Test: Sneeuwschoenlopen kan iedereen; de techniek is eenvoudig. Dat verklaart de toenemende populariteit van deze winterbergsport. En dat verklaart het toenemende aanbod aan moderne sneeuwschoenen in buitensportwinkels. Maar welke moet je hebben? Hoogtelijn testte zeven modellen en wijst je de weg.
E
en Hoogtelijn-testteam van twee vrouwen en drie mannen toog het afgelopen voorjaar naar Schladming in Oostenrijk om de sneeuwschoenen te proberen. Ze gingen op pad in sneeuw/ijs van variërende samenstelling en met verschillende hellingshoeken, en onder verschillende weersomstandigheden. Lekker warm in het zonnetje die raquettes - zoals de Fransen ze noemen - onderbinden is immers een stuk eenvoudiger dan met verkleumde vingers in een natte winderige mist. Elk paar sneeuwschoenen is door alle testers enkele uren gedragen, waarna zij telkens direct hun ervaringen met de desbetreffende sneeuwschoenen hebben genoteerd. Hoe lopen de schoenen onder verschillende omstandigheden? Hoe is hun draagvermogen? Hoe werkt de stijghulp en hoe makkelijk trek je ze aan en uit? In de tabel kun je lezen tot welk oordeel de testers zijn gekomen. Er is één uitzondering: de wandelgids had zelf een paar sneeuwschoenen van Salewa, die een van de testers heeft geprobeerd. De bevindingen zijn ook te vinden in de tabel, maar berusten dus op het oordeel van één tester.
Donald Duck
Een paar steile klimmetjes en afdalingen maken meteen duidelijk dat je niet alle sneeuwschoenen over één kam kunt scheren. Bepaalde typen zijn duidelijk ontworpen
Sneeuwschoenwandelen: wat neem je mee? Bergwandelschoenen van het type B/C zijn geschikt voor sneeuwschoenlopen. Schoenen met een waterdichte ademende voering zijn warmer; een voordeel in de winter. Kleed je niet te dik aan. Je gaat de nodige fysieke inspanning leveren en krijgt het dus warm. Een goede bergsportbroek (van bijvoorbeeld Schoellermateriaal), gamaschen en een windstopper fleece of softshell met daaronder één of meer lagen thermo-kleding zijn voldoende. Verder dunne handschoenen, muts en zonnebril. In de rugzak een extra wind- en waterdichte broek en jas, en een extra laag kleding voor als je pauzeert of het weer omslaat. Daarnaast wandelstokken, warme handschoenen, zonnebrand, navigatiemateriaal (kaart en kompas) een ehbo-kit , reddingsdeken (!) en genoeg eten en drinken.
66 |
hoogtelijn 5-2011 | Tekst en foto’s Ico Kloppenburg
om er een serieuze helling mee op te gaan. Andere zijn vooral geschikt om in (licht) glooiend landschap te lopen. Moderne sneeuwschoenen lijken in de verste verte niet meer op de tennisrackets waarop Canadese woudlopers - en Donald Duck - zich zo’n vijftig jaar geleden in de sneeuw waagden. Grofweg vind je in de winkel op dit moment twee typen sneeuwschoenen. Het ene is met punten (spikes) onder het frame, waarmee de sneeuwschoen zich in de (harde) sneeuw moet vastbijten. De modellen van TSL en Salewa werken met dit principe. Het tweede type heeft een metalen rand onder het frame, vaak met inkepingen en vertandingen die zich in de sneeuw vastbijten. Dit principe wordt bij de merken MSR en Tubbs toegepast. Sneeuwschoenen met een metalen gekarteld frame onder de schoen hebben een betere grip dan de sneeuwschoenen met spikes. Dat verschil manifesteert zich vooral in geaccidenteerd terrein met harde sneeuw en ijs. Daar wordt snel duidelijk dat de sneeuwschoenen met alleen spikes prima zijn voor glooiend terrein, maar het op wat steilere hellingen met opgevroren sneeuw laten afweten. Zeker in de afdaling levert dat soms angstige momenten op. Desondanks prijzen fabrikanten de sneeuwschoenen met spikes aan als geschikt voor bergachtig terrein.
Hard of zacht
Sneeuwschoenen zijn verschillend opgebouwd: de meeste modellen hebben een harde kunststof top, terwijl een model als de Lightning Ascent van MSR een flexibele bovenlaag heeft die is opgespannen in een metalen buitenframe. De test leverde geen merkbare voor- of nadelen van hard- of soft-top op. Het oppervlak van de geteste modellen sneeuwschoen varieerde nogal, van groot (MSR Lightning Ascent) tot redelijk klein (MSR