met de Red Dot design award, een toonaangevende internationale prijs voor beste industrieel product design.
BRILLIANT SIMPLE
Daar zijn ze bij Agrifac natuurlijk trots op. Maar de rode harten van veldspuitfabrikanten gaan vooral sneller kloppen van innovatie en technologie. Big Data, artificial intelligence, cameratechniek, alles om de machine en het gebruik verder te optimaliseren. De manier waarop Agrifac met al deze data omgaat is misschien nog wel kenmerkender. Want hoe zorg je dat al die informatie hanteerbaar en toegankelijk blijft. Ze omschrijven dit zelf als Brilliant Simple. De veldspuit is uitgerust met een eenvoudige tablet, die de bediening bijna kinderlijk eenvoudig maakt. Frans: ‘Al onze techniek willen we simpel maken. Iedereen, overal ter wereld moet binnen 20 minuten met onze machines aan de slag kunnen.’
De interactie tussen de ontwikkelaars en de mensen van de productiehal is voor de beide topmannen van Agrifac van groot belang voor verdere groei. Samenwerken, klantgericht denken en ondernemerschap zitten dan ook diepgeworteld in de organisatie. Wim: ‘Er is hier een sterk familiegevoel. Samen stropen we de mouwen op en bouwen we aan ons merk. Je komt hier dus niet alleen voor de technologie, of voor het mooie merk, je komt hier omdat je deel uit wilt maken van dit internationale, gedreven team.’

‘VERNIEUWING MOET GROEI AANJAGEN’
Met een vers team en mooie innovaties werkt Barentz Animal Nutrition hard aan het versterken van haar positie in de animal nutrition en pet food markten. Een gesprek met vice president Tim Lemeer over de koers en het nieuwe gezicht van Barentz.
De vernieuwde versie van Barentz Animal Nutrition staat als een huis. Met de komst van nieuwe managers, nutritionisten en verkopers is het team van de animal nutrition divisie van Barentz hard op weg om haar positie in de feed markt verder te versterken. Overnames hebben hieraan bijgedragen, maar met name de vernieuwing op het hoofdkantoor van de divisie in Doetinchem zorgt voor een mooie frisse dynamiek en snelle groei. Dit alles in een cultuur waarbij ondernemerschap en klantdenken centraal staat, stelt Tim. ‘We willen onze positie op de feedmarkt graag verder uitbouwen. De producten hebben we, maar een grondige strategische herpositionering was nodig om duurzame groei mogelijk te maken. Zowel in onze thuismarkten als ook daarbuiten waar we flink aan het investeren en bouwen zijn.’ Deze frisse nieuwe vibe is bij het huidige team ook goed te merken. ‘Er staat nu echt een groep mensen die er met elkaar iets moois van wil maken.’
Hardlopers en waardecreatie
Barentz is een krachtige en financieel sterke groep; vooral bekend van de producten van Roquete Freres, aminozuren van het overgenomen Agri Nutrition en de vitamines die door Globe Ingredients verhandeld worden. ‘Naast deze hardlopers schuift de focus nu op naar producten met meer toegevoegde waarde waarbij we actief naar nieuwe oplossingen zoeken en regelmatig ons assortiment uitbreiden. We ontwikkelen klantspecifieke oplossingen, combineren grondstoffen en producten uit ons portfolio en ontzorgen klanten verder via onze all-in distributie. Productontwikkeling waarbij we ons richten op het samenbrengen van de kennis van onze leveranciers en de behoefte van onze klanten. Samen met een sterke focus op duurzaamheid is dat een belangrijk onderdeel van onze nieuwe strategie’, vat Tim de nieuwe koers samen die als mission statement heeft: From source to solution.
Duurzaam resultaat
‘Barentz is geen volger’, voegt Tim toe. ‘We proberen juist leidend en vooruitstrevend te zijn. De afgelopen tijd was de strategie van de groep gericht op het aangaan van nieuwe partnerships en het binden
van nieuwe leveranciers die aansluiten bij de uitvoering van onze strategie. We weten goed wat we willen. Ons doel als distributeur is dat alle partijen er beter van worden. Niet alleen onze leveranciers via groei en innovatie en onze klanten door middel van toegevoegde waarde, maar ook de wereld waarin we leven. We proberen actief bij te dragen aan de noodzaak iets te doen aan de impact van onze business op de planeet en deze waar mogelijk ten positieve te keren. We gaan in elke zin van het woord voor een duurzaam resultaat!’
Trends in feed
Het innemen van een andere positie in de markt loopt synchroon aan de actualiteiten die in de sector spelen waaronder duurzaamheid en dierwelzijn. Met name in de specialties, zoals macro-algen (bv zeewier) en gisten, ziet de vicepresident erg veel mogelijkheden. ‘Barentz is bezig zich te richten op het duurzamer maken van de gehele keten en om de gezondheid en het welzijn van dieren te verhogen. Duurzaamheid gaat in deze sector verrassend vaak hand in hand met productiviteitsverhoging of kostenbesparingen en sluit daarmee dus heel goed aan op andere belangrijke thema’s. Een enorme kans dus om een positieve bijdrage te leveren aan een betere wereld!’ Spannend en ondernemend
Van het huidige team dat daar een bijdrage aan levert, is een flink deel relatief kort geleden in dienst gekomen. ‘Iedereen is erg gespitst op bouwen.’ Tim ziet zijn]n team als the new kid on the block: ‘Mensen kennen het nieuwe Barentz Animal Nutrition nog niet goed. Aan ons om de markt ervan te overtuigen dat ze bij ons moeten zijn voor duurzame toegevoegde waarde en verdere ontzorging.’ Ook pet food is een belangrijke pijler waarin Barentz kans ziet haar portfolio te vermarkten. Veel trends in pet food lopen gelijk aan trends in humane voeding waar Barentz ook actief in is. De combinatie van de groep biedt volgens Tim een prachtige positionering in deze sector. ‘Een voordeel voor iedereen die zelf iets wil neerzetten en opbouwen. Het uitbouwen van deze in vele opzichten nieuwe business is precies waar nu de uitdaging ligt. Wie deze uitdaging aan wil gaan moet bij Barentz zijn. Het is wel echt een uitdaging en geen gespreid bedje: je moet er zelf op uit en dingen regelen. Uitermate spannend en motiverend! Dat vergt ondernemende types met een stevig doorzettingsvermogen die een mooi bedrijf nog mooier willen maken!’
Bijna geen melkveehouder in Nederland en Vlaanderen die nìet iets van CRV afneemt. Wereldwijd behoort de coöperatie in rundveeverbetering tot de top drie. Welke plannen heeft COO Huib Jan Krasenberg om die positie te versterken en bij de veranderende boer top of mind te blijven?
Hij zit nog niet zo lang op zijn post als COO van CRV Holding BV, maar hij weet precies waar hij de onderneming wil hebben. Huib Jan Krasenberg kwam 1 februari 2017 bij CRV in dienst als Executive Director Western Europe en nam datzelfde jaar nog plaats in de board. ‘Waar ik vooral erg enthousiast over ben, is de rol en het netwerk van CRV. Wij spelen een hele centrale rol op het boerenerf, de spin in het agrarische web. Als we het voor elkaar krijgen om al die mooie producten en ruime kennis goed in de markt te zetten, kunnen we veehouders enorm ontzorgen en verder helpen in hun bedrijfsvoering.’
U klinkt enthousiast, maar de melkveehouderij krijgt nogal wat voor de kiezen. ‘Zeker. Neem de fosfaatwetgeving waardoor de veestapel met acht procent is gekrompen. Minder koeien betekent minder inseminaties. Dit versterkt de consolidatie: kleinere bedrijven stoppen en grotere bedrijven worden sneller groter. Voor ons wel een uitdaging, want ons grootste marktaandeel zit bij de kleine en middelgrote bedrijven.
Veel grotere bedrijven insemineren zelf wat de klap bij ons groter maakt. Hier proberen we nu op bij te sturen.’
Blijft het coöperatieve model werkbaar in de toekomst? ‘Er zijn nog altijd veel boeren die voor het coöperatieve gevoel gaan, maar het wordt steeds minder. Boeren worden rationeler. Het idyllische van de fokkerij ebt weg, mede door alles wat er van bovenaf wordt opgelegd. Vroeger was de betere boer gericht op de inzet van sperma van de beste stieren, nu kiezen veel meer veehouders voor embryo’s. Je kunt dus wel zeggen dat de coöperatie in ontwikkeling is. Onze adviseurs zien zichzelf als dienend aan de leden en de klanten, terwijl
‘ALLES MOET DOOR DE MARKETINGSLUIS’

je aan de andere kant natuurlijk wel een commercieel bedrijf runt. Dat spanningsveld is wel eens lastig, maar het is een feit dat we in Nederland en Vlaanderen een coöperatie blijven.’

De coöperatie onderscheidt CRV van concurrenten. Wat nog meer? ‘CRV biedt een mix van oplossingen voor veehouders op het gebied van genetica, managementproducten, data en dienstverlening. Andere partijen zijn specifiek op één deelgebied gericht waardoor er op het Nederlandse boerenerf soms wel tien verschillende adviseurs komen. Doordat bijna alle data van een veestapel op een boerenbedrijf bij ons binnenkomt, kunnen wij onder meer aangeven wat

de fokwaardes zijn. Het programma Fokken op Maat is daar een mooi voorbeeld van. Dat maakt ons uniek. Al die kennis zorgt er ook voor dat wij toegevoegde waarde kunnen leveren en midden in het agrarische netwerk staan. Onze landelijke dekking is groter dan die van Friesland Campina, durf ik wel te stellen.’
‘WIJ ZIJN DE SPIN IN HET AGRARISCHE WEB’
Wat zijn uw plannen voor de komende tijd? ‘Van oudsher wordt er vanuit het product gedacht dat in de markt wordt gezet. Door de afname van het aantal veehouderijbedrijven en de steeds hoger opgeleide boer werkt een klantgerichte benadering echter beter. Het gaat niet meer om het laten zien van het product, maar om het zijn van een gesprekspartner voor de klant. Meedenken op strategisch niveau en zorgen voor passende oplossingen. Kortom; de klant meer centraal zetten. Hierin speelt marketing een grote rol middels bestaande en nieuwe producten en contentcreatie. Onze waarden en slogan BETTER COWS | BETTER LIFE moeten continu worden uitgedragen. Alles moet door de marketingsluis. Als dat staat is de sky the limit.’


Hoewel ze wordt gezien als een veteraan in het corporate bedrijfsleven, is ze in de agribusiness een newbie. Julia Hart is naast auteur en executive coach ook Director of Corporate Communications bij Nutreco. ‘Hoe meer ik over de agribusiness las, mensen erover sprak en zag wat ze deden, hoe meer ik daar onderdeel van wilde uitmaken.’
Terugkijkend op het begin van haar carrière in grote corporates, moet ze concluderen dat ze haar sterke punten en eigen manier van doen snel heeft laten varen. Daardoor raakte ze in tweestrijd met zichzelf en voelde ze zich gestrest en onecht. ‘Het werken in grote organisaties is fascinerend en leerzaam’, zegt Julia Hart, ‘maar ook uitdagend en hard.’
FORTUNE 500
Toch heeft de periode waarin Julia zich onecht voelde haar route naar de top niet in de weg gestaan. ‘Ik ontdekte wat het echt van je vraagt om succesvol te zijn in het internationale bedrijfsleven.’ Julia is geboren in Engeland, opgeleid als journaliste en werkte in senior communicatierollen bij Fortune 500 bedrijven. Ze deed grondige kennis op van wat er nodig is aan communicatie om met succes reputaties op te bouwen en te beschermen. Ze adviseerde CEO’s en directie bij een breed scala aan reputatie- en communicatiekwesties.
niet hoe ze zich moeten gedragen, hoe ze het beste kunnen presteren en wat ze moeten doen om indruk te maken.’ In het boek en als coach geeft Julia handvatten om succesvoller in een corporate omgeving te zijn.
Tot twee jaar geleden was de Agribusiness een onbekende industrie voor de topvrouw. ‘Toen ik voor de positie Director of Corporate Communications bij Nutreco werd gevraagd, had ik zoiets van “Oh, dat kan ook”. Echter, hoe meer ik over de agribusiness las, mensen erover sprak en zag wat ze deden, hoe meer ik de wens kreeg om daar onderdeel van te zijn. Zo merkte ik dat Nutreco écht probeert het verschil te maken. “Feeding the future” is een belofte en toekomst waar ik in geloof!’
DOMINANTE POSITIE
Inmiddels heeft ze ruim 25 jaar ervaring in het Nederlandse bedrijfsleven. Ze heeft haar eigen coachingspraktijk met een track record in het coachen van managers en high potential senior executives. Over hoe je op kantoor valkuilen kunt vermijden, schreef Julia het boek ‘Carrière Geheimen’.
SUCCES IN CORPORATE OMGEVING
‘In mijn carrière zag ik vooral jonge mensen worstelen met bepaalde vraagstukken. Ze weten
Hoewel de betekenis van Nutreco grote aantrekkingskracht op Julia heeft, kiest ze daarmee toch ook weer voor een corporate concern. Een grote organisatie, want actief in meer dan 90 landen op alle vijf continenten, met meer dan 12.000 werknemers in 37 landen en een netto-omzet van 6,4 miljard euro in 2018. ‘Het is de eerste keer dat ik in deze business werkzaam ben en het bevalt steeds beter. De mensen zijn down-to-earth, open en toegankelijk. Dat zie je niet in alle industrieën. Je zit echt in een nononsense cultuur, waarin mensen weten waar ze naartoe willen en waarin wordt gewerkt met kleine marges. Er wordt niet met geld gesmeten zoals dat in andere sectoren wel gebeurt.’
Die instelling heeft het Nederlandse bedrijf een dominante positie in diervoerders opgeleverd. In aquafeed, onder het merk Skretting, is Nutreco leidend. Volgens kenners is de combinatie met diervoeding van merknaam Trouw Nutrition voortreffelijk. Zo zouden de sectoren van elkaar kunnen leren en informatie heen en weer schuiven. Julia beaamt dat: ‘Hoe zet je
plantaardige proteïne om in vis en vlees, op duurzame wijze, maar met het besef dat de wereld gevoed moet worden? Het gaat erom daarin een balans te vinden. Waar staan we over twintig jaar en wat betekent dat voor ons vandaag?’
BESCHEIDENHEID
De antwoorden op die vragen, de verhalen, moeten volgens haar nodig worden verteld. ‘Deze industrie is zo belangrijk, maar veel te bescheiden. Boeren hebben hulp nodig om met de uitdagingen van nu om te gaan. Als een global leader vinden wij het onze verantwoordelijkheid om bepaalde issues te highlighten. Aannames in de maatschappij kloppen vaak niet, dat buig je niet in twee headlines om. Waar het volgens mij moet beginnen is met educatie; met het doorgeven van de juiste informatie zodat iedereen weet hoe het zit. We moeten als industrie leuke manieren vinden om te vertellen wat er in de hele waardeketen gebeurt.’
DUURZAME AMBITIES
Een andere uitdaging van de sector is duurzaamheid; meer produceren met minder input. ‘Sommige bedrijven zeggen dat ze ermee bezig zijn, maar als je er binnen bent, kom je erachter dat dat niet het geval is. Bij Nutreco zie ik dat iedereen een verschil wil maken. Aan onze ambitie om op een duurzame manier bij te dragen aan het produceren van voldoende voedzaam voedsel met hoge kwaliteit voor een groeiende wereldbevolking, zitten concrete targets.’
Zo steekt Nutreco veel energie in het vinden van andere grondstoffen die in onze diervoederproducten gaan. ‘Hoe vervang je bepaalde ingrediënten door alternatieven die wel de voedingswaarde leveren, maar niet de planeet benadelen? Welk ruw materiaal kan in de plaats komen van een schaarse grondstof, zoals vismeel wat de mens beter kan gebruiken? Als we daarin resultaat boeken maak je wereldwijd impact. Mooier kan bijna niet.’
DE DEUR STAAT OPEN
Of ze dan een advies heeft voor de ambitieuze agri-professional? Dat is eenvoudig, maar doeltreffend: ‘Blijf vanuit een authentiek deel van jezelf opereren en creëer een soort informele adviesraad om je heen. Mensen vanuit verschillende disciplines die je advies kunnen geven. Zo had ik in het begin van mijn carrière veel aan een tip van een leidinggevende. In die tijd dacht ik dat ik een “professionele ik” had en een “privé ik” en dat die twee gescheiden moesten blijven. Daardoor kwam ik vrij hard over. Hij zei: “Je komt altijd door het raam binnen, maar de deur staat open.” Met andere woorden; je hoeft niet altijd hard in de omgang te zijn. Hij leerde mij dat het goed is om 100 procent mezelf te zijn en een zachtere houding aan te nemen. Die ommekeer heeft me erg geholpen. Als je denkt dat je iets anders moet uitstralen, word je doodongelukkig en gestrest. Ken jezelf! Doe geen dingen die niet bij je passen. Neem het maar van mij aan.’
‘BLIJF VANUIT EEN AUTHENTIEK DEEL VAN JEZELF OPEREREN’

ARENDS, HEAD OF MARKETING & SALES BIJ BARENBRUG
‘GELE
KWALITEIT EN VERTROUWEN; DAAR DOEN WE GEEN CONCESSIES AAN.’
Stropdassen zie je er niet zo snel, gele sokken wel. Typisch Barenbrug, waar ze toch wel een tikje eigenwijs zijn, moet Head of Marketing & Sales Christiaan Arends toegeven. ‘De gele sokken waren onderdeel van een interne campagne om de vernieuwde huisstijl in de hoofden van collega’s te krijgen, maar je ziet ze nog regelmatig voorbijkomen.’
VAN GELE SOKKEN IS HET BRUGGETJE NAAR DE GELE BARENBRUG ZAK SNEL GEMAAKT. ALOM BEKEND. ‘Da’s waar. In 115 jaar tijd heeft Barenbrug een goede naam opgebouwd. De gele zak staat voor kwaliteit en vertrouwen. Dat vinden wij zo belangrijk, dat we nooit concessies doen aan wat erin gaat. Per definitie zit er het beste zaad in. Dat is precies de reden waarom we momenteel succesvol en groeiend zijn in Oost-Europa; daar zijn veel lokale producenten met andere kwaliteiten en rassen, maar met onze zaden weten gebruikers waar ze aan toe zijn.’
EH… PRATEN JULLIE DE HELE DAG OVER GRAS? ‘Dat kunnen wij wel… ha ha. En dat gebeurt ook. Het is gewoon een tak van sport waarin veel ge beurt. Mede doordat er zoveel doelgroepen zijn en geen jaar hetzelfde is. In de zadenindustrie is het natuurlijk geen kwestie van even een machine aanzetten en wat tonnetjes extra draaien. Gras is een natuurproduct dat je in de meeste delen van de wereld maar één keer per jaar kunt oogsten. Welke rassen en hoeveelheden dat moeten zijn, plan je minimaal drie à vier jaar vooruit. Daar zitten enorme uitdagingen en complexiteit aan vast, want er kan van alles gebeuren. Zo zijn er door de extreme droogte van vorig jaar nu tekorten. Ook daar heb je mee te dealen.’
daarna naar het spelletje. Het is het uithangbord van ons bedrijf. We liggen trouwens ook in andere stadions in de wereld en op beroemde golfbanen als St. Andrews of Pebble Beach. Wie een wandeling door National Mall in Washington DC maakt, loopt op gras van Nederlandse oorsprong. Toch wel bijzonder.’
MOOIE PRESTATIES! KUN JE DAAR ZELF OOK VAN GENIETEN? ‘De laatste tijd golf ik minder vaak dan voorheen, maar in de toekomst ga je mij zeker vaker op de fairway tegenkomen. Waar ik echt van geniet is zien hoe koeien grazen van sappige weilanden. Zeg nou zelf; dat zijn toch de mooie dingen in het leven? En het brengt je over de hele wereld. Nog steeds vind ik het fantastisch als ik bij klanten in het veld sta en het gras zie opkomen.’
‘ER STEEKT MEER ACHTER DIE GROENE SPRIETJES DAN JE DENKT’
TOCH HOOR JE NIET VEEL OVER DE GRASZAADSECTOR EN -MARKT. WELKE POSITIE HEEFT AL DAT VEREDELEN, ZAAIEN EN OOGSTEN BARENBRUG OPGE LEVERD? ‘Wat volume en omzet betreft hebben we wereldwijd een twee de plek. Het familiebedrijf beschikt in alle belangrijke klimaatzones over onderzoeksfaciliteiten: we hebben achttien kantoren en tweeëntwintig locaties voor onderzoek en ontwikkeling op zes continenten en in meer dan twintig landen. Als het gaat om innovatie en marktbenadering vinden we zelf dat we marktleider zijn. Die toegevoegde waarde vormt onze strategie. Kijk, Barenbrug is geen commodity bedrijf. Wij zijn een totaalbedrijf; marktgericht en met de focus op innovatie en toege voegde waarde voor de eindgebruiker. Voor iedereen die gras gebruikt, willen wij een oplossing bieden of behoefte invullen.’
IN WELKE MARKTEN VERWACHT BARENBRUG NOG TE KUNNEN GROEIEN?
‘Groei zien we in de veehouderij; boeren willen meer gras oogsten, van betere kwaliteit en met een hoger eiwitgehalte. Ook in de andere markten - sport en recreatie - groeit Barenbrug. Het marktaandeel dat we hebben in golf en voetbal is groot. Bij uitstek markten waar de kwaliteit enorm hoog is. En doordat het kwaliteitsbewustzijn van afnemers hoger wordt, neemt de vraag naar onze producten toe. Verder hebben we een sterke positie in retail.’
VOETBAL? ‘Voetbalvelden ja. Ik kan alle clubs waar ze op ons gras spelen wel opnoemen, maar door te zeggen dat we in alle Nederlandse stadions liggen ben ik sneller klaar. Wij kijken eerst naar het gras en pas
GRAS IS DUS EIGENLIJK EEN MILJOENENBUSINESS. IS DAAR AANDACHT VOOR DUURZAAMHEID?
‘Zeker! En dat aandeel wordt alleen maar meer. We zetten met een R&D jaarbudget van tien miljoen euro in op meer opbrengst, droogte-tolerantie en minder bestrijdingsmiddelen, maar ook op een betere verteerbaarheid. In feite hebben we een sleutel van het klimaatprobleem in de veehouderij in handen, maar de EU staat het niet toe. Wij kunnen namelijk met DNA-technologie (CRISPR Cas) gras ontwikkelen waardoor koeien minder methaan produceren; dat zou enorm helpen tegen de klimaatverandering. Hetzelfde speelt bij greenkeepers die na 2020 geen bestrijdingsmiddelen meer mogen gebruiken. Met CRISPR Cas zouden we kunnen voorkomen dat je gras ziek wordt. Zo kan de keuze voor het juiste gras dé oplossing zijn voor eindgebruikers.’
VERKOOP IN DE MENGVOEDERINDUSTRIE, MAAR DAN ANDERS. IN MEERDERE OPZICHTEN. DIRECTEUR ERIK REEFHUIS VAN GIJS IS DE MAN ACHTER EEN OPVALLEND CONCEPT.
Geen eigen productie en geen vrachtwagens in eigendom, maar wel stalnutritionisten, accountmanagers, bemestingsspecialisten, Gijsjes en een aanpak die anders is dan anderen. Mengvoederbedrijf Gelre IJsselstreek, ook wel GIJS, in Azewijn van Erik Reefhuis is anders. En dan ook écht anders dan de geijkte traditionele mengvoederbedrijven. ‘Er wordt hier geen brok geproduceerd; dat laten we over aan een achttal mengvoederfabrieken. Het belangrijkste wat wij doen is voer samenstellen en inkopen; voornamelijk maatwerkvoeders. Hierdoor zijn we flexibel tegen een scherpe prijs.’
VERDIENMODEL IN KRIMPENDE MARKT
GIJS doet het pas sinds 2012 op deze manier, maar is sindsdien drie keer in voertonnen gegroeid. Een opzienbarende prestatie, temeer omdat ze in een krimpende markt zitten. ‘Er zijn gewoonweg minder brokken nodig in Nederland. Dit betekent dat er niet efficiënt kan worden omgegaan met de beladingsgraad en lege kilometers. Hierdoor is er sprake van overcapaciteit in mengvoerfabrieken. Al met al een groot verlies van rendement in de sector.’ Ondanks de risico’s ziet Erik er een verdienmodel in. GIJS werkt met acht producenten samen. ‘Nederland telt veel mooie fabrieken; elke producent is ergens goed in. Ons maakt het niet uit waar het vandaan komt, het gaat erom welk voer het beste bij de dieren past.’ Een werkwijze die in 2012 nog ongebruikelijk was. Inmiddels zijn de rollen omgedraaid en weten mengvoerbedrijven GIJS te vinden als ze een gat in de productie zien aankomen.
NIETS IS STANDAARD
Rode draad bij GIJS is persoonlijk contact met de boer. Zo zijn de bedrijfsbezoeken frequent en intensief, het voeradvies praktisch en op maat. Daarnaast krijgen klanten ook extraatjes en dat levert dikwijls een glimlach op, want GIJS is het eerste mengvoerbedrijf dat klanten een dag vrij geeft. ‘Ik regel dat alles op het bedrijf doorloopt en de boer en zijn gezin op mijn kosten een dagje uit kunnen. Verder organiseren we drie keer per jaar voor elke sector een activiteit; denk aan een bezoekje aan de bierbrouwerij, een ladies day voor boerinnen of een klantenavond op de zaak met barbecue en haal- en breng service. Niets is standaard bij ons; we zijn ‘een beetje vreemd maar wel lekker.’
ERIK REEFHUIS, DIRECTEUR BIJDat is ook te merken aan andere voordelen. ‘Bij de boer aan tafel praat je niet alleen over brokjes, maar komen er ook wel eens zaken op het gebied van ondernemen langs. Hiervoor moet je niet wegkijken, vind ik, daarom hebben wij een bemestingsspecialist en coachen we ondernemers. Min of meer cadeau; klanten verdienen bij elke bestelling punten, de zogenaamde GIJSjes. De ene veehouder bestelt een Bricksmeter, de ander kiest voor een bemestingsplan.’
TOP 3
Toch is uiteindelijk kennis en mensenwerk volgens Erik het belangrijkste wat GIJS doet. ‘Het maakt niet uit wie de brokjes maakt, als de samenstelling en de fysieke kwaliteit maar kloppen. Dat vergt kennis van hoog niveau. Voor koeien is dat in Nederland ruimschoots te vinden, dankzij de vele onderzoeksinstituten. Echter voor geiten is er niets. Daarom hebben we geiten-innovatiecentrum GIJS Mekkerhof opgericht, met 1.000 melkgeiten. Achterliggende gedachte is dat medewerkers en stagiaires daarmee hun kennisvoorsprong behouden en door kunnen groeien naar GIJS, want goede mensen met zitvlees vinden is best een probleem.’ Dat knelpunt kwam in 2017 aan de oppervlakte. Zijn personal touch-strategie heeft dan inmiddels tot een snelle groei van de business geleid. Zodanig dat hij het amper bij kan benen. ‘De ambitie van het geitenteam is om bij de top drie van geitenvoerleveranciers te horen. Daarnaast willen we winnaar zijn in de rundveemarkt in Oost-Nederland.’
GIJS
MAAR DAN ANDERS

ONBOARDING DE CRUCIALE EERSTE

MAANDEN
Moest je het vroeger op je eerste werkdag met een snelle rondleiding doen, tegenwoordig gaan veel bedrijven een stuk serieuzer met de introductie en inwerkperiode om. Beter ook, want als het ‘onboarden’ niet goed verloopt, kijkt bijna een derde van de nieuwe medewerkers binnen een half jaar alweer uit naar een nieuwe baan. Zonde van de kosten. Zeker in deze krappe arbeidsmarkt. Hoe maak je er als werkgever een succes van?
#1. Bereid de werknemer voor zijn eerste werkdag al voor op zijn werkzaamheden. Stuur alvast wat informatie op of nodig hem uit voor de borrel of het bedrijfsuitje.
#2. Laat de nieuwe medewerker zich welkom voelen. Creëer de mogelijkheid om relaties op te bouwen met collega's en leidinggevenden zodat hij zich onderdeel voelt van de organisatie.
#3. Benoem een buddy. Een persoonlijke coach kan het onboardingsproces nog beter en sneller laten verlopen.
#4. Laat veel van jezelf als bedrijf zien. Structuur, visie, missie, doelen, belangrijkste ontwikkelingen, waarden, cultuur en ook waar alles te vinden is, maar doe het in fases om information overload op de eerste dag en zelfs in de eerste week te voorkomen.
#5. Houd de vinger aan de pols en plan snel weer een feed backmoment in om de voortgang te bespreken.
#6. Stop niet na de eerste maand. Hoewel dan al veel praktische zaken voor de nieuwe werknemer duidelijk zijn, moet hij er werkinhoudelijk echt nog wel in groeien.
WORKFACTS
LINKEDIN FOTO
MAKE IT OR .... BREAK IT
Een beetje hogeropgeleide heeft wel een goede profielfoto op LinkedIn zou je denken. Nou, dat valt soms best tegen. Recruiters komen vaak genoeg foto’s van professionals tegen die echt ongeschikt zijn. Denk aan vakantiekiekjes, kroegfoto’s, gezellig samen met de hond en overbewerkte selfies. En nog erger; geen foto. Terwijl de foto juist het allerbelangrijkste onderdeel van je profiel is!

De foto kan je maken of kraken, want LinkedIn is het meest belangrijke netwerk dat recruiters en werk gevers gebruiken. Daarom deze tips: Wees jezelf, draag passende kleding, kijk recht in de camera, liefst met een glimlach. Een sympathieke foto in een neutrale en professionele setting waarin alleen je gezicht en schouders te zien zijn, is het beste. En natuurlijk is het een recente en kwalitatief goede foto.
ARBEIDSVOORWAARDEN LAAT ZE VOORAL NIET WEG
What’s in it for me? Dat wil een kandidaat graag weten als hij een interessante vacature tegenkomt. Toch mist het aanbod - en dat gaat verder dan het salaris - nog te vaak in vacatures. Erg jammer, omdat een deel dan meteen al afhaakt. Het salaris staat op plaats één bij het overwegen van een nieuwe baan, toch maken veel bedrijven zich er gemakkelijk vanaf met kreten als ‘marktconform salaris’ en ‘goede secundaire arbeidsvoorwaarden’.
Het is niet fout, maar zeg nou zelf; echt warm word je er ook niet van. Geef op z’n minst een indicatie van het loon. Verder geldt: hoe concreter, hoe beter. Dus als er een laptop bij de functie hoort, zet je het erbij. Doe dat ook met andere voorwaarden zoals flexibele werktijden, pensioenregeling, reiskostenvergoeding, dertiende maand, bonus-/ winstdelingsregeling, vakantiedagen, leaseauto, mogelijkheid tot thuiswerken, parkeergelegenheid, korting bij de ziektekostenverzekering, sportfaciliteiten etc etc.

‘NIEUWSGIERIGHEID MAAKT ONS BETER’

Natuurlijk is de why van Legro meer dan alleen ‘leuk’. Het familiebedrijf in Helmond beschrijft in een manifest precies waar de leverancier van substraten voor staat en wat hen drijft. Het is de groeiende behoefte aan voedsel en voedselveiligheid wereldwijd. ‘Een enorme uitdaging’, vindt Commercial Director Ted Buis. ‘Wij wil len continu beter worden, onszelf en onze producten ontwikkelen. Uit ambitie, maar ook uit nieuwsgierigheid. We willen ontdekken wat er nog meer kan. Wat er achter de horizon is. Dat doen we samen. Met grote betrokkenheid, bij elkaar en bij het bedrijf.’
WELKE POSITIE HEEFT LEGRO IN DE MARKT?

‘Eerlijk? Ik probeer zo min mogelijk naar de concurrentie te kijken. Je moet uit gaan van je eigen kracht, anders ga je alleen maar op ze lijken en dan wordt het uiteindelijk een gevecht om de prijs. Wat we al bijna 100 jaar doen is het produce ren van hoogwaardige substraten en dekaarde voor met name boomkwekerijen, jonge plantenkwekers, telers van zacht fruit en champignonkwekers; bij elkaar zo’n 1200 recepten. Dat doen we zonder tussenhandel of agenten; we verkopen direct aan de klant. We zijn zo trots op onze producten dat we deze het liefst persoonlijk bij de klant afleveren. Dat betekent dat we wereldwijd actief zijn. Een manier van werken die bevalt, want we groeien nog altijd. Zowel met bestaande als nieuwe klanten.’
WAT HEEFT JULLIE HET SUCCES GEBRACHT?
‘Simpelweg door het leveren van een consistent mengsel en door ons aan de af spraken met de klant te houden. Telers vinden het plezierig om elke keer hetzelf de te krijgen. Kijk, eigenlijk hebben we een atypische manier van verkopen. Het draait om vertrouwen; vertrouwen in ons product en in onze mensen. Doordat wij bij zoveel bedrijven komen, horen we ontzettend veel en is ons netwerk enorm. Legro wordt gezien als specialist. Die kennis verkopen wij gratis mee. Verkopers moeten comfortabel naast de teler staan en de goede informatie geven zodat de klant zichzelf kan verbeteren. Neem Britse telers die in bijvoorbeeld Tasmanië willen produceren. Ze nemen dezelfde rassen, doen wat teelt betreft alles het zelfde en anticiperen alleen op de lokale omstandigheden; dan komt er hetzelfde uit. Doordat wij een zo stabiel mogelijk product leveren, maken wij de expansie van de teler mogelijk. Een mooi idee, toch?’
GOED IS?
‘De komende tien jaar wordt voedselproductie mega! Dat maakt dat de sub
straatmarkt een positieve tendens heeft. Er is meer voedsel nodig waardoor ook de minder geschikte plekken op aarde gebruikt gaan worden. En dan heb je nog de klimaatverandering; producten moeten beschermd worden tegen natuurin vloeden en andere invloeden van buitenaf. Onze business zit daar middenin. De lange termijn trend voor de markt ziet er gunstig uit. Wereldwijd komen er pro ductiebedrijven met hoogwaardige teelttechnieken bij. Zo hebben wij klanten in Azië en Zuid-Amerika met state-of-the-art teeltbedrijven in champignons en zacht fruit. Ik denk wel eens: was ik nog maar 35, dan stond ik nu nog aan het begin van al dat moois dat komen gaat.’
EN OVERNAMES? IS DAT EEN OPTIE?
‘Tot op heden was onze groei volledig autonoom, maar ik kan niet garanderen dat het nooit gebeurt, een overname. Een aantal jaar geleden kochten we veenvelden in de Baltische Staten aan. Een grote investering, maar we willen het liefst elke stap in de keten beheersen en dus ook de sourcing van grondstoffen in eigen hand hebben om te allen tijde de kwaliteit van ons eindproduct te kunnen garanderen. Dat is ook het idee achter ons eigen transportbedrijf met 40 trekkende voertuigen en een eigen terminal in de haven van Antwerpen.’
JULLIE ZIJN WERELDWIJD ACTIEF. WAT ZIJN DE BELANGRIJKSTE GROEIMARKTEN?
‘Met wereldwijd 300 werknemers, negen productielocaties en zeven verkoopkantoren richten we ons momenteel vooral op het optimaliseren van de organisatiestructuur en op het uitbouwen binnen de Aziatische markt.’
JIJ WERKT TIEN JAAR BIJ LEGRO. WAT WAKKERDE JOUW ENTHOUSIASME VOOR LEGRO AAN? ‘Dat het familiebedrijf meteen als een warme jas voelde! Ik vind het mooi om mee te denken over de koers van een bedrijf en bij Legro had ik al snel het idee dat ik het wel een beetje zag. Daarbij sprak het product mij aan; het is de basis van de performance van de plant. De teler maakt een fantastisch product, hij vergroent de wereld en zorgt voor gezond voedsel. Wij, als Legro, leveren daar een kleine, maar essentiële bijdrage aan. Dat is de why voor mij!’

‘VOOR EN ACHTER HET VOERHEK MARKTLEIDER ZIJN’
AREND KUPERUS, CEO BIJ JOZ
Het apparaat waar het 75 jaar geleden allemaal mee begon maakte JOZ in Westwoud (NH) groot; de lopende band waarmee mest uit stallen werd afgevoerd. ‘In vrijwel iedere Nederlandse stal stond zo’n band. Inmiddels kleuren de stallen groen met onze robots. Ons doel is om voor en achter het voerhek marktleider te zijn’, aldus CEO Arend Kuperus.
Best een ambitieus doel. Hoe gaat JOZ dat voor elkaar krijgen? ‘Onze robots schuiven nu voer aan en mesten de stal uit, maar binnen afzienbare tijd hebben wij voor alle routineklussen slimme oplossingen. We duiken verder de keten in; concreet betekent het dat wij in 2020 vier nieuwe
systemen op de markt lanceren. Daarmee verwachten wij de omzet te verdubbelen.’
Is dat niet wat hoog gegrepen? ‘Valt mee hoor. Ons marktaandeel in Nederland is groot, maar als je over de grens kijkt, is er nog veel winst te behalen. Daarbij komt dat onze klanten groter worden en dan wordt professionaliseren een must. De landbouw wordt straks als het ware opnieuw uitgevonden. Vroeger lachten mensen om de melkrobot, nu is het heel gewoon en straks ga je nog meer robots in en om de stal zien. De robot wordt de nieuwe werknemer op het bedrijf. En als het aan ons ligt is dat een groene!’
JOZ bracht begin 2000 de eerste mestrobot op de markt. ‘Klopt, we zijn een echte nichespeler. Oplossingen voor mest zijn bij andere bedrijven iets wat ze erbij deden, terwijl het bij ons altijd al de corebusiness is geweest. Inmiddels is dat wel veranderd en springen ook andere ontwikkelaars in die markt. Mestsystemen zijn een belangrijk onderdeel
van de bedrijfsvoering van veehouderijen geworden. De stikstofdiscussie jaagt het gebruik nog verder aan. Onze systemen nemen daadwerkelijk de mest weg. JOZ staat bekend om zijn hoge kwaliteit en daar doen we geen concessies aan. Wij willen de beste zijn en dat lukt ons ook, omdat we snel kunnen schakelen. Bij ons kan een beslissing heel snel vallen; wat positief is voor toekomstige innovaties. Het hoeft niet over meerdere schijven.’
Je zegt dat er in 2020 vier nieuwe systemen op de markt komen. Welke zijn dat? ‘Dan moet je denken aan oplossingen voor andere routineklussen van de boer; het automatiseren van de box instrooien, ontsmetten van de stal en data-analyse. Voor de boer vermindert de workload, het koecomfort verbetert en het dierwelzijn gaat omhoog waardoor dieren beter presteren.’
Rabo Participaties is onlangs ingestapt als investeerder. Hoe dat zo? ‘Wij zijn snelgroeiend, maar we zijn er nog niet.
Nu Rabo Participaties als meerderheidsaandeelhouder is toegetreden, komt onze business in een stroomversnelling. Met een nieuwe generatie machines en softwarepakketten kunnen we ons sneller profileren en ontwikkelen. Nog even en boeren creëren een snelweg in hun stal waar verschillende machines met elkaar communiceren. Daarmee gaan we weer een stapje verder in het ontzorgen van de boer. Onze systemen lossen daadwerkelijk iets op.’
Hoe belangrijk is Made in Holland? ‘Dat echte staaltje Hollandse maakindustrie staat op één! Eigen ontwikkelaars, onze eigen R&D, eigen tekenaars en productiespecialisten. Wat er uit de fabriek komt hebben we samen gemaakt. Die trots is er wel! Allemaal door medewerkers die hun kop boven het maaiveld uitsteken. Iets wat we zeker stimuleren. Naast die daadkracht zijn we verder lekker nuchter hoor... Feit is echter dat geen concurrent op kan tegen 75 jaar knowhow en ervaring; waar we techniek, natuur en innovatie combineren en dichtbij de veehouder staan.’

GROOT KAN ZIJN KLEIN WAARIN EEN BEDRIJF

Door de kolossale eipromotie aan het pand is het hoofdkantoor van Ter Heerdt in Babberich niet te missen. Algemeen Directeur Chiel ter Heerdt verkoopt er geen kip meer door, maar daar gaat het hem ook niet om. Ook heeft het ei de promotie eigenlijk niet nodig, want dat heeft al een fantastisch imago. ‘Waarom we dit doen, heeft dezelfde reden waarom we eieren uitdelen tijdens hardloopwedstrijden, de nieuwjaarsduik organiseren en de voetbalclub sponsoren. Zo willen we als bedrijf de connectie met de maatschappij houden en pluimveehouders, onze klanten, helpen de sector te promoten en uit te leggen wat we nu eigenlijk doen.’ Het idee komt van Chiel zelf. ‘Ik zit vol plannen en zoek altijd iets waarmee we ons kunnen onderscheiden.’

EXPANSIEDRIFT VAN EEN IJZERSTERK MERK
Ter Heerdt, dat in 1935 werd opgericht, groeide in drie generaties uit tot de grootste leverancier van kuikens en hennen in Nederland. De kernactiviteit bestaat uit het uitbroeden en grootbrengen van kuikens tot leghennen en de verkoop hiervan in Nederland, Duitsland en België met een geschat marktaandeel van 35 procent. In het biologische segment is Ter Heerdt toonaangevend en belevert het 50 procent van de markt in Nederland. Uitsluitend van het merk Lohmann. ‘Een ijzersterk merk, exclusief ook. Ons motto is: voor iedere wens een hen. Dat houdt in een breed aanbod witte en bruine hennen die verschillende eigenschappen hebben waardoor ze een oplossing bieden voor de wensen van onze klant. Of onze klanten nu eieren leveren aan de consumentenmarkt of verwerkingsindustrie.’
GEK VAN KIPPEN

Met name de laatste vijftien jaar kwam de groei in een stroomversnelling. Expansiedrift leidde in 2009 tot de opening van een vestiging in Duitsland. In 2012 volgde België.
‘In die periode steeg de omzet van het familiebedrijf van 10 miljoen naar 50 miljoen euro en het aantal kuikens en hennen verzesvoudigde van 2 naar 12 miljoen stuks.’ De toename wordt deels aangejaagd door overnames, maar boeren doen ook gewoon graag zaken met het bedrijf om hun unieke producten en goede resultaten.
Ondanks dat het een klein bedrijf is, reageert het als een groot bedrijf. Volgens insiders is dat prettig werken; een gezonde dosis ondernemerschap gecombineerd met korte lijnen. Ter Heerdt staat vooral bekend om zijn betrouwbaarheid en technische kennis. ‘Werknemers met hart voor de zaak. Echte vakidioten, gek van kippen. Stuk voor stuk professionals die precies willen weten hoe een kip werkt en hoe we het nog beter kunnen doen.’ Kwaliteit leveren zit in ons DNA, stelt de directeur.
START UPS EN SKYBOXEN
Toch ging het Ter Heerdt niet altijd voor de wind. ‘Zo vallen er twee hectische periodes samen. In 2003 breekt de vogelgriep uit, maar zitten we ook net in een groeiversnelling door een overname van een concurrent. Een gekkenhuis. Toen leerde ik een belangrijke les. Verloochen nooit je DNA! Houd vast aan je kernwaarden’, zo adviseert hij.
HOUDERS NAAR HET VOLGENDE LEVEL HELPEN’
Voor de toekomst ziet Chiel nog genoeg kansen en legio keuzes: in verkorting van de keten, ei-concepten en innovaties. ‘Over vijf jaar hopen we onze broederijen energieneutraal te maken en het dierwelzijn nog een niveau hoger te tillen. We proberen voorop te lopen op actuele thema’s in de sector. Dat betekent laten zien wat je doet. Dat doen we bijvoorbeeld met de skybox in de broederij, de eerste en enige in Nederland.’
Een andere innovatie is de start up PoultryPlan; het dochterbedrijf dat ketenmanagement software voor internationale pluimvee integraties ontwikkelt. ‘Datamanagement is voor de pluimvee integraties een belangrijk middel om stappen te maken waarmee ze hun bedrijf kunnen laten groeien. En dat biedt ons weer kansen en synergiën; we kunnen er voor elkaar meer uithalen en onze kennis verwaarden in het buitenland.’
MEER SPRINTER DAN MARATHONLOPER
Start up PoultryPlan is niet alleen een mooi voorbeeld van new business, maar zegt meteen ook dat Ter Heerdt buiten de gebaande paden durft te treden. ‘Hoewel ik marathons loop, ben ik zakelijk gezien meer een sprinter. Ik wil altijd vooruit, de kansen die ik zie pakken. Ik ben nog lang niet klaar met dromen. Het mooie van ons bedrijf is dat je daadwerkelijk wat voor pluimveehouders kunt betekenen. Er komen moeilijke thema’s op hen af en ze vragen ons om hen naar het volgende level te helpen. Wij kunnen dan het verschil maken!’


OF JE NU EEN MANAGER TD, ENGINEER, COMMERCIEEL DIRECTEUR OF FINANCIAL ZOEKT, ZEKER IS DAT ER IN DEZE KRAPPE ARBEIDSMARKT EEN TEKORT AAN GOEDE MENSEN IS. WAT MOET EEN GOEDE RECRUITMENTPARTNER DAN BRENGEN?
#1. DOE WAAR JE GOED IN BENT
Doe waar je goed in bent en verder niet. Een goed recruitmentbureau heeft een specialisme en focust zich op een bepaald niveau. Daardoor is er nichekennis aanwezig en fungeert de recruiter als kennispartner van de opdrachtgever.
#2. INNOVATIEF HUNTEN
Veel bureaus zijn nog hopeloos ouderwets en doen het nog via hun ‘old boys netwerk’. Echter geeft recruitment en executive search op een kwalitatieve, transparante en moderne data gedreven manier een veel beter resultaat. Of het nu recruitment, interim of executive search betreft; om technologie en data driven recruitment kunnen we niet meer heen.
#3. REFERRALS
Een goed netwerk van referenten in de markt waar de headhunter een beroep op kan doen om mee te denken is goud waard. Wat betreft kwaliteit en betrouwbaarheid scoort referral erg goed. Bovendien is aantoonbaar bewezen dat deze mensen ook langer bij een organisatie blijven.
#4. EMPLOYER BRANDING
Hoe sterk is jouw werkgeversmerk? Goede verhalen trekken goede werknemers aan. Vertel het verhaal van je organisatie door de ogen van mensen. Zo gaat je organisatie meer leven bij een potentiële kandidaat. Gevolg is ook dat medewerkers trots zijn op waar ze werken en dit heeft ook intern een effect.

#5. VERTROUWEN
Vertrouwen in het bureau en in de consultant is en blijft de basis. Proces, referenties en inhoud kun je feitelijk checken, maar stel als opdrachtgever jezelf een simpele vraag: ‘Heb ik er vertrouwen in dat deze consultant voor mij de juiste persoon gaat vinden?’
#6.
DOORPAKKEN
Het kan snel gaan tegenwoordig. Zo snel dat het contract al voor het gesprek klaar ligt om getekend te worden. En kandidaten hebben de keuze. Daarom moet het proces vlot en netjes verlopen. Concentreer de gesprekken als meerdere mensen met een kandidaat moeten praten en niet onbelangrijk: laat de opvolging niet te lang duren.

‘IN EEN
SNELGROEIEND BEDRIJF
ARIS VAN OMMEREN, TRADER BIJ FARMEL
IS HET LEUKER WERKEN’
In tien jaar tijd van niks naar een omzet van 300 miljoen euro. Farmel in Emmeloord is een jonge speler in de zuivelhandel, maar maakt snel naam in de markt.
Farmel houdt zich bezig met de aan- en verkoop van rauwe melk en zuivelproducten, de bemiddeling van runderen en het ontzorgen van de ruwvoedervoorziening van veehouderijen. Daarbij ziet het handelshuis zichzelf als sparringpartner voor agrarische ondernemers. De levendigheid die

de handel in zuivelgrondstoffen met zich meebrengt, geeft Trader Aris van Ommeren altijd energie.
Hoe verklaar je de snelle groei? ‘Dat ligt aan onze unieke positie in de markt! Met eigen veehouders, eigen grondstof (melk) waar wij direct producten van maken waaronder poeders en boter. Deze gestandaardiseerde zuivelproducten exporteren wij naar Europa en daarbuiten. Het bijzondere is dat wij geen eigen productielocatie
hebben, maar in loonwerk laten produceren. We huren dus gewoon capaciteit bij de fabriek. Wij leveren de grondstoffen en we krijgen een eindproduct terug. Dan zit je ook niet met het verlies van een standstill van de fabriek. Plus dat als het goed rekent, we juist meer gaan draaien. Per keer wordt bekeken of het op dat moment beter is om de melk als melk te verkopen of om deze bijvoorbeeld te splitsen als room en concentraat of wellicht dat poeder meer opbrengt.’
TIJDENS HET GESPREK IS HIJ DE RUST ZELVE, MAAR ZODRA HET OVER TRADEN GAAT, BEGINNEN ZIJN OGEN TE GLINSTEREN EN WORDEN DE ARMBEWEGINGEN FELLER. TRADER ARIS VAN OMMEREN WERD OP ZIJN 24E AANDEELHOUDER VAN FARMEL. ‘ALLEEN AL DOOR HET KANTOOR LOPEN, GEEFT ZO’N ENERGIE.’
Hoe kijken ketenpartijen tegen jullie werkwijze aan? Het is toch best een traditionele markt. ‘Klanten vinden Farmel een aantrekkelijke partij, omdat wij zelf beschikken over grondstof. Andere handelaren moeten dit inkopen, terwijl wij het al hebben en kunnen verkopen aan de beste bieder. Voor de boeren, de leverancier, zijn wij een goede partner vanwege de korte lijnen en de goede melkprijs. We staan dichtbij de veehouder en zijn daardoor toegankelijk. Bovendien hebben wij minder regels. Onze boeren moeten natuurlijk wel aan kwaliteitseisen en duurzaamheidsaspecten voldoen, maar een quotum zoals andere zuivelaars hebben wij daarentegen niet.’
gespard om feeling te houden met de markten. En dus is er tussen de bedrijven door veel overleg; over het aanbod dat we krijgen en wat we ervan vinden. Zullen we dit kopen of niet? Moeten we onze positie uitbreiden? Waarom krijgen we dit product ineens aangeboden; is er wat aan de hand? Je moet continu op de bal zitten, weten wat er speelt in de markt. Die dynamische sfeer die er op kantoor heerst, ook al loop je er alleen maar doorheen, geeft mij altijd zo’n energie.’
om het anders te doen dan andere handelshuizen. Zo hebben we begin september 2018 een online handelsplatform in fosfaatrechten gelanceerd. En eerder al zijn we ons eigen merk boter gestart. Inmiddels tellen we echt mee. Verder doen we veel in bio en zoeken we de specialisaties op zoals met biologische geitenmelk.’
Je was 24 toen je aandeelhouder werd. Best jong.
Bij handelaren en financiële beurzen denk je al snel aan beursmannetjes en een hoop drukte. Gaat het er bij jullie ook zo aan toe?
‘Er zitten acht traders in de ruimte die allemaal bezig zijn met de in- en verkoop van zuivelproducten. Een levendige boel, want er wordt constant gebeld en met elkaar

Welk type persoon voelt zich daarin als een vis in het water? ‘Sowieso iemand die van aanpakken weet. De werknemers hier hebben redelijk wat pit. Je moet ook kunnen samenwerken en snel kunnen denken. Met analytisch vermogen ben je ook in het voordeel, want je moet gevoel ontwikkelen voor marktinvloeden. Kunnen inschatten wat er met de kaasprijs gebeurt als de melkprijs zakt.’
Is Farmel een beetje innovatief? ‘Best wel. We zoeken steeds weer nieuwe wegen en naar manieren
‘Mijn ouders hebben een boerderij in Mastenbroek; boer zijn is weliswaar een mooi, maar ook best een geïsoleerd beroep. Je bent veel op je eigen bedrijf bezig, terwijl ik nu elke dag veel mensen ontmoet en op veel plekken kom. In het laatste jaar van de agrarische hogeschool kreeg ik de kans bij ABN Amro te gaan werken. In die anderhalf jaar heb ik ontzettend veel geleerd. En toen kwam ik bij Farmel terecht. Toen nog niet zo groot als nu, maar ik ben er direct bij in gekomen als aandeelhouder en ben gaan handelen. Een jaar later zijn wij traders gaan aannemen, dus dat is best snel gegaan. Het zegt ook wat over de kansen en ontwikkelingsmogelijkheden hier.’
LANDBOUW
ZAL NOOIT MEER HETZELFDE ZIJN’
Wie denkt zijn agrarisch bedrijf in 2025 nog altijd op dezelfde manier te managen als nu, slaat de plank mis. ‘Precisielandbouw is nu weliswaar nog lastig op ieder erf te brengen, maar over zeven jaar is het mainstream.’
Vroeg je je enkele jaren geleden nog af waarom je in vredesnaam een camera of internet op je smartphone moest hebben, we zijn acht jaar verder en we zijn ermee vergroeid. Zo is het ook in de precisielandbouw, stelt Jan Kiers, Manager Smart Farming bij Agrifirm. Het optimale moment, de exacte plek en de juiste dosering met als resultaat minder middelen- en mestgebruik en een hogere opbrengst; daar komt het kortweg op neer. Volgens Jan heeft dit nieuwe landbouwconcept de toekomst.
Waarom omarmen boeren precisielandbouw nog niet massaal? ‘Boeren hikken tegen de hoge investeringskosten aan en zij zien niet altijd direct de financiële meerwaarde. Ook zijn er nog wat laatste hobbels te nemen. Daardoor komen nieuwe technieken en digitale hulpmiddelen wat lastig van de grond, maar over zeven jaar is precisielandbouw mainstream. Wie denkt zijn agrarisch bedrijf in 2025 nog altijd op dezelfde manier te managen als nu, slaat de plank mis. De grote vraag is hoe het er precies gaat uitzien en welke strategische keuzes je moet maken. En daar ben ik druk mee.’
Wat kunnen we verwachten en welke rol speelt Agrifirm? ‘De nauwkeurigheid van precisielandbouw gaat van werken op de tien vierkante meter naar werken op plantniveau in 2025/2030. We stappen over van groot zwaar materieel dat bodemverdichting veroorzaakt naar
lichte autonome innovatieve machinetjes die tussen de planten doorrijden. Die ommezwaai vergt ook aanpassing van Agrifirm, want welke verdienmodellen laat je erop los? Je kunt wel een app van 50.000 euro bouwen, maar wat is een teler bereid daarvoor te betalen en hoe verdien je dus een investering terug? Afgezet tegen de totale 2,2 miljard euro omzet van Agrifirm, moet je je afvragen hoe je dan van betekenis bent. Wat is het verdienmodel? Het voordeel is wel dat digitaal minder grenzen kent; in principe kun je met een goede phytophthora-app dus ook naar China, waar één miljoen hectare aardappelen staan.’
Is smart farming een bedreiging voor toeleverende partijen? ‘Boeren zullen altijd zaaizaad en meststoffen nodig hebben, net als een expert die hen adviseert, maar dat zal er wel anders uit gaan zien als de zonen en dochters aan het roer staan. Het verwachtingspatroon richting de coöperatie verandert hier ook door. Nu verwacht een akkerbouwer van ons een PDF met bijvoorbeeld een gewasbeschermingsmiddelenadvies in zijn mailbox, maar in de toekomst zal er een digitale opdracht naar de boordcomputer van de trekker worden verstuurd.’
Wat maakt het werk voor jouw interessant? ‘Het is onontgonnen terrein wat ontwikkeld moet worden en waar beleid voor gemaakt moet worden. Ik hoef me niet te vervelen. Bovendien ben ik niet de persoon om vijf jaar op de winkel te passen. Ik wil erbij zijn als er wat moet worden neergezet, ontwikkeld en bedacht. Daarom is deze baan een kolfje naar mijn hand. Ik ben geen übertechneut of agronomist, die hebben we genoeg in huis. Ik verbind partijen met elkaar en laat ze samenwerken. Daar heb je politieke voelsprieten voor nodig. Vaak speelt er meer dan alleen de simpele waarheid.’
Agrifirm is niet de enige partij die zich met precisielandbouw bezig houdt. Hoe onderscheiden jullie je? ‘Agrifirm is als coöperatie een belangrijke speler in de Nederlandse markt. Start-ups en niet-landbouwpartijen in de smart farming business hebben moeite om slagkracht te bereiken. Ze kennen de boer niet en dan kloppen ze toch weer bij ons aan. Het maakt ons ook wel weer uniek en daarmee
belangrijk in Nederland. Vanuit die positie kun je echt wat voor elkaar krijgen.’
Hoe zie jij de toekomst van de landbouw? ‘Wat er precies gaat gebeuren weet niemand, maar dat het iets groots, iets spannend is, staat vast. Eén ding weten we zeker; landbouw zal nooit meer hetzelfde zijn.’
Jij hebt veel Agribusiness bedrijven van binnen gezien. Waar staat Agrifirm? ‘Ik denk dat de meerderheid van mijn collega’s net zo zijn als ik. Als boerenzoon kan ik bijvoorbeeld emotioneel worden van een mooie koe. Hier heb je ze die dat kunnen worden van een aardappelplant! Collega’s snappen dat van elkaar. Het is een fijne cultuur. Mensen hebben hart voor de zaak en passie voor de sector. Daar goed mee bezig zijn, vind ik het belangrijkste van deze organisatie.’

Dus Nomilk2day heeft het goed gedaan? ‘Zeer zeker. Het is het klassieke headhuntersverhaal! Als boerenzoon van een destijds gemengd bedrijf met melkvee en akkerbouw, kwam ik na een studie Bedrijfskunde in de supply chain terecht. Vijftien jaar lang werkte ik als interimmer bij verschillende bedrijven in de agri- en foodbusiness. Toen Wim mij belde voor een vacature, gaf ik aan niet in de markt te zijn. Toch ben ik na een paar weken met hem en later ook met Agrifirm gaan praten. Lang verhaal kort: we waren allemaal enthousiast en ik heb snel toegehapt! Omdat het een boerencoöperatie is en er mensen werken zoals ik. We doen het voor de boer en in die cultuur voel ik me op mijn best.’


De vier voorbeelden die Martin Enderink, Global Sales Director Nedap Livestock Management bij de Pig Division geeft, zijn totaal andere werelden. Toch ligt er één noviteit aan de basis van het succes: RFID, oftewel: radio-frequency identification. Een technologie die in de jaren ’70 in de melkveehouderij begon met nektags en is doorontwikkeld tot smart oplossingen. Hiermee zijn varkens gedurende de gehele productiecyclus individueel te managen en verhoog je tegelijk het dierenwelzijn. De meest recente winst is de verschuiving naar intelligente sensoren, die dierinformatie en big data verzamelen die via cloud-services beschikbaar worden gemaakt. Er is wereldwijde vraag naar de oplossingen van Nedap Livestock equipment. Vooral in de regio’s Azië en Latijns-Amerika is er momenteel een investeringsronde gaande.
HOE LIGT NEDAP LIVESTOCK MANAGEMENT IN DE MARKT? ‘We zijn met onze techniek altijd al goed geweest in vooroplopen. Met nieuwe ontwikkelingen markten in beweging zetten. Ons sterke punt is dat we het heel groot kunnen. Als je het met 120.000 boeken in een bibliotheek kunt, dan lukt het met een zeugenbedrijf van 2500 dieren ook. Bovendien kan het materiaal dat wij gebruiken tegen een stootje. Valt een tag in de mestput? Ik garandeer je dat deze twee jaar later nog functioneert. Dat we indruk maken is zeker, want we doen zaken met veel grote varkensproducenten in de wereld.’
HOE MANAGE JE EEN MODERN ZEUGENBEDRIJF?
‘In het Nedap-concept heeft een zeug 24/7 de keuze waar zij wil zijn: wanneer zij wil eten, wil zij socializen met vriendinnen? De voergift en soort voeding is afgestemd op het individuele dier, want haar gewichtsverloop gedurende de drachtperiode wordt automatisch bijgehouden. Is zij berig dan pikt het systeem van sensoren dat direct op waarna zij bij de volgende eetronde automatisch in een aparte ruimte komt zodat zij opnieuw bevrucht kan worden. De routing in de stal is dusdanig uitgedacht dat ieder dier zijn beweging krijgt, ze kan kiezen waar ze het liefst wil zijn en er heerst doorlopend rust in de groep.’
‘In het concept voor vleesvarkens in grote groepen wordt de stal 10 procent beter benut dan in een traditioneel systeem èn wat dierenwelzijn betreft is dit het beste dat er bestaat. In het meest uitgekiende stalconcept mag een vleesvarken zelf kiezen of ze in ‘de keuken’, in ‘de woonkamer’, of in ‘de slaapkamer’ wil zijn. En dat terwijl wij telkens checken en observeren hoe het met de dieren gaat.’
SLIM BEZIG! ‘In het individueel managen van grote groepen worden we steeds beter. Het mooie van het systeem is dat op basis van algoritmes afwijkingen (ziekte, berigheid, of wanneer een zeug moet worden ingeënt of moet werpen) bij individuele varkens sneller worden gedetecteerd dan een boer met zijn blote oog kan signaleren. Maar het allermooiste vind ik persoonlijk dat wij een bijdrage leveren aan het dierenwelzijn, terwijl de bedrijven economisch steeds efficiënter gaan presteren. Ik ben zelf zoon van een varkenshouder dus herken ook écht de omslag naar respect voor het dier. Gevolg is dat er een versnellend effect optreedt als het om een bijdrage aan dierenwelzijn wereldwijd gaat.’
WAT IS HET SUCCESNUMMER VAN NEDAP? ‘Onze topper is het Pig Performance Testing station waarmee je afhankelijk van de beoogde genetische vooruitgang de beste dieren voor
‘WERELDWIJD TREEDT ER EEN VERSNELLEND EFFECT OP ALS HET OM DIERENWELZIJN GAAT’
je fokprogramma uit kunt kiezen. Deze tool gaat wereldwijd met duizenden over de toonbank. En daar zijn we onbetwist marktleider.’
EVEN OVER JOUW ACHTERGROND. JE BENT VAN DE FEEDSECTOR OVERGESTAPT NAAR DE TECHNOLOGIE.
HOE DAT ZO? ‘In eerste instantie was het mijn bedoeling om het varkensbedrijf van mijn vader over te nemen nadat ik een jaar of 15 buitenshuis had gewerkt, maar die tijd diende zich plotseling sneller aan dan verwacht toen hij rugklachten kreeg. Ik zag een bedrijfsovername echter niet helemaal zitten op dat moment. De Berlijnse muur was net gevallen en er was vrees voor een overaanbod van varkensvlees uit Oost-Europa, terwijl ons bedrijf niet klaar voor de toekomst was. Uiteindelijk ben ik in de diervoedingsector gestapt en heb ik de hele wereld rondgereisd. Zo zat ik zes jaar als Commercieel Directeur Asia-Pacific in Bangkok en twee jaar in China. Terug in Nederland ben ik na een aantal jaren bij Nedap aan de slag gegaan; en dat op 13 km van mijn geboortedorp. Dat mijn ervaring meer op feed lag, bleek geen issue. Nedap zocht juist iemand die niet helemaal verliefd was op techniek en vooral naar buiten op de internationale varkenssector gericht was. Er zijn veel technische specialisten om mij en mijn team daarin te ondersteunen als het technisch de diepte in gaat. Belangrijkste vraag is: waaróm zou je als varkensproducent voor de Nedap systemen kiezen? En juist die mooie propositie trok mij aan.’
WERELDWIJD VINDEN ER GROTE VERANDERINGEN
IN DE VARKENSSECTOR PLAATS. IS NEDAP
landen als China, Vietnam, Mexico en de USA. Verder werken boeren in Europa vaker buitenshuis. Trends die het managen van een varkenshouderij moeilijker maken. Dan is slim automatiseren op individueel dierniveau een oplossing. Vergeleken met concurrerende staloplossingen, geeft ons systeem bijvoorbeeld op eenvoudige wijze inzicht hoeveel vleesvarkens in een stal er over twee weken een bepaald gewicht hebben. Op de afleverdag worden de desbetreffende dieren automatisch naar een separatieruimte geleid. Dit zorgt ervoor dat er rust in de groepen blijft. Ondertussen blijven we volop doorontwikkelen in slimme oplossingen voor de sector - wat precies, is nog even top secret - en reiken we de hand naar andere bedrijven in de sector om het meeste uit de data te halen. Denk aan diergezondheid, voerconsumptie, gewichtsverloop en traceerbaarheid van individuele dieren. Zo denken wij de sector naar the next level te tillen.’
AFGEZIEN VAN HET INDRUKWEKKENDE PAND, WAT ZIJN
DAAR
KLAAR VOOR? ‘De toekomst ziet er voor Nedap gunstig uit. Varkensbedrijven worden groter, krijgen meerdere locaties en ook personeel vinden is een nijpend probleem, ook in
DE VOORDELEN VAN WERKEN BIJ NEDAP? ‘De organisatie zit zo in elkaar dat er geen functietitels zijn. Iedereen draagt namelijk bij aan het resultaat en is relevant, anders zat hij of zij niet op die plek. Dat leidt ertoe dat alle werknemers iedere dag voelen dat ze belangrijk zijn. Nedappers tonen ondernemerschap en geven zelf aan wanneer een rol niet langer bij ze past, want aan functioneringsgesprekken doen we niet. Vorig jaar kregen alle werknemers dezelfde bonus, want – en daar komt het weer – iedereen is even belangrijk. Leeftijd speelt ook geen rol, het gaat om expertise! Het motto hier is: als je denkt dat iets beter kan, zeg het, op welke plek je ook zit, want jij bent ook onderdeel van het succes. De reden dat ik hier zit, is dat ik iedere dag weer met een glimlach binnen stap. Dan denk ik: wauw! Hier gebeurt het.’

VERKOOP GEEN BULLSHIT
COMMUNICEER BEDRIJFSWAARDEN
Is je bedrijf duurzaam of maatschappelijk bezig? Beteken je wat voor anderen? Wat drijft de organisatie en medewerkers en hoe dragen medewerkers daaraan bij? Niet alleen jonge mensen hechten waarde aan hogere doelen, maar zeker ook de senior professional denkt na over waar hij zich aan wil verbinden. Uiteindelijk wil iedereen weten waar de organisatie voor staat. Wees daarin duidelijk en concreet!
STRAAL VISIE UIT
Een bedrijf dat niet goed weet welke richting het op wil, zal begrijpelijkerwijs nooit in het rijtje van meest aantrekkelijke werkgevers terecht komen. Straal een duidelijke visie uit. Wat willen we? Hoe doen we dat? Wees daar helder over! Dat trekt kandidaten aan en zorgt er ook voor dat ze blijven.
GOED IMAGO TREKT MEER KANDIDATEN
Hoe logisch het ook klinkt, toch doet niet iedereen er wat mee: het bedrijfsimago.
Organisaties die een goed imago hebben, die het nut zien van een goed werkgeversmerk, worden aantrekkelijker gevonden. Bijkomend voordeel is dat ze gemakkelijker gevonden worden door professionals.

PROCES ALS EEN GEOLIEDE MACHINE
Op dit punt laten veel organisaties het afweten. Zonde, want je steekt geld en energie in een traject met een slechte afloop. Zorg voor een strak sollicitatieproces met heldere verwachtingen, waarbij je de kandidaat centraal stelt en denkt vanuit zijn behoefte. Je moet mensen vanaf de eerste minuut binden, verleiden en enthousiasmeren.
GA AAN DE SLAG MET EMPLOYER BRANDING

Dus…wat te doen? Denk ook hier vanuit de kandidaat en zorg dat je een aantrekkelijke werkgever bent. Is dat op orde en kun je dat waarmaken? Dan kun je beginnen je werkgeversimago uit te dragen. Bekijk de organisatie als merk. Pak er een aantal unieke aspecten uit waarmee je je employer branding kunt neerzetten richting de markt. Verkoop geen bullshit, maar vertel een eerlijk en eenduidig verhaal. Het mes snijdt aan twee kanten: je huidige werknemers worden nog trotser op hun werkgever en je bent simpelweg aantrekkelijker voor nieuw talent.
WEES DUIDELIJK OVER CARRIÈREKANSEN
Voordat een sollicitant zijn contract accepteert, heeft hij vaak nog vragen over zijn ontwikkeling binnen de organisatie. Bedrijven zonder carrièreperspectief zijn minder aantrekkelijk als werkgever. Laat het geen wervingstool zijn, maar onderdeel van de dagelijkse praktijk. Anders bestaat de kans dat de kandidaat na een jaar zijn heil elders zoekt en dat lijkt me niet de bedoeling.
GROEI BRENGT HAMLET PROTEIN OVER DE GRENS

IN TE BRENGEN IS HET AAN JAN KAMPHOF EN ZIJN TEAM DE TAAK OM NIEUWE THUISMARKTEN TE CREËREN. Dat zijn flinke ambities. Waarom kennen wij in Nederland Hamlet Protein nog niet? ‘In Denemarken leveren we zowel rechtstreeks aan de boer als aan diervoederproducenten. Daarom zijn onze merken onder beide groepen goed bekend. Buiten Denemarken is Hamlet vooral bekend bij mondiale veevoederconcerns. Hamlet Protein levert ingrediënten aan mengvoerbedrijven in de hele wereld: hoogwaardige producten waar gepatenteerde biotechnologische processen achter zitten. Door het op de juiste manier toe te passen, behaal je uitstekende resultaten. Hamlet heeft dan ook naam gemaakt als een innovatief bedrijf met veel ambitie en groeimogelijkheden.’


Wat is de kracht van jullie focus op jonge dieren? ‘Gezonde darmen en een gezond immuunsysteem op jonge leeftijd, levert later veel voordeel op voor de diergezondheid en groei op latere leeftijd. De juiste startvoeding resulteert in minder ziekten en andere problemen, waardoor minder antibiotica nodig is en het dierwelzijn toeneemt. Als een kalfje van 10 weken op een bepaald gewicht zit, is de kans groot dat het zich ontwikkelt tot een goede melkkoe.’
Kunnen mengvoerbedrijven dit niet gewoon bij Nederlandse aanbieders halen? ‘Echt direct vergelijkbare concurrenten zijn er niet. Dat Hamlet Protein de beste optie is, heeft te maken met het gepatenteerde productieproces. Door deze biotechnologische processen onderscheiden onze producten zich. Wij leveren producten die niemand anders heeft. Dieren blijven gezonder en daardoor is er minder antibiotica nodig.’
Wat zijn je plannen? ‘Hamlet Protein heeft van oudsher een sterkte positie in Denemarken. Wil je verder groeien dan moet je de grens over. Nieuwe thuismarkten creëren in onder meer Nederland, Duitsland en Polen. Door regionale expansie willen wij ook in deze landen een gesprekspartner zijn en de beste oplossing bieden. Mijn doel is het neerzetten van een internationaal, resultaatgericht team en beter worden in wat we doen. Niet gewoon prijzen en monsters afgeven, maar relevante klantspecifieke oplossingen leveren, waardoor onze klanten de maximale waarde eruit halen.’
Hoe is het om voor een Deense werkgever te werken? ‘Vrijwel hetzelfde als voor andere Europese bedrijven waarvoor ik heb gewerkt. Zowel Denen als Nederlanders schakelen snel, allebei zijn ze no-nonsens en resultaatgericht. Ook wat betreft gevoel voor humor zitten we dicht bij elkaar. Verder zijn Denen ongelofelijk egalitair. Trots zijn ze op het begrip ‘janteloven’. Vergelijkbaar met onze uitdrukking: Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Een ander Deens volksbegrip is ‘hygge’ wat zoiets betekent als gezelligheid. Bij Hamlet Protein uit zich dat op vrijdagochtend in de ‘rundstykker’, samen met collega’s ontbijten.’
Waar komt het bij internationale verkoop op aan? ‘Als je onderdeel bent van het salesteam reis je veel. Het komt dus best aan op zelfstandigheid, maar er is steun van ervaren nutritionisten. Ik noem het liever een pro-actieve can do-mentaliteit waarin je zelf dingen doet. Op dit moment produceren we alleen nog in Denemarken en Ohio en vindt er export naar de rest van wereld plaats. Maar als de marktontwikkelingen in het huidige tempo doorgaan, kan het best zijn dat er een derde productielocatie open gaat. Volop kansen dus voor succesvolle werknemers.’
Internationaal werken moet wel bij je passen. ‘Zeker! Is het gek als ik zeg dat ik op Schiphol rondlopen leuk vind? Het internationale gevoel wat ik daar krijg doet iets met mij. In mijn werk verbind ik culturen met elkaar. Ik vind het ongelooflijk boeiend uit te vinden hoe het er in een andere landen aan toegaat en om de goede dingen die we in West-Europa in animal nutrition doen, ook naar andere landen te brengen.’
Welk aspect is voor jou de belangrijkste motivator? ‘Wat mij in mijn werk drijft is de bijdrage, die ik kan leveren aan een betere diergezondheid en een beter dierwelzijn. Juist omdat Hamlet Protein met deze relevante en actuele thema’s innovatief bezig is en de focus heeft op jonge dieren, kun je betekenis hebben met je werk. Op die gebieden waar de sector moet verbeteren, bieden wij een oplossing. In die zin zit je qua werk dicht bij maatschappelijke topics. Je kunt daardoor trots zijn op je werk en op de tennisclub vertellen wat je doet.’


Werkgevers in de tuin- en akkerbouw moeten vechten om de juiste mensen binnen te halen. Ook Nomilk2day signaleert een groeiende vraag en zet daarom Jan Gert Roest in als Senior Consultant op deze specialistische tak van sport. ‘Als je wil dat kandidaten voor jou kiezen, moet je een goed verhaal hebben.’
Jaarlijks studeren er hooguit 150 Hbo- en Wo-studenten met een Tuin- en Akkerbouwopleiding af. ‘Te weinig om aan de vraag van de markt te voldoen’, stelt Jan Gert, die focust op ervaren posities in de plantaardige productie en de periferie. ‘Want een deel daarvan studeert door of gaat op het bedrijf thuis aan de slag. Daarnaast zijn er afgestudeerden die ergens anders terecht komen; bijvoorbeeld in een start-up aan de randen van het vakgebied of helemaal daarbuiten. De sector moet het dus met een handvol professionals doen en omdat het al langer speelt, gaat het inmiddels ook knellen op management- en directieniveau.’
VRAAG NAAR MARKETING, BD, LOGISTIEK EN ICT
Naast het geringe aantal professionals dat in de markt is, ontstaan er door de toenemende grootte van bedrijven in de tuinbouw, extra functies. ‘Vooral posities op Hbo-niveau in de marketing, business development, logistiek en ICT zijn in opkomst. Bovenop het aantal vaktechnische mensen die zadenfirma’s, kassenbouwers en bedrijven in de gewasbescherming toch al zochten. Daarbij komt dat de tuinbouw sterk internationaal georiënteerd is.’
GROTE VERANDERINGEN
Zoals in de gehele agrarische sector, worden ook de tuin- en akkerbouw gekenmerkt door grote veranderingen. Zo blijft de opbrengst groeien en neemt de handel toe. De keten wordt data-intensiever en er worden stappen gemaakt in onder meer precisielandbouw en hybride veredeling. ‘De gevolgen hiervan ondervinden we op de arbeidsmarkt. Goede marktvooruitzichten, innovatie en het internationale werkveld stoken de vraag naar goed gekwalificeerde professionals en managers op.’
Een aparte categorie zijn opgeleiden in Agrotechniek & Management die zowel in de veehouderij als in de akkerbouw terechtkomen. ‘De vraag naar deze opgeleiden is enorm. Een gevolg van toenemende eisen aan bijvoorbeeld machines, de opmars van smart farming, sensortechnologie en data-gebruik. Super interessant om daar bij te zijn!’
OPEENS IS HET INTERESSANT
Kan wellicht een deel van het tekort worden opgelost door mensen van buiten de sector binnen te halen? Dit kan inderdaad een interessante toevoeging zijn, zo vindt Jan Gert. ‘Ik hoor geregeld dat mensen bij toeval in aanraking komen met de agrarische wereld en zich er dan pas in gaan verdiepen. Vervolgens ontdekken ze hoe boeiend de wereld is die aan de basis van ons voedsel staat. Als ze zien hoe de keten in elkaar zit, vinden ze het opeens wel interessant. Ze zien dat ze onderdeel zijn van een verhaal en dat is wat mensen aantrekt.’
VERHAAL GEEFT DOORSLAG
Bedrijven moeten dat verhaal dus wel klaar hebben, benadrukt Jan Gert. ‘Waarin onderscheidt jouw bedrijf zich? Wat voegt jouw organisatie toe aan de samenleving? Waarom is jouw bedrijf de winnaar van morgen? Je moet kunnen vertellen wat, hoe en vooral waarom je bepaalde dingen doet, en welke rol toekomstige werknemers daarin kunnen spelen. Zeker in een arbeidsmarkt met tekorten kan het verhaal de doorslag geven of hij voor jou kiest of voor een andere werkgever.’ En gaan jullie uiteindelijk samen verder? Zorg dan dat de onboarding goed verloopt. ‘Hoe mensen binnenkomen is essentieel. Je eerste werkdag kun je je jaren later nog herinneren.’
WERKGELUK
Ondanks de krapte in de sector is er geen automatische baangarantie. ‘Het succes hangt af van hoe je je als professional opstelt. Je moet jezelf in de kijker spelen en gemotiveerd zijn.’ Jezelf laten zien is één, maar jezelf kennen is volgens Jan Gert net zo belangrijk. ‘Weet wat je kwaliteiten en valkuilen zijn en schroom niet om bij de reflectie daarop hulp te zoeken. Een andere tip: laat het weten als je vooruit wilt. Wacht niet af tot er een keer iets langskomt. Nee, wees er helder over als je jezelf wilt ontwikkelen en een stap wilt maken. Durf je te uiten.’ Als je dicht bij jezelf blijft, zul je meer geluk in je werk ervaren.’
Wie met Research Director Egbert Knol van varkensfokkerijorganisatie Topigs Norsvin in gesprek gaat, kan er niet omheen. Hier zit een op en top onderzoeker die je graag op de hoogte brengt van de laatste ontwikkelingen in microbiomen, genen, receptoren en splicing. Het enthousiasme, als hij praat over de onderzoeken die Topigs Norsvin wereldwijd doet, spat er vanaf. ‘Je moet er lol in hebben om in een duizelingwekkende hoeveelheid data te wroeten om antwoorden voor problemen te vinden.’
Hoe zou je het innovatieklimaat bij Topigs Norsvin omschrijven? ‘We zeggen niet voor niets dat we ‘The most innovative breeding company in the world’ zijn. Toen we in 2012 aan de Nederlandse markt vroegen hoe ze tegen een fusie tussen Topigs en het Noorse Norsvin aankijken en geen politiek correcte antwoorden wilden horen, kwam eruit dat beide bedrijven als innovatief worden gezien. Er werd letterlijk gezegd: Als die twee nu samengaan, dan heb je een powerhouse te pakken! Temeer omdat beiden coöperaties zijn en niets afdragen aan aandeelhouders die zoveel mogelijk winst willen pakken. De winst gaat juist terug in de onderneming om deze weer te investeren. Bovendien profiteren we ook nog van het gunstige onderzoeksklimaat in Noorwegen. Sinds het samengaan hebben we de nummer twee positie in de wereld bereikt.’
Een sterke marktpositie! Wat is er nodig om die te behouden? ‘Voorop blijven lopen! Dat betekent dat we over een enorme innovatiedrift beschikken en onszelf blijven trainen. Het liefst blijf ik bij door gewoon overal bij te zijn. Door ons enorme netwerk ben je op veel plaatsen dichtbij nieuwe ontwikkelingen. Zo telt het project Breed-4-Food zo’n 27 subprojecten met crossovers naar andere diersoorten en disciplines die je op nieuwe ideeën en inzichten brengen. Wat mij
met beide benen in de praktijk houdt, is het lijstje dat ik boven mijn bed heb hangen. Daarop staan de grootste varkensproducenten in de wereld bij wie ik graag eens een week zou willen werken. De meeste plekken heb ik al kunnen afstrepen.’
Van welke ontwikkelingen verwacht je veel? ‘Vooral nieuwe technieken gaan hun opgeld doen. Er komen meer devices in stallen zoals camera’s en accelerometers die alle bewegingen van het varken waarnemen. Zien wanneer en hoe een dier eet, heen en weer loopt of agressief gedrag vertoont. Hier komt een enorme hoeveelheid aan gegevens bij kijken. Gewoonweg smullen! Wat ook heel mooi is, zijn de CT-scanners die op onze teststations in Noorwegen en Canada staan waarmee we alle segmenten van het varken volledig in beeld brengen: botten, organen, de hoeveelheden en gebieden waar vlees zit. Dat we op dit niveau onderzoek doen, maakt indruk op mensen!’
De varkenssector ligt onder een vergrootglas en doet er veel aan om zichzelf te verbeteren. Hoe draagt Topigs Norsvin zijn steentje bij? ‘Natuurlijk proberen wij met oplossingen te komen voor de zorgen die boeren en andere betrokkenen in de sector noemen. Daarom sturen we in de fokprogramma’s niet op het ongeremd produceren van biggen, maar vinden wij dat er voor alle biggen voldoende spenen moeten zijn; met 16 biggen praat je dus over speenaantallen van 16. Meer wil je eigenlijk niet! Ook op het gebied van gene-editing/ CRISPR-Cas zijn we erg voorzichtig. Technieken die wij ook beheersen, maar die je in ethisch opzicht misschien niet moet willen gebruiken. Wat ons erg veel heeft gebracht is onze rol als voorloper in berengeur, het terugdringen van staartbijten en niet te vergeten onze naamsbekendheid in vitale biggen. Het geeft een goed gevoel als je daar de sector mee vooruit helpt.’

‘ER ZIT VEEL KENNIS BIJ FORFARMERS’
Rick van Oort werkt sinds oktober 2018 als Marketing Manager Swine. ‘Ik heb heel erg het gevoel dat iedereen voor hetzelfde doel staat: For the Future of Farming. Collega’s zijn gepassioneerd over hun werk en er zijn weinig muurtjes. Wel zo prettig. Verder ben ik meteen betrokken bij conceptontwikkeling. Harstikke leuk en je leert je collega’s zo snel kennen.’ Ook voor Marjon Pot, sinds september 2018 Ketenconcept Manager, is de eerste indruk positief. Het is een unieke rol binnen de organisatie, die vraagt om veel eigen initiatief. ‘Ik probeer eerst helder te krijgen waar we staan met ketenconcepten. Zo bepaal ik waar ik toegevoegde waarde kan leveren.’
VOORTVARENDE START
Marjon zit al met ForFarmers bij veel verschillende partijen aan tafel. ‘Door mijn ervaring aan verschillende kanten van de tafel heb ik overzicht van alle schakels in de keten. Dat scheelt enorm bij het snel doorkrijgen wat er gebeurt, waar je moet zijn en bij het signaleren van eventuele gevoeligheden.’ Anders dan Marjon begeeft Rick zich puur in de varkenssector. ‘Mijn dagelijkse werkzaamheden hebben altijd de vier P’s in zich: product, prijs, promotie en plaats. Marketing houdt voor mij in dat ik een brugfunctie heb tussen nutritie en innovatie (ons Nutrition Innovation Center), de veehouder, specialist en accountmanager.’

‘FOR THE FUTURE OF FARMING

SAMENWERKING BRENGT SECTOR VERDER
Hun manager en tevens nieuwe COO van ForFarmers Nederland per 1 januari 2019, Pieter Wolleswinkel, acht het samenwerken tussen de twee functies noodzakelijk voor de toekomst van de varkenshouderij. ‘Rick bekijkt het vanuit de behoefte van de varkenshouder en Marjon overziet de keten. De rol van de retail en van de consument die meer interesse toont in de kwaliteit en herkomst van voedsel, zijn daarin belangrijk. De dynamiek in de keten wordt steeds duidelijker en als ForFarmers zitten we daar middenin’, constateert Pieter. ‘Als voerleverancier – in het midden van de keten – speel je een schakelrol. Marjon richt zich daar specifiek op.’

GROEIAMBITIES
Het gegeven dat ForFarmers inspeelt op trends in de markt, maakt het voor Marjon een interessante werkgever. ‘Ik denk dat het bedrijf daardoor op veel gebieden een voorlopersfunctie heeft bereikt. Bovendien zit er veel kennis in de organisatie.’ Rick voelt zich vooral aangetrokken door de prestaties die ForFarmers de laatste jaren neerzette. ‘ForFarmers is sterk in ontwikkeling, ze zijn actief in overnames en samenwerkingsverbanden en ook nog eens zeer marktgericht. Ik wil graag voor een bedrijf werken met ambitie. En dat is ForFarmers duidelijk!’
VEEL FOCUS OP TRAINING EN ONTWIKKELING
De bedrijfsomvang heeft nog een pluspunt. Wil iemand zich vakinhoudelijk specialiseren of juist bepaalde skills verder ontwikkelen, dan is die mogelijkheid er. Daarvoor zijn er onder meer de ForFarmers sector Academies die een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de marketingen verkoopmedewerkers. Zo kunnen mensen snel (door)ontwikkelen. Rick kreeg die kans. ‘Ik kom eigenlijk uit de pluimveewereld en ik had daar gemakkelijk in verder kunnen gaan, maar ik wilde graag een andere sector in. Mijn visie verbreden. Dat betekende uit mijn comfortzone stappen; samen met ForFarmers ben ik die uitdaging aangegaan.’

‘WIE BETEKENIS IN ZIJN WERK ZOEKT, KAN DAT HIER VINDEN’
Als het gaat om diergezondheid behoort Nederland tot de wereldtop. Royal GD levert daarmee een belangrijke bijdrage aan de wereldexportstatus. Jan Willem de Vries en zijn team zijn de stuwende kracht achter de internationale ambitie. Tijdens handelsmissies gaat hij recht op het doel af. Director Business Development Jan Willem de Vries legt moeiteloos contact met belanghebbende partijen en maakt vervolgens afspraken met ambassadeurs en landbouwministers uit allerlei landen. Hij weet precies wie hij moet hebben en hoe de lijnen lopen. ‘Deuren openen, dat is waar ik goed in ben en dat is mijn toegevoegde waarde voor deze organisatie. Ik krijg enorm veel energie van partijen aan elkaar verbinden, kansen ontdekken, co-creatie en internationaal en strategisch bezig zijn.’
Hoe ziet de internationale strategie van Royal GD eruit? ‘De focus ligt duidelijk op groeiende economieën; op markten waar een middenklasse ontstaat en er een groeiende behoefte is aan dierlijke proteïne. Gebieden op de wereld waar dierlijke productie fors gaat groeien en diergezondheid een thema wordt zijn: post-Sovjetstaten, Azië en dan specifiek China en Vietnam, maar we zijn bijvoorbeeld ook in Myanmar actief. Daar liggen kansen voor ons bedrijf en die willen we pakken.’
Wat zijn de sterke punten van Royal GD? ‘Om welke dierziekte of aandoening het ook gaat, bij ons kun je terecht. Dat is vrij uniek. Eigenlijk verkopen wij daarmee betrouwbaarheid. Dat geeft dierhouders, dierenartspraktijken, overheden en het bedrijfsleven zekerheid en het opent markten. Omdat wij in Nederland alles vastleggen en documenteren en zo transparantie bieden, kunnen zuivelconcerns naar bijvoorbeeld China exporteren en kan er internationaal vlees worden verkocht. Naast het lab,
dat op wereldklasseniveau opereert, heeft GD met de uitvoering van de diergezondheidsmonitoring in Nederland een belangrijke taak in het signaleren en voorkomen van dierziekten en uitbraken. Op deze belangrijke USP hebben we hoog ingezet, want we willen voorop blijven lopen. Zodra er een nieuwe dierziekte uitbreekt, willen wij er snel wat voor kunnen aanbieden.’
Wat is jouw visie richting de toekomst?
‘Mijn visie is dat je met co-creatie meer bereikt. Met andere partijen gezamenlijk nadenken, innoveren en ontwikkelen. Van elkaars assets gebruikmaken en aan elkaar koppelen. Door de handen ineen te slaan, kun je er zoveel meer uithalen voor de sector. Ik noem dat daten in the cloud. Puzzels leggen, oplossingen zoeken, concepten bedenken… dat werk. Strategieën ontwikkelen waarmee je het bedrijf kunt positioneren. In het buitenland zit de puzzel soms anders in elkaar. Soms moet je de blokken op een andere manier neerleggen om samenwerkingen met andere (internationale) spelers tot stand te brengen. Met altijd het einddoel scherp op de horizon: het gezonde leven van dieren en gezond rendement voor dierhouders en een gezonde samenleving.’
Betekenisvol werk!
‘Belangrijk werk ook! Je bent bezig met het wereldvoedselvraagstuk. Als er in 2050 zo’n 10 miljard mensen zijn, moeten deze goed worden gevoed; met veilig voedsel van gezonde dieren en die op diervriendelijke wijze worden gehouden. Neem een kwestie als antimicrobiële resistentie (AMR). Als de wereld op dezelfde wijze doorgaat, zouden er in 2050 10 miljoen mensen per jaar aan kunnen overlijden. Royal GD werkt er hard aan om de inzet van antibiotica ook in andere werelddelen terug te schroeven! Wie purpose, betekenis, in zijn werk zoekt, kan dat hier vinden.’
COMPLEXERE REGELGEVING, MEER EUROPESE EN INTERNATIONALE WETGEVING EN EEN SLINKEND BEGRIP VOOR DE LANDBOUW. HET BUITENGEBIED VERANDERT EN ADVIESBUREAU VANWESTREENEN VERANDERT MEE.
Door de alsmaar toenemende milieuwetgeving begin jaren ’90 kwamen steeds meer boeren in de problemen. Voor Steven van Westreenen aanleiding zijn eigen adviesbureau op te richten. Vandaag de dag lijkt er wat betreft wet- en regelgeving niet veel veranderd! Toch is dat volgens de directeur wel degelijk zo. ‘Politiek gezien was er destijds meer hart voor de landbouw.’ Een andere wijziging is dat de wereld er complexer op is geworden, vult mede-eigenaar Barry Wopereis aan. ‘Er zijn meer soorten regelgeving; was het vroeger nationaal, nu heb je ook met Europese en internationale richtlijnen te maken. Neem de Natura 2000 gebieden en dan heb je nog de mestproblematiek, antibioticareductie en stikstofcrises die boeren eroverheen krijgen. Om over bestemmingsplannen, welzijnseisen en vergunningen nog maar te zwijgen.’ Met name ondernemers met complexe vraagstukken en bijzondere gevallen weten dan ook in toenemende mate het kantoor te vinden.
Welke positie hebben jullie weten te bereiken? Steven: ‘Boven de rivieren zijn wij één van de grotere adviesbureaus gespecialiseerd in de agrarische milieu-, bouw- en ruimtelijke ordeningswetgeving. Zeker als je weet dat wij onafhankelijk zijn en geen onderdeel uitmaken van bijvoorbeeld een voerbedrijf of andere dienstverlener. Ook zijn er maar weinig die het complete pakket aanbieden. Onze kracht is dat wij een traject aanvliegen vanuit meerdere disciplines. Wij dienen één belang: die van de opdrachtgever, van begin tot eind. Door die korte lijnen kunnen we snel schakelen en acteren op bepaalde wetgeving.’ Barry: ‘Die snelheid van handelen komt denk ik ook voort uit de grote betrokkenheid van onze werknemers bij de sector. Allemaal hebben we iets met de landbouw. De roep om iets te doen is groot.’
Barry, waarom koos jij voor VanWestreenen? ‘Eind jaren ’90 zat ik namens de overheid aan tafel om te controleren of bedrijven zich aan de voorschriften hielden. Ook schreef ik vergunningen, maar ik vroeg me steeds vaker af of ik echt aan die kant wilde werken. Eigenlijk zat ik liever aan de kant van de boer. Al die regeltjes; ik kon er niet altijd achter staan. Mijn roots, ik ben geboren en getogen op een varkensbedrijf in de Achterhoek, hebben daar natuurlijk een groot aandeel in gehad.’
Welk effect heeft de kleiner worden boerenpopulatie op jullie business? Steven: ‘De laatste tien jaar doen we naast advisering aan agrarisch ondernemers meer advieswerkzaamheden in aanverwante sectoren in de food en industrie. Denk aan slachterijen, voerfabrieken, afvalinzameling en transportbedrijven. Takken die we de komende jaren nog verder uitbouwen. Inmiddels bestaat 50 procent van onze business uit mestverwerking. Verder groeien de opdrachten van (ex)boeren met een andere onderneming zoals een kalvertak, windmolens, zorgboerderij, streekwinkel, ijsboerderij of recreatie. Het buitengebied verandert en wij veranderen mee.’
Welke projecten blijven je bij? Steven: ‘Ik vind het altijd een mooie uitdaging om als regisseur een proces vlot te trekken. Ervoor zorgen dat de klant verder geholpen is. De ene keer sta je tussen het pluimvee, dan weer op een manege en een dag later in de rechtbank. Je bent vaak bezig met 100 ballen in de lucht te houden.’
Hoe ver gaan jullie? Steven: ‘Nee, is bij ons geen antwoord. Maar wel: hoe zou het anders kunnen. We zoeken altijd het gaatje op.’ Barry: ‘Wij durven stelling te nemen en staan daarom ook bekend als partner die het onderste uit de kan haalt, altijd de grenzen opzoekt en als het kan er overheen gaat. We kiezen nooit de behoudende kant, maar gaan altijd voor het maximale.’


MEER SUCCES IN JE LOOPBAAN? WERK AAN JE

'Op de werkvloer kun je veel voordeel hebben van een goed ontwikkeld EQ. Zo zijn deze mensen meer zelfbewust, snappen ze het belang van heldere en respectvolle communicatie en blijven dan ook kalm bij heftige emotionele reacties van anderen. Verder hebben ze meer controle over zichzelf, hun emoties, gedachten en acties als leidinggevende. Handig is ook het vermogen zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. Waar anderen gefrustreerd, boos of onverschillig raken, blijven werknemers met een hoog EQ rustig en lukt het ze zelfs om vooruit te komen in stressvolle tijden.’
‘Niet zo gek dus dat ze goed functioneren in een team; waar ze open en eerlijk ideeën delen en teamleden helpen waardering op te brengen voor verschillende standpunten. En dit zorgt weer voor een plezierige werkomgeving, waar wordt omgekeken naar anderen. Het mooiste vind ik eigenlijk nog dat emotioneel intelligente mensen optimistisch zijn ingesteld. Ze laten zich niet snel ontmoedigen als er beren op de weg komen. Met andere woorden; ze hebben een groot probleemoplossend vermogen en weten conflicten beter te managen. Gevolg is een hogere pro ductiviteit of beter resultaat. Dat ze anderen hierin mee kunnen krijgen, is een leuk extraatje.’ Niet iedereen heeft zijn EQ helemaal in de vingers, maar dat is volgens Jakub te trainen. ‘Wie meer succes in zijn loopbaan wil, raad ik aan om zich hierin te verdiepen. In gesprekken met kandidaten voor bepaalde functies, kijk ik dan ook verder dan puur opleiding en werkervaring. Interessant is om te ontdekken hoe mensen handelen in uitdagende situaties en hoe ze leren een betere versie van zichzelf te worden.’
Jakub neemt daarom elke keer weer de moeite om een totaalplaatje van een persoon te vormen dat verder gaat dan puur een CV. ‘En dat wordt natuurlijk ook van mij verwacht als headhunter.’


Je durft wel! ‘Wat ik ermee wil zeggen is dat innovaties veel voor onze klanten betekenen; voor hun bedrijf en de dieren. Uiteindelijk help je daarmee een complete sector. Uitermate bevredigend.’
Zie je dit ook als het bestaansrecht van de onderneming? Dat het er in eerste instantie niet om gaat wat je doet, maar om waarom je het doet? ‘Het haakt aan bij onze visie: voeding en gezelschap verrijken ons leven. Vanuit deze visie zijn we ons er terdege van bewust dat we een rol spelen in de voedselketen en een groot effect hebben op diergezondheid en dierwelzijn en dus op de voedselvoorziening wereldwijd. In onze ‘companion animal’ business zien we dat huisdieren een steeds belangrijkere plaats innemen in gezinnen en zo ‘levensverrijkend’ zijn. Het is fantastisch om innovaties op de markt te brengen die onze bedrijfsvisie onderstrepen en verder vorm geven. Ik zeg wel eens dat wij in een people business zitten in plaats van in de agrarische sector; en daar zit een kern van waarheid in. Wij zijn, als sector, bezig met het bestrijden van een “ziekte” die, getalsmatig, een veel bredere impact heeft dan een medicijn tegen bijvoorbeeld diabetes en kanker bij elkaar: honger! 800 miljoen mensen gaan dagelijks met honger naar bed! Dan heb ik het arme deel in de Westerse wereld nog niet eens meegenomen, waar zo’n 1 op de 6 kinderen geen toegang heeft tot hoogwaardig voedsel; waaronder dierlijke eiwitten.’
Is die visie nog te handhaven nu Elanco een beursgang heeft gemaakt? ‘Absoluut! Vanaf 2007 is Elanco in een sterke groeispurt gekomen. Vorig jaar zijn we een zelfstandige entiteit geworden met een beursgang in New York. We hebben een sterke visie en strategie. Het verwezenlijken van deze visie is belangrijk voor onze investeerders, voor onze klanten én voor het bedrijf. We staan nu op eigen benen en zullen onze eigen keuzes maken! We zijn ervan overtuigd dat dit de groei van het bedrijf positief gaat beïnvloeden.’
Wat vergt dat aan innovatie? ‘Elanco kiest voor innovatie. De landbouwsector had zich, zonder uiteenlopende innovaties, de afgelopen vijftig jaar nooit zo kunnen ontwikkelen: sterk ontwikkeld management, enorme genetische vooruitgang en effectieve medicijnen etc etc. Zonder innovatie geen vooruitgang. De laatste twee jaar bracht Elanco vijf nieuwe middelen op de Benelux-markt; er zitten er nog eens 36 in de pijplijn. Elanco creëert waarde voor haar klanten via deze innovaties en ik vind het prachtig om innovaties in de markt te zetten.’
Even over de groeispurt. Wat was de aanleiding en zet deze door? ‘Dat begon in 2007 met de lancering van onze gezelschapsdieren business. We hebben sindsdien meerdere grote - en kleinere - overnames gedaan en daarmee ons portfolio verder verstevigd en uitgebreid. Dan gaat het vooral om producten om onze klanten - van dierenartsen, boeren tot huisdiereigenaren - te helpen hun dieren gezond te houden en een kwalitatief hoogwaardiger leven te bieden. Inmiddels telt Elanco 15 productiefaciliteiten, 125 merken, 5800 werknemers en afzet in 90 landen. Dat levert ons wereldwijd een vierde plek op. Wat we zien is dat de markt voor onze producten en kennis in ziekten groeit. In het bijzonder de behoefte aan kippenvlees neemt wereldwijd sterk toe. In Azië gaan de komende jaren drie miljard mensen naar de middenklasse bewegen; ze gaan dan autorijden, maar veranderen ook hun dieet waarbij de vraag naar vlees toeneemt. Verder is onze aquatak groeiende en ook de gezelschapsdieren-business neemt fors toe.’
Jullie zitten in de landbouw- en gezelschapsdieren, maar toch heb je het over een people business. Wat kan een werknemer daar persoonlijk mee? ‘Buiten dat ons dagelijkse werk een impact heeft op mens en dier krijgt elke medewerker twee dagen per jaar om op een andere manier invulling te geven aan onze visie. Dat kan werken bij een voedselbank zijn, praktische hulp bieden aan organisaties die zich richten op gezinnen die leven onder de armoedegrens of de handen uit de mouwen steken bij stichting Assistentiehond. Heel waardevol is ook ons Oost-Afrika project dat kleinschalige boerenbedrijven vooruit helpt met opleidingen en kleine productverpakkingen. Persoonlijk heb ik het voorrecht gehad om in Cambodja te kijken wat Elanco doet in samenwerking met stichting ‘Heifer’ om de allerarmste gemeenschappen via educatie en het geven van dieren uit de armoedezone te halen. Ik ben er trots op dat mijn bedrijf dit soort initiatieven van harte steunt!’
Wat is jouw drive? Waarom zit je hier na 17 jaar nog steeds? ‘Het mooie van werken bij Elanco is dat je wetenschappelijke inhoud combineert met commerciële vaardigheden in een uitdagende omgeving, met fantastische mensen. Je krijgt als werknemer hier echt de ruimte om het verschil te maken en dat alles binnen een prachtig bedrijf met een mooie cultuur. We zijn bij Elanco op zoek naar het hart en het hoofd van mensen, de handen volgen dan vanzelf.’
* Coccidiose is een parasitaire darmziekte die (vlees)kuikens treft. Het kan leiden tot diarree, bloedverlies en in enkele gevallen ook tot sterfte.
TOP 6
TRENDS IN ONLINE RECRUITMENT
1. MOBILE ONLY
Van Mobile First gaat ook de recruitmentwereld meer en meer over naar Mobile Only. Hoewel het echte solliciteren vooralsnog op de pc gebeurt, vindt het oriënteren op vacatures en potentiële werkgevers vooral op een mobiele telefoon plaats. Een goede strategie is dan ook noodzakelijk. Zorg voor een mobiel geoptimaliseerde website en applicaties waarmee top of mind zijn, mobiel solliciteren en je profiel met een recruiter delen een peace of cake zijn.


2. SOCIAL MEDIA
Sociale media winnen aan populariteit. Onder hoogopgeleiden is vooral LinkedIn favoriet. #vacature is vaak trending topic op Twitter. Aangezien tweederde van de ideale kandidaten niet actief op zoek is naar een nieuwe baan en de vacature dus niet op vacaturesites tegenkomt, bereik je deze kandidaten wel op de socials die ze misschien wél dagelijks bekijken. Pluspunt is dat je met gericht targeten op onder meer branche, functietitel en woonplaats exact kunt bepalen wie de campagne of vacature te zien krijgt.
3. CHATBOTS & WHATSAPP
Mensen, en dus ook sollicitanten, zijn steeds minder geneigd tot telefoneren en sturen net zo lief korte tekstberichten. Recruiters signaleren een toename van het gebruik van WhatsApp in hun recruitmentproces en ook aan de opkomst van chatbots zie je dat werving en selectie meer en meer digitaal wordt. Deze ontwikkelingen kunnen headhunters veel werk uit handen nemen door een chatbot algemene vragen te laten beantwoorden, zoals bijvoorbeeld of de vacature nog open staat of waar kandidaten kunnen reageren.

4. FOCUS OP KWALITEIT
Oké, het is altijd fijn als er sollicitaties op openstaande vacatures binnenkomen. Maar het is nóg fijner als dit allemaal geschikte kandidaten zijn! Professionals met een aansluitende opleiding, rele vante werkervaring en een grote kans op succes in de functie. Ook hier zijn slimme, tijdbesparende oplossingen voor! Doe aan voorselectie middels een assessment, intelligentietest of persoonlijkheidstest. Een andere tool is remarketing waarmee je inspeelt op de candidate journey. Aan bezoekers die een specifiek vacature hebben bekeken, wordt deze later nogmaals getoond.
5. VIDEO
Video recruitment en videosolliciteren zijn volgens de kenners inmiddels niet meer weg te denken. Voor werk gevers een mooie tool om te laten zien wat voor bedrijf zij zijn en waar en met wie de nieuweling komt te werken. Zeker het verhaal van een enthousiaste medewerker komt sterk over. Wel zaak om ervoor te zorgen dat de video onder de aandacht van de doelgroep komt middels gericht adverteren op diverse platformen. Een andere optie is het reageren van kandidaten op een vacature met een persoonlijke video. Deze kandidaat pitch moet uiteraard passen bij het type kandidaat dat gewenst is voor de positie.
6. VOICE SEARCH & SCREENING
Gesproken zoekopdrachten zijn flink in opkomst en dat gaan we in recruitment ook merken, zo stellen de deskundigen. Hierbij ligt de nadruk meer op spreektaal: Waar is er een vacature voor een Sales Manager bij mij in de buurt? Voordeel van voice search is dat dit ervoor kan zorgen dat werkzoekenden en bedrijven snel vraag en aanbod op elkaar kunnen afstemmen. Screening op basis van de stem is weer een andere technologie om vast te stellen of een stem boeiend, kalm of betrouwbaar is. In een verkooprol kan dat bepalend zijn voor het resultaat.

‘BIG DATA IN PLUIMVEE IS BIG BUSINESS’



Het maakt hem trots wat hem en co-founder Bart Kemps in vijf jaar tijd is gelukt. ‘De eerste ideeën hadden we vijftien jaar geleden al op de universiteit, maar we zijn er met het team in geslaagd om deze in vijf jaar tijd commercieel te maken. In 2013 waren we first mover en nu gebruiken pluimveeproducenten wereldwijd ons systeem’, zegt Kristof Mertens. Hij is ervan overtuigd dat we ondanks de stappen die al zijn gezet in “Agritech” nog maar aan het begin van de digitale revolutie in de landbouw staan.
JULLIE WAREN ER VROEG BIJ! ‘Zeker. Onze eerste ideeën stammen al uit 2004. Toen bestonden de termen Cloud & Big Data nog niet eens. Toen we in 2013 commercieel de markt opgingen, had iedereen het wel over de Cloud en Big Data, maar wist bijna niemand wat ze er echt mee moesten. Wij bouwden ondertussen meer en meer functionaliteiten in onze producten. Nu beseft de sector dat wat wij toen al zeiden nog niet zo fout was, want inmiddels gebruiken geavanceerde pluimveehouders wereldwijd Porphyrio-technologie. In België betreft het meer dan de helft van de doelgroep. De echte groei zit eerst en vooral in Azië en ZuidAmerika. Innoveren zit gewoon in ons DNA. Zo maken we ook deel uit van een groot EU project, Internet of Food and Farm (IoF 2020). Een consortium van 73 partners dat werkt aan snelle toepassing van het Internet of Things in de Europese agrifoodsector.’
WAT DOEN JULLIE ALS TECHNOLOGISCHE WERELDSPELER IN PLUIMVEE?
‘Porphyrio is één van de markleiders in digitalisering en (big) data oplossingen voor pluimveebedrijven. Wij ontwikkelen tools waarmee professionele pluimveeproducenten snel allerhande data over hun kippen, eenden of kalkoenen kunnen verzamelen en analyseren. Zo weten zij precies hoeveel de dieren gedurende de dag eten en drinken, wanneer er gevaccineerd moet worden en wanneer ze slachtrijp zijn of hoeveel eieren ze gaan leggen. Zo geeft het systeem een accuraat inzicht in het heden en de toekomst met een early warning en predictie systeem. Zo voorkom je dat dieren ziek worden of kun je eerder ingrijpen bij een dip in de groei, zodat ook de hele productieketen blijft draaien. Slimme technieken die de leefomstandigheden van het pluimvee verhogen en leiden tot een efficiënt en daarmee duurzaam geproduceerd stukje vlees of ei. Zo krijg je uiteindelijk het juiste product, op het juiste moment tegen de juiste marge.’
IN Q4
2018 ZIJN JULLIE OVERGENOMEN. WAT ZIET HET GROTE DUITSE EVONIK
IN PORPHYRIO? ‘Evonik is een wereldspeler in aminozuren, maar heeft
een erg duidelijke visie op Precision Livestock Farming: digitalisering moet de pluimveeproductie, en later ook varkens- en aquaproductie optimaliseren. Big data is big business. Reden om de Animal Nutrition Division te versterken en fors te investeren in innovatieve technologieën zoals de onze. Wij hebben goede oplossingen, maar wij zijn een kleine organisatie met een lange salescyclus, terwijl Evonik een multinational met marktimpact is en een sterk netwerk heeft. Het is zaak om zo snel mogelijk zo veel mogelijk stallen met kippen op ons systeem te krijgen. En dat gaan we met de merge nog sneller bereiken.’

HOE ZITTEN JULLIE IN DE WEDSTRIJD? ‘Het eerste dat mij te binnen schiet is dat wij heel sterk geloven in de kracht van onze mensen zelf. Ik zie de club werknemers wel eens als een bende jonge, en oudere, wolven; een roedel met pluimvee-experts, IT’ers, datascientists en salesmensen die zich internationaal bewegen. We zijn een internationale groep, de voertaal is dus Engels. Nationaliteit is totaal niet belangrijk. Bevlogenheid wel. De sfeer in de teams en de open cultuur worden enorm gewaardeerd. Iemand die zich goed voelt, presteert beter; zo zien wij dat. Een gevolg van de New Way of Working-strategie.’
HOE KUN JE ALS WERKNEMER BIJDRAGEN AAN HET SUCCES? ‘Met heldere en inspirerende doelen en een positieve werkomgeving zorgen we ervoor dat onze mensen het beste uit zichzelf kunnen halen. Je kunt bij ons echt je ervaring laten renderen in een bedrijf dat nog gekneed kan worden. Natuurlijk, wij hebben een duidelijke visie, maar de weg er naartoe is er één die we samen bewandelen. Een ideale plek voor iemand die zijn ervaring wil laten gelden.’
WERKEN IN EEN CONVENTIONELE SECTOR ALS DE PLUIMVEE, MAAR
WEL EEN FRONT ROW SEAT! ‘De evangeliseringsfase ligt achter ons. Pluimproducenten en -specialisten begrijpen nu wel welke revolutionaire veranderingen er gaande zijn en nog op ons af komen. We zitten in een uiterst dynamische omgeving waarin wij als Evonik Porphyrio onafhankelijk opereren. Niet als een logge olietanker, maar als een innovatieve wendbare scale-up met wereldwijde impact. Want hoe je het ook wendt of keert, het is de uitdaging om de wereld op een zo efficiënt mogelijke manier te voeden. Dierlijke productie speelt daar een belangrijke rol in, maar wel op duurzame wijze met respect voor dier, mens en milieu. Wij hebben de tools om met minder meer te realiseren en dat geeft Evonik Porphyrio een relevante positie.’
DIGITALE REVOLUTIE

‘MET ONZE CERTIFICATEN OPENEN WE MARKTEN VOOR BEDRIJVEN’

De naam Kiwa doet bij veel mensen een belletje rinkelen als het KeuringsInstituut voor WaterleidingArtikelen. Inmiddels behoort Kiwa tot de wereldwijde top 20 op het gebied van testen, inspectie en certificering. In de bouw-, energie-, agro-, veevoer- en voedingssector en in de gezondheidszorg zijn ze een gerespecteerde partij. Vooral na het jaar 2000 is Kiwa flink gegroeid, ook internationaal. De omzet groeide naar 500 miljoen euro, het aantal medewerkers steeg naar 5000. ‘Uiteindelijk zorgen wij er met onze certificaten voor dat bedrijven toegang krijgen tot bepaalde markten. Zo lever je als werknemer van Kiwa een positieve bijdrage aan de hoge kwaliteit van de Nederlandse agrarische sector.’
WELKE KWESTIE HEEFT NU JULLIE BIJZONDERE AANDACHT?
‘Mest is heel actueel. Om de mestketen transparant te maken moet er een mestcertificeringssysteem komen. Samen met betrokken partijen uit verschillende sectoren schrijven wij mee aan dit mestcertificeringssysteem. Het is erg boeiend om hierover met de betrokken partijen in gesprek te gaan. Kwaliteitssystemen dragen bij aan een duurzame, transparante en veilige wereld. Wij voeren de audits en monsternames
voor deze kwaliteitssystemen uit. Dat doen we van veehouder tot retailer en alle schakels er tussenin, zoals bij dierenartsen, veevoerproducenten en vleesverwerkers.’
DE AGRARISCHE SECTOR HAALT NOGAL EENS HET NIEUWS. DAT MOETEN JULLIE MERKEN. ‘Klopt helemaal. Er kan altijd plotseling iets gebeuren. Mocht het nodig zijn dan zetten we onze expertise in om bedrijven zo goed mogelijk te helpen. Dit is bijvoorbeeld gebeurd in het geval van de fipronilcrisis. Dat had behoorlijke impact op onze mensen. De wanhoop van de pluimveehouders en hun gezinnen kwam echt binnen. Stuk voor stuk dramatische verhalen die de bedrijven veel persoonlijk leed en geld hebben gekost.’
NOG INTERNATIONALE AMBITIES? ‘Hoewel het zwaartepunt van ons werk in Nederland ligt, vliegen wij met onze klant mee de wereld over. Het gaat dan bijvoorbeeld om controles in pluimveehouderij. Grote bedrijven werken het liefst met één certificeringspartij zodat zij de uitslagen van hun verschillende bedrijven met elkaar kunnen vergelijken. Wij verwachten dat de internationale werkzaamheden gaan toenemen. Zo zijn we nu bezig om
buitenlandse bedrijven Beter Leven te certificeren.’
WAAR ZIE JE KIWA VERIN OVER VIJF
JAAR? ‘Sowieso is het zaak dat we meebewegen met de markt waarin we zitten. Klanten zo goed mogelijk faciliteren met kwaliteitsschema’s die markten voor hen openen; dat is tenslotte waar je het uiteindelijk allemaal voor doet. Verder blijven we ons focussen op automatisering. Was je vroeger na het opleveren van het certificaat klaar, tegenwoordig bepalen we meer en meer gedurende het gehele jaar op basis van data of een bedrijf voldoet aan de vereisten.’
WAT IS NODIG OM DAAR TE
KOMEN? ‘Gebruik gewoon je boerenverstand bij het zoeken naar kansen en ga daar actief mee aan de slag. Maak het pragmatisch en blijf dichtbij de business. Wij zijn echte doeners. Als er ergens echt een probleem is, is het een kwestie van knallen. Dan zetten we als het moet ook op zaterdag de telefoonlijn open om veehouders te woord te staan. Als zoon van een veehouder snap ik hoe de situatie voor boerengezinnen moet zijn. Dat zijn ook de momenten die je als collega’s met elkaar herinnert. Het brengt saamhorigheid in het team en maakt je trots.’
‘JE BENT EEN BETERE BAAS
ALS JE ZELF EEN ACHT BENT, MAAR EEN NEGEN BINNENHAALT’
De boer die zegt; “Dit is mijn bedrijf en wat de rest ervan vindt, doet er niet toe”, blijft niet lang meer in bedrijf. We leven in het Hong Kong van Europa; met veel mensen èn veel dieren. Gevolg is dat agrarisch ondernemers nog meer te maken krijgen met hun licence to produce en met vragen uit de keten.
De transitie gaat nog tot heel veel uitdagingen en hoofdbrekens leiden. Het heetste hangijzer in de politiek van dit moment vraagt van de hele keten een grote investering, want een verkeerd gemaakte keuze in het begin van de keten kan later desastreus uitpakken. Neem als voorbeeld voer dat zodanig is geoptimaliseerd, dat de kip het er perfect op doet, maar de bakker niet uit de voeten kan met een ei met zo’n hoog eiwitgehalte. De nutritionist van de voerleverancier schiet dan zijn doel ver voorbij. Wat ik daarmee zeg is, dat als je in de agrifood werkt, je altijd aan de gevolgen verderop in de keten moet denken als je voor een besluit staat.
Een nóg grotere impact heeft de hervorming waar de sector op dit moment middenin zit. Met ook verstrekkende gevolgen voor toeleverende bedrijven. Juist omdat de hervormingen zo snel en diep op de business ingrijpen, is doorgaan zoals we vandaag doen niet aan de orde. Toeleverende bedrijven moeten mee veranderen.
heb te vaak gezien dat organisaties die veranderen met dezelfde mensen in hetzelfde karrespoor blijven. Als je medewerkers binnen haalt die op je lijken, kom je nooit op een nieuw pad. Voor deze bloedtransfusie zijn namelijk heel andere competenties nodig. Deze managers moeten de nieuwe strategie ontdekken en het nieuwe punt op de horizon vinden. Met analytische denkers kom je er niet. Ga op zoek naar storytellers die de strategie via het management en directie kunnen doorvertalen naar de werkvloer. Hiervoor zijn motivators nodig die de happy few meenemen in de droom. Alleen de “I have a dream” en “Yes, we can” types kunnen je naar een nieuw spoor leiden.
Begin vandaag nog met het verzamelen van nieuw bloed om je heen. En dan niet de types die je altijd aanneemt. Ik
Een betere baas is een ondernemer die zelf een acht is, maar het aandurft om een negen binnen te halen. Daarvoor is lef nodig en dwarsdenken! Iets wat Nomilk2day als bedrijf met een entrepreneurial spirit beheerst. Wij denken mee en gaan zo nu en dan ook tegen de stroom in. Het afwijken van de gebaande paden wordt door klanten gewaardeerd. Dat we dat durven heeft alles te maken met het type collega dat wij aan onze teams toevoegen. Zij hebben zelf op posities gezeten waar anders denken de norm is. Het feit dat wij een marktgerichte headhunter zijn die vragen durft te stellen en de strijd met klanten durft aan te gaan onderscheidt ons. Vervolgens is het aan ons om die bloedtransfusie in de business op gang te helpen door de juiste kandidaten op de juiste plek te zetten.

