NHL Magazine 03 2008

Page 1

03/08

3

HOT P8

99 P12

Stagevergoedingen

99

Hoe (on)veilig is Leeuwarden?

Plagiaat

Meer, minder

Frans Kuipers

Het gevoel en de cijfers

Knippen en plakken


NHL

MAGAZINE NHL Magazine 2008 Data 2008: 26 maart, 23 april, 28 mei, 2 juli, 3 september*, 8 oktober, 12 november, 10 december * Eerstejaarsuitgave Adverteren? Vraag naar de aantrekkelijke combinatiekortingen www.nhlmagazine.nl T. 058 - 251 1570 M. 06-51665570

KOM NA AR DE OPEN DAG OP 5 APRIL OP UNIVERSITEIT NYENRODE

Je staat voor een moeilijke keuze: of voorlopig alleen werken, of verder studeren. Bij NIVRA-Nyenrode kan het allebei. Onze universitaire deeltijdopleidingen bieden de mogelijkheid om naast je werk als (assistent-)controller de opleidingen Managerial Controlling of de Master of Science in Controlling te volgen. Beide opleidingen worden door je werkgever betaald en bieden volop nieuwe carrièremogelijkheden. Meer weten over onze post-hbo- en masteropleidingen? Meld je dan aan voor onze open dag op zaterdag 5 april op Universiteit Nyenrode, of vraag onze brochure aan via www.nivra-nyenrode.nl.

NIVRA-Nyenrode School of Accountancy & Controlling


03/08

3

•3

Colofon NHL MAGAZINE is een uitgave van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Het NHL Magazine is ook op internet te vinden:

WWW.NHLMAGAZINE.NL

Jaargang 6, nummer 3

Correspondentieadres:

INHOUD

Tesselschadestraat 12 8913 HB Leeuwarden Tel. 058 251 1572 nhlmagazine@nhl.nl

• nieuws • recensies • columns • digitaal prikbord

www.nhlmagazine.nl

Advertenties: Rebecca Veenstra 06-51665570

Redactie: Anita Terpstra Mattijs Tiggeler (stagiaire) Aleid Velthuis

Aan dit nummer werkten mee: Nynke Andringa Renske de Boer Astrid Ellens Casper Ferwerda Sylvana Goedkoop Johannes de Haan Klaas Jan Huizing Hanneke Hultink Marjolijn van Knippenberg Rob Stoutjesdijk

Fotografie: Rien van Broekhoven Friso Bruins Stock.XCHNG

Illustraties: Jeroen Deen Ype Driessen (fotostrip)

Vormgeving: BW H ontwerpers

Redactiecommissie: Melchior van Benthem (voorzitter) Jelmer Bloembergen Sanne Steenbrink Martie de Vreugt Peter Wassenaar

Druk: NDC Print

Verspreiding: FRL/TNT POST Klachten over de bezorging? Bel of mail de redactie!

Oplage: 12.000 exemplaren

Aan de inhoud van dit magazine kunnen geen rechten worden ontleend. © Stichting Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

4 5 7 8 9 11 12 14 15 17 19 20 21 22 23 24

Tips & reacties

Nieuws Hoe (on)veilig is Leeuwarden? Vraag versus aanbod Hot: Grytsje Hoekstra EX: Bram Brouwer BookCrossing 99: Frans Kuipers Plagiaat ECNO in Groningen Stagevergoedingen BIJ Verkeerspsychologie EXIT in Namibië Investeren in onderwijs DOOR: Rob Stoutjesdijk Student&Kamer

Heb je tips voor de redactie? Mail naar Nhlmagazine@nhl.nl of bel 058 – 251 1572. Wil je reageren op artikelen in het NHL Magazine of ontwikkelingen binnen of buiten de NHL? Dat kan. Stuur je reactie naar Nhlmagazine@nhl. nl. Je bijdrage wordt in het volgende magazine geplaatst in de rubriek Mail. De redactie behoudt het recht stukken in te korten of te weigeren.


4•

NIEUWS

Drie kenniscentra NHL doen aanvraag RAAK-subsidie Drie kenniscentra van de NHL willen een aanvraag doen voor RAAK-subsidie. Het College van Bestuur moet nog beslissen of de aanvraag kan worden gedaan. RAAK staat voor Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie en is een regeling vanuit het Ministerie van OCenW, bedoeld om de kennisuitwisseling tussen onder andere hogescholen en het midden- en kleinbedrijf in regionale innovatieprogramma’s te verbeteren. Kenniscentrum Built Environment wil subsidie aanvragen voor het project Shared Space. In Shared Space staan zelfregulerende verkeerssituaties centraal. Fietsers, voetgangers en automobilisten delen dezelfde ruimte zonder gescheiden fietspaden, trottoirs en rijbanen en verkeersaanduidingen als stoplichten en borden. Built Environment wil een semiwetenschappelijke instelling opzetten, die als platform dient voor kennisuitwisseling tussen bedrijven en de hogeschool. Kenniscentrum Jachtbouw & Lichte Constructies is in onderhandeling over de financiering van het project ‘Tracking

Scheepvaart Waddenzee’. Het project behelst de toepassing van GPRS op recreatieve scheepvaart en is ingediend bij het College van Bestuur voor een aanvraag voor subsidie. De derde aanvraag is afkomstig van het Kenniscentrum Communication & Multimedia Design. Met het project gaat CMD werken aan de versterking van de Westergozone met als speerpunten toerisme en cultuur en kennisontwikkeling. De Westergozone is de economische kernzone van de vier gemeentes Leeuwarden, Menaldumadeel, Franekeradeel en Harlingen./MT

NHL sponsort Marathon van Leeuwarden De NHL sponsort de Marathon van Leeuwarden die zondag 25 mei plaatsvindt. Sportieve NHL’ers krijgen de mogelijkheid om deel te nemen aan speciale trainingen die worden begeleid door een professionele trainer. Ook krijgen de NHLrenners een ‘NHL in beweging’ T-shirt. Het startschot van de Marathon van Leeuwarden wordt gelost bij de Oldehove, waarna de route via de binnenstad naar de groene zones van de stad zal leiden. Het parcours bestaat uit een ronde van 21 km. Er zijn vier afstanden: de halve marathon, de tien kilometer (bedrijvenloop en individuele loop), vijf kilometer en drie kilometer (familieloop). Een deel van het inschrijfgeld van de bedrij-

venloop gaat rechtstreeks naar het goede doel. Het goede doel voor 2008 is het Foppe Fonds. Vorig jaar vond de Marathon van Leeuwarden voor het eerst plaats. Er waren ruim 3300 deelnemers, waaronder ongeveer tachtig NHL-studenten en medewerkers. De NHL’ers werden gesponsord: naast een loopshirt betaalde de NHL ook het inschrijfgeld./AT

HET LAATSTE NIEUWS LEES JE OP WWW.NHLMAGAZINE.NL

Ondersteuning voor technostarters Goed nieuws voor de startende ondernemer in de technische hoek: voor onder andere hulp bij het schrijven van een businessplan, coaching en het lenen van geld tot een maximum van € 100.000 kan de technostarter terecht bij BISON. Business Spin Off Noord is een initiatief van de NHL, Van Hall Larenstein, Wetsus, N.V. NOM, MKB Noord en de Rabobank Noord-West Friesland en TechnoPartner om het ondernemerschap te promoten. ‘BISON helpt ondernemers technisch georiënteerde ideeën of concepten te ontwikkelen tot nieuwe bedrijven of toepassingen in bestaande bedrijven. Bij technostarters moet je denken aan mensen die bijvoorbeeld Life Sciences, werktuigbouwkunde, verkeerskunde en CMD hebben gestudeerd, maar ook aan ICT’ers’, vertelt Anna Bruinsma. Zij is samen met Edwin Elferink namens de NHL bij BISON betrokken. BISON mikt niet alleen op de technostarters, ook studenten zijn welkom. Jaarlijks kunnen er tien technostarters bij BISON terecht voor een steuntje in de rug.

Op 23 april organiseert BISON samen met TechnoPartner en KplusV een bijeenkomst voor technische starters die op zoek zijn naar manieren om hun onderneming te financieren. ‘De startende ondernemers kunnen sparren met ondernemers die al langer bestaan.’ De bijeenkomst vindt plaats op het Van Hall Instituut, van 14.15 tot 19.00 uur. Het project heeft een looptijd van drie jaar en wordt gefinancierd vanuit het Rijk. Het is de bedoeling dat BISON daarna selfsupporting wordt./AT

Helpzone voor Service Center Het Service Center krijgt in de nieuwbouw een prominente helpzone bij de hoofdingang van het gebouw. ‘Het uitgangspunt is dat studenten en medewerkers met al hun vragen op één plaats terecht kunnen en dezelfde vraag nooit twee keer hoeven te stellen,’ vertelt Mathijs Rutten, projectleider Facilitaire zaken. Het idee voor deze helpzone is ontstaan toen een delegatie van het College van Bestuur en beleidsstaf de Leeds Metropolitan University bezocht. Hoe de helpzone er precies uit komt te zien is nog niet bekend, maar de dienstverlening van onder andere de klantenservice, bureau buitenland en het informatiecentrum, infopunt I&R en het Support Centre ICT, zal

er lijfelijk dan wel digitaal aanwezig zijn. ‘Aan de afdelingen op zich verandert niets, alleen zal er een duidelijkere scheiding tussen front en back office komen. Binnenkort start een projectgroep met betrokkenen van alle afdelingen van het Service Center om te kijken hoe het front office het best ingericht kan worden.’/AV

Tekort studenten onderzoeksbureau Bedrijven en instellingen uit de regio weten het Onderzoeksbureau van het instituut Economie en Management steeds beter te vinden. Het aantal opdrachten blijft stijgen, maar het aantal studenten dat onderzoek wil doen helaas niet. Bij het Kenniscentrum Economie en Management, waar het Onderzoeksbureau onderdeel van is, werken drie medewerkers en een stagiair. Zij houden zich onder andere bezig met het verwerven en uitzetten van de onderzoeksopdrachten. NHL-studenten voeren de opdrachten vervolgens uit en verdienen daar studiepunten mee. Medewerker Hiske Koldijk vertelt dat het lastig is voldoende studenten te vinden om de onderzoeken uit te voeren. ‘We merken dat bedrijven en instellingen ons steeds beter weten te vinden, maar de studenten kennen ons niet goed genoeg. Ook denken studenten

vaak dat onderzoek heel specifiek en moeilijk is. Als ze eenmaal bezig zijn, worden ze echter steeds enthousiaster.’ Om het groeiende aantal opdrachtgevers te kunnen bedienen, wordt binnenkort gestart met een ‘campagne’ om het Kenniscentrum Economie en Management intern meer bekendheid te geven. Ook moet het voor de studenten gemakkelijker worden om op een onderzoeksopdracht te reageren. ‘Binnenkort kunnen studenten zich via mijnnhl.nl aanmelden. We merken dat ze het nu nog wel eng vinden om bij ons binnen te stappen.’/AV


•5

Hoe (on)veilig is Leeuwarden? ’s Avonds na een avondje stappen alleen op de fiets naar huis? Argeloos winkelen op een drukke zaterdagmiddag of donderdagavond? Het kan jaren goed gaan, tot je slachtoffer wordt van een van de aanrandingen, straatroven of mishandelingen die jaarlijks in Leeuwarden plaatsvinden. Moeten we ons zorgen maken, of valt het best mee? Volgens de jaarlijkse Misdaadmeter van het Algemeen Dagblad gaat het goed met de veiligheid in Leeuwarden. In 2005 stond de gemeente nog op plaats 27 van meest criminele steden. Een jaar later was Leeuwarden gezakt naar de 65e plaats. Onderzoek van de gemeente Leeuwarden bevestigt dit beeld, zegt veiligheidsambtenaar Claire de Jong. Zij legt uit dat de veiligheidscijfers van de gemeente Leeuwarden gebaseerd zijn op ervaringen van de burgers en politiecijfers. ‘Een keer in de twee jaar wordt een enquête afgenomen onder de Leeuwarder bevolking. Als een enquête wordt afgenomen nadat er bijvoorbeeld net een schietpartij met nare afloop heeft plaatsgevonden, kan dit een grote impact hebben op de veiligheidsgevoelens op dat moment. Dan kan er een discrepantie zijn tussen de daadwerkelijke veiligheid en het gevoel van veiligheid. Over het algemeen laten de veiligheidsgevoelens een stijgende lijn zien. Uit de landelijke politiecijfers kunnen we opmaken dat sinds 2004 het aantal inbraken steeds lager wordt, maar dat het geweld toeneemt. In vergelijking met andere steden vormt Leeuwarden hierop geen uitzondering.’

Sociale controle Op de vraag waar je je als inwoner of bezoeker van Leeuwarden beter niet kunt begeven, kan de veiligheidsexpert geen antwoord geven. Er zijn volgens haar geen ‘beterniet-gebieden’ in de stad. Wel is duidelijk dat het geweld zich vooral in het centrum concentreert. ‘Daar is eenvoudig meer publiek bijeen. Het is een smeltkroes van bevolkingsgroepen qua leeftijd en achtergronden. Dat botst soms. Bovendien is het een uitgaansgebied. Ook in de oude stadswijken is het geweld toegenomen, maar niet in die mate dat het verontrustend is. In de wijken is het veelal huiselijk geweld. Dat is ook geweld, maar de openbare rust wordt er meestal niet door verstoord.’ De toename van criminaliteit en geweld door de jaren heen wijt De Jong aan de verharding van de samenleving. ‘Twintig jaar geleden kende iedereen elkaar. Je haalde het niet in je hoofd om iets te flikken. Nu is de sociale controle veel minder. Daarbij wordt de samenleving meer individualistisch en dwingender. Het ideaalplaatje komt via de

door Aleid Velthuis illustratie Jeroen Deen

televisie de huiskamers binnen en de druk om daaraan te voldoen kan groot zijn. Sommige, kwetsbare jongeren kunnen de verleiding niet weerstaan om op een ‘gemakkelijke’ manier aan geld te komen, bijvoorbeeld door een straatroof te plegen. De drempel om hierbij geweld te gebruiken wordt helaas steeds minder hoog.’

Geweld went nooit Dat het verharden van de maatschappij burgers ook minder gevoelig maakt voor geweld, daar wil de veiligheidsambtenaar niet aan. ‘Natuurlijk worden in een grote stad bepaalde vormen van criminaliteit ingecalculeerd. Het stelen van een fiets bijvoorbeeld. Er zijn mensen die gewoon een fiets terug jatten. Geweld went echter nooit en heeft een enorme impact op je gevoel van veiligheid en vrijheid.’ Om het vrijheid- en veiligheidsgevoel van de Leeuwarders zo groot mogelijk te maken, heeft de gemeente een uitvoerig plan opgesteld. Samen met politie, justitie en andere partners probeert de gemeente zoveel mogelijk aspecten omtrent criminaliteit en veiligheid te beïnvloeden. ‘Dat loopt uiteen van hulpverlening om mensen weer op het goede pad te krijgen tot fysieke maatregelen zoals cameratoezicht en het plaatsen van extra verlichting. Maar ook er voor zorgen dat mensen op een normale manier met elkaar in gesprek raken en, als het niet anders kan, repressief optreden door politie en justitie.’

Achtervolging Zelf heeft De Jong geen enkel probleem met de criminaliteit in Leeuwarden. ‘Ik heb 27 jaar in Leeuwarden gewoond en voelde me er prettig. Natuurlijk, als je lang in de veiligheid werkt, ben je automatisch beter op de hoogte van wat er in de stad gebeurt. Daardoor ben ik misschien extra alert. Zo let ik bijvoorbeeld altijd goed op dat ik het tasjesrovers niet te ‘gemakkelijk’ maak door mijn portemonnee en mobieltje goed op te bergen.’ Ook met de onveiligheidsgevoelens van studenten lijkt het reuze mee te vallen. Rosanne van de Leemkolk (21), derdejaars Academie voor Popcultuur, volgt de minor Cross Media bij NHL: ‘Ik voel me in Leeuwarden wel veilig, ik geloof dat mijn moeder meer gestrest is. Ik houd er eigen-

Politiecijfers Leeuwarden van 2007 25 aanrandingen 63 verkrachtingen 32 pogingen tot doodslag/moord 62 gevallen van openlijke geweld-plegingen tegen een persoon (lees: mishandeling door meer dan 1 persoon) 1017 mishandelingen (waaronder 411 keer ruzie en twist zonder gevolgen) 97 straatroven, waarvan 5 gevolgd door geweld 40 gevallen van openbare schennis der eerbaarheid (ofwel potloodventen, moonen, tonen van borsten in het openbaar, douchen voor een niet bedekt raam, etc.)

lijk geen rekening mee dat er iets zou kunnen gebeuren. Ik woon op vijf minuten fietsen van het centrum en ik hoef niet langs onveilige stukken, dus fiets na het stappen gewoon naar huis.’ Ook Tsjaerd Andringa (20), tweedejaars Management Economie en Recht, maakt zich nauwelijks zorgen over zijn veiligheid. Hij komt oorspronkelijk uit Slootdorp en woont nu twee jaar in Leeuwarden. ‘Er is nog nooit iets gebeurd, ik heb ook nooit iets gezien.’ Mariska Duursma (25), tweedejaars Personeel en Arbeid, denkt er iets anders over. ‘Ik voel me in principe wel veilig in Leeuwarden. Ik ben op een avond een keer door drie jongens van een jaar of 12, 13 achtervolgd op de fiets. Dat was wel eng. Er is niets gebeurd, want ik heb ze afgeschud.’ Het is niet zo dat deze ervaring Mariska dagelijks door het hoofd spookt, maar ze is wel iets voorzichtiger dan haar medestudenten. ‘In de stad spreek ik geen onbekende mensen aan en als ze mij aanspreken zou ik, denk ik, doorlopen. Verder fiets ik als het kan met iemand mee en ik neem altijd de route waar de meeste mensen zijn en die het best verlicht is.’

Littenseradiel Het lijkt erop dat het best meevalt met de onveiligheidgevoelens in Leeuwarden. Wie het toch te bar vindt, kan altijd verhuizen naar een van de dorpen in Littenseradiel. Dat is volgens de AD Misdaadmeter 2007 namelijk de allerveiligste gemeente van Nederland.


WIJ ZOEKEN VROUWEN die mee willen werken aan een geneesmiddelenonderzoek (002). In dit onderzoek worden verschillende doseringen onderzocht van een nieuw hormoonpreparaat waarbij bloedspiegels worden gemeten en wordt nagegaan of dit hormoon de eisprong stimuleert. Elke deelneemster krijgt slechts eenmaal een dosis van dit nieuwe hormoon en gedurende ongeveer 7 dagen twee geregistreerde geneesmiddelen die de groei van de eiblaasjes stimuleren en de eigen spontane eisprong afremmen. U zou aan het onderzoek kunnen deelnemen als u: s een vrouw bent tussen 18 en 35 jaar en gezond bent, s bereid bent aanvullende anticonceptie (zoals condooms) te gebruiken tijdens het onderzoek. Bezoeken Na een vooronderzoek volgen, op vastgelegde tijdstippen, gedurende 4 weken ongeveer 20 bezoeken voor bloedafname en/of inwendige echoscopie. Halverwege

deze periode verblijft u gedurende 2 dagen en nachten in het onderzoekscentrum van Xendo. Na-onderzoek volgt 1 week na de laatste bloedafname. Vergoeding Elke vrijwilligster ontvangt een vergoeding voor deelname aan het volledige onderzoek van ongeveer ` 1.916,-. De hoogte van de vergoeding hangt af van het aantal bezoeken en het aantal bloedafnames. Reiskosten worden vergoed (` 0,19 per km, met een minimum van ` 4,-).

Als u geĂŻnteresseerd bent om aan dit onderzoek deel te nemen en meer informatie wilt, kunt u contact opnemen met: Dr. Ingrid Duijkers, Dr. Christine Klipping, Dr. Ageeth Remmers en Dr. Marjan van den Berg. Telefoon (tijdens kantooruren)

www.dinox.nl

jij wilt werken in het onderwijs

(050) 3610999

wij hebben de vacatures

www.xendovrijwilliger.nl

Dinox is een onderzoekscentrum in Groningen en Berlijn met ruim 15 jaar ervaring in geneesmiddelenonderzoek op het gebied van vrouwelijke hormonen (zoals anticonceptie, vruchtbaarheidsbehandelingen, premenstrueel syndroom en acnĂŠ) en seksuologie. Dinox bevindt zich op het UMCG terrein: Hanzeplein 1, ingang 53, 9713 GZ Groningen

Groningen (050) 850 51 10 Leeuwarden (058) 286 05 13 Emmen (0591) 65 05 06

hoogst persoonlijk Wij bemiddelen docenten naar een (vaste) baan in het Onderwijs. Wil jij na je studie direct aan de slag, schrijf je dan bij ons in.


Vraag versus aanbod Het Strategisch Plan laat er geen misverstand over

•7

behoud van het goede. Drie punten zijn belangrijk; het competentieprofiel, de inrichting van de organisatie en studieloopbaanbegeleiding.’

bestaan: in 2011 moeten opleidingen vraaggestuurd onderwijs aanbieden, in plaats van aanbodgericht

CMD

onderwijs. Op de NHL zijn er twee opleidingen die

Zowel HBO-V als CMD kreeg zonder veel problemen het groene licht om met vraaggestuurd onderwijs te gaan werken. Beide opleidingen interpreteerden vraaggestuurd onderwijs echter op een eigen manier. De invulling die CMD (700 studenten) er vanaf het begin van de opleiding in 2001 aan gaf, verschilt van die van HBO-V. Afdelingshoofd Albert Sikkema: ‘Het type student, type beroep vraagt om die aanpak. Multimedia is een beroepenveld waar veel dynamiek in zit. Het is zo breed en verandert zo snel. Het zijn commerciële beroepen, je moet jezelf voortdurend verkopen. Studenten moeten continu bewijzen dat ze in staat zijn om aan veranderingen te voldoen. Ze moeten zelf hun loopbaan vormgeven.’

al jarenlang ervaring hebben met vraaggestuurd onderwijs: HBO-V en Communication & Multimedia Design. Het NHL Magazine biedt een kijkje in de keuken van deze opleidingen.

door Anita Terpstra

Ins Blaue hinein Ook bij CMD formuleert de student zijn onderwijsvraag. ‘Niet ins Blaue hinein, maar op basis van competenties. Wij bekijken of dat realistisch is. Een deel van de competenties ligt vast en een deel is facultatief, afhankelijk van wat de student wil worden.’ Er is een algemene propedeuse, waarbij alle studenten werken aan dezelfde opdrachten uit de praktijk. ‘Nu zijn studenten bezig met de vraag hoe ze het bioscoopbezoek in Leeuwarden kunnen vergroten.’ Aan het einde wordt gekeken welke groep dat het beste heeft gedaan. Vanaf jaar twee kiezen de studenten een minor, bijvoorbeeld game design, cross media, educatie of ondernemen. ‘Allemaal werken ze in de praktijk, niemand zit in de schoolbanken. De projecten komen binnen via het kenniscentrum, waarna de opdrachten worden verdeeld onder de studenten, die zich kunnen inschrijven.’ Bij CMD is er veel aandacht voor coaching. ‘Er zijn studenten die er niet van houden om meteen in het diepe te worden gegooid. Die nemen we wat meer bij de hand. Wel met de bedoeling hen na verloop van tijd los te laten.’

De opleiding HBO-V (350 studenten) begon zes jaar geleden met vraaggestuurd onderwijs. Er waren twee redenen voor de switch, geeft docent Peter Hogenhuis aan. ‘Ten eerste werd er een competentieprofiel gepubliceerd voor de hbo-verpleegkundige. Ten tweede kregen we bij een visitatie in 2000 te horen dat ons programma te star was. We hebben ons toen de opdracht gegeven om het onderwijs om te gooien. Heel ambitieus, het zijn hectische tijden geweest.’

Competenties De HBO-V’er stelt zelf een leerplan samen op basis van eenheden die ontwikkeld zijn door de opleiding. Die eenheden kunnen cursussen en projecten zijn. Het competentieprofiel waar de student voor wordt opgeleid dient hierbij als rode draad. Bij HBO-V zijn er twaalf kerncompetenties en iedere competentie moet op drie beheersingsniveaus (toepassen, beslissen en ontwikkelen) tijdens de opleiding aan bod komen. De student bepaalt zelf de volgorde. De situatie die de student in de praktijk meemaakt, zal leidend zijn om een bepaalde competentie te willen benadrukken. Voorbeelden van kerncompetenties zijn verpleegbeleid, of zorg en preventie voor zieken, gehandicapten en stervenden. De competenties worden door middel van opdrachten en assessments getoetst. Hogenhuis geeft een voorbeeld: ‘Neem een project waarin studenten voor de Thuiszorg een onderzoek doen naar de kwaliteit van de geboden zorg. Het kan zijn dat de ene student zich wil focussen op de zorg voor diabetespatiënten. Een andere student wil zich vooral zich richten op het doen van onderzoek, omdat zij nog niet veel aan die competentie heeft gedaan. Dus dan heb je één onderwijseenheid, waarbij studenten verschillende dingen willen leren.’

Ontwikkeling

Voor- en nadelen HBO-V maakt momenteel de balans van het vraaggestuurd onderwijs op. Er zijn voor- en nadelen, geeft Hogenhuis aan. ‘In het begin hebben we de studenten teveel vrijheid gegeven, we hebben ze teveel laten zwemmen. Ze vonden het lastig om een persoonlijk ontwikkelingsplan te maken. Als eerstejaars heb je nog geen basis om een keuze te kunnen maken. Je moet als opleiding heel goed zorgen voor kaders, zodat je als docent en student weet wat er van je verwacht wordt.’ Een tweede nadeel is de ‘organisatiestress’. ‘Als studenten veel keuzevrijheid hebben, kan het zijn dat ze in een bepaalde periode allemaal hetzelfde willen doen. Dan krijg je een scheve verdeling qua groepen. De ene docent heeft dertig studenten, de andere maar drie.’

Meerwaarde Door het invoeren van vraaggestuurd onderwijs veranderde ook de organisatiestructuur bij HBO-V. ‘We hebben gekozen voor cohortteams. Een cohort is een lichting studenten. Van jaar een tot en met vier gaan docenten mee met studenten, in plaats van dat docenten ieder jaar een andere groep krijgen. De mensen die enthousiast waren, vormden het eerste cohort. Daarna volgde de rest, die kon eerst kijken wat het inhield.’

Hogenhuis is overtuigd van de meerwaarde van vraaggestuurd onderwijs. ‘Studenten maken een grotere en bredere ontwikkeling door dan bij aanbodgericht onderwijs. Een mooi voorbeeld is een student die erg verlegen binnenkwam en aan het eind van de opleiding een certificaat voor haar zorgboerderij had. Een ander voordeel is dat je veel mogelijkheden hebt om met het praktijkveld samen te werken. Daar veranderen dingen voortdurend en op deze manier kun je daar sneller op inspringen.’ De kritiek dat afgestudeerde verpleegkundigen ‘geen infuus kunnen aanbrengen’ wijst hij van de hand. ‘Daar zorgt het competentieprofiel voor.’ Ook met de kritiek dat niet alle studenten geschikt zijn voor dit type onderwijs, is hij het niet eens. ‘Studenten die meer begeleiding nodig hebben, moeten dat ook krijgen. Daar is de studiebegeleider voor.’ Alhoewel Hogenhuis voorstander is van het onderwijsprincipe, wil dat niet zeggen dat alles bij het oude moet blijven. ‘We gaan nu nadenken over de mate van vraagsturing, om het onderwijs zowel voor de student als de docent beter beheersbaar te maken. We gaan het iets terugbrengen, met

In de loop der jaren heeft het vraaggestuurd onderwijs bij CMD zich ontwikkeld. ‘Ondernemerschap is steeds belangrijker geworden. Uit onderzoek blijkt dat twintig procent van de Amerikaanse studenten ondernemingsgezind is tegen tien procent van de Nederlandse studenten. Wij hebben ook een onderzoekje uitgevoerd en bij ons is het 65 procent. Die economische activiteit willen we stimuleren, vooral in de regio.’ De volgende stap was om alle studenten aan betaalde opdrachten te laten werken. ‘Dat is gelukt. Studenten werken hard, afspraak is afspraak. Ze zijn gewend aan deadlines en projectmanagement. Er is ook direct contact tussen opdrachtgevers en studenten, er zit geen docent tussen. Op die manier voelen ze zich meer verantwoordelijk.’ Daar waar HBO-V het vraaggestuurd onderwijs op enkele punten wil aanpassen, wil de opleiding CMD dit type onderwijs nog verder doorvoeren. ‘We willen de propedeuse integreren in de hoofdfase, zodat ook in het eerste jaar iedere groep aan een eigen project werkt. En we willen dat studenten veel eerder met de opdrachtgever om de tafel gaan zitten. Nu definieert het kenniscentrum de opdracht, maar dat moeten de studenten gaan doen.’ In 2011 moeten alle NHL-opleidingen vraaggestuurd werken. Onontkoombaar voor de toekomst, meent Sikkema. ‘Een hbo’er moet zijn eigen ontwikkeling kunnen sturen. Hier op school kunnen ze daarmee oefenen, zodat ze later in de praktijk gewend zijn om het zelf te doen.’ Hogenhuis is onderwijsconsultant en werkt aan een standaard voor de rest van de NHL, die in juni af moet zijn. ‘Het is een handzaam document om het vraaggestuurd onderwijs te verhelderen zodat de opleidingen gebruik kunnen maken van de positieve en negatieve ervaringen.’ Hij wil beslist niet dat HBO-V als voorbeeld gaat dienen voor de rest van de NHL-opleidingen. ‘Dat vind ik gevaarlijk. Je moet kijken naar wat wél en wat niet werkt. Voor iedere opleiding is dat verschillend.’


8•

HOTSPOT Grytsje Hoekstra LEEFTIJD : UIT/THUIS : STUDIE : KLEDING :

ACCESSOIRES :

22 jaar

Met mijn vriend in Gerkesklooster

Pabo, derdejaars

Spencer Steps, € 40,- Shirt Steps, € 25,- Rokje EDC, € 50,Legging Sutherland, € 15,Laarzen onbekende schoenenwinkel, € 90,-

Sjaals, H&M € 10,- per stuk Armbanden uit een handwerkwinkel in Surhuisterveen Horloge Geneva € 30,Ring erfstuk van oma Oorbellen Hema, € 6,Riem Steps, € 20,

INKOMEN :

Studiefinanciering en ik werk bij een lingeriewinkel in Surhuisterveen. Daarnaast werk ik bij de NHL, bij de teruggeefkast, waar studenten na de beoordeling hun werkstukken kunnen ophalen.

UITGAAN :

De Swetser in Drachten.

MUZIEK : GEEFT  MEESTE : GELD UIT AAN :

Top40, Radio 538, SLAM!FM.

Kleding en aan ons nieuwe huis.

SPAART VOOR :

Een reis naar Australië. Nadat ik afgestudeerd ben, wil ik daar graag voor een week of zes naar toe.

AMBITIE :

Volgend jaar afstuderen en daarna de studie orthopedagogiek doen.

door Aleid Velthuis foto Rien van Broekhoven


EX

•9

De NHL telt naar schatting 30.000 alumni. Welke studie volgden deze afgestudeerden? Wat voor werk doen ze nu? Hoe kijken ze terug op hun studententijd? Het NHL Magazine spoort oud-NHL’ers op. Deze maand: Bram Brouwer.

door Mattijs Tiggeler

Bram Brouwer (28) studeerde in 2005 af aan de opleiding Communicatie aan de NHL. Al tijdens zijn studie werkte deze EX aan zijn carrière en met resultaat. Onlangs deed Bram mee aan de verkiezing Young Professional of the Year en sinds 21 februari mag hij zichzelf Young Specialist of the Year noemen. Bram is geboren en getogen in Groenlo. Omdat zijn vader bij de Luchtmacht werkte en gestationeerd werd op de vliegbasis in Leeuwarden, lag het voor de hand dat Bram zijn studie in Leeuwarden zou volgen. Tijdens zijn studie hebben zijn ouders er bewust voor gekozen om geen overplaatsingen aan te vragen, zodat hun zoon de ruimte kreeg om zijn opleiding af te ronden. Zijn studie is erg belangrijk is geweest voor Brams persoonlijke vorming. ‘De opleiding Communicatie biedt een uiteenlopend programma. Door de variëteit kreeg ik een helder beeld van wat ik prettig vind en met welk type mensen ik goed werk. Op basis hiervan heb ik keuzes gemaakt waar ik nu nog steeds blij mee ben. Dankzij mijn studie ontdekte ik wat ik inhoudelijk leuk vind en waar ik goed in ben. Dat is voor mij van grotere waarde dan dat ik uiteindelijk de studiepunten voor het vak Bedrijfseconomie heb gehaald. Ik vind het belangrijk dat je jezelf goed kent, omdat je als marketeer veel op gevoel doet.’ Samen met zijn medestudenten heeft Bram veel plezier gehad. Vooral tijdens de colleges, soms tot ergernis van de docenten. ‘Buiten mijn studie heb ik veel aan mij voorbij laten gaan, omdat ik veel werkte. Dat is gelukkig niet voor niets geweest.’ Tijdens zijn studie had Bram een bijbaan bij callcenter Elan, dat onderdeel uitmaakt van Aegon. Dit bleek een belangrijke basis voor zijn carrière. Al snel kreeg hij meer verantwoordelijkheid en ging Bram agents begeleiden. In een coachende functie gaf hij product- en gesprekstrainingen, maar ook kon de jonge marketeer zich uitleven op zijn toekomstige vakgebied. ‘Het bleek we bij Elan niet genoeg leads binnen haalden. Leads zijn potentiële klanten die telefonisch worden benaderd. We moesten een creatieve oplossing zien te vinden.’ Met behulp van de contacten die hij tijdens zijn stage bij interactief communicatiebureau V12 in Groningen had opgedaan, ontwikkelde Bram een website. ‘Een soort digitale speeltuin.’ Op deze site konden de bezoekers een korte test doen waarvan de uitslag verduidelijking gaf over hun financiële situatie. Ze konden ook aangeven of ze telefonisch contact wilden over een bepaald financieel onderwerp. ‘Op die manier boden de mensen via de website zichzelf aan en kon ik leads verzorgen voor de callcenter agents die ik begeleidde. De combinatie van het testje op website en mensen naar aanleiding daarvan terugbellen was een enorm succes. ’ Het lukte Bram niet om zijn studie binnen de gebruikelijke vier jaar af te ronden. Hij liep een half jaar vertraging op, maar dit bleek uiteindelijk in het voordeel van zijn carrière. ‘Mijn studievertraging gaf mij de gelegenheid om mij verder te ontwikkelen bij Elan. Dit had niet gekund als ik meteen mijn afstudeerstage had moeten doen. Dat half jaartje tussensprinten is helemaal niet slecht geweest voor mijn carrière.’

Tijdens dit half jaar werd Bram benaderd door Aegon Spaaradvies, die het succes van de website zag en vroeg hem deze ook voor hen te implementeren. Bij Elan verzorgde Bram leads voor tachtig callcenter agents, bij Aegon Spaaradvies werden dit driehonderd financieel adviseurs. Of dat een groot verschil was? ‘Eigenlijk niet. Je doet hetzelfde trucje, alleen dan voor wat meer mensen’. Nadat hij afstudeerde, bleef Bram twee jaar werken bij Aegon Spaaradvies. Inmiddels werkt hij alweer bijna anderhalf jaar bij OHRA, onderdeel van de Delta Lloyd Groep. Hier is hij verantwoordelijk voor de commerciële activiteiten van het internetteam en de coördinatie van de online marketeers. Bram maakt deel uit van het Young Talent Network voor jonge, ambitieuze en hoogopgeleide werknemers van de Delta Lloyd Groep. Het Young Talent Network is aangesloten bij de overkoepelende organisatie van bedrijfsjongerenverenigingen InterCompany Association (ICA). De ICA organiseerde dit jaar voor het eerst de verkiezing voor Young Professional of the Year. Vanuit Delta Lloyd werd Bram verkozen tot hét jonge talent van de organisatie. Deze titel gaf hem het recht om deel te nemen aan de verkiezing van Young Professional of the Year. Brams collega’s bleken enthousiaste fans. ‘Ik heb veel steun van ze gehad. Zij hebben een website gebouwd waarop je een avatar kon aanmaken. Hiermee gaf je dan online aan dat je me steunde. Ze hebben dit gemaakt zonder dat ik er weet van had. Om de site te maken hadden ze zelfs

foto’s van mijn Hyves-profiel gekopieerd. Ik vond het ontzettend fijn om te merken dat ik zoveel steun kreeg.’ Bij de verkiezing Young Professional of the Year werden de deelnemers ingedeeld in drie categorieën; managers, advisors en specialists. Vanwege zijn expertise op het gebied van online marketing werd Bram ingedeeld in de categorie specialists. Bram werd winnaar van zijn categorie en ging naar de finale, samen met de winnaars van de andere twee categorieën. In een slotdebat mochten de drie aangeven waarom zij Young Professional of the Year moesten worden. ‘Het slotdebat in Hotel Arena vond ik ontzettend moeilijk. Je moet niet alleen met goede argumenten komen, maar ook letten op wat je tegenstanders zeggen. Je moet praten en luisteren tegelijkertijd. Ik lette ook heel erg op mijn houding, zodat ik niet onzeker overkwam. Je staat in het middelpunt van de belangstelling, er waren televisieploegen aanwezig en er werden continu foto’s gemaakt. Ik heb het slotdebat niet gewonnen. Tuurlijk, erg jammer, maar de titel Young Specialist of the Year heeft voor mij uiteindelijk meer betekenis dan de algemene titel. Ik ben nou eenmaal online marketeer en het is eigenlijk een bevestiging dat ik mijn werk goed doe.’ Bram beaamt dat zijn titel zeker een boost voor zijn carrière is geweest. Met alle know-how die hij de afgelopen jaren heeft opgedaan, gaat de kersverse Young Specialist per 1 april voor zichzelf beginnen als interim manager voor online marketing.


10•

SPSS? Fotoshop? Autocad? Oftewel: software. Sinds afgelopen jaar is het binnen de NHL niet meer mogelijk om zelf programma’s te downloaden en op de pc te zetten. De gevolgen daarvan waren namelijk dat schermen op zwart gingen, het netwerk vastliep en er virussen en zelfs illegaal software binnengehaald werd. Om deze nare effecten te voorkomen, lopen alle software-aanvragen nu centraal via Support Centre ICT. Er zijn twee releases voor nieuwe software per jaar. Tussendoor software aanvragen kan, maar is kostbaar. Anneke Karsten, medewerker Support Centre ICT, vertelt over de nieuwe werkwijze. we het programma op voorraad hebben. Wij hebben Waar kun je een software-aanvraag indienen? “Alle software-aanvragen lopen via het Support Centre ICT.â€? namelijk al 250 softwaretoepassingen klaarstaan voor gebruik. Als er nog gebruikerslicenties beschikbaar zijn, kunnen we het programma toekennen aan een nieuwe Hoe verloopt zo’n aanvraagproces? “Wij inventariseren in mei en in november alle software- gebruiker. Dan staat het desbetreffende programma de eerstvolgende keer in het opstartmenu van de aanvragen. Dan sturen wij alles in een keer naar een externe ďƒžrma. Deze ďƒžrma bewerkt de softwareprogram- gebruiker. Als de licenties allemaal al vergeven zijn, moeten wij deze bijkopen.â€? ma’s voor ons. Deze bewerking is bij de twee centrale releases in mei en november kosteloos. Dat betekent overigens niet dat de software-aanvraag gratis is. Voor En als het om compleet nieuwe software gaat? “Bij nieuwe aanvragen doen we eerst een uitgebreide het programma zelf en de benodigde licenties moet je intake met de hoofdgebruiker om de wensen te invennatuurlijk wel betalen.â€? tariseren. Dan sturen we het totale pakket van wensen naar de externe ďƒžrma. Daarna krijgt de ICT afdeling de Hoe vraag je een softwareprogramma aan? bewerkte software terug. Wij kijken dan samen met de “Kijk eerst altijd op mijnnhl.nl/ict. Daar kun je zien of

STORING? Meld je loginnaam, rc-nummer van de computer en het kamernummer waar de pc staat. Mail dit naar support@nhl.nl of maak gebruik van de SelfServiceDesk op www.mijnnhl.nl/ict/contact dan wordt je probleem zo snel mogelijk opgelost. VRAAG OVER SOFTWARE? Kijk op www.mijnnhl.nl/ict voor vragen en handleidingen.

hoofdgebruiker of het voldoet aan alle eerder besproken wensen.â€? Updates van programma? “Ook dan maken we gebruik van de externe ďƒžrma en moeten we gebruikerslicenties aanschaffen. Maar dat is iets eenvoudiger omdat we de gebruikerswensen al weten.â€? Wanneer zijn de vaste aanvraagmomenten? “We hebben in mei en in november een centrale release. De eerstvolgende deadline voor software aanvragen is 1 mei.â€? En aanvragen buiten de centrale releases? “Dat kan natuurlijk wel, alleen zit daar een ander prijskaartje aan. Een aparte aanvraag is erg kostbaar.â€? De kosten? “Uiteraard heb je eerst een akkoord nodig van je budgetbeheerder, anders gaan wij zo’n traject niet in. Het bewerken van de programma’s via de externe ďƒžrma is gratis bij de twee centrale releases. De kosten voor de gebruikerslicenties worden hoofdelijk verdeeld onder de gebruikers.

CONTACT SUPPORTCENTRE ICT • Balie Tesselschadestraat geopend van 8.00 tot 17.00 uur • Balie Hempenserweg geopend van 10.00 tot 14.00 uur Bel 1878 of mail naar support@nhl.nl of via de SelfServiceDesk op www.mijnnhl.nl/ict/contact

www.mijnnhl.nl/ict

Op kamers? Het begint bij

:hiVbeVh EdgiZŠVh

WoonFriesland

iVc\d Ă’gZ

lÇ h]d

ZY XVi ^hi^

] hde cY V a^c\ c Voo ihbV j Y Æ6 Z HXd h nd Z ` V I] ^i b d dY 8dggZ cY d \ a a^c V dgc^c\ V ÆHd ZgÇ : c Z B g k VY YcZn h]^ a d[ [ja gÇ Hn l dj ]d Æ6 h Y ]jb d \d VaY =Zg

ĂˆIVc\d ;^gZÉ ^h ZZc kjg^\Z h]dl gZX]ihigZZ`h j^i ]Zi ]Vgi kVc YZ iVc\d/ 7jZcdh 6^gZh! 6g\Zci^c^Â…# :hiVbeVh EdgiZŠVh WgZc\i iVc\d odVah _Z c^Zi ZZgYZg oV\# HZmn! \ZYjg[Y Zc [g^h I^Zc _dc\Z! \ZeVhh^dcZZgYZ YVchZgh cZbZc _Z bZZ de gZ^h Yddg YZ \ZhX]^ZYZc^h kVc YZ iVc\d# KVc YZ ddghegdc\ ^c YZ gdhhZ WjjgiZc kVc 7jZcdh 6^gZh cVVg YZ \a^iiZg \aVbdjg kVc YZ GdVg^c\ IlZci^Zh# Kddg ]Zi ZZghi iZ o^Zc ^c CZYZgaVcY! `aVVg db dd` ]^Zg ]Zi ejWa^Z` iZ dkZgYdcYZgZc

ldZchYV\ &) bZ^ q '%/&* jjg q eg^_h Ă? ',!*% @VVgiZc ^c[d/ lll#]Vgbdc^Z#ca q %*- '(( % '((# @VhhV/ bV i$b oV! &'#%% Ă„ &-#%% jjg q Gj^iZgh`lVgi^Zg ) q AZZjlVgYZc

In Leeuwarden heeft WoonFriesland nog een ink aantal

WoonFriesland Leeuwarden

vierkante meters in de aanbieding. Vanaf â‚Ź 200,- per

De Eenhoorn 4

maand kun je bij ons al een ruime kamer huren op een

Postbus 931

centraal gelegen locatie. Voor meer informatie over onze studentenkamers ga je naar www.woonfriesland.nl of bel je

8901 BS Leeuwarden Telefoon (058) 234 71 71

met WoonFriesland (058) 234 71 71. Maar je kunt natuurlijk ook gewoon even bij ons langs komen op De Eenhoorn 4 in Leeuwarden. www.woonfriesland.nl

Samen bouwen aan beter wonen

NHL

MAGAZINE

Prijsvraag Win 2x2 vrijkaarten Vraag: Hoe heet het vierkoppige orkest dat de tangodansers begeleidt in de voorstelling Tango Fire? Stuur het antwoord en je naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres voor 11 april naar: nhlmagazine@nhl.nl of NHL Magazine, Tesselschadestraat 12, 8913 HB Leeuwarden. Vermeld ook even wat je studeert of waar je werkt. Onder de goede inzendingen worden 2x2 vrijkaarten verloot, beschikbaar gesteld door Stadsschouwburg De Harmonie. In het volgende NHL Magazine worden de winnaars bekend gemaakt. Antwoord vorige prijsvraag: Mindstate Winnaars vrijkaarten: Erwin van der Linden, student Communicatie en A.R. Jonker, partner NHL-medewerker


•11

Commercial Break

foto Friso Bruins

De rubriek waarin iedere NHL’er een persoonlijke boodschap kwijt kan. Mail naar nhlmagazine@nhl.nl en maak kans op gratis reclamezendtijd.

Vrijdagochtend 15 februari. Voor de deur van de redactie van het NHL Magazine staat een envelop. ‘Leuk, een pakje’, is de gedachte van de redacteur die het vindt. De inhoud blijkt nog leuker. Beste redactie, Hier ligt nu een boek. Een blaadje, met de hand geschreven. Een envelop, zonder afzender. Behalve twee mysterieuze initialen, maar die zijn niet belangrijk. Het boek bevat wel belangrijke informatie. Want met die code kan de zoektocht voor de redactie pas echt beginnen. Wordt het een artikel? Of een persoonlijke queeste? Gaat de zoektocht door of eindigt het hier op een bureau. Wordt het een experiment, om inspiratie op te doen voor de lezers? Dat lot ligt nu in deze handen. Het lot van dit boek ligt in dezelfde handen. Gaat het avontuur door? Wordt het boek gelezen, doorgegeven, vergeten of verstopt voor een volgende vinder? Krijgt dit boek een lief hebber, een minnaar, een reiziger die meelift met ‘Het woeden der gehele wereld?’ Met dit boek kan alles beginnen. De keus is aan jou. N.K. Naast dit handgeschreven briefje zit er in de envelop een boek. Het is een vergeeld exemplaar van Het woeden der gehele wereld door Maarten ’t Hart. Op de kaft zit een sticker waarop het boek vraagt of het mee mag liften. Aan de binnenkant van het boek nog een sticker met daarop de code BCID 464-5824904 én een website: www.BookCrossing.com.

De beste wint nooit – Het ABC van de Amerikaanse verkiezingen ★★★★★

De Amerikaanse presidentsverkiezingen worden op de voet gevolgd door de Nederlandse media. De verkiezingsgang blijkt een interessant, maar ingewikkeld proces te zijn. Het boek De beste wint nooit maakt het volgen ervan iets gemakkelijker. Auteur en Amerikakenner Frans Verhagen geeft een begrijpelijk beeld van het verloop van de Amerikaanse verkiezingen aan de hand van interessante anekdotes. Verhagen biedt een helder en beknopt boek dat bij uitstek geschikt is om in terug te bladeren. Ben je benieuwd wat een ‘Dark Horse’ is? Even vergeten wat een ‘Stump Speech’ is? Verhagen verklaart niet alleen belangrijke begrippen, maar noemt ook personen die voor een bijzondere wending zorgden in het proces van de verkiezingen. Het interessante van het boek is dat Verhagen verwijst naar de actualiteit door een sterkte-zwakte analyse van de kandidaten te geven. De waarde die aan de analyses kan worden gehecht valt te betwisten, aangezien het deels zijn eigen bevindingen zijn, maar goed. Verhagen geeft tot slot een overzicht van alle 43 presidenten die de Verenigde Staten tot nu toe heeft gehad. Iedere president kent hij een historische waardering toe. Om alvast een geheimpje te verklappen: Verhagen is beslist geen fan van Bush. De beste wint nooit is meer een naslagwerk dan een boek. Door de vlotte schrijfstijl en korte omschrijvingen is het een must-have voor mensen die op zoek zijn naar een luchtige introductie van de Amerikaanse verkiezingen.

Nieuwsgierig geworden kijkt de redactie op de website. BookCrossing blijkt een initiatief van en voor enthousiaste lezers uit de hele wereld. Boeken worden ‘in het wild’ achtergelaten, zodat anderen ze kunnen lezen. Bookcrossing bestaat sinds 2001 en er zijn vele leden over de hele wereld. Er zijn 649.813 BookCrossers om precies te zijn, die 4.613.310 boeken geregistreerd hebben. BookCrossers registreren hun boeken op de site, zodat ieder boek een uniek nummer (BCID) krijgt. Dit nummer wordt samen met wat instructies op het boek geplakt. Iemand die zo’n boek vindt, kan dan aan de hand van het BCID op de site nakijken waar het vandaan komt, wie het allemaal gelezen heeft. Ook kan hij zelf een ‘journal entry’ schrijven, zodat anderen weten dat het boek in goede han-

B O E K De beste wint nooit – Het ABC van de Amerikaanse verkiezingen

Het woeden der gehele wereld Maarten ‘t Hart

Frans Verhagen Arbeiderspers Nieuw Amsterdam Uitgevers

1 12,50

1 12,50

door Mattijs Tiggeler

door Nynke Andringa

den is. Als de vinder het boek gelezen heeft, laat hij het weer vrij, bijvoorbeeld in een café, in een treincoupé of waar dan ook, zolang anderen het maar kunnen vinden. Onze gulle gever blijkt 22 te zijn en woont in Leeuwarden. Hij of zij heeft inmiddels achttien boeken losgelaten, waarvan er vier zijn gevonden. Zelf heeft de BookCrosser er zes gevonden. Voor het boek Het woeden der gehele wereld is het de eerste keer dat het wordt ‘vrij’ gelaten, lezen we op de site. We hebben besloten om het boek te laten recenseren door Nynke Andringa. Daarna laten ook wij het boek weer vrij. Ergens op de NHL. Zoekt en gij zult vinden.

Het woeden der gehele wereld ★★★★★

De titel van dit boek is ontleend aan Cantate 80 van J.S. Bach waarin hij ‘Het woeden der gehele wereld oproept en weer bezweert’. Wie anders dan Maarten ’t Hart, muziekliefhebber pur sang, had deze titel kunnen kiezen als identificatie voor de hoofdpersoon. Onmiddellijk kruipt de lezer in de huid van Alexander Goudveyl en leeft mee met de jongen die opgroeit in de naoorlogse jaren vijftig, waarin het geloof een centrale plaats inneemt. De drie stadia van het leven van elke Christen (ellende, verlossing en dankbaarheid) staan centraal en dat zul je weten ook. Alexander, die toch al zijn tijd van leven moest benutten om de Cantates van Bach te leren, zit het liefst achter zijn piano. Hij wil in de muziek verdwijnen om zo de echte wereld te ontvluchten. Zijn levensloop wordt weerspiegeld in het water des doods wanneer hij als moordgetuige zoekt naar het antwoord op de vraag wie de moord heeft gepleegd en waarom. Het levert hem járenlang een gekweld bestaan op. De jongen die nog geen schot voor open doel durft te lossen, worstelt zich door een eenzaam, muzikaal, bescheiden en pijnlijk zuinig leven. ’t Hart vergelijkt Alexanders leven met een schaakspel. ‘Het leven is bizar, met verkeerde stukken en te veel velden. Alsof je moet schaken op een dambord.’ Het mooie van deze geraffineerde thriller/detective is dat de echte vraag (who did it) er niet het meeste toe doet. Meer interessant is de psychologische ontwikkeling van de intrigerende hoofdpersoon. Eigenlijk wil je als lezer helemaal niet tot het einde komen, zoals meestal het geval is bij goede boeken.


12•

door Aleid Velthuis foto’s Rien van Broekhoven

Frans Kuipers Frans Kuipers (58) is veertien jaar voorzitter van het College van Bestuur van de NHL geweest. Van de vier doelen die hij zichzelf heeft gesteld, behaalde Frans er drie. Voor het realiseren van het vierde doel acht hij zichzelf niet de juiste persoon. ‘Dit is een goed moment om te gaan.’

Je wilde niet in ‘de 100’, waarom niet? Ik vind het voor de lezer niet zo belangrijk wat mijn hobby’s zijn of hoe ik mijn vrouw ontmoet heb. Voor de 100 is het nu ook te laat, vind ik. Daar hadden jullie eerder mee moeten komen. Geen 100 dus. Hoe ben je destijds bij de NHL terecht gekomen? Gewoon, gesolliciteerd op een vacature in de krant. Ik was vice-voorzitter van het College van Bestuur bij de Landbouw Universiteit in Wageningen. De nadruk lag daar sterk op wetenschappelijk onderzoek. Het hoger beroepsonderwijs sprak mij erg aan. Het was toen sterk in ontwikkeling, ik wilde daar graag aan bijdragen. Het bestond voornamelijk uit hoorcolleges. Goedkoop, maar weinig efficiënt en te eenzijdig. En nu? Er is meer contact tussen de student en de docent. De ontwikkeling die toen ingezet is, was gericht op meer samenhang tussen de afzonderlijke vakken. Via projectgericht en beroepsgericht is het hbo sluipenderwijs competentiegericht onderwijs geworden en zijn op het beroep gerichte eindtermen en kwalificaties geformuleerd. Wat betekent dit voor de student? Op de NHL hebben we een onderwijsconcept ontwikkeld waar we trots op kunnen zijn. De student wordt sterker gestimuleerd zijn eigen leerproces te bepalen, om zijn of haar doelen te behalen en ambities waar te maken.

Studenten zouden bij vraaggestuurd onderwijs te vroeg in het diepe gegooid worden en daardoor onzeker worden. Waar ligt de grens? Het onderwijs op de NHL is vraaggestuurd, maar er zijn geen excessen. De studenten worden niet aan hun lot overgelaten. Wel worden ze steeds meer gestimuleerd om nog beter te presteren. Eenvoudigweg omdat de veranderende maatschappij dat vraagt. Als hogeschool kun je natuurlijk niet achterblijven. Je moet je grenzen blijven verleggen. Wat is de volgende grens? De NHL levert nu professionals af die goed kunnen functioneren met de kennis die ze hebben meegekregen. We moeten toe naar meer innovatieve professionals. Studenten die goed kunnen analyseren en beoordelen en een kritische, ondernemende instelling hebben en nieuwe kennis kunnen generen. De competenties moeten daarop aangescherpt worden, daarom moet onderzoek meer plaats krijgen in het hbo.

Welke opleiding heb je zelf gevolgd? Na de HBS wilde ik boer worden, maar mijn vader vond dat geen goed idee. Toen ben ik naar de Landbouw Universiteit in Wageningen gegaan. Dat is heel iets anders. Inderdaad. Ik ben opgeleid tot irrigatiedeskundige en heb lang in het buitenland gewerkt. In Suriname, Senegal en op de Filippijnen. Ik heb altijd veel gereisd trouwens. Begin jaren zestig, toen nog scholier, ben ik heel Europa door gereisd. Liftend. Prachtig, dan maak je wat mee! Zoals? Met een Duitser in een gloednieuwe Mercedes met 180 kilometer per uur over de Autobahn, met rustgevende muziek van Bach op de radio. We hebben het over begin jaren zestig hè. Zo’n snelle Mercedes was al heel bijzonder, maar dat er een radio in zat nog meer.

Klinkt ambitieus. We doen meer en meer een appèl op de student. De ‘zesjescultuur’ past niet bij de NHL.

Wat is je favoriete land? De Filippijnen, omdat ik er met mijn gezin ongeveer vijf jaar gewoond heb. Het is een beetje een tweede vaderland geworden.

Wat gebeurt er met studenten die het niet trekken? Die moeten we beter begeleiden om er voor te zorgen dat ze niet onzichtbaar de NHL verlaten. De student maakt net als de docent deel uit van de NHL-gemeenschap. Dit is belangrijk om samen de klus te klaren en het beste uit jezelf te halen. Docenten en studenten moeten bijvoorbeeld mét elkaar werken aan opdrachten voor het werkveld, maar ook een perspectief zoeken als het de student echt niet lukt.

Blijven je vrouw en jij in Nederland? Dat weet ik nog niet. Jaren geleden hebben we alle papieren in huis gehad om te emigreren naar Australië. Daar wilde ik zo’n enorme ranch beginnen, met een eigen vliegtuigje. Onze kinderen waren toen net gewend aan Nederland, dus hebben we besloten niet te gaan. Diezelfde kinderen snappen niet dat we terug zijn gegaan naar Nederland. Mijn dochter woont in Frankrijk en mijn zoon heeft een boerderij met geiten en schapen in Noorwegen.


•13

99 Dat vind ik prachtig. Misschien ga ik hem een tijdje helpen. Wat ga je het meest missen? De mensen. Ik heb hier bijna vijftien jaar gewerkt, dan bouw je toch een band met mensen op. Toen ik in Leeuwarden begon, dacht ik dit een termijn van vier jaar te doen en daarna weer iets anders. Maar het was mijn leukste baan. Ik heb het ontzettend naar mijn zin gehad. Wat ga je absoluut niet missen? Dat ik voor een groot deel geleefd werd. Mijn agenda stroomde als vanzelf vol. Je bepaalt zelf vaak niet wie je ziet. En ik had altijd te weinig tijd. Je ziet mensen een half uurtje, maar wat kun je dan helemaal bespreken? Waar ben je trots op? Op de manier waarop de NHL’ers met elkaar omgaan. Docenten onderling en met studenten en ondersteunend personeel. Studenten zijn geen nummer en collega’s geven elkaar de ruimte om dingen te ontwikkelen. Ik heb mijn stinkende best gedaan om daar op te besturen. Waar had je meer aan willen doen? Ik heb mezelf vier doelen gesteld. Een mooie hogeschool neer zetten, die wordt nu gebouwd. Ik wilde alle opleidingen op één locatie en de drie hogescholen op één campus. Met de plannen voor de Kenniscampus is dat - op het Van Hall Instituut na - gelukt. Het vierde doel was? Het gehele hoger onderwijs en onderzoek in Leeuwarden bestuurlijk bijeen brengen. Dat is me niet gelukt.

Balen? Dat is écht, écht balen. Ik heb mezelf de vraag gesteld ‘krijg ik het nog voor elkaar?’ en heb de conclusie getrokken dat ik er op dit moment niet de juiste persoon voor ben. Dit is voor mij een goed moment om weg te gaan. De sleutels lever ik deze maand in en dan heb ik hier bestuurlijk niets meer te zoeken.

Want? De Volkskrant schreef: Samir A. is welkom in Leeuwarden. Ik ben me kapot geschrokken van de reacties, zowel extreem rechts als extreem links viel over mij heen. In wat voor land leven wij? Op wat voor grond kun je iemand, die op dat moment niet veroordeeld was, de toegang tot onderwijs ontzeggen? Het houdt me nog steeds bezig.

En dan? Mij is gevraagd om als adviseur en ambassadeur op te treden op het gebied van internationalisering en ontwikkelingssamenwerking, voor de NHL en de HBO-raad. Voor de HBO-raad ga ik deze maand naar Brussel en in april naar Zambia.

Gouden tip voor je opvolger? Die vraag had ik wel verwacht. Mijn opvolger is een kundige man met ruime ervaring. Hij is een man met veel oog voor mensen. Hij zal met zijn gevoel, instinct en wijsheid deze instelling besturen. Mijn tip: doe het vooral op je eigen manier.

Geen zwart gat dus? Ik wil wel tijd voor mezelf nemen. Ik heb veertien jaar lang drie dagdelen per dag gewerkt. Ik moet mijn leven nu weer oppakken. Ik ben 37 jaar gelukkig getrouwd, maar heb mijn vrouw de laatste jaren veel te weinig gezien. Ik wil meer tijd met haar en mijn kinderen en kleinkinderen doorbrengen. Mijn ouders leven nog, ook aan hen wil ik meer tijd besteden.

Wat wil je studenten meegegeven? Zoek het avontuur op, stel vragen, ontmoet mensen, ga op reis, ontdek, ga liften! Als je eenmaal de stap naar het onbekende hebt gezet, is dat zo mooi. Je krijgt er een kick van, meer zelfvertrouwen en dan kun je de hele wereld aan.

Welke student of medewerker is je het meest bijgebleven? Ik heb ontzettend veel meegemaakt met studenten en medewerkers. Als ik er een noem, doe ik anderen daarmee te kort. Wat me erg bezig gehouden heeft, is het Samir A.-verhaal. Het NHL Magazine vroeg mij of moslimstudenten gescreend worden op mogelijke terroristische activiteiten voordat zij een opleiding mochten volgen. Nee, was mijn antwoord. Dat is een geweldige rel geworden.

De NHL over tien jaar? Misschien een onherkenbare NHL. Ik hoop het. We moeten niet bij het oude blijven. Proactief vooruit met die hogeschool! Ik hoop dat de open, integere en respectvolle omgang met elkaar gebleven is. De student moet bij de NHL niet het idee hebben dat hij van alles moet, maar dat het mooi is dat hij of zij de kans heeft om hier te studeren. Ik zou teleurgesteld zijn als dit niet zo zou zijn.


14•

CTRL-C

door Aleid Velthuis foto Anita Terpstra

Plagiaat is van alle tijden, maar internet maakt het de gemakzuchtige student wel heel gemakkelijk. Tijd voor een proef met digitale plagiaatdetectie, vonden ze bij het instituut Economie en Management. Na de evaluatie is voorgesteld om software tegen plagiaat NHL-breed in te voeren, maar niet iedereen is daar blij mee. Twee tegenstanders en een voorstander in discussie.

Twee tegenstanders en een voorstander, dat lijkt oneerlijk verdeeld. Wie echter voorstander Dejan Veljkovic (34) kent, weet dat dit voor hem geen probleem is. Dejan is docent bij de afdeling Information & Organisation en de motor achter de pilot plagiaatdetectie bij het instituut Economie en Management. De pilot met plagiaatdetectiedienst Ephorus liep van februari tot en met juli 2007. Er zijn inmiddels ruim veertig NHL-gebruikers geregistreerd, hoeveel daarvan de dienst daadwerkelijk gebruiken is niet bekend. Tijdens de pilot ongeveer driehonderd documenten gescand. Het percentage plagiaat lag tussen de nul en vijfennegentig procent. De pilot is geëvalueerd door het onderzoeksbureau van het instituut Economie en Management. Helaas hebben er slechts 42 respondenten meegewerkt aan de evaluatie, waardoor dit onderzoek niet representatief is. Hoewel de pilot nu afgerond is, kunnen NHL-docenten nog steeds gebruik maken van Ephorus. Studenten overhandigen een papieren versie van een rapport, maar plaatsten het document ook in digitale vorm op de website. Deze vergelijkt de tekst met bronnen op internet en andere - al ingeleverde - verslagen, desgewenst ook van andere hogescholen of universiteiten die dezelfde dienst gebruiken. De uitkomst is een plagiaatpercentage, wat de docent tot nader onderzoek kan aanzetten.

Diefstal Maar hoe erg is plagiaat nu helemaal? ‘Plagiaat is diefstal’, zegt Joost Veerman (62), docent bij Life Sciences. ‘Het presenteren van werk alsof het van jezelf is en daar voordeel uit behalen, is een kwalijke zaak’, vindt ook Dejan. Collega-docent Gerard Stout (58) van de lerarenopleiding Exacte Vakken heeft er minder moeite mee. ‘Ik heb er helemaal geen last van. Wanneer studenten een rapport inleveren vraag ik wat hun eigen inbreng is. Toon maar aan dat het je eigen werk is. Scheikundige proefjes laat ik studenten thuis uitvoeren en op film zetten. Daar valt niet mee te plagiëren.’

Het hele plagiaatgebeuren kan Gerard niet boeien. ‘Als je specifieke opdrachten geeft, studenten een onderzoek laat doen in plaats van een scriptie laat schrijven en goed doorvraagt tijdens de presentatie, valt een student die zelf niet gewerkt heeft direct door de mand. Wie zijn best niet gedaan heeft, komt een andere keer maar terug.’ Dejan is het hier niet helemaal mee eens. Hij erkent dat het geven van specifieke opdrachten de mogelijkheid om te plagiëren kleiner maakt, maar er is niet altijd voldoende tijd om elke student afzonderlijk ‘door te zagen’.

Notoire plagiaatplegers Gebrek aan tijd is een probleem dat veel collega’s zullen herkennen. Daarom pleit Dejan voor bewustmaking bij de student. Er zijn volgens hem drie categorieën studenten. ‘Vijfentwintig procent bestaat uit engeltjes die nooit iets fout doen. Dan heb je vijfentwintig procent notoire plagiaatplegers. Dit zijn de zeer gemakzuchtige studenten die iedere mogelijkheid aangrijpen. Die lachen zich rot, over hoe gemakkelijk ze er (vaak) mee weg komen. De resterende vijftig procent weet eenvoudig niet goed waar hij mee bezig is. Zij plagiëren uit onwetendheid of gemakzucht.’ De plagiaatpreventie is volgens Dejan vooral gericht op deze laatste groep studenten; zij die niet geleerd hebben bronnen te vermelden. ‘Er moet een bewustwording plaatsvinden. Op de vooropleiding kwamen ze er vaak mee weg, met het inleveren van werk van een ander. Ze werden er zelfs voor beloond met een cijfer. Daarmee wordt impliciet het signaal afgegeven dat plagiëren een prima manier is om een opdracht gedaan te krijgen.’ Joost sluit zich hierbij aan. ‘Studenten moeten les krijgen in het schrijven van verslagen en hoe je bronnen gebruikt. Het gebruik van meerdere bronnen moet juist beloond worden. De NHL kan betere software aanschaffen om bronnen te ordenen. We moeten er niet trots op zijn dat de NHL aan plagiaatdetectie doet. Houd het een beetje geheim.’

Toegepast onderzoek De oplossing om plagiaat te voorkomen is volgens Joost vrij simpel. ‘Eigen en praktisch onderzoek, daar valt niet mee te plagiëren. Je moet studenten stimuleren en motiveren, ze met niet bestaande dingen in aanraking brengen. Laat ze maar nieuwe dingen ontwikkelen en hun eigen zoektocht maken. Het hbo mist toegepast onderzoek.’ Voor de lange termijn lijkt dit Dejan inderdaad een goede optie. ‘Maar de actuele situatie is dat plagiëren leidt tot credits. We leven niet in een ideale samenleving. Als je je deur niet op slot doet, zijn er mensen die daar misbruik van maken.’ Wat Gerard betreft ligt de oplossing voor de hand: ‘De docent moet het onderwijs zo brengen dat het probleem niet ontstaat.’ Maar gemak dient de mens protesteert Dejan, en sommige studenten zijn lastig in beweging te krijgen. ‘Deeltijdstudenten hoef je over het algemeen niet te motiveren, maar er is altijd een groep gemakzuchtige studenten.’ Op dat punt gaat het volgens Gerard mis bij het beleid van de NHL. ‘De hogeschool verkiest kwantiteit boven kwaliteit. Niet-gemotiveerde studenten moet je adviseren iets anders te gaan doen.’ Ook dit lijkt niet zo eenvoudig als het is, want zo werpen Joost en Dejan tegen: ‘Hoe moet het dan met de weifelende student die helemaal opbloeit tijdens de stage?’

Flitspaal Al met al komen de heren niet tot een sluitende conclusie. De plagiaatdetectie wordt door Joost vergeleken met de flitspaal die ook niet zijn sympathie heeft. Een repressieve vorm van onderwijs bovendien, vinden zowel Joost als Gerard. Maar voor Dejan, die veel studenten heeft en dus veel rapporten, is het een goed hulpmiddel. Misschien dat er later een situatie ontstaat dat plagiaatdetectie niet meer nodig is. Tot die tijd is het voor hem een welkome aanvulling.


•15

NHL in Groningen

door Anita Terpstra

Het NHL Magazine belicht in de komende nummers het wel en wee van de ‘buitenposten’. Hoe vergaat het de buitenlocaties, waarom zitten zij zo ver weg en bestaat er bij hen zoiets als een NHL-gevoel? Deze maand: op bezoek bij het Educatief Centrum Noord en Oost in Groningen.

Het Educatief Centrum Noord en Oost (ECNO) ging zeventien jaar geleden van start en had als doel de contractactiviteiten voor de lerarenopleidingen te verzorgen. ‘Puur gericht op nascholing’, vertelt waarnemend algemeen manager Fokke de Kok. ‘Het centrum was een initiatief van de toenmalige directeur van het Instituut Educatie en Communicatie. Die vond het van belang om de dienstverlening naar buiten toe los te koppelen van de lerarenopleiding.’ Die gedachtegang sloot aan bij het besluit van de overheid om het geld voor nascholing weg te halen bij de opleidingen om zo het principe van marktwerking te bevorderen. De opleidingen werden geacht het geld te verdienen, in plaats van dat het hen werd gegeven. Het ECNO werd zo een organisatie die commercieel moest werken. ‘Nog altijd worden wij geacht onze eigen broek op te houden.’

Herenakkoord De Kok is vanaf het begin betrokken bij het centrum. Hij begon in 1978 bij de NHL bij de lerarenopleidingen, waar hij de opleiding maatschappijleer mee heeft opgezet. Daarna verrichte hij nascholingsactiviteiten. Sinds november 2004 is hij waarnemend algemeen manager. ‘Onze manager Albert Loman werd ziek en moest vervangen worden. We dachten dat hij beter zou worden, maar hij overleed in 2006. We zijn al een tijdje op zoek naar een geschikte kandidaat, maar hebben die nog niet gevonden. Samen met Alice de Groot heb ik de dagelijkse leiding, alhoewel ik formeel eindverantwoordelijk ben.’ Het ECNO zetelt in Groningen. ‘Vanwege het herenakkoord werden de lerarenopleidingen in Groningen verplaatst naar Leeuwarden. Het was de bedoeling om alle hbo-opleidingen in Leeuwarden onder te brengen en de universitaire opleidingen in Groningen te laten blijven. Het is ietsje anders gegaan. Er zit nu een grote hbo-instelling in Groningen, maar goed’, lacht De Kok. Er werd besloten om het ECNO niet over te plaatsen naar Leeuwarden, maar in Groningen te laten blijven. ‘Vanwege de regionale uitstraling. De gedachte was dat je vanuit Groningen beter het hele noorden kon bedienen dan vanuit Leeuwarden. Dat had ook te maken met de ambitie om Twente te bedienen.’

Activiteiten Jarenlang was het ECNO ondergebracht in een statig herenhuis aan de Ubbo Emmiussingel, midden in het centrum. ‘Sinds een jaar of zes zitten we aan de Laan Corpus den Hoorn, ver buiten het centrum. Het vorige pand

werd te klein. Er was onvoldoende ruimte om cursussen te geven. Dit is een voormalig cursuscentrum van KPN. Het trok ons wel aan, vanwege de faciliteiten als parkeerruimte en het congrescentrum dat bij het naastgelegen hotel Hampshire hoort. We huren een gedeelte van deze vleugel.’ Er zijn 23 trainers en adviseurs in dienst en zeven personen op de back en frontoffice. Het ECNO heeft ook een eigen reprodienst. ‘Handig, omdat we soms snel cursusmappen in elkaar moeten draaien.’ Het ECNO richt zich op het primair onderwijs, voortgezet onderwijs, beroeps- en volwasseneneducatie en hoger beroepsonderwijs en biedt advieswerk, onderzoek, verzorgt opleidingen, trainingen en cursussen en doet aan coaching, supervisie en mediation. ‘Onderwijsinstellingen hebben vaak zelf de kennis niet in huis en huren die extern in. Daar komt het ECNO in beeld. Bovendien: ‘Vreemde ogen dwingen. Iemand van buiten heeft een objectievere kijk’, aldus De Kok.

Achterstand De Kok geeft een aantal voorbeelden van wat het ECNO in de praktijk doet, zoals advies en begeleiding. ‘Taalbeleid is in het basisonderwijs een hot item, aangezien bepaalde gebieden in Friesland en Groningen een taalachterstand hebben. Die achterstand moet weggewerkt worden en wij hebben de expertise in huis om dat proces te begeleiden. Waar we nu veel mee te maken hebben, is het project Stimulans. Dit is een initiatief van praktijkscholen. Op die scholen komen leerlingen terecht die niet voldoende gekwalificeerd zijn voor het vmbo. Er moet het nodige aan de praktijkscholen verbeterd worden, vinden ze zelf. Wij gaan op ongeveer vijfentwintig praktijkscholen in het noorden een begeleidingstraject doen.’ Ook onderzoek komt aan bod. ‘Scholen willen weten of ze het goed doen. Zijn we op de goede weg, halen we voldoende rendement? Dan doen we een rendementstudie, of een tevredenheidsonderzoek.’ Daarnaast verzorgt het ECNO opleidingen, zoals de tweejarige opleiding Leerling Begeleiding School Decanaat (LBSD), voor wie zich wil bekwamen als mentor of decaan. Of de opleiding tot Interne Begeleider, gericht op het primair onderwijs, waarbij mensen worden opgeleid om collega’s te begeleiden bij persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast zijn er veel korte cursussen, zoals communicatie in de klas, docent als coach, omgaan met lastige leerlingen.

NHL-gevoel Alhoewel het ECNO in Groningen zit en zelfstandig opereert, bestaat er wel degelijk een NHL-gevoel. ‘Steeds meer. We hebben de NHL nodig. We kunnen er bijvoorbeeld terecht met vakspecifieke vragen. Neem een bepaald vakdidactisch probleem bij wiskunde, ja, daar weten wij niets van. Bovendien vinden we het belangrijk dat de expertise die wij opdoen ook weer terug komt bij de opleidingen.’ Er zijn inmiddels twee concrete uitwerkingen wat betreft die kenniscirculatie, vertelt De Kok. ‘Er is een onderwijskring geformeerd, waar lerarenopleiders en ECNO’ers onder andere gezamenlijk trajecten ontwikkelen voor docenten in het mbo die hun onderwijsbevoegdheid moeten halen. Ook geeft de kring uitvoering aan een Associate Degree traject op het Friesland College. Het tweede voorbeeld van kenniscirculatie is dat we partnerscholen hebben gevonden, de Burgemeester Harmsma School in Gorredijk en OSG Singelland. Lerarenopleiders, waarbij ECNO’ers, mensen van de scholen zelf en de studenten gaan drie jaar lang werken aan schoolontwikkeling. Elke school heeft een eigen ontwikkelingsplan, zowel op het vakdidactische vlak als wat betreft schoolorganisatie.’ Ook werkt het ECNO samen met het instituut Zorg en Welzijn van de NHL. ‘Een van onze adviseurs is betrokken bij het mastertraject Pedagogiek.’


-ET PRACHTIGE BEELDEN BESCHERMINGSTIPS EN LEUKE INTERVIEWS "ESTEL NU SNEL OP WWW VOGELBESCHERMING NL MUS

5NIEKE $6$ (UISMUS REPROGRAFISCH CENTRUM Hempenserweg 29 - 8935 BD Leeuwarden Telefoon: (058) 251 1810 - Telefax: (058) 251 1811 E-mail: rc@nhl.nl - www.fac.nhl.nl/repro

ICHE TJE tot AFF R A A K E IT prijzen van VIS n SCHERPE e g te N E R EU in ALLE KL NT naf 3,8 CE f 35 CENT kopieĂŤn va emen vana st sy d in b in gereed chillende n 24 UUR e n in ZEVEN vers b : E ERVIC SCRIPTIES ad! STE in de st P O O K D E n de GO jzen UR kopieĂŤ ECIALE pri P FULL COLO S e d g a Vra

COPYSHOP

Tesselschadestraat 12 - 8913 HB Leeuwarden Telefoon: (058) 251 1808 - Telefax: (058) 251 1813 E-mail: copyshop@nhl.nl - www.fac.nhl.nl/repro

10

MAGAZINE

Boekenprijsvraag Uit welk boek van de toptien komt het volgende openingscitaat: Op het laatste moment ziet ze de man pas. Stuur het antwoord ĂŠn je naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres voor 11 april naar: nhlmagazine@nhl.nl of NHL Magazine, Tesselschadestraat 12, 8913 HB Leeuwarden. Vermeld ook even wat je studeert of waar je werkt.

De top tien van selexyz de tille

Onder de goede inzenders wordt een boekencheque van ďż˝ 15,00 verloot, beschikbaar gesteld door boekhandel selexyz de tille. In het volgende NHL Magazine wordt de winnaar bekendgemaakt.

maart 2008 1 Leendert Plaisier en Andries de Haan, Leeuwarden -

NHL

ďż˝ 22,50

wat kwam, bleef en verdween (Friese Pers Boekerij) 2 Douwe Draaisma, De Heimweefabriek (Historische uitgeverij)

ďż˝ 15,00

3 Ake Smedberg, Verdwijningen (De Geus)

ďż˝ 3,95

4 Simone van der Vlugt, Blauw water (Ambo Anthos)

ďż˝ 16,95

5 Anet Bleich, Joop den Uyl 1919 - 1987 (Balans)

ďż˝ 35,00

6 Khaled Hosseini, Duizend schitterende zonnen (De Bezige Bij)

ďż˝ 19,90

7 Peter van Straaten, Hoezo oud? (Maarten Muntinga)

ďż˝ 6,95

8 John Grisham, De aanklacht (A.W. Bruna Uitgevers)

ďż˝ 19,95

9 Judith Koelemeijer, Anna Boom (Atlas)

ďż˝ 19,95

10 Terry Goodkind, De ongeschreven wet (Luitingh-Sijthoff)

ďż˝ 24,95

Antwoord vorige prijsvraag: Snijpunt van Nelleke Noordervliet Winnaar boekencheque: Jeroen de Wind, student Bouwkunde


Mag het ietsje meer zijn?

•17

Veel studenten denken dat hun stagebedrijf verplicht is een vergoeding te betalen. Helaas, hier bestaat geen enkele regel of wet voor. De hoogte van de stagevergoeding verschilt per bedrijf en opleiding. De mondige student doet er zijn voordeel mee; de onderhandelingen zijn geopend. Of toch niet? door Aleid Velthuis De stage is bedoeld om ervaring op te doen, om de kennis en vaardigheden die tijdens de opleiding is opgedaan in de praktijk te brengen. Van de student vergt dit een flinke investering qua inzet en tijd. De werkgever heeft er baat bij, maar ook hij moet tijd en liefst een geldelijke vergoeding beschikbaar stellen. Krapte op de arbeidsmarkt drijft het aanbod van stageplaatsen omhoog. Door de vergrijzing en het gebrek aan goed gekwalificeerd personeel, heeft het bedrijfsleven moeite met het opvullen van vacatures. Vaak worden hiervoor stagiaires ingeschakeld, maar ook het tekort aan stagiaires is groot. Regelmatig valt in de krant te lezen dat vooral in de ICT en techniek werkgevers staan te springen om hbo’ers die de gaten in het personeelbestand kunnen opvullen. Onderzoek van verschillende stagebemiddelaars, zoals Stageplaza.nl en Stagemotor.nl, wijst uit dat in de toekomst ook in de zakelijke dienstverlening, zorg en grafische branche een tekort aan stagiaires zal ontstaan. Uit het Nationaal Stageonderzoek 2007 van Stageplaza.nl blijkt ook dat bijna de helft van de ondervraagde bedrijven bereid is om meer stagevergoeding te betalen. Voeg daarbij de onderzoeksconclusie van bemiddelingsbureau Young & Ambitious - een stagiair doet beter zijn best bij een hogere stagevergoeding - en tel uit je winst.

Verschillen Navraag onder NHL-studenten laat echter een heel ander beeld zien. De doorsnee hbo’er moet het met gemiddeld 1 245 bruto per maand doen, maar de verschillen per opleiding zijn enorm. Derdejaars accountancystudent Marijn Koetsier (19) loopt stage bij Priore in Heerenveen, een kantoor voor accountants en belastingadviseurs. Hij werkt hier 32 uur per week en houdt zich onder andere bezig met jaarrekeningen en belastingaangiftes. Over zijn stagevergoeding is Marijn dik tevreden. ‘Ik krijg 1 500 bruto per vier weken. Dat vind ik best hoog. Ik heb er ook niet over onderhandeld. Studenten van andere studierichtingen krijgen vaak niet zo’n hoge vergoeding. Daar ligt het meestal rond de 1 200 tot 1 300. Mijn 1 500 vind ik dus prima.’ Hoewel de studierichting anders doet vermoeden, moet Wytse Jan Posthumus (21) het met de helft minder doen.

Wytse Jan is vierdejaars Informatica, een opleiding waarvan de stagiaires volgens de media toch zeer gewild zijn. ‘Ik loop stage bij communicatiebureau Speak in Surhuisterveen, waar ik bezig ben met het ontwikkelen van software. Voor veertig uur in de week krijg ik bruto 1 250 stagevergoeding per maand. Voor ik begon, is mij gevraagd wat ik in gedachten had qua stagevergoeding. Ik wilde meer verdienen dan tijdens mijn vorige stage en dat is gelukt.’ Zonder te onderhandelen is Jan Witvoet (20), derdejaars Werktuigbouwkunde, beter af. Hij verdient bij Apollo Engineering in Aldeboarn 1 300 bruto per maand en is daar dik tevreden mee. ‘Ik heb altijd gehoord dat stagebedrijven niet verplicht zijn om je een vergoeding te geven. Daarbij ben ik op stage om iets te leren en om ervaring op te doen. Ik doe niet zo moeilijk over hoeveel ik krijg, dat wat ik krijg is mooi meegenomen. Ik vind het wel schappelijk dat het stagebedrijf een redelijke vergoeding geeft, in ieder geval voor de onkosten die je maakt.’

Tijd voor geld Een vergoeding voor de reiskosten, dat is wat Nynke Visser (22) krijgt. Nynke zit in het vierde jaar van haar opleiding International Business and Management Studies. Haar situatie valt eigenlijk niet te vergelijken met die van de andere studenten, want Nynke loopt stage bij PirAMide Informatik SRL in Cochabamba in Bolivia. Ze werkt daar 45 uur per week en krijgt daarvoor tweehonderd Bolivianos, ofwel een kleine 1 20 per maand. ‘Ik zou eerst stage lopen bij een bedrijf in Steenwijk, daar zou ik 1 400 bruto verdienen. De vergoeding die ik nu krijg, is ongelooflijk weinig. Ik kon meer verdienen, maar dan kreeg ik er een extra takenpakket bij. Dan had ik mij niet voldoende kunnen focussen op mijn daadwerkelijke afstudeeropdracht; het maken van een landenanalyse voor de Europese Unie en een exportplan.’ Toch is Nynke niet ontevreden, want zij heeft bij de onderhandeling ingezet op tijd in plaats van op geld. ‘Ik heb de mogelijkheid gekregen om naast het werken te reizen. Daar ben ik blij mee. Ik heb per maand een week vrij. Deze

vrije tijd gebruik ik om bijvoorbeeld naar de Machu Pichu in Peru te gaan, dat was voor mij erg belangrijk.’ Ook een geringe vergoeding is er voor de HBOverpleegkunde studenten Janneke Faber en Inge Heijmen. Janneke krijgt voor haar stage bij Thuiszorg de Friese Wouden 1 1,60 per uur en reisvergoeding voor het vervoer tussen de cliënten. ‘Als stagiaire krijg je nooit veel, dus deze stagevergoeding is prima. Het is alleen jammer dat ik geen woon-werk vergoeding krijg, want daar gaat al mijn stagevergoeding aan op. Maar ik ben al lang blij dat ik deze stage gekregen heb, ik heb dus niet over de vergoeding onderhandeld.’ Inge krijgt iets meer dan 1 100 voor haar stage bij het Medisch Centrum Leeuwarden. Zij werkt vierentwintig uur per week. ‘Als ik kijk naar het werk wat ik doe, het zelfstandig verzorgen van een aantal patiënten, mag het wel wat meer zijn. Het bedrag wat je voor je stage krijgt, staat vast bij het MCL. Daar valt niet over te onderhandelen. Maar je moet tegenwoordig al blij zijn dat je een stagevergoeding krijgt.’

5 1000,Nog minder geld is er voor de tweede- en derdejaars studenten van de lerarenopleidingen. Zij krijgen nauwelijks of helemaal geen vergoeding voor hun stage. In het vierde jaar als zij hun LIO-stage (Leraar in Opleiding) doen, hebben ze het beter voor elkaar. Tijdens deze periode werken de docenten in spe in principe fulltime, waarvan de helft van de tijd ingevuld wordt met taken van de ‘normale’ leerkracht. Naast lesgeven valt hier ook het voorbereiden van de lessen, schrijven van rapporten, bijwonen van vergaderingen, gesprekken voeren tijdens ouderavonden, etc. onder. De resterende tijd is bestemd voor de ontwikkeling van de student zelf. De studenten krijgen hiervoor de helft van het bruto maandsalaris van een beginnende leerkracht, wat neerkomt op een dikke 1 1000. Dit is zo vastgelegd in de CAO’s van het onderwijs. Van onderhandelen is voor deze studenten dan ook geen sprake, maar hé, wie durft er met zo’n vergoeding nog te klagen?


18•

DHZ-NIEUWS

Heb je een nieuwtje of ben je getuige van iets bijzonders? Maak dan je eigen nieuws! Stuur een foto met bijbehorende toelichting naar Nhlmagazine@nhl.

Zeevaartschool van start met specialisaties

Meet the locals

Studenten aan het Maritiem Instituut Willem Barentsz op Terschelling kunnen zich met ingang van studiejaar 2008-2009 specialiseren tot stuurman of scheepswerktuigkundige. In de oude situatie zijn deze gecombineerd in de huidige Marof opleiding. De keuze om de opleiding te splitsen komt voort uit de major-minor structuur. Middels de minor tot stuurman of scheepswerktuigkundige kunnen de studenten zich specialiseren. Door meer keuzemogelijkheden te

Op persoonlijke uitnodiging van burgemeester Ferd Crone begaf een vijftigtal internationale studenten zich donderdag 13 maart naar het Stadhuis. Mr Mayor zelf liet zich niet zien, maar de loco-loco-burgemeester Marco Florijn was een goed alternatief. Hij sprak de studenten toe in de raadszaal en uitte meerdere malen de wens dat zij in contact komen met de ‘locals’. Hij raadde hen daarom aan

geven zijn er voor studenten ook interessante combinaties in de richting van offshore en sleephoppertechnologie mogelijk. De Marof opleiding blijft overigens ook in de oude vorm bestaan. Daarnaast wil de zeevaartschool een masteropleiding aan gaan bieden. Momenteel onderzoekt het instituut of er een markt voor is en hoe de opleiding er uit kan gaan zien. Als de master doorgaat, zal deze met ingang van studiejaar 2009-2010 aangeboden worden.

naar feestjes en op stap te gaan. Wie niet weet waarheen, kan bij de wethouder terecht voor tips. Ook riep Florijn de studenten met klem op om al hun feedback over de gemeente, het stadskantoor én huisvesting aan hem persoonlijk te mailen, want zo sprak hij: ‘We willen weten of wij gastvrij genoeg zijn en alleen als jullie melden dat iets niet in orde is, kunnen we het verbeteren.’

Scriptieprijs voor NHL’ers Voorjaarskriebels De NHL lijkt last te hebben van voorjaarskriebels. In de voorjaarsvakantie is er in de fietsenkelder van de Tesselschadestraat flink opgeruimd. Oude stoelen, panelen, borden en onderdelen van meubels zijn weggegooid. Volgens Arend Bokma, hoofd van de technische dienst, is er gekeken of sommige meubels gemaakt konden worden, maar dat was niet het geval. ‘Dat zou bijna net zoveel geld kosten als nieuwe kopen.’ Ook de Kringloopwinkel had geen belangstelling. Dat is niet het enige wat er in de voorjaarsvakantie veranderde. Op twee plaatsen bij het gebouw aan de Tesselschadestraat zijn extra parkeerplekken gecreëerd. ‘Aan de kant van de Tesselschadestraat was nog een stukje groen’, vertelt Bokma. ‘Daar konden redelijk eenvoudig en niet duur elf extra parkeerplekken gemaakt worden.’ Aan de achterkant van het gebouw, ter hoogte van het studieland-

schap van Zorg & Welzijn, werd al langer ‘illegaal’ geparkeerd in het aanwezige groen. Ook daar is puin gestort, zodat NHL’ers hun auto voortaan legaal kunnen parkeren.

differentiatie van wijkverpleegkundigen bij Thuiszorg de Friese Wouden en de ontwikkeling van een werkconferentie. De jury was van mening dat de afstudeeropdracht ‘een aantal specifieke kenmerken heeft die typerend zijn voor een kwalitatief hoogwaardig hbo-niveau.’ Ook roemde de jury de relevantie, het innovatieve karakter, de volledigheid en de originaliteit van de scriptie. Naast eeuwige roem wonnen de studentes 1 1500.

Smoelenwand

Nieuwe studierichting Watertechnologie en -kwaliteit Studenten Chemische Technologie (Process Engineering) kunnen vanaf september 2008 de studierichting Watertechnologie en –kwaliteit volgen. De studierichting maakt onderdeel uit van Life Sciences, het samenwerkingsverband tussen de NHL en Van Hall Larenstein. Gebrek aan schoon drinkwater is een actueel probleem. De studierichting Watertechnologie

Vier oud-studenten van de opleiding HBOVerpleegkunde hebben vrijdag 14 maart met hun gezamenlijke scriptie de Landelijke Studenten Afstudeerprijs gewonnen. Sytske de Vries, Romkje Sietske Hospes, Lianne Hoekstra en Janneke Bierenbroodspot schreven daarmee de eerste editie van deze door het Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde (LOOV) ingestelde scriptieprijs op hun naam. De dames schreven hun scriptie over functie-

en –kwaliteit leidt studenten om zich hier mee bezig te houden. Wereldwijd sterven jaarlijks 5 miljoen mensen door de gevolgen van gebrek aan schoon drinkwater. Onderwerpen als zuiveringstechnologie, innovatieve beheersmaatregelen en de samenhang met ecosystemen maken onderdeel uit van de studierichting.

De afdeling Marketing van het instituut Economie en Management heeft sinds deze maand een ‘smoelenwand’. In de gang op de eerste verdieping van het Fonteinland - waar de meeste docenten hun kantoor hebben - hangt een twintigtal foto’s van de medewerkers van de afdeling. Het idee voor deze kleurrijke verzameling was van het voormalige afdelingshoofd Erik Prins en na zijn vertrek heeft opvolgster Adriënne Wempe de uitvoering doorgezet. ‘De gedachte achter de fotowand is dat we voor iedereen herkenbaar willen zijn. Vooral voor de studenten. Alle medewerkers die in dienst zijn van de afdeling laten zich kennen, doordat ze op de foto staan met een voorwerp dat hen kenmerkt.’ In de toekomst worden de foto’s ook op mijnnhl.nl en Blackboard geplaatst.

SUDOKU Maart 2008

In bijgaand diagram is een aantal cijfers geplaatst. Aan jou de taak om in alle lege vakjes een cijfer in te vullen, zodanig dat in elke horizontale en verticale regel, en in elk van de negen blokjes van negen cijfers waaruit het diagram is opgebouwd, alle cijfers van 1 tot en met 9 eenmaal voorkomen.

Oplossing vorige puzzel


•19 •19

BIJ

play door Astrid Ellens foto Friso Bruins

door Casper Ferwerda

Naam: Iteke Schilstra (21) Studie: docent Beeldende Kunst en Vormgeving, eerstejaars Werkt bij: café The Legend in Sneek Doel: werken bij een kunstinstelling

CD

Café The Legend in Sneek is een kleine gezellige kroeg, waar voornamelijk alternatieve muziek gedraaid wordt. Mede door de muziek, maar ook door vrienden die achter de bar werkten, kwam Iteke Schilstra een aantal jaren geleden al veel in deze kroeg. Toen er een plek vrij kwam achter de bar wist ze die te veroveren. In de kroeg is een podium en er zijn verschillende instrumenten aanwezig. Dit geeft muzikanten de mogelijkheid om één keer in de maand een jamsessie te houden. Zelf is Iteke drieëneenhalf jaar lang zangeres geweest bij de band Hippogriff. ‘Binnenkort zal ik mijn carrière als zangeres weer oppakken. Ik mis het muzikantenleven toch wel. Het kriebelt dan ook behoorlijk als ik zelf niet mee kan doen met de jamsessies, omdat ik achter de bar sta. Tijdens zo’n jamsessie speelt iedereen met elkaar, waardoor de drempel laag komt te liggen en de muziek erg verassend kan zijn.’ De sfeer, gezelligheid en het opdoen van sociale contacten vindt Iteke het leukste aan haar bijbaan. Als het werk er op zit, gaat de frituurpan nog even aan en zit ze vaak na met haar collega’s. ‘Na een nacht werken, krijg je wel trek in wat lekkers. Een nadeel van het werken in een kroeg is dat ik zelf niet op stap kan, omdat ik elke donderdag- en zaterdagavond werk. Maar daar kun je het voordeel ook van inzien, want ik verdien geld met uitgaan. Ik ben gelukkig elke vrijdag vrij van school, anders was mijn studie niet te combineren met mijn bijbaan.’ Naast haar bijbaan in café The Legend en haar opleiding, doet Iteke aan fotografie. Voordat ze haar huidige opleiding startte, heeft ze twee jaar communicatie gestudeerd aan de NHL. ‘Hier heb ik kennis gemaakt met het vak fotografie en door de minor Audiovisuele Producties te kiezen hoopte ik hier meer over te weten te komen. Ik ben er destijds mee gestopt, omdat ik mijn creativiteit hier niet volledig in kwijt kon. In de fotografie zelf wel, maar daar werd op de opleiding niet veel aandacht aan geschonken. Wel ben ik blij dat ik mijn vaardigheden in het fotograferen heb ontdekt. Van vrienden kreeg ik leuke reacties op mijn foto´s en later zelfs aanvragen voor fotoshoots.’ Iteke adverteert onder andere via Hyves voor zichzelf en zo timmert ze leuk aan de weg. Haar oud-docent Klaas van Langen staat altijd klaar om haar foto’s te ‘beoordelen’ en eventueel tips te geven. ‘In mijn huidige opleiding kan ik mijn creativiteit beter toepassen, maar ik zie mezelf niet als docent voor een klas staan. Ik wil liever bij een kunstinstelling werken, cursussen fotografie/tekenen gaan geven, rondleidingen verzorgen in musea of eventueel als zelfstandig kunstenaar aan de slag gaan!’

We Are Scientists Br ain T hr us t Mas t er y

★★★★★ Ze zien er uit als wetenschappers en noemen zichzelf ook zo. Maar ze zijn het niet, de leden van de band We Are Scientists. Raar zijn ze wel. Het trio zit het liefst de hele dag literatuur te lezen en stopt hun bizarre website vol met vreemde filmpjes, melige verhalen vol kletspraat en merkwaardige non-adviezen. Brain Thrust Mastery is het tweede album van de Amerikaanse band. Gekheid We Are Scientists is in 2000 opgericht door Keith Murray (zang en gitaar), Chris Cain (bas) en Michael Tapper (drums). De drie waren toen net afgestudeerd aan verschillende scholen in Claremont. Waar de bandnaam vandaan komt, blijft een groot mysterie. Dit tot groot plezier van haar leden, die het liefst allemaal gekke verhalen daarover de wereld in brengen. Zo zou een medewerker van een vervoer/verhuisbedrijf hebben gevraagd of ze wetenschappers zijn, aangezien ze een bril dragen en er uitzien als nerds. De drie brengen in eigen beheer twee platen uit, Safety, Fun And Learning (2002) en In Action (2003). Met name in hun eigen omgeving doen de heren het goed en ze komen in contact met platenlabel EMI/Virgin Records. In 2005 verschijnt daar hun eerste ‘echte’ plaat. With Love and Squalor blijkt aan te slaan in Indie-kringen en de singles It’s A Hit en The Great Escape worden bescheiden hits. Zo wordt de laatste door de BBC gebruikt voor de aankondigingen van de Olympische Winterspelen in 2006. De stijl van We Are Scientists werd in het verleden omschreven als een eigenaardige mix van Bloc Party, Franz Ferdinand en The Killers. Naast hun opmerkelijke live-optredens viel de band op door het feit dat ze voor elk nummer van het debuutalbum een video hadden gemaakt, vaak bizar en surrealistisch. In 2006 en 2007 is de band vaak op tournee, voor een groot deel in Groot-Brittannië. Daar spelen ze in het voorprogramma van onder meer de Arctic Monkeys, Maxïmo Park en de Kaiser Chiefs. Gegroeid Tussen alle gekheid door vonden de heren ook nog tijd om elf nieuwe nummers in elkaar te zetten. Gemakkelijk ging het niet. Zo besloot drummer Tapper november vorig jaar om ermee te stoppen. De twee overgebleven bandleden zijn er desondanks in geslaagd om een zeer aardige tweede plaat te fabriceren. Een van de hoogtepunten is de eerste single After Hours. Het nummer wordt vooraf gegaan door het - voor We Are Scientists-begrippen - vrij rustige Gouls en het meer vertrouwde Let’s See It. Het album is sowieso een mix van langzaam (Lethal Enforcer, Impatience, Spoken For) en up-tempo (Chick Lit, Dinosaurs). Daarvan blijven de nummers van de laatste categorie toch net wat langer hangen. Want dat is ook waar We Are Scientists vooral goed in is, pakkende stevige Indiepopliedjes. Toch is Brain Thrust Mastery niet zo spectaculair als het debuut. Gegroeid is We Are Scientists in de tussentijd zeker, dat blijkt ook uit de sterke afsluiter That’s What Counts. Een miskoop is het dan ook niet, maar wat gewaagder had wel gemogen. Het is nu afwachten of het niveau van de live-optredens is behouden. We Are Scientists treedt woensdag 2 april op in Vera in Groningen.


20•

Verkeerspsychologie Wat is Shared Space? Shared Space is een nieuwe benadering voor de inrichting van de openbare ruimte die in Europa steeds meer aandacht krijgt, afkomstig van de onlangs overleden verkeerskundige Hans Monderman. Momenteel wordt ieder type verkeer zoveel mogelijk gescheiden door middel van trottoirs, fietspaden en rijbanen en wordt weggebruikers met behulp van verkeersborden, markeringen, drempels en stoplichten verteld wat ze moeten doen.

Wanneer deze scheiding en verkeersaanduidingen worden opgeheven, dan wordt het verkeer zelfregulerend. Normale omgangsvormen bepalen dan het gedrag van verkeersdeelnemers (zoals snelheid). Er ontstaat meer onderling respect en dat is nog belangrijker dan regels. Pieter de Haan verwijst naar de kruising voor Schouwburg De Lawei in Drachten, die exemplarisch is voor het Shared Space gedachtegoed.

Verkeerspsycholoog Pieter de Haan werkt sinds 1988 bij de NHL. Eerst als docent, nu als ‘Course Coordinator’ van de masteropleiding European Traffic & Transportation, een samenwerkingsverband tussen Europese universiteiten, waarvoor de NHL modules aanlevert. Daarnaast is De Haan nauw betrokken bij de ontwikkeling van de minor Shared Space, die studenten Verkeerskunde en Stedenbouw van de afdeling Built Environment komend schooljaar kunnen volgen. Deze minor geeft de studenten vooral een nieuwe kijk op hoe openbare ruimte ingericht kan worden. ‘Dat gaat verder dan alleen borden, verkeerslichten en signalen. Het heeft te maken met psychologie’, zegt De Haan. Aan de hand van drie verkeerssituaties in Leeuwarden legt hij uit wat Shared Space inhoudt. Heliconweg Voor het WTC Expo en Holland Casino loopt de Heliconweg. Deze drukbezochte weg maakt deel uit van de rondweg om Leeuwarden. Met name het deel waar de Tesselschadestraat aansluit op de Heliconweg komt niet helemaal tot zijn recht, vindt De Haan. ‘Het zou bij de ambities van het WTC Expo en het casino passen als zij meer aansluiting vinden bij het oude centrum van Leeuwarden. Een verkeersplein in plaats van de huidige rotonde zou een oplossing zijn, maar dat is met de huidige hoeveelheid verkeer niet mogelijk. Het verkeer op de Heliconweg zou gehalveerd moeten worden. Het deel dat niet meer van deze weg gebruik kan maken, kan via een westelijke invalsweg zijn bestemming vinden. Het vrachtverkeer vindt de aansluiting met het WTC Expo bijvoorbeeld al door de weg die achter dit gebouw ligt. Door een evenredige verdeling van het verkeer zal het reizen vlotter gaan en dus plezieriger.’ Naast een aanpassing van de weg draagt ook een aanpassing van de omgeving bij aan een plezieriger reiservaring, meent De Haan. ‘Als men zich plezierig voelt dan uit zich dat in meer respect en tolerantie.’ Het uiterlijk van de kruising kan f link worden aangepakt door meer groen. Bomen langs de kant van de weg beïnvloeden het gedrag van de verkeersdeelnemers op meerdere manieren. ‘Bomen zijn goede indicatoren van snelheid. Hoe sneller je er langs rijdt, hoe sneller ze voorbij zoeven. Ze hebben daarom ook een preventieve werking: niemand wil tegen een boom aan rijden. Hierdoor verlagen de automobilisten hun snelheid. Als je nu vanaf de Heliconweg

de Tesselschadestraat oprijdt, is het net alsof je je op een landingsbaan begeeft. Om dit gevoel tegen te gaan, kunnen bomen zorgen voor een omgeving die meer beschut is. Als ze hier een Shared Space verkeersplein zouden maken, zou ik het ’t Elfstedenplein noemen. De schaatser staat er al’, grapt De Haan opgetogen. Schrans Achter het spoor richting Groningen ligt winkelstraat (de) Schrans. Deze brede weg is opgedeeld in vijf banen. De middelste baan is de breedste en is gevuld met parkeerhavens. De twee banen die daar buiten liggen zijn de twee rijstroken. Naast de twee rijstroken liggen aan de buitenkant de twee trottoirs. Opmerkelijk is dat er geen fietspad is, fietsers en automobilisten delen dezelfde baan. ‘Je ziet ook dat de bestuurders die een parkeerhaven verlaten de tijd, ruimte en voorrang wordt gegund. Fietsers en automobilisten zijn niet meer van elkaar gescheiden. Slechts de voetgangers hebben nog een trottoir. Op het middenstuk van de weg ontmoeten de weggebruikers elkaar. Automobilisten die parkeren en uitstappen, worden bijvoorbeeld voetgangers.’ Het verkeer wordt niet gereguleerd door middel van lichten en borden. Er is gebruik gemaakt van verschillende kleuren asfalt en stenen om het verschil tussen doorgaande weg, parkeerhavens en kruisingen aan te geven. Het verkeer blijft elkaar op een harmonische manier kruisen. De kleuren blijven voor de meeste verkeersdeelnemers nog onopgemerkt. In de toekomst kan dit een punt van verbetering zijn. ‘De Schrans is Shared Space in wording.

door Mattijs Tiggeler foto’s Rien van Broekhoven

In een ideale situatie zouden ook de trottoirs verdwijnen. Maar met de Schrans is Leeuwarden goed op weg.’ Wirdumerdijk Naast de bibliotheek in het centrum van Leeuwarden kruist het fietspad van de Wirdumerdijk het Zaailand. Fietsers hebben hier voorrang op de automobilisten die van- en naar de parkeergarage onder het plein rijden. Het fietspad dat parallel aan de weg loopt, lijkt dood te lopen op de kruising. Bovendien missen er zebrapaden voor voetgangers. De borden die waarschuwen voor de verkeersituatie zijn echter wel prominent aanwezig. ‘Het is een maffe verkeerssituatie. In ‘normale’ verkeerssituaties reguleren borden en lichten een soepele doorstroom. Hier zorgen ze echter voor een onduidelijke situatie’, vindt De Haan. ‘Je ziet dat de verkeersdeelnemers anticiperen op de onduidelijkheden door hun snelheid aan te passen. Dat is wel een goed punt aan de kruising. Hier gaat respect vóór regels. Als je respect hebt voor je medeweggebruikers dan zijn regels bijna niet meer nodig. Dat is ook de essentie van Shared Space.’ De Haan onderstreept ook hier het belang van groen, in en om de openbare ruimte. ‘Door het gebruik van gras, begroeiing en bomen wordt benadrukt dat het een stadsplein is. Groen maakt het plein ook intiemer. De verkeersborden en lichten blijven achterwege. Door het toepassen van Shared Space in openbare ruimtes laat je mensen zelf het verkeer regelen door hen beter met elkaar te laten communiceren.’


21•

•21

Exit NHL Vanuit Gobabis-Namibië Zon en overdag minstens 30 graden. Ons ochtendritueel bestaat uit eten, tandenpoetsen en zonnebrandcrème smeren. Dat lijkt natuurlijk heerlijk en dat is het ook, maar het is best zwaar als je de hele dag in de brandende zon aan het werk bent. We slepen niet alleen camera’s en statieven mee, maar vooral heel veel water. Ons is aangeraden om het water uit de kraan eerst te koken om zo de chloorsmaak kwijt te raken. Onze waterkoker draait op volle toeren en de rode draad door onze dag is er voor te zorgen dat onze flessen gevuld blijven.

Hanneke Hultink Hanneke Hultink, Michel van Hillo en Anna Runia, drie studenten Communicatie en Multimedia Design, verblijven drie maanden in Gobabis in Namibië voor het project Videos on HIV/Aids. De studenten geven workshops en maken een film. Hanneke houdt je op de hoogte van het project. Kijk voor meer info ook op www. nhl2aids.nl.

Gelukkig zijn we een heel stuk verder gekomen in ons project. De eerste workshop is afgerond en daarmee staat al het materiaal voor de eerste voorlichtingsfilm op tape! Twintig leerlingen van 14 tot 18 jaar deden mee. Ze vonden het enorm leuk en interessant om met de camera te werken en natuurlijk helemaal om zichzelf terug te zien. In afzonderlijke groepjes hebben ze zes scenario’s geschreven voor de filmpjes die ze uiteindelijk samen met ons maakten. De door hen zelf gekozen onderwerpen waren: facts and myths about HIV/Aids, peer pressure, how to choose a right partner, how to use a condom, sugar daddies en children with HIV/ Aids. Vier groepen kozen voor drama als verbeelding van hun onderwerp. Ik kan je vertellen, dat kunnen ze echt heel goed! In tegendeel tot de Nederlandse middelbare scholieren hebben ze niet of nauwelijks cameravrees. Even snel een simpel rollenspel voor de camera spelen vinden ze geen probleem.

De opnames van het onderwerp sugar daddy was voor ons de grootste belevenis. Een sugar daddy is een soort volwassen loverboy en de leerlingen die dit onderwerp verfilmden, kozen een shebeen als locatie. Een shebeen is een huisje in de krottenwijk waar een café in zit. Het bouwsel was gemaakt van golfplaat. Dit werd zo heet door de zon dat je het niet aan kon raken. Kun je nagaan hoe heet het daarbinnen moet zijn geweest! Tijdens de opnames kwamen er steeds mensen binnen om wat spullen te kopen, bijvoorbeeld één sigaret of een boterhamzakje met een paar gram suiker. Terwijl wij druk in de weer waren met de opnames kwam er zelfs een taxi, helemaal volgeladen met bier. Een uurtje later was dezelfde taxi er weer met een enorm blok ijs. Omdat er geen stroom is in de shebeen gooien ze een oude vrieskist vol met flessen bier en stukken ijs. Nadat we al het materiaal hadden gemonteerd, hebben we het aan onze opdrachtgever, het plaatselijke HIV/Aids comité, gepresenteerd. Ze waren over het algemeen erg tevreden en waren verrast over het resultaat. Vooral het acteerwerk van de leerlingen was volgens hen erg goed. Inhoudelijk hadden ze nog wel een enkele opmerking en wilden ze meer informatie. Twee items hebben we daarom opnieuw opgenomen. Een lid van het comité was hierbij aanwezig om de acteurs goede instructies te geven. Het is echt een heel fijn gevoel dat de eerste workshop gelukt is. Over twee weken willen we de film op de Epako Junior Secondary School presenteren. De leerlingen krijgen dan allemaal een certificaat van deelname. Wij gaan er aankomende twee weken even tussenuit om het land beter te leren kennen. Daarna gaan we met frisse moed aan de slag voor de volgende workshop!

< 200 km >

Zonnige groet vanuit Gobabis, Hanneke Hultink

Vanuit Windhoek-Namibië Hier zijn we weer vanuit het zonnige en regenachtige Namibië. We zitten midden in het regenseizoen en dat merken we! Het voordeel is wel dat het lekker afkoelt als het regent. We hebben nu drie weken op chirurgie stage gelopen. Het wordt echt veel interessanter als je langer dan één dag op een afdeling blijft. Je wordt veel meer betrokken bij de werkzaamheden, je krijgt een beter contact met de patiënten en de collega’s. We zien weer vele verschillen met de praktijk in Nederland. Zo worden er geen persoonlijke verpleegplannen gemaakt, ‘slechtnieuwsgesprekken’ worden op de gang gevoerd en op elke wond wordt hetzelfde verband aangebracht. Sommige verpleegkundigen spreken alleen Engels en Oshiwambo. Als er een patiënt binnenkomt die Afrikaans spreekt, wat op Nederlands lijkt, zijn wij ineens de vertaler.

Johannes de Haan en Marjolijn van Knippenberg Johannes de Haan (22) en Marjolijn van Knippenberg (25), beide student HBO-Verpleegkunde, lopen stage in het Katutura State Hospital in Windhoek in Namibië.

We redden ons, ondanks de schaarse voorraad en het oude materiaal, prima op de afdeling. Als je hier wat langer bent, dan zie je zulke dingen niet eens meer. Eigenlijk is het hier zo slecht nog niet. Het is wel anders dan Nederland, maar wat als je niet anders gewend bent? Dan weet je toch ook niet wat je mist? Afgelopen weekend zijn we drie nachten met de ambulance mee geweest. Machtig mooi met die zwaailampen door de stad. Windhoek heeft 250.000 inwoners en we hebben in deze drie nachten zeven meldingen gehad. Dat vonden we in verhouding een beetje weinig. Natuurlijk is het een goed teken, hoe minder gewonden hoe beter, toch? Helaas is dit niet het geval voor onze kostbare leerzame periode.

Ook zijn we nog een dag naar school geweest waar we een ochtend les hebben gevolgd. Erg interessant en eigenlijk leren de verpleegkundestudenten hetzelfde als wij. We vinden het erg jammer dat de praktijk zo anders is, de studenten hier kunnen er zoveel meer uithalen. We zijn er onderhand ook achter dat Afrikaanse tijd niet zo precies komt als bij ons in Nederland. Spreek je hier met iemand om acht uur af, dan kan het best zijn dat diegene pas om negen uur aan komt zetten. Zo hebben we dus ook goed drie weken op ons paspoort moeten wachten. We moesten namelijk een werkvisum hebben en bij dat proces was iets niet helemaal goed gegaan. We moesten dus wat langer wachten dan afgesproken. Maar ach, wat maakt het eigenlijk ook uit. Ook wij bezitten onderhand het relaxte Afrikaanse gevoel; lukt het vandaag niet dan morgen vast wel. Intussen hebben we ook geweldige trips gemaakt, onder andere naar Swakopmund aan de kust. Daar zijn we wezen kajakken met zeehonden en dolfijnen, we hebben de zonsop- en ondergang gezien op de duinen van Sossusvlei, de bergen van het Naukluftpark beklommen en zijn op safari geweest naar het Etosha National Park. Namibië is echt een geweldig land. Er is zoveel te doen en de landschappen zijn prachtig en erg verschillend. We hebben nu nog twee weken stage en daarna nog drie weken om rond te reizen. Daarover meer onze volgende en ook alweer laatste column. De weken gaan echt veel te snel, maar tot nu toe hebben we een geweldige tijd! Marjolijn en Johannes


22•

’Investeren in onderwijs is investeren in de toekomst’ Anne Hoekstra (62), docent bij HBO-Verpleegkunde, verlaat na veertig jaar het onderwijs. In juni gaat hij met gemengde gevoelens vervroegd met pensioen. Ondanks zijn stevige kritiek op de kwaliteit van het onderwijs, zal Anne zijn werk verschrikkelijk missen.

door Sylvana Goedkoop foto Friso Bruins

De docent Psychologie en Organisatiekunde heeft tijdens zijn loopbaan geen moment spijt gehad van zijn keuze voor het onderwijs. ‘Ik ga f luitend naar mijn werk en ook weer f luitend naar huis. Het is een machtig eervolle baan om aan de vorming van mensen te mogen meewerken. Dat je die ontwikkeling van student naar beroepsbeoefenaar mag meemaken is iedere keer een geweldige ervaring.’ De ontwikkeling die Anne zelf meemaakte, begon op de HBS. Na het afronden van deze opleiding meldde hij zich bij de kweekschool voor onderwijzers. In 1967 kreeg hij zijn eerste baan in het onderwijs, daarnaast bleef de toekomstige pensionaris leren. Anne studeerde af in de Psychologie met criminologie als bijvak. Sinds 1991 is hij als docent in dienst bij de opleiding HBO-Verpleegkunde van de NHL, daarvoor werkte hij zeven jaar bij een soortgelijke opleiding in Groningen. Rimram De voortdurende veranderingen in het onderwijs houden de docent erg bezig. Vooral de kwaliteit van het onderwijs baart hem zorgen. ‘Er is een grandioze verslechtering in het onderwijs te zien op alle niveaus. In de loop van de jaren is het onderwijs in een razend tempo uitgehold. Beleidsmakers hebben geen idee wat ze moeten doen. Nederland zit in Europees verband laag in de boom. Met onze onderwijsbegroting zitten wij in de middenmoot. Nederland blijft als zogenaamde kenniseconomie ver achter bij landen zoals Zweden en Finland. Het is beschamend hoe ermee wordt omgegaan. Investeren in onderwijs is investeren in de toekomst.’ Met investeren in het onderwijs bedoelt Anne dan ook daadwerkelijk in het onderwijs en niet in randvoorwaardelijke zaken. ‘De organisatorische rimram is een probleem. Daar gaat veel energie in zitten. Je ziet de overhead steeds groter worden. Er wordt bijvoorbeeld veel geld gespendeerd aan PR-medewerkers voor de vorm naar buiten toe.’ Veramerikanisering Anne is van mening dat veel medewerkers niet direct betrokken zijn bij het onderwijs en er te weinig discussie is over de inhoud. Hij vreest zelfs dat de vorm het gaat winnen van de inhoud. ‘Daar ben ik teleurgesteld over. Neem nu de internationalisering. Als je denkt dat je je internationaal oriënteert en profileert door de school de Engelse naam NHL University of Applied Sciences te geven, dan ben je bezig je aan te passen aan het Amerikaanse systeem. Het hoger beroepsonderwijs heeft geen universitair niveau. Wij leveren beroepsbeoefenaars van hoog niveau af.’ Sowieso is Anne niet te spreken over de veramerikanisering van het onderwijs en de samenleving. Het is hem een doorn in het oog. ‘Wij doen onze eeuwenoude cultuur in de uitverkoop. Onderwijs weerspiegelt de maatschappij. We hebben de taak om de toon aan te geven in het

maatschappelijke debat. De Nederlandse taal verengelst in een snel tempo. Tijdens de opening van het academische jaar in de Universiteit van Wageningen heeft Balkenende zijn toespraak in het Engels gehouden. Een premier van Nederland die dat doet, geeft aan dat hij zijn eigen cultuur laag acht.’ Smachten naar kennis Een verandering die Anne is gaan waarderen, is die van het competentiegericht onderwijs. In 2002 is de opleiding HBO-Verpleegkunde met deze vorm van onderwijs begonnen. Anne werd gevraagd om in het team voor het eerste cohort plaats te nemen, maar weigerde. Onterecht bleek later. ‘De omslag kwam nadat ik meedeed met assessments van tweedejaars studenten. Dit bleek het niveau van de oude vierdejaars te benaderen.’ Niet alleen het niveau dat het competentiegericht onderwijs met zich mee brengt, spreekt de docent aan. ‘De studenten werken nu vanuit hun eigen motivatie. Ik sta achter dit onderwijs met dien verstande dat er meer wordt nagedacht over inhoudelijke kennis.’ Anne hekelt het schrappen van kennisvakken zoals methodologie uit het reguliere programma. ‘Kennelijk wordt er niet voldoende waarde aan gehecht dat studenten leren hoe je onderzoek doet. Basiskennis van psychopathologie is onmisbaar, vooral als de student stage gaat lopen. Kennisinhoud moet niet worden uitbesteed, maar vanuit ons eigen beroepsperspectief worden behartigd.’ Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Naast het niveau heeft het competentiegericht onderwijs volgens

Anne een ander voordeel. ‘Het leuke van competentieonderwijs is dat je dichter bij de studenten zit en hen van het begin tot het eind begeleidt. Het is wel arbeidsintensiever, maar dat is de moeite waard. Wat ik dan ook onvoorstelbaar zal missen, is het werken met jonge gemotiveerde mensen die smachten naar kennis en vaardigheden. De discussies met studenten zal ik missen. Ik vind het verschrikkelijk om geen intensief contact te hebben met jonge mensen.’ Reisje Het is zeer onwaarschijnlijk dat de pensionaris in spe zich in juni gaat vervelen. Nadat in 2005 een goedaardige tumor uit zijn hoofd werd verwijderd, weet hij het leven meer dan ooit te waarderen. ‘Mijn onbevangenheid qua gezondheid is op de proef gesteld. Ik leef met de gedachte dat er iets ernstigs kan gebeuren. Ik wil alles uit het leven halen wat eruit te halen valt.’ Vanaf juni 2008 staat onder andere op het programma; het verdiepen in diverse talen en culturen, stadsgeschiedenis, tuinarchitectuur, lezen, maar vooral genieten. Om te beginnen met een reis naar Cuba. ‘Van het systeem moet ik niets hebben, maar het land is schitterend en de mensen geweldig. Zij zijn ondanks hun kritiek en armoede trots op hun land en erudiet.’ Echt afscheid nemen doet Anne niet. Vrijdag 30 mei geeft hij een laatste, openbare les met als toegift een borrel. ‘Geen receptie, geen goedbedoelde toespraken, niet de gebruikelijke plichtplegingen en vooral geen gekromde tenen.’


DOOR

•23 Rob Stoutjesdijk

Geen PR-verhaal Het mocht geen PR-verhaal worden. Tja, dan wordt dit dus een heel kort stukje. Tenzij ik ga opsommen wat er allemaal niet goed gaat bij het Learning Centre, dan kom ik gemakkelijk aan zeshonderd woorden. Begrijp me goed, het LC zelf is natuurlijk perfect – maar daar mag ik nu juist niet over uitweiden; het restant van de mij toebedeelde ruimte zal ik dan ook gebruiken om onze afnemers een veeg uit de pan te geven. Dan zie je meteen wat er onder het dunne laagje vernis van deze positivo allemaal aan ergernis en venijn verborgen zit. Van een cabaretier uit mijn tijd – de vorige eeuw dus komt de uitdrukking: ik ben niet boos, maar wel verdrietig. Welnu. Waar ik heel verdrietig van word, is dat studenten zich voor een van onze prachtige cursussen inschrijven en dan niet op komen dagen. Of de eerste twee keer komen en vervolgens wegblijven. Dat is toch dom! En heel zielig voor je medestudenten die zitten te snakken naar die waardevolle kennis waar ze nu geen weet van krijgen, want ja, de cursus was vol. En ook heel vervelend voor je afdeling, want hoewel het LC ongelooflijk voordelig en efficiënt werkt, gaat er wel een piepklein rekeningetje naar de opleiding, ook al heb je maar één les van de cursus gevolgd. Waar ik soms ook heel verdrietig van word, is dat het soms

lijkt alsof we binnen de hogeschool elkaar aan het bevechten zijn. Nu lijkt de NHL op dit moment wel erg op dat experiment met teveel ratten in een te klein kooitje (voor de niet-psychologen onder jullie: die vraten elkaar gewoon op), maar uiteindelijk moeten we toch met z’n allen een beetje slim van de beschikbare ruimtes gebruik maken. Het LC is er voor de hele school, maar sommige collegaplanners geven mij het gevoel dat we hen voortdurend dwars zitten (alweer voor de niet-psychologen: ik ben overgevoelig op dat punt en dat komt natuurlijk door de trauma’s uit mijn kindertijd). En we doen nog wel zo ons best! Bij ons geen leegstand omdat we voor de zekerheid maar een lokaal gereserveerd hebben. Kan het nog erger? Ja, dat kan. Waar ik nog het allerverdrietigst van word, is dat bij een aantal opleidingen de onderwijsvernieuwing totaal niet lijkt te zijn doorgedrongen. We hebben het LC onder andere opgezet omdat studenten dan veel meer zelf te kiezen hadden, zelf de volgorde van hun studieonderdelen konden bepalen, kortom, een beetje meer zelf de verantwoordelijkheid en de regie van hun eigen opleiding in handen konden nemen. Maar gebeurt dat nu ook? Nou, vergeet het maar. Met de beste bedoelingen komt een collega melden welke keuzecursussen zijn studenten verplicht moeten volgen. Met eveneens de beste bedoelin-

gen wil een andere collega een cursus van acht keer in vier keer uitgevoerd hebben, omdat het anders niet in het rooster past en er teveel EC’s aan gekoppeld zijn. Daar moet ik zelfs nog meer van snotteren dan bij Spoorloos en Boer zoekt Vrouw. Ik vond trouwens ook dat zowel Gerard als Frans op het laatst het verkeerde meisje weggestuurd hebben, dat maakt alles nog veel erger. Daarom is het nu ook alweer uit. Dan zit ik voor die tv en dan zou ik ze wel toe willen schreeuwen: ‘Jongens doe toch niet zo stom! Je handelt toch tegen je eigen belang in! Kijk nou toch eens waar je mee bezig bent! Zo wordt het toch nooit wat met je!’ Ik weet het, ik dwaal af. Maar precies dezelfde hartenkreet geldt ook voor alle studenten en collega’s hierboven. Ben ik nu de hele dag droevig en verdrietig? Welnee, gelukkig niet. Dat zou ik zijn als ik Boer was en de Verkeerde Vrouw gekozen had. Maar ik ben geen Boer, ik ben Hoofd en ik werk dagelijks met de vier Beste Vrouwen die ik me wensen kan. Het LC groeit als kool en onze studenten zijn in het algemeen zeer tevreden. Dat is geen PR, dat zijn de naakte feiten. Mijn opgewekte aard en mijn slechte geheugen doen de rest.

Rob Stoutjesdijk is hoofd van het Learning Centre van de NHL.

PRIMAIR PROCES Schoolreisje Afgelopen dinsdag sta ik tegen acht uur ’s ochtends te blauwbekken op het station van Leeuwarden, samen met Hanneke, Tineke en Marian. Dat zit zo. In het kader van de werkveldoriëntatie ga ik met mijn mentorklas 1a naar Hilversum. Die mentorklas lijkt wel erg klein te zijn geworden, verzucht ik, hoewel ik gelukkig in de verte Marieke nog aan zie komen lopen. Marieke is gewapend met hoedjes en toetertjes, om het ultieme schoolreisje gevoel te benadrukken. In mijn uitnodiging had ik daarop al wat gezinspeeld: ‘We gaan op schoolreisje, zakje met snoep mee en onder de banken als we thuis komen!’ Ik ga toch maar de trein in, want je weet het maar nooit met studenten. Misschien stappen ze ergens anders in. Ik heb gelukkig een eersteklas kaartje, zodat ik in een andere coupé kan zitten. Ik ben een heel sociale mentor, maar twee uur lang studentengein aanhoren, dat gaat me toch wat te ver. Vorig jaar reed ik ook omstreeks deze tijd naar Hilversum-Noord, naar een congres over interactieve communicatie. Niks bijzonders, ware het niet dat het congres ‘From consumer to prosumer’ vol was en ik geen toegangskaartje had. Ik ben gewoon gegaan, om zes uur in de trein. Gelukkig waren er nog een paar plaatsjes over, anders had ik om twaalf uur weer op school gestaan, met een zinloos retourtje Hilversum-Noord in de benen.

Onderweg lijk ik wel de rattenvanger van Hilversum: in Heerenveen stappen een paar studenten in, in Zwolle een paar. In Amersfoort zie ik Cindy zoenen met een wildvreemde man in de trein, hij blijkt haar vriend te zijn. En als ik uiteindelijk op Hilversum-Noord sta, heb ik een flinke groep eerstejaars in mijn kielzog. Voor het gebouw van het museum voor Beeld en Geluid zien we Rutger en Margot, die samen uit Haarlem komen. Ja, beste lezertjes, de NHL is weer een NHL-stel rijker! Als relatiemakelaar kunt u mij ook nog inhuren. Inmiddels is de groep compleet. Alleen Carin is er niet, die is lid van een studentenvereniging en moet een concurrerende vereniging overvallen. We barsten in een vals en vooral hard: lang zal die leven uit. Rutger is jarig. Marieke friemelt een hoedje op zijn hoofd, wat op zijn strak gegelde hoofd goed blijft staan. Dan komt Linda op mij af. Linda is een vierdejaars stagestudente die ik begeleid bij de VARA. Stel u echt zo’n tv-meisje voor: lang, slank, hip gekleed, niet op haar mondje gevallen en van die snelle kleurtjes in het haar. Zij was eigenlijk de aanleiding. Ik moet toch voor haar stagegesprek naar Hilversum, dus heb ik mijn mentorklas

1a maar meegenomen. Met haar lopen we het museum voor Beeld en Geluid binnen. Daar wacht een andere vierdejaars studente ons op: Sanne. Zij loopt stage bij het museum. Linda en Sanne geven beide een presentatie in een zaaltje van het museum. Ze vertellen de eerstejaars wat ze zoal doen de hele dag. Linda doet veel perscontacten en heeft nu de handen vol aan de vegan streaker van Paul de Leeuw. Sanne vertelt over de eventstyling van een groot evenement. Trots kijk ik naar ze. Dat doen ze toch maar even, een presentatie houden van een half uur elk. En minstens even trots kijk ik naar 1a. De oortjes zijn open, er wordt geluisterd. Achteraf heeft iedereen een mening. En dat is de bedoeling. Een beeld krijgen van het vak van communicatieadviseur. Dan wordt het tijd voor het museum zelf. Plukjes studenten dwalen door het museum, ze treden op in een soap, doen een opkomst voor een quiz, spelen voor een bluescreen. Ik zelf lees nog een journaal van een autocue. Ik vind dat het me goed afgaat. Behalve relatiemakelaar kan ik nog altijd journaallezer worden. Klaas Jan Huizing

Klaas Jan Huizing is docent bij de opleiding Communicatie van de NHL


24•

STUDENT &KAMER door Renske de Boer Naam: Jeroen Gerth. Roots: Klazienaveen, bij Emmen. Studie: Ik ben momenteel bezig om de laatste punten te halen voor mijn opleiding Communicatie & Multimedia Design. Dan kan ik gaan afstuderen. Woont: Aan de Bordineweg in Leeuwarden. Sinds: Augustus 2007. Via: Een kennis van me was ook op zoek naar een kamer en vond deze particulier verhuurde woning. We zijn er toen allebei gaan wonen, maar zij is inmiddels alweer verhuisd. Daarvoor: Hiervoor heb ik al meerdere andere kamers in Leeuwarden gehad. Dat was allemaal niet veel soeps. Ik heb al te maken gehad met scheuren in de muren, lekkage, stank, inbraak, rare huisgenoten, schimmel,

3HOOG olivier@nhl.nl

pien@nhl.nl

karlijn@nhl.nl

muizen en ga zo maar door. Oppervlakte: Mijn slaapkamer is ongeveer 13m2. Verder hebben we nog een vrij ruime woonkamer. Huur: 1280,- inclusief een voorschot voor gas en elektra. Huisgenoten: Een meisje dat dezelfde opleiding doet als ik en een jongen die International Business and Management studeert. Weekend: In het weekend ga ik meestal naar Klazienaveen. Daar heb ik ook een baantje. Vrije tijd: Ik houd van fotograferen, vind multimedia en dus mijn opleiding erg leuk, en ik drink graag eens een biertje met vrienden. Voordeel: Het huis is in een goede staat, vooral vergeleken met wat ik van andere kamers gewend was. Ook

vind ik het leuk dat er een gezamenlijke woonkamer is. Nadeel: Het is wat kleiner dan ik gewend ben. Veranderd: Ik heb dit huis voorzien van de meeste meubels die er nu staan. Het huis was nog helemaal leeg toen ik er kwam en ik had nog veel spullen van mijn vorige kamer. Dat kwam dus goed uit. Ook heb ik in mijn slaapkamer het behang vervangen. Wensen: Een hoek van de woonkamer is nog erg leeg. Ik wil hier nog wat ophangen, zelfgemaakte foto’s of zo. Kookkunst: We koken omstebeurt. Ik houd erg van de Oosterse keuken. Brand!: Daar hoef ik niet over na te denken. Als er brand uitbreekt, zou ik mijn laptop en mijn camera redden.

door Ype Driessen


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.