
3 minute read
Terugkeer van de ziekte van Crohn na een darmoperatie
Evelien Beelen promoveerde op 29 juni dit jaar in het Erasmus MC op haar proefschrift getiteld ‘Postoperative Recurrence of Crohn’s Disease after Ileocolonic Resection: Epidemiology, prediction and prevention’. We vroegen Evelien naar het onderwerp van haar promotietraject en hoe ze dit heeft ervaren.
“Mijn onderzoek ging over postoperatieve terugkeer (recidief) van de ziekte van Crohn na een darmoperatie. Chirurgie vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling van de ziekte van Crohn. Veel patiënten met deze ziekte ondergaan gedurende het ziektebeloop een darmoperatie (ongeveer 30% volgens de laatste cijfers). In veel gevallen is dit een ileocoecaalresectie. Een operatie echter kan de ziekte van Crohn niet genezen, een meerderheid van de patiënten krijgt na de operatie een recidief.
Er is nog veel onbekend over het postoperatieve ziektebeloop van de ziekte van Crohn. Wat we bijvoorbeeld willen weten is, wie er een verhoogd risico heeft op het krijgen van een postoperatief recidief en hoe we dit het beste kunnen behandelen? Het doel van mijn proefschrift was om zulke antwoorden te vinden en meer kennis te verkrijgen op dit vakgebied.”
Hoe heb je het onderzoek aangepakt?
“Ik heb verschillende studies uitgevoerd. Zo hebben we met een landelijke epidemiologische studie trends onderzocht in het aantal resecties die zijn uitgevoerd voor de ziekte van Crohn in de afgelopen decennia. Hieruit bleek een sterke dalende trend in het aantal resecties. Dit is waarschijnlijk toe te schrijven aan de sterke ontwikkeling van de behandeling van de ziekte van Crohn de afgelopen jaren, inclusief de introductie van nieuwe medicatie, betere monitoring en veranderde (postoperatieve) behandelstrategieën. Daarnaast hebben we een prospectieve multicenter studie uitgevoerd, waarbij we patiënten met de ziekte van Crohn na ileocoecaalresectie hebben gevolgd aan de hand van een behandelalgoritme gebaseerd op risicostratificatie. Hieruit concluderen we dat het postoperatieve ziektebeloop van Crohn moeilijk te voorspellen is, maar dat de huidige risicofactoren voor postoperatief recidief een de voorspellende waarde kunnen verhogen. Er is echter wel ruimte voor verbetering. Onze data laten verder zien dat het geven van postoperatieve profylactische medicatie na een ileocoecaalresectie, het risico op recidief significant verlaagt. Een verbeterde postoperatieve risicostratificatie zou het identificeren van hoog- en laagrisicopatiënten verder kunnen verbeteren. Hiermee zou de kans op postoperatief recidief verlaagd kunnen worden, door het voorschrijven van profylactische medicatie bij patiënten met een hoog risico, terwijl patiënten met een laag risico niet onnodig blootgesteld worden aan postoperatieve medicatie.”
Hoe ben je in het promotietraject beland?
“Ik heb gestudeerd aan de Universiteit van Maastricht. Ik maakte er tijdens mijn coschappen kennis met het vakgebied Maag-, Darm- en Leverziekten en tijdens mijn wetenschappelijke stage werd mijn interesse gewekt voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. Naast mijn studie deed ik onderzoek op het gebied van inflammatoire darmziekten (IBD) in het Maastricht UMC. Na het afronden van mijn studie in 2016 heb ik gesolliciteerd voor dit promotietraject in het Erasmus MC, onder begeleiding van mijn copromotor dr. Annemarie de Vries en promotor prof. dr. Janneke van der Woude. Ik was ook als research fellow verbonden aan het Nederlandse ICC (Initiative on Crohn’s and Colitis), een groep Nederlandse MDL-artsen die zich richt op wetenschappelijk onderzoek op het gebied van IBD. De eerste jaren heb ik fulltime onderzoek gedaan in het Erasmus MC. Daarna ben ik in 2019 gestart in het Albert Schweitzer ziekenhuis, waar ik het onderzoek naast mijn klinische werkzaamheden voortzette.”
Hoe heb je de promotieperiode ervaren?
“Tijdens het doen van onderzoek leer je veel op wetenschappelijk gebied, maar je leert ook omgaan met tegenslagen en het oplossen van problemen. Dingen gaan vaak niet zoals gepland en er komen regelmatig hobbels op je pad waar je niet altijd zelf invloed op hebt. Het omgaan met tegenslagen en problemen kan ik nu ook toepassen bij mijn klinische werkzaamheden. Verder heb ik tijdens mijn promotietraject veel motivatie gehaald uit het bezoeken en presenteren van mijn onderzoeksresultaten op congressen in Nederland en in het buitenland.
Naast het klinische en relevante onderwerp van mijn promotietraject, heb ik genoten van de variatie in het werk, zowel qua studies, als bij het opzetten van samenwerkingen. Ik heb verschillende soorten studies gedaan: epidemiologisch onderzoek, retrospectief dataonderzoek, prospectief onderzoek, een meta-analyse van individuele patiënten-data en onderzoek in het laboratorium. De meeste studies waren multicenter studies. Aan mijn prospectieve studie namen bijvoorbeeld 14 Nederlandse centra deel. Hierdoor werkte ik samen met MDL-artsen, chirurgen en onderzoekers in het hele land. Dit zorgt voor verschillende invalshoeken en je doet zo veel contacten op. Ik heb al mijn onderzoeken zelf opgezet, dit kost tijd maar is ook heel leerzaam. Daarnaast is het leuk om te zien dat mijn onderzoeken nu worden voortgezet door nieuwe promovendi.
Het combineren van klinische werkzaamheden met wetenschappelijk onderzoek is trouwens niet altijd makkelijk. Daarom voelt het afronden van dit proefschrift misschien nog meer als een mijlpaal, met de verdediging als kers op de taart. Het verdedigen van mijn proefschrift was spannend maar het was ook een ontzettend mooie dag. Het is onwijs leuk om na al die jaren het resultaat van je onderzoeken aan je familie, vrienden en collega’s te laten zien en deze mijlpaal samen te vieren.”
Ben je geïnteresseerd in Eveliens proefschrift? Hij is te vinden op: https://pure.eur.nl/en/publications/postoperative-recurrence-ofcrohns-disease-after-ileocolonic-rese