Routeplan 2020

Page 1

ROUTEPLAN 2O2O Recepten voor een slimme regio

1


ROUTEPLAN 2O2O Recepten voor een slimme regio

2

Routeplan 2020

3


De uitdagingen die onze ondernemers en bedr캐fsleiders in deze geglobaliseerde wereld aangaan, z캐n enorm. Kennis, ambitie, kwaliteit en geperfectioneerde productieprocessen z캐n hierb캐 onze wapens.

4

Routeplan 2020

5


WOORD VOORAF. Leiden is vooruitzien. Elke ondernemer en bedrijfsleider weet wat men op korte en langere termijn wil bereiken. Benjamin Franklin (1706-1790), Amerikaanse staatsman en als boekdrukker eveneens een succesvol ondernemer, vatte het goed samen: ‘Drive your business, or it will drive you.’ Niet alleen een bedrijf heeft een actieplan en een toekomstvisie nodig, maar ook een hele economische regio. Het is dan ook cruciaal dat de regio Antwerpen-Waasland, het belangrijkste economische gebied in Vlaanderen, de bakens uitzet. Waar zijn we sterk in en wat zijn onze ambities? In 2002-2003 nam Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland het initiatief om een toekomstvisie voor onze regio uit te werken, het Routeplan 2012. Nu maken we met het nieuwe Routeplan 2020 een economische balans op van die periode en bouwen we verder op de verschillende visies die per sector zijn ontwikkeld. Een grote groep ondernemers en bedrijfsleiders werkte mee aan de bespreking van vele ideeën en de samenstelling van dit nieuwe actieplan. Ze lieten hun eigen particuliere bedrijfsbelang achter zich, om mee na te denken over alle beloftevolle uitdagingen die er voor onze regio AntwerpenWaasland zijn. Zij konden voor hun analyses rekenen op de medewerking van McKinsey & Company, dat onder meer instond voor het verzamelen van de noodzakelijke cijfergegevens en het detecteren en aanbrengen van economische trends. Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland is alle betrokken ondernemers en bedrijfsleiders bijzonder erkentelijk voor hun inbreng. Routeplan 2020 markeert de start van een achtjarige toekomstvisie. Dit beleidsdocument is er ook voor u. Iedereen die graag meedenkt over onze economische ambities en suggesties wil doen over de inhoud van Routeplan 2020, kan die reactie mailen naar routeplan.aw@voka.be. Routeplan 2020 geeft ons allen en de verschillende politieke overheden in dit land op een degelijke en onderbouwde manier inspiratie om de economische slagkracht van onze regio te versterken. Laat ons ondernemen! Laat ons voor welvaart zorgen!

‘Er bestaat geen gunstige wind voor een schip dat zijn bestemming niet kent.’ QUOTE

– Seneca

Bernard Van Milders Voorzitter

6

Routeplan 2020

Luc Luwel Gedelegeerd bestuurder

7


INHOUD

8

Routeplan 2020

Inhoud

WAAROM EEN ROUTEPLAN? EXECUTIVE SUMMARY HISTORIEK STUWMOTOREN - Industrie 1. Context 2. Visie Routeplan 2020 3. Initiatieven - Haven & Logistiek 1. Context 2. Visie Totaalplan Haven 2020 3. Initiatieven - Diamant 1. Context 2. Visie Masterplan Diamant 2020 3. Initiatieven

13 15 27 34 36 36 36 37 48 48 54 56 70 70 73 73

ZES GROEIPOLEN VOOR EEN SLIMME REGIO ANTWERPEN-WAASLAND - Slimme Zorg 1. Context 2. Visie Routeplan 2020 3. Voorgestelde initiatieven - Duurzaam Bouwen 1. Context 2. Visie Routeplan 2020 3. Voorgestelde initiatieven - Antwerp Headquarters met Talent 1. Context 2. Visie Routeplan 2020 3. Voorgestelde initiatieven

80 82 82 82 83 86 86 87 87 92 92 94 94

9


-

-

-

10

Routeplan 2020

Inhoud

Veelz캐dig Congrestoerisme en Shopping 1. Context 2. Visie Routeplan 2020 3. Voorgestelde initiatieven Watergebonden Expertise 1. Context 2. Visie Routeplan 2020 3. Voorgestelde initiatieven Intelligente Stadslogistiek 1. Context 2. Visie Routeplan 2020 3. Voorgestelde initiatieven

98 98 99 102 106 106 106 107 108 108 110 110

ONZE SUCCESFACTOREN - Leiderschap en Visie - Arbeidsmarkt 1. Analyse 2. Initiatieven - Mobiliteit 1. Analyse 2. Initiatieven - Innovatie en Ondernemerschap 1. Analyse 1.1. Innovatie 1.2. Ondernemerschap 2. Initiatieven 2.1. Innovatie 2.2. Ondernemerschap

112 114 116 116 122 130 130 131 140 140 140 140 142 142 148

ROUTEPLAN 2012, EEN TERUGBLIK I. Stuwmotoren II. Groeipolen III. Innovatieve Domeinen

152 154 160 164

DANKWOORD

171

11


WAAROM EEN ROUTEPLAN?

Het Routeplan is een toekomstvisie voor de economische ontwikkeling van de regio Antwerpen-Waasland. In het Routeplan 2020 brengt Voka – Kamer van Koophandel AntwerpenWaasland de economische groeimotoren en de rol van het beleid in kaart voor de volgende acht jaar voor de regio Antwerpen-Waasland. Het Routeplan bestudeert de implicaties van het globale groeitraject voor elk bedrijf in deze regio. Die visie moet de economische slagkracht van de regio versterken. Antwerpen was ooit een van de machtigste steden ter wereld. Een rijk verleden is echter geen garantie voor een welvarende toekomst. Kennis en inzicht wel. ‘Salus ubi consilium’, wist reeds Marcus Aurelius. Dit Latijns gezegde ‘Waar goede raad is, is welvaart’, was ook een leidmotief voor Nicolaas Rockox (1560-1640), burgemeester van de stad Antwerpen in de Gouden Eeuw. De trotse Scheldestad floreerde en groeide uit tot een economisch machtscentrum. Goede raad gebaseerd op kennis en inzicht, is niet alleen belangrijk voor bedrijfsleiders, maar ook voor een hele regio. Internationale bedrijven investeren in de Antwerpse regio wegens de hoge productiviteit en de open, kosmopolitische mentaliteit van de hardwerkende Vlaming. De geografische ligging van Antwerpen zorgt voor een ideale economische toegangspoort tot heel Europa. Deze troeven versterken, is een van de doelen van het nieuwe Routeplan 2020. Routeplan 2020 werd gevoed vanuit de praktijk, vanuit het bedrijfsleven, en definieert verschillende stuwmotoren en groeipolen waarvan de economische gezondheid essentieel is voor de welvarendheid van de regio. Wat werd er inmiddels gerealiseerd, waar moeten nog meer inspanningen gedaan worden en welke zijn de nieuwe uitdagingen voor de regio Antwerpen-Waasland tot 2020? Routeplan 2020 is het toekomstperspectief van het Antwerps-Wase bedrijfsleven op de regio, het vertaalt de visie van ondernemers in de regio en hoe zij de regio zien evolueren de komende jaren. Tevens dient het als beleidsinstrument voor de verschillende actoren binnen onze regio, om samen aan de welvaart in de regio te bouwen.

12

Routeplan 2020

Waarom een Routeplan?

13


EXECUTIVE SUMMARY

In de toekomst kijken is onmogelijk, het aangeven van de juiste richting is echter noodzakelijk voor het succes van een regio. Het is hierbij van belang rekening te houden met de specifieke situatie waarin een regio zich bevindt. Voor de regio Antwerpen-Waasland werd de economische situatie onder de loep genomen met de medewerking van McKinsey & Company. Hieruit blijkt dat leiderschap en visie, arbeidsmarktbeleid, mobiliteit, innovatie en ondernemerschap de belangrijkste thema’s zijn voor de economische ontwikkeling van onze regio in de komende acht jaar. Daarnaast is het essentieel te blijven inzetten op de vernieuwing van de drie belangrijke economische stuwmotoren voor de regio: Industrie, Haven & Logistiek en Diamant. Enkel door deze economische drijfkrachten te ondersteunen en verder te ontwikkelen kan succes voor de komende jaren worden verzekerd.

‘Change is the law of life. And those who look only at the past or present are certain to miss the future.’ QUOTE

Gebaseerd op belangrijke Europese en globale trends zoals de vergrijzing, duurzaamheid, de groei in het Verre Oosten en het stijgend belang van steden overal ter wereld moet ook ingezet worden op een aantal slimme groeipolen voor de regio zoals: ‘Slimme Zorg’, ‘Duurzaam Bouwen’, ‘Antwerp Headquarters met Talent’, ‘Veelzijdig Congrestoerisme en Shopping’, ‘Watergebonden Expertise’ en ‘Intelligente Stadslogistiek’.

– John F. Kennedy

Als bedrijfsleven hebben wij ervoor gekozen om met dit boek een geïntegreerd beeld te schetsen van hoe de economische ontwikkeling van de regio kan verlopen de komende jaren. Deze keuze is een signaal naar alle verschillende actoren en in het bijzonder de overheid om de handen in elkaar te slaan en samen de toekomst van de regio vorm te geven. Antwerpen-Waasland kan als regio een voorbeeld zijn in Vlaanderen en ver daarbuiten door te bewijzen dat die samenwerking de welvaart in een regio versterkt. De trends en veranderingen die de komende jaren de wereldeconomie zullen bepalen, hebben ook voor Antwerpen-Waasland een belangrijke impact. Enkel door samenwerking kunnen de opportuniteiten, die deze veranderingen met zich meebrengen, ten volle worden benut. Dat de uitdaging groot is, bewijzen de cijfers. Het aandeel van de economische regio Antwerpen-Waasland in de Vlaamse en Belgische

14

Routeplan 2020

Executive summary

15


Werkgelegenheid 1980-2009

werkgelegenheid, toegevoegde waarde en investeringen nam sinds 1990 geleidelijk af. Dit kwam voornamelijk omdat de werkgelegenheid in het arrondissement Antwerpen minder sterk steeg dan in de rest van Vlaanderen en België. In het Waasland was er een grotere toename dan in de rest van het land, maar deze volstond niet om het aandeel van de hele regio te verhogen. Sinds 2002 is deze trend echter deels omgebogen. De afgelopen acht jaar is het aandeel van de regio Antwerpen-Waasland in de Vlaamse en Belgische werkgelegenheid vrijwel constant gebleven. Tussen 2002-2008 is er een toename gerealiseerd van 32.000 arbeidsplaatsen (zo’n 5.300 arbeidsplaatsen per jaar). Tijdens het crisisjaar 2009 is het aantal arbeidsplaatsen slechts licht afgenomen. De sterkst groeiende segmenten waren de gezondheidszorg en zakelijke diensten aan bedrijven. Onrustwekkend is wel dat op het gebied van de werkgelegenheid de afgelopen acht jaar in de industrie 14.000 arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan, onder meer door de sluiting van Opel Antwerpen waardoor in een klap 3.000 banen verloren gingen. Tussen 2002 en 2007 nam de werkgelegenheid er jaarlijks af met 2,4 procent, in de periode 2008-2009 met 4,6 procent. Hierbij scoorde de Antwerps-Wase regio (in de aanloop naar de crisis) slechter dan het Belgisch en Vlaamse niveau. Op het gebied van toegevoegde waarde was de regio Antwerpen-Waasland in 2002 goed voor 27 procent van de toegevoegde waarde van Vlaanderen. De toegevoegde waarde is tussen 2002-2008 gegroeid in lijn met de rest van Vlaanderen, met een jaarlijkse groeivoet van 5,8 procent. In 2009 heeft de crisis er zich sterker laten gelden, met een afname van 9 procent versus 4-5 procent in de rest van Vlaanderen en België. Er kan gezegd worden dat op het gebied van toegevoegde waarde en ook investeringen (zie lager) onze regio is gegroeid in lijn met de rest van Vlaanderen en België.

16

De afgelopen 8 jaar is het aandeel van de regio in Belgische en Vlaamse werkgelegenheid vrijwel constant gebleven

Werkgelegenheid Index (2002 = 100)

België

Vlaams gewest

Antwerpen-Waasland

115 110 105 100 De Vlaamse industrie wordt gekenmerkt door een hoge productiviteit. De laatste jaren vlakte de groei van de productiviteit echter af en verkleinde de voorsprong ten aanzien van andere regio’s. Om deze opnieuw te versnellen dient de industrie te focussen op een hogere toegevoegde waarde op basis van (technologische) innovatie. Op het gebied van aantrekken van nieuwe investeringen kent de regio een gelijke groei als de rest van het land. De regio Antwerpen-Waasland was tussen 2002-2008 even succesvol in het aantrekken van nieuwe investeringen als de rest van het land. Deze cijfers maken duidelijk dat de stuwmotoren van het Routeplan 2012: Industrie, Haven & Logistiek en Diamant eveneens de speerpunten zijn voor de economische toekomstvisie in het nieuwe Routeplan 2020. De Antwerps-Wase economische regio is:

95 90 85 80 75 70 Aandeel regio in Vlaanderen Aandeel regio in België

1980

1990

2000

2009

26%

24%

22%

22%

15%

14%

14%

13%

sȩ (ETȩDIAMANTCENTRUMȩVANȩDEȩ7%2%,$ sȩ $dzȩLOGISTIEKEȩDRAAISCHÖFȩVANȩ%52/0! sȩ $dzȩINDUSTRIǻLEȩREGIOȩVANȩ"%,')%

Routeplan 2020

BRON: RSZ *CAGR: gewogen gemiddelde jaarlijkse groei

Executive summary

België Vlaams Gewest AntwerpenWaasland

CAGR* 1980-2002 % 0.7

CAGR* 2002-2009 % 1.4

1.2

1.3

0.4

1.2

17


Evolutie van de werkgelegenheid per sector (2002-2007) De werkgelegenheid in de regio is tussen 2002 en 2007 vooral achteruitgegaan in de industrie en vooruit in de zorg en zakelijke dienstverlening Aantal arbeidsplaatsen in privésector in 1000-tallen Sector

2002

Het nieuwe Routeplan 2020 is ambitieus. De stuwmotoren Industrie, Haven & Logistiek en Diamant zijn in ‘keukentermen’ onze economische basisingrediënten, zonder hen kan er niet worden gekookt. Zo is het belang van de industrie voor Antwerpen-Waasland moeilijk te onderschatten. De industrie is hier jaarlijks verantwoordelijk voor meer dan 7,5 miljard euro directe toegevoegde waarde en zorgt voor meer dan 60.000 directe arbeidsplaatsen. Zo creëert de Antwerps-Wase industrie 33 procent van de toegevoegde waarde en 25 procent van de arbeidsplaatsen in de privé in onze regio. De industrie werkt ook als een hefboom voor alle andere economische sectoren. Een diensteneconomie is niet sterk genoeg om deze regio te laten overleven, er is ook productie nodig. De drie sterkhouders zijn zich zeer bewust van de globalisering en de wereldwijde concurrentie. Elk heeft een toekomstvisie die ook is ingeschreven in

18

Routeplan 2020: de industrie met de lokale vertaling van het witboek Nieuw Industrieel Beleid (NIB), voor Haven & Logistiek is er het ‘Totaalplan Concurrentiële Haven, en voor Diamant is er het nieuwe ‘Project 2020 Antwerp Diamond Masterplan.’ De Antwerpse industrie ziet de noodzaak voor samenwerkingsverbanden om zo de ‘Fabriek van de Toekomst’ te realiseren, met een flankerend innovatiebeleid, competentieontwikkeling, een vernieuwende arbeidsorganisatie en een ondersteunend economisch en infrastructuurbeleid. Er wordt een werkgroep Energie opgericht, om alternatieven te zoeken voor de stijgende energieprijzen. Voorts is een competentiecentrum voor onderhoudstechnieken nodig en een samenwerking met het onderwijs om meer jongeren warm te maken voor een job in de industrie en hen ook te scholen tot het juiste arbeidsprofiel.

Routeplan 2020

Delta

CAGR* % -2.4

Industrie

81

72

Groot- en detailhandel

63

70

7

2.1

Onroerende goederen; verhuur en zakelijke diensten aan bedrijven

57

70

13

4.1

31

44

13

7.3

24

27

3

2.4

Bouwnijverheid

23

26

3

2.5

Financiële instellingen

16

15

-1

15

15

0

12

14

8

7

Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening STUWMOTOREN

2007

Vervoer, opslag en communicatie

Hotels en restaurants Overige gemeenschapsvoorzieningen; sociaal-culturele diensten Overige Totaal

330

-9

0 2

-1

360

*CAGR: gewogen gemiddelde jaarlijkse groei

19

3.2 -1.0

30

BRON: RSZ; McKinsey analysis

Executive summary

-1.3

1.8


De Antwerpse haven en de logistieke cluster stellen vast dat in een geglobaliseerde wereld de rol van zeehavens substantieel is gewijzigd. Daar waar zeehavens zichzelf voorheen als ‘evident’ beschouwden, is het momenteel duidelijk dat ze ‘slechts’ schakels zijn in een globale supply chain of logistieke keten. Grote industriële verladers maken havenblinde keuzes: de haven wordt gekozen in functie van haar performance op een aantal parameters én in haar relatie met de rest van de totale supply chain. Structuren, systemen en medewerkers van de Antwerpse haven moeten met andere woorden klantgerichte oplossingen blijven aanbieden. De haven moet dan ook zorgen voor een vlotte maritieme toegankelijkheid, competitieve en duurzame hinterlandverbindingen, performante IT-systemen, de beschikbaarheid van ruimte, een kwaliteitsvolle en competitieve arbeidsorganisatie, innovatie, de hulp van een faciliterende overheid bijvoorbeeld bij vlotte douaneprocedures, …

Antwerpen evolueerde naar een containerhaven. Breakbulk, het meest arbeidsintensieve deel, heeft duidelijk aan belang verloren. Vakbonden en werkgevers moeten samen nadenken over de havenarbeidsorganisatie van de 21e eeuw. De wet Major moet terug naar de oorspronkelijke geest van de wet, zijnde het regelen van het fysieke laden en lossen van een zeeschip. De logistieke arbeid binnen de haven moet op eenzelfde manier gereguleerd worden als logistieke arbeid buiten het havengebied. Havenbedrijven moeten - binnen de geldende sociale wetgeving en met respect voor de veiligheidsvoorschriften - kunnen beslissen hoe zij de arbeid op hun terminal organiseren. De toegang tot het beroep moet transparant zijn en openstaan voor iedereen die aan de toelatingscriteria voldoet. De Antwerpse diamantsector wil ook jobs creëren en mikt de komende tien jaar op 4.000 extra banen. Het nieuwe Diamond Masterplan heeft twee speerpunten. Ten eerste moet de expansie van de diamanthandel in Antwerpen worden gestimuleerd door proactief de bestaande activiteiten uit te breiden en nieuwe marktsegmenten te introduceren door groei en innovatie. Zo wordt onder meer een elektronisch diamanttradingplatform gelanceerd. Ten tweede spelen eenheid, transparantie en individuele verantwoordelijkheid een belangrijke rol in de realisatie van het Masterplan. De diamantsector wil dit realiseren door de volgende vijf ‘hefbomen’ te benutten: (I) Antwerpen uitbouwen als handelscentrum van diamant, (II) Antwerpen positioneren als kenniscentrum van diamant, (III) inzetten op opleiding en transparantie, (IV) de diamantsector integreren in de gemeenschap/stad, (V) zorgen voor de creatie van nieuwe jobs.

20

Evolutie werkgelegenheid per sector (2008-2009)

Er is hier ook een grote behoefte aan voldoende geschikte arbeidskrachten. De komende twee jaar zijn er binnen de haven en industrie minstens 4.000 nieuwe medewerkers nodig, waarvan 1.700 binnen de haven en logistieke sector.

Routeplan 2020

Ook sinds 2008 is de werkgelegenheid in de regio vooral achteruitgegaan in de industrie en vooruit in de zorg en zakelijke dienstverlening Aantal arbeidsplaatsen in privésector in 1000-tallen Sector

2008

2009

Delta

Delta, %

Groot- en detailhandel

70

69

-1

-1.0

Industrie

68

65

-3

-4.6

Administratieve en ondersteunende diensten

42

43

1

2.1

Maatschappelijke dienstverlening

28

30

3

10.6

Vervoer en opslag

27

25

Bouwnijverheid

26

27

0

1.4

20

21

1

4.7

Financiële activiteiten en verzekeringen

16

15

-1

-3.8

Hotels en restaurants

15

14

-1

-2.9

Rechtskundige en boekhoudkundige dienstverlening

15

14

-1

-3.8

Overige

35

35

0

-0.8

Menselijke gezondheidszorg

Totaal

361

-2

359

-4

BRON: RSZ

Executive summary

-7.1

21

-0.7


Evolutie van de toegevoegde waarde en investeringen in de regio (2002-2009, index 2002 = 100) Op gebied van toegevoegde waarde en investeringen is de regio gegroeid in lijn met rest van Vlaanderen

Antwerpen-Waasland

Vlaanderen

2002-2009; index 2002 = 100

België

Toegevoegde Waarde 150 140 130 120 110 GROEIPOLEN Routeplan 2020 serveert ook zes ‘Haute Cuisine’recepten voor de toekomst: zes opportuniteiten met een economisch groeipotentieel. Bij ‘Slimme Zorg’ is het de uitdaging om het comfort voor patiënten te verlengen en de stijgende kost voor zorg meer te controleren door de introductie van innovatieve zorgvormen die gebruik maken van nieuwe telemonitoringtechnologieën en bijvoorbeeld de mogelijkheden rond thuiszorg sterk uit te breiden. Een pilootproject zal worden uitgewerkt waarbij de verschillende actoren ZNA, UZA en Zorgbedrijf Antwerpen het voortouw nemen. Voor ‘Duurzaam Bouwen’ wordt een project rond de renovatie van schoolgebouwen uitgewerkt. SchoolVentCool verwijst naar ventilatie en koeling, twee zwakke punten in dit soort gebouwen. Schoolgebouwen in Vlaanderen zijn dringend aan renovatie toe, hebben een zeer lage interne luchtkwaliteit en zijn nauwelijks energie-efficiënt. Tegelijk moet Vlaanderen tegen 2020 de Europese

22

20/20/20 emissienormen halen. De specifieke gebruikssituatie van scholen (slechts 8 uur per dag in gebruik, gesloten gedurende de zomermaanden, nood aan een kwalitatieve leeromgeving,… ) maken de ontwikkeling van nieuwe snelle retrofit renovatietechnologie noodzakelijk zodat op enkele maanden tijd een school kan worden omgebouwd. Bij een retrofit renovatie wordt een gebouw op zeer korte termijn ontdaan van de buitenste schil en opnieuw duurzaam opgetrokken rond de resterende betonconstructie. Deze technologie is in Vlaanderen momenteel niet beschikbaar, maar kan via dit project in Vlaanderen worden geïntroduceerd. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) zal hier een trekkersrol in opnemen. ‘Antwerp Headquarters met Talent’ haalt internationale bedrijven naar de Scheldestad. De succesvolle investeringspromotie van AHQ focust de volgende jaren op de sectoren Transport & Logistics, Chemicals, ICT, Cleantech, Technology en Business Process Outsourcing. Vijftig procent van de buitenlandse investeringen in Antwerpen komt vanuit

Routeplan 2020

0 2002

03

04

05

06

07

08

2009

27

26

27

29

28

27

27

26

Aandeel regio AW in Vlaanderen (%)

Investeringen 180 160 140 120 0 2002

03

04

05

06

07

08

2009

29

27

33

33

26

30

31

26

Aandeel regio AW in Vlaanderen (%)

BRON: Balanscentrale NBB

Executive summary

23


onze onmiddellijke buurlanden. De buurlanden blijven dan ook de komende jaren een belangrijke bron van investeringen. Voorts ligt de focus op landen als China, India en de Verenigde Staten, omdat Antwerpen sinds lange tijd zeer goede economische banden onderhoudt met deze landen. Voor ‘Veelzijdig Congrestoerisme en Shopping’ is ten eerste het doel te komen tot een geïntegreerd beleid voor het aantrekken van MICE (Meetings, Incentives, Conferencing, Exhibitions) toerisme en in het bijzonder congressen. Om dit te realiseren wordt het opzetten van een publiek-private samenwerkingsstructuur met een breed draagvlak voorgesteld. Daarnaast is hierbij ook aandacht nodig voor een vlotte bereikbaarheid van Antwerpen, onder meer via het spoor en de luchthavens van Antwerpen en Zaventem. Ten tweede worden in het kader van de ontwikkeling van high-end shopping in Antwerpen verschillende initiatieven voorgesteld. Zoals de lancering van een gebruiksvriendelijke en interactieve website rond shopping in Antwerpen, het uitgeven van een kwaliteitsvol shoppingmagazine, een city guide in samenwerking met Gault Millau, promotieacties in binnen- en buitenland, shoppingevents, de ontwikkeling van een speerpunt rond e-commerce en een charter voor kwaliteitsvolle shopping waarbij ook wordt ingezet op innovatieve retail in de stad. Antwerpen heeft als havenstad historisch enorm veel ‘Watergebonden Expertise’ opgebouwd over de jaren. Antwerpen is toonaangevend als overslag-, logistiek- en industrieel centrum, maar in vergelijking met steden zoals Londen of Hamburg scoort Antwerpen echter onvoldoende op het vlak van ‘dienstverlenende activiteiten’ zoals maritieme chartering, brokerage, verzekeringen, maritieme investeringsfondsen, rechtspraak enzovoort. Als wereldhaven moet Antwerpen de ambitie hebben om als ‘Maritime City’ zijn voet te zetten naast Londen of Hamburg. Antwerpen moet de eigen expertise ook wereldwijd uitdragen. Deze expertise reikt van typische havenactiviteiten zoals het beheer en design van de

24

haven, nautische kennis, toegepaste ingenieurskunde, lossen en laden van container, breakbulk en bulkschepen maar ook de actuele organisatie van logistiek. Daarnaast is ook vergevorderde expertise aanwezig op het vlak van water en afval gerelateerde activiteiten. Dit potentieel nieuw ‘product’ kan via een stappenplan gecommercialiseerd worden. Vandaag is een vierde van alle verkeer in een stad goederentransport. Aldus zorgt deze logistiek voor een grote druk op het stedelijk weefsel en het milieu (geluidsoverlast, files, parkeerproblemen, … ). Er is nood aan ‘Intelligente Stadslogistiek.’ Stadslogistiek beoogt logistieke en transportactiviteiten in een stedelijke omgeving te optimaliseren door leveringen te bundelen in centrale overslagplaatsen buiten de stad en een geoptimaliseerde route te bepalen stad in- en uitwaarts. Door de centralisatie en een stroomlijning van de stedelijke logistiek kunnen grote voordelen worden gerealiseerd op het vlak van stedelijke leefbaarheid (congestie, overlast, milieu, …), maar ook de transportkosten kunnen op die manier dalen (hogere laadpercentages, langere leveringswindows, een snellere levering door lagere congestie, …). Hier ontstaat een specialisatie in bepaalde nieuwe activiteiten en kunnen extra diensten worden geleverd. Onder meer de ontwikkeling van ondersteunende ICT is mogelijk een activiteit met een aanzienlijke toegevoegde waarde. Een proefproject met een duidelijk engagement van de stedelijke overheid kan dit realiseren.

SUCCESFACTOREN Bedrijven hebben tot slot een goede omgeving - een professionele keuken - nodig om een gezond economisch gerecht klaar te maken. De succesfactoren Leiderschap en Visie, Arbeidsmarktbeleid, een goede Mobiliteit en Innovatie en Ondernemerschap moeten onze regio helpen bij een optimale ontplooiing. Leiderschap en visie zijn onontbeerlijk voor een dynamische regio. Kennisinstellingen moeten hier mee het voortouw nemen en ook bij de overheid is een duidelijke ambitie nodig. Diverse maatregelen zijn nodig voor een performante arbeidsmarkt. Netto zal naar 2020 toe het aantal jongeren in de regio Antwerpen-Waasland stijgen, wat uitzonderlijk is voor Vlaanderen. Hierop kapitaliseren en deze generatie jongeren ten volle uitspelen is dan ook essentieel. Het Duitse systeem van ‘duaal onderwijs’ voor meer praktijk tijdens de opleiding en het Deense ‘levenslang leren’, moeten iedereen aan het werk zetten of houden.

Inzake mobiliteit is het belangrijk dat het Masterplan 2020 onverwijld wordt uitgevoerd. Een tolvrijstelling voor intraportuair verkeer, de omvorming van de A12 tot een autostrade, een tweede spoortoegang naar de Antwerpse haven en de realisatie van de IJzeren Rijn zijn uitdagingen die moeten gerealiseerd worden. Ook de doortrekking van de R4 rond Gent kan een bijdrage leveren om een deel van het internationaal vrachtvervoer te heroriënteren. Innovatie en ondernemerschap zijn sleutelwoorden voor economische groei. Het project Kennislink Antwerpen moet informatie verzamelen over de aanwezige expertise in de kennis- en hogere onderwijsinstellingen en onderzoeken hoe die expertise door het bedrijfsleven kan worden gebruikt. Meer praktijk en ondernemerschap kunnen gepromoot worden via stages. Het bedrijfsleven en het onderwijs kunnen elkaar leren kennen via gastcolleges van ondernemers en CEO’s. De uitvoering van alle voorgestelde initiatieven uit Routeplan 2020, ligt in handen van de bedrijfswereld, maar hierbij is ook de inbreng van de overheid cruciaal. Onze politici zitten aan de zuurstofkraan en moeten onder meer dringend werk maken van een drastische verbetering van de mobiliteit in de regio Antwerpen-Waasland. Voorts zouden een vereenvoudigde fiscaliteit en een minder hoge loonkost een enorme stimulans zijn voor economische groei.

De visie die Routeplan 2020 hier voorop stelt, wordt samengevat als volgt: ‘Tegen 2020 willen we in de regio een beperkt aantal hubs buiten de stad, die daardoor perfect ontsloten wordt met leveringen die zowel sneller en meer betrouwbaar zijn, als efficiënter en goedkoper én met een betere service, waaruit deze expertise verder vermarkt wordt en een meer leefbare stad wordt gebouwd.’

Routeplan 2020

Werkloosheidsvergoedingen moeten in de tijd worden beperkt. Inloopbanen kunnen de inzetbaarheid van laag- en ongeschoolden verbeteren.

Routeplan 2020 wil het bedrijfsleven en de diverse overheden in ons land laten nadenken over bedreigingen, maar ook economische opportuniteiten voor onze regio. Zo kunnen we allemaal samen ijveren voor een stimulerend economisch beleid. Waar werk is, is welvaart!

Executive summary

25


HISTORIEK

In juni 2002 nam de Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland, ter gelegenheid van het tweehonderdjarig bestaan, het initiatief om in samenwerking met alle ondernemers een samenhangende visie op de economische evolutie van de regio Antwerpen-Waasland te ontwikkelen. Zo kunnen bedrijven hun eigen investeringen en ontplooiing inpassen in een breder, regionaal economisch groeiplan.

‘Everyone here has the sense that right now is one of those moments when we are influencing the future.’ QUOTE

Het project werd begeleid door McKinsey & Company en gerealiseerd met ondersteuning van de Nationale Bank, de Universiteit Antwerpen en Voka – Vlaams Economisch Verbond. In mei 2003 werd het Routeplan 2012 voorgesteld. Dit eerste Routeplan fungeerde als een katalysator voor een actieplan en een goede samenwerking tussen de verschillende overheden, economische organisaties en bedrijven in de regio Antwerpen-Waasland. De Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland heeft met het Routeplan 2012 de socioeconomische ontwikkeling van de regio Antwerpen-Waasland op een aantal punten duidelijk gestimuleerd en in een stroomversnelling gebracht (zie hiervoor Routeplan 2012, een terugblik).

– Steve Jobs

Routeplan 2012 poogde specifiek een antwoord te geven op de vraag wat de groeimotoren zouden zijn voor de regio Antwerpen-Waasland in de periode 2003-2011. Welke zullen de groeimotoren zijn over de komende tien jaar voor de regio Antwerpen-Waasland? Waar kwam de groei de laatste decennia vandaan? Waar kan in de toekomst de groei vandaan komen? Wat zijn de implicaties van het globale groeitraject voor AntwerpenWaasland voor elk bedrijf? Hoe kan men vanuit het beleid het toekomstige groeipotentieel efficiënt en effectief ondersteunen?

26

Routeplan 2020

Historiek

27


Routeplan 2012: Groei in 3 horizonten )NNOVATIEVEȩIDEEǻN sȩ"ABYBOOMERDIENSTEN sȩ0RODUCTONTWIKKELINGȩ ȩ)NNOVATIE sȩ"REEDBAND

De groeimogelijkheden werden toen door Routeplan 2012 in drie tijdshorizonten ingedeeld:

STUWMOTOREN.

Groeipolen

De groeimogelijkheden in onze historisch belangrijke sectoren (onze ‘vaste waarden’). Het gaat om de clusters: Transport & Logistiek, Grootindustrie (Petrochemie) en Diamant.

sȩ(OOFDKANTOREN sȩ#ITYMARKETING sȩ+UNSTKAMER

GROEIPOLEN. De nieuwe mogelijkheden binnen de sectoren die recent een sterke groei kenden: (Hoofd-)kantoren, Toerisme (Citymarketing) en Cultuur (Kunstkamer).

Stuwmotoren sȩ4RANSPORTȩ ȩ,OGISTIEK sȩ'ROOTINDUSTRIE sȩ$IAMANT

INNOVATIEVE DOMEINEN.

0LUSȩRANDVOORWAARDEN

De nieuwe groei die kan voortkomen van een aantal innovatieve ideeën/domeinen: Babyboomerdiensten, Breedband, Innovatie en Productontwikkeling

sȩ6ISIEȩENȩLEIDERSCHAP sȩ&ISCALITEIT sȩ2UIMTELÖKEȩORDENING sȩ-OBILITEIT sȩ!RBEIDSORGANISATIE sȩ!DMINISTRATIEVEȩVEREENVOUDIGING

BRON: Routeplan 2012

28

Routeplan 2020

Historiek

29


op belangrijke socio-economische trends anderzijds. Zes speerpunten voor de ontwikkeling van AntwerpenWaasland als slimme regio zijn:

Routeplan 2020, recepten voor een slimme regio

sȩ 3LIMMEȩ:ORG

Lei de rs

rie

Intelligente Stadslogistiek

Indust

bi

ig e ijd rism z l Vee stoe ing gre pp Con n Sho e

rp Headquarte Antwe T rs met alent

Routeplan 2020

at e Ex rgeb pe ond rtis en e

er ne me

e Logistiek

30

Hierbij is het van belang dat de Kamer, het Antwerpse stadsbestuur, de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA) en de Vlaamse regering via het verbindingsagentschap hun expertise en competenties bundelen om samen Europese middelen naar onze economische regio te halen. Van belang is dat het verbindingsagentschap tracht dit proces optimaal te faciliteren. Enkel op

Bo uw

n&

Met deze drie stuwmotoren kan de regio werken aan groeipolen voor een slimme regio AntwerpenWaasland. Het is voor onze regio van belang slim in te zetten op een aantal groeiopportuniteiten die in de toekomst het succes van de regio mee moeten bepalen. Deze groeipolen bouwen voort op de bestaande troeven van de regio enerzijds en spelen in

Tot slot dient ook te worden ingezet op het bekomen van financieringsmiddelen om deze te gebruiken bij de realisatie van de verschillende initiatieven in het nieuwe Routeplan 2020.

Diamant

nd nO

Het nieuwe Routeplan 2020 wijzigt deze indeling lichtjes en vertrekt opnieuw vanuit de drie stuwmotoren die het economische fundament zijn van de regio Antwerpen-Waasland: Industrie, Haven & Logistiek en Diamant.

Ha v

W

2OUTEPLANȩ

e atie I n n ov

Om deze stuwmotoren en groeipolen volop te laten ontplooien zijn er goede omgevingsfactoren nodig. Dit zijn onze succesfactoren zoals daadkrachtig Leiderschap en Visie, een efficiënt en effectief Arbeidsmarktbeleid, een doordacht Mobiliteitsbeleid, en een brede stimulans van Innovatie en Ondernemerschap. Deze factoren zijn belangrijk voor onze toekomstige welvaart. Ze zorgen ervoor dat het mogelijk wordt om als regio succesvol te zijn. En hoewel deze lijst niet exhaustief is, zijn het evenwel deze vier elementen die essentieel blijken voor het succes van de regio Antwerpen-Waasland.

S

m

Duur zaa m

en

sȩ )NTELLIGENTEȩ3TADSLOGISTIEK

lim

org eZ

kt ar

sȩ 7ATERGEBONDENȩ%XPERTISE

ap

Ar be id s m

sȩ 6EELZÖDIGȩ#ONGRESTOERISMEȩENȩ3HOPPING

ch

sȩ !NTWERPȩ(EADQUARTERSȩMETȩ4ALENT

isie V en

lit eit

sȩ $UURZAAMȩ"OUWEN

rsc h

o M ap

SUCCESFACTOREN GROEIPOLEN STUWMOTOREN

Historiek

31


een gecoördineerde manier kan optimaal gebruik worden gemaakt van de middelen die Europees ter beschikking zijn voor de verschillende initiatieven binnen Routeplan 2020. Methodologie Allereerst werd zoals reeds aangegeven een analyse uitgevoerd van het vorige Routeplan 2012 ten opzichte van de gestelde objectieven. Zo werd vastgelegd waar grote stappen vooruit zijn gezet en waar progressie moeilijk was. Deze analyse is achteraan in het boek terug te vinden. Daarna werden ook alle leden van De Kamer bevraagd via een enquête over wat zij vonden van Routeplan 2012. De leden werden via diezelfde enquête ook bevraagd over de prioriteiten voor de toekomst richting 2020. Welke industrieën vormen opportuniteiten voor de toekomst en welke succesfactoren zijn essentieel voor de welvaart in de regio? Vervolgens werden op basis van deze resultaten voorlopige werkgroepen opgezet. Deze stonden onder leiding van verschillende vooraanstaande bedrijfsleiders, en werden begeleid door McKinsey & Company. In de werkgroepen werd nagedacht hoe de verschillende opportuniteiten binnen de Antwerps-Wase economische regio het best zouden kunnen worden gerealiseerd. Eerst werd binnen deze werkgroepen een initiële visie, doelstellingen en een aanpak geformuleerd voor elk van de verschillende thema’s (inclusief de stuwmotoren waarvoor een vervolgstrategie/visie werd bepaald). Deze initiële visie, doelstellingen en aanpak werden op 14 en 15 oktober 2011 voorgesteld aan een stuurgroep van meer dan vijftig belangrijke leidinggevenden uit de Antwerps-Wase regio. Hier werden de verschillende visies en doelstellingen in kleine themagroepen besproken en verder aangescherpt. Aan het einde van deze tweedaagse stuurgroep werden visie, doelstellingen en aanpak opnieuw voorgesteld en werd over de kwaliteiten van de verschillende thema’s gestemd.

32

Volgend op deze stuurgroep werden voor de verschillende thema’s werkgroepen opgezet om de verschillende gevalideerde thema’s verder aan te scherpen zodat een duidelijk visie en initiatieven hoe deze visie te realiseren, kon worden geformuleerd.

ROUTEPLAN 2O2O Recepten voor een slimme regio

Naarmate verschillende betrokken actoren verschillende keren werden geconsulteerd is het witboek steeds verder aangepast en herwerkt tot uiteindelijk een finaal document tot stand kwam. Tot slot werd dit beleidsdocument herwerkt naar een boek dat voor een breder publiek is bedoeld en kreeg het eindresultaat de titel: 'Routeplan 2020, Recepten voor een slimme regio.'

Routeplan 2020

Historiek

33


Hoofdstuk 1

STUW!MOTOREN Stuwmotoren zijn de basisingrediënten die onze hele regio optillen naar welvaart. Zonder hen ‘koken’ is ondenkbaar, ze zijn de economische fond van onze regio. Voor het gebied AntwerpenWaasland zijn Industrie, Haven & Logistiek en de Diamantsector onontbeerlijk als economische steunpilaren.

34

Routeplan 2020

Stuwmotoren

35


De prioriteiten van het platform Industrie zullen echter op verschillende manieren verder worden aangescherpt. Zo zal er de volgende acht jaar naast de meer gebruikelijke thema’s als fiscaliteit, imago en arbeidsmarkt ook worden gewerkt aan de transformatie van de industrie, zoals beschreven in de nota Nieuw Industrieel Beleid (NIB) van de Vlaamse regering en de uitwerking van een flankerend energiebeleid voor de industrie in de regio.

3. Initiatieven sČŠ Transformatie van de industrie: Om de volgende generatie duurzame producten te ontwikkelen en dit op een zo snel en efficiĂŤnt mogelÄłke manier, zal een meer intense samenwerking tussen verschillende delen van de industriĂŤle waardeketen noodzakelÄłk zÄłn.

INDUSTRIE 1. Context

Het belang van de industrie voor AntwerpenWaasland is moeilÄłk te onderschatten. De industrie is verantwoordelÄłk voor meer dan 7,5 miljard euro directe toegevoegde waarde per jaar en meer dan 60.000 directe arbeidsplaatsen. Zo creĂŤert de Antwerps-Wase industrie 33 procent van de toegevoegde waarde en 25 procent van de private arbeidsplaatsen in de regio. BelangrÄłk om op te merken is dat een verhoging van de output in de industrie met 100 euro, bÄłkomend 54 euro toegevoegde waarde creĂŤert in de industrie ĂŠn 37 euro toegevoegde waarde in de dienstensector. Deze extra toegevoegde waarde creĂŤert daarnaast ook nog een aanzienlÄłk aantal jobs (in lÄłn met de cÄłfers rond toegevoegde waarde). Hiermee wordt nogmaals

36

duidelÄłk dat de industrie als een echte hefboom kan werken naar andere sectoren. De industrie is ook de belangrÄłkste motor van de export voor de meeste Europese economieĂŤn. Voorts is de industrie in Vlaanderen verantwoordelÄłk voor 80 procent van de investeringen inzake Onderzoek & Ontwikkeling door bedrÄłven. Het kan ook niet genoeg benadrukt worden dat de chemische cluster in Antwerpen na Houston (Texas) de grootste ter wereld is.

ČŠ6ISIEČŠ2OUTEPLANČŠ Zoals aangegeven in het deel rond de realisaties van het Routeplan 2012 (zie Routeplan 2012, een terugblik) heeft het platform Industrie heel wat concrete initiatieven gerealiseerd die een meerwaarde voor de industrie in de regio betekenen. Daarom wordt deze manier van werken verdergezet in de toekomst.

Routeplan 2020

Het is bÄłna onmogelÄłk dat bedrÄłven alle nodige kennis ‘in huis’ hebben om alleen en succesvol de volgende generatie producten te ontwikkelen. Hierdoor is het van groot belang dat binnen de Antwerps-Wase industrie een ‘integrale waardeketen’-benadering wordt gepromoot en dat sterk wordt ingezet op de essentiĂŤle open innovatie om zo de Antwerps-Wase industrie op een duurzaam groeipad te lanceren. Het is evident dat het noodzakelÄłk is dat het initiatief met de nota NIB - dat op Vlaams niveau vorm kreeg - ook moet doorsÄłpelen naar de lager gelegen organisaties en besturen, zoals de stad en provincie, Flanders Logistics, IWT, Universiteit Antwerpen, de Antwerpse hogescholen, ‌ Om deze transformatie van de industrie mee te ondersteunen zal door de overheid permanent moeten worden gewerkt aan het vastleggen van de juiste randvoorwaarden. —

De realisatie van het witboek Nieuw Industrieel Beleid: Om de realisatie van de

Stuwmotoren

‘Duitsland is de meest performante economie van Europa. Dat is ook te danken aan de bereidheid van de Duitse werkgevers en vakbonden om samen een intelligente politiek te volgen die de werkgelegenheid centraal plaatst.’ QUOTE

– Thomas Leysen, voorzitter raad van bestuur KBC Groep

transformatie van de Antwerpse Industrie tot een succes te maken, schaart de Antwerps-Wase Kamer van Koophandel zich volledig achter het witboek NIB dat door de Vlaamse regering in samenspraak met de industrie is opgesteld. Dit houdt in dat wordt ingezet op de realisatie van de ‘Fabriek van de Toekomst’, een flankerend innovatiebeleid, competentieontwikkeling en een vernieuwende arbeidsorganisatie en een ondersteunend economische en infrastructuurbeleid. —

De lokale vertaling van het witboek Nieuw Industrieel Beleid: Ook wordt voorgesteld actief aan de lokale vertaling van het witboek NIB te werken. Gezien de grote industriĂŤle aanwezigheid in de regio kan Antwerpen Waasland als ‘testcase’ dienen voor hoe de concrete invulling van het NIB er kan uitzien. HierbÄł wordt in eerste instantie voorgesteld in te zetten op de realisatie van een aantal projecten binnen de regio die de transformatie van de industrie ondersteunen.

37


Evolutie toegevoegde waarde industrie in de regio

Deze vertaling kan mogelijk bestaan uit volgende specifieke initiatieven: °

Het aandeel van de industrie in de totale toegevoegde waarde door bedrijven in de regio was in 2010 meer dan 7,5 miljard euro of iets meer dan 33 procent

FISCH (Flanders strategic Initiative for Sustainable Chemistry, een onderzoeksproject binnen essenscia met de steun van het IWT rond de verduurzaming van de chemische sector in Vlaanderen): De realisatie van FISCH binnen een Antwerpse context is gezien de chemische cluster in Antwerpen essentieel. Belangrijk hierbij is het HEXAGON onderzoekscentrum.

4OTAALȩ47 Antwerpen-Waasland

Miljoen EUR

30,000

Dit centrum moet een incubator zijn voor de verdere verduurzaming van de chemie. Gezien de chemische cluster aanwezig in Antwerpen, is het evident dat een onderzoekscentrum voor duurzame chemie in Antwerpen wordt gevestigd op de nog te ontwikkelen terreinen van Blue Gate. °

25,000 20,000 15,000

Blue Gate Antwerp: Voorts moet ook ingezet worden op de gehele ontwikkeling van Blue Gate. Dit project, dat door de stad wordt voorgesteld, wil een duurzame industriezone koppelen aan de bouw

Solvay en Umicore maken groene energie Wist u dat Solvay en Umicore in de Antwerpse haven samen de grootste brandstofcel ter wereld hebben gebouwd? Deze brandstofcel, amper één container groot, kan tot 1 megawatt elektriciteit opwekken en produceerde in iets meer dan een maand stroom voor ruim 1.300 gezinnen. Een brandstofcel zet waterstof (H2) dankzij de toevoeging van zuurstof (O2) om in elektriciteit. Het waterstof is afval van de productiesite van SolVin in Lillo, een joint venture van Solvay en BASF. Het chemiebedrijf maakt er chloor afkomstig van zout. Daar komt waterstof bij vrij. Een derde daarvan bleef tot voor kort onbenut, maar de brandstofcel vangt nu vijf procent op en herwerkt die tot groene energie. Wereldwijd wordt in de industrie 300.000 ton waterstof niet gebruikt en als afval verbrand. Brandstofcellen worden beschouwd als mogelijke vervangers voor benzine en diesel in wagens en trucks. Autobouwers als Honda en Toyota testen nu reeds wagens met brandstofcellen. Solvay en Umicore willen hiervoor onderdelen leveren.

38

47ȩINDUSTRIE Antwerpen-Waasland

10,000 5,000 van een centrum voor stadslogistiek en is een belangrijk voorbeeld van hoe de transformatie van de industrie, als concept, haar praktische uitwerking kent. °

Het platform Industrie zal het op zich te nemen om de verschillende initiatieven rond vernieuwende, innovatieve processen en producten bij de industriële bedrijven van de regio in kaart te brengen en dit gericht te faciliteren om zo concreet een lokale vertaling van deze industriële transformatie en ‘Fabriek van de Toekomst’ in de regio te kunnen bewerkstelligen en versnellen.

Routeplan 2020

0

2000

ȩ47ȩINȩDEȩ regio door 42,3 de industrie

2001 2002 2003 2004 2005 2006

2007

2008 2009 2010

40,3

35,8

31,2

41,7

39,8

36,7

37,2

37,5

31,8

BRON: Instituut Nationale Rekeningen; NBB

Stuwmotoren

39

33,2


Een verhoging van de output in de industrie1 creëert toegevoegde waarde in de hele economie

sȩ Energiebeleid: Gezien de geconcentreerde vraag naar energie door de industrie in de regio, de steeds stijgende energieprijzen en de almaar strenger wordende reguleringen inzake CO2-uitstoot, moet ook nagedacht worden over hoe een oplossing kan geboden worden aan de energieuitdagingen van de toekomst. De nabijheid van de Antwerpse haven zorgt ervoor dat eenvoudige grondstoffen, zoals bijvoorbeeld biomassa kunnen worden aangevoerd. Mogelijk kan ook worden ingezet op het gebruik van de grote hoeveelheid restwarmte die door diverse industriële activiteiten wordt geproduceerd. Of het capteren van de geproduceerde CO2, beter bekend als CO2-sekwestratie of carbon capture and storage (CCS). Daarenboven is het ook van groot belang dat wordt gewerkt aan de verbetering van de energieinfrastructuur om op die manier oplossingen te bieden aan de uitdagingen voor de komende jaren. Om aan al deze verschillende facetten een oplossing te bieden wordt voorgesteld binnen het platform Industrie een subgroep/werkgroep op te richten die een eigen visie kan ontwikkelen rond zowel de productie van energie als

‘Tijdens een economische crisis moet je ervoor zorgen dat je beter bent dan de rest. Zo compenseer je de crisis met een groter deel van de koek. Je eigen mensen zijn hier de sleutel voor dat succes.’ QUOTE

– Erwin Beerens, CEO Beerens Group

40

Toegevoegde waarde door stijging output industrie met 100 EUR bbp, in EUR 54 37 7 Industrie

Maar de verdeling over de sectoren waar deze toegevoegde waarde gerealiseerd wordt, is zeer verschillend.

Toegevoegde waarde door stijging output diensten met 100 EUR bbp, in EUR 87

sȩ Arbeidsmarkt: De specifieke arbeidsmarktproblematiek in de industrie vraagt een bijzondere aanpak. Hieraan dient te worden gewerkt door op korte termijn in te zetten op een vlotte samenwerking met de VDAB om een succesvolle omscholing van werkzoekenden te realiseren. En moet gekeken worden hoe met het onderwijslandschap, zowel op middelbaar als academisch niveau, kan samengewerkt worden om opleidingstrajecten beter af te stemmen op de noden van de industriële arbeidsmarkt. Een competentiecentrum voor onderhoudstechnieken: Om de kostenefficiëntie van de ondernemingen te garanderen, is het belangrijk dat de de installaties zo min mogelijk stilgelegd worden. Investeren in het ontwikkelen van intelligente

Routeplan 2020

Andere sectoren2

Een verhoging van de output in de industrie genereert ongeveer evenveel toegevoegde waarde als een verhoging van de output in de diensten.

de infrastructuur van de netten, met daarin ideeën rond onder meer smart grids (een slim elektriciteitsnet dat vraag en aanbod in balans probeert te houden). Vanuit deze werkgroep zal dan ook worden gecommuniceerd naar de overheid om de politici bij te staan bij de ontwikkeling van het energiebeleid.

$IENSTEN

7 Industrie

3 $IENSTEN

Andere sectoren2

BRON: McKinsey Global Institute ȩ $EZEȩCLASSIlCATIEȩVANȩINDUSTRIEȩNEEMTȩLANDBOUWȩNIETȩMEE ȩ ,ANDBOUW ȩBOUWȩENȩVOORZIENINGEN

1 2

Stuwmotoren

41


Aandeel van industrie in export1 (in 2009)

Vergelijking investeringen in O&O (%, miljard EUR (2008))

In BelgiĂŤ is het aandeel van de industrie in de export meer dan 70 procent

Bedrijven zorgen voor bijna 70 procent van alle investeringen in Onderzoek en Ontwikkeling in Vlaanderen, hiervan neemt de industrie 80 procent voor haar rekening

"EDRIJVENČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠ/NDERWIJSČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠ/VERHEIDČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠ0RIVAATČŠNON PROlT

miljard EUR, 2009

$IENSTEN

247

979

440

64

396

433

24%

15%

25%

75%

27%

44%

Industrie 76%

85%

75%

25%

73%

56%

BelgiĂŤ

$UITSLAND

Frankrijk

,UXEMBURG

Nederland

Verenigd Koninkrijk

73

41

23

168

69

28

Export als percentage van bbp, 2009

)NDUSTRIEČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠČŠ$IENSTEN

4OTALEČŠINVESTERINGENČŠ in miljard EUR O&O investeringen door bedrÄłven3 (in %)

Totale O&O investeringen1 (in %) Vlaanderen2

69

19

11 1

3.8

80

20

BelgiĂŤ

69

21

9

6.6

69

31

Nederland

55

32

13

9.7

80

20

,UXEMBURG

82

3 16

0.6

42

58

$UITSLAND2

70

16

14

61.5

89

Frankrijk

63

20

16 1

39.4

VK

64

25

8

2

34.1

41

VS

73

13

11 4

270.7

96

Zweden

74

21

4 -0

12.3

73

27

$ENEMARKENČŠČŠ

70

26

30

6.3

44

56

1

11

59 4

BRON: UNESCO; Vlaams indicatorenboek "2/. ČŠ-C+INSEYČŠ'LOBALČŠ)NSTITUTE ČŠ%52/34!4

ČŠ 'ROSSČŠ$OMESTICČŠ%XPENDITURESČŠONČŠ2 $ČŠ '%2$ ČŠPERČŠUITVOERENDEČŠSECTOR ČŠ $ATAČŠVOORČŠ6LAANDERENČŠENČŠ$UITSLANDČŠOPČŠBASISČŠVANČŠCIJFERSČŠVANČŠ 3 ČŠ 3PLITČŠTUSSENČŠDIENSTENČŠENČŠINDUSTRIEČŠGEBASEERDČŠOPČŠCIJFERSČŠVANČŠ 1 2

ČŠ !ANDEELČŠBEREKENDČŠOPČŠ ČŠEXPORTČŠCIJFERS

1

42

Routeplan 2020

Stuwmotoren

43


onderhoudstechnieken en in de vorming van goed opgeleide onderhoudstechnici is daarom een belangrijke stap voor het versterken van de concurrentiepositie van de hier gevestigde procesindustrie. Het oprichten van een competentiecentrum voor de kennisontwikkeling en -verspreiding van dergelijke onderhoudstechnieken is dan ook van belang. De Kamer heeft hierin reeds belangrijke stappen gezet, dit in de ontwikkeling van een breed gedragen competentieprofiel inzake het beroep van onderhoudstechnieker. Het is noodzakelijk dat de Kamer deze rol verder blijft opnemen als initiator en facilitator rond dit project. Dit met een niet aflatende controle op kwaliteit zodat dit competentieprofiel kan worden omgezet in een opleidingsprofiel met als einddoel een regio die als hét competentiecentrum rond onderhoud en onderhoudstechniek in Vlaanderen kan worden beschouwd.

‘Op termijn moeten we ons onderwijs beter afstemmen op de arbeidsmarkt en de vakscholen herwaarderen.’ QUOTE

– Patrick De Maeseneire, CEO Adecco

Om voldoende inzichten te verwerven in de noden op de arbeidsmarkt wordt tweejaarlijks een enquête georganiseerd bij industriële bedrijven in de regio. Hierbij wordt de personeelsbehoefte (kwantitatief) alsook de competentiebehoeften (kwalitatief) in de industrie in kaart gebracht. — —

44

Routeplan 2020

Bedrijvennetwerken: Op basis van een gevoerde arbeidsmarktenquête worden knelpuntberoepen geselecteerd. Daarna worden de voornaamste actoren samengebracht om een sluitend competentieprofiel op te stellen. Hierop volgt een opleidingstraject dat in samenspraak met de opleidingsverstrekkers op korte termijn een oplossing wil bieden aan de acute nood aan een bepaald profiel binnen de industrie in de regio.

Stuwmotoren

Samenwerking onderwijs: Er zal worden onderzocht of er mogelijkheden bestaan om een nauwere samenwerking tussen onderwijs en industrie te realiseren. Hierbij dient een platform te worden opgezet waarbinnen volgende onderwerpen besproken kunnen worden, onder meer op basis van de gegevens uit de gevoerde arbeidsmarktenquête: °

Afstemmen van opleidingstrajecten op de noden van de industriële arbeidsmarkt.

°

Stages voor technische leerkrachten in de industrie.

°

Stages/afstudeerprojecten voor leerlingen in de industrie als deel van hun opleidingstraject.

Stagebeleid: binnen het platform Industrie moet het engagement worden aangegaan om alle stageplaatsen binnen de bedrijven in kaart te brengen. Dit moet ook het niveau van de gewenste stagiair en de goede en minder goede praktijken oplijsten zodat samen met de overheid een beter stagebeleid kan worden ontwikkeld. Een minimaal aantal stageplaatsen zal worden aangeboden door het platform, ook in economisch mindere tijden.

45


‘Als je tegen een berg papier aankijkt, heb je al geen zin meer om als ondernemer te beginnen. Zo min mogelijk regeltjes is het beste, anders krijg je toch maar rechtsonzekerheid.’ QUOTE

– Hans Bourlon, co-CEO Studio 100

sȩ Imago: Binnen het platform Industrie van de Kamer is de wens geuit om de identiteit en de visibiliteit van de industrie binnen het bestaande Havencentrum in Lillo te vergroten. Wat vandaag eerder een opsomming is van aparte bedrijfsstandjes, soms verouderd en eerder tekstueel, moet een installatie worden die de bezoeker meeneemt in een coherent, informatief, educatief en interactief verhaal waarbij de individuele bedrijven wat meer op de achtergrond worden geplaatst en waarbij de focus ligt op de producten en jobs. Verder moet dit een verhaal zijn dat duidelijk sectoroverschrijdend is, met een sprekende weergave van de ketenbenadering die onze industrie zo typeert. Het verhaal zal breder gaan dan chemie of haven. Het zal een verhaal worden over de industrie, niet enkel de grootindustrie, maar ook met belangstelling voor kmo’s. Het hoofddoel van de installatie is specifiek jongeren warm maken voor een job binnen de industrie, en in het algemeen het draagvlak voor de industrie te vergroten.

van het platform Industrie bepaald. Het idee is om centraal een element te hebben dat aan de bezoeker uitlegt wat de industrie nu eigenlijk is via de gekende ketenbenadering, met daarrond een element van jobs en werknemers. Uiteraard wordt hierbij niet van nul begonnen, maar zal er een zo groot mogelijk hergebruik van bestaande installaties gebeuren. Ook zal bekeken worden hoe dit verhaal van de industrie past binnen het totale verhaal van de Antwerpse haven/industrie en logistiek. De realisatie van het haven- en industriecentrum start in juni 2012 en wordt de komende jaren stapsgewijs uitgevoerd. sȩ Organisatie: De organisatie van het platform Industrie wordt aangepast aan de veranderde context: —

Verbreding: de verbreding van het platform (Groot)-Industrie naar industriële ’kmo’s en daarmee wijziging van de scope van grootindustrie naar industrie.

Buiten de regio: een uitbreiding van het platform Industrie richting bedrijven die in de regio Kempen zijn gevestigd, maar door hun activiteiten een gemeenschappelijk belang hebben in het ontwikkeling van de industrie in de hele regio. Hierop werd aangestuurd door deze bedrijven en Voka − Kamer van Koophandel Kempen. Daarenboven kan op deze manier samen worden gewerkt aan oplossingen voor gemeenschappelijke problemen zoals imago en arbeidsmarkt. We denken hier ook aan sectoren die vandaag nog niet of niet meer zijn vertegenwoordigd in het platform Industrie, zoals de farmasector, de automobielsector, …

Hoe deze installatie eruit zal zien en welke boodschappen we willen brengen, wordt samen met een creatief bureau door de werkgroep Imago

46

Routeplan 2020

Stuwmotoren

47


De Antwerpse haven is een onderdeel van globale supply chains. In een globaliserende wereld is de rol van zeehavens de voorbije jaren substantieel gewijzigd. Daar waar zeehavens zichzelf voorheen als ‘evident’ beschouwden, is het momenteel duidelijk dat ze ‘slechts’ schakels zijn in een globale supply chain of logistieke keten. Grote industriële verladers en reders schuiven met zeehavens als pionnen op een wereldwijd schaakbord. Zeehavens kunnen dus niet langer terugvallen op een evidente relatie of positie, maar moeten in ieder aspect van hun functioneren bewijzen dat ze competitief zijn. Verladers maken havenblinde keuzes: de haven wordt slechts weerhouden in functie van haar performance op een aantal parameters én in haar relatie met de rest van de totale supply chain. Structuren, systemen en medewerkers van onze haven moeten met andere woorden klantgerichte oplossingen blijven aanbieden die snel inspelen op de wensen van de markt.

HAVEN & LOGISTIEK 1. Context De Antwerpse haven bezet een stevige tweede positie in de havenrange Le Havre-Hamburg en zag haar maritiem goederenverkeer tot voor het crisisjaar 2009 voortdurend toenemen met gemiddeld 5,5 procent per jaar. Deze groei van het maritiem goederenverkeer is voornamelijk te danken aan de sterke groei in general cargo. Binnen general cargo kent de haven van Antwerpen een sterke afname in conventioneel stukgoed. In 2005 was het aandeel van het conventioneel stukgoed in het totaal maritiem goederenverkeer nog 11 procent, in 2010 slechts 6 procent. De containertrafiek is echter sinds de ingebruikname van het Deurganckdok sterk toegenomen, waardoor

48

Antwerpen sinds 2009 de de derde grootste containerhaven in West-Europa is na de haven van Rotterdam en Hamburg. In het ondernemingsplan 2009-2013 drukt de haven van Antwerpen haar ambitie uit om de belangrijkste Europese general cargohaven te worden (namelijk de belangrijkste haven voor containertrafiek en niet-gecontaineriseerd stukgoed), zowel met het oog op de consolidatie en versterking van de eraan verbonden tewerkstelling, als met het oog op de versteviging van de competitieve positie van de industriële en logistieke bedrijven in de regio en Vlaanderen. In het kader van het Routeplan 2012 werden reeds initiatieven voorgesteld om de positie van de haven van Antwerpen bijkomend te versterken. De focus lag hierbij op (1) een verbetering van de mobiliteit, (2) een adequaat ruimtelijk beleid, (3) een afstemming van het beleid op de andere Vlaamse zeehavens, en (4) het marktconform maken van de arbeidsvoorwaarden.

Routeplan 2020

Op het globale scorebord van reders industriële verladers vinden we tal van parameters terug. Maritieme toegankelijkheid, competitieve en duurzame hinterlandverbindingen, performante IT-systemen, beschikbaarheid van ruimte, kwaliteitsvolle en competitieve arbeidsorganisatie, innovatie, een faciliterende overheid… De Antwerpse haven heeft een stevige basis om op terug te vallen. Het unieke interne havensamenspel tussen logistiek, overslag en industrie maakt haar nu al de tweede grootste Europese haven, de grootste geïntegreerde chemiecluster van Europa en tweede van de wereld, de derde grootste Europese containerhaven en nog steeds de leidende breakbulkhaven in Europa. Antwerpen beschikt inmiddels over 5,4 miljoen m² overdekte opslagcapaciteiten, meer dan dubbel zoveel als Rotterdam en meer dan vijfmaal zoveel

Stuwmotoren

‘Een ligging is statisch, maar een regio wordt pas dynamisch als je alles kan verbinden, via binnenvaart, met treinen, een goed wegennetwerk en ook pijpleidingen. De overheid beseft dat ondernemen synoniem staat met iets snel realiseren. Time-to-market is een belangrijk economisch gegeven.’ QUOTE

– Wouter De Geest, CEO BASF Antwerpen

als Hamburg. Antwerpen is met andere woorden meer dan een simpel overslagpunt waarbij containers geladen en gelost worden en daarna zo snel mogelijk naar een bestemming buiten de landsgrenzen worden getransporteerd. Antwerpen heeft voorts ook een groot potentieel. Zo bevindt eenderde van de logistieke greenfields in Vlaanderen zich in de Antwerpse haven! Deze unieke verwevenheid tussen logistiek, industrie en overslag maakt Antwerpen leidend in West-Europa inzake toegevoegde waarde en tewerkstelling. Met 64.000 gezinnen die direct afhangen van een broodwinning in de Antwerpse haven en een directe toegevoegde waarde van 8,6 miljard euro per jaar is het van groot belang om de competitieve positie van de Antwerpse haven op een duurzame manier te verzekeren. Door competitief te zijn, kan marktaandeel worden gewonnen, kan een blijvende cargoflow naar Antwerpen worden verzekerd en een blijvende sterke positie als logistiek-industrieel

49


Evolutie totaal maritiem goederenverkeer, 2001-2008

complex waardoor werkgelegenheid kan worden gegarandeerd en voor een hoger rendement van de publieke investeringen in deze haven kan worden gezorgd.

(%, miljoen ton)

De Antwerpse haven moet uitgaan van alle sterktes, maar ook de zwaktes onder ogen durven zien. Het ‘supply chain’-denken heeft de Antwerpse haven in dat opzicht de voorbije jaren tot een fundamentele ‘mental shift’ gedwongen. Antwerpen heeft geleerd zichzelf kritisch in vraag te blijven stellen, trots te zijn op wat echt goed werkt maar ook zichzelf niet langer als een evidente keuze te beschouwen en aan te pakken wat beter moet. Deze gezond kritische houding stond centraal in het ‘Totaalplan Concurrentiële Haven’ dat recent, midden in de grootste economische crisis van de voorbije vijftig jaar, werd gelanceerd door Eddy Bruyninckx, CEO van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en Roger Roels, toenmalig voorzitter van Alfaport Antwerpen. Doelstelling van dit Totaalplan was een grondige analyse te maken van de huidige positie alsook samen te werken aan een visie voor de toekomst voor de Antwerpse haven. Het plan kwam tot stand met behulp van werkleiders voor de verschillende thema’s die zowel uit de private als uit de publieke sector kwamen. Zowel lokale bedrijven als internationale bedrijven namen deel. En in totaal werkten meer dan 300 mensen en 120 bedrijven en organisaties mee aan de uitwerking van dit plan en hadden meer dan 120 interactiemomenten plaats met werkgroepen, brainstormingssessies, workshopsenz. De slogan die het Totaalplan stuwde was dan ook ‘Sterk door Samenwerk’. Uit het Totaalplan bleek dat de belangrijkste troeven voor de Antwerpse haven zijn en blijven : - De schaal -

De aanwezigheid van zowel overslaglogistiek als industrie

50

100 % =

-

De inlandse ligging

-

De quadrimodaliteit

-

Het aanwezige talent in de haven

Daarnaast identificeerde het Totaalplan ook een aantal aandachtspunten waar Antwerpen zich moet aanpassen aan de moderne eisen van transport en logistiek om zo haar positie in de wereldmarkt te beschermen of te versterken. Door met dit Totaalplan verder in te zetten op alle troeven en, tegelijk, actiepunten uit te werken voor de belangrijke aandachtspunten voor de toekomst kan het succes van de Antwerpse haven worden verzekerd.

Routeplan 2020

820

840

866

929

971

1,024

1,085

1,127

4.7

Gent Zeebrugge $UINKERKE Bremen

3 4 5 6

3 4 6

3 4 6

2 4 6

6

6

3 3 5 6

6

2 4 6 6

2 4 5 6

2 4 5 7

2.0 3.9 3.8 7.1

Amsterdam

8

8

8

8

8

8

8

8

4.8

,Eȩ(AVRE

8

8

8

8

8

7

7

7

2.2

Hamburg

11

12

12

12

13

13

13

12

6.1

Antwerpen

16

16

16

16

16

16

17

17

5.5

Rotterdam

38

38

38

38

38

37

37

37

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

"2/. ȩ)3, ȩ(AVENBEDRIJFȩ!NTWERPEN

Stuwmotoren

51

4.3

Jaarlijkse groei %

Antwerpen is de tweede haven in de Le Havre-Hamburg range, jaarlijks groeide het totale goederenverkeer in Antwerpen met 5,5 procent


Evolutie verdeling maritiem goederenverkeer (%, miljoen ton) De haven van Antwerpen groeit voornamelijk in general cargo

Havenrange Le Havre-Hamburg

Haven van Antwerpen

CAGR* 02-08 %

‘Antwerpen mag dan kleinschaliger zijn dan wereldsteden als Londen, Parijs en Brussel, alles wat een groot bedrijf nodig heeft, is aanwezig. De goede logistieke infrastructuur en de uitstekende ligging van Antwerpen als toegangspoort naar de Europese markten zijn onmiskenbaar twee sterke punten.’ QUOTE

– Fernand Huts, CEO Katoen Natie

1,127

4.7

23%

1.4

820 $ROOGȩ massagoed

29%

Vloeibaarmassagoed

34%

32%

0

21%

1.9

3.6

65%

8.7

21% 27%

37%

2001

14%

130

45% General cargo

189

CAGR* 02-08 % 5.5

2008

7.9

53%

2001

2008

"2/. ȩ)3, ȩ(AVENBEDRIJFȩ!NTWERPEN *CAGR: gewogen gemiddelde jaarlijkse groei

52

Routeplan 2020

Stuwmotoren

53


2. Visie Totaalplan Haven 2020 Het ‘Totaalplan Concurrentiële Haven’ bevestigde de ‘supply chain’-benadering als belangrijkste focus. Dit impliceert dat de haven zich zo goed mogelijk moet profileren als een excellente en geprefereerde ‘schakel’ in de globale supply chain(s). Voor de komende jaren wil de Antwerpse havengemeenschap, naast het verder uitbouwen van zijn eerder genoemde troeven, hier verder op inzetten. Bovendien wil de Antwerpse havengemeenschap het duurzaam karakter van de Antwerpse haven ontwikkelen, ook als een commerciële troef, en slagkracht tonen op vlak van het ontwikkelen en gebruiken van talent en bij het aantrekken van bedrijven en investeringen.

Haven evenaart onderwijsbudget Wist u dat op cijfervlak de Antwerpse haven en ons onderwijs even zwaar wegen? Je kan het belang van de Antwerpse haven uitdrukken in tonnenmaat, het aantal geloste containers, het aantal zeeschepen, … maar dat is allemaal zeer abstract. Havenschepen Marc Van Peel gebruikt daarom een vergelijking om het belang van de haven te illustreren. Hij verwijst graag naar de cijfers van de Nationale Bank die zegt dat de Antwerpse haven een toegevoegde waarde genereert die gelijkstaat aan het volledige Vlaamse onderwijsbudget, van kleuterschool tot universiteit, goed voor jaarlijks 8,6 miljard euro! De Antwerpse haven behandelde in 2010 in totaal 178.168.003 ton goederen. In de gemeenten rond Antwerpen is gemiddeld 12,8 procent van de beroepsbevolking direct of indirect actief in de haven. De totale werkgelegenheid (direct + indirect) bedraagt 155.327 mensen. In de haven werken er 64.004 mensen voor 900 bedrijven. Jaarlijks doen bijna vijftienduizend zeeschepen de Scheldestad aan.

54

Supply chain Voor de supply chain wordt specifiek ingezet op (1) het integreren in het volledige logistiek proces waarbij de klant centraal staat, (2) het uitbouwen van de achterlandligging van de Antwerpse haven en van de voordelen hiervan op vlak van duurzaamheid en het verzekeren van een optimaal georganiseerd maritiem aanloopproces, (3) het ontwikkelen van diensten aangaande trade facilitation om de integratie van dit logistiek proces te kunnen realiseren.

Evolutie maritiem goederenverkeer (% miljoen ton) Binnen general cargo kent de haven van Antwerpen een sterke afname in conventioneel stukgoed

Totaal

160.1

RoRo Conventioneelstukgoed

3.6 17.9

167.4 3.9 18.4

182.9 4.4 19.8

189.4

157.8

4.4 16.9 3.2 10.4

Routeplan 2020

3.7 11.1

Containers

74.6

80.8

94.5

101.4

87.2

102.5

Massagoed

64.0

64.3

64.1

66.7

56.9

60.8

2005

2006

2007

2008

2009

2010

11%

11%

11%

9%

7%

6%

Aandeel conventioneel stukgoed, %

Mogelijke verbeteringen situeren zich op twee niveaus: ten eerste zijn nog verbeteringen mogelijk in elke schakel van het logistiek proces maar er zijn, ten tweede, ook enorme verbeteringen mogelijk in de afstemming en de aaneenschakeling van de verschillende schakels. Samengevat betekent dit dat een integrale ketenbenadering essentieel is. Duurzaam en slagkrachtig Er wordt sterk ingezet op duurzaamheid in de Antwerpse haven. De Antwerpse havengemeenschap wil – in de geest van haar

178.2

"2/. ȩ(AVENBEDRIJFȩ!NTWERPEN

Stuwmotoren

55


eerste duurzaamheidsverslag zoals voorgesteld op 2 februari 2012 – een duurzaamheidsbeleid voeren waarbij de drie P’s (People, Planet en Profit) in balans zijn. Het laatste belangrijke deel van de toekomststrategie betreft de slagkracht van de haven en dit zowel naar het aantrekken van talent als naar het verder commercieel ontwikkelen van de haven. Hierbij wordt ingezet op het aantrekken en ontwikkelen van talent en wordt ook gepleit voor een doordachte modernisering van de havenarbeidsorganisatie. Ten slotte wordt ook actief gewerkt aan het uitdragen van de troeven van de Antwerpse haven in binnen- en buitenland om bedrijven en investeringen naar Antwerpen te halen.

Evolutie containertrafiek (%, miljoen TEU)

°

3. Initiatieven sČŠ Supply chain: De Antwerpse haven is een ‘schakel’ in een wereldwÄłd logistiek proces. De haven moet voor klantgerichte oplossingen zorgen. —

Maritieme dienstverlening: De verdieping van de Westerschelde heeft de Antwerpse haven geen windeieren gelegd. De haven is hiermee bereikbaar geworden voor schepen met een diepgang tot 13,10 meter tÄłongebonden, tot 16,00 meter bÄł opvaart en 15,20 meter bÄł afvaart. Zaak is nu de effecten van de verdieping te maximaliseren door onder andere het verder verhogen van de efficiĂŤntie van de dienstverlening op de rivier. Het zeetraject van en naar de haven is immers ĂŠĂŠn lange keten van verschillende schakels. In het kader van de supply chain-filosofie is het zaak deze schakels vlekkeloos op elkaar te laten aansluiten. Streefdoel is de aanloop van het schip vanop zee tot het fysieke aanleggen aan de kade in ĂŠĂŠn vlotte beweging te laten gebeuren. Dit veronderstelt:

56

een centrale regie bÄł de afdeling scheepvaartmanagement van het GemeentelÄłk HavenbedrÄłf Antwerpen die het overzicht heeft en de scheepvaartplanning aanstuurt.

°

een optimalisering van alle individuele schakels in de keten: vloot, loodswezen, scheepvaartmanagement, gebruiker, ‌

°

een goede samenwerking tussen de verschillende actoren zoals loodswezen, scheepvaartbegeleiding, sluisplanning, sleepboten, havenkapiteindienst en gebruikers.

°

een volledige transparantie van de hele nautische keten op basis van een koppeling van systemen tussen betrokken spelers en autoriteiten (GHA/ APICS, loodsensysteem, verkeersbegeleiding, ‌.).

De loods blÄłft een cruciale rol spelen in deze keten. De scheepvaart verwacht een betrouwbare, gegarandeerde, kwaliteitsvolle dienstverlening en dit tegen

Routeplan 2020

100 % =

20

20

22

25

28

31

34

38

39

33

37

6.6

Zeebrugge ,EČŠ(AVRE

5

4

4

4

4

5

5

5

6

7

7

10.0

7

8

8

8

8

7

6

7

6

7

6

5.1

Bremen

14

14

14

13

12

12

13

13

14

14

13

6.0

Antwerpen

21

21

21

22

22

21

21

21

22

22

23

7.6

22

23

24

25

25

26

26

26

25

21

21

6.4

32

30

29

29

29

30

29

28

27

29

30

5.9

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

Hamburg

Rotterdam

"2/. ČŠ#) ČŠ(AVENBEDRIJFČŠ!NTWERPEN

Stuwmotoren

57

Jaarlijkse groei %

Containertrafiek groeide in Antwerpen de afgelopen jaren met jaarlijks meer dan 7,5 procent


een marktconforme prijs. In het kader van de efficiëntie, maar ook van de veiligheid verloopt het hele loodstraject vanop zee tot aan de sluis het best met één multivalente loods, zoals dit trouwens het geval is in andere omliggende havens. —

Achterland: De haven moet bereikbaar blijven langs zowel de voordeur (maritieme toegang) als de achterdeur (hinterlandverbindingen). Via multimodale en congestievrije vertakkingen - die idealiter onderdeel vormen van Transeuropese netwerken (TEN-T) moeten goederen vlot kunnen worden af- en aangevoerd. Bovendien moet de

aansluiting tussen het maritiem vervoer en het intermodaal vervoer efficiënt gebeuren in het kader van het belang van de ketenregie. Uitdaging daarbij is de huidige infrastructuur optimaal te gebruiken, maar ook nieuwe infrastructuur te voorzien om zo structurele bottlenecks weg te werken. De inlandse ligging van de haven én haar quadrimodale ontsluiting (weg, binnenvaart, spoor, pijpleidingen) biedt daarbij heel wat kansen om dat vervoer naar het achterland zo duurzaam mogelijk te laten verlopen. Verschillende investeringen zijn gepland die de toegang tot het hinterland verbeteren en dit zowel via de weg, het spoor, de binnenvaart, als via pijpleidingen. °

Weg: een betere ontsluiting van de Liefkenshoektunnel door een verbinding tussen E17 en E34 op snelwegniveau, de aanleg van de A102 (oostelijke bretel) en de noodzakelijke bijkomende Scheldekruisende capaciteit.

°

Binnenvaart: het verhogen van bruggen over het Albertkanaal, inlandhubs voor het bundelen van lading van en naar de haven, wachtplaatsen binnen de haven, ...

°

Spoor: Liefkenshoekspoortunnel (gefinaliseerd in 2014), de realisatie van een tweede spoorwegtoegang en de IJzeren Rijn.

°

Pijpleidingen: een reserveringsstrook ter realisatie van de driehoek Rotterdam, Antwerpen, Ruhrgebied.

‘We hebben hier in Antwerpen een wereldklasseploeg inzake logistiek. Voor logistiek zijn we het Davos aan de Schelde. Dit kenniscentrum moet worden uitgebouwd. Antwerpen moet internationaal veel gretiger zijn. Onze Vlaamse bedrijfsleiders en ook hun kinderen moeten een nieuwe honger naar internationalisering voelen.’

QUOTE

– Luc Luwel, gedelegeerd bestuurder Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland

Indien de verschillende beleidsniveaus bepaalde doelstellingen inzake modal split (namelijk het aandeel hinterlandvervoer dat via respectievelijk weg-, binnenvaart- of

58

Routeplan 2020

Stuwmotoren

59


spoorvervoer wordt afgehandeld) willen halen, dan vereist dit zowel het structureel onderhoud van de bestaande infrastructuur als het tijdig ter beschikking stellen van bijkomende capaciteit in de vorm van nieuwe en economisch verantwoorde infrastructuur. De verschillende bevoegde overheden (op federaal, Vlaams en lokaal niveau) worden daarom opgeroepen om ook in tijden van besparingen en budgettaire krapte een ambitieus maar rationeel verantwoord investeringsritme inzake infrastructuur aan te houden. Indien nu blind wordt bespaard op infrastructuur, wordt daar later een prijs voor betaald in de vorm van falende infrastructuur door uitgesteld onderhoud of het feit dat er onvoldoende capaciteit ter beschikking is. Essentieel voor het succes van het achterlandbeleid is dat naast de infrastructuur ook wordt ingezet op productontwikkeling en een kwaliteitsvolle dienstverlening. De supply chain-focus indachtig is het essentieel om de communicatie tussen de verschillende actoren die betrokken zijn in het vervoer van en naar het achterland te verbeteren. Opdrachtgever, operator, terminaloperator en eventuele betrokken tussenpersonen voeren elk hun deel van de (vervoers)opdracht uit maar het succes van de volledige opdracht wordt – ook hier – bepaald door een optimale samenwerking en afstemming tussen de verschillende schakels. Gerichte IT-ontwikkelingen moeten zorgen voor een transparante tracking en tracing – ook grensoverschrijdend – en een vlotte uitwisseling van alle administratieve formaliteiten waardoor het transport vlotter verloopt, er minder wachttijden ontstaan, de kosten worden gedrukt en de eindklant beter is geïnformeerd.

60

sȩ Trade facilitation: Om alle logistieke processen in de keten vlot te laten verlopen, moet worden ingezet op trade facilitation of het faciliteren van goederenstromen. Dit kan verschillende vormen aannemen: loutere informatie-uitwisseling, commerciële processen of regelgeving rond veiligheid, belastingen, fraudebestrijding, douaneformaliteiten, ... Het stroomlijnen van deze processen past opnieuw in de bredere strategie naar een meer integrale ketenbenadering. De administratie Douane en Accijnzen speelt als ‘poortwachter’ een belangrijke rol in deze trade facilitation. De douane moet daarbij het invullen van haar controleopdracht aan de buitengrens van de Europese Unie (goederen komen de Europese Unie binnen via de haven van Antwerpen) op zo’n manier uitvoeren dat ze performant en niet belemmerend wordt ervaren door de economische operatoren. Ze moet een betrouwbare, rechtszekere en stabiele partner zijn voor de handel. De administratie Douane moet daarbij kunnen terugvallen op voldoende personeel met de juiste competenties, performante IT-systemen en een correct wettelijk kader. Het meerjarenplan van de Commissie (MASP) voorziet in een modernisering van de communautaire douanewetgeving en een verdere automatisering van de douaneprocessen. Dit meerjarenplan is maatgevend. De uitdaging bestaat erin om via een partnerschip tussen douane en handel dit MASP uit te voeren. De competitiviteit van de Antwerpse haven wordt positief beïnvloed door het welslagen van volgende douaneprojecten. Deze moeten dan ook prioritair worden uitgevoerd: —

Uitbouw van de elektronische systemen voor data-uitwisseling tussen verschillende actoren

Routeplan 2020

in de supply chain (Port Community System gerelateerde IT-projecten). —

Vereenvoudigde douaneprocedures richting hinterlandterminals (extended gateway).

Grensoverschrijdende douaneprocedures (Centralised Clearance).

Echte voordelen op het vlak van selectie en controle aan AEO gecertificeerde ondernemingen.

Een performant geautomatiseerd risicoanalysesysteem.

Gecoördineerd grensbeheer (one-stop shop-principe).

Een aanpassing van de organisatie van de Belgische douane en een hervorming van de nationale wetgeving (AWDA).

Stuwmotoren

Efficiënte dienstverlening (24/7).

De mogelijkheid tot directe vertegenwoordiging voor de aangevers van douaneaangiften.

sȩ IT & systemen: Een wereldhaven als Antwerpen heeft een brede internationale gemeenschap bestaande uit zowel multinationals als kleine en middelgrote lokale ondernemingen. Deze mix van bedrijven zorgt voor een grote diversiteit aan bedrijfsoplossingen ter ondersteuning van de verschillende bedrijfsprocessen. Om de interactie tussen deze bedrijfsoplossingen te faciliteren biedt de havengemeenschap met het Antwerp Port Community System (APCS) nu al een single window aan voor elektronische communicatie tussen de verschillende actoren, binnen de havengemeenschap, maar ook met klanten daarbuiten. APCS helpt de klanten nu al hun supply chain op een efficiënte, betrouwbare en

61


transparante manier te beheren. In vergelijking met andere havens is Antwerpen op dat vlak reeds een voorloper. Deze voorsprong moet verder worden uitgebouwd en moet een belangrijk competitief voordeel blijven. De gemeenschap speelt daarbij een belangrijke rol. Samen ontwikkelen en exploiteren in de vorm van SaaS (Software as a Service)oplossingen, vermijden of reduceren immers individuele ontwikkelings- en exploitatiekosten. Door gedeelde databanken met masterdata wordt duplicatie van data in de verschillende bedrijfssystemen vermeden. Naast business-to-business moet ook aandacht besteed worden aan business-togovernment. Om de communicatie met de verschillende overheden te vereenvoudigen dringt zich een national single window op. Eén communicatieplatform en datawarehouse waaruit de overheden de gedeelde informatie kunnen halen als vervanging van de huidige bilaterale communicatie van aangiften en controleresultaten vereist structurele samenwerking op zowel organisatorisch als

technisch vlak tussen federale, regionale en lokale overheden. Dit Coordinated Border Management moet zich vertalen in een one-stop shop technisch platform waarop de bedrijven hun aangiftes kunnen insturen. sȩ Duurzaamheid: In februari 2012 presenteerde de Antwerpse havengemeenschap haar eerste gezamenlijke duurzaamheidsverslag. Gebruik makend van de internationale GRI-methodologie rapporteerde de haven zo over de prestaties en verwezenlijkingen op het vlak van Planet, People en Profit. De Antwerpse haven is daarmee de eerste haven ter wereld die als gemeenschap – namelijk de publieke en private sector samen – rapporteert over duurzaamheid. Streefdoel is, voortbouwend op deze nulmeting, concrete acties op te zetten die moeten leiden tot een nog duurzamere haven. Zo krijgt milieubeheer en stakeholdermanagement een prominentere plaats. Meer dan voorheen zal worden ingezet op een voor de omgeving minder belastende wijze van achterlandvervoer. In dat opzicht heeft de Antwerpse haven met haar geografische ligging een onmiskenbare troef in handen. De landinwaartse ligging van de Scheldehaven beperkt immers de transportkosten en minimaliseert de transportgerelateerde milieueffecten.

‘Het is echt opvallend dat de Chinezen uit Chongqing ons zien als de poort naar Europa. Wij zijn de eerste Europese regio waarmee ze samenwerken. Ze zien het potentieel: onze gunstige ligging, de capaciteit en knowhow van de Antwerpse haven, de werkmentaliteit van de Vlaming, onze petrochemische en farmaceutische industrie, het wegen-, water-, en spoorwegnet, en het feit dat we logistiek hier 5,4 miljoen vierkante meter aan overdekte magazijnen hebben, dat is uniek en meer dan in Rotterdam.’

QUOTE

– Koen Helsen, gedeputeerde voor Economie bij de Provincie Antwerpen

In dit actieprogramma zal uiteraard ook verder gebouwd worden op de al bestaande acties en troeven van Antwerpen op het vlak van duurzaamheid zoals: —

62

De afgifte van scheepsafval volgens het MARPOL (Marine Pollution)-verdrag.

Routeplan 2020

Stuwmotoren

63


Investeren in de opleiding van mensen.

Het verzoenen van economie en ecologie: de oppervlakte bestemd voor havenactiviteiten groeide tussen 2002 en 2010 met ongeveer 1.000 hectare tot 6.416 hectare of de oppervlakte van zo’n 10.000 voetbalvelden. Maximaal vijf procent van het havengebied, of circa 600 hectare, wordt als leefgebied voor havenspecifieke dier- en plantensoorten gevrijwaard en beheerd.

Een verdere uitvoering van het actieplan ‘Fijn Stof’ en NO2 voor de Antwerpse haven en alle omliggende gemeenten.

Een verdere evolutie van achterlandvervoer van weg naar niet-weggebonden transportmiddelen: wegtransport vertegenwoordigt minder dan 50 procent voor alle trafieken behalve containers. Binnenschepen vervoeren nu ongeveer een derde van alle containers. Grote hoeveelheden vloeibare goederen worden via het Europese pijpleidingenknooppunt

Havenlucht is properder Wist u dat de Antwerpse havenindustrie aanzienlijk minder verontreinigende stoffen de lucht inblaast dan tien jaar geleden? De totale uitstoot is in de periode 2000-2010 met 40 procent gedaald. Vooral op het vlak van aromaten (75 procent), benzeen (74 procent) en stof (66 procent) is de daling opmerkelijk. Deze cijfers komen uit een rondvraag van Voka - Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland bij 31 grote industriële bedrijven uit de haven, onder meer in de petrochemische sector. De cijfers worden bevestigd door de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) dat de luchtkwaliteit over heel Vlaanderen opvolgt. Volgens het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen is het vooral opmerkelijk dat de daling van de emissies er gekomen is in een periode waarin de productie met 5 procent toenam. De havenindustrie voorziet meer en meer zelf in alle energiebehoeften, vaak door warmtekrachtkoppeling, in plaats van in andere regio’s elektriciteit aan te kopen uit minder efficiënte installaties. Ook de strengere normen van de milieuwetgeving spelen een rol.

64

en het netwerk binnen de haven getransporteerd.

Inzetten op collectief vervoer zoals de I-Bus of pendelbus.

Investeren in sponsorships.

‘Go for Talent!‘: Uit een zeer recente marktbevraging door Alfaport en Voka − Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland over de personeels- en competentiebehoeften bij de bedrijven uit de logistiek en de industrie in de regio Antwerpen - Waasland blijkt dat er een grote behoefte blijft aan voldoende geschikte arbeidskrachten. In de komende twee jaar is er in de haven en industrie behoefte aan minstens 4.000 nieuwe medewerkers, waarvan 1.700 binnen de haven en logistieke sector (op basis van niet geëxtrapoleerde cijfers opgevraagd bij de helft van de Antwerpse-Wase bedrijven actief binnen de industrie en de haven). Haven en logistiek hebben naast de hoge nood aan technische profielen zoals heftruckchauffeur en onderhoudsmecanicien, ook een belangrijke vraag naar operationele, administratieve en commerciële bediendes. De sector staat hierbij voor een dubbele uitdaging. Enerzijds is er het groot aantal in te vullen jobs in diverse knelpuntfuncties waar de sector in concurrentie moet treden met andere sectoren die op zoek zijn naar dezelfde soort profielen. Anderzijds is er een versnelde uitstroom ten gevolge van de vergrijzing. Uit diezelfde marktbevraging bleek ook dat de uitstroom uit de verschillende geschikte studierichtingen ruim onvoldoende is zodat de instroom naar de havenbedrijven zwaar onder druk staat.

Routeplan 2020

De uitdagingen en bijhorende opdrachten zijn bijgevolg erg duidelijk: — Het imago moet verbeterd worden (wat moet leiden tot betere en meer gerichte studie– en beroepskeuzes). —

Knelpuntberoepen moeten aangepakt worden (wat betere toeleiding en meer gerichte opleidingen vergt).

De opleidingscapaciteit moet verhoogd worden (meer samenwerking en innovatieve opleidingen).

Het onderwijsaanbod en het beroepsopleidingsaanbod moet beter afgestemd worden op de vraag en de behoeften van het bedrijfsleven (dus meer competentiegericht).

Stuwmotoren

Om deze uitdagingen waar te maken, is er nood aan een meer en betere afstemming tussen het onderwijs, de arbeidsmarkt en de bedrijfswereld. Het succes van andere gelijkaardige initiatieven in Antwerpen zoals ‘Talentenwerf’, voor de sector bouw en recent ook ‘Talentenfabriek’ voor de industrie werken daarbij inspirerend. Via dergelijke innovatieve samenwerkingsprojecten tussen betrokken stakeholders en met een strakke coördinatie en eenheid van visie wil men de structurele mismatch tussen vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt het hoofd bieden. sȩ Havenarbeid: In de laatste 20 jaar is het laden en lossen van zeeschepen fundamenteel

65


De feitelijke tewerkstelling heeft zich aan het veranderende omgevingsveld aangepast. Vandaag werkt het overgrote deel van de havenarbeiders minimaal vier op vijf dagen bij dezelfde werkgever! Van de 8.200 mensen in de pool zijn er al 4.200 die juridisch in vast dienstverband werken. Dat geldt voor de operationele kaders, voor de vaklui, en voor een aantal specifieke beroepscategorieën. Maar ook bij het algemene contingent, de zogenaamd losse havenarbeiders, is de link met vaste werkgevers zeer uitgesproken. De helft werkt uitsluitend voor één werkgever, en nog eens een kwart werkt 4 op 5 dagen bij dezelfde werkgever.

gewijzigd. In de jaren ‘80 vertegenwoordigde containertrafiek amper 10 procent van het volume in Antwerpen: vandaag is dat bijna 60 procent. Breakbulk, het meest arbeidsintensieve deel, heeft duidelijk aan belang verloren door de conversie naar containers, een tragere marktgroei en marktaandeelverlies voor Antwerpen. Deze veranderingen hebben een enorme impact gehad op de vraag naar havenarbeid. Door de sterke mechanisatie in de containeren breakbulksegmenten is het aantal taken nauwelijks gestegen (en uiteraard sterk afgenomen in de recente crisis). In 1993 vertegenwoordigde breakbulk nog twee derde van de taken. Vandaag is dat nog amper 30 procent. Terzelfdertijd is de productiviteit, gemeten in tonnen per taak, sterk toegenomen. Recent marktonderzoek heeft nogmaals bevestigd dat Antwerpen koploper is en blijft op vlak van productiviteit.

66

Deze sterke verbondenheid heeft twee positieve effecten. Ten eerste is het de basis voor ons leiderschap in productiviteit. Ten tweede is er een systematisch verband tussen vertrouwdheid met de werkplek en veiligheid. De kans op een arbeidsongeval ligt 8 keer hoger bij havenarbeiders die minder dan 20 procent van hun tijd bij een en dezelfde werkgever werken dan voor diegenen die de facto in vast dienstverband werken.

De ‘one size fits all’-aanpak die in het verleden gold voor de hele haven moet ook vervangen worden door een meer ‘tailor-made’-aanpak waarbij de bedrijven - binnen de geldende sociale wetgeving en met respect voor de veiligheidsvoorschriften - kunnen beslissen hoe zij de arbeid op hun terminal organiseren. De toegang tot het beroep moet transparant zijn en openstaan voor iedereen die aan de toelatingscriteria voldoet. De havenarbeider van de toekomst moet ook geëvalueerd en eventueel bijgestuurd kunnen worden inzake bepaalde competenties. Kwaliteitsdenken, talenkennis, vertrouwdheid met IT, een positieve attitude tegenover veiligheid op het werk… zijn belangrijk bij het toekennen van de erkenning als havenarbeider en moeten ook na de toekenning blijvend gemonitord worden. Bedrijven die dat willen moeten ook de mogelijkheid hebben om vast dienstverband in te voeren voor alle havenarbeiders waarvoor zij dit wensen. Dit alles vereist een constructieve dialoog tussen de havenarbeider en havenbedrijven. Het potentieel om in de Antwerpse

Vakbonden en werkgevers moeten samen nadenken over de havenarbeidsorganisatie van de 21e eeuw. Het huidige stelsel heeft haar wortels in de twintigste eeuw en moet worden gemoderniseerd. Daarbij moet niet zozeer het wettelijk kader op de havenarbeid (wet Major), maar wel de invulling ervan op het terrein geactualiseerd worden. De wet Major moet terug naar de oorspronkelijke geest van de wet, zijnde het regelen van het fysieke laden en lossen van een zeeschip. De logistieke arbeid binnen de haven moet op eenzelfde manier gereguleerd worden als logistieke arbeid buiten het havengebied waardoor ook een level playing field wordt gecreëerd.

Routeplan 2020

haven op middellange termijn meer dan 6.000 arbeidsplaatsen ‘aan de dok’ te blijven garanderen, moet daarbij het toekomstperspectief zijn. Een modernisering van de havenarbeidsorganisatie verzekert dat de tewerkstelling effectief op dat niveau gehandhaafd blijft. sȩ 4ROEVENȩVANȩ!NTWERPENȩVERSTERKENȩdzNȩ uitdragen: Als onderdeel van het Totaalplan Concurrentiële Haven heeft het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen sterk ingezet op het verbeteren van de commerciële slagkracht van de haven door fors te investeren in de afdeling Marketing, Promotie & Communicatie (MPC). Dit vertaalt zich al in een nieuwe marktpositionering met verscherpte aandacht voor de integrale ketenbenadering en duurzaamheid. De Antwerpse havengemeenschap moet ook nadrukkelijker inzetten op het aantrekken van investeringen. Daarbij is het van belang uit te gaan van de huidige sterktes in de regio zoals de sterke verwevenheid logistiek – overslag – industrie, maar ook de in opbouw zijnde energiecluster. Om Antwerpen nadrukkelijk op de kaart te zetten als aantrekkelijke investeringslocatie moeten de banden versterkt worden met FIT, de ambassades en consulaten en de internationale Kamers van Koophandel. Voor de (buitenlandse) investeerder is het belangrijk dat hij begeleid wordt en wegwijs wordt gemaakt in de complexe vergunningen en procedures. Daarbij kan best vertrokken worden van een ‘een loket’-filosofie waarbij de potentiële investeerder ondersteund wordt met lokale knowhow en expertise. Een centrale rol is daarbij weggelegd voor ‘Antwerp Headquarters’ (AHQ). In 2011 sloten het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en Antwerp Headquarters (een joint venture

Stuwmotoren

67


tussen Voka − Kamer van Koophandel Anwerpen-Waasland en Stad Antwerpen met als missie het aantrekken van (regionale) hoofdkantoren) hiertoe reeds een Memorandum of Understanding. Deze MOU moet geoperationaliseerd worden om zo effectief maritieme HQ’s aan te trekken. sȩ ‘Sterk door Samenwerk’ — Binnen Antwerpen…: ‘Sterk door Samenwerk’ was de krachtige baseline van het Totaalplan Concurrentiële Haven. Deze geest van intense samenwerking tussen de publieke en private sector blijft ook na het Totaalplan het leidmotief van de Antwerpse havengemeenschap. Zo nemen de publieke en private sector gezamenlijke initiatieven rond bijvoorbeeld duurzaamheidsrapportage, het aantrekken van talent en investeringen naar en in de sector, en worden gezamenlijke lobby-inspanningen geleverd op het vlak van bijvoorbeeld trade facilitation. Alfaport Antwerpen en het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen brengen gezamenlijk expertise in APCS. Rond thema’s als bereikbaarheid (zowel nautisch als voor wat het achterland betreft) zijn gezamenlijke werkgroepen actief.

Haven heeft ruimte voor uitbreiding Wist u dat met de Saeftinghe Development Area de Antwerpse haven beschikt over het grootste greenfield-project in Vlaanderen? In tegenstelling tot andere Europese havens die geografisch beperkt zijn, heeft Antwerpen nog voldoende ‘lebensraum.’ Zo is er op Linkeroever de Saeftinghe Development Area, met een te ontwikkelen oppervlakte van minstens 1.070 hectare. Dit havenuitbreidingsproject biedt de mogelijkheid om de bestaande verwevenheid tussen logistiek, industrie, semi-industriële toepassingen en overslag te versterken en maximaal in te zetten op toegevoegde waarde creatie binnen het havengebied. Door de ontwikkeling van dit grootste havenuitbreidingsproject in Vlaanderen spreekt de Antwerpse haven haar ambitie uit om structureel hét logistieke knooppunt van Vlaanderen én Europa te blijven.

68

En daarbuiten… : De Antwerpse haven bevindt zich aan de kop van het peloton op zowel Europees als mondiaal vlak. De maritieme handel blijft echter evolueren. De globalisering zorgt voor een snelle verschuiving van goederenstromen die gevolgd wordt door een snelle aanpassing van de vaarschema’s van scheepvaartlijnen. In hun zoektocht naar meer efficiëntie en een hogere rendabiliteit werken grote marktpartijen in toenemende mate samen. Om aantrekkelijk te blijven als logistiek-, overslag- en industrieel centrum moet ook Antwerpen open en alert blijven voor samenwerkingen met andere havens, op voorwaarde dat zo’n samenwerking een aantoonbare meerwaarde oplevert. Een samenwerking kan immers nooit een doel op zich zijn maar een middel. Antwerpen mag en moet daarbij uitgaan van haar eigen sterkte en haar eigen merk en eist daarvoor de passende erkenning. Indien een samenwerking met (een) andere haven(s) de eigen positie inzake integrale ketenbenadering versterkt en meerwaarde biedt dan kan een samenwerking zinvol zijn. Antwerpen heeft in een samenwerking heel wat troeven aan te bieden zoals haar inlandligging, haar breed netwerk aan multimodale hinterlandverbindingen, haar cargogenererend vermogen,… Antwerpen moet inzake samenwerking zoeken naar zaken die hier complementair aan zijn. Zo kan gedacht worden aan gezamenlijke participaties met andere Vlaamse haven(s) in het achterland om goederenstromen van en naar onze haven(s) te bundelen of het bundelen van spoorvolumes binnen Vlaanderen richting het gemeenschappelijke hinterland.

Routeplan 2020

Stuwmotoren

69


De Antwerpse diamantsector heeft een complexe structuur waarin veel verschillende actoren een rol spelen Antwerp World Diamond Centre (AWDC) /FlCIÇťLEČŠVERTEGENWOORDIGERČŠVANČŠDEČŠ Antwerpse diamantsector

Wetenschappelijk en Technisch Onderzoekscentrum voor Diamant (WTOCD)

HRD Antwerp NV Organisatie die verantwoordelijk is voor CERTIlCATIEČŠENČŠOPLEIDING

/FlCIÇťLEČŠVERTEGENWOORDIGERČŠVANČŠDEČŠ Antwerpse diamantsector

FUSION FOUR Federatie van diamantbeurzen Mijnbedrijven

DIAMANT 1. Context Als een van de belangrÄłkste sectoren in de regionale economie, maar ook een van de meest complexe qua structuur en organisatie, wordt allereerst een overzicht gegeven van alle actoren binnen de Antwerpse diamantsector (zie p. 71). Project 2020, het Masterplan voor de Antwerpse diamant, is de start van de transformatie van de 550 jaar oude diamantsector in Antwerpen naar een dynamische en groeiende sector in de Belgische economie. Financiering, de aanwezige gespecialiseerde kennis, trading competenties en uiteraard de belangrÄłke stromen van ruwe en geslepen diamant, creĂŤren een unieke kritische massa die van Antwerpen het belangrÄłkste

70

wereldcentrum voor diamanthandel maken. Gezien de grote veranderingen in de industrie de afgelopen decennia met veel jobverlies zowel bÄł slÄłpers, traders, technici als administratief personeel als gevolg, is het belangrÄłk dat een allesomvattende strategie wordt vastgelegd zodat de huidige positie kan worden gevrÄłwaard en verdere ontwikkeling en groei mogelÄłk wordt gemaakt. Ook moet worden opgemerkt dat de professioneel gemanagede en sterk gekapitaliseerde Antwerpse diamantbedrÄłven op internationale schaal erg succesvol waren, zÄłn en blÄłven. Project 2020 is een ‘work in progress’ dat de Antwerpse diamantsector zal helpen te evolueren van haar gesloten houding, naar een strategisch gedreven, professionele en gemotiveerde sector aan de top van de internationale diamantindustrie. Door nadruk te leggen op de rÄłke diamantervaring, de wereldbefaamde expertise en het vakmanschap dat in Antwerpen aanwezig is.

Routeplan 2020

sČŠ"(0ČŠ"ILLITON sČŠ2IOČŠ4INTO sČŠ!LROSA sČŠ$EČŠ"EERS

sČŠ"EURSČŠVOORČŠDIAMANTHANDEL sČŠ6RIJEČŠDIAMANTHANDEL sČŠ!NTWERPSEČŠDIAMANTKRING

Externe stakeholders

Burgermaatschappij

Banken sČŠ!".ČŠ!-2/ sČŠ!NTWERPČŠ$IAMONDČŠ"ANK sČŠ"ANKČŠ* ČŠ6ANČŠ"REDAČŠ ČŠ#O sČŠ3TATEČŠ"ANKČŠOFČŠ)NDIA sČŠ)#)#)ČŠ"ANK sČŠ"ANKČŠOFČŠ)NDIA

Diamantairs sČŠ ČŠGROTEČŠBEDRIJVEN sČŠ ČŠMIDDELGROTEČŠBEDRIJVEN sČŠ ČŠKLEINEČŠBEDRIJVEN

Stuwmotoren

Overheid

Antwerp Management School (AMS)

Diamond, Jewellery Management Institute (DJMI)

Media

International Training Centre on Corporate Opportunities (ITCCO) (VN)

Opleidingsinstituut dat diamantgerelateerde cursussen en taken biedt aan Antwerpse masterstudenten

71


Project 2020 werd gelanceerd met de steun van gouverneur Cathy Berx. In een aantal vergaderingen in het Antwerpse Provinciehuis legden verschillende actoren frustraties en angsten aan elkaar voor. Gouverneur Berx stelde verschillende mogelijke oplossingen voor en dit leidde tot de vorming van een ‘Steering Committee’ met stakeholders uit de industrie. Hierna werd een visiedocument opgesteld door Jan Callebaut en Katherine Lamont, zij rapporteerden respectievelijk over ‘imago en reputatie’ en ‘intern en externe perspectieven voor de sector’, vervolgens stelden zij een framework voor het project voor. De resulterende visie uit dit document ‘Antwerp will always be the beating heart of the global diamond community’ vormde de basis voor Project 2020. Om tot dit strategisch plan te komen werden interviews gehouden met diverse actoren zoals het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, Toerisme Vlaanderen, Dienst Toerisme Antwerpen, Flanders Fashion Institute, Voka − Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland, het Diamantmuseum, Horeca Vlaanderen, Antwerp Headquarters, de Stad

Diamantcijfers blijven schitteren Wist u dat Antwerpen dé diamantwereldhoofdstad is? Het economisch belang van de Antwerpse diamantsector is niet alleen groot voor Antwerpen, maar ook voor Vlaanderen, België en Europa. De Scheldestad is wereldleider in de diamanthandel. Meer dan 80 procent van alle ruwe diamanten en 50 procent van alle geslepen diamanten passeren via Antwerpen. Ons land is de grootste uitvoerder van diamanten in de wereld, voor een totaal van 27 miljard dollar. Diamant vertegenwoordigt 8,25 procent van de Belgische uitvoer van goederen en diensten. De jaarlijkse omzet van de Antwerpse diamantsector bedraagt meer dan 42 miljard euro. Diamanten zorgen voor een toegevoegde waarde van maar liefst 500 miljoen euro voor België. Het ‘steentje’ zorgt voor meer dan 34.000 jobs (direct en indirect) in Vlaanderen. Voor een aantal landen is diamant het nummer een exportproduct vanuit België. Enkele voorbeelden: India, China en Rusland. Er zijn 1.850 geregistreerde diamanthandelaars in Antwerpen. In de Antwerpse diamantwijk leven en werken meer dan 70 nationaliteiten samen.

72

QUOTE

‘When Hillary heard that I was in Antwerp, she immediately replied saying: Don’t forget to bring me back some diamonds.’ – Amerikaans president Bill Clinton

Antwerpen, Het M KHA, Luc Tuymans, het VBO en diverse belangrijke Vlaamse bedrijven. Tijdens deze discussies werd de achtergrond van Project 2020 besproken en werden de objectieven ervan bepaald. Zonder uitzondering reageerden de verschillende stakeholders positief, sommigen droegen zelfs bij door hun eigen ideeën aan te brengen en allen toonden interesse in een sterkere samenwerking met de diamantsector. De verschillende partijen werden ook op de hoogte gehouden tijdens de verschillende stappen van het project en uitgenodigd hun input te geven. Bij de aanvang is een gedetailleerde analyse gemaakt van de fundamentele dimensies van de sector zoals fiscaliteit, de juridische context en veiligheid. Daarenboven werd ook gekeken naar de manier waarop de sector wordt gepercipieerd door de buitenwereld en hoe verschillende segmenten van de sector elkaar intern bekijken. Andere prioriteiten die naar boven kwamen waren: de modernisering van de markt, technologische innovatie, het omarmen en exploiteren van de bestaande expertise, het genereren van nieuwe opportuniteiten en compliance (het werken in overeenstemming met de vigerende wet- en regelgeving) gerelateerde aspecten. Acht werkgroepen, gevormd door de industrie en vertegenwoordigers van andere stakeholders, dachten na over praktische en innovatieve oplossingen voor de uitdagingen waarmee

Routeplan 2020

de diamantsector wordt geconfronteerd. De werkgroepsessies, in combinatie met externe consultaties, zorgden voor een breed gamma aan initiatieven die vervolgens in functie van hun belang werden opgelijst. Specifieke projecten werden ontwikkeld en geselecteerd door het ‘Steering Committee’ en goedgekeurd door AWDC om vervolgens samengebracht te worden in het ‘Project 2020 Antwerp Diamond Masterplan’. Na de lancering van Project 2020 zal AWDC de implementatie en uitvoering van de verschillende initiatieven begeleiden. Een aantal projecten gingen reeds van start. En omdat de raad van bestuur van AWDC, samen met voorzitter Nishit Parikh en CEO Ari Epstein, inzet op leiderschap, transparantie, innovatie en modernisering wordt verregaande verandering mogelijk.

2. Visie Masterplan Diamant 2020 'Antwerp will always be the beating heart of the global diamond community'. Richting 2020 wordt om bovenstaande visie te realiseren, ingezet op twee verschillende objectieven die ook in de eerste visietekst van Routeplan 2012 werden benadrukt. Ten eerste moet de expansie van de diamanthandel in Antwerpen worden gestimuleerd door proactief de bestaande activiteiten uit te breiden en nieuwe marktsegmenten te introduceren door groei en innovatie. Ten tweede spelen eenheid, transparantie en individuele verantwoordelijkheid een belangrijke rol in de realisatie van Project 2020. Door deze eigenschappen te integreren in de sector en ze onmisbaar te maken, kan dit tweede objectief

Stuwmotoren

worden gerealiseerd, met name het opbouwen van meer (zelf)vertrouwen en zekerheid binnen de sector en bij externe stakeholders. Deze twee grote hoofddoelstellingen zullen worden gerealiseerd door gebruik te maken van de volgende vijf 'hefbomen': 1. Antwerpen uitbouwen als handelscentrum van diamant. 2. Antwerpen als kenniscentrum van diamant. 3. Inzetten op opleiding en transparantie. 4. De diamantsector integreren in de gemeenschap/stadservaring. 5. De creatie van nieuwe jobs.

3. Initiatieven Met het oog op bovenstaande visie genereerden de verschillende werkgroepen een portfolio aan initiatieven die de transformatie van de sector moeten garanderen. Het gaat niet enkel om allesomvattende initiatieven met een belangrijke impact op de diamantsector en Antwerpen, maar ook om kleinere nicheprojecten die bijvoorbeeld een vitale rol spelen in de modernisering en

73


kunnen drijven op de andere Antwerpse beurzen om op die manier een beter geïntegreerde Antwerpse diamanthandel te realiseren.

versterking van de sector. Het zijn al deze projecten die samen de ruggengraat zijn van het Project 2020. Zoals eerder aangegeven, is een deel van de onderstaande initiatieven reeds in uitvoering. Andere initiatieven worden de komende maanden gelanceerd onder de begeleiding van AWDC. Bovendien zullen alle projecten worden opgevolgd op basis van een gestructureerde scorekaart waarin alle verschillende dimensies van een project of initiatief zijn opgenomen. sȩ Nieuwe Markten: Een breed gamma aan initiatieven voor de ontwikkelingen van nieuwe segmenten in Antwerpen zoals: meer aandacht voor geslepen diamant (de opening van een ‘desk’ voor geslepen diamant in China), de ontwikkeling van een merk ‘Diamond from Antwerp’, de promotie van hightech slijpen, de lancering van een nieuw elektronisch trading platform, de uitbreiding van de handel in ruwe diamant (opening van een ‘desk’ voor ruwe diamant in Afrika) en het opzetten van een groothandel in juwelen. sȩ Fusion Four: De vier aanwezige diamantbeurzen in Antwerpen zullen in de toekomst nauw met elkaar gaan samenwerken. Handelaars aangesloten bij een beurs zullen ook handel

74

sȩ Elektronisch tradingplatform voor geslepen diamant: Voor het eerst en in wereldprimeur zal in Antwerpen een digitaal tradingplatform worden opgezet voor de handel in geslepen diamant. Op die manier treedt de diamanthandel de 21e eeuw binnen en kunnen grote efficiëntiewinsten worden gemaakt. Op deze manier zal ook de transparantie in de diamanthandel sterk vergroten en zal ook de financiering van diamanthandel worden getransformeerd. sȩ ‘Door-opener-strategie’: De nieuwe AWDC ‘Door-Opener’-Strategie zal helpen bij de uitbreiding van Belgische handel door gebruik te maken van het globale netwerk van de sector als hefboom voor Belgische bedrijven en ondernemers. Dit zal gebeuren op een gestructureerde en georganiseerde manier. De recente strategische samenwerking tussen AWDC en ICBC, de grootste bank van China, opent de deur naar meer handel in goederen en diensten tussen België en China en is slechts een van de vele geplande initiatieven.

‘Antwerpen is neutraal. Je kan het zien als het Zwitserland of de Verenigde Naties voor de diamantwereld. Iedereen voelt zich hier thuis. Dit is vermoedelijk de enige plaats ter wereld waar joden en moslims veilig naast elkaar over straat lopen. Die vrijheid, stabiliteit en de veilige omgeving zorgen ervoor dat iedereen naar Antwerpen komt.’ QUOTE

– Nishit Parikh, voorzitter Antwerp World Diamond Centre (AWDC)

sȩ Toerisme en diamant: Projecten zoals het bezoekerscentrum met een nadruk op het authentiek vakmanschap in Antwerpen, zullen niet enkel de diamantsector zelf ten goede komen, maar hebben ook een belangrijk multiplicatoreffect voor jobs en competentieopbouw in de regio. Toerisme en diamant kunnen samen een belangrijke impact hebben op de Belgische economische groei. sȩ Integratie: De initiatieven om een bredere integratie van de diamantsector te bekomen,

Routeplan 2020

Stuwmotoren

75


QUOTE

‘Antwerpen is als wereldhoofdstad van diamant goed gekend. De reputatie en goede naam van de stad hebben zich ver verspreid door de hele diamant- en juwelenindustrie.’

– Jaimini Bhagwati, Indiaas ambassadeur in BelgiÍ

zullen op verschillende niveaus de link met Antwerpen en Vlaanderen aanhalen. Zo zullen ‘Antwerp Diamond Days’ worden georganiseerd, wordt een ‘Mercator’ Fonds voor studenten opgezet, zal een verbeterde communicatie en verhoogde visibiliteit (zoals aan/in het Museum Aan De Stroom, MAS) worden gerealiseerd, alsook een gestructureerde intersectorale samenwerking. sČŠ Kenniscentrum: Een ambitieus portfolio aan kennis en onderwÄłsinitiatieven zal worden samengesteld om van Antwerpen een vitaal kenniscentrum voor diamant te maken. De samenwerking met ITCCO, de uitbreiding van de DJMI (Diamond Jewellery Management Institute) activiteiten binnen Antwerp Management School, een provisie voor onderwÄłsseminaries, de promotie van het WTOCD (WetenschappelÄłk en Technisch Onderzoekscentrum voor Diamant) onderzoekscentrum en de lancering van het IDDC (International Diamond Data Centre) zullen allemaal bÄłdragen tot een sterke nadruk op kennis en competentieontwikkeling in de Antwerpse diamantsector. sČŠ Kmo’s: Meer dan 1.000 kleine en middelgrote bedrÄłven zÄłn actief in de diamantsector, samen

76

zÄłn ze verantwoordelÄłk voor de meerderheid van Antwerpse diamantbedrÄłven. Ze spelen een belangrÄłke rol in de sector, door actief te zÄłn binnen erg gespecialiseerde niches of door specifieke markten te beleveren. Gezien hun belang zÄłn vele van de projecten en initiatieven binnen Project 2020 opgevat met aandacht voor hun specifieke noden. Zo zal de nieuwe ‘AWDC business advisor’ ’kmo’s ondersteunen bÄł compliance, moderniseringen, en ‘business support‘ programma’s. Maar ook andere initiatieven zoals het aantrekken van meer handel in ruwe en geslepen diamant, het ontwikkelen van nieuwe retailmarkten en diversificatie binnen bestaande retailmarkten bieden opportuniteiten voor kmo’s. sČŠ &ISCALITEIT ČŠ2ECHTČŠENČŠ6EILIGHEID Een nieuwe ‘carat tax’ zal worden geĂŻntroduceerd, net als een nieuw gerechtelÄłk concordaat en verbeterde veiligheid binnen de diamantwÄłk. Allemaal erop gericht om de langetermÄłntoekomst en aanwezigheid van de diamantsector in Antwerpen te verzekeren. Over al deze onderwerpen zÄłn gesprekken gaande met de bevoegde autoriteiten.

De projecten in Masterplan Diamant Project 2020 zijn gestructureerd aan de hand van verschillende doelstellingen en hefbomen Visie

Hefbomen

Antwerpen zal altijd het kloppende hart van de mondiale diamantgemeenschap zijn Vertrouwen en zelfvertrouwen opbouwen binnen de sector & bij externe stakeholders

Stuwmotoren

Individuele Projecten

Antwerpen uitbouwen als handelscentrum van diamant

ČŠČŠ "USINESSČŠ ČŠ#OMPLIANCEČŠ!DVISOR 2. Fusion Four ČŠČŠ &OLLOW UPČŠVANČŠHETČŠ!NTWERPČŠ$IAMONDČŠ-ASTERČŠ 0LAN 4. Aanboren van nieuwe markten voor geslepen ČŠRUWEČŠDIAMANT ČŠČŠ @$OOR /PENER STRATEGIEČŠ ČŠPROMOTIEČŠINČŠHETČŠ buitenland ČŠČŠ 6ERBETERDEČŠCOMMUNICATIEČŠMETČŠOVERHEIDČŠ ČŠ industrie ČŠČŠ #ONTACTPERSOONČŠ!7$#ČŠ ČŠDOORČŠ!7$#ČŠGELEIDEČŠ Antwerpse samenwerking binnen de sector ČŠČŠ %LEKTRONISCHČŠTRADINGPLATFORMČŠVOORČŠGESLEPENČŠ diamant ČŠČŠ !NTWERPSČŠDIAMANTPRODUCTIECENTRUMČŠ\ČŠ')0 10. Centrum voor juwelendistributie ČŠČŠ @$IAMONDSČŠ&ROMČŠ!NTWERP

Antwerpen als kenniscentrum van diamant

ČŠČŠ )NTERNATIONALČŠ$IAMONDČŠ$ATAČŠ#ENTRE ČŠČŠ +WALITEITSVOLLEČŠINFORMATIEČŠENČŠKWALITEITSVOLČŠ promotiemateriaal 3. Internationale database van de kleinhandel ČŠČŠ 74/#$ČŠ#OMMERCIÇťLEČŠFOCUSČŠ\ČŠ,INKČŠNAARČŠ Antwerpse kernactiviteiten

/PLEIDINGČŠ\ČŠ4RANSPARANTIE

ČŠČŠ 3AMENWERKINGČŠMETČŠHETČŠ)NTERNATIONALČŠ4RAININGČŠ #ENTREČŠONČŠ#ORPORATEČŠ/PPORTUNITIESČŠ )4##/ ČŠČŠ :AKELIJKEČŠ ČŠTECHNOLOGISCHEČŠSEMINARIES

Integratie in de gemeenschap | Stadservaring

1. 2. 3. 4.

Banencreatie

ČŠČŠ 'EDETAILLEERDEČŠINFORMATIEČŠBANENCREATIE ČŠČŠ !7$#ČŠONLINEČŠ2ECRUITMENTČŠ0LATFORM

Groei & innovatiekansen creĂŤren

sČŠ Transparantie: Transparantie is onmisbaar in het zakenleven vandaag. Als hub die haar positie in de toekomst wil vergroten en een leidende rol wil spelen in de wereldwÄłde diamanthandel, moet Antwerpen hierop inzetten in aanvulling van de Kimberley-voorwaarden en andere compliance gerelateerde zaken, zoals witwaspraktÄłken. Enkel op deze manier kan het engagement van de huidige interne en externe stakeholders worden verzekerd en kunnen in de toekomst ook nieuwe mÄłnen, producenten en traders worden aangetrokken. Vele Antwerpse diamantairs hebben zich al geĂŤngageerd in ethische codes en andere compliance initiatieven. Daarenboven zÄłn verschillende Antwerpse diamantbedrÄłven

Routeplan 2020

Doelstellingen

MAS Ambassadeurs van de volgende generatie Open cursussen en lezingen over diamant Het verhaal van een authentiek Antwerps ambacht 5. Esthetische verbeteringen van het Antwerpse diamantkwartier 6. Bezoekerscentrum 7. Betaalbare media-events en Antwerp $IAMONDČŠ$AYS ČŠČŠ !NTWERPSEČŠSTUDIEBEURSČŠ ČŠDIAMANTCONCOURSČŠ aan Antwerpse universiteiten ČŠČŠ @3ECUNDAIREČŠMARKTEN

77


toegetreden tot de RJC (Responsible Jewellery Council), pionier van vooraanstaand ethisch, sociaal en duurzaam gedrag. Transparantie is ook essentieel in het vormen en versterken van de interne eenheid binnen de Antwerpse diamantsector, essentieel voor het creëren en ondersteunen van het positieve momentum dat ontstaat dankzij Project 2020. sȩ #ORPORATEȩ3OCIALȩ2ESPONSABILITYȩ #32 ȩ AWDC’s CSR-inspanningen zijn recent verder versterkt door het nieuwe ‘AWDC compliance office’. Deze eenheid voorziet bedrijven van advies en ondersteuning voor alle verschillende aspecten van CSR alsook compliance en juridische vereisten. Daarbij zal AWDC nauw samenwerken met het Antwerp International Training Centre on Corporate Opportunities (Antwerp-ITCCO). Dit trainingscentrum, onder auspiciën van de Verenigde Naties, zal de VN-waarden en -doelstellingen promoten, alsook actief zijn binnen een brede waaier van CSR-activiteiten en opleidingen. Op deze manier benadrukt de Antwerpse diamantsector haar bereidheid om steeds verdere stappen te zetten naar meer transparantie en ‘corporate citizenship’ in de wereldwijde diamanthandel.

Antwerpen is eerlijk voorbeeld Wist u dat Antwerpen een voortrekker is in de strijd tegen bloeddiamant en aan de basis ligt van het Kimberley Process en de invoering van het herkomstcertificaat voor diamant? AWDC-voorzitter Nishit Parikh wil dat Antwerpen op diamantgebied hét referentiepunt is op vlak van integriteit en professionaliteit. Nergens ter wereld zijn de controles zo streng. De Antwerpse diamantsector is dan ook verheugd dat UNITAR van de Verenigde Naties Antwerpen uitkoos als uitvalsbasis voor het nieuwe International Training Center on Corporate Opportunities (ITTCO). Het centrum is gevestigd op de Grote Markt. Het ITTCO bevestigt de leidende rol van Antwerpen op het gebied van corporate social responsibility en wordt uitgebouwd als een ‘center of transparency.’

78

sȩ Jobs: Ook op vlak van jobcreatie worden belangrijke engagementen aangegaan om op die manier de beoogde groeistrategie te ondersteunen. Het veiligstellen van de Antwerpse positie in de wereldwijde diamant- en juwelenhandel is essentieel voor de toekomstige groei en welvaart binnen de sector. De ambitie hierbij is om de komende tien jaar 4.000 jobs te creëren, binnen de verschillende segmenten van de diamantsector. (Uiteraard is dit een schatting op basis van de veronderstelling - waarop niet alleen de Antwerpse diamantsector een invloed heeft dat er een algemene, positieve economische ontwikkeling is. Deze is essentieel om dit niveau van jobcreatie te realiseren.)

4. Conclusie De veranderende omgeving waarin de diamantsector actief is, vereist dat de sector ook zichzelf op een gecoördineerde manier transformeert zodat competitiviteit en groei in de toekomst kunnen worden gerealiseerd. Niet enkel de individuele projecten, maar vooral ook de synergieën tussen de verschillende projecten zullen bij succesvolle uitvoering voor een hefboomeffect zorgen waardoor groei in de Antwerpse diamantsector kan worden gecreëerd. Het doel van het Masterplan Diamant 2020 is om een coherent en gecoördineerd beleid te kunnen voeren zodat (1) de diamanthandel in Antwerpen ook in de toekomst kan floreren en (2) de sector zich beter zou integreren binnen de Antwerps/Vlaams/ Belgische context waarin het actief is. Project 2020 bevestigt dat de diamantsector de vaste intentie heeft om in Antwerpen te blijven en als een dynamische en groeiende sector wil bijdragen aan de welvaart in België.

Routeplan 2020

Stuwmotoren

79


Hoofdstuk 2

ZES! GROEIPOLEN Routeplan 2020 distilleerde uit onderzoeken, economische kerngegevens en uit de ervaring, evaluatie en het studiewerk verricht voor de ontwikkeling van Routeplan 2012 (zie het laatste hoofdstuk van dit boek: Routeplan 2012, een terugblik) zes groeipolen waar de regio Antwerpen-Waasland op moet inzetten. Naast de drie basisingrediënten (Industrie, Haven & Logistiek, Diamant) zijn dit zes recepten ‘Haute Cuisine’, met zes voorgestelde initiatieven die in de nu volgende periode tot 2020 speerpunten moeten zijn voor een succesvolle ontwikkeling van onze economische regio.

80

Routeplan 2020

Zes groeipolen

81


De Antwerpse gezondheidszorgsector is ingebed in het maatschappelÄłk en politiek weefsel. Enkele spelers in de regio bieden reeds ‘Slimme Zorg’-diensten aan waarbÄł moderne technologie wordt gebruikt voor de ontwikkeling van nieuwe zorgdiensten (bÄłvoorbeeld Fifthplay, onderdeel van de Niko-groep en ontwikkelaar van onder meer health monitoring-apparatuur) of tonen interesse deze diensten verder uit te bouwen met het oog op de bovengenoemde trends.

QUOTE

‘An investment in knowledge, always pays the best interest.’ – Benjamin Franklin, Amerikaans staatsman

° Om die reden wordt voorgesteld van Antwerpen een pilootomgeving te maken voor ‘Slimme Zorg’projecten, waarbÄł gebruik wordt gemaakt van de aanwezige troeven om tegen 2020 grote stappen vooruit te zetten rond het gebruik van moderne technologie in de zorg om de kostenstÄłging onder controle te houden, de kwaliteit van de zorg te verbeteren en de mogelÄłkheden rond thuiszorg sterk uit te breiden.

SLIMME ZORG

houden op de medische toestand van een patiĂŤnt) heeft aangescherpt. sČŠ $EČŠTOENEMENDEČŠKOSTENČŠVOORČŠONZEČŠ gezondheidszorg.

1. Context Het comfort voor patiĂŤnten kan worden verlengd en de stÄłgende kost voor zorg kan veel meer onder controle worden gebracht door innovatieve zorgvormen te introduceren die gebruikkmaken van nieuwe telemonitoringtechnologieĂŤn.

ČŠ6ISIEČŠ2OUTEPLANČŠ De regio Antwerpen-Waasland biedt verschillende troeven om de mogelÄłkheden rond ‘Slimme Zorg’ verder uit te werken:

‘Slimme Zorg’ speelt zo in op verschillende trends: sČŠ %ENČŠVERGRĂ–ZENDEČŠBEVOLKINGČŠDIEČŠMEERČŠENČŠMEERČŠ vraagt naar het behouden van zelfstandigheid (bÄłvoorbeeld thuis blÄłven wonen in plaats van naar een rust- of verzorgingstehuis gaan). sČŠ 4ECHNOLOGISCHEČŠONTWIKKELINGČŠDIEČŠ@REMOTEČŠ monitoring’-technieken (van op afstand toezicht

82

Met zÄłn 20+ zorginstellingen, 10.000+ bedden en 50.000+ werknemers in de zorg is de regio Antwerpen-Waasland een belangrÄłke ‘zorg-hub’ in Vlaanderen. Tegen 2030 zullen in Vlaanderen circa een half miljoen 65+‘ers bÄłkomen, waarvan circa 70.000 in de regio Antwerpen-Waasland (bovenop de reeds 220.000 ouderen).

Routeplan 2020

3. Voorgestelde initiatieven Een concreet pilootproject wordt uitgewerkt waarbÄł de verschillende actoren worden betrokken. ZNA, UZA en ZorgbedrÄłf Antwerpen zullen gezamenlÄłk een trekkersrol nemen voor dit pilootproject.

—

InhoudelÄłke vakgroepen voor het evalueren van mogelÄłke toepassingen/ de impact op zorgverlening.

Antwerp Management School voor de evaluatie van een business- en een operationeel model.

sČŠ 6ERZEKERAARSČŠDIEČŠDIENSTENČŠAANBIEDENČŠ voor levensverzekeringen en / of hospitalisatieverzekeringen. sČŠ 4ELECOMSPELERSČŠDIEČŠDEČŠINFRASTRUCTUURČŠKUNNENČŠ voorzien. sČŠ "OUWPROMOTORENČŠDIEČŠACTIEFČŠZĂ–NČŠINČŠHETČŠ ontwikkelen van ‘intelligente bouwprojecten’ (bÄłvoorbeeld serviceflats voor senioren uitgerust met nieuwe technologie).

Andere actoren waarmee mogelÄłk zal worden samengewerkt om dit project te realiseren zÄłn:

sČŠ 3ERVICEČŠINTEGRATORSČŠDIEČŠOPERATIONELEČŠ dienstverlening voorzien.

sČŠ 4ECHNOLOGIESPELERSČŠDIEČŠDEČŠ@TELEMEDICINE toepassingen (het gebruik van draadloze communicatietechnologie voor medische toepassingen) kunnen aanbieden.

sČŠ 6OKAČŠ(EALTHČŠ#OMMUNITYČŠVOORČŠHETČŠCO¨RDINERENČŠ van de relaties naar RIZIV, Flanders Care, enz‌

sČŠ +ENNISINSTELLINGEN — Universiteit Antwerpen: °

Na dit eerste pilootproject zal worden geĂŤvalueerd welke additionele initiatieven opportuun zÄłn om de regio Antwerpen-Waasland verder te positioneren als ‘de’ regio voor ‘Slimme Zorg.’

Huisartsengroep om de impact op de rol van de huisarts mee te evalueren.

Zes groeipolen

83


Projectie bevolkingsevolutie, aandeel 65+’ers in de bevolking t.o.v. de totale bevolking (2010-2030, index 2010 = 100)

Projectie evolutie kosten in de gezondheidszorg tot 2030 (%, bbp België)

Het aantal 65+’ers in de bevolking stijgt door de vergrijzing de komende 20 jaar substantieel sneller dan de rest van de bevolking

De kosten in de gezondheidszorg blijven de komende jaren stijgen

8,6%

+11% t.o.v. 2020 +3%

2030

8,4% 8,2%

+12% t.o.v. 2010 +6%

2020

8,0% 7,8%

2010 (basis)

7,6% 7,4% 0

20

40

60

80

100

120

140

7,2% 2007

!ANDEELȩ ȩȩȩȩȩȩȩȩ4OTALEȩBEVOLKING

2015

2020

2025

2030

Uitgaven gezondsheidszorg in %, bbp België REFERENTIESCENARIOȩ%UROPESEȩ#OMMISIE

"2/. ȩ$EMOGRAlESTUDIEȩ0ROVINCIEȩ!NTWERPEN

84

2010

BRON: RIZIV, Europese Commissie

Routeplan 2020

Zes groeipolen

85


procent minder CO2, 20 procent groene stroom en 20 procent minder energieverbruik door een hogere energie-efficiĂŤntie. Hieraan werden door Europa strenge doelstellingen gekoppeld voor nieuwbouw, die door de Vlaamse overheid zÄłn vertaald naar steeds strengere E-peil vereisten. Het E-peil is een maat voor de energieprestatie van een woning en de vaste installaties ervan in standaardomstandigheden. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger de woning is. Het E-peil hangt af van: de compactheid, de thermische isolatie, de luchtdichtheid, de ventilatie, de verwarmingsinstallatie en het systeem voor warmwatervoorziening, de oriĂŤntatie en bezonning, de koelinstallatie en de verlichtingsinstallatie (enkel bÄł kantoren en scholen).

DUURZAAM BOUWEN 1. Context Aan de basis van groene architectuur ligt het groeiende belang van duurzaamheid. Het vrijwaren van de planeet voor onze toekomstige generaties staat nu meer dan ooit op de agenda. Vandaag zijn gebouwen verantwoordelijk voor 40 procent van onze totale energiebehoeften, stoten ze een derde van alle broeikasgassen uit en meer dan 50 procent van alle ontgonnen aardse materialen (ijzer, koper, lood, ‌) verdwijnt in gebouwen. Deze duurzaamheid kan worden bereikt op verschillende manieren. Een eerste manier is het gebruiken van duurzame materialen bij het optrekken en inrichten van gebouwen. Een tweede bestaat erin om het energieverbruik van gebouwen

86

te minimaliseren. En naast deze twee kernthema’s zijn nog andere aspecten waarmee rekening gehouden moet worden: milieubescherming, het voorkomen van water-, bodem- en luchtverontreiniging, respect voor de biodiversiteit, beheer en recyclage van afvalstoffen, behoud van de natuurlijke rijkdommen en het verminderen van lawaaihinder. Al deze aspecten dragen bij tot het verkleinen van de milieu-impact van gebouwen. Om deze duurzame verbeteringen te realiseren is het van groot belang dat voortdurend wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van duurzame bouwmaterialen en technologieÍn, in duurzame energieproductie en een hogere energie-efficiÍntie. Naast het optrekken van duurzame gebouwen is het ook essentieel dat het bestaande gebouwenbestand wordt vernieuwd. Enkel hierdoor kan snel genoeg een omschakeling worden gerealiseerd. Europa legt bovendien steeds strengere regels op in het kader van haar 20/20/20-doelstellingen van 20

Routeplan 2020

Verdere doelstellingen dan 2014 naar 2020 toe moeten nog worden geconcretiseerd door de Vlaamse regering, maar nu al staat vast dat de regelgeving nog verder zal worden aangescherpt, zoals de figuur (p.89) ook aangeeft. Deze noodzakelÄłke investeringen kunnen echter voor veel extra jobs zorgen. Zo stelt gewezen Amerikaans president Bill Clinton in zÄłn boek ‘Back to Work’ dat elk miljard dollar dat wordt geĂŻnvesteerd in de retrofit van grote gebouwen tot 7.000 jobs oplevert, en voor woningen gaat het zelfs om 8.000 jobs per geĂŻnvesteerd miljard dollar.

ČŠ6ISIEČŠ2OUTEPLANČŠ Antwerpen heeft zich kandidaat gesteld om de European Green Capital te worden in 2014. Zoals hierboven aangegeven zÄłn er veel opportuniteiten voor het verbeteren van de duurzaamheid van (openbare) gebouwen. Antwerpen kan zich positioneren als de toonaangevende regio op het vlak van groen leven en bouwen door verder in te zetten op groene architectuur en het realiseren

Zes groeipolen

QUOTE

‘De overheid moet investeren in energiezuinigheid. Tal van scholen en overheidsgebouwen hebben daar nood aan.’ – Christ’l Joris, voorzitster Etap Lighting

van duurzame bouwprojecten. Op die manier kan de nodige kennis worden opgebouwd zowel technologisch, juridisch als financieel. Met de ontwikkeling van Antwerpen Noord, Nieuw Zuid en Blue Gate Antwerp heeft Antwerpen verschillende projecten die groene architectuur extra in de verf kunnen zetten. Om al die veranderingen in de richting van groene architectuur te realiseren, is het van groot belang dat ook alle opleidingen in de bouw en architectuur in deze richting worden geheroriĂŤnteerd.

3. Voorgestelde initiatieven sȊ SchoolVentCool: Een concreet project rond de renovatie van schoolgebouwen wordt naar voren geschoven om mee te starten. SchoolVentCool verwijst naar ventilatie en koeling, twee zwakke punten in dit soort gebouwen. Een groot deel van de schoolgebouwen in Vlaanderen is dringend aan renovatie toe, heeft een zeer lage interne luchtkwaliteit en is nauwelijks energie-efficiÍnt. Tegelijk moet Vlaanderen tegen 2020 de Europese 20/20/20-emissienormen halen. Hiervoor worden belangrijke publieke en private budgetten voorzien. De specifieke gebruikssituatie van scholen (slechts 8 uur per dag in gebruik, gesloten gedurende de zomermaanden, nood aan een kwalitatieve leeromgeving,‌ ) maken de

87


Evolutie energiewetgeving op basis van maximaal E-peil tot 2020 (2011-2020) De Vlaamse energiewetgeving voor zowel woningen als kantoren wordt steeds strenger met het oog op de Europese 20/20/20-doelstellingen

woningen

kantoren

Maximaal 100 % 0EIL

80 60 40 20 0 2011

2012

2013

2014 2015* 2016* 2017* 2017* 2017* 2020* *AARȩ"OUWAANVRAAG

"2/. ȩ6LAAMSEȩ#ONFEDERATIEȩ"OUW * Veronderstelde verdere evolutie van het maximale E-peil voor nieuwbouw en grondige renovaties o.b.v. doelstelling bijna-energieneutrale woningen en kantoren tegen 2020

88

Routeplan 2020

Zes groeipolen

89


ontwikkeling van nieuwe snelle retrofit renovatie technologie noodzakelijk zodat op enkele maanden tijd een school kan worden omgebouwd. Bij een retrofit renovatie wordt een gebouw op zeer korte termijn ontdaan van de buitenste schil en opnieuw duurzaam opgetrokken rond de resterende betonconstructie. Deze technologie is in Vlaanderen momenteel niet beschikbaar, maar kan via dit project in Vlaanderen worden geïntroduceerd. Het Antwerpse stedelijk onderwijs bestaat uit ongeveer 250 scholen, waarvan een derde een bouwjaar heeft van het einde van de 19e eeuw, een derde tijdens het interbellum is gebouwd en een derde dateert uit de periode 1960-1970. De Antwerpse gemeenteraad besliste in september 2009 dat alle scholen moeten voldoen aan de energie-efficiëntie ambities zoals bepaald voor de passiefhuisstandaard. Voorts is er de ambitie ook de luchtkwaliteit significant te verbeteren. Om het project te doen slagen zijn verschillende actoren nodig: — ‘Gebruikers’: de scholen, AG Stedelijk Onderwijs bijgestaan door de Stadsbouwmeester, AG Vespa, Passiefhuis Platform, ... —

Kennisinstellingen, bijvoorbeeld: ° Artesis Hogeschool, Departement Ontwerpwetenschappen (Architectuur en Productontwikkeling) met betrekking tot ‘energieprestatie’. °

Universiteit Antwerpen (Departement Pneumologie en Epidemiologie) met betrekking tot ‘luchtkwaliteit’.

°

Financieel: in functie van eventuele ‘sale en lease back’-operaties van schoolgebouwenpatrimonium.

De Vlaamse Confederatie Bouw.

Bij een succesvolle realisatie van dit project kan de verzamelde kennis ook ingezet worden bij de renovatie van andere (publieke) gebouwen (bijvoorbeeld rust- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen) en kantoorgebouwen. Bovendien kan de opgebouwde kennis ook in het buitenland worden geëxploiteerd.

‘Overal ter wereld proberen landen hun economie innovatiever en groener te maken. Het zal erop aankomen wie het snelst en het intelligentst is.’ QUOTE

Op 23 januari 2012 werd door de Kamer, in samenwerking met de Vlaamse Confederatie Bouw, een infosessie opgezet rond het project SchoolVentCool. Tijdens deze infosessie werden meer dan zestig bedrijven ingelicht over de opportuniteiten die het project en de te ontwikkelen technologie met zich meebrengen. Daarnaast werden ook oplossingen aangereikt over o.a. hindernissen inzake intellectuele eigendomsrechten en het vormen van consortia. De Vlaamse Confederatie Bouw heeft toen bij monde van haar algemeen directeur Marc Dillen ook duidelijk gesteld dat zij zich voor dit project in het bijzonder willen engageren.

– Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V)

Volgend op deze infosessie zal door de Stad Antwerpen een congres rond het project worden georganiseerd op 31 mei 2012. Daarna kan door de aanbestedende overheid een open call in de markt gezet worden voor de realisatie van het eerste proeftraject Onderzoek & Ontwikkeling SchoolVentCool, waarvoor groepen bedrijven zich kandidaat kunnen stellen.

Consortium van bedrijven: ° Actief in de productie van de diverse componenten van de ‘gebouwenschil’ (baksteen, glas, raamprofielen, thermische isolatie, dakconstructies, …).

90

Routeplan 2020

Zes groeipolen

91


Dat Antwerpen een bij uitstek internationale stad is, wordt geïllustreerd door het feit dat in Antwerpen zo’n 1.800 bedrijven van buitenlandse origine actief zijn, die samen werk geven aan meer dan 100.000 mensen. Niet alleen deze bedrijven, maar ook de eigen Vlaamse bedrijven zijn veelal internationaal actief. Antwerpen heeft verschillende troeven die ook de komende jaren sterk internationaal uitgespeeld kunnen worden zoals bijvoorbeeld de aanwezige chemische cluster, de haven, diamant en mode. Niet alleen op vlak van economische activiteiten biedt Antwerpen veel troeven, ook op vlak van specifieke locatiefactoren belangrijk bij een locatiebeslissing, scoort Antwerpen significant beter dan vergelijkbare steden. Deze locatiefactoren zoals de kwaliteit van het onderwijs, de levenskost, de verbondenheid met de Europese markt, en de beschikbare kantoorruimte zullen de komende jaren enkel aan belang toenemen.

ANTWERP HEADQUARTERS MET TALENT 1. Context Door Voka − Kamer van Koophandel AntwerpenWaasland werd in Routeplan 2012 het plan opgevat om Antwerpen als internationale kantorenlocatie te promoten. Dit resulteerde in de opstart van Antwerp Headquarters en ondertussen werden reeds achttien nieuwe vestigingen aangetrokken en meer dan 380 arbeidsplaatsen gecreëerd. Daarnaast zijn ook meer dan 110 leads ontwikkeld van bedrijven die op korte termijn overwegen naar Antwerpen te komen. Antwerp Headquarters heeft als missie het op de kaart zetten van Antwerpen als internationale

92

QUOTE

‘Buitenlanders zeggen dat Antwerpen een stad is met 1001 mogelijkheden. Alles wat je in Parijs en Londen kunt doen, kan je hier ook, maar dan op kleinere schaal.’ – Jan van den Nieuwenhuijzen, CEO SD Worx Beste plek voor expats Wist u dat België de beste plek ter wereld is voor expats met kinderen. Nergens ter wereld is de scholing en opvang voor jonge kinderen zo goed als in België. Dat blijkt uit een rondvraag in 2010 bij expats door de Britse bank HSBC. Antwerpen trekt volop jonge gezinnen aan en dat zorgt voor vitaliteit in de stad. De levenskwaliteit in de ‘Koekenstad’ is hoog. In de HSBC-rangschikking staat ons land op de eerste plaats, gevolgd door Spanje, Frankrijk, Hongkong, Duitsland, Canada, Australië, Nederland, China en op de tiende plaats Singapore.

zakenlocatie voor kantoorhoudende bedrijven. Het levert advies en bijstand aan bedrijven die zich willen vestigen of willen uitbreiden in de stad Antwerpen. Dit houdt twee opdrachten in, namelijk (1) het actief promoten van Antwerpen als zakenstad waarbij wordt getracht nieuwe bedrijven naar Antwerpen te halen en (2) het faciliteren van bedrijven die zich in Antwerpen willen vestigen (hulp inzake vergunningen, expatbegeleiding, toegang tot businessnetwerken, enz… ). Bij de investeringspromotie worden vier strategische topkantorenlocaties in de markt gezet, namelijk Antwerp West Park, Antwerp Berchem, Antwerp Docklands en Antwerp Diamond District. En in maart 2011 is beslist om hier twee locaties aan toe te voegen zodra deze zones bouwrijp zijn. Het gaat hier over Blue Gate Antwerp en Nieuw Zuid.

Routeplan 2020

Zes groeipolen

93


Ȋ6ISIEȊ2OUTEPLANȊ Routeplan 2020 kiest voor de continuïteit van de gekozen strategie. Deze strategie wordt verder uitgewerkt rekening houdend met de veranderende omstandigheden. Meer bepaald moet worden ingezet op het selectief benaderen van bedrijven/ sectoren en regio’s door Antwerpen steeds te positioneren in een unique selling proposition (USP). Naast het aantrekken van (regionale) hoofdkantoren is het ook belangrijk in te zetten op het aantrekken van marketing- en salesafdelingen, business serviceafdelingen en shared service centres.

3. Voorgestelde initiatieven sČŠ Focus op sectoren: Op sectoraal niveau moet de komende jaren worden ingezet op sectoren waar Antwerpen vanuit Europees perspectief een sterke specialisatiegraad kent, in het verleden reeds succesvol buitenlandse investeringen heeft binnengehaald en waar

bovendien de afgelopen jaren een positieve groei is opgetekend. Daarnaast werden sectoren gedetecteerd, waar Antwerpen een duidelijk groeipotentieel heeft. Dit resulteerde in de volgende sectoren waar de komende jaren de investeringspromotie van Antwerp Headquarters op zal worden toegespitst: — — — — — —

Landenfocus door Antwerp Headquarters Buurlanden UK

Transport & Logistics Chemicals ICT Cleantech Technology Business Process Outsourcing

sČŠ Focus op landen: VÄłftig procent van de buitenlandse investeringen in Antwerpen komt vanuit onze onmiddellÄłke buurlanden. De buurlanden blÄłven dan ook de komende jaren een belangrÄłke bron van investeringen. In vergelÄłking met andere steden (Rotterdam, Hamburg, Brussel) blÄłkt onze investeringsportfolio verhoudingsgewÄłs minder vanuit landen buiten Europa te komen. Dus minder internationaal gediversifieerd. Nochtans onderhoudt Antwerpen sinds lang zeer goede socio-economische banden met landen als China, India en de Verenigde Staten. Denken we alleen maar aan de Indische en Chinese gemeenschap in Antwerpen.

Nederland Duitsland

FrankrÄłk USA

China

(East Coast)

(ZuidelÄłk)

India

Overzee

(Mumbai + Gujarat)

In 2009 werd 10 procent van de nieuwe jobs in Europa door BRIC-bedrÄłven gecreĂŤerd, in 2005 was dit slechts 2 procent. Ook het belang van de Verenigde Staten als bron van investeringen zal de komende jaren groot blÄłven. Het spreekt dan ook voor zich dat de inspanningen naar deze landen verder geĂŻntensifieerd moeten worden door:

:_\d`ZXcj `e 8ekn\ig

—

JkXk\$f]$k_\$Xik `e]iXjkilZkli\# flkjkXe[`e^ Zfee\Zk`m`kp# gifm\e \og\ik`j\# nfic[$ZcXjj i\j\XiZ_Â&#x; 8ekn\ig _Xj Xcc k_\ k_`e^j pfl nflc[ \og\Zk f] k_\ nfic[¨j j\Zfe[ cXi^\jk Z_\d`ZXcj Zcljk\i% 9lk Xcjf X ]\n pfl nflc[e¨k% C`b\ fe\ f] k_\ _`^_\jk ZfeZ\ekiXk`fej f] YXij Xe[ i\jkXliXekj `e <lifg\ Xe[ X Yli^\fe`e^ ZlckliXc Xe[ Xik`jk`Z jZ\e\ kf dXkZ_% @e dfi\ nXpj k_Xe fe\# nfib Xe[ c`]\ ^f n\cc kf^\k_\i `e 8ekn\ig%

94

=`e[ flk _fn 8ekn\ig ZXe gifm`[\ k_\ g\i]\Zk d`o ]fi pfli Ylj`e\jj% M`j`k nnn%Xekn\ig_\X[hlXik\ij%Y\ fi ZXcc "*) * **/ )' '* kf[Xp%

Vakbeurzen te bezoeken en bedrÄłven in deze landen te prospecteren binnen de doelsectoren.

Routeplan 2020

BRON: Antwerp Headquarters

Zes groeipolen

95


Ambassades te contacteren om in deze landen nauwe contacten te leggen om Antwerpen als potentiële locatie voor te stellen en gezamenlijke acties te ondernemen. Specifiek wordt ingezet op deze regio’s (buiten onze buurlanden): ° Gujarat / Mumbai (India) ° GuangDong Province / Hongkong (China)

sȩ Investeringspromotie en partnerschappen consolideren: Het publiek-private karakter van Antwerp Headquarters is een bewezen goed model. De samenwerking tussen Stad Antwerpen en de private bedrijven via de Kamer, zorgt voor een unieke dynamiek. Doordat beide partijen zich blijvend engageren en investeren om zich als backoffice te organiseren, kan de

Horasis met netwerkevenement over India Wist u dat Horasis een onafhankelijke internationale organisatie is die zakenmensen en politieke leiders met elkaar in contact brengt om de trends in de wereldeconomie te bespreken? Je kan de werking van Horasis vergelijken met het Wereld Economisch Forum (WEF). Horasis organiseert jaarlijks een algemene meeting waarbij zakenleiders en beleidsmakers uit zowel opkomende als ontwikkelde economieën uitgenodigd worden om de trends en de uitdagingen in de wereldeconomie te bespreken. Horasis creëert zo een platform waarop antwoorden worden geformuleerd op de belangrijkste uitdagingen voor bedrijven. Daarnaast organiseert Horasis ook specifieke bijeenkomsten die focussen op een bepaald(e) land of regio. Het gaat om Rusland, India, China en de Arabische landen. Jaarlijks is er een meeting waarop bedrijfsleiders samen met academici en beleidsmakers uitgenodigd worden om te discussiëren over de actuele globale uitdagingen van het land dat centraal staat. Op 24 en 25 juni 2012 vindt de India-editie van de Horasis-conferentie plaats in Antwerpen. Het is een uniek netwerkevenement om Antwerpen en Vlaanderen op de kaart te zetten als investeringslocatie voor Indiase bedrijven.

96

‘Het merk Antwerpen is een fantastisch merk. Antwerpen is voor ons dé belangrijkste haven. De diamantindustrie is gekend bij onze diamantsector en onze juweliers, net zoals de Antwerpse mode en jullie belangrijke petrochemische industrie. Antwerpen heeft een positief imago.’ QUOTE

° Oostkust Verenigde Staten (New York - VS)

frontoffice snel en wendbaar inspelen op elke opportuniteit. Deze samenwerking en structuur worden verder uitgebouwd. De manier waarop AHQ buitenlandse investeringen aantrekt, is reeds twee keer bekroond met de Financial Times-award voor FDI-Strategy (Foreign Direct Investment).

– Howard W. Gutman, Amerikaans ambassadeur

Het fDi Magazine, het tijdschrift van de internationale zakenkrant Financial Times, gaf Antwerpen in 2010 én 2012 de award voor ‘Best Small City for FDI-Strategy.’ De opgebouwde netwerken en partnerships met verschillende organisaties en bedrijven worden verder inhoudelijk uitgediept en gestructureerd om op die manier een hefboom te kunnen creëren richting internationale investeringspromotie. Belangrijke strategische partners zijn hierbij de Antwerpse haven en Flanders Investment and Trade (FIT).

Routeplan 2020

Zes groeipolen

97


Daarnaast bevindt Antwerpen zich op vlak van retail in een unieke positie. Verschillende voor BelgiÍ exclusieve merkwinkels (Paul Smith, Dries Van Noten, Ann Demeulemeester,‌ ) gecombineerd met bijzondere lokale conceptstores (RA, YOUR, Verso, Renaissance, Graanmarkt 13, ‌) maken van Antwerpen de (Vlaamse) shoppingstad bij uitstek. Daarenboven is het duidelijk dat behalve voor de winkels zelf, deze high-end shoppers ook voor extra inkomsten zorgen in de Antwerpse horeca en de aantrekkelijkheid van Antwerpen als stad in het algemeen vergroten.

VEELZIJDIG CONGRESTOERISME EN SHOPPING 1. Context Citymarketing als geheel moet worden bekeken vanuit drie invalshoeken: bewoners, bezoekers en bedrÄłven. Op het vlak van de bewoners is veel werk verricht gedurende de voorbÄłgaande jaren. Voorbeelden zÄłn de succesvolle ‘A’-campagnes die erin slaagden de fierheid van de Antwerpenaar omtrent ’t Stad terug te verbeteren na een dieptepunt te hebben bereikt midden jaren ’90.

98

Naar bezoekers toe kunnen eveneens een aantal belangrÄłke verwezenlÄłkingen worden opgelÄłst. Zo was er het Rubensjaar in 2004, de opening van de Stadsfeestzaal in 2007, de voltooiing van de werken aan Antwerpen Centraal in 2009 (volgens Newsweek het op drie na mooiste station ter wereld), de opening van het MAS in 2011 (recentelÄłk in de top 15 van de mooiste musea ter wereld).

De vernieuwde HST-verbinding en de binnenkort beschikbare Diabolo-treinverbinding naar de internationale luchthaven van Zaventem zorgen voor een sterk verbeterde bereikbaarheid van de Scheldestad voor internationale toeristen die op zoek zÄłn naar een alternatief voor Londen of ParÄłs. HierbÄł kan bÄłvoorbeeld ook worden gekeken naar RÄłsel dat door de komst van een HST-lÄłn en flankerend beleid vanuit de stad, zich de laatste vÄłf jaar sterk heeft ontwikkeld.

of colours.’

‘Antwerp is a festival

– U2-frontman Bono

ČŠ6ISIEČŠ2OUTEPLANČŠ Op vlak van bezoekers en bedrÄłven wordt voorgesteld om naar 2020 toe Antwerpen internationaal op de kaart te zetten als bestemming voor city breaks, MICE-toerisme en shopping. MICE is de afkorting voor Meetings, Incentives, Congressen en Events en de verzamelnaam voor professioneel toerisme. Om dit te realiseren moet verder worden gebouwd op Antwerpse troeven als creativiteit, mode, cultuur en het kunsthistorisch patrimonium. En is het van belang dat dit toerisme de algemene economische activiteit in de regio verder ondersteunt.

Hele wereld kent Centraal Station Wist u dat een filmpje op YouTube Antwerpen wereldwÄłd onbetaalbare reclame opleverde? Het gaat om de VTM-commercial met The Sound of Music voor het televisieprogramma ‘Op zoek naar Maria’, waarbÄł je mensen ‘spontaan’ een dansje ziet maken in de hal van het Antwerpse Centraal Station. Iedereen die in Antwerpen de trein neemt, is onder de indruk van het majestueuze neo-classisistische Centraal Station, met daarnaast de Zoo, het Diamantmuseum en de Elisabethzaal, dat in de in de toekomst een groot congrescentrum wordt. Het treingebouw is volgens het Amerikaanse magazine Newsweek het vierde mooiste station ter wereld. De snelle HST-treinverbindingen naar Amsterdam, Brussel en ParÄłs zÄłn een grote troef en geeft de zakenreiziger overal in Europa aansluiting. Het Diabolo-project met in de toekomst een directe treinverbinding naar de nationale luchthaven van Zaventem en diverse andere mobiliteitsmaatregelen zorgen ervoor dat Antwerpen makkelÄłker bereikbaar is dan ooit.

Naar bedrÄłven toe was er de oprichting van Antwerp Headquarters in 2008 en de beslissing de Elisabethzaal uit te bouwen tot congrescentrum. Dit beleid kende succes, vooral op het vlak van toerisme. In de categorie vakantie steeg het aantal overnachtingen in Antwerpen in de periode 20062010 sterker dan in de kunststeden (Brugge, Brussel, Gent, Leuven en Mechelen). Inzake bedrÄłfsovernachtingen was er echter een lichte daling sinds 2006 (zie grafiek p. 101).

Routeplan 2020

QUOTE

Zes groeipolen

99


Aantal vrijetijdsovernachtingen (in 1000-tallen)

Aantal bedrijfsovernachtingen (in 1000-tallen)

Het aantal vrijetijdsovernachtingen in Antwerpen is sinds 2006 sterker gestegen dan in de andere kunststeden

Het aantal bedrijfsovernachtingen is echter de laatste jaren gedaald, ook tegenover de andere kunststeden

20.000 16.691

16.938

17.078

17.065

10.000

17.632

15.000 5.849 10.000

5.000

5.000 4.791

5.085

661

704

5.218

747

5.386

6.125

3.844

6.214

4.043

5.613

4.287

6.114

3.820

4.126

5.781

760

757

854

0

815

833

705

713

0 2006

CAGR* (2006-2010)

2007

2008

2009

2010

+1,1%

+3,8%

+5,3%

Vlaanderen

kunststeden

Antwerpen

CAGR* (2006-2010)

"2/. ȩ4OERISMEȩ6LAANDEREN *CAGR: gewogen gemiddelde jaarlijkse groei

100

2006

2007

2008

2009

2010

+0,9%

+1,4%

-1,2%

Vlaanderen

kunststeden

Antwerpen

"2/. ȩ4OERISMEȩ6LAANDEREN *CAGR: gewogen gemiddelde jaarlijkse groei

Routeplan 2020

Zes groeipolen

101


‘Wat goed is voor de kunst, is goed voor de stad en goed voor de zaken.’ QUOTE

– Wouter De Ploey, voorzitter MuHKA en director bij McKinsey & Company

3. Voorgestelde initiatieven sȩ Samenwerkingsstructuur en communicatie: Het opzetten van een publiek-private samenwerkingsstructuur met een breed draagvlak. Doel is te komen tot een geïntegreerd beleid naar bezoekers en bedrijven toe. Dit uit zich onder meer in: — een geïntegreerde evenementenkalender voor: ° ° —

het bepalen van periodieke thema’s het actief aantrekken van MICE gerelateerd toerisme

een geïntegreerde internationale marketingstrategie / communicatie (aanwezigheid in buitenlandse media, op internationale beurzen, enz…)

102

Het idee van een pps komt uit een internationale benchmark van de Universiteit van Rotterdam. Drie van de vier onderzochte steden in dit onderzoek (in casu Barcelona, Birmingham en Göteborg) gebruikten eveneens op succesvolle wijze een structuur die een samenwerking betreft tussen de stedelijke overheid en de privésector.

‘Making money is art, and working is art and good business is the best art.’ QUOTE

– Andy Warhol, Amerikaans pop art kunstenaar

sȩ City tax: De financiering van de bovengenoemde pps zou onder andere kunnen komen uit de city tax. Momenteel wordt deze taks niet afzonderlijk aangerekend aan toeristen in de Antwerpse hotels, maar als kost betaald door de hotels. Het voorstel zou dan ook zijn om de city tax afzonderlijk via de hotelfactuur te innen bij bezoekers en bedrijven die naar Antwerpen komen en die middelen ter beschikking te stellen van de pps om de Scheldestad bij bezoekers en bedrijven te promoten.

Routeplan 2020

Zes groeipolen

103


sȩ Een optimale bereikbaarheid van de stad bevorderen: om zo internationale toeristen aan te trekken —

Een regelmatige Diabolo-treinverbinding: Door de Diabolo-verbinding wordt de reistijd Zaventem-Antwerpen herleid tot 27 minuten (versus 20 minuten voor het traject Zaventem – Brussel Centraal). Om de impact hiervan te maximaliseren is het noodzakelijk dat de frequentie van het aantal treinen hoog genoeg ligt. Het ijveren voor een regelmatige (drie treinen per uur) én stipte verbinding met Brussels Airport is dan ook van essentieel belang voor Antwerpen. Op die manier kunnen bezoekers of bedrijven waarvoor Brussel nu nog de evidente bestemming is, worden uitgenodigd om iets langer op de trein te zitten en de Scheldestad te ontdekken. LEM/LOM luchthaven Antwerpen: De luchthaven is eigendom van de Vlaamse overheid, maar die geeft de exploitatie uit handen. De overheid voorziet voor de uitbouw van onze regionale luchthaven in de oprichting van een LEM-LOM

Op 20 minuten de lucht in Wist u dat Antwerpen een goede internationale bereikbaarheid dankt aan de zakenluchthaven van Antwerpen? De regionale luchthaven is bekend om het twintigminutenconcept. Je kan inchecken tot twintig minuten voor het vertrek van een vlucht. Bij aankomst kan je het luchthavengebouw al zo’n tien minuten na de landing verlaten. Door de kleinschaligheid winnen alle reizigers kostbare tijd. Voorts is er voor de passagiers een gratis parking en heeft de vlieghaven een goede verbinding naar de autosnelwegen. Privéluchtvaartmaatschappijen zorgen ervoor dat je op elke bestemming in Europa kan vliegen. De luchthaven van Antwerpen is er niet voor het massatoerisme en de low cost chartermaatschappijen, maar is een flexibel ingestelde regionale zakenluchthaven die snel en efficiënt bereikbaar is. Voor de particulier is dit een familiale luchthaven, met een soepel karakter.

104

beheersstructuur. Een Luchthaven Ontwikkelingsmaatschappij (LOM) in publieke handen en een Luchthaven Exploitatiemaatschappij (LEM) in private handen. De realisatie van de afgesproken LEM/LOM constructie voor de luchthaven in Deurne moet ervoor zorgen dat zakentoeristen snel en eenvoudig de weg naar Antwerpen kunnen vinden vanuit onder meer Londen, Manchester, … sȩ Shopping: In het kader van de ontwikkeling van high-end shopping in Antwerpen worden verschillende initiatieven voorgesteld. Deze initiatieven moeten genomen worden in samenwerking met de bestaande organisaties en actoren actief binnen de Antwerpse shoppinggemeenschap: —

De lancering van een gebruiksvriendelijke en interactieve website rond shopping in Antwerpen waarbij het beleven van Antwerpen centraal staat. Het uitgeven van een kwaliteitsvol shoppingmagazine.

De ontwikkeling van een city guide i.s.m. Gault Millau, met daarin het beste wat Antwerpen te bieden heeft op vlak van lifestyle, cultuur, geschiedenis, gastronomie en wijn.

Promotieacties in binnen- en buitenland.

Shoppingevents.

De ontwikkeling van een speerpunt rond e-commerce in het kader van innovatieve retail.

Een charter voor kwaliteitsvolle shopping waarbij ook wordt ingezet op innovatieve retail in de stad.

Routeplan 2020

Zes groeipolen

105


enzovoort, om daarna een doelgericht actieplan op te stellen om de ontbrekende diensten aan te trekken naar Antwerpen. Antwerpen moet niet alleen haar expertise versterken en uitbreiden – ‘Antwerp Maritime City’ – maar moet deze ook uitdragen. Binnen de Antwerpse havengemeenschap is al een breed spectrum aan kennis en expertise aanwezig. Daarnaast is ook vergevorderde expertise aanwezig op het vlak van water en afval gerelateerde activiteiten, die de ontwikkeling van een haven ondersteunen.

WATERGEBONDEN EXPERTISE 1. Context Als een van de belangrÄłkste havens in West-Europa is binnen de Antwerpse havengemeenschap een breed spectrum aan kennis en expertise aanwezig. Deze expertise omvat typische havenactiviteiten zoals het beheer en design van de haven, nautische kennis, toegepaste ingenieurskunde, lossen en laden van container-, breakbulk- en bulkschepen, maar ook de actuele organisatie van logistiek. Daarnaast is ook vergevorderde expertise aanwezig op het vlak van water en afval gerelateerde activiteiten, en alles wat de ontwikkeling van een haven kan ondersteunen.

106

ČŠ6ISIEČŠ2OUTEPLANČŠ Antwerpen moet zichzelf ontwikkelen als ‘Maritieme Stadsstaat.’ Antwerpen is toonaangevend als overslag-, logistiek- en industrieel centrum en beschikt ter zake over zowel de juiste hardware als software. In vergelÄłking met steden zoals Londen of Hamburg scoort Antwerpen echter onvoldoende op het vlak van ‘dienstverlenende activiteiten’ zoals maritieme chartering, brokerage, verzekeringen, maritieme investeringsfondsen, rechtspraak enz... Als wereldhaven moet Antwerpen de ambitie hebben om als ‘Maritime City’ zÄłn voet te zetten naast Londen of Hamburg. In een eerste fase moet gebenchmarkt worden hoe Antwerpen zich momenteel verhoudt tot deze steden op het vlak van – onder andere – dienstverlenende en ondersteunende activiteiten zoals verzekeringen, maritieme rechtspraak en arbitrage, chartering

Routeplan 2020

De ambitie moet zÄłn om die kennis en expertise binnen de haven te exporteren over de hele wereld als een potentieel nieuw ‘product’ dat kan gecommercialiseerd worden. Hiervoor moet de beschikbare kennis (verdeeld over het GemeentelÄłk HavenbedrÄłf, een aantal privĂŠbedrÄłven en kennisinstellingen zoals de Universiteit Antwerpen en Antwerp Management School) gebundeld worden. Op die manier kan een gecoĂśrdineerd pakket van producten en diensten aangeboden worden aan geĂŻnteresseerden in het buitenland. Om dit plan te operationaliseren kan eventueel verder gebouwd worden op het platform en de eerste ervaringen van Port of Antwerp International (PAI).

3. Voorgestelde initiatieven sČŠ Een stappenplan voor de ontwikkeling van ‘Antwerp Maritime City’: —

—

Uitwerken van een overzicht van vraag en aanbod aan diensten en gespecialiseerde spelers inzake maritieme acitiviteiten in de brede zin. Gevolgd door het identificeren van ontbrekende of minder competitieve functionele kennis (bv. verzekeringen)

Zes groeipolen

QUOTE

‘Umicore ligt in het gebied Antwerpen-Zuid en je ziet hoe de stad dit deel aan het ontwikkelen is. We hebben hier nog enorm veel potentieel. Een groot voordeel is onder meer dat je pal naast de Schelde ligt, ideaal voor het transport van goederen en producten via het water zodat je minder vrachtwagens de baan moet opsturen.’ – Hugo Morel, Executive Vice-President Umicore

om op die manier Antwerpen verder op de kaart te zetten als maritieme stad. Benchmarking met Londen en Hamburg is hiervoor opportuun. sȊ Een stappenplan voor de export van de Antwerpse expertise: — — —

In kaart brengen van de verschillende specialisaties en actoren in de regio voor de verschillende expertisegebieden. Onderzoeken van opportuniteiten voor het gezamenlÄłk vermarkten van de diensten van de actoren tot een exporteerbaar product. Brede selectie maken van kanalen om diensten gezamenlÄłk te vermarkten (bv. APEC, Port of Antwerp International).

De begeleiding van deze verschillende initiatieven zal gebeuren vanuit de Antwerpse havengemeenschap.

107


maar ook de transportkosten kunnen op die manier dalen (hogere laadpercentage, langere leveringsvensters, een snellere levering door lagere congestie, … ). Bovendien bieden de centrale transporthubs, die ook als overslagplaats kunnen worden gebruikt, voordelen. Zo kan een grotere schaal worden gerealiseerd, ontstaat specialisatie in bepaalde nieuwe activiteiten en kunnen extra diensten worden geleverd, die op hun beurt voor extra toegevoegde waarde zorgen. Onder meer de ontwikkeling van ondersteunende ICT is mogelijk een activiteit met een aanzienlijke toegevoegde waarde, een systeem dat daarenboven eenvoudig exporteerbaar is. Zo kunnen bijvoorbeeld Intelligent Transportation Systems (ITS) zorgen voor een optimale inzet van de beschikbare trucks, uren, plaatsen, opslagruimtes, distributiecentra,… in de

INTELLIGENTE STADSLOGISTIEK 1. Context De ontstaansreden voor stadslogistiek ligt bij de functionele specialisatie van steden, de globale verdeling van productie, de groeiende dienstensector en de algemene stijging van het welvaartspeil. Deze dragen allen bij tot een groeiende vraag naar transport en logistiek in steden, een hogere leveringsfrequentie en grotere hoeveelheden goederen die door een verstedelijkt gebied worden getransporteerd. Vandaag is een vierde van alle verkeer in een stad goederentransport. Aldus zorgt deze logistiek voor een grote druk op het stedelijk weefsel en het milieu

108

QUOTE

‘Today's leading realworld retailer, Wal-Mart, uses software to power its logistics and distribution capabilities, which it has used to crush its competition.’ – Marc Andreessen, bedenker van de eerste populaire webbrowser (Mosaic) en co-oprichter van Netscape

stad en dit door de ontwikkeling van een open ICTplatform waarop alle nodige informatie beschikbaar wordt gemaakt. Dit platform kan bijvoorbeeld ook worden gekoppeld aan intelligente (digitale) verkeersborden en camera’s zodat alle informatie in realtime beschikbaar is.

(geluidsoverlast, files, parkeerproblemen, … ). En zorgt goederentransport voor een zeer aanzienlijk deel van de milieuvervuiling in een stad. Stadslogistiek beoogt logistieke en transportactiviteiten in een stedelijke omgeving te optimaliseren door leveringen te bundelen in centrale overslagplaatsen buiten de stad en een geoptimaliseerde route te bepalen stad in- en uitwaarts. Het concept dekt een brede waaier aan initiatieven gaande van het afbakenen van parkeerplaatsen, vaststellen van uren voor laden en lossen, het al dan niet toelaten van bepaalde soorten trucks, tot het opzetten van transporthubs buiten de stadskern, om van daaruit de stad vanuit een beperkt aantal centrale punten en op een milieuvriendelijke manier te kunnen bevoorraden. Door de centralisatie en een stroomlijning van de stedelijke logistiek kunnen grote voordelen gerealiseerd worden op vlak van stedelijke leefbaarheid (congestie, overlast, milieu, …),

Routeplan 2020

Zes groeipolen

109


ČŠ6ISIEČŠ2OUTEPLANČŠ Uit de survey en discussies blÄłkt dat er een goed momentum is ontstaan in de regio AntwerpenWaasland om versneld werk te maken van het mobiliteitsprobleem, waarbÄł stadslogistiek een gedeeltelÄłk antwoord kan bieden. DaarbÄł kan Antwerpen bogen op zeven grote verkeersassen die de grootstad ontsluiten, waarbÄł een beperkt aantal kleinere opslagplaatsen kunnen worden gebouwd om de stad te ontlasten. De toegevoegde waarde en tewerkstelling van dergelÄłk groot project kan significant zÄłn, alsook de voordelen op het vlak van leefbaarheid en milieu. Bovendien beoogt het stadsontwikkelingsproject Blue Gate Antwerp ook een gedeelte slimme logistiek wat wÄłst op politieke interesse, essentieel voor het uitbouwen van dit beleid. De visie die de regio hier voorop moet stellen kan als volgt samengevat worden: ‘Tegen 2020 willen we in de regio een beperkt aantal hubs buiten het stadscentrum, die daardoor perfect ontsloten wordt met leveringen die zowel sneller en meer betrouwbaar zÄłn, als efficiĂŤnter, goedkoper ĂŠn met een betere service. Deze expertise kan verder vermarkt worden en moet leiden tot een meer leefbare stad.’

3. Voorgestelde initiatieven sȊ Stappenplan ter voorbereiding van een proefproject: —

Het verdiepen van de visie rond city logistics: het betrekken van de universiteit, de lokale en regionale overheden, POM Antwerpen, het Vlaams Instituut voor de Logistiek, en een internationale benchmarking en het betrekken van bedrÄłven om een

110

QUOTE

‘Delhi was echt een shock. Zoveel mensen, en oh, het verkeer?!’ – Tina Turner, zangeres

specifieker model uit te werken en cijfers rond de verschillende goederenstromen te verzamelen (inclusief een investeringsmodel, eigendomsstructuur en verdienmodel). —

Het uitwerken van een operationeel en financieel model.

—

Het engageren van stedelÄłke en andere (overheids)actoren.

—

Een breder draagvlak creĂŤren bÄł de bedrÄłven (transporteurs, retailers, leveranciers) op basis van het verfijnde concept en de business case.

—

Onderzoek naar de mogelÄłkheid van een overkoepelend plan voor logistiek in Antwerpen. Het is essentieel dat zowel verschillende soorten bedrÄłven (waardeketenbenadering), als alle betrokken overheden worden samengebracht om samen tot ĂŠĂŠn visie te komen. Een overkoepelend plan voor logistiek in Antwerpen vormt een noodzakelÄłke basis voor slimme stadslogistiek, en kan men integreren in het Masterplan Mobiliteit Antwerpen 2020.

BelangrÄłk hierbÄł is te onderstrepen dat een engagement van de stedelÄłke overheid onontbeerlÄłk is voor een succesvolle ontwikkeling van stadslogistiek in Antwerpen.

Routeplan 2020

Zes groeipolen

111


Hoofdstuk 3

ONZE SUCCESFACTOREN Een sterrenchef heeft professioneel materiaal en een goed uitgeruste keuken nodig. De omgeving waarin wordt gekookt zal het eindresultaat en de kwaliteit van het gerecht bepalen. De hoger opgesomde stuwmotoren en groeipolen kunnen niet verder worden ontwikkeld zonder een goede omkadering. Het bourgondische Vlaanderen heeft historisch goede omgevingsfactoren die alt캐d al hebben gezorgd voor welvaart. Het is de uitdaging om deze factoren permanent te evalueren en erover te waken dat deze troeven optimaal worden uitgespeeld. Voor de economische regio Antwerpen-Waasland z캐n deze vier succesfactoren: leiderschap en visie, de arbeidsmarkt, mobiliteit, en innovatie en ondernemerschap.

112

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

113


ook als facilitator van economische activiteiten. Vanzelfsprekend hopen we op voldoende ambitie vanwege het nieuwe bestuurscollege van Antwerpen. Maar dit verwachten wij ook van de andere gemeentelijke overheden, de provincies, de regionale en de nationale overheid. Niet alleen moet aandacht worden besteed aan een gecoördineerde visie tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheid, ook de verschillende bestuursniveaus van deze overheid moeten op een efficiënte manier onderling op elkaar afgestemd zijn. Enkel door de noodzakelijke gecoördineerde samenwerking tussen overheid, privésector en kennisinstellingen kan een succesvol economisch beleid worden gerealiseerd. De werking van Kennislink Antwerpen is belangrijk als nieuw netwerkplatform in onze regio. Kennislink Antwerpen is een initiatief van de Kamer en

LEIDERSCHAP EN VISIE Succesvolle en dynamische regio’s in Europa en de rest van de wereld tonen aan dat een duidelijke visie over de ontwikkeling van een regio - die ook gedeeld wordt door de overheid, het bedrijfsleven, de universiteit en kennisinstellingen - cruciaal is. Daarnaast moet ook de duidelijke wil aanwezig zijn om deze visie tot een realiteit om te zetten. Daarvoor moeten mensen uit alle geledingen van de maatschappij hun verantwoordelijkheid opnemen. Aan de hand van de evolutie tijdens de laatste jaren, kan men stellen dat zowel de visie als het leiderschap op het niveau van het bedrijfsleven sterk is gegroeid in onze economische regio. Dit uit zich onder meer in de nauwere samenwerking tussen de bedrijven uit de havensector (Alfaport)

114

en Voka − Kamer van Koophandel AntwerpenWaasland. Maar ook de samenwerking tussen het Havenbedrijf en Alfaport toont aan dat tussen de overheid en de privésector synergieën worden ontwikkeld. De lancering van het Masterplan Diamant 2020 is een ander voorbeeld waarbij visie en leiderschap vanuit het bedrijfsleven wordt getoond. Kennisinstellingen zijn eveneens een voorname factor in succesvolle regio’s. Op dit vlak kan duidelijk nog wat meer ambitie getoond worden in onze regio. De universiteit en de hogescholen kunnen zeker nog meer synergieën met het bedrijfsleven maken. Hun rol op het vlak van innovatie is immers erg belangrijk voor de toekomst van de regio. Ook het stimuleren van ondernemerschap tijdens de opleiding is cruciaal.

‘We moeten verder durven denken en vooral keuzes maken, iets wat haaks staat op ons egalitair denken. Op dit moment krijgt in ons democratisch systeem elk initiatief wel een of andere vorm van aandacht. Wij zien alles heel breed, maar we moeten op politiek gebied keuzes maken en focussen op de meest beloftevolle projecten.’ – Theo Dilissen, Gedelegeerd Bestuurder ARCADIS

van de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen. Bedoeling is het bedrijfsleven en de kennisinstellingen op een systematische manier met elkaar in contact te brengen. Om een succes te worden, is een sterk engagement nodig van alle betrokken partijen. De ontwikkeling van Blue Gate Antwerp, met daaraan gekoppeld het nieuwe FISCHinitiatief, biedt eveneens opportuniteiten voor de universiteit en de hogescholen. Precies vanuit dergelijke initiatieven kunnen belangrijke innovaties worden ontwikkeld. Op het Antwerps stedelijk niveau werd het initiatief Antwerp Headquarters opgestart. Deze hechte pps-samenwerking toont aan dat positieve resultaten mogelijk zijn, indien het nodige leiderschap wordt opgenomen. De bedoeling is om met het nieuwe college van burgemeester en schepenen ook op andere terreinen deze vormen van samenwerking te ontwikkelen.

Ten slotte is de rol van de overheid sterk bepalend. Het is belangrijk een krachtdadig en visionair beleid van de overheden te hebben, als regelgever maar

Routeplan 2020

QUOTE

Onze succesfactoren

115


Het moet hierbij duidelijk zijn dat de nadruk in Routeplan 2020 ligt op die maatregelen die kunnen worden uitgevoerd binnen de specifiek AntwerpsWase context zonder dat hiervoor ingrijpende beleidsbeslissingen dienen te worden genomen op Vlaams of federaal niveau. Antwerpen-Waasland is een van de weinige regio’s in Vlaanderen waar het aantal jongeren de komende jaren relatief zal toenemen. Zo zal het aantal 0-19 jarigen in de stad Antwerpen tegen 2020 toenemen met 20,7 procent tegenover 2010. In de regio Antwerpen betekent dit een stijging met net geen 10 procent. Hier tegenover staat evenwel een daling in de regio Waasland met ± 7 procent (bron: demografiestudies provincie Antwerpen, Studiedienst Vlaamse regering). Netto stijgt het aantal jongeren in de regio Antwerpen-Waasland, wat uitzonderlijk is voor Vlaanderen. Hierop kapitaliseren en deze jonge generatie ten volle uitspelen is dan ook essentieel.

ARBEIDSMARKT 1. Analyse In een kenniseconomie zit de creatie van toegevoegde waarde steeds meer in kennisintensieve activiteiten. In deze omgeving is kennis dé cruciale grondstof. Goed gevormde mensen leveren zo een belangrijke bijdrage tot de toegevoegde waarde (en dus productiviteit) in de regio. Enkel door in te zetten op meer praktijkgerichte opleidingen, levenslang leren en kennisontwikkeling kan een performante arbeidsmarkt worden uitgebouwd, noodzakelijk om succes te boeken als kenniseconomie. De figuur op pagina 117 illustreert welke verschillende groepen een belangrijke invloed hebben op de grootte van de werkende bevolking en de arbeidsmarkt.

116

Jongeren worden na hun studies actief op de arbeidsmarkt, (e)/(im)migranten vervoegen of verlaten de arbeidsmarkt op een bepaald moment, om verschillende redenen worden sommigen mogelijk werkloos na verloop van tijd, en aan hun pensioen verlaten ouderen de arbeidsmarkt. Het is belangrijk van bij het begin dit onderscheid te maken, want hoewel een aantal maatregelen bij verschillende groepen efficiënt en effectief zou kunnen zijn, is een verschillende invalshoek noodzakelijk. Daarenboven zijn er voor deze specifieke groepen mogelijk ook verschillende soorten maatregelen nodig voor een meer performante arbeidsmarkt. Meer in detail gaat het hierbij om: ~ participatie ~ vraag en aanbod op de arbeidsmarkt ~ flexibilisering van de arbeidsmarkt en loonkosten

Routeplan 2020

sȩ 0ARTICIPATIE —

Jongeren: Een belangrijk deel van de arbeidsmarktproblematiek in de regio betreft de té lage participatiegraad bij (voornamelijk allochtone) jongeren. Hoewel deze jongeren een significant deel uitmaken van de toekomstige welvaart van de regio. Zo blijkt ook uit een studie van het centrum voor sociologisch onderzoek van de KULeuven dat de kansen op werk significant lager zijn bij allochtone Turkse en Marokkaanse jongeren en dit omwille van hun lager opleidingsniveau. Enkel wanneer deze jongeren actief kunnen participeren op de arbeidsmarkt kan hun potentieel worden ontgonnen. Dit kan gebeuren door in te zetten op meer praktijkgericht onderwijs waarbij een leercomponent (colleges, gastlessen,

Onze succesfactoren

QUOTE

‘Je moet een evenwicht zoeken tussen arbeidsplezier en professionalisme, want de concurrentie is hard. Het is voortdurend optimaliseren en rendabiliseren.’ – Marc Reynders, Reynders Etiketten

practica,...) wordt gecombineerd met praktijkervaring onder de vorm van stages zoals ook in het Duitse systeem van duaal onderwijs. —

Ouderen: Ook belangrijk is het bereiken van een hogere participatiegraad bij ouderen in de regio Antwerpen-Waasland. Minder dan 37 procent (2010) van de ouderen (50-64) in de regio is nog actief op de arbeidsmarkt. Terwijl de Lissabon-doelstellingen voor 2010

Arbeidsmarkt, instroom en uitstroom (E)/(Im)migranten

Jongeren

Arbeidsmarkt

Inzetbare werklozen Moeilijk inzetbare werklozen Niet inzetbare werklozen

117

Ouderen


QUOTE

‘Om te slagen in het leven, moet er vooral ook hard worden gewerkt. Daarover moet je niemand iets wijsmaken!’ – Provinciegouverneur Cathy Berx

minstens 50 procent vooropstelden, is de laatste tien jaar een evolutie gerealiseerd van 25 procent naar net geen 37 procent, nog steeds ver van de beoogde Europese 50 procent. Door in te zetten op ‘levenslang leren’ kan getracht worden ouderen langer performant te laten zÄłn binnen een steeds sneller evoluerende arbeidsmarkt, alsook hen sneller aan een nieuwe baan te helpen in geval van werkloosheid. HierbÄł is het belangrÄłk dat zowel meer opleidingsmogelÄłkheden tÄłdens het werk worden aangeboden alsook meer omscholingscursussen in geval van plotse werkloosheid.

—

Werkzoekenden: Ten slotte moet ook gewerkt worden aan een betere activering van werkzoekenden. HierbÄł wordt in eerste instantie gedacht aan het creĂŤren van een groter financieel verschil tussen werken en niet werken, door bÄłvoorbeeld werkloosheidsvergoedingen in de tÄłd te beperken. Maar ook aan het voorzien van meer opleidingsmogelÄłkheden voor werkzoekenden moet worden gewerkt. Omscholingscursussen moeten werkzoekenden snel aan een nieuwe baan helpen.

De participatiegraad bij jongeren in de regio blijft erg laag

80,0 Nederland

70,0

$UITSLAND EU 27

60,0

sČŠ Vraag en aanbod op de arbeidsmarkt Daarnaast is er ook de gebrekkige afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt of structurele werkloosheid. BedrÄłven zÄłn op zoek naar profielen die nauwelÄłks op de arbeidsmarkt beschikbaar zÄłn. Dit bleek ook uit de cÄłfers van de door de Kamer en Alfaport uitgevoerde enquĂŞte over de openstaande vacatures in de industrie en logistiek in de regio, die de komende twee jaar oplopen tot meer dan 4.000 jobaanbiedingen. BelangrÄłk in het kader van deze resultaten is het vermelden dat we met deze enquĂŞte een responsgraad van meer dan 50 procent haalden en daarbÄł een dekkingsgraad van 50 procent van de totale werkgelegenheid in deze sectoren hebben. Deze cÄłfers zÄłn niet geĂŤxtrapoleerd en zÄłn enkel gebaseerd op harde vacatures van de deelnemende bedrÄłven. Door in te zetten op beter geĂŻnformeerde studiekeuzes bÄł jongeren, door meer praktÄłkgerichte opleidingen, door beter op de industrie afgestemde opleidingen, door meer ‘on the job’ opleidingen, door levenslang

118

Evolutie werkzaamheid 15-24 jarigen (%, 2000-2010)

Routeplan 2020

Waasland*

50,0

Frankrijk Vlaanderen

40,0

Antwerpen*

30,0

BelgiĂŤ

20,0 2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

"2/. ČŠ/%#$ ČŠ&/$ČŠ%CONOMIEČŠ

0ROVINCIALEČŠCIJFERSČŠ !NTWERPENČŠENČŠ/OST 6LAANDEREN ČŠALSČŠPROXYČŠVOORČŠDEČŠREGIO SČŠ!NTWERPENČŠENČŠ7AASLAND

Onze succesfactoren

119

2010


Het Duits systeem van duaal onderwijs Bij- en nascholing (algemene en beroepsgerichte bij- en nascholing, verzorgd door tal van verschillende instanties) > Universiteiten ȩȩ4HEOLOGISCHEȩ Hochschulen ȩȩ0ƊDAGOGISCHEȩ Hochschulen > Kunsthochschulen > Gesamthochschulen

> Fachhochschulen > Gesamthochschulen ȩ6ERWALTUNGSFACHhochschulen Fachoberschulen

4USSENTIJDSȩWERKZAAMȩ in een beroep

"ERUFS FACH schulen

Realschulen

"ERUFSGRUND bildungsjahr Hauptschulen

/RIǻNTATIEFASEȩ AFHANKELIJKȩVANȩBESTAANDEȩSCHOOLTYPE Basisscholen

Kleuterscholen

120

$UAALȩSTELSELȩ BEDRIJFSOPLEIDINGȩ ENȩBERUFSSCHULE

23 22 21 20 19

Tertiair niveau

18 17

Secundair niveau II

Werking duaal onderwijs >

Scholen werken nauw samen met leerbedrijven die stageplaatsen aanbieden.

>

Keuze uit 350 verschillende opleidingen.

>

Duaal traject duurt tussen 2 en 3,5 jaar waarin afwisselend theorieles (1 à 2 dagen per week) wordt gevolgd op school en praktijkervaring wordt opgedaan binnen een leerbedrijf (3 à 4 dagen per week).

>

Werkgevers betalen praktijkgedeelte van de opleiding, de overheid het theorie/school gedeelte.

>

Na de opleiding wordt centraal een examen afgenomen door de lokale Kamers van Koophandel (IHK’s of Handwerkskammern).

16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3

Secundair niveau I

Primair niveau Elementair niveau

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

121


leren,‌ kunnen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter afgestemd worden op elkaar. Voor specifieke knelpunten op de arbeidsmarkt kan men tevens kijken naar selectieve migratie om de druk op de arbeidsmarkt te verlichten. Om aan het lokale nijpende tekort van verpleegkundig personeel tegemoet te komen, wordt bijvoorbeeld volop verplegend personeel gerekruteerd uit de voormalige Oostbloklanden, om aan dit tekort tegemoet te kunnen komen. Verder moet worden ingezet op werkzekerheid in plaats van jobzekerheid door in te zetten op levenslang leren. Op die manier kunnen werknemers snel een nieuwe betrekking vinden omdat ze door voortdurende opleidingen steeds over de juiste, door de markt gevraagde, competenties beschikken. sȊ Flexibilisering van de arbeidsmarkt en loonkosten Ten slotte moet onderstreept worden dat de rigiditeit van de arbeidsmarkten en de loonkostenproblematiek belangrijke hefbomen zijn voor het creÍren van een performante arbeidsmarkt in de regio. Initiatieven hieromtrent dienen genomen te worden op Vlaams en

Evolutie werkzaamheid 55-64 jarigen (%, 2000-2010) De participatiegraad bij ouderen stijgt maar blijft nog steeds ver onder de Lissabon-doelstelling van 50 procent

60,0 $UITSLAND

55,0

Nederland

50,0

EU 27

45,0 federaal niveau. Wel kan algemeen worden gesteld dat verdere flexibilisering noodzakelÄłk is zowel op vlak van rekrutering en ontslag als arbeidsvoorwaarden en loonvorming om op die manier de competitiviteit van de regio t.o.v. het buitenland te vrÄłwaren. En ook op vlak van loonkosten kan algemeen worden gesteld dat de automatische indexering toe is aan een modernisering en dat ook de manier van loononderhandelingen dient te worden aangepast aan de 21ste eeuw.

Frankrijk

40,0 Vlaanderen

35,0

Waasland*

30,0

BelgiĂŤ

25,0

Antwerpen*

20,0 QUOTE

‘We moeten op zoek gaan naar een mechanisme waarbij de consument zijn koopkracht kan behouden en netto evenveel overhoudt, terwijl de loonkosten voor de werkgevers niet stijgen.’ – Wouter Torfs, CEO Schoenen Torfs

122

2. Initiatieven voor specifieke

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

sectoren en uitdagingen: sČŠ Duaal onderwÄłs voor meer praktÄłk voor de industrie: Vanuit het platform Industrie bestaat de vaste wil om stages op verschillende manieren meer te integreren in het huidige onderwÄłssysteem. Om dit te realiseren zal allereerst een inventaris worden gemaakt van de beschikbare stageplaatsen binnen de Antwerpse industrie. Bovendien wordt een engagement aangegaan door de leden van het

Routeplan 2020

"2/. ČŠ/%#$ ČŠ&/$ČŠ%CONOMIEČŠ

0ROVINCIALEČŠCIJFERSČŠ !NTWERPENČŠENČŠ/OST 6LAANDEREN ČŠALSČŠPROXYČŠVOORČŠDEČŠREGIO SČŠ!NTWERPENČŠENČŠ7AASLAND

Onze succesfactoren

123

2010


‘Je mag dit de dag van vandaag niet meer zeggen, maar we bieden onze werknemers een levenslange loopbaan aan. Wij geloven in jonge mensen. Ik doe niet mee aan de negatieve sfeer rond de inzet van jongeren. Wij geven jonge mensen heel vlug verantwoordelijkheid.’ QUOTE

platform om ten allen tijden minimaal een aantal stageplaatsen aan te bieden. Dit zowel voor studenten als docenten (die zich op die manier kunnen bijscholen en kennismaken met de nieuwste technieken). sȩ Een competitieve arbeidsorganisatie in de haven: Een essentieel thema binnen de arbeidsmarkt en talentproblematiek in de haven is de organisatie van de havenarbeid. In de laatste 20 jaar vonden structurele veranderingen plaats in de markt. In de jaren ‘80 vertegenwoordigde containertrafiek amper 10 procent van het volume in Antwerpen. Vandaag is dat bijna 60 procent. Breakbulk, het meest arbeidsintensieve deel, heeft duidelijk aan belang verloren door de conversie naar containers, tragere marktgroei en marktaandeelverlies voor Antwerpen.

124

Deze veranderingen hebben een enorme impact gehad op de vraag naar havenarbeid. Door de sterke mechanisatie in de containeren breakbulksegmenten is het aantal taken nauwelijks gestegen (en uiteraard sterk afgenomen in de recente crisis). In 1993 waren nog twee derde van de taken in het breakbulksegment. Vandaag is dat nog geen 30 procent. Aanpassingen in de organisatie van havenarbeid zijn dan ook noodzakelijk om de toekomstige competitiviteit van de Antwerpse haven te vrijwaren.

– Dirk Cordeel, bouwbedrijf Cordeel

sȩ Inloopbanen om de inzetbaarheid van laagen ongeschoolden te verbeteren: Er is nood aan een systeem waarbij arbeidskrachten die bijna niet inzetbaar zijn, toch kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Door hun beperkte scholingsgraad en laag arbeidsethos is actief zijn

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

125


QUOTE

‘Werken is geen vies woord. Werken is essentieel. Het laat iemand toe zich sociaal te integreren.’ – Monica De Coninck, federaal minister van Werk (sp.a)

op de arbeidsmarkt voor deze arbeidskrachten erg moeilijk en zijn aangepaste functies noodzakelijk. Het gaat hierbij om eenvoudige uitvoerende taken binnen een bedrijf. Wat nu in vele gevallen door andere personeelsleden wordt uitgevoerd, maar op die manier ook voor een grotere stressfactor zorgt. Door deze taken te laten uitvoeren door anderen kan de werklast worden verlicht en de stress worden verminderd. Belangrijk is dat het gaat om (jonge) laag- of ongeschoolden die voor een beperkte periode binnen dit statuut actief kunnen zijn, om op

die manier terug aansluiting te vinden met de reguliere arbeidsmarkt. Dit systeem zou ook enkel beschikbaar zijn voor regio’s waar de werkloosheidsgraad boven een bepaalde drempelwaarde ligt. De werkgever verbindt er zich toe de opleiding/coaching te voorzien in ruil voor een sterk verlaagde kostprijs voor de arbeid die wordt verricht. En het is ten slotte ook van groot belang dat het niet gaat om substitutie van bestaande werkkrachten die op die manier veel goedkoper kunnen worden tewerkgesteld. Het moet gaan om nieuwe banen. Een manier om deze inloopbanen te financieren kan gevonden worden door de financiering te inspireren op het huidige IBOsysteem (Individuele Beroepsopleiding in de Onderneming). Hierbij betaalt de werkgever enkel een vaste vergoeding aan de VDAB terwijl de werknemer in het bedrijf een opleiding geniet en zijn werkloosheidsvergoeding behoudt en waarbij de vereiste opleiding van de werkgever ondermeer het bijbrengen van voldoende arbeidsethos inhoudt. sȩ 0ROFESSIONALSȩVOORȩDEȩKLAS CEO’s/ professionals/ experts voor de klas brengen als ‘ambassadeurs’ om uitleg te geven over carrièremogelijkheden bij verschillende studiekeuzes. Het platform Industrie doet dit reeds met hun activiteit ‘Industrie voor de Klas’, waarbij CEO’s en jongere werknemers samen voor de klas staan om jongeren te sensibiliseren over een job binnen de industrie en het algemeen imago van de industrie te verbeteren. Een verdere uitbreiding van dit initiatief naar alle verschillende sectoren in de economie is aangewezen.

126

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

127


In Denemarken wordt sterk ingezet op levenslang leren Doelstelling vanuit de overheid

Doelgroep

ČŠČŠ @%VERYONEČŠSHOULDČŠENGAGEČŠINČŠLIFELONGČŠLEARNING ČŠISČŠHETČŠCREDOČŠVANČŠDEČŠ$EENSEČŠOVERHEID ČŠ $EENSEČŠPROGRAMMA SČŠVOORČŠVOLWASSENČŠBEROEPSONDERWIJSČŠDIENENČŠDRIEČŠDOELEN − Bijdragen aan de instandhouding, verbetering en doorontwikkeling van de BEROEPSVAARDIGHEDENČŠENČŠCOMPETENTIESČŠVANČŠDEČŠDEELNEMERS ČŠAFGESTEMDČŠOPČŠDEČŠ BEHOEFTENČŠVANUITČŠDEČŠARBEIDSMARKT − Bijdragen aan het oplossen van arbeidsmarkt herstructurerings- en AANPASSINGSPROBLEMEN ČŠINČŠOVEREENSTEMMINGČŠMETČŠLANGEČŠENČŠKORTETERMIJNBEHOEFTENČŠ vanuit de arbeidsmarkt − Mogelijkheid geven aan volwassenen om competenties te ontwikkelen voor de ARBEIDSMARKTČŠALSMEDEČŠPERSOONLIJKEČŠCOMPETENTIES ČŠDOORČŠDEČŠMOGELIJKHEIDČŠOMČŠFORMELEČŠ bevoegdheid te verkrijgen

Deelnemers

Content

ČŠ ČŠSOORTENČŠPROGRAMMA S âˆ’ČŠ 3PECIlEKEČŠJOBČŠ ČŠSECTORČŠGERELATEERDEČŠVAARDIGHEDENČŠENČŠCOMPETENTIES ČŠBV ČŠAMBACHTEN ČŠ technisch inzicht en kennis van materialen âˆ’ČŠ !LGEMENEČŠVAARDIGHEDENČŠENČŠCOMPETENTIES ČŠBV ČŠ)#4ČŠENČŠJOBČŠRELEVANTEČŠWISKUNDE − Managementvaardigheden en competenties, bv. sociale communicatie, organisatie en management ČŠ %RČŠWORDENČŠJAARLIJKSČŠ ČŠnČŠ ČŠPROGRAMMA SČŠONTWIKKELDČŠENČŠ ČŠOFČŠHERZIEN ČŠMETČŠEENČŠDUURČŠ variĂŤrend van een halve dag tot 6 weken (gemiddeld 3,5 dag)

> In principe mag iedereen meedoen aan het beroepsonderwijs voor volwassen, zolang de DEELNEMERČŠINČŠ$ENEMARKENČŠWOONTČŠOFČŠWERKZAAMČŠIS > Werklozen in hun eerste termijn van werkloosheid kunnen een combinatie van beroepsonderwijs voor volwassenen en eigen keuzevakken volgen in de eerste 6 weken ČŠ /OKČŠIMMIGRANTENČŠENČŠVLUCHTELINGENČŠKUNNENČŠCURSUSSENČŠVOLGEN ČŠALČŠDANČŠNIETČŠSPECIlEKČŠVOORČŠ deze doelgroep ontwikkeld

ČŠ )NČŠ ČŠHETČŠJAARČŠWAARINČŠDEČŠ$EENSEČŠREGERINGČŠHAARČŠSTRATEGIEČŠAANGAANDEČŠ@LIFELONGČŠLEARNING ČŠ HEEFTČŠAANGEPAST ČŠNAMENČŠERČŠ ČŠMENSENČŠDEELČŠAANČŠVOLWASSENČŠBEROEPSONDERWIJS ČŠ0ERČŠ persoon volgden ze meerdere cursussen / opleidingen, met een totaal aantal deelnames VANČŠ ČŠDITČŠSTAATČŠGELIJKČŠAANČŠ ČŠFULLČŠTIMEČŠEQUIVALENTS ČŠ%RČŠWERKTENČŠ ČŠSCHOLENČŠ mee om dit te bewerkstelligen

Financiering

ČŠ $EČŠVOLWASSENČŠBEROEPSONDERWIJSČŠTRAININGENČŠENČŠCURSUSSENČŠZIJNČŠDEELSČŠPUBLIEKČŠGElNANCIERD ČŠ ENČŠVALLENČŠBINNENČŠEENČŠVASTGELEGDČŠlNANCIEELČŠRAAMWERK ČŠ $EČŠDEELNEMERČŠBETAALTČŠEENČŠBIJDRAGE ČŠVARIÇťRENDČŠVANČŠÇ’ČŠ ČŠnČŠ ČŠVOORČŠDEČŠMEESTEČŠCURSUSSEN > Cursussen en trainingen in sociale- en gezondheidszorg, pedagogiek en individuele competentie scan zijn gratis, evenals deelname door werklozen in de eerste werkloosheidstermijn

"2/. ČŠ5NDERVISNINGSČŠ-INISTERIETČŠ$ENEMARKEN

128

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

129


Daarom dient te worden ingezet op: ~ De realisatie van het Masterplan 2020. ~

Het zo veel als mogelijk ontwikkelen van multimodale knooppunten.

~

Het prioritair uitvoeren van een aantal projecten in afwachting van de realisatie van het Masterplan 2020.

2. Initiatieven sȩ Masterplan 2020 De uitvoering van het Masterplan 2020, incluis de noodzakelijke derde Scheldeoeververbinding, blijft cruciaal om de toekomstige mobiliteit van onze regio te garanderen.

MOBILITEIT 1. Analyse Een oplossing bieden voor het mobiliteitsprobleem in de regio is essentieel. De regio AntwerpenWaasland is immers de logistieke draaischijf van Vlaanderen. Door de aanhoudende fileproblematiek wordt de ontwikkeling van nieuwe economische activiteiten sterk gehypothekeerd en ontstaat het risico dat bestaande activiteiten gerealloceerd worden. Grafiek op pagina 133 geeft aan dat de files in de Antwerpse regio sinds 2007 significant méér zijn toegenomen dan in de Brusselse regio. Met betrekking tot mobiliteit in onze regio zijn drie elementen van cruciaal belang:

130

~

De bereikbaarheid van de regio.

~

De ontsluiting van de haven en de toegankelijkheid van industrieterreinen.

~

Vlot verkeer in de binnenstad van Antwerpen.

Een niet te onderschatten gevolg van de mobiliteitsproblematiek is haar effect op de arbeidsmarkt. Veel bedrijven ondervinden immers meer en meer dat werknemers niet langer bereid zijn om de dagelijkse ellende van de weg te trotseren en zoeken werk dichter bij huis. Dit is een belangrijk element ook bij jongeren, die een ander verwachtingspatroon hebben qua flexibiliteit in de work-life balance. Een oplossing voor de mobiliteitsproblematiek is dus ook noodzakelijk voor een performante arbeidsmarkt.

Routeplan 2020

Het Masterplan 2020 is opgesteld op Vlaams niveau met als doelstellingen: het garanderen van de bereikbaarheid van stad en haven, het verhogen van de verkeersveiligheid en het herstellen van de leefbaarheid. Vanaf het begin is gekozen voor een geïntegreerde, multimodale aanpak. Op die manier komen alle verschillende vervoersmogelijkheden aan bod in het plan. Het Masterplan omvat verschillende strategische ingrepen. Een eerste belangrijk deel is de derde Scheldekruising. Ten tweede is er een reeks van een 20-tal projecten in en rond Antwerpen en dit zowel op vlak van openbaar vervoer (trams, bussen en spoor), watergebonden verkeer, fiets- en wandelpaden alswegverkeer. Het gaat hierbij om grotere projecten zoals de heraanleg van de Antwerpse Leien en de modernisering van het Albertkanaal, alsook kleinere projecten zoals enkele nieuwe tramlijnen, vernieuwde fietspaden,… Ten slotte worden ook nog een reeks maatregelen genomen in het kader van een hogere leefbaarheid (bijvoorbeeld

Onze succesfactoren

QUOTE

‘It’s not the wealth of a nation that builds roads, but the roads that build the wealth of a nation.’ – Amerikaans president John F. Kennedy

geluidsschermen tegen geluidsoverlast), grotere veiligheid en minder hinder. sȩ Multimodale knooppunten Vanuit dit soort infrastructuurknooppunten kunnen reizigers veranderen tussen verschillende transportmogelijkheden zoals de auto (parkeervoorziening aan knooppunt), de trein (een station aan het knooppunt), de fiets (stalling aan het knooppunt) of het openbaar vervoer (halte aan het knooppunt). Op deze manier kan op verschillende plaatsen in en rond stedelijke kernen in de regio worden getracht de doorstroming te optimaliseren door meer verschillende vervoersmogelijkheden aan te bieden. Deze filosofie wordt reeds gedeeltelijk toegepast binnen het Masterplan 2020. Het is echter van belang dat deze benadering wordt doorgetrokken naar alle verschillende mobiliteitsprojecten in de regio. Zo kan deze aanpak bijvoorbeeld belangrijk zijn bij de infrastructuurwijzigingen die in de rand rond Antwerpen (en met name bij de R11/R11bis en A102) dienen te worden gerealiseerd om op die manier verschillende alternatieven te kunnen aanbieden. sȩ Specifieke projecten Daarnaast wordt voorgesteld een aantal specifieke projecten prioritair uit te voeren in afwachting van de volledige uitvoering van het

131


Evolutie kilometeruren file per dag1 (index 2007 = 100) Het aantal files op het hoofdwegennet is in de regio Antwerpen veel sneller gestegen dan in Brussel

Regio Antwerpen

‘Om het verkeer in de volgende decennia in goede banen te leiden, zijn alle maatregelen uit het Masterplan 2020 noodzakelijk. De komende jaren wordt er daarom niet alleen geĂŻnvesteerd in wegeninfrastructuur, maar ook in de uitbreiding van het openbaar vervoer, in nieuwe veilige fietsroutes en in de waterwegen.’ QUOTE

– Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken

Regio Brussel

145 140 135 130 125 120 115 110 105 100 95 5 0 2007

2008

2009

2010

BRON: MOW Vlaams Verkeerscentrum, Vlaamse Regionale Indicatoren 1 ČŠ 3INDSČŠDEČŠAANVANGČŠVANČŠDEČŠWERKENČŠOPČŠDEČŠ!NTWERPSEČŠRINGČŠZIJNČŠDEČŠMEETPOSTENČŠOPČŠDEZEČŠZEERČŠlLEGEVOELIGEČŠPLEKČŠ VERWIJDERDČŠENČŠDUSČŠVERDWENENČŠUITČŠDEČŠSTATISTIEKEN ČŠ$EČŠCIJFERSČŠVANČŠ ČŠZIJNČŠDAAROMČŠEENČŠONDERSCHATTINGČŠVANČŠVOORČŠ de Antwerpse regio

132

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

133


gebruik van alle infrastructuur in Vlaanderen inclusief die infrastructuur waar nu tol wordt geheven. Indien zo’n kilometerheffing wordt ingevoerd, dient ze aan volgende voorwaarden te voldoen: °

De geïnde gelden dienen opnieuw geïnvesteerd te worden in weginfrastructuurgelden worden geïnvesteerd in zowel periodieke onderhoudswerken als in de bouw van nieuwe infrastructuur.

°

Zowel voor personenvervoer als voor vrachtvervoer om op die manier de impact op de congestie te maximaliseren.

°

De inspanningen om een modal shift te realiseren, moeten gevrijwaard worden.

° Masterplan 2020. Op die manier kan een deel van de mobiliteitsproblematiek snel worden verholpen: —

Op korte termijn kan een versnelde ombouw van R4 Oost (tussen E17 en E34) tot snelweg een bijdrage leveren voor het hoofdzakelijk lange afstandsverkeer over Antwerpen. Hierdoor krijgt de E17 in het Waasland extra capaciteit en vermindert de druk op de Kennedytunnel. De budgettaire middelen voor deze bijkomende ontsluiting - die perfect aansluit bij het Masterplan 2020 - moeten versneld hiervoor worden vrijgemaakt. Zo wordt op korte termijn met een minimaal aan kosten een maximaal rendement gegenereerd. Op middellange termijn blijft de al jarenlang bepleitte rechtstreekse verbinding E17-Liefkenshoektunnel (2x2 rijbaan) echter noodzakelijk voor zowel havenals lange afstandsverkeer.”

134

Tolvrijstelling voor intraportuair verkeer: Om de competitiviteit van de haven te vrijwaren moet een tolvrijstelling voor intraportuair verkeer in de Liefkenshoektunnel worden bekomen. Bedrijven gevestigd aan beide kanten van de Schelde dragen op dit moment een aanzienlijke meerkost zonder dat enig enig economisch rendement tegenover wordt gerealiseerd. Het is van groot belang dat, naar de Europese Commissie toe, wordt benadrukt dat de Antwerpse haven een geheel vormt. Kilometerheffing: Indien Vlaanderen zou beslissen om een kilometerheffing voor alle vervoer over de weg in te voeren, dient de bestaande tolkost van de Liefkenshoektunnel geïntegreerd te worden in deze kilometerheffing. De achterliggende gedachte daarbij moet zijn dat de gebruiker via de kilometereffing betaalt voor het

Routeplan 2020

QUOTE

‘Participatie dient om zoveel mogelijk kennis en inzicht te verwerven en maximaal rekening te houden met de belangen van zoveel mogelijk partners. Uiteindelijk beslist de democratisch gelegitimeerde overheid in functie van wat zij noodzakelijk vindt in het algemeen belang.’ – Provinciegouverneur Cathy Berx

Dat het stelsel van tolheffing niet – concurrentieverstorend werkt ten opzichte van buurlanden die zo’n stelsel niet (zouden) hebben.

Singelbus: Ingeschreven in het Masterplan 2020 is de heraanleg van de Antwerpse Singel waar een ‘Groene Singel’ wordt nagestreefd. Een onderdeel van deze heraanleg is de realisatie van een dubbele busbaan over de hele Singel. Voorgesteld wordt om op deze busbaan, naast de bestaande bussen ook een Singelbus te laten rijden. Deze zou langs de gehele Singel rijden om op die manier de ontsluiting van Berchem Station en de verschillende bedrijven die langs de Singel zijn gevestigd te verbeteren. Een beperkte versie hiervan bestaat reeds, echter een volwaardige Singelbus dient te worden geïntroduceerd door De Lijn, in afwachting van de ringtram die is gepland bij de aanleg van de Groene Singel.

Onze succesfactoren

R11 en R11bis: Een heraanleg van de verbinding Wommelgem-Wilrijk-A12 is belangrijk om verschillende redenen. Ten eerste kan op deze manier de fileproblematiek van en naar Brussel en in de rand rond Antwerpen worden verlicht. Ten tweede is een heraanleg ook noodzakelijk voor de uitbreiding van de veiligheidszone rond de startbaan van de Luchthaven Antwerpen. Deze uitbreiding - die verplicht wordt opgelegd door Europa en voor eind 2013 moet zijn gerealiseerd - biedt een ideale gelegenheid om de gehele verbinding Wommelgem-Wilrijk-A12 te herbekijken en te optimaliseren op basis van de verkeersstromen. Een betere doorstroming van het doorgaand verkeer door de ondertunneling van cruciale kruispunten is hier een belangrijk deel van de oplossing.

Missing links: Daarnaast dienen in en rond Antwerpen een aantal essentiële ’missing links’ zo snel mogelijk worden gerealiseerd.

135


°

De IJzeren Rijn: deze spoorwegverbinding tussen Antwerpen en het Duitse Ruhrgebied is cruciaal voor de ontsluiting van de Antwerpse haven. De IJzeren Rijn vormt bovendien een belangrijke schakel in de Europese goederencorridor en is een onderdeel van het uitgebreide TEN-T netwerk. Dit Trans Europees Netwerk-Transport is een netwerk van spoorlijnen die vanuit Europees standpunt cruciaal zijn voor de verbinding van verschillende lidstaten, ter bevordering van de eengemaakte Europese markt voor goederen, diensten en personen. De realisatie botst echter vooral aan Nederlandse zijde op weerstand vanwege de concurrentie met de haven van Rotterdam

°

De doorstroomroute RotterdamAntwerpen op de E19

°

Het omvormen van de A12 AntwerpenRoosendaal tot een autosnelweg

Het gaat hier over: °

De uitbouw van de A12 tot autosnelweg (als een veilige en alternatieve verbindingsas voor de E19 tussen Antwerpen en Brussel).

°

De opwaardering van de N16 tot een primaire weg.

°

De Oostelijke tangent Sint-Niklaas.

°

Een verbinding Liefkenshoektunnel - E17 op snelwegniveau (zie hoger).

Grensoverschrijdende projecten: De regio heeft door haar centrale ligging en logistiek belang een grote behoefte aan een goede transportinfrastructuur. Heel wat infrastructuurassen gaan echter gedeeltelijk over buitenlands - voornamelijk Nederlands grondgebied. In het bijzonder:

136

Het spoor: De toegankelijkheid van de Antwerpse haven via het wegennet nadert zijn capaciteitslimieten. Daarom zijn de doelstellingen zoals geformuleerd in het Totaalplan van de haven belangrijk, zijnde een modal split (de verdeling van verplaatsingen over verschillende vervoerwijzen: hier in concreto tussen de weg, het spoor en de binnenwateren) van 40/40/20 middels: °

‘Eerst luisteren naar de bevolking, dan pas beslissen. Maar nu moeten we verder. Een Vlaanderen zonder groei is een verarmd en verschraald Vlaanderen. Onze politici zijn door de bevolking verkozen om (moeilijke) beslissingen te nemen. De stapel studies is hoog genoeg.’ QUOTE

– Luc Luwel, gedelegeerd bestuurder Voka — Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland

Een tweede spoortoegang naar de haven van Antwerpen. Deze spoorontsluiting maakt net zoals de IJzeren Rijn deel uit van de Europese goederencorridor en het TEN-T netwerk. De realisatie van deze ontsluiting is nauw verbonden met het project E313-Antwerpen-Ranst

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

137


QUOTE

‘You and I come by road or rail, but economists travel on infrastructure’ – Margaret Thatcher

waarvoor gezamenlijk een plan-MER wordt ingediend. Vooralsnog worden 3 verschillende tracés onderzocht: (I) Een geoptimaliseerde tracé 2000-2002 plus varianten (II) R11 (een tunnel onder de Krijgsbaan) en spoorlijn 15 (Lier) naar vier sporen (III) Een geboorde tunnel tussen Schoten en Lier °

De realisatie van de IJzeren Rijn (zie hoger)

Deze twee projecten zijn noodzakelijk om de voorgestelde modal split te realiseren alsook voor een kostenefficiënte logistiek van en naar het havengebied. —

Openbaar vervoer: Het aanbod in het openbaar vervoer moet zich meer oriënteren naar de economische activiteitskernen. Het moet ook beter worden afgestemd op de noden (en werktijden) van werknemers/ gebruikers en de bedrijfswereld. Het is noodzakelijk dat in het kader van het netmanagement een prioriteitsbepaling gebeurt die nauwer aansluit op de economische activiteiten en realiteiten van de regio.

138

Het toekomstplan van het netmanagement dat in het kader van de decretale opdracht van De Lijn wordt opgemaakt, moet duidelijk rekening houden met de woon-werkverplaatsingen van en naar de tewerkstellingspolen, niet alleen naar de grotere economische poorten, maar ook naar de individuele bedrijventerreinen. Hierbij is het van belang dat De Lijn een meer proactieve houding aanneemt om de ontwikkeling van o.a. bedrijventerreinen te bevorderen door deze vanaf de ontwikkelingsfase voldoende te ontsluiten door openbaar vervoer te voorzien. Onderzoek wijst uit dat vanaf het ogenblik dat werknemers de auto nemen naar het werk, hen overtuigen om over te schakelen op openbaar vervoer erg moeilijk is. De mogelijkheid van openbaar vervoer vanaf het begin aanbieden is dus belangrijk. Voor de financiering van deze ontsluiting kan worden gekeken naar het aankomende shuttledecreet van de Vlaamse regering, maar een ruimere financiering is nodig en opportuun gezien het belang van de ontsluiting van bedrijventerreinen voor de regionale economie en het aantrekken van talent naar bedrijven. Specifiek voor de Antwerpse haven zou kunnen gedacht worden aan een uitbreiding van het I-bus aanbod met een aanbod vanuit het openbaar vervoer.

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

139


De creatie van nieuwe en succesvolle ondernemingen is nochtans cruciaal voor de welvaart van een regio. Jonge groeiende ondernemingen dragen bij tot een innovatieve ‘mindset’ en dynamiek in de regio en creëren ook een belangrijk deel van de nieuwe jobs.

INNOVATIE EN ONDERNEMERSCHAP 1. Analyse 1. 1. Innovatie Het is duidelijk dat als de Antwerps-Wase regio binnen de wereldeconomie competitief wil blijven, er zal moeten worden ingezet op kennisontwikkeling en innovatie als belangrijke strategische troeven. Door een steeds veranderende en geglobaliseerde wereld moeten bedrijven snel kunnen inspelen op de veranderende context waarin ze actief zijn. Innovatie en vernieuwing zijn hierbij essentieel. Voor onze economische toekomst is het van groot belang dat innovatie vooral in een context

140

van samenwerking wordt gezien. Steeds minder bedrijven hebben alle nodige kennis en expertise in handen om autonoom succesvol te innoveren. Almaar vaker blijkt dat een nieuw product, dienst of proces de resultante is van een samenwerking tussen verschillende partijen. Het kan hierbij zowel gaan om bedrijven die samen innoveren maar ook samenwerken met en tussen kennisinstellingen, universiteiten en overheden. Samenwerking op vlak van innovatie tussen deze verschillende partijen wordt steeds vaker een noodzakelijke voorwaarde voor succes. 1.2. Ondernemerschap Hoewel de regio Antwerpen-Waasland ten opzichte van België relatief goed scoort wat betreft het aantal startende ondernemingen, staat België helemaal onderaan de Europese rangschikking voor ondernemerschap.

Routeplan 2020

Onderzoek door de Kamer toont ook aan dat een relatief beperkte groep van 154 Antwerps-Wase snelgroeiende ondernemingen in de periode 20062009 meer dan 7.000 nettojobs creëerden. Dit terwijl de totale tewerkstelling bij de Antwerps-Wase ondernemingen met minstens tien werknemers (exclusief de 154 snelle groeiers) afnam in diezelfde driejarige periode. Een onderneming is ‘snelgroeiend’ indien er gedurende een periode van drie jaar minstens een jaarlijkse groei van 20 procent werd gerealiseerd in het aantal werknemers. De onderneming moest in het eerste jaar van de beschouwde periode al tien werknemers in dienst hebben. Meer ondernemers in de regio, die beter worden begeleid doorheen de verschillende groeifasen (opstart, groei en vernieuwing), moet worden gezien als een belangrijke doelstelling. 2OLȩVANȩDEȩUNIVERSITEITȩENȩHOGESCHOLEN De rol van de Universiteit Antwerpen (en Antwerpse hogescholen) inzake innovatie en ondernemerschap in de regio is essentieel. Het fundamenteel onderzoek dat aan de universiteit wordt gevoerd kan dienen als voedingsbodem voor verder toegepast onderzoek bij of in samenwerking met bedrijven of andere kennisinstellingen. Voorts is de Universiteit Antwerpen (UA) een multidisciplinaire kennisinstelling die verschillende soorten kennis bundelt en kan ze door deze combinatie van verschillende expertises binnen onderzoeksgebieden snel grote stappen vooruit zetten. Daarenboven zijn de doctoraatsstudenten aan de universiteit een belangrijke bron van innovatie, ook voor bedrijven. Door verschillende samenwerkingsmechanismen

Onze succesfactoren

QUOTE

‘Een onderneming moet erover waken zijn wendbaarheid en veerkracht niet te verliezen. Je mag niet op je lauweren rusten omdat je goed bent. Je moet altijd je huiswerk blijven doen.’ – Wouter De Geest, CEO BASF

met bedrijven en andere kennisinstellingen kan/ moet de UA voor een impuls van innovatie zorgen in de regio. Daarnaast hebben de UA en de Antwerpse hogescholen op het vlak van ondernemerschap ook een belangrijk rol te vervullen als onderwijsinstellingen. Het ontwikkelen van meer ondernemerschap door meer mogelijkheden in die zin aan te bieden aan studenten is essentieel. Het kan hierbij zowel gaan om gastcolleges door ondernemers, het opstarten en begeleiden van virtuele ondernemingen, het aanbieden van stagemogelijkheden binnen opleidingen of opleidingsonderdelen en het opstarten van een eigen onderneming.

Stadslucht maakt vrij Wist u dat het gezegde ‘stadslucht maakt vrij’ dateert uit de middeleeuwen, toen de stedelingen vrij waren terwijl op het platteland de lijfeigenen werkten. De stedelingen hadden het voorrecht om als vrije burgers handel te drijven. Op de Antwerpse Grote Markt prijkt een bronzen standbeeld uit 1887 van Brabo. Deze volksheld is het ultieme voorbeeld van ‘free trade.’ Volgens de legende werd de Schelde bewaakt door de reus Antigoon die van alle voorbijvarende schepen een hoog tolgeld eiste. De reus hakte de hand af van onwillige tolbetalers en wierp deze dan in de Schelde. De dappere Brabo doodde de reus en hakte bij hem een hand af die hij in de rivier gooide. Antwerpen was voortaan tolvrij en de groeiende economie zorgt nog steeds voor grote welvaart.

141


Ondernemerschap in de regio

2. Initiatieven

Ondernemerschap in regio scoort relatief goed t.o.v. de rest van Vlaanderen en België. België doet het echter relatief minder goed in vergelijking andere Europese landen

2.1. Innovatie sȩȩ Kennislink Antwerpen: Als netwerkorganisatie zal Kennislink Antwerpen, dat een samenwerking is tussen de Associatie Universiteit Hogescholen Antwerpen (AUHA) en de Kamer, instaan voor het verzamelen van informatie rond de aanwezige expertise binnen de het hoger onderwijs en de verschillende kennisinstellingen in de regio en hoe deze kennis kan worden ingezet door bedrijven door functionele samenwerkingen te faciliteren. Op deze manier kan worden ingezet op de noodzaak tot meer samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. In een eerste fase is door McKinsey & Company een analyse gemaakt van de UA en is afgelijnd welke speerpuntexpertises aanwezig zijn binnen de UA. Uit deze analyse is ook gebleken dat verschillende departementen reeds goed samenwerken met het bedrijfsleven, voor anderen is een aangepaste valorisatiestrategie noodzakelijk. De speerpunten binnen de UA indachtig zullen contacten worden gelegd met bedrijven die mogelijk geïnteresseerd zijn in de aanwezige

QUOTE

‘Antwerpen moet op vele domeinen het laboratorium zijn voor vernieuwing in Vlaanderen.’ – Annemie Turtelboom, federaal minister van

Justitie (Open VLD)

142

Totaal aantal starters starters per 1.000 inwoners (2010)

kennis binnen de Associatie Universiteit en Hogescholen Antwerpen (AUHA). Deze interesse kan gebaseerd zijn op het direct commercialiseerbaar karakter van de aanwezige kennis. Maar ook, als het bijvoorbeeld gaat om basisonderzoek binnen een bepaald domein, om kennis die binnen een onderneming kan worden gebruikt om verder toegepast onderzoek te voeren. Om dit te realiseren worden activiteiten georganiseerd (seminaries, workshops,… ) die innovatie en open innovatie in het bijzonder, bovenaan de agenda zetten bij de verschillende betrokken actoren. Enkel door kennisdeling en samenwerking kan in de toekomst succesvol worden geïnnoveerd. Het is van groot belang dat steeds meer bedrijven hiervan de noodzaak begrijpen en leren hoe succesvol open innovatie kan worden toegepast in hun specifieke context. Op deze manier kan een langetermijnband worden gesmeed tussen de AUHA en bedrijven geïnteresseerd in het onderzoek dat aan de AUHA wordt gevoerd. Deze band zal beiden op lange termijn ten goede komen. sȩ Innovatieplatform: Als aanvulling op Kennislink Antwerpen kan een innovatieplatform worden opgezet waar een breed veld aan economische

Routeplan 2020

"RUSSELȩ(OOFDSTAD

8,5

Waals Brabant

7,7

Antwerpen

6,9

,IMBURGȩ

6,7

België

6,7

West-Vlaanderen

6,6

Vlaams Gewest

6,5

Oost-Vlaanderen

6,3

Vlaams Brabant

6,1

Starters (exclusief eenmanszaken) starters per 1.000 inwoners (2007) Nederland

5,7

,UXEMBURG

5,4

Finland

5,1

$ENEMARKEN

5,1

Zweden

4,9

VK

4,9

Frankrijk

4,1

$UITSLAND

3,3

België

3,2

BRON: Graydon Startersatlas; Eurostat

Onze succesfactoren

143


Jobcreatie in Antwerpen-Waasland door snelle groeiers Snelle groeiers in de regio waren tussen 2006 en 2009 goed voor meer dan 7.200 netto gecreëerde jobs

‘Ondernemerschap is de bron van onze welvaart, maar ook hard labeur.’ QUOTE

– Bernard Van Milders, voorzitter Voka − Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland

2006-2009

2006

2009

154 snelle groeiers creëerden…

4.636 jobs

11.928 jobs

Netto 7.292 jobs gecreëerd

2006-2009

‘We zijn nog nooit zonder financiële zorgen geweest. Innoverende bedrijven die in een luxepositie zitten, dat bestaat niet. Iemand die zoiets zegt, liegt.’ QUOTE

3.273 ondernemingen met minstens 10 werknemers in 2006 creëerden

2006

2009

189.308 jobs

196.246 jobs

Netto 6.938 jobs gecreëerd

– Jan Verhaeghe, CEO Acrosoma

BRON: Balanscentrale NBB

144

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

145


– Ivo Jacobs, zaakvoerder parfumeur In Fine

actoren bij betrokken is. Het is bij dit platform van belang dat de volledige aanloop van de productlevenscyclus vanaf de ‘ideegeneratie’ (‘ideation’, het creatieve proces van bedenken en ontwikkelen van ideëen) tot en met de ‘groeifase’ wordt bestreken. Op die manier kan ondersteuning worden geboden doorheen de volledige levenscyclus van een product of dienst. Enkel zo kan op een duurzame manier rendement worden gerealiseerd op de gemaakte investeringen. Het platform kan worden geïnitieerd op basis van de netwerkactiviteiten die binnen het project Kennislink Antwerpen zullen worden georganiseerd. Naast deze netwerkactiviteiten dienen ook een reeks andere componenten in het Innovatieplatform te worden geïntegreerd.

Innovatieplatform als collectief, cross sectorieel mechanisme Clusterwerking

4ALENTȩVOORȩ ondernemen

0RODUCT ȩ ontwikkeling

$URFKAPITAAL

+%..)3,).+ȩ !.47%20%.

42!).).'

$%3)'.ȩ

).#5"!4)%

0)0%,).%ȩ-'4

2%#25)4%2).'ȩ

ENGINEERING

)0ȩ ȩ FINANCIERING

I N N O V A T I E P L A T F O R M 6%23#(),,%.$% 3%#4/2%.

146

Er moet aandacht worden besteed aan de ontwikkeling van talent, voor meer succesvolle innovatie is namelijk nood aan meer ondernemers en meer ondernemerschap bij werknemers. Daarenboven moet ook worden ingezet op de ontwikkeling van talentvolle werknemers waarvoor kennisontwikkeling en innovatie centraal staan. Ook op het vlak van product- en serviceontwikkeling dienen stappen vooruit te worden gezet en dit zowel voor design als engineering. Daarnaast speelt ook durfkapitaal een belangrijke rol waarbij zichtbare incubatiecentra (‘more than brics’), Intellectual property (IP) en financiering essentieel zijn om de ontwikkeling van bedrijven te kunnen ondersteunen. Dit volledige platform aan actoren moet in contact treden met alle verschillende sectoren in de regio om ondersteuning te bieden op vlak van innovatie en dit voor zowel jonge bedrijven, als bestaande bedrijven waarvoor de ontwikkeling van een nieuwe generatie producten en diensten cruciaal is. Het platform kan bovendien als katalysator optreden voor de ontwikkeling van nieuwe innovatieve bedrijven in de regio. sȩ Europese innovatie subsidies: Om onderzoek, ontwikkeling en innovatie in de bredere zin te voeren zijn financiële middelen onontbeerlijk. Een aanzienlijk deel van deze middelen bevindt zich op Europees niveau. Daarom wordt voorgesteld een samenwerkingsverband op te zetten tussen de overheid, de Associatie Universiteit Hogescholen Antwerpen, het verbindingsagentschap van de Vlaamse Regering en Voka − Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland om samen te werken rond het verkrijgen van Europese subsidies voor onderzoek en innovatie in de bredere zin.

Werkingsgebied Innovatieplatform o.b.v. Productlevenscyclus (PLC) Het Innovatieplatform heeft als doel ondersteuning te bieden vanaf de ideegeneratie tot en met de groeifase van een product of dienst

Fasen in de )DEEGENERATIEȩ 0RE ȩ /PSTARTȩ /NTWIKKELINGȩ incubatie productlevenscyclus Innovatieplatform )NNO

Universiteiten Kennisinstellingen Hogescholen Ondernemers Bedrijven Werknemers Overheden, …

0,#

,ANCERING

‘Als ondernemer verleg je de grens continu en als je dan vaststelt dat dit lukt, dan geeft dat een geweldige voldoening.’

Omzet

QUOTE

VATI

'ROEIȩ

-ATURITEITȩȩ

EFUN

NEL

4ÖD

BRON: Interviews

Routeplan 2020

Onze succesfactoren

!FNAME

147


QUOTE

‘Bedrijven veranderen, dat is een economische wetmatigheid, maar er is slechts één persoon die verandering leuk vindt, en dat is een baby met een natte luier.’ – Walter De Roey, gedelegeerd bestuurder Mensura 2.2 Ondernemerschap sȩ 0ROJECTȩSNELLEȩGROEIERS Naast het reeds bestaande Bryo-project (een Voka-initiatief op Vlaams niveau voor starters), dat zich richt op de begeleiding van jonge startende ondernemers, moet eveneens gekeken worden naar iets grotere ondernemingen met groeiambitie. In dit kader loopt momenteel binnen de Kamer een Baekenlandmandaat via het IWT (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie) rond snelgroeiende ondernemingen. Deze samenwerking met de faculteit TEW van de Universiteit Antwerpen beoogt op termijn het aantal snelle groeiers in de regio te doen stijgen en hen in staat te stellen deze sterke groei op langere termijn te doen aanhouden.

dat de groep van snelgroeiende ondernemingen in een regio op een bepaald moment zeer volatiel is. Toekomstige initiatieven moeten hier dan ook op inspelen en zich naast begeleiding en ondersteuning van snelle groeiers ook richten op ondernemingen die het potentieel hebben om een snelle groeier te worden. Zo wordt ingezet op een peer-to-peernetwerk waarin (potentiële) snelgroeiende ondernemingen bij elkaar worden gebracht en elkaar zo kunnen ondersteunen in hun leer- en groeiproces en een hands-on begeleidingsprogramma waarbij een beperkt aantal (potentiële) snelle groeiers intensief zullen worden begeleid in hun groeispurt, dit alles in samenwerking met de faculteit TEW van de Universiteit Antwerpen.

-

sȩ -EERȩ0RAKTÖKȩENȩ/NDERNEMERSCHAP in het kader van de verlenging, op Vlaams niveau van bijna alle masteropleidingen humane wetenschappen naar 2 jarige masters (ipv 1 jaar) en de inkanteling van de opleidingen productontwikkeling en industrieel ingenieur, om de afstemming tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te verbeteren en meer ondernemers op te leiden.

Zoals reeds aangehaald is een relatief kleine groep van 154 snelle groeiers verantwoordelijk voor quasi de volledige nettojobcreatie in de regio Antwerpen-Waasland in de periode 20062009. Deze snelle groeiers zijn dan ook een belangrijk nichesegment waarop de regio in de toekomst meer moet inzetten. Uit het onderzoek van de UA en de Kamer is evenwel gebleken dat het voor het merendeel van de snelle groeiers een moeilijke opgave is om hun snelle groei langer dan drie jaar vol te houden. Hieruit volgt

148

Hierbij worden twee verschillende trajecten voorgesteld waarvoor een proeftraject wordt opgestart vanaf het academiejaar 2012-2013:

Stages: Gezien de verlenging van bijna alle masters in de humane wetenschappen naar twee jaar, alsook de inkanteling van de industriële ingenieurs en de opleiding productontwikkeling in de UA, ontstaan er mogelijkheden om binnen deze opleidingen een grotere praktijkcomponent te brengen. Hiervoor wordt ook van overheidswege een beperkte hoeveelheid middelen vrijgemaakt om een grotere praktijkcomponent in de opleiding te brengen. De Kamer zou hierbij via haar leden gegarandeerde stageplaatsen kunnen aanbieden. Bedrijven kunnen dan voor de uitvoering van deze taken / projecten een beperkte bijdrage leveren in een onafhankelijk fonds dat de samenwerking tussen bedrijven en het (hoger) onderwijs in de Antwerps-Wase regio ondersteunt.

Routeplan 2020

Minor Entrepreneurship: Het optimaliseren van een minor ‘entrepreneurship’ in de economische opleidingen aan de UA waarbij zowel theoretische als praktijkgerichte componenten aan bod komen. Dit moet bijdragen tot het cultiveren van de ambitie om te ondernemen bij studenten.

Onze succesfactoren

Mini consulting-projecten: Studenten krijgen de mogelijkheid om binnen een onderneming een beleidsprobleem te onderzoeken. Het gaat hierbij dus om een specifiek soort stage geënt op de opleiding Toegepaste Economische Wetenschappen.

°

(Virtuele) Ondernemingen: Studenten krijgen de mogelijkheid een virtueel businessplan te ontwikkelen. Zo ontstaat een kweekvijver bij studenten die later het door hen uitgewerkte businessplan in de realiteit willen uitwerken en een onderneming beginnen. De beste plannen kunnen dan verder financieel of operationeel worden ondersteund om ook effectief te worden gerealiseerd.

In een latere fase moeten deze verschillende initiatieven ook worden uitgerold naar andere opleidingen binnen zowel de UA als de Hogescholen van de Associatie. ȩsȩ Gastcolleges: om het leiderschap, de ambities en de praktijkgerichtheid van jongeren aan te scherpen. Hier werden al concrete stappen gezet binnen de samenwerking tussen de Kamer en de faculteit TEW van de UA. —

-

°

Faculteit TEW UA: Op verschillende manieren kunnen gastcolleges worden georganiseerd en met de steun van de Kamer worden geintegreerd in het curriculum van de studenten. Denk hier bijvoorbeeld aan het JuMP-programma (Junior Manager Program, een avondprogramma aan de UA voor studenten met een passie voor

149


studenten over de vloer krijgen en kunnen ze worden voorgesteld aan de werkzaamheden van de Kamer.

QUOTE

‘Ik denk dat het stimuleren van ondernemerschap vooral een kwestie van mentaliteit is. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de VS, wordt er hier niet hard opgekeken naar ondernemers, naar wie risico’s neemt. Dat moet veranderen.’ – Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V)

het oplossen van managementproblemen) en de opleidingsonderdelen ‘Forum’ en ‘Strategisch Management’. Hierbij zou het een mogelijke interessante piste zijn om de Kamer, als leslocatie te gebruiken. Zo kan de Kamer deze interessante doelgroep van

Studenten ontmoeten ondernemers: Topeconomen, ondernemers of CEO’s kunnen worden uitgenodigd in een groot auditorium op de UA om te spreken voor zowel studenten van de UA, de verschillende hogescholen alsook de leden van de Kamer. Flankerend aan deze colleges kan via verschillende communicatiekanalen duidelijk worden gemaakt dat de Kamer zich inzet om bedrijfsleven en hoger onderwijs dichter bij elkaar te brengen. Deze initiatieven dienen in een latere fase ook te worden uitgerold naar andere opleidingen zowel binnen de UA als binnen de Hogescholen van de Associatie.

sȩ Begeleiding: Deze verschillende initiatieven zullen worden begeleid vanuit Kennislink Antwerpen dat de basis vormt voor de samenwerking tussen de verschillende actoren.

Bedrijventerreinen zijn een kostbaar goed Wist u dat dringend 200 hectare bedrijventerreinen nodig zijn in Wommelgem alleen al! Nieuwe bedrijventerreinen in onze regio zijn zeer schaars zijn. Het studiebureau Wiels & Partners maakte een inventarisatie van het actuele aanbod en de geplande bedrijventerreinen in de regio Antwerpen-Waasland (de arrondissementen Sint-Niklaas en Antwerpen). Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tusen lokale (LBT) en regionale (RBT) bedrijventerreinen. Lokale terreinen zijn bedoeld voor kleine ondernemingen die enkel lokaal actief zijn, regionale bedrijventerreinen hebben een brede invulling. Uit onderstaande cijfers blijkt duidelijk dat de huidige beschikbaarheid aan regionale bedrijventerreinen (RBT) dramatisch is. Temeer daar bedrijven geen enkel aanbod vinden in het noorden noch in het zuiden van de stad Antwerpen of in het Waasland. Er is gelukkig een aanzienlijke hoeveelheid lokale en regionale bedrijventerreinen gepland, maar de realisatie hiervan mag niet op zich laten

Aantal ha

Beschikbaar

Routeplan 2020

Gepland

LBT (lokale bedrijventerreinen)

RBT (regionale bedrijventerreinen)

Totaal

LBT (lokale bedrijventerreinen)

RBT (regionale bedrijventerreinen)

Totaal

Regio Antwerpen

50.74

63.15

113.89

119.8

181.1

300.9

Regio Waasland

21

0

21

44.5

160

204.5

71.74

63.15

134.89

164.3

341.1

505.4

Totaal AntwerpenWaasland

150

wachten. Het is nu al duidelijk dat deze geplande terreinen onvoldoende zijn om de ontplooiing van bedrijven in de regio verder te ondersteunen. Het is jammer dat de ontwikkeling van het 200 ha groot RBT Ranst-Wommelgem (niet opgenomen in onderstaande tabel) nog steeds onzeker is. De economische ontwikkeling van diverse sectoren en de aantrekkingskracht van deze regio vereist een aangepast en doelgericht beleid op het vlak van ruimtelijke ordening. Nieuwe bedrijven moeten zich kunnen vestigen en bestaande moeten de nodige uitbreidingsmogelijkheden worden geboden. Hiervoor is een permanente voorraad bedrijventerreinen een absolute noodzaak. De overheid moet nu reeds rekening houden met de behoeften die onze economie op lange termijn heeft. Deze strategische visie rond de ontwikkeling van bedrijventerreinen vinden we jammer genoeg niet terug in de regionale cijfers. Dit wordt duidelijk geïllustreerd door de stijgende grondprijzen en de vrijwel onmiddellijke inname wanneer bedrijfsgronden op de markt worden aangeboden.

Onze succesfactoren

151


Hoofdstuk 4

ROUTEPLAN 2012: EEN TERUGBLIK. Routeplan 2020 bouwt verder op het eerste, ambitieuze Routeplan 2012 dat de bakens uitzette voor een gerichte economische stimulatie van de regio Antwerpen-Waasland. Daarom is een evaluatie van de groeifactoren en realisaties van Routeplan 2012 nuttig. De periode van 2003-2008 zorgde wereldw캐d voor een grote economische groei. Hoe groot was de groei voor de Antwerps-Wase regio tot 2011 voor de (I) stuwmotoren, (II) groeipolen en (III) innovatieve domeinen? Deze stand van zaken diende als ankerpunt voor het opstellen van het nieuwe Routeplan 2020.

152

Routeplan 2020

Een terugblik

153


I. STUWMOTOREN

Bij de stuwmotoren lag de uitdaging voornamelijk in het bestendigen en verder ontwikkelen van de huidige troeven en de leiderspositie van de Antwerps-Wase regio. Welke waren de verwezenlijkingen van het Routeplan 2012 voor onze stuwmotoren Transport & Logistiek, Grootindustrie en Diamant?

Transport & Logistiek De haven van Antwerpen zag tot voor het crisisjaar 2009 het maritiem goederenverkeer toenemen met gemiddeld 5,5 procent per jaar. Dit was voornamelijk te danken aan de

154

groei in general cargo, waarbij wel een sterke afname in conventioneel stukgoed werd vastgesteld. In 2005 was het aandeel van het conventioneel stukgoed in het totale maritiem goederenverkeer nog 11 procent, in 2010 slechts zes procent. Het stukgoed daalde, maar de containertrafiek is sinds de ingebruikname van het Deurganckdonk sterk toegenomen, waardoor Antwerpen sinds 2009 de op een na grootste containerhaven is in West-Europa, dit na de haven van Rotterdam. Door het Routeplan 2012 werd de positie van de Antwerpse haven op volgende punten versterkt:

Verbeterde mobiliteit Na de ondertekening van de Scheldeverdragen in 2005, is in 2010 de verdieping van de Westerschelde tot 13,1 meter tij-ongebonden uitgevoerd. Het formeel beslissingstraject rond een tweede sluis op Linkeroever werd succesvol afgerond. De bruggen over het Albertkanaal zijn verhoogd tot een vrije doorvaarthoogte van 9,1 meter en de versmallingen zijn weggewerkt zodat het kanaal over een breedte van 63 meter bevaarbaar is. Ook de renovatie van de Royers-, Van Cauwelaert- en Kattendijksluis zorgde voor een verbeterde schakel tussen de binnenvaart en de haven. De gerenoveerde sluizen garanderen een vlotte verbinding over de Schelde naar de diverse binnenterminals op Linker- en Rechteroever én een betere doorstroming naar het Albertkanaal. Op het vlak van het spoorverkeer is de Noord-Zuid tunnel onder Antwerpen in dienst genomen, is de bouw van de Liefkenshoekspoortunnel quasi voltooid en is met de Gentboog en de elektrificatie van de havenlijn de toegang tot de Waaslandhaven sterk verbeterd. Er is hiermee een tweede spoorwegtoegang naar de haven gerealiseerd. Inzake bereikbaarheid is de Antwerpse ringweg volledig gerenoveerd. Voorts werd er

Routeplan 2020

vertegenwoordiging binnen de provinciale PROCORO en gemeentelijke GECORO’s. Arbeidsmarkt Om op de arbeidsmarkt een betere verbinding te krijgen tussen vraag en aanbod, startte Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland met een jaarlijkse enquête rond de in- en uitstroom van VTE’s per bedrijf en de vereiste competenties die werkgevers en bedrijven verlangen van hun personeel.

Grootindustrie vooruitgang geboekt in het sluiten van de ring rond Sint-Niklaas, en is de ontdubbeling van de Scheldebrug in Temse voltooid. Voor het luchtverkeer is de beslissing van de Vlaamse regering om de Krijgsbaan te ondertunnelen, en aldus de internationale veiligheidsvoorschriften na te leven, van levensbelang voor de rol van de Antwerpse luchthaven als zakenluchthaven. Voka — Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland leverde continu inspanningen, zowel publiek als achter de schermen, om de veel te trage besluitvorming in het mobiliteitsdossier vlot te trekken.

Een terugblik

2UIMTELIJKȩBELEID Na de ingebruikname van het Deurganckdok verdubbelde de containerbehandelingscapaciteit van de Antwerpse haven. Het Routeplan 2012 zorgde voor een belangrijke visieontwikkeling inzake ruimtelijke ordening. Deze visie, ROTO (Ruimte Om Te Ondernemen) genaamd, vond een ruime weerklank en is overgenomen door Voka op Vlaams niveau. Binnen de stad Antwerpen werd eveneens een aanzienlijke kwaliteitsverbetering van de vergunningsprocedure gerealiseerd. De AntwerpsWase Kamer van Koophandel realiseerde eveneens een sterke

In 2003 werd de ambitie uitgesproken om van Antwerpen opnieuw de preferente vestigingsplaats te maken voor chemische en petrochemische bedrijven. Routeplan 2012 zorgde voor de oprichting van een platform ‘Grootindustrie.’ Tussen 2002-2009 slaagde de regio Antwerpen-Waasland erin beter te scoren in het aantrekken van investeringen in de industrie dan de rest van Vlaanderen en België. Op het gebied van de werkgelegenheid gingen er de afgelopen acht jaar in de industrie echter 14.000 arbeidsplaatsen verloren. Tussen 2002-2007 nam de werkgelegenheid jaarlijks af

155


investeringsklimaat. In het kader van het Routeplan 2012 is voorts gewerkt aan een sensibilisering van de bedrijfsleiders en gemeentebesturen in de regio inzake de bijdrage van bedrijven in de gemeentelijke inkomsten. Door het instellen van een fiscale barometer per gemeente is de onderhandelingspositie van de bedrijven aanzienlijk versterkt, en is er een permanente druk op de lokale besturen om de belastingen zo laag mogelijk te houden. Versterken van de clusterinfrastructuur

met 2,4 procent, in de periode 2007-2009 met 3,2 procent. Hierbij scoorde de Antwerps-Wase regio (in de aanloop naar de crisis) slechter dan het Belgisch en Vlaamse niveau.

vele van deze obstakels gedeeld werden buiten de (petro-) chemie is de focus van het platform ‘Grootindustrie’ gaandeweg uitgebreid naar alle grote industriële bedrijven.

Routeplan 2012 pleitte voor een aantal ingrijpende maatregelen zoals de vermindering van de loonkosten, een coherent en goedkoper overheidsbeleid, een beter imago van de industriesector bij de publieke opinie en een versterking van de clusterinfrastructuur door een goede samenwerking tussen industrie en overheid. Omdat

De initiatieven van het platform zorgden voor een belangrijke meerwaarde:

156

Een vermindering van de belasting op drijfkracht Een nauwe en constructieve samenwerking tussen de stad Antwerpen en het platform ‘Grootindustrie’ leidde ertoe

dat er een belangrijke stap werd gezet naar het reduceren van de negatieve impact van de drijfkrachtbelasting op het aantrekken van nieuwe investeringen. Enerzijds werd de belasting op drijfkracht geplafonneerd, anderzijds werd de degressiviteit geëvalueerd en aangepast zodat deze sneller in werking treedt. Ten derde werd beslist om elke groei in geïnstalleerd vermogen van een bedrijf gedurende vijf jaar slechts aan 50 procent te belasten. Deze aanpassingen vormden een belangrijke stap in de creatie van een fiscaal aantrekkelijk

Routeplan 2020

Omdat veel bedrijven in de Antwerpse haven niet bereikbaar zijn met het openbaar vervoer, moeten veel werknemers investeren in eigen vervoer. Ook bij het aantrekken van nieuwe arbeidskrachten zorgt de bereikbaarheid van de haven voor een grote drempel. Met steun van het Vlaamse Pendelfonds is het I-bus project opgestart, een gemeenschappelijk, duurzaam systeem voor collectief bustransport. Een gelijkaardig project, Pendelbus Waaslandhaven, werd ook opgezet op de linkerscheldeoever in het Waasland. Door de concrete vraag bij de werknemers van de zes deelnemende bedrijven te bundelen en het aanbod daarop

Een terugblik

QUOTE

‘Naar mijn gevoel zijn de Vlamingen meesters geworden in het zakendoen omdat ze meertalig zijn en ze zijn internationaal georiënteerd.’ – Jonathan Brenton, Brits ambassadeur

af te stemmen, zorgt I-bus niet alleen voor een veilig woonwerkverkeer (People), maar ook voor een efficiënt gebruik van de transportmiddelen, met minder uitstoot tot gevolg (Planet) en dat tegen draagbare kost op lange termijn (Profit). Een meer vraaggerichte aanpak in de arbeidsmarkt Werkgevers hebben het steeds moeilijker om geschikte arbeidskrachten te vinden. Om de toenemende krapte op de arbeidskracht op te vangen, is een betere afstemming tussen vraag en aanbod nodig. Vanuit het platform ‘Grootindustrie’ zijn diverse initiatieven opgezet om dit gezamenlijk probleem voor de Antwerpse industrie aan te pakken. In navolging van de arbeidsmarktenquête 2006, werd in 2011 een update gelanceerd. De acties naar scholen, VDAB en overheden worden op basis van

deze analyses afgestemd op de doelgroepen. Een beter imago voor de industrie Begin 2008 werden de I-Days (Industry Days) georganiseerd, een event met als doel het op de kaart zetten van de grootindustrie van Antwerpen, het sensibiliseren van jongeren over de toekomstmogelijkheden van de industrie en het bijstellen van het imago van de industrie. Op het vlak van milieu werd via de emissiecijfersenquête aangetoond dat de emissies de voorbije 10 jaar met 40 procent zijn gedaald, terwijl de industriële productie met 10 procent is gestegen. Een nauwere samenwerking tussen havenbedrijf en industrie De samenwerking tussen de Antwerps-Wase industrie en het Havenbedrijf is versterkt, onder meer door een actieve vertegenwoordiging van het

157


platform Grootindustrie in de raad van bestuur, en de oprichting van het milieu-overleg. Dit milieuoverleg bereidt voor de raad van bestuur beslissingen voor en ondersteunt zo het duurzaam beleid van het Havenbedrijf.

Diamant Antwerpen wordt terecht a diamond’s best friend genoemd. Acht op tien van alle ruwe diamanten ter wereld worden in Antwerpen verhandeld. Daarenboven passeert meer dan de helft van alle geslepen diamanten langs Antwerpen. Het Antwerp World Diamond Centre (AWDC) vertegenwoordigt als overkoepelend orgaan de diamantsector. De sector stelt in ons land 8.000 mensen tewerk en zorgt ook voor zo’n 26.000 indirecte jobs. Antwerpen heeft als diamantstad steeds meer te kampen met internationale concurrentie: Tel-Aviv, New York, Mumbai, Dubai… De buitenlandse fiscale en economische concurrentie is groot. De sector blijft kwetsbaar voor delokalisatie en het is belangrijk een kritische massa internationale diamantairs in Antwerpen te houden. Routeplan 2012 waarschuwde dat de buitenlandse concurrenten

158

‘Bedrijven zijn geen kiezers. Hun invloed is minder tastbaar. Burgers daarentegen zullen al snel bij politici aankloppen en hun ongenoegen uiten. Een bedrijf heeft niet veel contact met het gemeentehuis. Behalve dan bij de jaarlijkse vraag om sponsoring of bij de belastingaanslag. Toch verdienen ook bedrijven alle aandacht van de politici in het gemeentehuis.’ QUOTE

zich ook rechtstreeks willen bevoorraden met ruwe diamant. Antwerpen slaagde er de afgelopen acht jaar in alle grote mijnbouwbedrijven met hun verkoopskantoor naar de Scheldestad te halen. Antwerpen ziet ook een opportuniteit in de specialisatie rond diamantfinanciering. Er is nood aan strategische promotie voor de nationale en internationale diamantsector. Er is ook nood aan transparantie. Bloeddiamant bedreigde de sector en daarom nam Antwerpen wereldwijd succesvol het voortouw

in een betere herkomstcontrole van diamant door het Kimberley Process en de invoering van het gelijknamige controlecertificaat. Het Routeplan 2012 voorzag de creatie van een cluster van juwelenbedrijven wat voor extra jobs en een nieuwe groeibeweging zou kunnen zorgen. Die cluster is er (nog) niet gekomen en heeft dus het massale verlies aan slijpactiviteiten niet kunnen compenseren. Een groeistrategie zal in overweging moeten nemen in welke mate er synergieën kunnen worden ontwikkeld met verwante sectoren zoals de juwelensector.

Routeplan 2020

– Dirk Bulteel, directeur Voka − Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland

Een terugblik

159


II. GROEIPOLEN

Koophandel de ‘Kantorennota’, die een selectie bevatte van vier toplocaties voor (hoofd) kantoren binnen de Antwerpse stadsgrenzen, gekoppeld aan het voornemen om de komende 10 jaar 600.000 m² bijkomende kantoren op deze locaties te voorzien.

van de stad, werd een stuurgroep ‘Citymarketing’ samengesteld.

Some great men have chosen Antwerp as their business headquarters before you

Tussen 2002-2009 steeg het aantal overnachtingen in Antwerpen, dit in lijn met de andere historische steden van ons land. De impact van de crisis liet zich wel sterker gelden in de Antwerpse regio. Sinds 2007 is het congrestoerisme echter afgenomen.

Verankering in een ruimtelijk STRUCTUURPLANȩ Het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen met de juridische verankering van de geselecteerde topkantoorlocaties werd door het Antwerps stadsbestuur goedgekeurd. Een intentieverklaring pps Bij de groeipolen werd er voornamelijk gekeken hoe recente groeisuccessen konden uitgebouwd worden tot een Europese leiderspositie. Het gaat over het aantrekken van Hoofdkantoren, aandacht voor Citymarketing en de start van de KunstKamer.

Hoofdkantoren De regio Antwerpen-Waasland is een aantrekkelijke regio voor (hoofd)kantoren. Haar centrale ligging ten opzichte van de Europese markt en de financiële en politieke centra, de internationale topbereikbaarheid

160

(zakenluchthaven, HST, snelwegen en haven), het diverse aanbod van hoogwaardige kantoorlocaties, de aanwezigheid van sterk economische clusters, en een aantrekkelijke levensstijl met een hoge levensstandaard tegen lage kosten, zorgen voor een duidelijk onderscheidend karakter. De uitbreiding en internationalisering van de kantorenmarkt is dan ook een van de prioriteiten van het Routeplan 2012. Een overzicht van de concrete realisaties: $EȩKANTORENNOTAȩ In 2005 publiceerde de stad Antwerpen in samenwerking met de Antwerps-Wase Kamer van

Het College van burgemeester en schepenen tekende de intentieverklaring tot oprichting van een publiek-private samenwerking tussen Stad Antwerpen en Voka − Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland om Antwerpen actief te promoten als een ideale vestigingslocatie voor hoofdkantoren van internationale bedrijven.

gebruikers in Antwerpen’ door Buck Consultants International: marketingresearch, welke zijn de doelgroepen, hoe structureer je een promotie- en marketingbeleid en de studie ‘Marketingonderzoek en USP kantoorlocaties Antwerpen’ door Ernst & Young: marketingresearch, een analyse van de marktvraag en advisering inzake operationeel promotiebeleid.

Gerichte marketing research

De oprichting van Antwerp (EADQUARTERSȩ

Onder impuls van Routeplan 2012 werden er in 2008 twee marketingstudies uitgevoerd. De studie ‘Europese kantoor-

In 2008 werd Antwerp Headquarters opgericht, een unieke publiek-private samenwerking tussen de Stad

Routeplan 2020

Een terugblik

Antwerpen en Voka − Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland. Antwerp Headquarters | Antwerp Headquarters levert advies en bijstand aan bedrijven die zich willen vestigen of willen uitbreiden in stad Antwerpen. De focus ligt hierbij op commercieel vastgoed. 1

Citymarketing Uit de ambities van Routeplan 2012 bleek duidelijk dat toerisme een mogelijk belangrijke groeimotor kan zijn voor de stad Antwerpen. Om de troeven van de stad Antwerpen beter uit te spelen, om meer welvaart te creëren en bij te dragen tot een beter imago

Een geïntegreerd citymarketingbeleid naar bezoekers en bedrijven toe is essentieel om de juiste aantrekkingskracht te kunnen ontwikkelen. In samenspraak met economische, politieke en academische stakeholders werd een visieplan ontwikkeld, onder leiding van Dirk Mertens, voormalig directeur marketing Toerisme Vlaanderen. Dit plan biedt een kader voor de toekomst van Antwerpen als shoppingstad en voor het evenementenbeleid, bepaalde de herkomst en de kenmerken van de bezoekers, en stelde hoe de stad zich diende te positioneren naar bedrijven. Voor de uitwerking van dit plan werd een publiekprivate samenwerking voorgesteld, voortgaand op een internationale benchmark van de Universiteit van Rotterdam. Door het ontbreken van een voldoende draagvlak om het voorgestelde Citymarketing plan

161


vertrekhal, het comfort op de perrons alsook de dienstverlening op de tussenniveaus zorgen voor optimale omstandigheden voor de reizigers. Voorts is de werking van de Antwerpse zakenluchthaven sterk verbeterd door de organisatie verder te professionaliseren. De uitbating van de luchthaven komt in private handen, terwijl het beheer van de infrastructuur publiek blijft. In de nabije toekomst staat de ondertunneling van de Krijgsbaan gepland, alsook de afwerking van het Diaboloproject, wat de bereikbaarheid van de luchthaven van Zaventem verder zal optimaliseren. uit te werken, is sindsdien weinig vooruitgang geboekt. Wel zijn de afgelopen vijf jaar belangrijke stappen gezet wat betreft de mobiliteit. De bereikbaarheid van de stad per spoor is aanzienlijk verhoogd, en de werking van de zakenluchthaven van Antwerpen is sterk verbeterd. De reistijd van en naar Antwerpen verminderde sterk door de aanleg van de spoortunnel onder de stad en de komst van regelmatige HST-verbindingen tussen Parijs en Amsterdam. Daarnaast is de kwaliteit van het reizen per trein verbeterd door het vernieuwde Centraal Station. De monumentale

162

KunstKamer Al meer dan 400 jaar is Antwerpen toonaangevend op het vlak van kunst en cultuur. Alhoewel kunst en cultuur een beperkt direct economisch belang hebben, vormen ze indirect een katalysator voor de economische ontwikkeling van de regio. Een levendig cultuurlandschap is een essentiële voorwaarde om onze regio aantrekkelijk te maken voor de bewoners, bedrijven en toeristen, en om talent van buiten de regio aan te trekken. Routeplan 2012 introduceerde een wisselwerking tussen de economische en de culturele wereld en zorgde voor de oprichting van de KunstKamer.

De KunstKamer is een ontmoetingsforum tussen kunst en economie. Het beleid van de activiteiten van de KunstKamer worden uitgestippeld door een werkgroep, bestaande uit ondernemers en vertegenwoordigers van de culturele ‘vuurtorens’ en van de Antwerps-Wase Kamer van Koophandel. Jaarlijks worden een viertal activiteiten georganiseerd. De tien culturele vuurtorens zijn: deFilharmonie, deSingel, HETPALEIS, Koninklijk Ballet van Vlaanderen, KMSKA, Modemuseum, MuHKA, Musea Stad Antwerpen, Toneelhuis en de Vlaamse Opera. Via het peterschapsproject PLATO komen maandelijks ondernemende juweelontwerpers samen om praktijkgerichte kennis en ervaring uit te wisselen. Ze worden daarbij begeleid door ervaren ‘peters’ zoals juweelontwerper Nico Taeymans en Edith Vervliet, directeur Flanders Fashion Institute en Creatieve Industrie Flanders DC. Tot slot is er de Boekencocktail, een regelmatig terugkerend initiatief waar spraakmakende auteurs hun meest recente boek komen voorstellen.

Routeplan 2020

‘Het komt erop aan inventiever en ondernemender, kortom ambitieuzer te zijn. Om dat elan op te roepen en te versterken, kan en moet de overheid een cruciale rol spelen. Maar dan moet de bestaande kakofonie wijken voor een geïntegreerde aanpak.’ QUOTE

– Bart Sturtewagen, hoofdredacteur De Standaard

Een terugblik

163


III. INNOVATIEVE DOMEINEN

Het Routeplan 2012 wilde hierop inspelen door een consortium van dienstverlenende bedrijven te creëren, projectontwikkelaars aan te spreken, financiële stimuli uit te werken en innovatieve verzekeringsproducten uit te werken. Routeplan 2012 stelde een aantal acties voor om de bedrijven in deze sector dichter bij elkaar te brengen, zodat ze door clustering en technologische innovatie een integraal pakket van infrastructuur en diensten aan de babyboomers kunnen aanbieden. Enquête over preferenties van ouderen

Bij de innovatieve domeinen ligt de uitdaging in het ontwikkelen en incuberen van nieuwe concepten waarvoor de regio intrinsieke sterkten heeft (dit door bijvoorbeeld de aanwezigheid van sterke spelers). Bij de evaluatie van de innovatieve domeinen moet bijgevolg de vraag gesteld worden in welke mate er nieuwe concepten en een draagvlak ontwikkeld zijn die de komende jaren een betekenisvolle bijdrage kunnen leveren aan de economische groei van de regio. Het Routeplan 2012 zag destijds groei bij de Babyboomer diensten, in de sector van Breedband en bij Innovatie en productontwikkeling.

164

Babyboomerdiensten De babyboomers van nu verschillen fundamenteel van de ‘ouderen’ van vroeger. De babyboomers zullen niet alleen de grootste generatie van ouder wordende personen in de geschiedenis worden, maar zullen ook langer en gezonder leven dan hun voorgangers. Technologie is in dit verhaal een belangrijk hulpmiddel om de producten, diensten en processen in het leven van die babyboomers te verbeteren.

Er is in 2006 bij 750 ouderen een enquête gehouden naar preferenties op het gebied van wonen, zorg- en technologiegebruik. Het opzetten van het Vlaams Netwerk voor babyboomerservices 6."3 In 2007 werd met steun van het Vlaams innovatienetwerk en in samenwerking met vier grote industriële partners (Microsoft, Philips, Siemens en Telenet) gestart met het Vlaams Netwerk voor Babyboomer Services (VNBS). Het VNBS werkt rond de ontwikkeling van producten en diensten in de sfeer van e-health,

Routeplan 2020

e-safety en e-entertainment, met woninginfrastructuur en IT als ondersteunende elementen. De eerste werkprioriteiten bestaan uit een platform voor e-services, het overwinnen van institutionele barrières in de gezondheidszorg, home automation, en bouwen en verbouwen voor ouderen. 003-proefproject met OCMW de Veldekens Berchem Routeplan 2012 gaf ook de aanzet voor een publiek-private samenwerking rond het bouwen van serviceflats die gericht zijn op het kunnen aanbieden van babyboomerservices.

Een terugblik

IMEC proeftuinen Routeplan 2012 stimuleerde het contact tussen het OCMW en IMEC, dat toepassingen ontwikkelt op het vlak van lichaamstemperatuursensoren. Zo werd de link gelegd tussen woninginfrastructuur en e-health.

Breedband De oorspronkelijke cluster ICT/ Breedband werd uiteindelijk beperkt tot enkel Breedband. Slechts weinigen weten dit, maar Antwerpen is een pionier op het gebied van breedbandtechnologie. De

dynamiek vanuit het stadsbestuur (Telepolis, later Digipolis) en de aanwezigheid van grote bedrijven zoals Agfa en Alcatel hebben ertoe geleid dat er reeds in de jaren ’90 een state-ofthe-artbreedbandinfrastructuur aanwezig was. Routeplan 2012 identificeerde verschillende opportuniteiten om de infrastructuur en expertise te gebruiken als hefboom voor vernieuwende breedbandtoepassingen in sterk ontwikkelde, regionale sectoren zoals de logistiek, de haven, financiën en medische toepassingen.

165


De Kamer was voortrekker om een incubatiecentrum voor breedbandtechnologie op te zetten op de site Petroleum Zuid. Met de steun van de Europese Commissie werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd in het kader van het Urban Programma.

verschillende bedrijven bezocht, waarvan er 99 zijn begeleid bij de vertaalslag van hun bedrijfsproblematiek naar een onderzoeksvraagstelling. Hiervan werden er een 70-tal gekoppeld aan één of meerdere onderzoeksgroepen. In totaal werkten 40 bedrijven uiteindelijk effectief samen met één of meerdere onderzoeksgroepen van de Associatie van Universiteit en Hogescholen Antwerpen. Er werd voorts, in samenwerking met de RIS organisaties in de overige regio’s, een innovatie-audit ontwikkeld.

Dit leverde een voorstel op voor de uitwerking van de hele Petroleum Zuid site, opgesteld in samenwerking met het departement Architectuur van de Hogeschool Antwerpen, en dat deels aansluit bij de bestaande plannen van de stad Antwerpen omtrent Antwerp Blue Gate. Voorts werden er diverse discussiemomenten georganiseerd waarop breedbandexperts van gedachten wisselden over de marktopportuniteiten.

Innovatie en productontwikkeling De toegenomen verscheidenheid van de vraag naar producten, de kortere levenscycli van producten en de hogere productiekosten doen de vraag naar innovatieve productontwikkeling toenemen. Een gerichte samenwerking tussen innovatieplatforms, industrie en universiteiten en hogescholen biedt daarbij kansen om innovatieve productontwikkeling te stimuleren. In 2002, tijdens de ontwikkeling van het Routeplan 2012, is door het IWT de Regionale

166

Innovatiestimulering (RIS) gelanceerd. Hierdoor zijn er meer kmo-subsidiedossiers voor innovatie bij het IWT goedgekeurd. Doel was het stimuleren en begeleiden van bedrijven en meer specifiek ’kmo’s bij innovatie. Deze taak werd door de drie provinciale Kamers van Koophandel − Voka en Innotek opgenomen. In 2006 is deze innovatiebegeleiding verder ondergebracht in een provinciale vzw, het Innovatiecentrum Provincie Antwerpen. Binnen het project Kennislink (de voorloper van Kennislink Antwerpen) werden 125

Daarnaast werd door McKinsey & Company een studie gemaakt over de speerpunten van de Universiteit Antwerpen, waarbij McKinsey objectief aflijnde welke onderzoeksgroepen erg goed presteren binnen de UA en voor welke onderzoeksgroepen een aangepaste valorisatiestrategie aangewezen is. Op basis van deze analyse is Kennislink Antwerpen ontstaan als netwerkorganisatie tussen bedrijven en de UA/ AUHA, om op die manier de link tussen bedrijven en de kennis aanwezig binnen de universiteit de verbeteren.

‘Shoot for the moon. Even if you miss, you will land among the stars.’ QUOTE

– Les Brown, Amerikaans auteur

Tot slot was er de ontwikkeling van Blikopener, een tool om ideeën te screenen op hun technologische en commerciële rijpheid (ook hier in samenwerking met de RIS organisaties in de overige regio’s).

Routeplan 2020

Een terugblik

167


QUOTE

‘Ambition is a dream with a V8 engine.’

– Elvis Presley, legendarisch rockidool

168

Routeplan 2020

169


DANKWOORD

Dit Routeplan 2020 is het resultaat van een brede samenwerking en intensief denkwerk van meer dan 250 bedrijfsleiders, stakeholders en personen die onze regio een warm hart toe dragen. Zonder hen kon dit plan niet opgesteld worden. Een speciaal woord van dank gaat uit naar: -

Het team van McKinsey en in het bijzonder naar Wouter De Ploey, Bart Delmulle, Tomas Keisers, Yves Slachmuylders, Koen Cusse, Jan De Cauwer en Toon Gyssels.

-

De vele bedrijfsleiders die zich gedurende een weekend afzonderden om te brainstormen over dit Routeplan 2020 in het Radisson Sas Hotel in Antwerpen.

-

De voorzitters van de werkgroepen: Industrie: de heer Wouter De Geest, CEO - BASF Antwerpen Haven & Logistiek: de heer Roger Roels, Executive Committee - DP World en de heer Walter Van Mechelen, voorzitter - Alfaport Diamant: de heer Ari Epstein, CEO - Antwerp World Diamond Centre (AWDC) Slimme Zorg: de heer Bruno Holthof, CEO ZiekenhuisNetwerkAntwerpen (ZNA) Duurzaam Bouwen: de heer Luc Van Maercke, gedelegeerd bestuurder - Vooruitzicht Antwerp Headquarters met Talent: de heer Bernard Van Milders, CEO - FLYINGGROUP Veelzijdig Congrestoerisme en Shopping: de heer Stephane Verbeeck, CEO - Gands Project Development Watergebonden Expertise: de heer Roger Roels, Executive Committee - DP World Intelligente Stadslogistiek: de heer Geert Schotte, CEO - Standaard Boekhandel

170

Routeplan 2020

En de medewerkers van deze voorzitters op wiens steun we steeds mochten rekenen. -

Het team van Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland: Luc Luwel, Dirk Bulteel, Sven De Vocht, Eric Van Imschoot, Katrijn De Lie, Ann Geerts, Yannick Dillen, Céline Dobbeleir, Pieter Houben, Kim Mampaey, Stephanie Molders, Tomas Thiré, Kevin Van den Brande, Sabine Van Dooren, dr. Stephan Vanfraechem en Kris Vanherpe

-

En iedereen die voor en achter de schermen meewerkte en zal meewerken aan het welslagen van dit plan.

Tot slot een welgemeende dank aan: Alle politici en beleidsmakers die dit Routeplan 2020 zullen meenemen en uitdragen en zo mee helpen aan het bereiden van de recepten voor een slimme regio.

171


Colofon 5ITGEGEVENȩDOORȩ,INKEROEVERȩ5ITGEVERSȩNVȩ Voor Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland Zetel Antwerpen: Markgravestraat 12 - 2000 Antwerpen TEL ȩ ȩ ȩ ȩ ȩFAXȩ ȩ ȩ ȩ E MAIL ȩINFO ANTWERPEN VOKA BE :ETELȩ7AASLAND ȩ+LEINEȩ,AANȩ ȩnȩ ȩ3INT .IKLAAS TEL ȩ ȩ ȩ ȩ ȩFAXȩ ȩ ȩ ȩ E MAIL ȩINFO WAASLAND VOKA BE www.voka.be/antwerpen-waasland www.routeplan2020.be Verantwoordelijke uitgever ,UCȩ,UWEL ȩ-ARKGRAVESTRAATȩ ȩ ȩ ȩ!NTWERPEN (OOFDREDACTIE +ATRÖNȩ$Eȩ,IE Redactie Magenta Uitgeverij – McKinsey Eindredactie %RICȩ6ANȩ)MSCHOOT ȩ4OMASȩ4HIRdzȩENȩ+ATRÖNȩ$Eȩ,IE Vormgeving Ruth Vanvelthoven Act Agency &OTOGRAlEȩ *ESSEȩ7ILLEMSȩ 4Oȩ7ILL Studio Associato Secchi-Viganò p. 93 Stad Antwerpen p. 142 &OTOȩCOVERȩ*ESSEȩ7ILLEMSȩ 4Oȩ7ILL +EUKENFOTOgSȩWERDENȩGENOMENȩINȩRESTAURANTȩ",&,2ȩINȩ+APELLEN $RUKȩ!LBEȩ$Eȩ#OKER ,ETTERTYPE AvenirNext - Antwerp ȟȩ5ITGEVERÖȩ,INKEROEVERȩ5ITGEVERSȩNV ȩ ISBN 978 90 5720 472 2 $ȩ ȩ ȩ NUR 780/903 .IETSȩUITȩDEZEȩUITGAVEȩMAGȩWORDENȩVERVEELVOUDIGDȩEN OFȩOPENBAARȩGEMAAKTȩDOORȩ MIDDELȩVANȩDRUK ȩFOTOKOPIEȩOFȩOPȩWELKEȩANDEREȩWÖZEȩOOK ȩZONDERȩVOORAFGAANDEȩ SCHRIFTELÖKEȩTOESTEMMINGȩVANȩDEȩUITGEVER .OȩPARTȩOFȩTHISȩBOOKȩMAYȩBEȩREPRODUCEDȩINȩANYȩFORM ȩBYȩPRINT ȩPHOTOPRINTȩORȩANYȩOTHERȩ MEANS ȩWITHOUTȩWRITTENȩPERMISSIONȩOFȩTHEȩPUBLISHER ȩ

172

Routeplan 2020

173


Heeft u een reactie, opmerking, suggestie over de inhoud van Routeplan 2020, laat het ons dan weten via routeplan.aw@voka.be.

174

Routeplan 2020

175


2OUTEPLANČŠ ČŠ ISČŠ ONZEČŠ TOEKOMSTVISIEČŠ VOORČŠ DEČŠ ECONOMISCHEČŠ ontwikkeling van de regio Antwerpen-Waasland. Geen doelpunt zonder doel! Niet alleen bedrÄłven hebben een actieplan, ook een REGIOČŠHEEFTČŠVISIEČŠNODIG ČŠ2OUTEPLANČŠ ČŠISČŠGEVOEDČŠVANUITČŠDEČŠPRAKTĂ–K ČŠ vanuit het bedrÄłfsleven, en definieert verschillende stuwmotoren en groeipolen waarvan de economische gezondheid essentieel is voor onze welvaart. Waar zÄłn we sterk in, wat zÄłn onze ambities en welke zÄłn nieuwe economische opportuniteiten voor onze regio tot 2020?

BARCODES INTERTEXT Vr $%# % * %( #" Telef!! * Telefax 03 290 00 10 &teur: VOKA Titel: Routeplan 2020

www.linkeroeveruitgevers.be ISBN 978-90-5720-472-2

176

18

Routeplan 2020


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.