Automation Magazine nr 234 (NL)

Page 1

THE LARGEST PROFESSIONAL COMMUNITY IN INDUSTRIAL AUTOMATION

234

JANUARI - FEBRUARI 2024

11.000 SUBSCRIBERS

DOSSIER

Driemaandelijks tijdschrift van InduMotion vzw – 54e jaargang Januari - februari 2024. Afgiftekantoor Turnhout – P309959

AUTOMATED GUIDED VEHICLES p20 – Startschot bij SMC voor

derde module scholenproject met RTC’s

p24 – Dr.ir. Danielle Baetens adviseert

innovatieve bedrijven bij aanvraag subsidies

p34 – Kim Aerts (KoMotion) wint Automation Magazine Award


ATB Automation Mechanics Motion Control


EDITO DOOR HUGUES MAES / VOORZITTER INDUMOTION

EEN GEAUTOMATISEERDE FLOW VAN PRODUCTIE EN LOGISTIEK Wanneer u dit leest, heeft u vermoedelijk uw kerstcadeaus in gebruik genomen, doorgegeven, geruild of teruggestuurd. De bergen met geschenken in uitpuilende magazijnen zijn ietwat afgenomen – pas na Valentijn wordt het écht rustiger – en postbodes en koeriers kunnen opnieuw ademhalen. Op logistiek vlak is de eindejaarsperiode een huzarenstuk want miljoenen geschenken vinden hun weg naar een plekje onder de kerstboom, en in dat traject hebben mobiele robots een groot aandeel.

Handen en benen kosten geld In de jaren ’50 van de vorige eeuw werden de eerste Automated Guided Vehicles (AGV) getest. Inmiddels is de sector van AGV’s en Autonomous Mobile Robots (AMR) exponentieel gegroeid dankzij een reeks technologische evoluties die het gebruik van dergelijke mobiele robots makkelijk maken. Je kan ze nu in de fabriek niet meer wegdenken want ze zijn één van de Industrie 4.0 bouwstenen. De termen AGV en AMR worden door elkaar gebruikt. Toch is er een duidelijk onderscheid tussen de twee. Automated Guided Vehicles kunnen autonoom rijden, maar ze doen dat op vooraf gedefinieerde routes en daar mogen ze in feite niet van afwijken. Autonomous Mobile Robots daarentegen, zijn ‘vrije vogels’ en hebben geen afgebakende routes, zij moeten zelf hun omgeving analyseren en hun weg vinden.

‘Tijdens de zevende editie van INDUMATION stellen 240 bedrijven hun innovatieve producten en diensten voor.’

Een modern magazijn of een grote fabriek zonder mobiele robots is in deze tijd ondenkbaar. Handen en benen kosten geld, en een geautomatiseerde flow van productie en logistiek is cruciaal om concurrentieel te blijven. AGV’s en AMR’s zijn een volwaardig onderdeel geworden van het productieproces. Opvallend is dat de bewegingen van die mobiele robots almaar meer moeten worden afgestemd op andere processen. De AGV was in het verleden een statische carrier

die eindeloos zijn geprogrammeerde route volgde. Nu is de mobiele robot dynamisch ten opzichte van zijn omgeving en zijn er communicatieplatformen nodig voor links naar andere toepassingen. Een boeiende evolutie waarmee u kan kennismaken in het centrale dossier van dit nieuwe nummer van Automation Magazine. Beursvloer is uitverkocht Als mede-organisator van INDUMATION.BE 2024 hopen we tijdens deze grootste industriële beurs van de Benelux iedereen op de stand van onze beroepsorganisatie InduMotion te kunnen ontvangen. Kortrijk Xpo is van 31 januari tot 2 februari 2024 immers opnieuw het epicentrum van de Belgische maakindustrie. Tijdens de zevende editie van INDUMATION stellen 240 bedrijven hun innovatieve producten en diensten voor. Met twee grote gewapende conflicten in de wereld (Oekraïne & Gaza), onzekere geopolitieke verschuivingen, hogere rentes, het volume in de Europese orderboeken van onze machineindustrie dat in 2023 is teruggelopen en Europese demografiecijfers die een tekort aan geschoolde werkkrachten lijken te bestendigen … is er niet meteen veel om te juichen. Maar de INDUMATION beursvloer is uitverkocht en het optimisme is groot! Aan de start van dit nieuwe jaar willen we alvast onze adverteerders, de InduMotion leden en vooral onze lezers bedanken, want dankzij hun interesse is Automation Magazine uitgegroeid tot het grootste en belangrijkste vakblad met informatie over aandrijftechniek en automatisering in België. Namens InduMotion wens ik alle lezers van Automation Magazine een gezond, inspirerend en succesvol 2024!

www.automation-magazine.be

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 3


Hands-on workshops voor uw industrie Volg 2 workshops en bespaar € 75 (excl. btw)!

Elke dag automatiseert de industrie verder. En u wilt/moet mee blijven, om zo efficiënt en flexibel mogelijk te produceren. Vandaag en morgen. Dus: uw kennis blijven bijspijkeren. Maar ook dat zo efficiënt mogelijk. De oplossing? Volg onze nieuwe hands-on workshops van maart tot juni, en krijg de laatste ontwikkelingen snel en voordelig in de vingers. Met theorie en vooral heel veel praktijk. Leer snel en voordelig alles over: 1. Automatiseren in TIA Portal V18 2. Starten met visualiseren in WinCC Unified V18 3. Baanbrekende procescontrole: SIMATIC PCS neo 4. Dimensioneren en configureren van aandrijvingen in Motion Interesse in een of meerdere workshops? Aarzel dan niet en schrijf u snel in via www.siemens.be/industryworkshops. Meer info of vragen? Neem gerust contact op met ons Customer Care Center via sitrain.be@siemens.com.

4

visit us @ INDUMATION Hall 6 610 A/B/C

Waarom deelnemen? • Leer heel veel bij op korte tijd, in de theorie en veel praktijk • Tegen een erg voordelige prijs • Mét extra korting als u 2 workshops volgt


INHOUD

INDUMOTION InduMotion vzw is de beroepsfederatie voor bedrijven gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch), die als producent, officiële invoerder of verdeler op de Belgische markt actief zijn. Lid van het Europees comité CETOP. vzw InduMotion Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht BTW BE0431 258 733 Secretariaat: Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@indumotion.be RAAD VAN BESTUUR Hugues Maes (SMC Belgium): Voorzitter Bart Vanhaverbeke (Voith Turbo) : Ondervoorzitter Marcel De Winter (Service-Hydro): Secretaris-generaal Guy Mertens (Act in Time): Penningmeester Vincent De Cooman (WITTENSTEIN): Bestuurder Luc Roelandt (Stromag): Bestuurder Jean-Marc Orban (Festo): Bestuurder Pieter Vansichen (Cobotracks): Bestuurder TOEZICHTHOUDERS Adriaan De Potter (Protec) Maciej Szygowski (Doedijns Fluid Industry)

P3 EDITO Een geautomatiseerde flow AUTOMATION MAGAZINE Automation Magazine is een driemaandelijkse uitgave van de beroepsfederatie InduMotion vzw. Het verschijnt in maart, juni, september en december. REDACTIE redactie@automation-magazine.be www.automation-magazine.be ADVERTEREN Moïzo - Peter De Vester peter@moizo.be tel. +32 3 326 18 92 mob. + 32 497 55 15 41

LAY-OUT Hans Bungeneers www.brontosaurus-graphics.be OPLAGE 8.300 ex. NL + 2.700 ex. FR De advertenties en artikelen in Automation Magazine worden ter goedkeuring voorgelegd aan het redactiecomité. Alle advertenties die betrekking hebben op technieken en producten voor industriële automatisering komen in aanmerking voor publicatie.

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Hugues Maes vzw InduMotion Provinciesteenweg 9 – 3150 Haacht

De artikelen en nieuwsberichten zijn door de redactie geselecteerd. Zij verschijnen gratis en bevatten geen publiciteit. De auteurs zijn verantwoordelijk voor hun teksten.

info@indumotion.be www.indumotion.be

Automation Magazine wordt uitgegeven door InduMotion vzw. Een abonnement op dit vaktijdschrift is gratis en u kan dit aanvragen via het InduMotion secretariaat: gerda.vankeer@indumotion.be. Conform de Europese GDPR-wetgeving stellen wij u in kennis dat Automation Magazine hiervoor uw naam, bedrijf (optioneel) en adres bewaart. Deze informatie wordt nooit met derden gedeeld. U kan uw gegevens altijd via Gerda Van Keer opvragen en laten aanpassen of verwijderen.

REDACTIECOMITE Ludo De Groef, Marcel De Winter, Claudia Liedl, Hugues Maes, Guy Mertens, Patrick Polspoel, Roger Stas, Maxime Vansichen, Filip Vanwynsberghe. SECRETARIAAT Gerda Van Keer, tel. +32 471 20 96 73 gerda.vankeer@indumotion.be info@automation-magazine.be REALISATIE Magenta Uitgeverij Lange Winkelhaakstraat 26 – 2060 Antwerpen Jean-Charles Verwaest info@magenta-uitgeverij.be tel. +32 475 44 57 91

Automation Magazine paraît aussi en français.

van productie en logistiek P5 INHOUD P7 DOSSIER ‘Automated Guided Vehicles’ P20 Startschot bij SMC voor derde module scholenproject P23 AGORIA Vertraging van technologische industrie in derde kwartaal P24 INTERVIEW Dr.ir. Danielle Baetens adviseert innovatieve bedrijven bij aanvraag subsidies P27 BECKHOFF: Krachtige voedingsmodules voor motion- en robottoepassingen P29 InduMotion brengt een bezoek aan Soudal P31 Nieuw co-creatiecentrum voor productie en innovatie in Kortrijk P32 Mondelez kiest voor elektrische aandrijvingen P34 Kim Aerts (KoMotion) wint Automation Magazine Award 2023

© InduMotion 2024 Coverfoto © Siemens

P37 TECHTELEX AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 5


AGV’S EN AMR’S MAKEN FLEXIBELE OPLOSSINGEN VOOR DE PRODUCTIE EN LOGISTIEK TOEGANKELIJK


DOSSIER DOOR ERWIN VANVUCHELEN

Terwijl de eerste Automated Guided Vehicles (AGV) al in de jaren ’50 van de vorige eeuw gebouwd werden, is de sector van AGV’s en Autonomous Mobile Robots (AMR) pas de afgelopen jaren in een echte stroomversnelling terechtgekomen. Aan de ene kant zijn er een reeks technologische evoluties die het gebruik van de machines toegankelijker maakt. Aan de andere kant vragen moderne concepten als Industrie 4.0 om het soort van flexibele oplossingen dat door AGV’s geboden wordt. Hoewel de definities niet in normen zijn vastgelegd en de termen soms door elkaar gebruikt worden, is er een duidelijk onderscheid tussen AGV’s en AMR’s. Automated Guided Vehicles kunnen autonoom rijden maar ze doen dat op vooraf gedefinieerde routes waar ze in principe niet van mogen afwijken. Bij Autonomous Mobile Robots zijn er geen routes vastgelegd en is het aan de machines zelf om hun omgeving te analyseren en zich een weg te banen. Vaak is het echter de vormfactor die bepaalt of de term AGV of AMR gebruikt wordt. Bij zware machines is het immers niet gebruikelijk om ze zelf een weg te laten zoeken, waardoor de term mobiele robots synoniem wordt voor de kleine, lichte machines die dat wel mogen. In de praktijk zijn er dan weer tal van uitzonderingen met AGV’s die in bepaalde zones wel de vrijheid krijgen om af te wijken van hun route, bijvoorbeeld om een obstakel te ontwijken. Langs de andere kant wordt de term mobiele robots ook gebruikt voor kleine machines die in feite wel geleid worden, bijvoorbeeld via tags of barcodes op de vloer. De meest gekende mobiele robots – die van Amazon – zijn daar een mooi voorbeeld van. In de picking zones waar ze gebruikt worden om rekjes met goederen van en naar de operatoren te brengen, is er op de vloer een raster gemaakt met tags die virtuele paden voor de robots definiëren. AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 7


Laser scanners of LIDAR Toen de Amerikaan Arthur Barrett met zijn bedrijf Barrett Electronics in 1954 de allereerste AGV bouwde – hij noemde het een “Guide-O-Matic” – werd de navigatie gedaan via een draad aan het plafond die een radiosignaal uitzond dat de machine kon volgen. Dat principe bleef decennia lang de meest gebruikte methode voor de navigatie van AGV’s, al werd de geleider om praktische redenen meestal in de vloer aangebracht. Alternatieven voor deze methode zijn het volgen van gekleurde lijnen of magnetische strips op de vloer. Vandaag gebeurt navigatie van AGV’s meestal met laser scanners of LIDAR sensoren waarmee de machine de afstanden die het meet tot reflectoren of andere reflecterende oppervlakken kan gebruiken om zijn positie te bepalen. De routes die het toestel moet volgen zijn dan aangeduid op een kaart waarop ook de posities van de reflectoren zijn aangeduid zodat de AGV via triangulatie kan verifiëren of hij niet van zijn route afwijkt. Een alternatief voor laser scanners is het gebruik van visiesystemen, waarbij dan typisch stereocamera’s ingezet worden die ook diepte kunnen waarnemen. Deze methode is flexibeler dan navigatie met laser scanners, maar doorgaans

minder betrouwbaar. Er wordt gebruikgemaakt van statistische methodes om variaties die er onvermijdelijk zijn in de beelden, op te vangen. Een andere moderne methode voor navigatie is het gebruik van een GPS-systeem. Dat kan in principe indoor met een dedicated systeem, maar in warehouses is het niet evident om tussen de rekken overal een goede ontvangst te hebben. Voor outdoor toepassingen is het wel een populaire methode omdat ze zeer eenvoudig is en bij het gebruik van een vast referentie-ontvanger ook zeer nauwkeurig. SLAM-algoritmes En dan zijn er dus ook de Autonomous Mobile Robots die geacht worden om zelf een weg te zoeken naar hun bestemming. Daarbij wordt gebruikgemaakt van een technologie die Simultaneous Localization and Mapping (SLAM) genoemd wordt. In theorie is het principe hiervan zeer eenvoudig want in plaats van een kaart met routes op te stellen laat men de robots zelf een kaart samenstellen. Dat kan door opnieuw gebruik te maken van laser scanners of LIDAR sensoren en alle reflecties die waargenomen worden, te noteren als een puntenwolk.

De navigatie van AGV’s en AMR’s gebeurt meestal op basis van laser scanners of LIDAR sensoren waarmee de machine afstanden meet tot reflectoren of andere reflecterende oppervlakken.

8


DOSSIER Ook camera-gebaseerde systemen worden hiervoor gebruikt. Zij hebben het voordeel dat het met artificiële intelligentie mogelijk is om objecten te herkennen zodat een meer volledige kaart ontstaat. Een uitdaging bij zowel laser scanners als visiesystemen is dat de robot opeenvolgende waarnemingen moet samenvoegen tot een kaart wat alleen kan als die een idee heeft van de weg die hij ondertussen heeft afgelegd. Dat kan op basis van encoders, en eventueel een gyroscoop, maar brengt onvermijdelijk onnauwkeurigheden met zich mee. Er is dan ook een hele discipline ontstaan, gelinkt aan artificiële intelligentie, waarin methodes ontwikkeld worden om tot betrouwbare kaarten te komen. Flexibele productieprocessen Hoewel de SLAM-algoritmes veelbelovend zijn, wordt in industriële en logistieke toepassingen meestal nog gekozen voor traditionele navigatietechnieken met vooraf gedefinieerde routes. Het systeem is dan beter voorspelbaar, met een hogere betrouwbaarheid. Toch worden elementen uit de SLAM-benadering al gebruikt om AGV’s in bepaalde omstandigheden toe te laten om bijvoorbeeld rond een

obstakel te navigeren wanneer zich dat onverwacht op zijn weg zou bevinden. Werken met vooraf gedefinieerde paden betekent overigens niet dat dat de AGV’s gebonden zijn aan vaste trajecten. In grotere projecten ontstaat al snel een heel netwerk van segmenten en knooppunten die door de traffic control software gebruikt kunnen worden om tot een flexibel en adaptief geheel te komen. Het is die flexibiliteit die AGV’s vandaag zeer gebruiksvriendelijk maakt omdat ze operatoren en geautomatiseerde toepassingen toelaat om met een grote variatie aan transportorders te werken. In toepassingen rond Industrie 4.0 kan dat zover gaan dat elke werkpost in een fabriek een mogelijke bestemming wordt voor AGV’s en AMR’s, niet alleen voor de bevoorrading van assemblagecellen, maar ook om de werkstukken zelf en de tools die nodig zijn op de juiste momenten op de juiste plaats te krijgen. Op die manier worden de AGV’s en AMR’s cruciale schakels in het creëren van flexibele productieprocessen.

DE OPEN WERELD VAN AGV’S EN AMR’S De tijd dat AGV’s gesloten systemen waren met een duidelijk afgebakende taak is heel lang gangbaar geweest, maar nu voorbij. In de meeste toepassingen is hun werking vandaag veel meer verweven met de productieprocessen, wat vraagt om open controlesystemen en open fleet management software. In die zin zijn het ook toepassingen waar de link tussen IT en OT onontbeerlijk is, wat opnieuw de noodzaak benadrukt van open systemen. De stijgende populariteit van AGV’s en AMR’s past in een reeks van nieuwe trends in de industrie die vaak worden aangeduid met de noemers Factories of the Future en Industrie 4.0. ‘Eén van de grote uitdagingen is het flexibiliseren van de productie én logistiek en de daaraan gekoppelde productstromen’, zegt Jurgen De Wever bij Siemens. ‘Bedrijven hebben dat nodig om diverse redenen: hun productiviteit verhogen, sneller en efficiënter te kunnen inspelen op de wisselende noden van hun klanten, maar ook om een antwoord te vinden op de moeilijke zoektocht naar gekwalificeerd personeel. Autonome, mobiele systemen bieden hierin heel wat mogelijkheden die veel verder gaan dan het automatiseren van het verplaatsen van goederen. We zien dat bedrijven de oefening maken om hun productie -en logistieke processen helemaal anders in te richten. Het inzetten van AGV’s en AMR’s creëert op dat vlak bijkomende mogelijkheden.’

waarin de AMR’s een volwaardig onderdeel geworden zijn van het productieproces. Maar ook in toepassingen waar het enkel om de interne logistiek gaat, ziet men dat de bewegingen van de mobiele carriers vaker afgestemd moeten worden op andere processen. Waar een AGV vroeger een black box was die ongestoord zijn vaste route bleef herhalen, heeft men open platformen nodig die op verschillende niveaus kunnen communiceren met andere toepassingen. In de productie en de logistiek moeten de bewegingen van de mobiele carriers vaak afgestemd worden op andere processen.

Een mooi voorbeeld van Siemens in dat verband is een procesinstallatie in een voedingsbedrijf waar ingrediënten in het verleden gemixt werden via een heel netwerk van leidingen, kleppen en pompen tussen een reeks vaten. In een nieuwe opstelling rijden mobiele robots met kuipen tussen de vaten om de ingrediënten op te halen. Dat biedt meer flexibiliteit en een hogere productiviteit omdat productwissels direct kunnen worden doorgevoerd. Het is meteen ook een goed voorbeeld van een applicatie

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 9


Voor de PLC op de carrier biedt het platform een bibliotheek waaruit geselecteerd kan worden in functie van de keuzes die gemaakt worden bijvoorbeeld in de kinematica van de wielen en de navigatie.

Geavanceerde navigatieoplossingen Bij Siemens heeft men een dergelijk open platform (Simove), dat zowel oplossingen voor de sturing van de individuele voertuigen omvat als de fleet management software die bovenliggend de orchestratie van het geheel verzorgt. ‘Voor de PLC op de carrier biedt het platform een bibliotheek waaruit geselecteerd kan worden in functie van de keuzes die gemaakt worden bv in de kinematica van de wielen en de navigatie’, zegt Jeroen Pieters van Siemens. ‘Daarbovenop komt een laag software die men in docker containers dan draaien om bijvoorbeeld meer geavanceerde navigatieoplossingen in te bouwen. Dat creëert de openheid om software van derde partijen te gebruiken of software voor specifieke toepassingen te schrijven die naadloos kan interageren met de sturing van de AGV.’ Siemens biedt hierin zelf de navigatiesoftware aan. De software maakt typisch gebruik van laser scanners voor de positiebepaling maar er kan bijvoorbeeld ook voor GPS-navigatie gekozen worden. De software biedt ook SLAM-functies waarbij een AGV bijvoorbeeld voortdurend alternatieve routes zoekt die genomen kunnen worden wanneer er zich op een voorgeprogrammeerde route een

obstakel bevindt. Bij de implementatie van SLAM-functies is het ook mogelijk om zones te definiëren waarin bepaalde regels gelden – bijvoorbeeld zones waar de AGV niet mag komen of waar die niet mag afwijken van zijn route. Link tussen IT en OT Vervolgens is er de fleet management software waarin de coördinatie van een vloot AGV’s en AMR’s gebeurt. Dit is typisch ook het niveau waar de link gelegd wordt tussen IT en OT omdat de fleet management software aan de ene kant communiceert met de voertuigen en aan de andere kant gegevens uitwisselt met andere softwarepakketten zoals warehouse management systemen. Aan de OT-zijde kan de openheid gegarandeerd worden door het gebruik van de VDA5050 standaard die de taal vastlegt waarin fleet management software communiceert met AGV’s en mobiele robots. Zo werd de fleet management software van Siemens vorig jaar gebruikt in de AGV Mesh-Up – een evenement waaraan tal van AGV-fabrikanten deelnemen om de communicatie volgens actuele stand van VDA 5050 uit te testen in een parcours.

Mobiele robots en AGV’s zijn toepassingen waarin typisch de link gelegd wordt tussen IT en OT.

10


DOSSIER

AGV’s maken soms deel uit van de productieprocessen, bijvoorbeeld wanneer ze gebruikt worden als productdragers – in casu een blauwe Maserati – als alternatief voor platformen op conveyors.

INDUSTRIËLE AMR'S Autonome, mobiele systemen bieden heel wat mogelijkheden om de productie en de logistiek te flexibiliseren.

Een van de aspecten waarin de integratie met productieprocessen duidelijk wordt – ook voor pure logistieke toepassingen – is het toenemend belang van geavanceerde routeplanners. ‘Daarbij kijkt de routeplanner niet langer bij elke nieuwe opdracht welke AGV er beschikbaar is maar houdt die ook rekening met nieuwe opdrachten die er staan aan te komen’, zegt Jurgen De Wever. ‘Het doel is om met een gepast aantal AGV’s een maximale efficiëntie te bekomen.’ Deel van productieprocessen Een speciale toepassing is nog waar de AGV’s zelf deel uitmaken van de productieprocessen, bijvoorbeeld omdat ze gebruikt worden als productdragers, als alternatief voor platformen op conveyors. ‘Voor de orchestratie is dat een

HUPICO zet BeeWaTec's krachtige BARY-systemen in als oplossing voor soepele, autonome intralogistieke processen. Deze industriële AMR's bieden schaalbaarheid, modulaire flexibiliteit en naadloze samenwerking. De robuuste betrouwbaarheid van deze systemen maakt ze ideaal voor veeleisende industriële omgevingen. Dankzij SLAM (Simultaneous Localization and Mapping) met op contour gebaseerde navigatie wordt een snelle en moeiteloze installatie bekomen. Deze autonome robots zijn volledig vrij configureerbaar en kunnen op elk moment dynamisch van route veranderen, waardoor de complexiteit van uw logistieke processen aanzienlijk wordt verlaagd. www.hupico.be

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 11


Veiligheidstechniek voor de Machinebouw

w w w . e u c h n e r. b e

MGB2 Modular

Multifunctional Gate Box Veiligheidssysteem met vergrendeling Modulair ontwerp, flexibel combineerbaar Busmodule met ProfiNet / ProfiSafe Tot 6 deuren op één busmodule

visit us @ INDUMATION Hall 6 633

EUCHNER (BENELUX) BV

Uitbreidingsmodule MCM voor nog meer functies Categorie 4 / PLe conform ISO 13849-1

I

P O S T B U S 11 9

I

N L- 3 3 5 0 A C P A P E N D R E C H T

I

+31 ( 0 )78 615 47 6 6

I

INFO@EUCHNER.BE

Vanaf heden ook uw partner voor:

Bosch Rexroth

Linear Motion Technology Lineaire railsystemen & spindelaandrijvingen: kogelrailgeleidingen, rails, bussen, assen, spindels en meer ... leverbaar uit voorraad! Herstellingen servomotoren & drives

Contacteer REM-B HYDRAULICS voor mee info over Bosch Rexroth’s Linear Motion Technology producten

12

Rouwbergskens 5, 2340, Beerse

+32 14 62 28 60

info@remb.be

www.rem-b.com

we care about hydraulics


DOSSIER

Twee AGV’s staan klaar om vanuit het laadplatform voor vrachtwagens alle aangeleverde producten naar hun bestemming in de fabriek te vervoeren.

Bij de Turnhoutse siliconenproducent Soudal gebruikt men tussen de verschillende productielijnen AGV’s van AVT om grondstoffen en afgewerkte producten te verplaatsen.

relatief eenvoudige toepassing omdat de AGV’s een vast parcours afleggen’, zegt Jeroen Pieters. ‘Ook de navigatie wordt dan eenvoudig omdat men met lijnen op de grond of inductielussen kan werken. Anderzijds liggen de vereisten voor dergelijke machines inzake betrouwbaarheid veel hoger omdat men niet de redundantie heeft zoals in logistieke processen. Het voordeel van mobiele platformen is dat men meer flexibiliteit kan creëren in de productie en dat het eenvoudiger wordt om aanpassingen aan te brengen aan een productielijn.’ Een ander concept dat in het kader van Industrie 4.0 vaak aangehaald wordt, is dat van flexibele productiecellen waarbij het niet de producten zijn die verplaatst worden, maar de tools die via mobiele platformen aan- en afgereden worden in functie van de behoefte. ‘Dit is - daar waar zinvol - reeds een realiteit in onze eigen producties zoals bij onze productiesite te Amberg in de Duitse deelstaat Beieren. Een van de concepten hierin is dat een product in de ontwerpfase niet alleen een Bill of Materials krijgt maar ook een Bill of Processes’, legt Jurgen De Wever uit. ‘Op basis daarvan is er een lijst van skills die nodig zijn om het product te assembleren. Aan de andere kant hebben robotcellen en andere tools een lijst van skills die ze aankunnen zodat automatisch bepaald kan worden welke tools er nodig zijn om het product te maken. Hoe de productie vervolgens het best georganiseerd wordt, hangt af van een hele reeks factoren, maar het spreekt voor zich dat het gebruik van mobiele systemen op basis van AMR’s er een belangrijke rol in kan spelen.’

Mobiele platformen vergen een performant datanetwerk, zoals hier met SIMOVE in het 5G Testcenter van Siemens.

www.siemens.be

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 13


Bij de veiling in Hoogstraten verzorgt een outdoor AGV het transport tussen twee gebouwen.

AGV’S OOK GEBRUIKT VOOR TRANSPORT ZWARE LASTEN De wereld van AGV’s is zeer divers, met kleine wagentjes die bakjes met componenten vervoeren om productielijnen te bevoorraden tot reusachtige transportsystemen die soms tot honderden tonnen verplaatsen. Bij AVT Europe ziet men dat ook in die zware transporten, die in het verleden veelal manueel bediend werden, steeds meer voor automatisering met AGV’s gekozen wordt. AVT Europe in Essen (destijds opgestart door Luc Van Thillo) is gespecialiseerd in die zware transporten. Momenteel wordt er een AGV gebouwd die in de haven stalen buizen tot 500 ton zal verplaatsen. De machine telt maar liefst 32 aangedreven wielen. Net daarnaast wordt in de productiehal een ander project gerealiseerd met kleine, compacte machines die in de automobielindustrie componenten naar de productielijn zullen brengen. ‘AGV’s zijn altijd maatwerk’, zegt Björn Van den Broeck, Teamleader Electrical Engineering in de afdeling Transport Solutions van AVT Europe. Dat maatwerk gaat vaak ook verder dan louter de AGV’s. In de divisie Automatisering worden projecten gedaan met robotica en conveyors – projecten die samen met de AGV’s soms een groter geheel vormen. Sinds 2018 is AVT Europe een onderdeel van VINCI Energies, de groep waar ook Actemium deel van uitmaakt. De samenwerking met dat bedrijf maakt nog grotere automatiseringsprojecten mogelijk. 14

Traffic Control System ‘AGV’s worden vaak ingezet voor het transport tussen zones’, zegt Björn Van den Broeck. ‘In een magazijn worden goederen bijvoorbeeld na het picken klaargezet op tafels. Een AGV komt zo een tafel dan opnemen en brengt die naar de productie of een laadkade waar de verdere verwerking overgenomen wordt. In een toepassing kunnen tientallen posities gedefinieerd zijn waar tafels opgepikt of afgezet kunnen worden. De TCS-software (Traffic Control System) kijkt bij een nieuwe opdracht welke AGV beschikbaar is en welke route die machine kan nemen.’ Het gebruik van lage tafels wordt vaak toegepast voor de handling door AGV’s omdat het voor de machines eenvoudig is om eronder te rijden en zo een tafel vervolgens op te heffen. De tafels zelf kunnen manueel, met een vorkheftruck of bijvoorbeeld ook door een robot beladen en ontladen worden. Toch zijn er nog tal van andere mogelijkheden,


DOSSIER waarbij de bovenbouw van een AGV aangepast wordt aan de toepassing bij een klant. In het eerder aangehaalde project in de automobielindustrie, bijvoorbeeld, heeft elke AGV zijn eigen tafel bij waarop tapijtbaantjes gemonteerd zijn die transportbakjes kunnen overnemen van een rollenbaan. De AGV zet de tafel eerst neer zodat een stabiele basis bekomen wordt. Tegelijk wordt de pin die aan de rand van de vaste rollenbaan de bakjes tegenhoudt, door de AGV naar beneden geduwd, zodat de bakjes verder rollen en door de tapijtbaantjes op de tafel worden overgenomen. Lineaire aandrijvingen Voor de aandrijving van dit soort applicaties in de bovenbouw op een AGV werkt AVT vaak samen met Act In Time. In dit geval gaat het om twee elektrische cilinders die de tafel op de grond zetten zodat de aansluiting met de vaste rollenbaan bekomen wordt. In andere toepassingen worden de aandrijfunits met de wielen soms naar beneden geduwd om een tafel op te nemen. Björn Van den Broeck: ‘Voor ons is het belangrijk om in functie van het gewicht en het aantal bewegingen dat in een toepassing gemaakt wordt, de juiste aandrijving te kiezen. Een partner zoals Act In Time helpt ons bij die selectie.’

AVT Europe bouwt AGV’s die soms honderden tonnen verplaatsen. Ook in die zware transporten stijgt de vraag naar automatisering.

De drive units met de wielen vormen samen met de sturing een systeem dat AVT zelf ontwikkeld heeft. Door de wielen aan beide zijden in tegengestelde richting aan te sturen, kan de AVG in een smalle ruimte 90° om zijn as draaien. De sturing laat ook toe om het voertuig te laten crawlen, wat wil zeggen dat het in een diagonale richting kan voortbewegen. In de AGV met 32 aangedreven wielen vergt dat heel wat coördinatie. Virtuele wegen met referentiepunten Indien een AGV een vaste route heeft in een zone waar verder niemand moet komen, gebeurt het dat de machine op rails gezet wordt, maar meestal rijden de AGV’s vrij rond in een open ruimte. Al lijkt dat in de meeste gevallen enkel zo. ‘In de praktijk worden er virtuele wegen gemaakt waar de AGV op rijdt’, legt Björn Van den Broeck uit. ‘Naast die wegen worden er vaste referentiepunten bepaald zoals muren of palen waar de machine met een Lidar of laser scanner kan verifiëren of hij nog perfect op zijn weg zit. Algoritmes waarbij een robot zelf een route kan uitzoeken is niet iets wat je wil loslaten op een machine die tientallen tonnen aan materiaal vervoert. Dat wil daarom niet zeggen dat de AGV aan een vaste route gebonden is. De virtuele wegen zijn gesegmenteerd zodat het TCS voor elke opdracht de ideale route kan uitzoeken.’ Daarbij aansluitend verdient het aanbeveling om de AGV’s in zones waar ook andere activiteiten plaatsvinden, voorrang te geven. AVT realiseerde bij de veiling in Hoogstraten bijvoorbeeld een project waar een AGV buiten goederen transporteert tussen een verpakkingsbedrijf op het terrein en de veiling zelf. Het voertuig is overdekt en heeft intern een rollenbaan waarop meerdere paletten geplaatst kunnen worden. De AGV heeft een vaste route tussen de twee gebouwen maar deelt het terrein waarover die route loopt

SPELINGARME AGV TANDWIELKASTEN De GL-serie tandwielkasten van Apex Dynamics zijn speciaal ontwikkeld voor AGV toepassingen. Ze kunnen een hoge radiale belasting aan omdat het koppel door de uitgaande flens overgedragen wordt en de kracht door het roterende huis. De kracht grijpt aan tussen de lagers waardoor deze enkel wordt belast op kracht en niet op kiepkoppel. Daarnaast heeft de GLserie schuine vertanding voor een hoge gelijkloop, is hij zeer spelingsarm, stil en bestand tegen schokken. Als gevolg van de compacte opbouw heeft de GL-serie een inbouwdiepte van 30 mm en is het ontwikkeld met een startkoppelcompensatie: als de motor linksom draait, dan draait de uitgaande flens rechtsom. Het gevolg is minder trilling in het systeem bij dynamisch gebruik. www.apexdyna.nl

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 15


GEWICHTSBESPARING DANKZIJ ONDERHOUDSVRIJE MOTION PLASTICS De betrouwbaarheid en energie-efficiëntie van een AGV kunnen aanzienlijk worden verhoogd met motion plastics van igus. Smeermiddel- en onderhoudsvrije iglidur tribopolymeerlagers, die worden gebruikt in de kantelinrichtingen en schaarhoogwerkers van AGV’s, zijn tot 60 procent lichter dan metalen lagers. Vezels en vulstoffen versterken de lagers voor het opnemen van hoge krachten en randbelastingen en geïntegreerde vaste smeermiddelen zorgen voor een onderhoudsvrije droge werking. Het igus AGV-assortiment omvat ook elektrisch aangedreven spindelmodules, die zijn uitgerust met

onderhoudsvrije polymeervoeringen en spindelmoeren. Igus heeft ook de bijpassende kabelrupskabels in haar productassortiment, met of zonder plug-in connectoren, inclusief kabels die kunnen worden gebruikt in AGV's die in koelcellen werken bij temperaturen tot -35 graden Celsius. www.igus.be

Maakt alles heel eenvoudig. cyber® iTAS® system 2 – Het aandrijfsysteem voor AGV.

Service is eenvoudig

Connectiviteit is eenvoudig

Performance is eenvoudig Veiligheid is eenvoudig

Vlakke constructie is eenvoudig

WITTENSTEIN – één zijn met de toekomst cyber-motor.wittenstein.biz

16

c yb er motor


Het gebruik van lage tafels wordt vaak toegepast voor de handling door AGV’s omdat het voor de machines eenvoudig is om eronder te rijden en zo een tafel vervolgens op te heffen.

De AGV scant zijn omgeving en geeft zijn status weer via signaalverlichting. Zo kunnen mensen en machines in dezelfde ruimte actief zijn. Het bouwen van AGV’s is veelal maatwerk – aangepast aan specifieke producten en omgevingen.

met ander verkeer van vrachtwagens die komen laden en lossen. De regel daarbij is dat de AGV altijd voorrang heeft. Uiteraard is de machine ook voorzien van laser scanners die de machine tot stilstand brengen als er iets op zijn weg staat. Daarbij worden speciale safety scanners voor buiten gebruikt – scanners die bij regen en sneeuw het onderscheid kunnen maken tussen de reflecties van die weersinvloeden en echte objecten. Maar de AGV altijd voorrang geven is gewoon veel efficiënter dan de machine zelf een weg omheen obstakels te laten zoeken. Flexibele productielijn Een relatief nieuwe trend in de wereld van AGV’s is ze te gebruiken in de plaats van een ketting of conveyor in assemblagefabrieken. Door elk product op een AGV te plaatsen kan een zeer flexibel productieapparaat gecreëerd worden waarbij producten indien nodig tijdelijk uit de lijn gehaald kunnen worden of afgeleid kunnen worden naar speciale werkposten. ‘We hebben een dergelijk project bij de productie van landbouwmachines waar AGV’s de machines voort trekken doorheen de assemblagelijn. Aan het eind, wanneer de wielen op de landbouwmachine geplaatst worden, verdwijnt de AGV via een lift in de grond om weer naar de start van de lijn gebracht te worden. In die applicatie worden de AGV’s geleid via datamatrix codes op de grond. Voor de bouw van treinen maken we ook oplossingen waarbij twee voertuigen onder het begin en het eind van een treinstel

virtueel gekoppeld worden. In die oplossing wordt het eerste voertuig manueel bediend door een operator terwijl het tweede geprogrammeerd is om het eerste te volgen. Daar gebruiken we een semi-automatisering waarbij de operator de verplaatsing bedient maar het toestel ook de lijnen op de grond kan volgen.’ ‘Door maatwerk te leveren kunnen we voor elke toepassing de meest geschikte oplossing uitwerken’, besluit Björn Van den Broeck. ‘De vraag naar een verdere automatisering van interne transporten is groot. Met AGV’s kunnen we hierop een antwoord bieden door performante, flexibele systemen te bouwen.’ www.a-vt.be www.actintime.be AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 17


‘VOERTUIGEN ZIJN ZICH BEWUST VAN OMGEVING EN LADING’ Er zit almaar meer intelligentie in AGV’s waardoor ze gebruiksvriendelijker en flexibeler worden. Bij Mabo E&A ziet men hierin een belangrijke verklaring voor de stijgende vraag naar deze machines. Waar AGV’s vroeger dedicated systemen waren, afgestemd op één specifieke opdracht, zijn ze vandaag flexibel inzetbaar in een brede range aan toepassingen. De firma Mabo in Lier heeft twee divisies: Mabo BeNeLux, dat logistieke oplossingen aanbiedt zoals zijladers, meeneemheftrucks en smallegangheftrucks, en Mabo E&A, dat automatiseringsoplossingen voor de intralogistiek ontwikkelt en bouwt. Dat laatste zijn vooral AGV-applicaties. Het bedrijf heeft een eigen R&D-afdeling en zet sterk in op het ontwikkelen van eigen software, zowel voor fleet management als voor het besturen van de voertuigen. ‘Er zit steeds meer intelligentie in de machines en we willen echt wel voorop lopen in deze trend’, zegt Bram Mariën die in het familiebedrijf verantwoordelijk is voor de AGV’s. ‘Door de technologische ontwikkelingen zijn de applicaties veel toegankelijker geworden. In het verleden waren het starre systemen, ontwikkeld door ingenieurs voor ingenieurs. Vandaag kunnen operatoren ze op een heel intuïtieve manier beheren en aanpassen. De voertuigen zijn zelf in staat om te reageren op hun omgeving en ze zijn zich ook bewust van de lading die ze vervoeren.’ Routeoptimalisatie Een van de domeinen waarin de technologie sterk evolueert, is in de navigatie en routebepaling. ‘Routeoptimalisatie is een belangrijk thema in AGV’s’, zegt Bram Mariën. ‘Wanneer er bottlenecks ontstaan, willen we dat de voertuigen hun rijgedrag kunnen aanpassen en andere routes kiezen om hun doel te bereiken. Het is een vorm van machine learning waarbij de software zelf tot een optimale organisatie van het verkeer komt. De voertuigen zijn zich bewust van hun omgeving en kunnen zich daaraan aanpassen.’ Voor de navigatie van de voertuigen wordt in de meeste toepassingen gebruikgemaakt van

Een custom AGV voor grote ladingen wordt geprogrammeerd en getest bij MABO zodat die bij de klant meteen aan de slag kan.

Lidar-sensoren en reflectoren die in de omgeving zijn aangebracht. Zo kunnen de AGV’s hun positie ten opzichte van die reflectoren precies bepalen. SLAM-algoritmes, waarbij mobiele robots zelf hun omgeving in kaart brengen om een route uit te stippelen, worden in industriële toepassingen nog niet veel gebruikt. ‘Om een hoge betrouwbaarheid te bekomen is het logischer om de beschikbare routes op voorhand vast te leggen. Dat betekent echter niet dat elk voertuig aan een bepaalde route gebonden is. In dat opzicht gebruiken we elementen van de SLAM-technologie zodat AGV’s zelf een route kunnen kiezen en aanpassen, bijvoorbeeld wanneer een andere AGV een obstakel op een van de routes waargenomen heeft. De software baseert zich hierbij op een kaart maar de routes op die kaart zijn wel vooraf gedefinieerd. Dat is de beste manier om een betrouwbaar en performant systeem te bekomen.’ Plaatsbesparing Een mooie applicatie waarin de voordelen van routeoptimalisatie tot uiting komen, is een project dat MABO E&A realiseerde bij een bedrijf actief in metaalbewerking. Daar worden AGV’s ingezet om dragers met plaatstaal uit het magazijn te halen en naar de bewerkingsmachines te brengen. De operator aan een machine hoeft daarbij enkel op te geven welk materiaal hij nodig heeft. De AGV kiest zelf de optimale route, waarbij rekening gehouden wordt met de posities van de andere machines in het magazijn. Een groot voordeel in dit project is dat een aanzienlijke plaatsbesparing gerealiseerd kon worden. Omdat de mogelijke routes en alle maneuvers van de AGV’s nauwkeurig bepaald

Omdat AGV’s zeer nauwkeurig zijn in hun rijgedrag, kunnen ze in compacte omgevingen ingezet worden.

18


DOSSIER zijn, hebben ze zelfs bij dit soort omvangrijke ladingen weinig extra ruimte nodig. Daardoor kan de opslag van goederen veel compacter gemaakt worden. ‘Voor de machinebeveiliging betekent het dat de AGV ook rekening moet houden met de omvang van de lading en zijn gedrag daaraan moet aanpassen. Dat vergt bijkomende sensoren en intelligentie’, zegt Bram Mariën. Variatie in ladingen En dat brengt ons bij het tweede domein waarin AGV’s, naast de navigatie, steeds intelligenter en daardoor ook flexibeler worden: het feit dat moderne machines zich bewust worden van hun lading en zich daar ook aan kunnen aanpassen. ‘We doen veel projecten met een grote variatie in te behandelen goederen. Bedrijven willen dan niet voor elke taak een aparte AGV hebben’, zegt Bram Mariën. Dat resulteert bijvoorbeeld in een machine met hefmast waarin de vorken versteld kunnen worden in functie van de op te nemen lading. Met behulp van sensoren of een camera kan de AGV verifiëren of het juiste type lading aangeboden wordt. Vervolgens kan ook het rijgedrag aangepast worden om rekening te houden met de afmetingen of het gewicht van de lading. Op die manier ontstaat een grote flexibiliteit die de gebruikers veel vrijheid geeft in de toepassing, terwijl het systeem zelf continu bewaakt dat alles correct en veilig gebeurt. Bovendien kan een dergelijke toepassing via machine learning continu geoptimaliseerd worden. ‘Er wordt continu data verzameld waaruit de voertuigen kunnen leren’, legt Bram Mariën uit. ‘Als er bij het oppikken van een lading op een bepaalde locatie bijvoorbeeld steeds een side shift van de vorken moet gebeuren om de lading correct op te nemen, kan de AGV leren om zich een volgende keer iets anders te positioneren zodat die extra beweging niet meer nodig is. Om dit mogelijk te maken hebben we dus ook betrouwbare netwerken nodig om alle data in realtime door te sturen en te analyseren.’ Nauwkeurige hydrauliek Hoewel de aandrijving van de AGV’s doorgaans elektrisch is, wordt voor heftoepassingen vaak gebruikgemaakt van hydraulica – zeker als het zware lasten en/of grote hoogtes betreft. VB Parts is bij MABO E&A een van de vaste leveranciers van hydraulische componenten. Het cruciale selectiecriterium hierbij is precisie. ‘Met sensoren en camera’s worden alle bewegingen van de machine gecontroleerd en kunnen ze ook bijgestuurd worden. Maar voor een performante, efficiënte werking willen we dat elke beweging van de eerste keer correct is. Voor de hydrauliek betekent het dat we ventielen gebruiken die we zeer nauwkeurig kunnen regelen. Een grote nauwkeurigheid en precisie zodat er geen fouten gemaakt worden – daarin zit een van de grote voordelen waarom mensen voor AGV’s kiezen.’

www.mabo-automation.com www.hydrauliek-vbparts.be

COMPACT AANDRIJFSYSTEEM MET GEÏNTEGREERDE VEILIGHEIDSFUNCTIES WITTENSTEIN lanceerde op de Hannover Messe onder de naam cyber® iTAS® system 2 een compact, performant aandrijfsysteem voor AGV’s en AMR’s dat bestaat uit een servo drive met geïntegreerde safety functies en een compacte actuator met een payload van 750 kg per wiel. De actuatoren kunnen aangedreven worden als een regelbaar differentieel wat het mogelijk maakt om het voertuig om zijn as te laten roteren. De geïntegreerde safety functies in het cyber® iTAS® system 2 omvatten een tweekanaals Safe Torque Off (STO) met optionele Safe Brake Control (SBC) en een safe encoder emulatie voor het monitoren van de snelheid en positie. De communicatie tussen de drives en de controller van het voertuig gebeurt over een safety veldbus zoals PROFIsafe. Met deze functies kan het cyber® iTAS® system 2 gebruikt worden in toepassingen die veiligheidsniveau SIL 2 en PL d vereisen. Het maakt het mogelijk om AGV’s en AMR’s op een veilige manier in te zetten in omgevingen waar ook mensen werken. www.wittenstein.biz

AGV’s vereisen nauwkeurige hydrauliek zoals het Bucher high performance LVS sectioneel ventielblok met flow-sharing technologie.

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 19


In het trainingcentrum van SMC konden de lesgevers kennis maken met de onderdelen van de nieuwe derde module.

STARTSCHOT BIJ SMC VOOR DERDE MODULE SCHOLENPROJECT Leven is leren, en met behulp van Regionale Technologische Centra (RTC’s) en bedrijven als SMC, Beckhoff, SICK, igus, Siemens, Rubix, Motix en Narviflex worden jongeren in contact gebracht met de nieuwste technologieën. Inmiddels is het startsein gegeven voor de derde module van het TSI 4.0 scholenproject. Midden oktober organiseerde SMC op hun hoofdkwartier in Wommelgem trainingsdagen voor de deelnemers. Telkens werd gestart met een verwelkoming en een praktische infosessie waarna er een toelichting volgde voor het gebruik van sensoren en vervolgens konden alle deelnemers hun lesmateriaal afhalen. Samen met SMC-trainer Patrick Gijbels heeft pneumaticaspecialist SMC een aantal jaar geleden een uniek modulair trainingstraject gecreëerd, genaamd Training System Industry 4.0 (TSI 4.0), om de volgende generatie technici voor te bereiden op de technologieën van morgen. Dit traject, verspreid over vier jaar, introduceert elk jaar een bouwpakket dat een cruciaal onderdeel van een hedendaags productieproces vertegenwoordigt. Bouwpakketten vormen een minifabriek Deze bouwpakketten kunnen zelfstandig functioneren of geïntegreerd worden met de modules van voorgaande jaren. Samengevoegd vormen ze een minifabriek waarin elke nieuwe jaargang een innovatieve technologie toevoegt aan het productieproces. Dit simulatieproces bereidt de studenten voor op wat ze in de praktijk zullen tegenkomen.

20

De modulaire opzet geeft scholen de vrijheid om te bouwen en te experimenteren met de nieuwste technologieën. Dit geldt niet alleen voor elke afzonderlijke module, maar ook voor de integratie van alle modules samen. De mogelijkheden zijn eindeloos. Zo komt een waslijst aan technieken aan bod: onder meer sensoren zoals inductieve, capacitieve, through beam, kleursensor, reed switch... , RFID, Encoders, IO-link veiligheidssystemen (flexiloop), valbeveiliging, noodstop... PLC-programmering, vacuumtechnologie, grippertechnologie, pneumatische en elektrische assen, valve terminals, 3D-printing, CNC-bewerking, lekdetectie, energie-efficiëntie, elektrisch en mechanische & pneumatische opbouw… Het project is een samenwerking met RTC Limburg, RTC Vlaams-Brabant, RTC West-Vlaanderen, en partners zoals SICK Sensor Intelligence, Beckhoff Automation, Siemens, Rubix, igus GmbH, Motix en Narviflex Group. Momenteel zijn reeds 42 scholen enthousiast betrokken bij dit project en momenteel voltooien ze module 3. Het is echter mogelijk om op elk moment in het trainingstraject te stappen en te beginnen met module 1.


ONDERWIJS/SMC BEELD: WIM DANEELS

SMC-trainer Patrick Gijbels legt uit wat er in 2024 op het programma staat.

De partners van het project: SICK, Beckhoff, Siemens, Rubix, igus, Motix en Narviflex waren eveneens bij SMC in Wommelgem aanwezig.

De deelnemers konden na de training hun lesmateriaal mee naar hun school nemen.

De lesgevers volgden met aandacht de uitleg over de nieuwste sensortechnieken.

Waardering voor alle bedrijfspartners Karin Wauters, projectmanager RTC Vlaams-Brabant is blij met de samenwerking. ‘In dit project krijgen leerlingen de bijzondere kans om vertrouwd te raken met IO-link, RFID, veiligheidsrelais en de diverse componenten binnen de pneumatiek. We willen alvast onze waardering uitspreken voor alle bedrijfspartners die zich jaar na jaar inzetten om onze jongeren te begeleiden in dit leerzame traject.’

‘Dit is echt een unieke samenwerking tussen 3 RTC’s en enkele privé partners om scholen een leerrijk en betaalbaar project aan te bieden. Bedankt hiervoor aan alle initiatiefnemers, lesgevers, alle partnerbedrijven en deelnemers. Ik zag echt sterk werk van studenten tijdens deze derde module van ons TSI 4.0 scholenproject. De toekomst is duidelijk in goede handen, en dat maakt ons bij SMC bijzonder fier’, reageert Hugues Maes, managing director SMC Belgium .

Een RTC (Regionaal Technologisch Centrum) fungeert als schakel tussen het bedrijfsleven en het onderwijs. Een RTC zorgt voor een betere afstemming van onderwijs en opleiding met de noden van de arbeidsmarkt. Concreet wil dit zeggen dat men ervoor zorgt dat leerlingen én ook leerkrachten arbeidsmarktgerichte technische en technologische competenties verwerven. Er is een RTC in elke Vlaamse provincie.

Info: Wil je meer weten over dit project? Of wil je zelf aan de slag met de modules? Neem dan zeker contact op met SMCcollega Rob Esselens (r.esselens@smc.be). Hij staat klaar om al uw vragen te beantwoorden.

www.smc.be

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 21


visit us @ INDUMATION Hall 5 540

100% Connectivity Festo AP Technologie CPX-AP Dankzij deze nieuwe communicatietechnologie linkt u met een PLC naar keuze en kan u met slechts één veldbusknoop tot 79 devices aansturen. De voordelen van een gedecentraliseerde en modulaire architectuur worden zo flexibel gecombineerd zonder bijkomende dure interfacemodules.

Multiprotocol Servodrive CMMT-AS-MP Overstappen naar de nieuwste generatie servoaandrijvingen zonder risico of complexiteit. Deze Multiprotocol servodrive kan zowel via Profinet, EtherCat, EthernetIP en Modbus met uw PLC communiceren, en ondersteunt de motionen driveprofielen Profidrive & CiA402.

Allin-one Servodrive Multiprotocol CMMT-AS-MP

22


AGORIA

VERTRAGING VAN TECHNOLOGISCHE INDUSTRIE IN DERDE KWARTAAL 2023 In het derde kwartaal wordt de vertraging van de bedrijvigheid van de technologische industrie bevestigd. Met + 1,5% wordt het kleinste verloop op jaarbasis sinds de covidcrisis opgetekend.

Bedrijvigheid in de technologische industrie

Op sectorniveau blijft het verloop in de meeste gevallen positief. We stellen echter wel een stagnatie vast in ITServices en een achteruitgang in de non-ferro, gieterijen & basisverwerking van metaal en in de machinebouw. De automobiel & overige transportmiddelen evenals elektro blijven daarentegen bijzonder dynamisch.

Verloop van de bedrijvigheid in de sectoren 6 m/2023 6 m/2022

Q3/2023 Q3/2022

9 m/2023 9 m/2022

TOTAAL

5

1,5

3,5

Non-ferro, gieterijen en basisverwerking van metaal

-10

-11

-11

Metaalproducten

-1

2,5

0

Elektro, optics & ICT en elektronische apparatuur

9,5

7,5

8,5

Machinebouw

5

-1,5

4

17,5

11

15

Telecom

3

2,5

3

IT-Services

5

0

3

Automobiel & overige transportmiddelen

NBB-barometer van de verwerkende sectoren van de technologische industrie

Net zoals in de eerst jaarhelft worden de prestaties bepaald door drie factoren. De eerste is de algemene conjunctuur, waarvan het verloop tot nu toe beter was dan verwacht. Ten tweede zijn de productiebelemmeringen verder afgenomen, al is de situatie nog altijd niet zoals vóór 2020. Ten slotte – en dit houdt verband met de vorige factor – is de uitvoering voortgezet van de 'achterstallige' bestellingen die het gevolg zijn van de uitzonderlijke belemmeringen waarmee de Belgische technologische industrie in 2021 en 2022 werd geconfronteerd.

Verbeteringen aan het einde van 2023? Aan het einde van het jaar zou weinig verandering komen in de toestand van de verwerkende sectoren van de technologische industrie. Hun barometer is een paar punten onder het langetermijngemiddelde blijven schommelen. De ondernemingen van deze sectoren beoordelen hun conjunctuur als ongunstig, evenwel zonder pessimistisch te worden. De barometer van IT-Solutions lijkt zich daarentegen te herstellen. Zijn laatste drie waarden zijn aanzienlijk beter dan wat de meeste maanden aan het begin van het jaar werd opgetekend. Deze sector zou in het vierde kwartaal weer een positieve ontwikkeling moeten laten zien.

We verwachten dan ook dat onze sectoren het over het geheel genomen iets beter zullen doen dan in het derde kwartaal. Voor het volledige jaar zou de bedrijvigheid van de technologische industrie met 3% tot 3,5% groeien.

www.agoria.be

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 23


‘ZONDER TITEL MOEST IK TÉ DIKWIJLS UITLEGGEN DAT IK GEEN ADMINISTRATIEVE MEDEWERKSTER WAS’ DR.IR. DANIELLE BAETENS ADVISEERT EN BEGELEIDT BEDRIJVEN BIJ SUBSIDIEAANVRAGEN VOOR INNOVATIES De school en haar omgeving vertelden aan Danielle Baetens dat ze beter niet voor de studie van burgerlijk ingenieur kon kiezen, dat was misschien te hoog gegrepen. Danielle zette echter door en bouwde een mooie loopbaan uit die leidde naar een eigen onderneming. Naast de focus op punten op een rapport, moet volgens Danielle de maatschappij ook leren kijken naar de passie van meisjes en hen ondersteunen in het maken van een gerichte keuze. Danielle Baetens wilde piloot worden, maar koos uiteindelijk voor de richting van burgerlijk ingenieur scheikunde. Momenteel is ze zaakvoerster van Grant@vice in Schilde, waar ze als consultant kmo’s en grote bedrijven adviseert en begeleidt inzake subsidies en innovaties. Waarom koos u voor ingenieursstudies, wat maakte deze richting voor u zo aantrekkelijk? Dr. ir. Danielle Baetens: ‘Mijn keuze voor een ingenieursstudie is ingegeven door de hoge cijfers die ik haalde tijdens mijn middelbare studies. De leerkracht wiskunde stimuleerde ons om het ingangsexamen te doen, hoewel hij dacht dat het té zwaar zou zijn en we niet zouden slagen. Ik denk nu eerder dat hij angst had dat we niet zouden slagen en dit een blaam zou zijn voor hem.’ ‘Een jaartje voor mij, was er ook iemand van de school - een jongen - aan ingenieursstudies begonnen. Hij was dus geslaagd voor de toelatingsproef. Ik had het gevoel dat ik dit 24

ook moest kunnen. Er was nog een andere collega-student die ook aan burgerlijk ingenieur zou beginnen en een meisje dat nog twijfelde tussen arts en ingenieur. Samen met haar heb ik de toegangsproef voorbereid. Ik weet nog dat het een warme zomer was en dat wij moesten studeren terwijl anderen al vakantie hadden. Het is ons allebei gelukt. Ik heb verder gedaan en zij is voor arts gegaan. Mijn initiële idee was om het diploma te halen om dan later aan te sluiten bij een vliegopleiding. Eenmaal ik afgestudeerd was, wilde ik eerst centjes verdienen en bleef ik aan de universiteit een jaartje werken. Na dat jaar was de studie om piloot te worden plots een heel pak duurder geworden en heb ik besloten aan de universiteit te blijven en eerst een doctoraat te halen.’ ‘Naast piloot worden, had ik niet echt een specifieke ambitie met mijn diploma. Ik was zoals veel jongeren op die leeftijd best nog op zoek naar wat ik graag deed. Ik kwam niet uit een gezin waar er ingenieurs waren en ik had er ook geen


INTERVIEW DOOR JEAN-CHARLES VERWAEST

contact mee. Het was dus niet dat ik iets nastreefde. Ik wist gewoon dat het een diploma was waarmee ik vele richtingen uit zou kunnen en ik op die manier de kans zou hebben om te ontdekken wat ik graag deed. Trouwens, had ik destijds naar het toenmalige PMS (Psycho-Medisch-Sociale Centra, nu CLB - Centra voor Leerlingenbegeleiding) geluisterd, dan zou ik nooit aan burgerlijk zijn begonnen. Zij dachten dat ik het nooit zou halen, dat mijn gezondheid in de weg zou staan. Ondertussen weet ik beter. Mijn gezondheid was toen niet OK, dat klopt, alleen, … dat werd mede veroorzaakt door een schoolsysteem waarin ik onvoldoende uitdagingen kreeg.’ Hoe verliep uw loopbaan en kreeg u als vrouw alle kansen? ‘Kreeg ik kansen als meisje? Ja en neen. Aangemoedigd ben ik niet, ik heb mijn eigen weg gezocht. Thuis was er een rolmodel en tegelijk was het er ook niet. Ja, mama zorgde 100% voor het huishouden en tegelijk werkte ze ook heel hard mee als zelfstandige. Ik heb mijn ouders veel zien werken en werkte zelf veel mee. Ik deed dat gewoon graag. Zomervakanties kenden we niet, het was de hele zomer werken in ons ijssalon. In de winter gingen we 2 weekjes skiën, dat was onze vakantie. Papa heeft me ook altijd mijn vrijheid gegeven. Hij heeft me nergens toe gepusht, was bezorgd wat ik zou bereiken en of ik gelukkig zou zijn. Hij was trots dat ik slaagde en zelfstandig kon zijn, vooral dat, die zelfstandigheid, van niemand afhankelijk moeten zijn. Na de universiteit ging ik bij VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) in Mol werken. Ik werkte als onderzoekster voornamelijk op implementaties bij klanten.' 'Door mijn ervaring met subsidies aan de unief, hielp ik collega’s met hun subsidieaanvragen en stelde er ook op voor ons eigen team. Die aanvragen opstellen, kwam er als extra bij. Het hoorde niet tot mijn normale taken. Uiteindelijk werd het mijn hoofdjob, als senior manager bij Deloitte en later als director bij Ernst & Young (nu EY). Bij deze twee van de ‘Big 4’s heb ik wel gemerkt dat het voor vrouwen minder eenvoudig is om hogerop te geraken. Dat ik het tot director bracht, vond ik al een mooie prestatie. Ik heb dit wel nooit als een gevecht ervaren. Het is jammer dat het systeem zo was, en ik was blij met wat ik wél kon bereiken. Ik merkte dikwijls dat klanten anders naar vrouwen dan naar mannen keken. Zo heb ik er voor moeten strijden om op mijn naamkaartje Dr. Ir. als titel te mogen dragen. Immers, bij Deloitte was het toen niet de gewoonte dat een titel op het kaartje stond. Zonder die titel moest ik té dikwijls uitleggen dat ik geen administratieve medewerkster was. In 2010 heb ik dan mijn huidig bedrijf opgericht waar ik me toeleg op subsidies. In die functie heb ik nooit ervaren dat vrouw zijn belemmeringen heeft.’ Waarom kiezen zo weinig meisjes voor technischwetenschappelijke richtingen? ‘Ik denk dat dit best een moeilijk vraag is. Als je ze stelt aan jonge meisjes zal je steevast wellicht als antwoord krijgen dat ze of niet slim genoeg zijn, of niet weten wat het inhoudt. Of een ander antwoord dat veel voorkomt: namelijk dat jongens gepusht worden en meisjes niet om ingenieur te

worden. En net als men jong is, heeft men dat extra duwtje nodig. Ik ben actief lid van het bestuursorgaan van onze ingenieursvereniging ie-net. Wij stimuleren jongeren, meisjes én jongens, om kennis te maken met de STEM-richtingen en organiseren activiteiten waar ouders samen met hun kinderen geïnspireerd worden in techniek en wat ingenieurs allemaal doen. We zien dat zowel jongens als meisjes deelnemen en dat dit een positief effect heeft op jongeren wanneer ze een studiekeuze moeten maken. Zowel de ouders als de jongeren zijn dankbaar dat we dit doen.’ U werkte voor VITO, Deloitte en EY, wat was daar professioneel het belangrijkste dat u heeft geleerd? ‘In elke job die ik heb gedaan, was steeds het inzetten van mijn analytisch geest het belangrijkste. Dit gecombineerd met samenwerken, nooit denken dat een ingenieur alles kent. Elke taak, elke realisatie vraagt om verschillende inzichten en de samenwerking tussen verschillende profielen met ieder hun eigen kennis. Iets met passie doen, is eveneens van groot belang en dat merkte ik overal, voor mij is dat de rode draad. Een typische uitspraak: “gelijk hebben en gelijk krijgen zijn niet aan elkaar gelijk”, telt zeker voor een ingenieur. Het is altijd van belang de persoon te begrijpen voor wie men een opdracht uitvoert, enkel dan kan een opdracht slagen. Werken met empathie en authenticiteit levert altijd het meeste succes op, oprecht begrip tonen. En tot slot, nooit opgeven, als je ergens in gelooft moet je er voor blijven gaan.’ ‘Ik ben blij voor elke stap die ik heb gezet, van puur onderzoek naar toegepast onderzoek, van een onderzoeksomgeving naar een corporate omgeving. Wat betekent: onderaan de ladder beginnen en stelselmatig andere rollen opnemen. Ik ben daarom erg dankbaar dat ik in mijn jeugd de kansen had om ook mijn ouders te helpen in hun zaak en zo het ondernemerschap van jongsaf te leren. Ook dat heeft me geholpen in mijn carrière bij Deloitte en EY. Trouwens, een ander belangrijk iets is dat je overal leert dat je moet blijven bijleren.’ U bent ondernemer met uw eigen consultancybedrijf Grant@vice. Wat doet u exact? ‘Bij Grant@vice begeleiden we startende ondernemers, bedrijven (van kmo’s tot multinationals) en onderzoeksinstellingen, om de subsidieregelgeving te ontwarren en leiden we hen naar innovaties die worden ondersteund met de juiste subsidies. We weten dat mensen succesvolle ondernemers willen zijn en daarvoor de juiste financiële middelen nodig hebben om innovaties te realiseren. Het is daarom dat wij al zoveel ondernemers geholpen hebben om de juiste subsidies te verwerven die hun projecten helpen lanceren.’ ‘Zowel starters als multinationals helpen om hun innovaties te ondersteunen door financiële middelen te vinden, geeft mij een enorme voldoening. Als ik de bedrijven zie die letterlijk vanaf nul zijn begonnen en ondertussen tot mooie AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 25


ondernemingen zijn uitgegroeid, dan doet mij dat nog elke dag veel plezier. En ook multinationals zien beslissen om onderzoek hier in België te doen omdat ze de juiste financiële steun krijgen, ook dat geeft mij energie.’

sterke marketing: de mond-tot-mond reclame. Aangezien ik nog meer ondernemers wil helpen om de juiste subsidies te vinden, wil ik hen bereiken om naar de inspiratie-events te komen en daarvoor is gerichte marketing nodig.’

Wat zijn uw ambities en wat zijn volgens u de grootste uitdagingen voor Grant@vice? ‘De grootste uitdagingen voor Grant@vice zijn dezelfde als voor eender welk bedrijf, mee blijven met de tijd, oren en ogen open houden en weten wat er op ons afkomt en juist inspelen op die toekomst. Ik heb recent een gelijkgestemd iemand gevonden, iemand die net als ik kwaliteitsvolle dossiers als kernwaarde heeft en als persoon ook een hart voor mensen heeft. Het is dan ook mijn ambitie om de krachten te bundelen en nog een extra boost te geven aan Grant@vice.’

Welke raad zou u geven aan meisjes die ingenieur willen worden? ‘Tja, als lid van de ingenieursvereniging ie-net moet ik natuurlijk zeggen: neem contact met ons op. En dit reeds voor je aan de studies begint! Ik meen dat ook echt, daar zitten zoveel mensen die allemaal bereid zijn om jongeren te inspireren, om hen te tonen welke soorten jobs er allemaal zijn, welke variëteit aan uitdagingen je hebt met een ingenieursdiploma. Onze leden kunnen jongeren mee op hun pad nemen en hen tonen welke mooie meerwaarde ingenieurs de samenleving bieden en hoe jongeren meisjes als ingenieurs - van betekenis kunnen zijn voor onze maatschappij. En tot slot: geloof altijd in jezelf, ontdek waar je energie van krijgt en ga voor je passie.’

‘Door corona en de mantelzorg-taken heb ik mijn droom om inspiratie-events te organiseren op een laag pitje moeten zetten, daar wil ik vanaf april 2024 verandering in brengen. Mijn grootste uitdaging daarbij zal zijn om door een gerichte marketing nog meer ondernemers te inspireren om deel te nemen. Ik ben het gewoon dat nieuwe klanten tot bij ons komen omdat ze doorverwezen worden, de typische en meest

www.ie-net.be www.grantadvice.be

visit us @ INDUMATION Hall 5 541

26


BECKHOFF KRACHTIGE VOEDINGSMODULES VOOR MOTION- EN ROBOTTOEPASSINGEN

De nieuwe 48 V/40 A voedingsmodules van MX-System zijn beschikbaar in versies voor onder andere de AMI8100 geïntegreerde servoaandrijvingen, het XTS intelligente transportsysteem en de ATRO modulaire industriële robot.

Op de vraag wat het beste alternatief is voor machines zonder schakelkasten, is Beckhoff's MX-System het passende antwoord. De integratie van functionele modules op een backplane systeem creëert een water- en stofdicht geheel van metalen behuizingen die geschikt zijn voor het automatiseren van uiteenlopende productieoplossingen. In lijn met het basisprincipe van de MX-System worden de nieuwe 48 V voedingen op een basisplaat gemonteerd en voorzien van de primaire spanning via de gestandaardiseerde systeeminterface zonder manuele bedrading. Dit kan de 3-fasige netspanning of de 600 V gelijkspanning van het aandrijfsysteem zijn. Net als alle MX-System-functieblokken worden de voedingen deel van het EtherCAT-netwerk via de tweede MX-System interface. Deze data-interface biedt ook de mogelijkheid om de 48 V spanning naar de basisplaat te voeren. In dit geval kunnen zowel de 48 V DC als de 24 V DC gebruikt worden door de overeenkomstige functieblokken.

Bescherming leidingen en kabels In overeenstemming met de normvereisten zijn maatregelen voor de bescherming van de leidingen en kabels geïntegreerd in de voedingen voor elke sleuf aan de uitgangszijde. Meerdere voedingen kunnen ook worden aangesloten op een basisplaat en parallel worden gebruikt om bijvoorbeeld piekbelastingen op de uitgangen te balanceren.

De meest voorkomende toepassingen voor de nieuwe voedingsmodules zijn motion toepassingen. Hier biedt het MX-System-portfolio al functiemodules die 48 V leveren als voedingsspanning voor servoaandrijvingen en stappenmotoren. Bij de introductie van de MX-System werden corresponderende voedingen met 10 A en 20 A uitgangsstroom aangekondigd. Er zijn zowel modules die uitsluitend op de backplane werken, als 40 A-varianten die ervoor zorgen dat 48 V DC-apparaten ook rechtstreeks kunnen worden aangesloten via connectoren aan de voorkant van het functieblok.

Een andere speciale eigenschap is de mogelijkheid van de voedingen om regeneratieve energie direct terug te voeren naar het voedingsnetwerk van de machine, zoals de energie die wordt gegenereerd tijdens het remmen van de servomotoren. Hierdoor zijn geen extra externe remweerstanden nodig. Net als alle MX-System-modules ondersteunen de nieuwe voedingen ook de Beckhoff Service app voor handige hardwarediagnose.

De connectoren aan de voorkant vergemakkelijken niet alleen de stroomtoevoer naar externe apparaten, maar bieden ook een directe verbinding met het EtherCAT-netwerk.

www.beckhoff.com/mx-system AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 27


Geschikt voor SEW, Siemens, Bosch Rexroth, Lenze, Heidenhain, Beckhoff, B&R, Baumüller en vele andere ...

Bestel snel uw ready-to-connect motor kabels!

Verzendklaar in 7 dagen.

visit us @ INDUMATION Hall 6 616

Tel. 03-330 13 60 info@igus.be motion plastics

®

B(NL)-1361-Lieferzeiten-readycable 190x130_CC.indd 1

Expertise – Passion – Automation

16.02.23 15:39

Air Management System

visit us @ INDUMATION Hall 6 621

AMS20/30/40/60-serie

Bespaar tot 62%* op uw persluchtverbruik dankzij deze baanbrekende oplossing

Standby Electropneumatic regulator of standby regulator type

Modulaire verbinding

• Compatibel met OPC UA, Ethernet/IPtm, Profinet en Ethercat • Hoge beveiliging met unieke encryptie - Draadloze verbinding met een bereik tot 100 meter en aansluiting tot 10 remote units • Flowrate tot 4000l/min bij 0,7mpa

Te combineren met SMC wireless systems

Air Management Hub debiet-, druk- en temperatuurdetectie

Overdrukventiel secundaire luchttoevoer of -afvoer (uit) schakeling

Raadpleeg onze complete technische brochure

Meer weten? Surf naar www.smc.be of contacteer ons op info@smc.be. * In SMC omstandigheden: Maximale reductieverhouding binnen productspecificaties (bij 0,7 MPa werkdruk en 0,2 MPa lage druk)

SMC ad AMS nl-fr A5 V2.indd 1

28

www.smc.be

1/09/2023 18:02


SOUDAL

Soudal-eigenaar Vic Swerts ontving persoonlijk de InduMotion-leden.

De sterkste FANUC robotarm wordt gebruikt om mengketels te reinigen.

INDUMOTION BRENGT EEN BEZOEK AAN SOUDAL De leden van beroepsorganisatie InduMotion kregen de kans om het Soudal-hoofdkwartier in Turnhout te bezoeken.

een kapitaalinjectie in het Gentse alcoholvrije proteïnebier Thrive – en Vic Swerts kocht onder meer bijna 20 procent van Studio 100 van Gert Verhulst en Hans Bourlon.

InduMotion vzw is de Belgische vakvereniging van fabrikanten, invoerders en verdelers gespecialiseerd in industriële automatisering en aandrijftechnieken (elektrisch, hydraulisch, mechanisch en pneumatisch).

In de fabriek ervaarden de leden hoe chemische ingrediënten in grote mixers worden vermengd tot het gewenste Soudalproduct. De leden zagen onder meer hoe de grootste FANUC robot in zijn soort - met een capaciteit van 2,3 ton draaglast - werd ingezet om moeiteloos de enorme mengketels te verplaatsen en netjes te reinigen. (zie foto) 'Toptechnologie voor topproducten', is het motto van de ingenieurs die de bedrijfsproductie leiden.

Een vijftigtal leden bracht een bezoek aan siliconenproducent Soudal en werd er verwelkomd door oprichter en eigenaar Vic Swerts, die in 1966 aan de Antwerpse Ossenmarkt een bedrijfje overnam dat polyester plamuur maakte waarmee garagehouders de carrosserie van beschadigde wagens repareerden. 'Dat gebeurde toen met tin lood soldeersel, we gebruikten soudaline, en vandaar de naam SOUDAL, dat staat heel simpel voor: Soudeert Alles', aldus de Kempense ondernemer over de naam van zijn bedrijf. 'Inmiddels is Soudal uitgegroeid tot de mooiste parel aan de economische kroon van de Kempen', zo stelde InduMotion voorzitter Hugues Maes, die baron Swerts bedankte voor zijn gastvrijheid. Na het zien van de bedrijfsfilm ging het in kleine groepjes richting fabriek, waar ingenieurs een toelichting gaven bij de verschillende productiefases. De cijfers van de producent van siliconen, lijmen en PUschuimen zijn indrukwekkend: een jaaromzet van 1,3 miljard euro, 4.000 personeelsleden, 25 productievestigingen en 280 miljoen kokers die jaarlijks van de band rollen. Het bedrijf groeide organisch, maar de laatste jaren worden – met de regelmaat van een klok – kleinere sectorgenoten opgekocht en is er een wereldwijd imperium uitgebouwd. Soudal is nog altijd voor 100 procent eigendom van Vic Swerts. De familie investeert in kunst, innovatieve start-ups – zoals

Soudal heeft in Turnhout ook een eigen R&D labo met hooggeschoolde wetenschappers en het bedrijf ontwikkelt hier jaarlijks een 300-tal nieuwigheden, waarvan de helft productverbeteringen zijn of wijzingen in samenstelling zodat een product bijvoorbeeld conform blijft aan nieuwe, lokale wetgeving. Ook duurzaamheid staat daarbij hoog in het vaandel. Soudal schakelde de voorbije jaren de verpakking van vele artikelen om naar verpakking op basis van Post Consumer Recycled (PCR) recyclaat. Elke maand produceert Soudal nu al meer dan 1 miljoen kokers uit gerecycleerde kunststof. Een boogscheut verder aan de Everdongenlaan bouwt Soudal een nieuwe fabriek, Plant 5, waarvan de geautomatiseerde productielijnen eind dit jaar op volle toeren moeten draaien. Prijskaartje van het ambitieuze project: 40 miljoen euro. Daarnaast is in de omgeving ook nog eens 12 hectare industriegrond aangekocht, deze terreinen worden in de toekomst gebruikt om de magazijnoppervlakte uit te breiden.

www.indumotion.be www.soudal.com

AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 29


Buisklemmen voor de meest uiteenlopende toepassingen Trillings- en geluidsreducerende oplossingen voor mobiele, industriële en maritieme hydraulica, pneumatica, offshore, gasleidingen, petrochemie, ...

Meer info ?

Hagbenden 39A - B-4731 EYNATTEN - Tel. 32 (0) 87 858 858 - Fax 32 (0) 87 858 859 info@euregiohydraulics.be - www.euregiohydraulics.be - www.eh-business.be

Norgren heeft meer dan 50 jaar ervaring op het gebied van veiligheidstoepassingen. Wij werken met machinebouwers nauw samen aan systeemontwerpen, de integratie van veiligheidscontroles en veiligheidsgerelateerde onderdelen van bedieningssystemen. visit us @ Voor meer info: INDUMATION norgren.com Hall 6 629

30


FLANDERS MAKE NIEUW CO-CREATIECENTRUM VOOR PRODUCTIE INNOVATIE IN KORTRIJK

Minster-president Jan Jambon opende het gloednieuwe co-creatiecentrum voor productie innovatie in Kortrijk.

Flanders Make investeerde ongeveer 15 miljoen euro in deze nieuwe vestiging, met een oppervlakte van 6.000 m2.

Minister-president Jan Jambon opende begin november in Kortrijk een nieuwe vestiging van Flanders Make, het centrum in Vlaanderen voor technologisch onderzoek en innovatie voor de maakindustrie. Hier kunnen bedrijven de nieuwste technologieën en productiemethodes uittesten en worden ze begeleid in het optimale investeringstraject voor hun productieomgeving.

‘De evolutie naar Industrie 5.0 combineert verdere digitalisering met op artificiële intelligentie gebaseerde technologieën met specifieke ondersteuning voor de operator, die centraal blijft staan in de productie. Innovaties die Flanders Make ontwikkelt en toepast in voertuigen, machines en hun productieomgevingen vinden via onze nieuwe site in Kortrijk ook hun weg naar andere sectoren, waaronder de voedings-, textiel- en farmaceutische industrie, de bouw- en landbouwsector en de logistiek’, aldus Urbain Vandeurzen, voorzitter van de raad van bestuur van Flanders Make.

Voortaan heeft Flanders Make een nieuwe uitvalsbasis aan de Graaf Karel De Goedelaan 16-18 in Kortrijk. Ministerpresident Jan Jambon zei tijdens de plechtige opening: ‘De internationale concurrentie om de industrie van de toekomst is hevig in sectoren zoals halfgeleiders, batterijen, data en de brede maakindustrie. De innovaties die voortkomen uit Flanders Make zullen ons in staat stellen om nieuwe hoogtechnologische industrieën te ontwikkelen en bestaande en verouderde industrieën te voorzien van groene, efficiënte en duurzame productiemogelijkheden.’ Flanders Make is het strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie en actief in heel Vlaanderen, met co-creatie centra in Lommel, Leuven, Kortrijk en Sint-Truiden en labo’s bij de 5 Vlaamse universiteiten: KU Leuven, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, Universiteit Hasselt en Vrije Universiteit Brussel. Bij Flanders Make werken meer dan 850 onderzoekers samen met uiteenlopende bedrijven aan zo’n 1.200 product- en productie innovatietrajecten per jaar. In de nieuwe Kortrijkse vestiging ondersteunt Flanders Make bedrijven in de noodzakelijke omschakeling naar een slimme, duurzame productie, met een focus op kleine series en een hoge productmix. Dit past in een nieuw strategisch plan 2030 om de relatieve bijdrage van de industrie aan de economie in Vlaanderen te verhogen van 17% BNP naar 20% BNP, de doelstelling van de Europese Industrie Agenda.

Bedrijven krijgen bij Flanders Make in Kortrijk de kans om in reële omstandigheden de nieuwste productietechnologieën en -processen uit te testen. ‘Dankzij onze unieke onderzoeksinfrastructuur kunnen bedrijven ontdekken hoe ze een breed gamma aan producten in relatief kleine hoeveelheden op een efficiënte en duurzame manier kunnen maken. Flanders Make is er voor iedereen, de enige vereiste is dat de onderneming een innovatiefocus heeft. We laten hier zowel grote spelers als KMO’s ervaren hoe ze optimaal gebruik kunnen maken van nieuwe technologieën zoals digital twins, slimme robotisering en automatisering’, reageert Grisja Lobbestael, CEO van Flanders Make. Een nog op te richten Flanders Make Academy zal in de toekomst bedrijven ook ondersteunen om hun medewerkers klaar te stomen voor de jobs van de toekomst. Mensen blijven in de toekomst een centrale rol spelen op de werkvloer. Hierbij kunnen ze ondersteuning krijgen via digitale werkinstructies en robots die hen helpen bij zwaar en repetitief werk.

www.flandersmake.be AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 31


Bob Aerts (Engineering Mondelez) samen met Johan De Pauw (Sales Engineer Festo) bij het nieuwe vulsysteem.

Eitjes worden individueel verpakt en in grote palletbakken bewaard tot ze klaar zijn om te mixen. Dubbele ELGA-tandriemassen en elektrische cilinders ESBF sturen de afvulband de juiste richting uit om de palletbakken egaal te vullen.

MONDELEZ KIEST VOOR ELEKTRISCHE AANDRIJVINGEN In een nieuwe installatie voor het mixen van chocolade paaseitjes heeft Mondelez in Herentals resoluut voor elektrische aandrijvingen gekozen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn een lager energieverbruik, een hogere veiligheid en meer flexibiliteit in het aansturen van snelheden en posities. Een ingenieus systeem van transportbanden zorgt ervoor dat iedereen bij Pasen een leuke mix van smaken in zijn pakje met chocolade eitjes vindt. Kerst en Nieuwjaar zijn nog maar net voorbij, of de chocoladefabrikanten maken nu reeds volop paaseieren. Mondelez is een internationale speler in de voedingsindustrie, met enkele tientallen gerenommeerde merken in zijn portfolio, zoals Côte d’Or, Milka en Oreo. In Herentals hebben zowel de biscuit- als de chocolate-divisie van het bedrijf een fabriek. In de biscuit fabriek worden onder meer de koekjes van Lu geproduceerd. Bij Mondelez Chocolats worden Leo koeken, Côte d’Or repen en paaseitjes gemaakt. Het nieuwe Ergomix project situeert zich in de productie van paaseitjes – een productie die zowat het hele jaar rond draait teneinde bij Pasen voldoende voorraad te hebben om de plotse vraag naar dit seizoensproduct aan te kunnen. De naam van het project verwijst naar de initiële doelstelling, namelijk het verbeteren van de ergonomie voor de operatoren. In het verleden werden de eitjes gemixt door bakjes met verschillende smaken manueel samen te voegen, wat vrij belastende arbeid was. In de nieuwe installatie gebeurt dat volledig automatisch. Positioneren van trechters boven transportband Zodra de eitjes van de vormlijn komen en individueel verpakt zijn, gaan ze via een transportband naar de nieuwe installatie beneden waar ze in eerste instantie per smaak in grote palletbakken gedaan worden. Die bakken worden vervolgens via een robot klaargezet voor het maken van een mix of om opgepikt te worden door een mobiele robot voor tijdelijke opslag in een magazijn. Zodra alle nodige smaken voor het maken van een mix klaar staan, worden de eitjes via trechters naar bepaalde posities op een brede band gebracht zodanig 32

dat op die band alle smaken naast elkaar komen te liggen. Aan het eind komen de eitjes opnieuw in een palletbak terecht waar ze op dat moment perfect gemixt zijn. Een eerste uitdaging op het vlak van aandrijftechniek was ervoor te zorgen dat de eitjes netjes verspreid worden bij het vullen van de palletbakken omdat er anders een berg zou ontstaan die het stapelen van de bakken onmogelijk zou maken. De tweede uitdaging was het positioneren van de trechters over de transportband waarop de mix samengesteld wordt, wat een flexibel systeem moest zijn omdat niet elke mix evenveel verschillende smaken bevat. Ten slotte moest ook voor de grijper op de robot, die de 150 kg zware palletbakken moet verplaatsen, een gepaste aandrijving gezocht worden. Minder beperkingen in ontwerp ‘We hebben voor dit project als uitgangspunt genomen om geen pneumatiek te gebruiken’, zegt Bob Aerts van de engineering afdeling bij Mondelez. ‘De redenering was dat elektrische aandrijvingen beter scoren qua energieverbruik en het is ook eenvoudiger om alle aspecten van machine safety te implementeren. We hebben dit voorgelegd aan Festo en zij begrepen niet alleen ons uitgangspunt en de applicaties die we wilden bouwen, maar konden ook alle componenten aanbieden die nodig waren om alles te realiseren.’ Voor Festo is de vraag naar elektrische aandrijvingen zeker niet nieuw. ‘We zien dat segment met meer dan 20% per jaar stijgen’, zegt Johan De Pauw, sales engineer bij Festo. ‘Bepaalde toepassingen zijn omwille van de snelheden of de nood aan


FESTO

CMMT Multi-Protocol drives in de stuurkast buiten de gekoelde zone.

flexibiliteit in positionering moeilijk of helemaal niet met perslucht te realiseren. Er zijn bij elektrische aandrijvingen een pak minder beperkingen in hoe men dingen wil ontwerpen en maken. Bovendien is de total cost of ownership in deze applicatie lager met elektrische dan met pneumatische aandrijvingen.’ Het ontwerp van de installatie was in handen van Betecem, waarbij Koen Roobaert, application engineer bij Festo, advies verleende bij de selectie van de componenten. Voor de programmatie werd een beroep gedaan op Alax Automation. ‘Die samenwerking verliep zeer vlot’, zegt Bob Aerts. ‘Een voordeel bij Festo was dat van bij de offerte bij alle componenten de links geleverd werden naar alle documenten en bestanden die gebruikt konden worden in tools voor engineering en dimensionering. Daardoor had iedereen van bij de start de juiste informatie om direct aan de slag te gaan.’ Elektrische cilinders Om de palletbakken gelijkmatig te vullen werd een systeem ontworpen waarbij de transportband die de eitjes aanvoert via twee tandriemassen met een servomotor en torsieas naar links en naar rechts verplaatst kan worden. Met een elektrocilinder met spindel in het verlengde van de transportband kan deze ook naar voor en achter uitgeschoven worden. Op die manier kan het systeem zich positioneren om op eender welke positie in de palletbak eitjes te droppen. De sturing krijgt daarbij feedback van de weegcellen onder de bak en het debiet van de aanvoer zodat precies bepaald kan worden waar in de bak er nog plaats is. Het positioneren van de trechters boven de brede band voor het mixen werd eveneens met elektrische assen gerealiseerd. Daarbij kunnen de posities automatisch aangepast worden aan het aantal smaken dat in een bepaalde mix samengebracht moet worden. In het algemeen geldt voor de hele installatie trouwens dat er geen enkele manuele

Dankzij de keuze voor elektrische aandrijvingen kunnen smakenmixen probleemloos variëren. Inmiddels heeft Mondelez – met de Belgische CEO Dirk Van de Put aan het hoofd – beslist om de komende jaren in totaal 40 miljoen euro te investeren in haar koekjesfabriek in Herentals, maar hierdoor zou wel de productie van de paaseitjes verhuizen naar een andere locatie van de voedingsmultinational. Mondelez benadrukt dat er geen naakte ontslagen zullen vallen. De huidige productie van de chocoladerepen en chocoladewafels blijft wel in Herentals.

handeling meer nodig is. De installatie bevindt zich in de kelder in een geconditioneerde ruimte en werkt volledig automatisch. Ook de gripper op de robot die de palletbakken verplaatst, werd uitgerust met een elektrische ESBF cilinder met servomotor. In de elektrische kast net buiten de geconditioneerde ruimte bevinden zich alle CMMT servomotorregelaars. Die communiceren via Profinet met de PLC die de installatie aanstuurt. Omstellen vanuit de software De nieuwe installatie is intussen al een tijdje operationeel en de voordelen van de elektrische aandrijvingen hebben zich al voldoende bewezen. Bij het systeem om de palletbakken gelijkmatig te vullen, bijvoorbeeld, heeft men wat moeten zoeken naar de juiste parameters om een optimaal resultaat te bekomen. Het voordeel van de elektrische aandrijvingen is dat men vrij eenvoudig vanuit de software met snelheden en posities kan spelen. Ook het omstellen van de lijn waarop de mixen gemaakt worden, gebeurt volledig vanuit de software. ‘Een voordeel bij Festo was nog dat ze een volledige reeks aan componenten aanbieden’, zegt Bob Aerts. ‘Die omvat niet alleen de mechanische aandrijvingen, reductiekasten, motoren en drives maar ook alle nodige mechanische hulpstukken en accessoires. Dat heeft enorm geholpen om te standaardiseren en zorgt er ook voor dat alle componenten perfect op elkaar afgestemd zijn. De flexibiliteit die we nu met deze installatie hebben, zouden we met pneumatische aandrijvingen niet hebben kunnen realiseren.’ www.festo.be www.mondelezinternational.com AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 33


Links: Winnares Kim Aerts van automatiseringsbedrijf KoMotion. Hierboven: Het 450 jaar oude stadhuis fungeert eveneens als kantoorgebouw en de kabinetten van de schepenen bevinden zich op de tweede verdieping. Een centrale koepel met een spiegelende sculptuur van kunstenares Germaine Kruip zorgt voor extra lichtinval.

KIM AERTS WINT AUTOMATION AWARD 2023 Onderneemster Kim Aerts van het automatiseringsbedrijf KoMotion heeft de Automation Magazine Award 2023 gewonnen. Automation Magazine is in België het grootste vakblad voor technici en ingenieurs over aandrijftechnieken en automatisering.

De Automation Magazine Award is een jaarlijkse onderscheiding uitgereikt door de beroepsfederatie InduMotion vzw en de redactieraad van het vakblad Automation Magazine aan een persoon, bedrijf, kennisinstelling of organisatie die zich inzet voor techniek en wetenschap in het algemeen, en/of zich verdienstelijk maakt in de sector van de aandrijftechnieken (hydraulisch, pneumatisch, mechanisch en elektrisch) en de industriële automatisering in het bijzonder. Eerdere laureaten van deze prijs waren onder meer televisiewetenschapper Lieven Scheire, Robotland-eigenaar Luc Van Thillo, techfashion designer Jasna Rokegem en het Solar Team. Ondernemers voor de Klas Kim Aerts werd gekozen uit een groot aantal nominaties omdat deze jonge onderneemster al een bijzonder succesvolle 34

carrière achter de rug heeft. Ze ontving de Award - een robottrofee gemaakt van recyclagemateriaal door kunstenaar Bruno Verschelden - uit de handen van InduMotion-voorzitter Hugues Maes. Samen met een collega startte Kim Aerts vijf jaar geleden met KoMotion, een bedrijf dat automatiseringprojecten uitvoert voor diverse sectoren en met diverse technologiën. Naast haar mooie carrière, zet Kim Aerts zich ook in om jongeren warm te maken voor een loopbaan in de technische wereld. Kim neemt daarom deel aan ‘Ondernemers voor de Klas’, en richt zich ook specifiek naar meisjes, zodat ze een technologische richting minstens in overweging zouden nemen. Kim Aerts studeerde industrieel ingenieur optie Chemie. Ze deed haar eerste werkervaring op bij Procter & Gamble, waar ze onder meer verantwoordelijk was voor het onderzoek rond het bekende merk Mister Proper. Daarna werd Kim sales engineer bij Delta Application Technics. In 2019 richtte ze samen met haar toenmalige collega Kris Clompen het automatiseringsbedrijf KoMotion op, gevestigd in Erpe-Mere, bij Aalst.


AUTOMATION MAGAZINE AWARD BEELD: WIM DANEELS

Na een grondige restauratie van bijna 4 jaar, opende het Antwerpse stadhuis in juni 2022 opnieuw de deuren en kan je tijdens een rondleiding genieten van de pracht en praal van ’t Schoon Verdiep. Tijdens de restauratie werden alle schilderijen gereinigd en is ook het goudleerbehang hersteld.

Stand-up comedian & conferencier Kamal Kharmach maakte de aanwezigen aan het lachen met zijn originele kijk op geld en de economische wereld.

KoMotion helpt bedrijven om hun productieproces te verbeteren, onder meer met cobots. Inmiddels heeft het jonge bedrijf grote namen als Vandemoortele, Roltex en La Lorraine onder haar klanten. Er is volgens Kim veel werk omdat bedrijven geconfronteerd worden met een grote krapte op de arbeidsmarkt en daarom uitkijken naar efficiënte automatiseringsoplossingen. Voorzitter Hugues Maes feliciteerde de winnares voor haar inzet om techniek bij jongeren populair te maken. Het was reeds de 10de keer dat

InduMotion een Automation Day organiseerde en deze keer ging het event door in het nieuw gerestaureerde Antwerpse Stadhuis, waar de genodigden eerst een rondleiding kregen. Kim Aerts nam in de Trouwzaal op 'het Schoon Verdiep' de Automation Magazine Award 2023 in ontvangst en na een korte receptie was het de beurt aan stand-up comedian Kamal Kharmach - die eveneens docent bedrijfseconomie is - om onder de naam van 'Economedy' een humoristische kijk te brengen op geld en onze economie. AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 35


Tweede keer goud in Australië voor Belgische Solar Team Wat betreft de vorige winnaars van de Automation Magazine Award, deze doen het allemaal uitstekend. Lieven Scheire (winnaar 2019) is de motor achter het Nerdland Festival en heeft een druk tourschema met zijn nieuwste boek en show over AI. Fashiontech ontwerpster Jasna Rokegem (winnares 2020) haalde het nieuws met haar ‘Opera on Brainwaves’, werd genomineerd voor de Veuve Clicquot onderneemster award, en opent in maart de tentoonstelling SuperDesign Power. Ondernemer en Robotland-eigenaar Luc Van Thillo (winnaar 2021) investeert volop in voetbalclub Lierse, steunt de ontwikkeling van exoskeletons en kocht het Suske & Wiske museum in Kalmthout. Het Belgische Solar Team (winnaar 2022) won in september 2023 de Australische Solar Challenge. De ingenieursstudenten van de KU Leuven kwamen met hun kogelvormige zonne-driewieler in Adelaide als eerste over de meet. Hun gemiddelde snelheid bedroeg zowat 88 kilometer per uur. De tweede plaats ging naar het Nederlandse team van Twente die 20 minuten later arriveerden. De Belgen pakken in Australië voor de tweede keer goud, want in 2019 wonnen ze ook de Solar Challenge. Het team zoekt de grenzen op van de nieuwste technologieën en innoveert ondertussen al bijna 20 jaar. De nieuwe zonnewagen heeft dan ook een super efficiënt batterijpakket waardoor deze 900 kilometer kan rijden zonder zonne-energie en is tevens de meest aerodynamische wagen van België. Persverantwoordelijke Bo July: ‘Er is heel wat gesleuteld aan de nieuwe wagen die nu tal van verbeteringen heeft in vergelijking met de vorige modellen. De eerste acht versie waren gebouwd in een catamaran-vorm. Pas vorig jaar werd gekozen voor een zogenaamd bullet-model, een aërodynamische kogel die nu nog meer is gestroomlijnd. Want bij het nieuwe, tiende model, is de vin die uit de canopy (overkapping) steekt extra verhoogd, waardoor de wagen beter kan ‘zeilen’ in de wind.’ Met die roterende vin kunnen ook zijwinden worden opgevangen. Net zoals bij een surfplank of zeilboot kan de wind dan gebruikt worden om sneller te rijden. De belangrijkste nieuwe troeven van de Innoptus zonnewagen situeren zich echter op het vlak van het zonnepaneel, de motor en het batterijpakket. ‘Het zonnepaneel op de wagen heeft een verhoogde efficiënte, de motor is verbeterd en is zelfs krachtiger dan de doorsnee Tesla motor. Terwijl het nieuwe batterijpakket voortaan goed is voor een autonomie van 900 kilometer, terwijl dit bij de vorige versie 700 kilometer was’, aldus Bo July. www.jasnarok.com www.lievenscheire.be www.robotland.tv 36

www.solarteam.be www.indumotion.be www.automation-magazine.be


TECHTELEX De toekomst van KUKA Benelux blijft voortaan in Limburg want het bedrijf is verhuisd naar de Koolmeesstraat 7-9 in Houthalen. In dit hypermodern nieuw gebouw zal robotbouwer KUKA een nog betere dienstverlening aan haar klanten kunnen verlenen. Er is onder andere een volledig nieuw, modern opleidingslokaal, dat perfect is afgestemd op de noden van de markt. Voorts staan er staan tal van robots in de showroom waarmee klanten kunnen kennismaken. (www.kuka.com) Noteer in uw agenda! Als ingenieur, specialist of technicus uit de processingwereld of productiegericht onderhoud, heeft u de belangrijke taak om elke dag uw productie-eenheid zo efficiënt mogen te laten werken. Het contentprogramma van Pumps & Valves en Maintenance op 20 & 21 maart 2024 in Antwerp expo zorgt hier voor veel inspiratie en de juiste antwoorden. (www.pumps-valves-expo.be) Automatisatiespecialist Promation uit Booischot (Heist-op-den-Berg) heeft een akkoord gesloten met een Amerikaans bedrijf. De Amerikanen hebben de rechten gekocht om met de know-how van het Belgische bedrijf installaties in de Verenigde Staten te gaan verdelen. Promation is een snelgroeiend bedrijf dat actief is in de sector van de automatisatie en visiesystemen. ‘Door onze expertise zijn Amerikaanse bedrijven in Booischot komen aankloppen die een cobot van ons willen installeren. Maar de afstand België – Amerika is voor ons als bedrijf te groot, zeker omdat er in de VS ook andere wetgevingen rond machinebouw bestaan. Daarom hebben we met enkele partijen een samenwerking besproken. Uiteindelijk hebben we een akkoord gesloten met een Amerikaanse integrator die momenteel meer dan 800 mensen tewerkstelt’, aldus zaakvoerder Stijn Provoost. (www.promation.be) Apex Dynamics BV heeft het proces voor het verkrijgen van een ISO 9001 certificering met succes doorlopen. ’De ISO 9001 certificering is een norm die eisen stelt aan ons kwaliteitsmanagementsysteem. Deze certificering toont aan dat de dagelijkse processen die we hanteren goed zijn vastgelegd en dat ons team deze processen beheerst. Hiermee kunnen we waarborgen we dat onze activiteiten correct en consistent worden uitgevoerd’, reageert projectverantwoordelijke Stef van Oss. (www.apexdyna.nl) Op het Genkse Thor Park heeft FacThory, het nieuwe centrum voor de slimme maakindustrie, officieel de deuren geopend. FacThory is een multifunctioneel gebouw met 3.500 m² productievloer, 1.000 m² labo- en testruimtes en 3.500 m² kantoren voor slimme maakbedrijven. Het gaat om een project van Stad Genk, LRM, KU Leuven, het Vlaams Gewest en POM Limburg, goed voor een investering van 24 miljoen euro. Na afronding van bouwfase 4, zal er zo'n 30.000 m² beschikbaar zijn. (www.thorpark.be) ASCO NUMATICS BENELUX en AVENTICS worden samengevoegd tot één bedrijfsnaam: EMERSON. Het Emerson kantoor is inmiddels ook verhuisd van de Lusambostraat 53 in Vorst/Brussel naar een nieuw adres: Emerson (Joucomatic SA), De Kleetlaan 7/B, 1831 Machelen, België. Onder de naam Emerson vallen de merken: ASCO, ASCO JOUCOMATICS, ASCO NUMATICS, AVENTICS, MOVICON, NUMATICS, PACSystems, TESCOM en TopWorx. (www.emerson.com) In het Kempense Mol is bij VITO de eerste steen gelegd van het Earth gebouw. Met een team van zo’n 1.200 medewerkers en een omzet van 237 miljoen euro in 2022, is VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) een belangrijke speler op het gebied van duurzaamheidsonderzoek in Vlaanderen en Europa. Het nieuwe gebouw zelf zal tal van labo's en demoruimtes huisvesten, waar grondstoftechnologieën van de toekomst worden ontwikkeld én worden opgeschaald tot marktrijpe innovaties. Twee reeds bestaande voorbeelden hiervan zijn de LignoValue Pilot (eerste en enige pilootlijn in Europa om bio-moleculen uit onder meer gras- en houtafval te halen in plaats van uit petroleum) en Characterise-toSort (inline karakterisering en waardebepaling van afval met behulp van AI). Het Earth gebouw is een volgende logische stap – na de Balmatt-centrale en een eerste demohal voor circulair materialenonderzoek – om de infrastructuur van VITO geleidelijk aan te groeperen in het VITO Sustainability Park. Het Earth gebouw zal dienen als een duurzaamheidsuitstalraam,

waarbij

innovatieve

materialen en energie-efficiëntieprincipes worden toegepast, en wordt medio 2025 in gebruik genomen. (www.vito.be)

Het nieuwe VITO-gebouw in Mol kost 65 miljoen euro. AUTOMATION MAGAZINE JANUARI 2024 / 37


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.