4 minute read
Een bijzonder borstjuweel
Borstjuweel van Joos de Bul, vijftiende eeuw, verguld zilver en koper, 13 × 17 cm, Gruuthusemuseum Brugge
Het Veilingshuis Marc Van De Wiele kreeg voor zijn voorjaarsveiling van 2018 een bijzonder aanbod binnen. Op vraag van Musea Brugge kocht de Vriendenvereniging dit interessante vijftiende-eeuwse borstjuweel van Joos de Bul aan: een getuigenis van Bourgondisch Brugge. — Door Kristel Van Audenaeren
Advertisement
Wie is Joos de Bul? Hij is niet van de minste. Toernooiridder, zelfs hoofdman (forestier) van het ridderlijk gezelschap de Witte Beer en later stadsmagistraat. Samen met zijn vader Pierre vecht hij dapper bij het beleg van Calais in 1436 tegen de Engelsen onder Filips de Goede. Het beleg draait uit in voordeel van de Engelsen, maar Joos heeft indruk gemaakt. Hij wordt dankzij zijn heldhaftigheid kapitein van de stad Brugge. Onder Karel de Stoute wordt Joos stadsmagistraat van Brugge. Hij verblijft in dezelfde kringen als Lodewijk van Gruuthuse en is een belangrijk en invloedrijk man. Door Karels huwelijk met de zus van
koning Edward iv, Margaretha van York, worden de banden met de Engelse vorst aangehaald. Als diezelfde Edward iv in 1471 in ballingschap zijn toevlucht zoekt in Brugge, is Joos een van de notabelen die de koning en zijn entourage met open armen ontvangt. De dankbare koning schenkt Joos een ordeketting van het huis van York.
Joos is naast een rijke patriciër ook een gulle mecenas. Zijn grootste giften zijn aan het SintJoosgodshuis in de Ezelstraat te Brugge. In 1454 wordt het godshuis grondig verbouwd, heel waarschijnlijk dankzij een riante schenking van Joos de Bul. Onderaan een originele makelaar uit de vijftiende eeuw is het wapenschild van Joos aangebracht. We weten ook dat hij diverse liturgische gewaden, een tapijtkleed en een schilderij schonk. Joos de Bul is een vooraanstaand lid van de Gilde van Sint-Joos en deken van het Broederschap van Sint-Joos. Joos sterft in 1488 en wordt samen met zijn vrouw, Katharina de Backere, in het koor van de kapel van het Godshuis begraven. De grafsteen is bewaard.
Het borstjuweel, het teken van de deken van de Broederschap van Sint-Joos Centraal onder een gotisch baldakijn staat op het juweel de beschermheilige Sint-Joos afgebeeld. Onderaan staat op
het wapen van de familie de Bul. Links en rechts van het baldakijn verschijnt een hand met een slinger uit de wolken. We zien daarbij nog restanten van de intialen. Waar oorspronkelijk een J en K moeten gestaan hebben, blijft nu nog slechts een K, voor Katherine , over. Het is het embleem van Joost en Katherine de Bul. Hetzelfde embleem is ook zichtbaar op de grafzerk in het Sint-Joosgodshuis. Het borstjuweel is van verguld zilver en koper. De afbeelding van de heilige, herkenbaar aan zijn reistas/beurs, is geëmailleerd, net zoals het wapenschild en het embleem. Soms wordt SintJoos ook afgebeeld met een schip.
Een borstjuweel wordt traditioneel gedragen door de hoofdman of deken van een broederschap of gilde tijdens speciale plechtigheden of processies. De verering van Sint-Joos (ook wel de heilige Judocus) in Vlaanderen in de vijftiende eeuw heeft te maken met het klooster van Saint-Jossesur-mer. Het klooster is een belangrijk bedevaartsoord voor de graven van Vlaanderen en in een enkele kroniek wordt graaf Arnulfus zelfs genoemd als abt van Saint-Josse. De hertogen van Bourgondië zetten deze verering voort. Filips de Goede en Karel de Stoute bezoeken beiden het bedevaartsoord en doen vele en grote schenkingen. De broederschappen van Sint-Joos wijden zich enerzijds aan de devotie van de heilige en anderzijds aan de sociale en caritatieve zorg van minderbedeelden. De broederschappen ontfermen zich veelal over ambachten en neringen die met zee of visvangst te maken hadden. In het geval van het SintJoos Broederschap te Brugge gaat het over de beurdenaars of de kleine visverkopers.
Bibliografie
— James Weale, Notitie voor het bulletin van de gilde van Sint-Thomas en SintLucas, 1900 — Valentin Vermeersch, Grafmonumenten te Brugge voor 1578, Brugge, Raaklijn, 1976, pp. 340-344 — Hilde De Bruyne, De godshuizen in Brugge, Brugge, Roularta Books, 1994, pp. 28-33 — Hilde Lobelle, Het Sint-Joosgodshuis: schenkingen vermeld in een 15 de -eeuws register,in Liber Amicorum André Vanhoutryve, Brugge, West-Vlaamse Gidsenkring, 1990, pp.123 – 134. — André Vandewalle, De beurdenaars en het beheer van het Sint-Jooshuis te Brugge, 15de-16de eeuw, in Handelingen van het Genootschap voor Geschiedenis, nr. 130, Brugge, 1993, pp.145-157.
Volgende pagina: Het voormalige passantenhuis Sint-Joos in de Ezelstraat. In de kapel ligt Joos de Bul begraven.
Dat Vrienden zich niet altijd beperken tot aandachtig museumbezoek, het bijwonen van lezingen en de lectuur van kunsttijdschriften en catalogi, mag duidelijk worden uit het verhaal van twee gepassioneerde Museumvrienden. Ze vertellen hoe en waarom ze plots geboeid werden door een kunstwerk en de maker ervan en hoe ze dan verder uitgebreid op zoek gingen naar de context waarin de werken tot stand kwamen: wie is de kunstenaar, wat bezielde hem of haar, welke (nu verloren) boodschap zit er achter het werk? En of het nu om een groot marmeren beeld gaat of over een klein miniatuurschilderijtje, de passie is duidelijk altijd even groot.