
7 minute read
Het stadsplan van Brugge door Marcus Gerards
het stadsplan van brugge door marcus gerards een overzicht van de historiek en de conservatie-restauratie van de kaart
Plan van Brugge, detail versozijde voor en na reiniging Foto links: Ann Peckstadt; Rechts: Lukas - Art in Flanders VZW / Dominique Provost, 2015
Advertisement
De kaart van Marcus Gerards is een topstuk, en dat in meer dan één betekenis. Het is een unieke en bijzonder waardevolle historische bron over het Brugge van de late middeleeuwen. Het is een intrigerend ensemble in de collectie, waar naast een ingekleurd exemplaar van de kaart ook de koperplaten bewaard zijn. De kaart (de druk) schittert nu in de tentoonstelling ‘Pourbus en de vergeten meesters’ in het Groeningemuseum en krijgt straks een glansrol (de koperplaten) in het vernieuwde Gruuthusemuseum. Door ELIEN VERNACKT, NADIA VANGAMPELAERE EN ANN PECKSTADT
de kaart: historische bron De kaart van Marcus Gerards uit 1562 is een unieke momentopname van een woelige periode. Ze toont Brugge vlak voor de godsdienstoorlogen, die voor heel wat verandering in het stedelijke landschap zorgden. Gerards’ kaart is hiervan de enige bewaarde visuele getuige. Bij de belangrijke gebouwen, zoals het belfort, ging hij erg gedetailleerd te werk. Maar los van de graad van detaillering vertelt de kaart ook een complex verhaal. Toen het stadsbestuur van Brugge Marcus Gerards in 1561 vroeg deze kaart te maken, eisten ze dat hij de stad dichter bij de zee tekende en de waterwegen er breder liet uitzien dan ze in werkelijkheid waren: “Ten fine dat men mercken mach de goede navigatie.” Dit was belangrijk voor de stad Brugge. In de zestiende eeuw ging de handelspositie van de stad immers sterk achteruit. Handelaars gaven steeds meer de voorkeur aan Antwerpen. De verzanding van het Zwin speelde daarin een rol, naast de politieke en economische factoren. Brugge staarde zich blind op die fameuze verbinding met de zee en stelde alles in het werk om buitenlandse handelaars ervan te overtuigen dat het in Brugge voorspoedig handeldrijven was. Een nieuw kanaal, de Verse Vaart, werd gegraven en de kaart van Gerards moest dat feit propageren.
Gerards nam zijn opdracht ter harte. De stad Brugge zelf neemt op de kaart het grootste deel in. Links is de veel te korte verbinding met de zee te zien, zoals hem was opgedragen. Daarvoor tekende hij de hele regio van de Zwinmonding proportioneel te klein. De grootte van de steden Damme en Sluis is bijna lachwekkend ten opzichte van Brugge. Andere kleine kunstgrepen hielpen hem om Brugge als de vredevolle en toegankelijke havenstad af te beelden die het stadsbestuur wou zien. Zo gaf hij de vesten een nagenoeg perfecte cirkelvorm die niet strookt met ‘het ei van Brugge’, maar het maakt het beeld wel netjes en evenwichtig. En hoewel een beetje bedrijvigheid in het handelscentrum goede reclame was geweest, is de stad volledig
ontdaan van mens en dier. De combinatie van timing, detaillering, correcte weergave van het stratenpatroon…, maken van dit stuk een ontzettend interessante historische bron. Bovendien was de kunstenaar verrassend eerlijk wat betreft het korter maken van de zeeverbinding. Hij tekende netjes een stippellijn waar de schaal wijzigde, voorzien van een cartouche met een kleine duiding. Marcus Gerards maakte een kaart een kunstenaar waardig, voerde netjes de opdracht uit met behoud van zijn integriteit als kaartenmaker en liet bovendien zien dat hij gevoel voor humor had door een plassend vrouwtje op zijn kaart te tekenen. Kortom, de kaart is een beeld dat meer dan duizend woorden zegt.
de kaart: restauratie In het contract tussen het stadsbestuur en Marcus Gerards is sprake van 40 exemplaren, waarvan zes ingekleurde. Een van deze authentieke ingekleurde exemplaren behoort tot de collectie van Musea Brugge (0000.GRO1283.I). De slechte toestand ervan liet de laatste decennia niet toe om het stuk publiek te tonen. Het afnemen van de linnen drager en de verlijming op een stugge plaat van geperste houtvezels (masonite) - midden jaren ’60 uitgevoerd binnen het kader van een op dat moment gangbare praktijk - had in de decennia daarna nefaste gevolgen. Het plan vertoonde al vóór die behandeling ernstige vochtschade, vervilting, verzwakking en inktvraat. Naast de natuurlijke veroudering,
lacunes en sleet die men kan verwachten van een papieren ‘gebruiksobject’ van dergelijke afmetingen, zorgde de harde verlijming in combinatie met klimaatschommelingen voor versnelde verzuring van het papier, verdonkering van de verlijmingen en het ontstaan van nieuwe spanningen in het oppervlak, met scheuren tot gevolg. Ook de inlijsting liet te wensen over: de lijst, die vermoedelijk tijdens dezelfde behandeling was aangepast, was voorzien van een erg zware beglazing zonder afdoende afstand ten opzichte van het plan. Delen van de papieren boord staken aan de achterzijde van de lijst uit, bij elke manipulatie dreigden stukjes papier af te breken. In 2015 werd het stuk opgenomen op de Vlaamse Topstukkenlijst, wat op financieel vlak nieuwe perspectieven opende voor de conservatie van het stuk. Daarnaast groeide hernieuwde aandacht voor de kaart, enerzijds door het project MAGIS Brugge, anderzijds door de wens om de kaart als een sleutelstuk op te nemen in de najaarstentoonstelling van 2017 in het Groeningemuseum, ‘Pieter Pourbus en de vergeten meesters’. In het voorjaar van 2015 besliste de directie om in te zetten op de restauratie van het stadsplan. Restaurator Ann Peckstadt werd aangetrokken om het vooronderzoek uit te voeren en een restauratievoorstel te formuleren. Ze stelde een gedetailleerd schadebeeld op per verlijmd vel papier en voerde al enkele testen uit met het oog op het losmaken van de kaart, de kleurgevoeligheid en het aanbrengen en verwijderen van een facing met Japans papier. Hiertoe was ontlijsting nodig en werd al een eerste noodfixatie uitgevoerd op de uitstekende randen van de papieren boord om verdere schade te voorkomen. Ze stelde ook oude retouches en vele overschilderingen vast. Het uiteindelijke voorstel voor de papierrestauratie omvatte een hele resem acties: een droogreiniging, tijdelijke fixatie van scheuren en lacunes, het verwijderen van de onderste afboording, het aanbrengen van een facing op de rectozijde, het verwijderen van de hardboardplaat, het droogreinigen en verwijderen van oude lijmsporen op de versozijde, de gecontroleerde relaxatie van de kaart, het fixeren van scheuren en lacunes op de versozijde en het aanbrengen van lichte minimale retouches. Aansluitend zou de kaart opnieuw gemonteerd worden op een drager. De totaalkost voor de restauratie, inclusief verzekering, verpakking, transport, de behandeling en een eventuele nieuwe omlijsting werd geraamd op 72.914,60€. De Topstukkenraad ging akkoord
1

met het ingediende dossier en het Agentschap Kunsten en Erfgoed kende een subsidiebedrag goed van 80% van de totaalkost. De overige 20% werd door Stad Brugge gefinancierd. In oktober 2016 verhuisde het plan richting het restauratieatelier, waar het een intensieve behandeling kreeg gedurende een jaar. Een opvallende ontdekking tijdens de restauratie was een eerdere herstelling/versteviging aan de versozijde met administratief drukwerk uit het einde van de 18de en begin van de 19de eeuw. Na het afhalen van de facing konden de scheuren gefixeerd worden en de lacunes ingevuld met getint Japans papier. Waar nodig werden de visueel erg storende zones bijgetint. Voor de hermontage werd gekozen voor een combinatie van zuurvrij karton deels met en deels zonder honingraatstructuur. De bestaande lijst was niet geschikt voor de optimale museale bewaring van de kaart. Er werd beslist de lijst te vervangen door een nieuwe in gebeitste beuk, voorzien van een UV-werende acrylplaat ter bescherming. Het technisch atelier van Musea

Brugge stond in voor de productie van de lijst. De conservatie-restauratie bleek erg tijdsintensief. Hoewel de kaart door de reiniging duidelijker leesbaar is, zijn de meeste ingrepen op het eerste zicht nauwelijks waarneembaar. Zoals bij elk conserveringsproject was het de bedoeling om de levensduur van het object significant te verlengen voor toekomstige generaties en de verdere kans op schade te minimaliseren. Dit alles gebeurde met de grootste aandacht voor de authenticiteit van het plan, waar ook de oude restauraties toe behoren. De weinige toevoegingen kunnen indien nodig gemakkelijk worden verwijderd. Gezien de materiaal specifieke eigenschappen van papier, zal het plan in de toekomst slechts occasioneel publiek te zien zijn na de tentoonstelling Pieter Pourbus en de vergeten meesters. Een reden te meer om op de tentoonstelling wat langer stil te staan bij dit uitzonderlijke object. 2
1 Plan van Brugge, detail van een gescheurde zone voor behandeling. Foto links: Ann Peckstadt; Rechts: Lukas - Art in Flanders VZW / Dominique Provost, 2015
2 Plan van Brugge, na restauratie en hermontage, voor inlijsting. Foto: Lukas - Art in Flanders VZW / Dominique Provost, 2017