10 minute read

Nieuwe wandtapijten in collectie

twee nieuwe wandtapijten in collectie

In een tijdspanne van één jaar tijd kocht Musea Brugge twee belangrijke Brugse wandtapijten aan. Deze mooie aanwinsten behoren tot twee wandtapijtreeksen die zich reeds in de collectie bevinden. Uit de collectie van Konrad Bernheimer komt het wandtapijt De gevangenen uit de reeks over de triomftocht van de veldheer. Dit wandtapijt uit de tweede helft van de 16de eeuw verdween bijna 80 jaar geleden uit de Bernheimer-collectie in München. Waar het wandtapijt intussen was, is een verhaal op zich. Het andere wandtapijt, De vroomheid van Hanna, dat we hier slechts kort belichten, komt uit een Brugse particuliere collectie. De verkoper blijft graag anoniem, maar we willen toch dank betuigen voor het mooie aanbod aan Musea Brugge. Door KRISTEL VAN AUDENAEREN

Advertisement

1 Wandtapijt De Vroomheid van Hanna, nieuwe aanwinst, BMG.0947

de vroomheid van hanna Het tapijt De vroomheid van Hanna is gemaakt rond 1670. Hanna belooft aan God haar eerstgeborene kind als kinderwens in vervulling gaat. Centraal op het wandtapijt zien we Samuël, het kind dat door zijn moeder aan God geschonken wordt. Op de cartouche bovenaan het wandtapijt staat dit in het latijn te lezen “PIETAS ANNAE SI DEDERIS SERVAE TUAE SEXUM VIRELEM DABO EUM DOMINO”. Het verhaal gaat over het loskopen van de eerstgeborene aangezien alle eerstelingen toebehoren aan God. De eerstgeborene wordt samen met het vee en de oogst als offer naar de tempel gebracht. Links staat een man met zakken graan en vee. Hanna komt haar kind niet loskopen, maar effectief schenken aan God om haar belofte te houden. Dit verhaal uit het Oude Testament behoort tot een reeks verhalen over negen heldinnen uit de oudheid. Deze verhalen worden al in de late middeleeuwen gebruikt op wandtapijten. De cartons voor de reeks waartoe De vroomheid van Hanna behoort, zijn mogelijk in de omgeving van Rubens te situeren. De priester op dit wandtapijt vertoont een grote overeenkomst met de figuur van Melchisedech, priester-koning van Salem, op een schilderij van Pieter Paul Rubens. Dit

schilderij is een sterk uitgewerkt ontwerp, een modello voor de cartons van de wandtapijten van de reeks van de Triomf van de Eucharistie. Een andere inspiratiebron is ook de befaamde reeks beroemde vrouwen uit de oudheid van Jacob Jordaens die vaak wordt aangeduid als De Deugden. Een verdere verwijzing naar de omgeving van Rubens is mogelijk te vinden in de boorden. De boordversiering van De vroomheid van Hanna vertoont een grote overeenkomt met de tapijten uit de reeks van de Zeven Vrije Kunsten. Deze reeks wandtapijten, waarvan in de Gruuthusecollectie drie wandtapijten te vinden zijn, is ontworpen door een leerling van Rubens, Cornelis Schut. Naast De vroomheid van Hanna is De minzaamheid van Rebecca (XVII.2000.0007), een wandtapijt dat eveneens tot de reeks van De deugden behoort, al sinds 2000 in de museale collectie.

een brugs wandtapijt met een antiek thema Het wandtapijt De gevangenen is thematisch van een heel andere orde. Het wandtapijt beeldt gevangen af, vastgemaakt aan een palmboom. Ze worden meegevoerd op een triomfwagen. Op de achtergrond is een grootse stad met tal

2

rijke antieke gebouwen te zien. Toeschouwers kijken naar de triomftocht vanuit een portiek. Soldaten in Romeinse harnassen vergezellen de triomfwagen. Aan het begin van de stoet zien we vaandeldragers. Het lege harnas wijst op de oorlogsbuit. Dit wandtapijt beeldt samen met vijf anderen een triomftocht van een veldheer uit. De reeks wordt meestal in de tweede helft van de 16de eeuw gesitueerd. Op de vier andere wandtapijten verbeelden vaandeldragers te paard, de triomfwagen van Fama, soldaten met een krijgsbuit op een olifant en de triomfwagen van de overwinnaar. Op stilistische gronden worden ook Het dankoffer, De clementie van de

2

Pieter Paul Rubens, De ontmoeting van Melsichedech en Abraham, modello, National Gallery of Art, Washington, 1958.4.1

3 Wandtapijt, De minzaamheid van Rebecca, sinds 2000 in de Gruuthusecollectie, XVII.2000.0007 Foto: Lukas - Art in Flanders VZW / Dominique Provost

veldheer (XVII.1972.0056), De toespraak van de veldheer (XVII.1988.0001) en De gevechtsscène (XVII.O.0003), aan dezelfde reeks toegeschreven. Deze laatste drie wandtapijten bevinden zich al in de Gruuthusecollectie. De boorden van De toespraak van de veldheer en van De gevangen zijn nagenoeg identiek. De negen onderwerpen samen behoren mogelijk tot een grote reeks, die wordt vermeld in de inventaris van Louis XIV uit 1663. De wandtapijten zijn ontegensprekelijk op een Brugs weefgetouw tot stand gekomen. Niet alleen de rode kleur, door het gebruik van meekrap om de wol rood te verven, maar ook door de merken op de gevechtsscène en uiteraard door de vrij typische boordfriezen met arabeske en vlechtmotieven.

over het ruimtegebruik bij antieke taferelen De antieke thema’s krijgen steeds meer bijval vanaf de late middeleeuwen. In 1454 bestelt Giovanni de Medici al een reeks triomfen van Caesar in Lille (FR.). De meeste wandtapijten uit deze periode zijn echter vrij statisch. Het is pas aan het begin van de 16de eeuw dat hier meer dynamiek in komt. De invloed van Rafaël en de cartons, die door het atelier van Pieter Coecke van Aelst in Brussel geweven worden, is al in menig boek en op menig studiedag uitvoerig besproken. De triomfen en oorlogstaferelen uit de antieke oudheid vormen bijna een aparte categorie in het gebruik van de ruimte van een wandtapijt. Guillio Romano, de leerling en daarna ook opvolger van Rafaël, ontwerpt een reeks cartons voor wandtapijten met als thema de daden en triomfen van Scipio. Frans I van Frankrijk bestelt de reeks van 23 wandtapijten in 1532. Het is het Brusselse atelier van Willem en Jan Dermoyen die de reeks op de weefgetouwen maakt, in ‘basse lisse’, dus liggend geweven. De wand-tapijten gaan verloren tijdens de Franse revolutie. De ontwerptekeningen zijn wel bewaard gebleven. Guillio Romano verandert het ruimtegebruik voor antieke taferelen. De breed uitgewerkte taferelen staan bol van de details en getuigen van een grote kennis van militaire en antieke oorlogsvoering. Volgens enkele bronnen zou deze reeks trouwens niet gemaakt zijn voor Frans I, maar wel voor Karel V, die echter uit geldnood niet kon overgaan tot de bestelling. Een duidelijk andere beïnvloeding die leidt tot het ontwerp van de cartons voor de reeks van de triomfen van de veldheer zijn de schilderijen van Andrea Mantegna. De monumentale serie schilderijen stelt de triomftocht van Caesar voor. De triomftochten zijn vooral ook een literair thema. De invloed van de literatuur op de kunstnijverheid blijft een onontgonnen terrein. De invloed die geschriften zoals Petrarca’s Trionfi (1374) op ontwerpen voor gravures en tekeningen hebben, zijn nog onvoldoende bestudeerd. Ook de heroïsche veldtochten van de Romeinse keizers spreken erg tot de verbeelding van de belangrijkste opdrachtgevers voor wandtapijten: de Europese vorstenhuizen. Zowel De Habsburgers, als hun dynastieke concurrenten zoals Frans I en Henry VIII bestellen gretig dit soort wandtapijten. Het past in hun visie op een spektakelstaat. De tapijtenreeks waartoe De gevangenen behoort, wordt in Brugge geweven. Het is duidelijk dat de Brugse ateliers gretig inpikken op de populariteit van het thema van de triomfen. De reeks van Romano krijgt veel heruitgaven en ook herinterpretaties. De cartons of de ontwerpen van de reeks triomfen waartoe De gevangen behoort zijn verloren gegaan. De originele ontwerpen of gravures voor de tapijten worden tot nu toe niet achterhaald. Mogelijk gebruiken de Brugse ateliers ook samenstellingen van prenten met verschillende invloeden. De figuren zijn houterig en statisch, terwijl ze bij Guillio Romano bruisen van de dynamiek. Brugse ateliers bezaten de techniek om zeer hoge kwaliteit af te leveren, omdat ze weven op ‘haute lisse’, maar de ontwerpen die ze gebruikten spelen te vaak in op de populariteit met als gevolg een merkwaardig esthetisch kwaliteitsverlies ten opzichte van de oorspronkelijke inspiratiebron.

3

4 Wandtapijt De gevangenen, nieuwe aanwinst, BMG.2119 Foto: Lukas - Art in Flanders VZW / Dominique Provost

5 Wandtapijt De toespraak van de veldheer, al sinds 1988 in de Gruuthusecollectie , XVII.1988.0001 Foto: Lukas - Art in Flanders VZW / Dominique Provost

4

de gevangenen, een bijzonder verhaal De recente herkomstgeschiedenis van het wandtapijt is meer dan het vermelden waard. Het thema van het wandtapijt krijgt heel even een sinistere bijklank als we de familiegeschiedenis van de Duits-Joodse Bernheimers erbij halen. Konrad Otto Bernheimer, de kleinzoon en verkoper van het oorspronkelijke wandtapijt schrijft een boek over zijn familiegeschiedenis. Het boek Great Masters and Unicorns: from the life of an art dealer, verscheen in februari 2016 (uitgeverij Hantje Cantz). Konrad is vierde generatie kunsthandelaar, zijn overgrootvader Lehmann Bernheimer start de familiezaak in 1864 te München. In 1918 neemt zijn zoon Otto Bernheimer de familiezaak over. Bernheimer is op dat moment uitgegroeid tot een van de belangrijkste kunsthandels in Duitsland. De zaak blijft groeien, maar het economische en politieke klimaat in Duitsland wijzigt drastisch in 1933 met de verkiezing van Adolf Hitler. Tijdens het Nazistische regime worden de zogenaamde Nuremberg-wetten gestemd. Vanaf 15 september 1935 worden Duitsers verdeeld in Rijksburgers en niet-Rijksburgers. Alleen de Rijksburgers hebben nog stemrecht en mogen een openbare functie bekleden. De wetten worden steeds drastischer. De sfeer in Duitsland wordt voor Joods-Duitse families zoals de Bernheimers steeds grimmiger. Ironisch genoeg kopen grote kopstukken zoals Hermann Göring wel bij kunst aan bij Bernheimer. Tijdens de Kristallnacht in november 1938 zou Göring zelfs instructies hebben gegeven om de Bernheimercollectie te sparen. Kort daarna wordt de vader van Konrad, zijn oom Ludwig en hun twee neven Paul en Franz vastgezet in Dachau. Otto Bernheimer ontsnapt eerst aan de Gestapo, maar wordt daarna ook gearresteerd en naar Dachau gebracht. Het is dankzij bemiddeling van de Mexicaanse regering -Otto Bernheimer is immers ere-consul van Mexico geworden in 1938- dat de Bernheimers vrijgelaten het land mogen verlaten. Ze zetten hun leven verder in Venezuela, waar Konrad in 1950 wordt geboren. Otto zal in 1945 terugkeren en start de familiezaak opnieuw op. Konrad gaat na de dood van zijn vader bij zijn grootvader in München wonen en leert daar de familiestiel. Op 26 jaar neemt Konrad de kunsthandel over. Vandaag is hij naast voorzitter van TEFAF eigenaar van kunsthandel Colnaghi en Bernheimer. Terug naar 1939 en 1940. De rijke collectie van de kunsthandelaar wordt geconfisqueerd door het Duitse Rijk onder het mom van ‘arianisatie’. Het ware doel is het plan van Hitler om in Linz (Oostenrijk) het grootste museum ter wereld te maken, het Führermuseum. Hij laat kunstschatten verzamelen vanuit alle bezette Duitse gebieden. Het wandtapijt De gevangenen wordt samen met het standbeeld Madonna met kind, de Aanbidding van het Lam Gods en ongeveer 5000 andere kunstwerken opgeborgen in de zoutmijn in Althussee in afwachting van de realisatie van het supermuseum. Het museum komt er nooit en sommige verhalen van teruggave zijn intussen wereldberoemd. Als het echter niet gaat om de zeer belangrijke en iconische kunstwerken uit de kunstgeschiedenis zoals de Madonna of het Lam Gods, dan is de kwestie van teruggave toch ingewikkelder zo blijkt. Het Max Planck Instituut beslist in 1989 om een wandtapijt aan te kopen. Het wandtapijt is tot dan in bezit van de Financiële Dienst van de Beierse Staat. Bij de Beierse Staat is er weinig coherente herkomstinformatie te vinden. Het wandtapijt staat beschreven als voormalig bezit

brugge Voor Konrad is het echter geen optie om het wandtapijt zelf bij te houden. Een wandtapijt is, zoals we bij Musea Brugge ook weten, geen kleintje om op te hangen. Konrad ziet het wandtapijt niet graag opnieuw in de vergetelheid verdwijnen en contacteert Till-Holger Borchert, directeur van onze instelling. Na alle omzwervingen van het kunstwerk lijkt het niet meer dan gepast dat het terugkeert naar de stad waar het ooit is gemaakt. Na vlotte onderhandelingen beslist het College van burgemeester en schepenen van de Stad Brugge om op het advies tot aankoop van Musea Brugge in te gaan.

Bibliografie: Guy Delmarcel, Erik Duverger, Brugge en de tapijtkunst, Brugge, Louis de Poortere, 1987. Guy Delmarcel, Het Vlaamse Wandtapijt van de 15de tot de 18de Eeuw, Lannoo, 2000. Konrad Bernheimer, Great Masters and unicorns: from the life of an art dealer dynasty, Hantje Cantz, 2015. Dr. Armin Scherber, Max Planck institute, provenance research.

van het Rijk en heeft catalogusnummer 44792. Enkele onderzoekers van het Max Planck Instituut geraken geïntegreerd door het fascinerende wandtapijt. Het vermoeden groeit dat de herkomst van het wandtapijt niet zo zuiver is. Via het Deutsches Zentrum für Kulturgutverluste (German Lost Art Foundation) wordt voor de periode van november 2015 tot februari 2016 een onderzoeksproject aangevraagd met als doel, de herkomst van het wandtapijt De ge

5

vangenen. Onderzoeker dr. Vanessa-Maria Voigt krijgt een projectsubsidie van 15.000 euro om de herkomstgeschiedenis na te gaan. Na enig archiefwerk blijkt dat het wandtapijt tot de collectie voor het Führermuseum in Linz behoort met inventarisnummer 914. De onderzoeker ontdekt dat het stuk geconfisqueerd is bij de firma Bernheimer. Konrad Bernheimer krijgt als rechtmatige eigenaar het wandtapijt na bijna 80 jaar terug.

This article is from: