10 Straffe Verhalen uit de Geschiedenis van Londerzeel, deel 2

Page 1


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Auteur:

Louis De Bondt

Research

Louis De Bondt

Lay-out:

Louis De Bondt

Gedrukt bij:

CreateMyBooks

Louis de Bondt

Overname is toegestaan mits vermelding van de titel van dit boek en de naam van auteur en uitgever. D/2024/L. De Bondt. 2


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Nooit door iemand geweten of al zeer lang vergeten, Maar allemaal echt gebeurd

Louis De Bondt

3


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Verhaal 1 - 1334 - Brabanders schofferen Vlamingen ten Hellekine.

Blz. 9

Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Diepensteyn te Steenhuffel (1290-2020) - Tusschenbeke alias Hof ter Hellen in Londerzeel (1470-1920) - Londerzeel en de oorlogen van het Ancien Regime (1159-1791)

Verhaal 2 - 1384 - Over een bruine beer, een verdwenen Ridderhof en een watermolen.

Blz. 23

Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Diepensteyn te Steenhuffel (1290-2020) - 3 Verdwenen Hoven in Londerzeel

Verhaal 3 - 1396 – Hoe een oude vader uit Steenhuffel en 6 van zijn 7 zonen in Hongarije het hoofd verliezen. Blz. 43 Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Londerzeel en de oorlogen van het Ancien Regime (1159-1791) - Het Steen op de Heuvel (1230-1620)

Verhaal 4 - 1472 – Waarom een grijsaard uit Malderen een jonge weduwe uit Londerzeel ontvoert en waarom Karel de Stoute in deze affaire persoonlijk tussenkomt. Blz. 65 Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Het Goed van Voorspoel en Oudenhove (1310-2000) - Ten Broecke en Groenhoven (1230-2010)

Verhaal 5 - 1567 – Malderen geeft asiel aan de ergste ketterverbrander van de Nederlanden.

Blz. 83

Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Ten Broecke en Groenhoven te Malderen (1230-2010)

Verhaal 6 - 1587 – Als held gestorven in Nederland, uit de dood verrezen in Londerzeel.

Blz. 95

Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Het Goed van Voorspoel en Oudenhove (1310-2000)

Verhaal 7 - 1665 – Waar en wanneer de eerste Rubens-Jenever gestookt, geschonken en gedronken werd. Blz. 109 Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Hof ter Perre of Brandewijnhoeve te Steenhuffel

Verhaal 8 - 1817 – Hoe een eenvoudig kamermeisje haar naam op de zwaarste kerkklok van Steenhuffel kreeg. Blz. 123 Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Het Cloothof en het Kaashof te Steenhuffel (1320-1920)

Verhaal 9 - 1812 – Hoe 2 jongens uit Londerzeel-Heide de revolutionaire uitvinding van de Franse heer Joseph Ignace Guilotin leerden kennen. Blz. 133 Niet eerder gepubliceerd.

Verhaal 10 - 1824 – Hoe en waarom de werking van de gemeenteschool van Malderen het na te volgen voorbeeld voor de hele Verenigde Nederlanden werd. Blz. 147 Eerder, uitgebreider en met volledige bronvermelding gepubliceerd in: - Onderwijs en onderwijzers (M/V) in Londerzeel, Malderen en Steenhuffel (1593-1920)

4


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

VERHAAL 3 1396 – Hoe een oude vader uit Steenhuffel en 6 van zijn 7 zonen in Hongarije het hoofd verliezen Zeer gevoelige zielen slaan dit derde verhaal misschien beter over. Maar dan missen ze wel enkele dingen die ze beter zouden weten. Waar gaat het over? Wel… In een manuscript in het Algemeen Rijksarchief te Brussel met de titel “Acten ende Documenten van de Familie van Marselaere, deel 1” vond wijlen Marcel Slachmuijlders een kopie van 2 september 1621 van een aantekening in “zekere oudt geschrift”. Hij heeft het gepubliceerd in GHKL 1991/4 blz. 24, in een artikel over de Koevoetmolen.

Een ongeloofwaardig manuscript. Ziehier de originele tekst: “Hier mag even uitgewijd worden en verwezen naar een aantekening in de familiearchieven over de lotgevallen van vader en zonen de Luu, hen overkomen op Sint Michiels avont int jaer ons L. Heeren 1396. Ghijsbrecht van Rasseghem, ook genaamd de Luu, was een oudt edelman, wel hervaren ende expert inden Crijghshandel ende oorlogen, en maakte deel uit van de Raad van hertog Jan van Dijon. De koning van Frankrijk benoemde de hertog tot kapitein-generaal van de Franse krijgsmacht en belastte hem met een veldtocht naar Hongarije. Ghijsbrecht van Rasseghem nam met zijn zes zonen deel aan deze campagne. De zevende zoon, een kind van zes of zeven jaar die ook Ghijsbrecht heette, bleef thuis mits zijnder jonckheijt... waeraff de vader met zijn zesse sonen verslegen bleven voer Nicopolien in Wallachien bij den Donauw van de Turcken ...”. Dit document werd vast en zeker ook door andere genealogen en historici gezien, maar bij geen enkele heb ik er een verwijzing naar gevonden. Wellicht hebben ze het als verzinsel van de hand gewezen. Dat gebeurde wel meer. In dit geval gaat het over een tekst die door Frederik Van Marselaer (15861670) gebruikt werd bij het samenstellen van de genealogie van zijn familie. Daarom is hij is ook te vinden in dit imposante boek. 5


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De vraag die zich hierbij stelt is waarom dit document in het archief van de familie van Marselaer zit. Het spreekt immers over een Ghijsbrecht van Rasseghem, ook genaamd de Luu. Kennen we zo iemand? Iemand die bovendien familiebanden met van Marselaer had? Intussen wel… De heer Baudouin Walckiers, die in 2009 een nieuwe genealogie van de familie van Marselaer publiceerde, en zich daarbij grotendeels (maar zeker niet fanatiek) op het werk van Frederik van Marselaer baseerde, begint op blz.165 van zijn boek met, zoals hij zelf schreef een “essai de généalogie de Luu”. Een poging dus. Die begint met ene Gyselbrecht de Rasseghem, gezegd de Luu, getrouwd met Marguerite de Marselaer, dochter van Gerard en Prudence (van Ursene?). Hij had 2 zonen: 1) Jean de Luu, al genoemd in 1364, trouwde met een onbekende mevrouw. 2) Gyselbrecht van Rassegehem, gezegd de Luu, geboren omstreeks 1390, trouwde met a) Simonne van der Camere en b) omstreeks 1420 met Marguerite de Liederkerke. De heer Walckiers noteerde hierbij (vertaald): Gyselbrecht jr. zou, gezien het (grote) leeftijdsverschil met zijn broer, de zoon van een andere moeder kunnen zijn”. En in een voetnoot schrijft hij (alweer vertaald): “zou dit Marguerite Seraerts zijn, dochter van Pierre, die in 1399 ook als vrouw van een Gijselbrecht de Luu wordt geciteerd?” Neen dus. 6


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

In mijn eigen boekjes ‘de hoven van Marselaer in Steenhuffel en Malderen’ en ‘Het Hof den Berg of het Steen op de Heuvel’ is de juiste toedracht te vinden. Die werd mij aangereikt door de hierboven geciteerde tekst van Frederik van Marselaer die door Baudouin Walckiers en zijn medewerkers als fictie ter zijde geschoven werd. Welnu, uit ervaring, en ook een beetje tot mijn eigen scha en schande, heb ik geleerd om de vroegere chroniqueurs altijd au serieux te nemen. Bovendien weet ik dat Frederik van Marselaer gebruik maakte van de talrijke bronnen die zijn vader Adriaen (1546-1617) verzameld had en hoe intensief die mens daar jarenlang naar had gezocht.

Adriaen van Marselaer (1546-1617)

Frederik van Marselaer (1586-1670)

(Geschilderd door Adriaen Key)

(Geschilderd door Antoon van Dijck)

“Adriaen van Marselaer”, lezen we in het zeer respectabele “Biografisch Woordenboek der Nederlanden” van Van der Aa en anderen, “was schepen van Antwerpen in 1587 en volgende jaren, dichter uit de 16e eeuw, van wien niets meer bekend is”. ’t Zal wel zijn. Wij weten wèl degelijk iets meer over hem. Aan de hand van zijn bewaard gebleven aantekenboekjes weten we vooral hoe consciëntieus hij in de periode 1590-1597 (en ook al voordien) naar de gedurende de Beroerde 7


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Tijden 1 grotendeels verloren gegane kennis over de geschiedenis van zijn familie heeft gezocht, hoeveel kilometers hij daarvoor heeft afgelopen, hoeveel getuigen hij daarvoor heeft ondervraagd en hoeveel oude documenten hij daarvoor heeft overgeschreven. Toch wordt de eerste door zijn eigen zoon Frederik op basis van zijn onderzoek uitgeschreven genealogie nogal eens als “fabulatie” en “fabricatie” afgedaan. Dat is grotendeels onterecht. Laten we die kopie van 2 september 1621 van die aantekening in “zekere oudt geschrift” eens grondiger bestuderen (of ‘factchecken’ zoals dat nu in het schoon Vlaams wordt genoemd).

Een factcheck van een ongeloofwaardig manuscript. Jean de Dijon en een veldtocht naar Hongarije. Uit het “zekere oudt geschrift” hierboven: “De koning van Frankrijk benoemde de hertog (Jan van Dijon) tot kapitein-generaal van de Franse krijgsmacht en belastte hem met een veldtocht naar Hongarije. Uit Wikipedia: Jan van Nevers (Jean de Dijon) kreeg de bijnaam Jan zonder vrees. Hij dankte die aan zijn deelname aan de kruistocht tegen de Ottomaanse sultan Bayezid I, die het Hongaarse koninkrijk bedreigde. De Franse koning deed aan deze kruistocht niet mee, maar de hertog van Bourgondië had zijn zoon Jan (van Dijon) als opperbevelhebber aangesteld. Jean de Dijon alias Jan van Nevers alias Jan zonder Vrees

Beroerde Tijden. Naam voor de periode 1566-1593, begonnen met de Beeldenstormen en resulterende in de ‘geneugten’ van reformatie, contrareformatie, kettervervolging, opstand tegen het Spaanse bewind, oorlog, epidemieën en emigratie. In deze periode werd de bevolking hier bijna letterlijk gedecimeerd. Met de definitieve val van Antwerpen in 1585 kwam er in de Zuidelijke Nederlanden weliswaar een einde aan de opstand en de allergrootste miserie, maar huurlingen van de ontbonden legers (de Vrijbuiters) zouden nog jaren voor veel ellende zorgen. De Zuidelijke Nederlanden bleven Spaans. De Noordelijke Nederlanden zouden na een 80 jaar durende oorlog in 1648 onafhankelijk worden. 1

8


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Ghijsbrecht van Rasseghem, ook genaamd de Luu. Uit het “zekere oudt geschrift”: “Ghijsbrecht van Rasseghem was een oudt edelman”. Volgens mijn eigen bevindingen (o.m op blz. 25 van de ‘Hoven van Marselaer in Steenhuffel en Malderen’ en verder in dit artikel) was Gijzelbrecht van Rasseghem-de Luu, de man van Margareta van Marselaer, in 1396 59 jaar oud. Men mocht hem gerust een “oudt edelman” noemen maar hij was nog niet te oud om mee ten strijde te trekken. Uit het “zekere oudt geschrift”: “Ghijsbrecht was wel ervaren ende expert inden Crijghshandel ende oorlogen en maakte deel uit van de Raad van hertog Jan van Dijon”. Uit Wikipedia en andere: Hertog Jean van Dijon (° Dijon 28/5/1371 - Montereau 10/9/1419) was de oudste zoon van Filips de Stoute, hertog van Bourgondië) en Margaretha van Male. Na de dood van zijn vader (in 1404) zou hij zelf, als hertog Jan van Nevers, hertog van Bourgondië en aangelanden worden. Uit het “zekere oudt geschrift”: “Ghijsbrecht de Luu nam aan de kruistocht deel met zijn 6 oudste zonen. Zijn zevende zoon Gijzelbrecht was nog te jong om ten oorlog te trekken.” Volgens mijn eigen reconstructie was Gijzelbrecht junior in 1396 inderdaad ongeveer 7 jaar oud. Het bestaan van nog minstens 5 andere (door de genealogen niet gekende) kinderen tussen Jan en Gijzelbrecht junior verschaft ons bovendien de perfecte verklaring voor de 25 jaren die tussen hun geboorte lagen.

Veldslag bij ‘Nicopolien in Wallachien’ in 1396. Uit het “zekere oudt geschrift”: “waeraff de vader met zijn zesse sonen verslegen bleven voer Nicopolien in Wallachien bij den Donauw van de Turcken ...”. Uit Wikipedia: De Slag van Nicopolis (25 september 1396) markeerde het einde van een korte kruistocht tegen de Ottomaanse Turken in 1396 en eindigde met een nederlaag van de verbonden kruisvaarders. De veldslag vond plaats bij Nicopolis, het huidige Nikopol in Bulgarije (vroeger Hongarije). Eigen bemerking: Van deze 6 zonen was Jan (wellicht de oudste) de enige die al kinderen had. De jongste Gijzelbrecht, die thuis gebleven was, zou later ook kinderen krijgen. Zij zijn daarom de enigen die bij de genealogen bekend gebleven zijn. Uit het “zekere oudt geschrift”: Deze lotgevallen zijn vader en zonen de Luu overkomen op "Sint Michiels avont int jaer ons L. Heeren 1396”. 9


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Uit Snoeks Almanak: de feestdag van Sint Michiel valt op 29 september. SintMichielsavond is dus de avond van 28 september. Eigen opmerking: 28 september is drie dagen nà de slag van Nicopolis ! Eindelijk iets dat niet klopt!? Neen, toch niet. Ook deze ogenschijnlijke fout bewijst de juistheid van dit verslag; want: Uit Wikipedia: “De Ottomanen spaarden de hoge edellieden tijdens de gevechten om later losgeld te kunnen verkrijgen, deze gaven zich over en daarna de rest van de kruisvaarders. Duizenden mannen werden gevangen genomen…” En dus niet onmiddellijk gedood. Waarom dat 3 dagen later met een groot deel wel gebeurde, zal duidelijk worden wanneer ik het verloop van deze gebeurtenissen verder bespreek. Conclusie: ik zie echt geen enkele reden om dit unieke verslag als een vervalsing af te wijzen.

Waarom staat Steenhuffel in de titel van dit verhaal? Het uitvoerig behandelde manuscript zegt niet waar de ongelukkige Gijsbrecht van Rasseghem - de Luu en zijn zonen woonden. Maar in 1593 is de genoemde Adriaen van Marselaer ook naar Steenhuffel gekomen. In het fonds de la Faille (rijksarchief te Gent) herontdekte de heer Jozef Verheyden uit Antwerpen wat hij over dit bezoek te vertellen had. De tekst van deze dichter, humanist en oud-schepen van Antwerpen was bij velen al eerder bekend, maar niet bij iemand die Steenhuffel voldoende kende om hem in de juiste context te kunnen plaatsen. Er staat (ik begin met de oorspronkelijke tekst maar daarna volgt een wellicht onnodige ‘vertaling’): “Ik Adriaen van Marselaer, oudt schepen der stadt van Antwerpen, heb gegaen den 25 april 1593, met Jan de Smedt, schepen en borgemeester van Steenhuffel en met Joos Verstappen, koster aldaer, en zijn gegaen den nevenwegh naer Merchten, langs de beemden, welke men heet ‘den leegeren wegh’. En gaende over tkerckhoff sijn voorbij gegaen den groote berg, daer … op te woonen plagh en soo voort tot dat wij quaemen aen de beek die ter slinkerhand...” Elders noteerde hij: “Links van het kerkhof ligt het hof “den bergh” achter een grote boomgaard. Het is daar sinds mensengeheugen altijd geweest, met brede wallen op een hoge berg. Daar heeft ooit nog Gijzelbrecht de Luu gewoond met vrouwe van Marselaer. Na hem kwam jonker Daneel Vilain, stadhouder van Diepensteyn. Zijn zoon Hendrik is nu burgemeester van Aalst. Nu woont daar Gielis van Meldert.”

10


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Vertaald geeft dat: “Ik Adriaen van Marselaer, voormalig schepen van de stad Antwerpen, ben op 25 april 1593 op stap gegaan. Dat was samen met Jan de Smedt, schepen en burgemeester van Steenhuffel, en met koster Joos Verstappen. We gingen langs de weiden naar Merchtem via de parallelle weg die men ‘de lagere weg’ noemt. Toen we over het kerkhof vertrokken passeerden we de Grote Berg waarop vroeger …. woonde. Al verder wandelend, kregen we de beek aan onze linkerkant.” En elders…“Links van het kerkhof ligt het ‘Hof den Berg’, achter een grote boomgaard. Het is daar zolang men zich kan herinneren altijd geweest. Het staat op een hoge berg omringd door brede wallen. Gijzelbrecht de Luu en mevrouw van Marselaer hebben er nog gewoond. Nà hem jonker Daneel Vilain, de stadhouder van Diepesnteyn. Diens zoon Hendrik is nu de burgemeester van Aalst. Momenteel woont er Gielis van Meldert.”

Ofschoon het eigenlijke doel van Adriaens bezoek het verdwenen Hof van Marselaer in de Bontestraat (tegen de grens met Merchtem) was, heeft het vetgedrukte zinnetje mij toegelaten om de geschiedenis van ‘het Steen op de Heuvel’ (dat zijn naam aan ‘Steenhuffel’ zou gegeven hebben) te reconstrueren. Dat het ooit bestaan had, was voordien niet meer dan een legende.

1 = Kerk, 2 = Hof den Berg, 3 = Trappenhof Op de kaart uit 1699 zijn de wallen Hoe het omwalde Hof den Berg met de mottetoren nog waar te nemen (zij het in grijsen een neerhof er in de 14de eeuw moet uitgezien hebben druk veel slechter dan in kleur. De (bron: pzc.nl.) laatste (stenen) gebouwen waren weg

Eén van de bewoners, die getrouwd was met een mevrouw Van Marselaer, was dus zonder twijfel de man uit het hier onderzochte manuscript. Dat hij met 6

11


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

zonen het Bourgondische leger van Filips de Stoute vervoegde is echter niet evident. Margareta van Male, 1350-1405, was door haar huwelijk met Filips de Stoute niet alleen hertogin van Bourgondië (onder meer) maar van haar ouders, Lodewijk van Male en Margareta van Brabant, erfde ze ook (onder meer), de titel ‘gravin van Vlaanderen’. Pas in 1396 (op papier) en in 1404 (officieel) kreeg ze bovendien van haar tante, hertogin Johanna van Brabant, de weduwe van Wenceslaus, die zelf geen kinderen had, het hertogdom Brabant (met een stuk Limburg) cadeau. Iets wat de vader, Lodewijk van Male in 1356 met de wapens niet was gelukt (zie ons 1ste verhaal), heeft zijn dochter dus in der minne en voor niks gekregen. In 1396 was het dus wel logisch dat ridders uit Vlaanderen het leger van de Bourgondiërs vervoegden of moesten vervoegen maar Brabanders uit Steenhuffel nog niet echt. Woonden ze dan toch niet op het Hof den Berg? Adriaen van Marselaer schreef wel degelijk en letterlijk dat het gezin de Luuvan Marselaer “daar ooit heeft gewoond”. Ik heb hier geen directe verklaring voor. Tot 1540 bezat ‘Het Land van Dendermonde’ (dat is het Graafschap Vlaanderen) hier wel een aantal onderlenen, maar het Hof den Berg hoorde daar niet bij. Het kan zijn dat onze van Rasseghems toch niet helemaal edel van inborst maar gewoon op vechten beluste huurlingen waren. Het is ook een beetje vreemd dat alle mannen die het konden naar Hongarije vertrokken en vrouw of moeder met een klein kind in Steenhuffel achter lieten.

Een aantal nieuwe Genealogische bevindingen. Goed, we weten nu dat ene Gijsbrecht of Gijzelbrecht de Luu, een ridder die in het Steen op de Heuvel in Steenhuffel woonde en die getrouwd was met een mevrouw van Marselaer, samen met 6 volwassen zonen, in 1396 op kruistocht trok, en dat ze niet zijn teruggekeerd.

De afkomst van Gijzelbrecht de Luu. Ik begin met excuses. Volgende genealogische wetenswaardigheden zijn geen spannende lectuur en bovendien zijn ze niet essentieel voor dit verhaal. Maar door de oude genealogen, zoals F.V. Goethals, en de recentere zoals B. Walckiers waren ze niet gekend. De heer Walckiers begint de stamboom de Luu weliswaar bij hem maar weet niet wie hij was of wie zijn ouders waren. Mijn eigen onderzoek, dat in mijn boekje ‘Het Hof den Berg of het Steen op de Heuvel’ te vinden is en dat ik hierna gedeeltelijk plagieer, heeft mij er van overtuigd dat hij naar alle waarschijnlijkheid een zoon van Geeraert van Rasseghem (of Gérard de Rassenghien) is geweest. Deze Geeraert erfde de 12


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

heerlijkheid van Lens (in Henegouwen) van zijn vader, trouwde in 1321 met Aleydis (ook Alix en Adelise) van Gavere-Liedekerke 2, vrouwe van Liedekerke en Breda (+1343), en hertrouwde met Yolanda van Elsloo, vrouwe van Herchies en weduwe van Gerard van Gavere van Herimez, heer van Steenkerke en kastelein van Ath. F.V. Goethals en andere genealogen hebben maar 1 kind van Gerard de Rassenghien en Aleydis van Gavere-Liedekerke gevonden, namelijk Joanna van Rasseghem, vrouwe van Liedekerke. Omstreeks 1360 trouwde zij met haar stiefbroer Arnold van Gavere de Herimez (de zoon van Gerard van Gavere de Herimez en en Yolanda van Elsloo). Het is dus niet uitgesloten dat Gijzelbrecht een bastaard was. Ik wil niet roddelen maar ik weet uit goede bron 3 dat vader Gerard en zijn vrouw Aleydis vanaf 1327 ruzie hadden. Op Valentijnsdag van dat jaar had Gerard, die tot over zijn oren in de schulden stak, immers het land van Breda met al zijn heerlijke rechten aan hertog Jan III van Brabant verkocht. Zolang de hertog genoeg betaalde hoefde dat op zich nog geen probleem te zijn, maar Gerard had vooraf wel aan zijn vrouw – de ‘erfvrouwe’ van Breda – de toelating moeten vragen. Dat had hij duidelijk niet gedaan en mevrouw had wellicht aan een ander Valentijnsgeschenk gedacht.. Uiteindelijk, na veel ruzie en discussie tussen hertog, familie van Gavere en van Rasseghem, werd deze kwestie geregeld. Maar of dat tussen Gerard en Aleydis in der minne gebeurde, betwijfel ik zeer. Het feit dat Gijzelbrecht mogelijk een bastaard van Gerard was zou ook kunnen verklaren waarom hij zich met een armzalig leengoed als het Hof den Berg tevreden heeft moeten stellen. Het is mij niet bekend of hij daarnaast ook nog andere leengoederen in andere oorden had. Mocht dat het geval zijn en mochten die zich in het graafschap Vlaanderen bevinden, dan zou dat zijn deelname aan de kruistocht gedeeltelijk kunnen verklaren. Hierbij ga ik er dus wel van uit dat de goederen in de Steenhuffelse Lakeman tot de nalatenschap van zijn vader en niet tot die van de ouders van zijn vrouw behoorden. In ‘Het Hof den Berg of het Steen op de Heuvel’ leg ik uit waarom dat inderdaad zo was.

De huwelijksbanden tussen van Rasseghem en van Gavere waren al talrijk en zouden dat nog een tijdje blijven. Door de echtverbintenis van Mathilde van Groot-Aalst, vrouwe van Liedekerke (omstreeks 1170) met Raes VII van Gavere, was de heerlijkheid van Liedekerke-Denderleeuw in het bezit van het geslacht van Gavere gekomen. 3 Beschrijving der stadt en lande van Breda, Thomas Ernst van Goor, ’s Gravenhage 1744, blz. 21. 2

13


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De afkomst van zijn vrouw Margriete van Marselaer. Die vrouw, die de heer Baudouin Walckiers (en anderen voor hem) als Marguerite (zeg maar Margareta of Margriete) van Marselaer meent te kunnen identificeren, kennen we ook uit onze andere bronnen. Ze was een dochter van Geeraert van Marselaer. Over wie haar moeder was bestaat discussie: volgens Baudouin Walckiers was het een van Munte, volgens anderen heette ze van Ursene (of Asscheraye). In ieder geval was de vrouw van Gijzelbrecht de Luu een volle nicht van ridder Jan van Marselaer die tussen 1347 en 1397 op het hof van Marselaer in de Bontestraat te Steenhuffel woonde en ca 1395 in Malderen de Koevoetmolen heeft laten bouwen. Margriet van Marselaer, dochter van Geeraert, was echter ook de vrouw van Steven I van Gavere-Liedekerke (+1427) die echter – voor zover bekend – alleen kinderen met Isabella sKempens (of van Kempen) had. Hierna probeer ik deze gegevens met elkaar te combineren en in overeenstemming te brengen. Omdat we (nu pas) zeker weten dat Gijzelbrecht van Rasseghem-de Luu en zijn oudste zoon in 1396 gestorven zijn, wijken sommige datums (lichtjes) af van die in oudere gepubliceerde (en hier al deels) geciteerde genealogieën. - Omstreeks 1365 trouwde Gijzelbrecht de Luu, geboren in 1337, zoon van Gerard III de Rassenghien de Herimez en Aleydis van Gavere-Liedekerke, met Margriete van Marselaer, geboren ca 1346, dochter van Geeraert en volle nicht van ridder Jan van Marselaer die op het Hof van Marselaer in de Bontestraat te Steenhuffel woonde. Ze verbleven in het Hof den Berg in de Steenhuffelse Lakeman dat Gijzelbrecht van zijn vader had geërfd. - Dààr werden 7 zonen (en mogelijk ook wat dochters) geboren. o In 1364 of iets later: Jan de Luu die trouwde met een niet bij naam genoemde vrouw en bij haar tussen 1384 en 1395 3 (drie) dochters en 1 zoon verwekte. o Ca 1366: zoon 2 o Ca 1369: zoon 3 o Ca 1372: zoon 4 o Ca 1374: zoon 5 o Ca 1376: zoon 6 o Ca 1389 (er moet altijd een nakomertje zijn): zoon 7, met name Gijzelbrecht van Rassegehem junior, gezegd de Luu, die zou trouwen a) ca 1405 met Simonne van der Camere en b) omstreeks 1420 met Marguerite de Liedekerke.

14


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

-

-

-

Louis de Bondt

In 1396 werden de ridders, die iets met Bourgondië te maken hadden (die in Brabant waren dat nog maar net en slechts in theorie 4) door hun leenheer opgetrommeld om in een geallieerd West-Europees leger de Ottomanen (Turken), die Oost- en Midden Europe aan het veroveren waren, te gaan bevechten. Bij die ridders ook onze Gijzelbrecht (dan 59 jaar oud), zijn oudste (en enige al getrouwde) zoon Jan, en nog 5 andere nog ongetrouwde maar al volwassen zonen (allen tussen 27 en 20 jaar oud). Op 28 september 1396 gebeurde er iets waardoor een vader uit Steenhuffel en zijn 6 zonen hun belevenissen tijdens de veldslag bij Nicopolis in het toenmalige Hongarije (nu Bulgarije) niet hebben kunnen navertellen. Margriete van Marselaer, de weduwe en verdrietige moeder, zocht troost en vond die misschien bij Steven I van Gavere-Liedekerke (ca 1357- 1427), die nog een beetje aangetrouwde familie was en waarmee ze in 1397 of 1398 hertrouwde. Steven was wat jonger dan zijzelf maar wellicht diende dit huwelijk in de eerste plaats om onroerende eigendom bij elkaar te houden. Door haar ouderdom (50 jaar) kwamen er geen kinderen meer. Margriete van Marselaer overleed omstreeks 1400. Haar weduwnaar Steven hertrouwde snel daarna met de jongere Isabelle s’Kempers (13741445) waarmee hij wel nageslacht had.

Voor de vroege en latere geschiedenis van het Steen op de Heuvel verwijs ik de mogelijk geïnteresseerde lezers naar mijn boek hierover. De rest is voer voor genealogen. Maar toch nog dit… Je moet mij niet geloven, maar het is waar. Iedere geschiedenis is immers juist tot iemand anders met een betere ‘interpretatie’ komt. Gijzelbrecht de Luu heeft namelijk zijn naam aan een nog bestaand Steenhuffels toponiem gegeven. De Gijselberg heeft niets met de woorden ‘Gijzelen’ of ‘geselen’ te maken. De galg stond overigens een stuk meer naar het noorden. Gijselberg is gewoon een verkorting en verbastering van de grond van ‘Gijzelbrecht’, de heer van het Hof den ‘Berg’. Ziezo, nu weten we dat ook. Mij wacht nog de taak om de context, de omstandigheden en de bedoeling van de Slag bij Nicopolis uit te leggen. Al was het maar om te kijken of het nuttig was om daar zijn leven voor te geven.

De overdracht van het hertogdom Brabant door hertogin Joanna aan haar nicht Margareta van Male gebeurde wel in 1396 maar, a) ik ken de precieze datum niet en b) tot 1404 waren haar Brabantse leenmannen daar niet allemaal over te spreken. 4

15


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De slag bij Nicopolis (1396) nader bekeken. Hetgeen volgt is een eigen, zo beknopt mogelijk, en bijgevolg onvolledige samenvatting en bewerking van een aantal online-artikelen (Wikipedia en andere). Het is niet evident om de namen van de auteurs te achterhalen. Een aantal teksten zijn van elkander ‘afgeschreven’. De originele’ bronnen lijken hoofdzakelijk de volgende te zijn: - Fethullah Arifi Çelebi, Shirvanli Eflatun en Seyyid Lokman, Hünername ('Book of Talents'), geïllustreerd manuscript uit het einde van de 16de eeuw met de geschiedenis van de sultans van het Ottomaanse Rijk. - Jacques Paviot, Les ducs de Bourgogne et la Croisade et l'Orient, Parijs, 2003. - Philippe de Mézières, Une epistre lamentable et consolatoire adressée en 1397 à Philippe le Hardi, duc de Bourgogne, sur la défaite de Nicopolis (1396). - Kelly De Vries, The Effect of Killing the Christian Prisoners at the Battle of Nicopolis, in Crusaders, Condottieri, and Cannon: Medieval Warfare in Societies around the Mediterranean, Leiden, 2003. - Hilmi Kaçar and Jan Dumolyn, The Battle of Nicopolis (1396). Burgundian Catastrophe and Ottoman Fait Divers, in Revue Belge de Philologie, 2013. - E. De Maesschalck, De Bourgondische vorsten (1315-1530). - B. Tuchman, De waanzinnige veertiende eeuw. - F. Vanhemelryck, Europa tegen de Turken. De kruistocht van Filips de Goede.

Ontstaan en groei van het Ottomaanse Rijk. De uiteindelijke val van het eens zo machtige Romeinse Imperium in 476 betrof aanvankelijk alleen het Westelijke deel met als centrum Rome. Het oostelijk deel van het (niet meer Romeinse) Rijk hield stand en werd geregeerd vanuit Byzantium (het latere Constantinopel en Istanboel) dat in het westen van het huidige Turkije en Anatolië lag. Vanaf de tweede helft van de 11de eeuw kwam het in conflict met de tot de Islam bekeerde Seltsjoeken en andere Oost-Turkse volkeren die, opgejaagd door de Mongolen van Dzjengis Khan (1162-1227) naar het westen emigreerden. Rond 1300 ontstonden in Anatolië vele kleine onafhankelijke staten. Daarbij een prinsdom onder leiding van Osman Gazi alias Osman I (1258 - 1324). Het cijfer Eén achter zijn naam laat al vermoeden dat zijn 16


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

prinsdom door veroveringen en allianties zou uitgroeien tot een steeds machtiger wordend Osmaans (of Ottomaans) Rijk. In 1302 versloeg Osman I ook al een leger van de Byzantijnen. Zijn zoon en opvolger Orhan Gazi (1324-1362) nam steeds meer grote Byzantijnse steden en gronden in en wist vanaf 1365 zelfs een permanente vestigingsplaats in de Balkan en andere Ottomaanse bases in Zuidoost-Europa onder Ottomaans bestuur te brengen. Tussen 1362 en 1389, onder Sultan Murat I breidden de Ottomaanse territoria zich uit over het oostelijke gebied van de Middellandse Zee en de Balkan. In 1389 kwam er met de ‘Slag op het Merelveld’ (ondanks dat de sultan er sneuvelde) een eind aan de Servische macht in een groot deel van de regio. Daarmee was de weg vrij voor verdere expansie in Europa. Yıldırım (Bliksemslag) Bayezid I kwam in 1389, na het sneuvelen van zijn vader, aan de macht. Die mens zijn naam kennen we intussen. Maar al zijn daden nog niet. En ‘die daden benne groot’ zoals de Hollanders zeggen. Hij heeft dan wel niet “gewonnen de Zilveren Vloot” maar hij is een hoofdrolspeler in dit verhaal en derhalve zetten we zijn mooiste portret hiernaast.

Sultan Yildirim Bajezid I

Wel… In Anatolië onderwierp hij de andere nog bestaande Turkse vorstendommen. In 1389 stierf ook de Servische heerser Lazar in Kosovo. Toen Bayezid I vernam dat diens vazallen het gezag van Lazars weduwe Milica weigerden te erkennen en de Hongaarse koning Sigismund bij de opvolgingsstrijd betrokken raakte en Servië binnen viel, trok hij zelf naar Europa, trouwde er met Lazars jongste, 17 jaar oude dochter Mileva Olivera Lazarević (1372-ca 1450), ook Despina Hatun geheten) en zette hij zijn verse schoonbroer Stephan op de Servische troon als Ottomaanse vazal. 17


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Een tussendoortje: Op het wereldwijde web vond ik enkele artikelen waarin dat huwelijk toch tussen haakjes werd gezet en zou de mooie Olivera (zie postume pasfoto van een onbekende maker hiernaast) zich voor haar vaderland Servië opgeofferd hebben door in Bayezid’s harem te treden. Toen ze naar die Harem (die zich in Jedren, aka Adirne, aan de rivier Marica in het Europese deel van Turkije de Europese hoofdstad van de Ottomanen, bevond) weggevoerd werd, was - althans volgens de legende - de ganse weg door het ontroerde Servische volk met rozen bezaaid en was overal "Alal vera, Olivera" te horen. Ik ken geen Servisch en had dit als ‘onnozele Olivera’ willen vertalen. Volgens ‘Google translate’ zou het echter ‘Goed gedaan, Olivera’ moeten zijn. 12 Jaar lang verbleef Olivera in die Harem (hieronder een momentopname). Aanvankelijk slechts één van de vele concubines, werd ze daarna wel één van zijn vier wettige vrouwen. Ze zou zich nooit tot de islam bekeerd hebben.

Bayezid en Olivera 18


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

We naderen stilaan het jaar 1396 dat ons bijzonder interesseert. Nadat Bayezid I de Hongaren door een huwelijk of semi-huwelijk uit Servië weggehouden had, begon hij aan een expeditie tegen de Hongaren. In 1395 onderwierp hij koning Mircea I van het naburige Walachije. Daarna stak hij de Donau over en veroverde hij het kasteel van Nicopolis, dat een van de belangrijkste passages over de Donau controleerde. De Bulgaarse koning Ivan Shishman werd daar gevangengenomen en geëxecuteerd. Ook het gebied van het Koninkrijk Bulgarije werd een Ottomaanse provincie.

Een kruisvaart naar Hongarije. De snelle uitbreidingen van Bayezid I in de Balkan veroorzaakte onrust in Europa. Het koninkrijk Hongarije, nog niet veroverd, vreesde vanuit het zuiden aangevallen te worden. Ook de Republieken Genua en Venetië (dat al in 1394 een Verbond met Hongarije gesloten had) zagen hun posities op de Balkan in gevaar. Het was toch vooral de Hongaarse koning Sigismund die voor een Europees militair optreden tegen de Ottomanen pleitte. Zijn wens en die van de Byzantijnse keizer, die persoonlijk in een aantal West-Europese om hulp kwam vragen, omdat ook de restantjes van Byzantium door Ottomaanse troepen aangevallen werd, deden een aantal landen snel beslissen om een coalitie te vormen. Vooral Bourgondië engageerde zich sterk in een kruistochtproject. Philips de Stoute, de hertog van Bourgondië, stelde zijn zoon de graaf Jan van Nevers oftewel Jean de Dijon (later bekend als Jan zonder Vrees), als de opperbevelhebber van zijn troepen aan. Zo’n 2.000 ridders en schildknapen zouden zich voor dit leger hebben aangemeld. Verder werden nog 6.000 boogschutters en voetknechten geteld. Naast het Bourgondische contingent, bestond het kruisvaarders-leger uit troepen uit Vlaanderen, Duitsland, Engeland, Italië, Spanje, Schotland, Hongarije, Polen, Rhodos, Lombardije en Walachije. En ook uit minstens 7 flinke kerels uit het Brabantse Steenhuffel dus. Ik weet niet waar al die troepen zich verzameld hebben, maar bij hun vertrek werden ze door muzikanten en herauten in het purper voorafgegaan. Onderweg werden ze met grote feesten en copieuze maaltijden ontvangen. Ik overdrijf misschien een beetje maar zo heb ik het in Wikipedia gelezen. De tocht ging via Straatsburg en Beieren naar de Donau en verder naar Boeda(pest), waar de Hongaarse koning Sigismund van Luxemburg op hen wachtte. In Hongarije bleken (nog altijd volgens dezelfde bronnen de Fransen (dat zullen wel vooral Bourgondiërs geweest zijn want de meeste vazallen van de Franse Koning waren thuis gebleven) niet bereid om zich onder één commando te scharen. Ze hadden tijdens hun tocht door Duitsland overigens al laten zien dat roven en plunderen hun geliefde bezigheid was. 19


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De rode lijn (de kronkelende voor de zwart-wit-kijkers) is de Donau. De zwarte lijn is het traject dat de kruisvaarders naar Nikopol volgden. Om de kaart niet nog meer te verzwaren heb ik 2 plaatsen met een cijfer aangeduid. 1 staat voor de Boven-Donau, 2 is de IJzeren Poort.

Bij de ‘ijzeren Poort’ (nr. 2 op de kaart), werd de Donau overgestoken. Dat zou 8 dagen in beslag genomen hebben. Het was daar ook wel mooi om even te vertoeven. Of misschien moesten de kruisvaarders eerst nog leren zwemmen. Opmerking: de bondgenoten uit Venetië hadden wel voor schepen gezorgd. Wellicht zijn die de hele Donau afgevaren maar in de Venetiaanse bootjes die we kennen kan niet bijster veel volk.

De ‘ijzeren Poort’ bij Orsova

Vervolgens ging men stroomafwaarts langs de Donau waarbij de Hongaren de achterhoede vormden. Naarmate men verder trok, verminderde de discipline van de Franse troepen nog meer. Men verloor zich in zuip- en schranspartijen, 20


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

plunderingen en, bij gebrek aan voldoende meetrekkende prostituees, het verkrachten van het plaatselijke vrouwenbestand. Ik verdenk er de onbekende schrijvers in Wikipedia van geen echte Francofielen te zijn want ze sparen hun verwijten niet. Gelukkig waren de bondgenoten braver en zouden die zich erg aan de Franse gewoontes geërgerd hebben.

In dit verhaal genoemde en nog te noemen plaatsen. Het is redelijk lastig om ze op een moderne kaart met de recentere toponiemen en grenzen heel precies te lokaliseren maar veel zal het niet schelen. Gelieve alleen (desnoods met een vergrootglas) naar de omkaderde namen te kijken.

In Vidin (stad in het noordwesten van Bulgarije) behaalden de kruisvaarders hun eerste succes omdat de vazal van de sultan zich zonder verzet overgaf. Het daar aanwezige Turkse garnizoen werd desondanks genadeloos afgeslacht. Het volgende doel, Rachova (Oryahovo), werd verrast door 500 snelle krijgslieden die de brug konden bezetten voordat deze opgehaald was. Althans volgens de ene bron. Een andere bron weet dan weer dat de Fransen onbesuisd aanvielen zonder op het gros van de troepen te wachten en dat ze alleen door het snelle optreden van Sigismund met zijn Hongaren heel nipt hun hachje konden redden. De inwoners van Rachova beseften bij het zien van het numeriek veel sterkere kruisvaarders-leger dat verder verzet zinloos was en gaven zich, nadat ze de verzekering hadden gekregen dat hun leven zou gespaard worden, over. De Franse ridders (zij alweer), door de Hongaren een beetje vernederd, braken echter die belofte en trokken plunderend en moordend de stad in. Iedereen die niet tijdig kon vluchten werd vermoord, waarna de stad in brand werd gestoken werd. Onderweg naar Nicopolis, het volgende doel, werden nog een aantal kleinere forten en nederzettingen bestormd en ingenomen. 21


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Een zeker mijnheer of mevrouw Kandi uit Bulgarije heeft onder de titel ‘Danube Crusade and Battle of Nikopol (1396)’ een mooie kaart op het Internet gezet. Ik heb ze een heel klein beetje aangevuld.

De gebeurtenissen bij Nicopolis. Toen sultan Bayezid I over het langs de Donau oprukkende kruisvaardersleger op de hoogte werd gebracht was hij nog met het beleg van Byzantium aka Constantinopel bezig. Hij repte zich met tienduizend ruiters naar Nicopolis. Drie weken na de val van Rachova arriveerde hij op 24 september bij de door zijn gouverneur, Dogan Bey beheerde stad die toen al gedurende 12 dagen door de geallieerden belegerd werd. Vruchteloos belegerd, moet daarbij gezegd worden, want de Fransen (jawel) zouden het geld voor katapulten, stormrammen en ander belegeringsmateriaal, dat hun hertog zijn cijnsplichtigen had toen betalen, aan lekker

22


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

eten, drank, vrouwen, luxekleding en andere plezante dingen hebben uitgegeven. Foei! Op 25 september troffen beide legers elkaar voor de poorten van Nicopolis. Er bestaat een aantal gedetailleerde beschrijvingen van hoe de strijd verliep en welke tactieken daarbij werden gebruikt. Het zou ons te ver leiden om daar buitensporig diep op in te gaan. Een prentje moet nog wel kunnen.

La Battaglia di Nicopoli, miniatuur van Jean Colombe (1475).

Zeer veralgemenend zou men kunnen zeggen dat de kruisvaarders aanvankelijk in het voordeel waren maar dat ze uiteindelijk een desastreuze nederlaag leden. Het mag ons niet verbazen dat die nederlaag alweer werd toegeschreven aan de “ongelooflijke hoogmoed en arrogantie” van de Franse ridders, die de adviezen van koning Sigismund verwierpen en onstuimig vooruit stormden “omwille van de eer”, recht in de scherpgepunte stokken en de dodelijke pijlensalvo’s van de Turken”.

23


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De troepen van Sigismund werden onder de voet gelopen, hijzelf werd gewond door vrienden van het slagveld weggesleept en wist op een vissersboot onder een regen van pijlen te ontkomen naar de geallieerde vloot van de Venetianen.

Sigismund van Hongarije

De Franse kruisvaarders, waarvan meer dan de helft zonder hun gespiesd paard verder moest, worstelden zich in hun zware harnas naar een plateau waar zij dachten alleen nog restanten van het Turkse leger aan te treffen. Daar werden ze echter door een vers reservekorps en een grote overmacht ingesloten. De Ottomanen beloofden de hoge edellieden tijdens de gevechten te sparen om later voor hen losgeld te kunnen vragen. Liever schandelijk blood dan zeker dood gaven die zich over waarna hun voorbeeld door de rest van de Fransen (sic) werd gevolgd. Duizenden mannen werden gevangengenomen en een kostbare buit aan vaandels, kostbare stoffen, levensmiddelen en uitrusting viel de Turken in handen. De overwinning was volledig en de grootste nederlaag van een Christelijk leger sinds Slag bij Roncevaux (15 augustus 778). Vrees niet, beste lezer… Over diè oorlog ga ik het hier niet hebben. Na de Slag bij Nicopolis werd Bulgarije een deel van het Ottomaanse Rijk.

Nà de slag. Sultan Bayezid was blijkbaar van plan om zich aan zijn woord te houden en iedereen waar hij geld aan kon verdienen in leven te laten. Maar daarvoor moest hij wel weten wie daarvoor in aanmerking kwam. Zelf kende hij niet veel ridders van bij ons maar bij de gevangenen bevond zich de Picardische ridder Jacques de Helly. Die was in een vorig leven nog bij zijn vader Sultan Murat I in dienst geweest en die kende hij dus wel. 24


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De Helly werd opgedragen om gedurende de volgende 2 dagen de vooraanstaande edelen aan te wijzen… En ja, het streelt ons chauvinisme niet, maar onze mensen uit Steenhuffel waren daar blijkbaar niet bij. Intussen vernam Bayezid wat de kruisvaarders eerder, onder meer in Rachova, hadden uitgestoken en is hij in een Franse koleire geschoten. Op 28 september liet hij de ‘waardeloze’ gevangenen uit hun kerkers halen, in groepjes van drie of vier aanvoeren en door zijn beulen de ledematen en het hoofd afhakken. Het totaal aantal slachtoffers van deze slachting bedroeg enkele duizenden en de terechtstelling duurde van de vroege ochtend tot laat in de middag… Tot ‘Sint Michiels avont int jaer ons L. Heeren 1396’ dus. Dat is wat de oudste contemporaine bronnen vertellen. Maar de huidige experten in oorlogsverslaggeving en middeleeuwse geschiedenis denken dat de Bourgondische kroniekschrijvers de cijfers en de Turkse (wan)daden sterk overdreven hebben. Dat kan zijn. In ieder geval hebben 7 Brabanders uit Steenhuffel de zon de volgende ochtend niet meer zien opkomen. En ja, we hebben daar beelden van…Gevoelige zielen sluiten nu de ogen.

Het bloedbad na de slag. Uit de Chroniques de Froissart, Bibl. Nation. de France, fonds Lod. Van Gruuthuse (+1492), ms. fr. 2645, fol. 255 v. 25


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De door de Helly aangewezen ridders, en de anderen die er jonger dan 20 uitzagen, mochten later geboeid en zonder sandalen naar Gallipoli wandelen. Daar werden ze in de haven opgesloten. Ik heb eens stiekem op mijn Routeplanner gekeken. 541 Km. en 536 m. is dat. Nog later werden ze afgevoerd naar Bursa, de Aziatische hoofdstad van het Ottomaanse Rijk. Jacques de Helly was intussen naar Bourgondië en Frankrijk gestuurd om er over het losgeld te onderhandelen. Over de afloop van die gesprekken is in onze plaatselijke archieven niets te vinden. In andere wel, maar met dat geld hebben we geen mensen uit groot-Londerzeel teruggekregen. Jean de Dijon, de aanvoerder van het verslagen leger, was één der gelukkigen die vrij kwamen. Op 24 februari 1398 deed hij zijn intrede in Dijon waar hij als held werd ingehaald. Toen zou hij voor zijn optreden bij Nicopolis de bijnaam Jean sans Peur, Jan zonder Vrees gekregen hebben. Ze moeten daar andere verslagen gelezen hebben dan degene die ik zelf heb gezien. Om mijn verhaaltje af te ronden, alleen nog dit. In 1402 stond Bayezid I ook op het punt om het sedert 1394 belegerde Constantinopel (Byzantium) in te nemen toen de Tataarse Mongool Timoer Lenk Anatolië binnen viel. Bij de Slag bij Ankara (1402) werden hijzelf, zijn zoon Mustafa Çelebi en de mooie Mileva Olivera Lazarević gevangen genomen. Omdat Timoer zijn gasten door Olivera naakt liet bedienen terwijl haar man mocht toekijken in een ijzeren kooi, werd de sultan tot in het diepste van zijn ziel vernederd 5. Hij kon niet anders dan naar Ottomaanse traditie op 8 maart 1403 zelfmoord plegen. Daarop werd zijn weduwe door Timoer uit compassie vrijgelaten. Hetzelfde jaar brak een burgeroorlog uit in het Ottomaanse Rijk. Die duurde tot 1413 en gaf het zieltogende Oost-Romeinse (Byzantijnse) Rijk de kans om zijn bestaan nog tot 1453 te rekken. Olivera moet kort nà 1444 in het paleis van haar broer Stefan in Belgrado gestorven zijn. Er bestaan toneelstukken over haar leven. 5

Ook dààr bestaan wel beelden van maar die ga ik hier niet tonen. 26


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

VERHAAL 4 1472 – Waarom een grijsaard uit Malderen een jonge weduwe uit Londerzeel ontvoert en waarom Karel de Stoute in deze affaire persoonlijk tussenkomt. Geweld hebben we in dit boekje al gehad, buren- en familieruzies ook… Misschien is het nu tijd voor een beetje romantiek? Vergeet het maar. Hetgeen volgt heeft weinig met romantiek te maken. Laat ons beginnen met het begin, en dat zijn de feiten.

De feiten, zoals die door J. Bartier beschreven werden. Ik vond de aanzet voor dit verhaal in ‘Un document sur les prévarications et les rivalités du patriciat bruxellois au XVe siècle’, geschreven door John Bartier en gepubliceerd in het ‘Bulletin de la Commission royale d'Histoire’ jaargang 1942, volume 170, blz. 337-379 en meer bepaald op blz. 355-357. Hieronder, cursief, de letterlijke (en niet zozeer letterkundige) vertaling van een fragment dat onmiddellijk mijn aandacht trok. De essentie van de vele voetnoten heb ik zoveel mogelijk (tussen haakjes) overgeheveld naar de lopende tekst. Het gaat als volgt: In 1472 kreeg Philippe de Nuwenhove opnieuw problemen met de justitie. Deze nieuwe affaire is veel obscuurder dan die van 1467. Uit een processtuk van de Raad van Brabant blijkt dat hij voor deze rechtbank is gebracht, omdat hij Marguerite de Voorspoel (dochter van Jean de Voorspoel, stadhouder van het Land van Mechelen, en van Marguerite Daneels), weduwe van Gautier Pynnock (zoon van Jacques), tijdens zijn leven burgemeester van Merchtem, heeft ontvoerd. Hij werd er ook van beschuldigd in verband met deze zaak geweld te hebben gepleegd tegen de persoon van een hertogelijk raadslid, Arnoul van der Beke (doctor en hoogleraar in de rechten te Leuven, heer in Beersel). Hij werd gearresteerd, maar eenmaal gevangengezet, deed hij alsof hij onschuldig was en diende een verzoekschrift in bij de Téméraire (dat is hertog Karel de Stoute). Die luisterde naar hem en beval (in een brief vanuit Brugge 27


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

van 29 december 1472) zijn vrijlating op borgtocht met de volgende woorden: “wij zijn content en willen en vragen u uitdrukkelijk dat u de genoemde Philippe de Nuwenhove, onze rentmeester voor Leuven, mits een goede waarborg uit de gevangenis zal vrijlaten” 6. De Raad van Brabant zwichtte voor het bevel van de hertog. Na verschillende confrontaties tussen de vertegenwoordigers van de ontvanger van Leuven (Van Nuwenhove dus) en die van Marguerite de Voorspoel, werd Philippe vrijgelaten op een borgtocht van 4.000 Leeuwen. Deze garantie werd verstrekt door Henri Pipenpoy (heer van Merchtem), Henri Vander Meere (schoonbroer van Philippe) en de kanselier van Brabant (Jean l'Orfèvre of Aurifabri, ridder, doctor en hoogleraar in de rechten, gewezen rector van de universiteit van Leuven). De zaak ging van de Raad van Brabant naar het Parlement van Mechelen. Philippe werd opnieuw schuldig bevonden samen met zijn vrouw (Marguerite van der Meere, vrouwe van Koekelberg, dochter van Jan en Mathilde Swaef), zijn onwettige zoon ((Philippe, natuurlijk kind met Barbara van Rosselaere, later in 1475 gewettigd bij het Département du Nord in Rijsel) en andere medeplichtigen (Gilles de Brabant, Arnoul de Coghe, Hubrecht de Ruische, Claes van den Boegarde, Philippe bastard de Nuwenhove, Anthoine de Decken, Arnoul de Colnere, Goort de Bruckeleere, Jehan de Babillonne, Jehan van der Becke, Gerart de Rasport en Hennequin le Pallefrenier) veroordeeld tot een boete van 600 pond 7. Opmerking: de waarde van die 600 Pond kan gelijk geweest zijn aan die van 4.000 Leeuwen. De gouden Leeuw (zie hierna) werd in 1454 tijdens het bewind van Philips de Goede (de vader van Karel de Stoute) ingevoerd. De munt had het hoge gehalte van 958/1000 en werd uitgegeven op koers van 30 stuivers. Hij werd aangemunt in de gewesten Brabant (muntplaats Mechelen), Vlaanderen (muntplaatsen Brugge en Gent), Holland (muntplaats ′s Gravenhage) en Henegouwen (muntplaats Valenciennes). Dat weten we allemaal dank zij de site www.henzen.org. Helaas leert die ons niet wat we vandaag met een Leeuw zouden kunnen kopen. Wat ik wel ontdekte is dat Philippe de Nuwenhove A.R.A., Raad van Brabant, nr. 532, folio 2 verso. Daar staat het wel in het schoonste Frans uit die tijd: ‘... nous sommes contens voulons et vous mandons expressément que le dit Philippe de Nuwenhove nostre rentmaistre de Louvain vous eslargissié de prison sous bonne caucion’. 7 Algemeen Rijksarchief, Rekenkamer, nr. 21450, bijlage, folio 1. 6

28


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

(die ik voortaan consequent Philips van Nieuwenhove zal noemen) toen als rentmeester van Leuven 346 Pond (480 Pond met wettige bijverdiensten) per jaar verdiende.

Op 26 augustus 2023 werd deze éne Gouden Leeuw bij Delcampe verkocht tegen de niet onaanzienlijke prijs van 1.850 Euro.

4.000 Leeuwen was hoe dan ook veel geld. En dat het niet meer om een borgtocht maar wel degelijk om een boete ging zal nog blijken. Tussen de uitspraken van de Raad van Brabant en die van het Parlement van Mechelen moet er dus iets gebeurd zijn dat aantoont dat Philips van Nieuwenhove niet aan de opgelegde voorwaarden had voldaan. J. Bartier gaat verder: Het aandeel van Philips en zijn vrouw (Marguerite aka Margriet van der Meere) in de boete bedroeg slechts 200 pond en die van zijn zoon 50 pond. Maar omdat de solvabelen ook voor de insolvabelen moesten instaan, moest hij (Philips senior) meer betalen. De deurwaarder ontving vlot wat Philips persoonlijk verschuldigd was. Maar hij moest eigendommen van Philips aanslaan en verkopen om te recupereren wat de insolvente medeplichtigen verschuldigd waren 8. De jaren die volgden werd er nauwelijks over de ongrijpbare ontvanger gesproken. Maar in 1476 zou zijn carrière als hertogelijk functionaris even ongelukkig als die in Brussel eindigen.

Dezelfde feiten, maar nu geresumeerd. In 1472 ontvoerde ene Philips van Nieuwenhove, ooit actief in de Brusselse politiek en nu de rentmeester voor het kwartier Leuven, Margriet van Voorspoel, de dochter van de stadhouder van het Land van Mechelen en weduwe van Wouter Pynnock, die burgemeester van Merchtem was geweest. De inboedel van een huis in Hertgat te Brussel leverde het bedrag van 68 pond 13 sols en 4 deniers op, dat was dus lang niet genoeg. 8

29


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Hij deed dat niet alleen maar met de hulp van 11 kornuiten. Ook zijn vrouw (Margriet van der Meeren) en bastaardzoon (Philips junior) gingen niet vrijuit. Bij die ontvoering werd geweld, maar geen dodelijk geweld, gebruikt. Dat het slachtoffer een Lid van de Raad van Brabant was doet mij vermoeden dat dit ‘incident’ in de Raadszaal te Leuven of in die van Mechelen gebeurde. Meer details ken ik niet en ik ga er ook niet over speculeren. Philips van Nieuwenhove kwam in de gevangenis terecht en mocht terecht het ergste vrezen. Maar na een persoonlijke tussenkomst van Karel de Stoute, die naast vele andere dingen ook de hertog van Brabant was, werd hij op borgtocht vrijgelaten en werd zijn straf in een geldboete omgezet. “Wat waren de redenen waarom Philips van Nieuwenhove Marguerite de Voorspoel, de weduwe van Gautier Pynnock, ontvoerde?” vroeg de heer Bartier, die alle desbetreffende elementen kende, zich in 1942 af… “Dit is een vraag die we niet kunnen beantwoorden in onze documenten,” was zijn besluit. ’t Zou weer eens willen lukken… Maar wanhoop niet, beste lezer. Want, anders dan ikzelf, had die mijnheer geen 25 jaar lang in de Londerzeelse geschiedenis gesnuffeld. In de documenten die de heer Bartier wèl bestudeerde wordt over de plaatsen Brussel, Koekelberg, Leuven en Mechelen gesproken. Nooit over Londerzeel. Maar bij de personen die hij noemde zitten wel degelijk wat mensen van bij ons. Of althans mensen die serieus wat met groot-Londerzeel te maken hadden.

De ontvoerder Philips van Nieuwenhove. Om te beginnen is er de ontvoerder Philips van Nieuwenhove. In de periode 1566 -1590 werden overal ten lande en ten buitenlande vele heiligenbeelden en ook vele glasramen in tal van kerken vernield. Zo ook in Malderen. Tot dan bevonden zich in het koor van de parochiekerk onder meer 2 elementen die naar een familie Van Nieuwenhove verwezen. Om te beginnen was er een glasraam van het echtpaar Philips van (den) Nieuwenhove-Margriet van der Meeren. Helaas heeft dat de Beeldenstormen niet overleefd maar we bezitten er nog wel een beschrijving van: “Onderaan 8 wapenschilden met hun kwartierstaten. Daarboven, rechts, een knielende gewapende man met een staande Sint Philips achter hem; links een knielende vrouw in rood fluwelen keurslijf en witte damasten tabbaard en met een staande Sinte Margriete achter haar”. Philips van Nieuwenhove en Margriet van der Meeren hadden dat raam bij de bouw van dat koor, in 1464, of kort daarna geschonken. 30


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Het tweede element was de grafzerk van Margriet onder het glasraam in het koor. Die werd door de beeldenstormers met rust gelaten maar was er in 1858 ook al niet meer. Hij zou de volgende inscripties gehad hebben: “Hier leyt begraven Joncvr. Margriete Van der Meeren dochter wijlen Jans van der Meeren, ridder, heer van Saveltem, Sterrebeek, huisvrouwe van wijlen Philips van Nieuwenhove anno 1460 de 23 oktober. Bidt voor de ziel.” Ik weet niet wie die tekst ooit heeft overgeschreven, maar hier klopt iets niet. Want volgens deze zerk zou Margriet in 1460 gestorven zijn en haar man al eerder. Dat spreekt alle andere documenten op een flagrante wijze tegen. In ieder geval waren zij de – misschien toen nog deugdzame katholieke - mensen die 1472 de jonge weduwe Margriet van Voorspoel zouden ontvoeren. Margriet van der Meeren was de dochter van ridder Jan (heer van Zaventem en Sterrebeek, schepen van Brussel) en Machtilde Swaef (vrouwe van Koekelberg). Philips van Nieuwenhove (1405-1490) was een zoon van Jan van Nieuwenhove en Elisabeth van den Broecke. Zijn grootouders waren Hendrik 2 van Ursene van den Broecke (1330-1406) en Elisabeth Pipenpoy. Wacht eens even… Waren dat niet de eigenaars van het Hof ten Broecke, het latere Groenhof, in Malderen? Dat waren ze zeker. En er is meer. Ook Philips van Nieuwenhove is in 1462 – weliswaar via een omweg langs ene Bussaert van Munte - in 1462 eigenaar van het Hof ten Broecke geworden. Dat zit zo.

Philips van Nieuwenhove op het Hof ten Broecke in Malderen. Op het Hof ten Broecke (het latere Groenhof) werd de genoemde Hendrik 2 van Ursene-van den Broecke door zijn zonen Jan 2 van Nurse-van den Broecke en Eggerick van den Broecke opgevolgd. Iedereen (mijzelf inbegrepen) is er altijd van uitgegaan dat zij de laatste van den Broecke’s op het Goed ten Broecke in Malderen waren. Na hen, in 1434, is inderdaad plotseling een Bussaert van Munte ten tonele verschenen. Het is vreemd dat, terwijl er blijkbaar nog een behoorlijk aantal vanden Broecke’s in goede gezondheid verkeerden, er plots een heel andere naam op het Hof ten Broecke te vinden is. De oorspronkelijke tekst van het verhef van 1434 werd niet gevonden. We weten dus niet of van Munte het leengoed in Malderen door erfenis of door aankoop verkreeg. We wisten ook niet of er een eventueel familieverband met de 31


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

familie van den Broecke bestond. Eigenlijk wisten we helemaal niet wie deze mijnheer van Munte was. ‘Niet wisten’ is echter een zinsnede in de verleden tijd. Want vandaag weten we het wèl. In mijn boek ‘Ten Broecke en Groenhoven’ publiceerde ik het volgende stamboomfragment van een deel van de familie van Ursene-van den Broecke. Hendrik 2 van Ursene van den Broecke (ca 1330-1406) x a) 1353 Elisabeth Pipenpoy, xx b) NN Yolente vd Broecke (ca 1354-1425) x a) Phil. v Artevelde (1340-1382), xx b) Peter Diederic (+1431) Jan 2 van Nurse van den Broecke (ca 1357-1434) x Margriet de Keghel Yolente van den Brouke x ca 1405 Jan van Munte (ca 1380 + 1437) Bussaert van Munte (ca 1406-1470) x ca 1428 NN Vilain (?) Elis. vd Broecke (ca 1365-nà 1445) x a) ca 1400 Jan v Nieuwenhove, xx b) ca 1439 H. Crupelants Philips van Nieuwenhove (1405-1490) x Margriet van der Meeren Hendrik van Ursene (ca 1365-nà 1416) x Prude NN Daneel van den Broecke Willem van den Broecke Hendrik van den Broecke Jan van den Broecke Catharina van den Broecke (ca 1385-ca 1470) x P v. Werchtere Eggerick van den Broecke (ca 1390-1470)

Opmerkingen: - De vetgedrukte personen waren in een bepaalde periode de eigenaar van het Hof ten Broecke aka het Groenhof in Malderen. - De onderlijnde personen zijn in geen enkele klassieke genealogie Van den Broecke-Van Ursene te vinden. Als u ze in dit verband op het Internet vindt dan zijn ze van dit boek afgeschreven. De link tussen Van den Broecke in Malderen en Van den Broecke/Brouke, Van Artevelde en Van Munte in Gent werd nooit eerder gelegd. Hoe ik tot het besluit kwam om dat wel te doen is in mijn boek over dit domein te lezen en te lang en te ingewikkeld om dat hier nog eens uit te leggen. Bussaert van Munte blijkt gewoon een kleinzoon van Jan 2 van Nurse-van den Broecke te zijn. Daarnaast was hij ook de kleinzoon van een oudere Bussaert van Munte, die de kastelein van het Gentse Gravensteen was. Waarom precies hij in Malderen terecht gekomen is heeft zeer waarschijnlijk alles met de Gentse dorpspolitiek in de 15de eeuw te maken. Zijn vader Jan van Munte, getrouwd met Yolente van den Brouke (Broecke), was armmeester (zoiets als voorzitter van de OCMW) en schepen van één van de twee Gentse Schepenbanken. Na de dood van 32


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

zijn eerste vrouw hertrouwde hij omstreeks 1426 met Clara Haesbyt. Dat is een familienaam die we later nog op het Hof ten Broecke gaan tegenkomen. In 1431 wilde het stadsbestuur van Gent een nieuwe munt introduceren. Op zich was dat geen probleem maar bij inruiling verloren de oude munten ¼ à 1/3 van hun waarde. Er braken troebelen en ongeregeldheden uit waarbij een aantal notabelen het moest ontgelden. Daarbij werden onder meer ene Joos Haesbyt, voormalig schepen en nog altijd deken van de leidekkers, én – niet onbelangrijk - een stief-oom van onze Bussaert van Munte, door een opstandige meute doodgeslagen. Het is dus niet ondenkbaar dat ook het aangetrouwde deel van de familie Haesbijt, zoals van Munte het raadzaam vond om het mondaine maar levensgevaarlijke Gent voor het landelijke maar veilige Malderen te ontvluchten. Ook Jan, de broer van Bussaert, is effectief in Malderen komen wonen. Bussaert van Munte is in 1434 in Malderen gearriveerd. Dààr stond op dat moment een nieuw kerkkoor in de steigers. Als nieuwe heer van ten Broecke werd hij onmiddellijk aangesproken om een schoon glasraam te doneren. Dat heeft hij ook gedaan. Helaas werd ook dit raam tijdens de Beeldenstormen kapot geslagen en werden de scherven weggesmeten. Bij Alphonse Wauters (Histoire des environs de Bruxelles) vernemen we dat Philips van Nieuwenhove in 1462 de nieuwe eigenaar van het Hof ten Broecke werd. Van Nieuwenhove – ofschoon een achteroom zoals ons stamboomfragment toont – was geen erfgenaam van Bussaert van Munte. Het was zijn schuldeiser. Waarom Bussaert van Munte (veel) geld nodig had, is jammer genoeg niet geweten. Misschien had hij de kosten van het voor de kerk van Malderen bestelde glasraam een beetje onderschat maar dat kon onmogelijk de enige reden zijn. In ieder geval had hij zijn rijke achteroom Philips aangesproken om hem tijdelijk uit de nood te helpen. Nu, in de 21ste eeuw, weten we allemaal dat het niet wijs is om bij vrienden of familie geld te lenen, zeker als men hen niet terugbetalen kan. Misschien valt het begin van deze kennis wel naar 1462 terug te voeren. Dat jaar werd ten Broecke ten voordele van Philips van Nieuwenhove en diens vrouw Margriet van der Meeren aangeslagen.

33


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De Brusselse carrière van Philips van Nieuwenhove. In het begin van dit verhaal vernamen we vaag dat Philips van Nieuwenhove, voor en nadat hij Margriet van Voorspoel ontvoerde, een niet altijd gelukkige politieke carrière had. Dààrover – aan de hand van een flash-back - nu een beetje meer. In 1427 volgde hij zijn vader op als leenman in Opwijk en Denderbelle. Als lid van (minstens) één van de zeven oude Brusselse geslachten (het geslacht Sleeus o.a.) kon hij er een politieke mandaat vervullen. Dat heeft hij, die trouwens een residentie te Hertgat in Brussel had, dan ook niet nagelaten. Van 1451 tot 1457 en nog eens in 1462 was hij er schepen; in 1458 werd hij burgemeester; in 1459 was hij gemeenteontvanger-schatbewaarder… Intussen geraakte hij binnen in de kennissenkring van hertog Philips de Goede voor wie hij getuige was toen die in 1460 Jan van Glymes persoonlijk als zijn leenman voor goederen in Neer-Velp installeerde. Na 1462 was er in de Brusselse geschiedenis een tijd lang geen plaats voor Philips van Nieuwenhove meer. Dat komt omdat hij tot de politieke factie “de Mol” behoorde en de rivaliserende factie “van Enghien-van Kestergat” de macht overgenomen had. Tussendoor bleef hij nog wel goede maatjes met de mensen aan het Hof. Zo kwam de hertog van Charolais (dat was de zoon van Philips de Goede, de latere Karel de Stoute, zie hiernaast) in 1466 en 1467 tweemaal persoonlijk voor hem bij de grote Raad te Mechelen tussenbeide om de afhandeling van een door hem gewonnen proces te versnellen. Op 10 juni 1467 gelastte Philips de Goede, die 5 dagen later in Brugge zou overlijden, op vraag van de amman van Brussel Lodewijk van Enghien, heer van Kestergat en lid van de concurrerende factie, een onderzoek naar de daden van “plichtsverzuim” waarvan de voormalige Brusselse magistraten Philips van Nieuwenhove en Wouter van den Wincle (allebei van de partij De Mol) werden verdacht. Hen werd, onder meer, verweten: - Dat al in 1457 in Brussel het gerucht de ronde deed dat de eigendommen van de stad slecht werden beheerd en dat bepaalde bestuurders, de twee beschuldigden in de eerste plaats, om te kopen waren. 34


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Dat met name Philips van Nieuwenhove, in de tijd dat hij gemeenteontvanger was, geld dat hij vanwege de stad aan derden had moeten distribueren, verduisterd had De afwikkeling van deze politieke afrekening is slechts gedeeltelijk gekend. Maar in maart 1468 werd Philips van Nieuwenhove door de Grote Raad van Mechelen en het stadsbestuur van Arras veroordeeld tot het betalen van een boete van 200 Ponden voor “zekere” excessen en misbruiken gedurende de periode dat hij in het bestuur van Brussel had gezeten. En op de feestdag van Sint Jan ((24 juni 1468) werden Philips van Nieuwenhove en Wouter van den Winckle uit Brussel verjaagd en verbannen. -

Intussen was Karel de Stoute de nieuwe hertog van Brabant geworden. Hij had wellicht vrienden in beide partijen en was de bestuurlijke wanorde in Brussel meer dan beu. Het duurde echter nog meer dan een jaar tot, op 1 augustus 1469, de twee twistende politieke partijen zich in aanwezigheid van vertegenwoordigers van Karel de Stoute, tijdens een groot diner met elkaar verzoenden. Maar Hertog Karel had die verzoening niet afgewacht om zijn ‘vriend’ Van Nieuwenhove voor armoe en een mogelijke hongerdood te behoeden. Op 8 september 1468 had hij hem al, in opvolging van Hendrik de Mol, tot hertogelijke ontvanger te Brussel benoemd. Hij motiveerde deze beslissing met de volgende schone woorden: “savoir faisons que pour les sens, discretion et souffisance estans en la personne de nostre bien aimé Philippe de Nyeuwenhove demourant en nostre ville de Brucelles et pour consideration de services qu'il nous a faiz, par cidevant faiz chascun jour et esperons que encoires fayre doyt a temps a venir, icellui Philippe” 9. Ik moet dat toch niet helemaal vertalen? We noteren wel dat Karel het over de door hem ‘welbeminde’ Philips van Nieuwenhove had. Op 22 december 1469 volgde zijn benoeming tot rentmeester-ontvanger voor één van de vier Brabantse kwartieren, namelijk dat van Leuven. Het hertogdom Brabant was in 4 Kwartieren ingedeeld. Dat waren het kwartier van Antwerpen, het kwartier van Brussel, het kwartier van Leuven en het kwartier van ’s Hertogenbosch. Het is niet nuttig om hier meer details te geven. In die hoedanigheid (die van rentmeester) mocht hij ook de hertogelijke renten en pensioenen aan de daarop rechthebbende groot-Leuvenaars uitbetalen.

9

Algemeen Rijksarchief, Rekenkamer, n° 4180, folio 2. 35


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Ai, Karel de Stoute kon toch nog niet vergeten zijn dat Philips al eens eerder voor geldverduistering veroordeeld was? In 1472 kwam Philips van Nieuwenhove weliswaar opnieuw in aanraking met het gerecht. Maar in tegenstelling tot waar ik hierboven voor vreesde, had het met zijn werk in Leuven niets te maken.

Het slachtoffer Margriet van Voorspoel Tijd voor alweer een flash-back en een verandering van decor. In 1451 werd, waarschijnlijk in Londerzeel, maar het kan ook in Mechelen zijn, Margareta van Voorspoel geboren. Zij was het eerste kind van Jan 2 van Voorspoel, de heer van een gelijknamig goed in Londerzeel, en van Margriet Daneels. Sedert 1310 was vader Jan al de 6de generatie Voorspoel in Londerzeel. Ofschoon deze familie vooral eigendom in Mechelen had, weten we met zekerheid dat hij in 1431 in Londerzeel geboren was. In 1438 werd hij wees en omstreeks 1450 trouwde hij een eerste keer met Margriet Daneels, de dochter van Robbrecht Daneels Zijn oudste dochter Margareta oftewel Margriet groeide op in eer en deugd en waarschijnlijk zonder iets te kort te komen. Op 6 december 1467 werd haar vader, die al een schone carrière had, tot “stadhouder van Zijne Majesteyt in den Leenhove van Brabant’s Landts van Mechelen” benoemd. Hij is dat tot aan zijn dood in 1501 gebleven. “Zijne Majesteit” was toen in 1467 niemand anders dan Karel de Stoute.

Margriet van Voorspoel en haar man Wouter Pinnock. Toen de tijd gekomen was, dat was eind 1469-begin 1470, trouwde Margriet met Wouter Pinnock. (Gauthier Pynnock volgens de Franstalige boekjes, maar dat is gelukkig dezelfde persoon). Wouter was een telg uit het patriciersgeslacht dat al vanaf de 13de eeuw vele meiers, schepenen en andere notabelen aan de stad Leuven geleverd heeft. In 1371 vochten 3 broers Pinnock, namelijk Louis, Hendrik en Wouter, aan de zijde van Wenceslaus, hertog van Brabant, te Baesweiler. Ik heb al eerder (in verhaal 2) verteld hoe dat verhaaltje afgelopen is. Ook de broers Pinnock werden er krijgsgevangen genomen en zijn pas tegen een hoog losgeld weer vrijgekomen. Wouter (ca 1345-1420) trouwde met Anna Kemerlinckx. 36


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Eén van hun zonen, Jacques (ca 1390-1460) trouwde met Jeanne de StGaucherie gezegd van Woluwe. In de periode 1436-1457 was hij in Leuven afwisselend gezworene en schepen. Eén keer, in 1440, is hij er zelfs mede-burgemeester geweest. Intussen verwierf hij gronden in Wilsele, Meldert en Merchtem (aan de Hoelbeek in Peisegem om precies te zijn). Jacob of Jacques Pinnock en Joanna van Woluwe hadden (minstens) 2 kinderen: - Joanna trouwde met Henri Gheboers. - Wouter, ° ca 1442, trouwde in 1469/1470 met Margriet van Voorspoel. In 1461, kort na de dood van zijn vader Jacques, werd Wouter Pinnock door zijn moeder Joanna van Woluwe volwassen verklaard. Dat betekent dat hij (zeer kort) nà 1441 moet geboren zijn. Die emancipatie heeft mogelijk gediend om hem in staat te stellen om het leger van Karel de Stoute, de zoon van Philips de Goede, te vervoegen. Philips de Goede, hertog van Bourgondië en van Brabant, graaf van Vlaanderen, en zijn zoon Karel waren altijd wel ergens in een oorlog verwikkeld. Waarschijnlijk heeft hij, zoals een aantal van zijn ooms en neven, in 1466-1468 aan diens campagnes tegen Luik deelgenomen… En er 600 Franchimontezen in de Maas helpen gooien. Op 4 juni 1469 werd hij – mogelijk voor bewezen diensten – als meier van de vrijheid Merchtem aangesteld. Hij kan toen hoogstens 28 jaar oud geweest zijn. We herinneren ons dat zijn vader Jacques eigendommen in Merchtem verworven had. Kort na zijn aanstelling, wellicht nog hetzelfde jaar of uiterlijk begin 1470, is hij dus met Margriet van Voorspoel getrouwd. Misschien val ik in herhaling… Als we historicus Edmond Pouillet mogen geloven zou hij redelijk snel na zijn wittebroodsweken alweer ten oorlog getrokken zijn. In augustus 1472 vervoegde hij, samen met zijn oom Jan Pinnock en nog andere familieleden, de cavalerie van de graaf van Salm, heer van Rotselaar, teneinde Karel de Stoute te steunen die toen op “campagne” in Normandië was. Deze expeditie, die eigenlijk bedoeld was om de Franse koning Lodewijk XI voor zijn hulp aan de Luikse opstand van 1467 te straffen, liep met de mislukte belegering van Arras (september 1472) en het verdrag van Crotoy (3 oktober 1472) met een sisser af. De 100 ruiters van de heer van Rotselaar keerden in november terug naar huis, maar de “avonturier” Wouter Pinnock sloot zich onmiddellijk aan bij een kleine groep Brabanders die onder leiding van de Brusselaar Jan Swaef naar 37


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Hongarije trokken. Het was hun intentie om er de Turken tegen te houden. Die hadden in 1453 Constantinopel en het Oost-Romeinse Rijk veroverd en waren daarmee blijkbaar nog niet tevreden. Jan Swaef en Wouter Pinnock hadden van de avonturen van vader en zoon de Luu in Nicopolis (1396, zie verhaal 2) dus niet bijzonder veel geleerd. Helaas (of gelukkig) weten we uit andere (lokale) bronnen dat Wouter Pinnock, nog altijd meier van Merchtem, al op 2 april 1470 in Merchtem door geweld om het leven gekomen was. Wouter Pinnock heeft gedurende zijn zeer korte huwelijk met Margriet van Voorspoel bij haar geen kinderen verwekt. Maar het is niet omdat hij niet tegen de Turken vocht dat hij elders geen avontuurtjes beleefde. Hij heeft namelijk 2 bastaarden nagelaten die door zijn moeder Joanna van Woluwe en zijn tante Elisabeth ’s Boden (de Bode), de vrouw van zijn peetoom Wouter, te Leuven werden grootgebracht. Hun namen waren Karel en Kathelyne. Opmerking: in onze lokale archieven heb ik tussen 1466 en 1628 niet minder (ook niet meer) dan 18 mensen met de naam Pinnock, met eigendom en Steenhuffel en Merchtem-Peisegem, gevonden. In 1550 was een Pinnock griffier van de Steenhuffelse schepenbank. Een direct verband met Wouter Pinnock schijnt er op het eerste zicht niet te zijn, maar eigenlijk kan het niet anders.

Margriet van Voorspoel bleef achter als jonge weduwe zonder kinderen, maar met zicht op een mooie erfenis. Toen ze in 1472 door Philips van Nieuwenhove gekidnapt werd was ze nog altijd maar 21 jaar oud jong.

Waarom Margriet van Voorspoel gekidnapt werd. Waarom de rentmeester van het kwartier Leuven van Karel de Stoute het nodig vond om de dochter van de stadhouder van het Land van Mechelen van dezelfde Karel de Stoute 10 te ontvoeren, is absoluut niet duidelijk. Althans niet voor de heer Bartier die er nochtans serieus in tal van oude perkamenten en papieren naar heeft gezocht. We vergeven het hem graag want in die papieren Toen we op school over Karel de Stoute hoorden spreken was dat altijd een wereldheerser van heel ver weg. Maar er waren wel meer mensen van bij ons die hem persoonlijk heel goed kenden en misschien zelfs vrienden waren. Philips van Nieuwenhove, Jan van Voorspoel en Wouter Pinnock kennen we al. Maar ook Everaert van der Mark, die in 1466 de eigenaar van het Steenhuffelse Diepensteyn werd, heeft aan de zijde van deze hertog en aan de zijde van zijn eigen broer Willem van der Mark (het beruchte ‘Everzwijn van de Ardennen’) de Luikenaars en vele anderen de duvel aangedaan. Dat is echter een andere verhaal dat de lezer in mijn boek over ‘Diepensteyn’ zal moeten lezen. 10

38


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

staat bijvoorbeeld nergens dat dader en slachtoffer geburen in Londerzeel waren. Hij deed het waarschijnlijk niet vanwege haar mooie ogen, want in 1472 was hij al op jaren en bovendien nog altijd met Margriet van der Meeren min of meer gelukkig getrouwd. Hij deed het evenmin alleen. Samen met hem werden zijn vrouw, zijn bastaardzoon Philips en niet minder dan 11 handlangers voor dit criminele feit in beschuldiging gesteld. Aan hun namen, die eerder in dit verhaal te vinden zijn, te horen waren die mannen niet van hier. Let nu goed op, want ik heb een theorie. Sedert de ontgoochelende vaststelling van mijnheer Bartier zijn alweer vele jaren verlopen. Inmiddels heb ik zowel de geschiedenis van het Hof ten Broecke als die van Voorspoel grondig bestudeerd. En wat blijkt?

Margriet van Voorspoel, weduwe Pinnock, gaat hertrouwen. Ten tijde van haar ontvoering stond Margriet van Voorspoel, die dan al 2 jaar weduwe was, op hertrouwen. De uitverkorene was Joris Clockman. Ik heb al dikwijls mogen ondervinden dat toeval eigenlijk niet bestaat. Dat bleek nogmaals toen ik de afkomst van die Joris Clockman onderzocht. In feite was daarover niet veel geweten. Het is wel zeker dat hij de zoon was van Jan Clockman en Avezoete Cabeliau. Avezoete was de dochter van Gillis Cabeliau, heer van Mullem, en Willemijne van (der) Munte. Zou deze laatste familie van Bussaert van Munte, de vorige eigenaar van ten Broecke, kunnen zijn? Hierna herhaal ik een stukje van de stamboom van de Gentse familie Munte, zoals ik die in mijn boek ‘Ten Broecke en Groenhoven’ heb gereconstrueerd. Een Bussaert van Munte, geboren ca 1354 en gestorven op 28 april 1414, was ridder, oorlogsinvalide van de oorlog tegen de Moren en daarna kastelein van het Gravensteen te Gent, In 1376 trouwde hij met Margriet Sersanders en ze hadden onder meer volgende kinderen:

39


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

-

-

Louis de Bondt

Jan van Munte, geboren ca 1380 en gestorven in 1437, was armmeester en schepen te Gent, Hij trouwde een eerste keer ca 1405 met Yolente vanden Brouke en hertrouwde ca 1426 met Clara Haesbyt. Een zoon van Jan van Munte en Yolente van den Brouke, namelijk Bussaert van Munte, werd in 1434 eigenaar van het Hof ten Broecke te Malderen waar hij ook effectief gaan wonen is. Willemeyne van Munte trouwde met Gillis Cabeliau, heer van Mullem. Hun dochter Avezoete Cabeliau trouwde met Jan Clockman en in 1472 stond hun zoon Joris Clockman op trouwen met Margriet van Voorspoel.

Bussaert van Munte, de vorige eigenaar van ten Broecke, was dus de grootoom van Joris Clockman. Toen hij ca 1470 overleed had hij een berg schulden bij … Philips van Nieuwenhove achtergelaten. Zelfs nadat het Hof ten Broecke in 1462 ten voordele van Van Nieuwenhove was onteigend, was alles nog niet terugbetaald. Toen Joris Clockman, een achterneef van de schuldenaar, kort nadien zijn oog op de jonge en rijke weduwe Margriet van Voorspoel liet vallen, heeft Philips van Nieuwenhove er wellicht niets beters op gevonden dan de achterstallige schuld op hem te verhalen. Heeft hij zijn voornemen kracht bijgezet door alvast zijn aanstaande bruid te ontvoeren? Ik kan het natuurlijk niet bewijzen, maar volgens mij was de onopgehelderde oorzaak voor de ontvoering van Margriet van Voorspoel in 1472 dus in de allereerste plaats een kwestie van geld. Margriet van Voorspoel en Joris Clockman hebben vervolgens op het met Voorspoel verbonden Oudenhove hun intrek genomen. Ze werd een tweede keer weduwe op 9 oktober 1526 en is zelf op 30 december 1533 gestorven. Met haar beide mannen had ze een grafzerk in de Sint-Gorikskerk te Brussel.

Hoe het met Philips van Nieuwenhove afgelopen is. De Leuvense carrière van Philips Van Nieuwenhove. Ik had hier het woord ‘einde’ kunnen zetten onder dit weinig stichtende verhaal, maar precies om het een beetje stichtender te maken wil ik de lezer toch waarschuwen dat iemand ontvoeren beslist niet aan te raden is. En dat loontje dikwijls om zijn boontje komt. Het is niet zo dat het voorval met Margriet van Voorspoel de loopbaan van Philips van Nieuwenhove als rentmeester-ontvanger van Karel de Stoute onmiddellijk hypothekeerde. In ieder geval heeft hij deze functie tot 28 november 1476 behouden. 40


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Maar zonder het losgeld voor Margriet en met een zware geldboete daar bovenop is hij toch wat in financiële nood gekomen. Gelukkig had hij in Brussel geleerd hoe er aan geld te komen was… Tot zijn vriend en baas Karel de Stoute, geconfronteerd met het steeds maar groeiende aantal klachten van gepensioneerden, die de hen door het hertogdom toegewezen jaarrente niet ontvingen, niet anders kon dan de rekenkamer op te dragen om deze bedragen voortaan rechtstreeks en niet meer via Philips van Nieuwenhove uit te betalen... Zoals we allemaal leerden, sneuvelde Hertog Karel de Stoute tijdens een veldtocht te Nancy op 5 januari 1477. Als enige mogelijke opvolger liet hij zijn nog ongetrouwde dochter Margaretha van Bourgondië na. Een groot aantal Vlaamse en Brabantse steden kwam in opstand tegen het centraal gezag en ook de Franse koning kwam zich moeien. Er volgde een tijd van grote beroering waarin bijvoorbeeld al in 1477 het Hof van Marselaer in de Bontestraat te Steenhuffel definitief in zwarte rook is opgegaan. En Philips van Nieuwenhove... Wel, die was de man kwijt die hem tot dusver op tijd en stond de hand boven het hoofd gehouden had. Begin 1477 komen we hem in het hertogelijke kasteel van Vilvoorde tegen. Dat was zeker geen promotie aangezien dat kasteel een zwaar beveiligde gevangenis was.

Het kasteel van Vilvoorde, in de periode 1375-1380 gebouwd door hertog Wenceslaus en hertogin Joanna van Brabant en afgebroken ca 1775 onder Maria Theresia van Oostenrijk. Hier op een gravure van Le Roy uit 1696.

41


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

De nog beschikbare documenten verschaffen ons niet veel bijzonderheden over de redenen voor zijn arrestatie, maar onze bron (terug John Bartier) veronderstelde dat “deze toch wel met zijn manier van handelen als hertogelijk ontvanger te maken had”. Volgens mij had John Bartier gelijk. Tussen 1 april 1477 en 21 maart 1480 is de naam van Philips van Nieuwenhove nog een aantal keren in de registers van de grote Raad van Mechelen, en meer bepaald in de rekeningen van de Rekenkamer, terug te vinden. Daarin komen we te weten dat hij zijn ontvangkantoor te Leuven met een aanzienlijke schuld aan de hertogelijke schatkist had achtergelaten, dat – nadat al eerder zijn meubelen aangeslagen waren – ook de rest van zijn eigendommen (ook die in Malderen) was verkocht, dat met de opbrengst daarvan intussen 400 Ponden waren terug betaald, maar dat er verder niets meer over bleef om nog aan te kunnen slaan 11. Na een onbekend aantal maanden gevangeniskost lukte het Philips van Nieuwenhove om uit het kasteel van Vilvoorde te ontsnappen en met de noorderzon te verdwijnen. De Grote Raad van Mechelen, die om zijn opsporing verzocht, heeft wel niet veel moeite gedaan om hem ook daadwerkelijk te vinden. “Want”, rapporteerde één der speurders openhartig, “het is niet interessant om hem te grijpen; het blijft een feit dat hij tot de burgerij behoort, dat hij bloedbanden met de oude geslachten van Brussel heeft, en dat hij zijn logementskosten in Vilvoorde toch nooit zal kunnen terugbetalen.”

De oude dag van Philips van Nieuwenhove. Op 19 augustus 1477 was Margaretha van Bourgondië, misschien uit liefde maar zeer zeker omdat ze de vele opstanden in haar rijk niet kon bedwingen, getrouwd met de zeer machtige en invloedrijke Maximiliaen van Oostenrijk. Na haar val van een paard en haar daaruit volgende vroegtijdige dood in 1482 werd haar weduwnaar niet alleen de nieuwe hertog van Brabant maar ook de feitelijke machthebber over de Nederlanden en de Franche-Comté. In 1486 werd hij bovendien gekozen tot Rooms koning en in 1508 zou hij door paus Julius II zelfs tot keizer van het Heilige Roomse Rijk worden gekroond. Het kan interessant zijn om zo iemand als vriend te hebben. Tot zover geen probleem. Maar dan maken onze bronnen er een allegaartje van ... Jehan van Kesterbeke kocht het huis te Hertgat in Brussel. Ten Broecke in Malderen kreeg in 1477 ook een nieuwe eigenaar. Maar de molen ten Broecke (de Herbodinnemolen) schijnt door de curatoren over het hoofd te zijn gezien. Die is nog lang de eigendom van de familie van Nieuwenhove gebleven. Zou het kunnen dat Philips zijn laatste jaren daar gesleten heeft? 11

42


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

Versie 1. Volgens onze eerste bron – nog altijd John Bartier – lukte het de voortvluchtige Philips van Nieuwenhove, om redenen die hij niet begreep, om in de gunst van de nieuwe hertog-koning Maximiliaen te komen. Op 25 september 1488 zou hij immers tot meier van Merchtem zijn benoemd. Drie weken later werden daar de eigendommen van Jan, Catharina en Mathilde Pipenpoy in zijn voordeel aangeslagen... En op 19 februari 1489 werden hem door dezelfde Maximiliaen van Oostenrijk alle schulden kwijtgescholden die hij eventueel bij vijanden van de koning van het Roomse Rijk zou kunnen hebben. Iedereen die onze vaderlandse geschiedenis een beetje kent, weet dat er dat velen waren. Daarna zijn er in de registers geen nieuwe vermeldingen van Philips van Nieuwenhove meer te vinden. Wellicht is hij in 1489 of 1490 overleden. De aanstelling van een nieuwe meier in Merchtem lijkt deze hypothese te bevestigen. Of had de oude vos weer in de gemeentekas gezeten? Versie 2. Ofschoon Margriet van der Meeren, de vrouw van Philips van Nieuwenhove, volgens de enen pas in 1528 zou gestorven zijn, zou Philips zelf, volgens een aantal online genealogieën, na haar dood nog hertrouwd zijn met Maria van Oisy, een (bastaard) dochter van Gérard, heer van Oisy en Zandbergen. Dat is knap voor een man, intussen de 120 jaar al ruim gepasseerd. Versie 3, de goeie. Ik denk dat er over de oude dag van Philips van Nieuwenhove, nadat hij uit de gevangenis van Vilvoorde ontsnapte, eigenlijk niet veel meer geweten is en dat de feiten hiervoor vermeld, aan zijn zoon Philips moeten toegeschreven worden. Aan Philips van Nieuwenhove en Margriet van der Meeren worden namelijk 5 zonen toegeschreven, waarvan er 3 meier van Merchtem zijn geworden. - Jan (o.m. heer van Koekelberg, Peutie en Melsbroek), - Henric (o.m. hoofdmeier van Merchtem 1485-1488), - Philips (o.m. hoofdmeier van Merchtem 1488-1489) (dit zou de eerdergenoemde bastaard kunnen zijn), - Jacop (o.m. hoofmeier van Merchtem 1489-1506), - Antoon (tot 1526 abt van St. Gertrudis te Leuven).

43


10 straffe verhalen uit het verleden van Londerzeel

Louis de Bondt

44


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.