‘Gemeente en huisartsen weten elkaar hier te vinden’
Interview ‘Patiënt zijn is ontzettend moeilijk. Zeker voor een dokter’
Cao Huisartsenzorg Zo kun je jouw team binden en belonen
Praktijkverhaal ‘Je leert hele generaties kennen. En dat is wederzijds’
E iciëntere oogzorg
dankzij
het Ksyos zorgpad optometrie
Het zorgpad optometrie maakt de spreekuren van oogarts
Koorosh Faridpooya beter planbaar en voorkomt uitloop door overbodige consulten. Het biedt de optometrist interessante kennisverdieping in zijn werk. De patiënt krijgt een snel en adequaat antwoord op zijn zorgvraag zonder naar het ziekenhuis te hoeven.
Het zorgpad optometrie maakt gerichte samenwerking mogelijk tussen de optometrist en de oogarts. De optometrist werkt hierbij onder digitale supervisie van de oogarts. De optometrist stuurt alle informatie en foto’s die hij op basis van een geprotocolleerd oogonderzoek heeft verzameld naar de oogarts. “Ik reageer meestal al dezelfde dag. De optometrist heeft altijd directe toegang tot een (super)specialist voor kort en snel overleg”, zegt Faridpooya. De huisarts ontvangt via een Edifact bericht in het HIS de diagnose en het advies van de oogarts.
“Dit scheelt veel verwijzingen en tijd”, vertelt Faridpooya. “Optometristen hebben steeds meer apparatuur tot hun beschikking in de praktijk voor onderzoek aan veel onderdelen van het oog. Om die optimaal te kunnen gebruiken, moeten zij weten wat belangrijk is, welk onderzoek ze moeten doen en hoe ze dat moeten beoordelen. Inmiddels zijn de optometristen met wie ik hierin samenwerk zo goed getraind dat ze precies weten wat ik wil weten. Ze weten hoe ze tot een correcte di erentiaaldiagnose moeten komen. En ze zijn blij met deze kennisverdieping, want die verbreedt de expertise op hun vakgebied en maakt dus hun werk interessanter.”
Marjolein Tasche voorzitterscolumn
Patiëntvriendelijk
“Door deze aanpak kan de optometrist bijna alle niet-acute oogklachten afhandelen zonder dat de patiënt naar het ziekenhuis hoeft”, zegt Faridpooya. “Ook de reguliere controle voor diabetes kan bij de optometrist geschieden. Dat is veel vriendelijker voor de patiënt. Die hoeft hiervoor niet naar het ziekenhuis, wat veel meer tijd kost en vaak betekent dat iemand vrij moet nemen van het werk. Heel veel patiënten kunnen op afstand onder controle blijven of worden behandeld zonder dat ziekenhuisbezoek nodig is.”
“Door deze aanpak kan de optometrist bijna alle niet-acute oogklachten afhandelen zonder dat de patiënt naar het ziekenhuis hoeft”
Maar ook als het om acute oogklachten gaat, zoals een netvliesloslating, kan de optometrist een rol spelen in de diagnosestelling. “De optometrist heeft de mogelijkheid om de patiënt rechtstreeks door te verwijzen naar de oogarts, waardoor een verwijzing via de huisarts niet nodig is.” zegt Faridpooya. “Dat scheelt de huisarts werk en dus tijd. En het garandeert de patiënt dat die direct en op tijd kan worden behandeld, wat bij zo’n acute klacht essentieel is. Met een verwijzing is normaal gesproken toch altijd enige tijd gemoeid en dat is niet goed voor de gemoedsrust van de patiënt. Bovendien, als vertraging optreedt kunnen meerdere operaties nodig zijn en zal het eindresultaat ook minder gunstig zijn. Het leidt ook tot hogere zorgkosten en ook die kunnen dankzij deze werkwijze dus worden vermeden.”
Ksyos is het digitale ziekenhuis voor Nederland. We bieden persoonlijke zorg, afgestemd op de behoefte van de patiënt. Dichtbij of gewoon thuis en zonder wachttijd.
Wil je meer weten over het zorgpad Optometrie van Ksyos? Neem een kijkje op onze website: ksyos.nl/oogheelkunde
Volgende generatie
Op de jaarlijkse LHV Startersdag in Maarssen heette ik bij de opening een paar honderd jonge, enthousiaste huisartsen welkom. Het begin van een dag vol mooie workshops en goede stands die druk werden bezocht. Zo ook de workshop Doctalks. Daar deelden een huisarts in loondienst, een praktijkhouder, een starter van een nulpraktijk en een praktijkhouder in loondienst hun ervaringen met de zaal. Deelnemers vroegen hen van alles: over de verantwoordelijkheid voor financiën en personeel en hoe zij patiëntenzorg combineren met een gezin, opleiden, wetenschap of bestuurswerk. Vijf dagen eerder trof ik ook een belangstellend oor bij drie rechters van het College van Beroep voor het bedrijfsleven, tijdens de zitting over de NZa-beschikkingen voor 2023, 2024 en 2025. Beschikkingen met tarieven basiszorg die geen recht doen aan het werk van huisartsen, omdat ze niet kostendekkend zijn. De rechters vroegen goed door op onderliggende aannames en keuzes. Vanuit LHV, VPH en DBH konden we onze bezwaren stevig onderbouwen, onder andere waarom de werkweek die de NZa
hanteert niet representatief is. En dat de berekeningen voor praktijkkosten voor personeel, huisvesting en digitale middelen niet volledig en niet realistisch zijn. Aan het einde van de zitting nam ik het woord en blikte ik vooruit naar de Startersdag van vijf dagen later: hoe mooi zou het zijn als deze jonge huisartsen erop kunnen vertrouwen dat de basistarieven toereikend zijn en zo zonder twijfels in een eigen praktijk stappen. Zodat dit ook bijdraagt aan voor iedereen in ons land een vaste huisarts. In Katwijk hebben veel inwoners al generaties lang een Heuting als huisarts. Dochter Jet is de vierde op rij; overgrootvader Johan richtte in 1900 de Katwijkse praktijk op. Jet associeerde in 2013 met de eerste nietHueting. Beiden vinden dat de vaste patiëntenpopulatie het dokterswerk in hun dorp zo mooi maakt. ‘Juist omdat we het samen doen, kan de praktijk voortbestaan’, vertelt ze in de nieuwe serie ‘praktijkverhaal’. Ik gun iedereen zo’n vaste huisarts. Daar maak ik me hard voor, samen met de collega's van het bestuur, het LHV-bureau en niet in de laatste plaats met onze LHV-ambassadeurs. Zij zijn
‘De rechters vroegen goed door op onderliggende aannames en keuzes’
cruciaal voor een sterke vereniging! Over hun rol en de aankomende ambassadeursverkiezingen lees je ook in deze editie. En mocht het artikel joú nieuwsgierig maken: informeer zeker bij je afdeling of bij ons naar de mogelijkheden om jezelf verkiesbaar te stellen. ¶
Marjolein Tasche
Voorzitter LHV
De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 6 keer per jaar.
De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland.
Oplage
13.100 exemplaren
Zestiende jaargang, nr 5 november 2025
Bladmanagement & eindredactie Nathalie Pol
Redactieraad
Heleen van Bloemendaal, Wendy van den Brink, Yvette Haasbroek, Jelly Hogendorp, Iris Jansen, Annemarie Kerstens, Petra Meerkerk, Margriet Niehof, Lennart Rijkers, Cora ten Tusscher
Tekst & Beeld Berber Bijma, Eelkje Colmjon, Ditta van Gent, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Indra Simons, Roy Soetekouw, Hans Tak, Henk Veenstra
Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl
Advertentieverkoop
SGNM, Oscar van den Bosch Telefoon 06 11 59 15 22 Mail: oscar@sgnm.nl
Drukwerk Senefelder Misset, Doetinchem
Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvang je automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kun je schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vind je hierover meer informatie.
Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl
Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.
november 2025
Invloed in jouw gemeente
‘Vind je als huisarts dat het beter moet met de gezondheidszorg in je gemeente, bemoei je dan met de lokale politiek.’
Volgens wethouder Nienke
Nieuwenhuizen is dit hét moment om invloed uit te oefenen.
Aan de andere kant van de tafel
Blijkbaar praten artsen onder elkaar niet over ziek zijn, constateert huisarts Edwin de Vaal. Reden om nu zijn eigen verhaal te delen. ‘Het kostte me zoveel moeite om mezelf toe te staan aan de andere kant van de tafel te gaan zitten.’
quickscan van...
Roos Flameling, huisarts in opleiding
In deze editie lees ik over LHVambassadeurs, die kende ik nog niet. Huisartsen vinden allemaal wat anders. Goed dat deze functies er zijn, om uniformer en sterker te staan als vereniging. Of het iets voor mij is? Wie weet, op termijn, ik ben wel een regelneef.
Ik wil in ieder geval graag praktijkhouder worden. Niet omdat het zaligmakend is, maar een eigen
‘Gemeente en huisartsen weten elkaar hier te vinden’
BINNENKIJKEN
Twee praktijken in één duurzaam gezondheidscentrum
17 VIJF VRAGEN
Wat zijn de nieuwe samenwerkingsafspraken rondom jeugdhulp?
18 DE TAS
‘Nog één keer een tas die ik echt mooi vind’
27
LHV ACADEMIE
Train samen met je team de ontregelspieren
28 PRAKTIJKVERHAAL
Vier generaties huisartsen in Katwijk
35 NIEUWS
38 WISSELCOLUMN
Rutger Verhoeff
Nieuwe cao Huisartsenzorg
Welke mogelijkheden biedt de nieuwe cao voor het duurzaam binden en belonen van je medewerkers?
We zetten het voor je op een rij.
Verkiezingen LHVambassadeurs
In december zijn in bijna alle afdelingen verkiezingen: welke kandidaat krijgt straks jouw stem?
‘Maken ze ook nog een typefout, die prutsers!’
12)
‘Politiek is niet anders dan wat je in de spreekkamer doet’
bedrijf, met een paar andere leuke huisartsen, dat lijkt me wel wat. Ik wil me ook verdiepen in straatzorg en andere kwetsbare groepen. Dat is zoeken, hoe ga ik dat doen. In Hengelo zit ik in de klankbordgroep voor een nieuwe huisartsenpraktijk, zo maak ik het proces van de praktijkstart alvast van dichtbij mee. In mijn regio wordt goed nagedacht over hoe we de huisartsenzorg in de toekomst gaan neerzetten. Het artikel over structureel contact met de gemeente bevestigt wat ik hier lokaal hoor: je hebt elkaar hard nodig. Zelf heb ik eerst ruim 7 jaar als SEH-arts gewerkt, voordat ik met de huisartsenopleiding startte. De huisarts uit het praktijkverhaal nam de praktijk van haar vader over, ze is de vierde generatie. Ze omschrijft hoe het vak zich blijft ontwikkelen:
van solist naar duopraktijk, de rol in de gemeenschap. Haar overgrootvader deed zijn visites per koets, dat geeft wel een soort relativiteit aan de dingen die we doen. Alles verandert en dat vind ik een heel geruststellend gevoel.¶
‘Sommige mensen wilden liever naar “een echte Hueting”’
Hueting (pagina 28)
‘We moeten dit mooie vak niet uit onze handen laten glippen’
Huisarts Edwin de Vaal (pagina
Wethouder Nienke Nieuwenhuis (pagina 08)
Jet
Huisarts en LHV-ambassadeur Wendelien van der Gaag (pagina 28)
binnenkijken
Gezondheidscentrum Waalre-dorp
TEKST: BERBER
/ FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN
Nieuw, duurzaam
gezondheidscentrum: tevreden en trots
Twee solopraktijken, een apotheek en een fysiotherapeut vormen de basis voor Gezondheidscentrum Waalre-dorp, dat in 2022 zijn deuren opende. Maud Roelofsen is een van de beide praktijkhouders. ‘We kwamen allebei uit een praktijk aan huis. De praktijk van mijn collega Caspar van Sambeek barstte inmiddels echt uit zijn voegen. Het proces dat voorafging aan nieuwbouw, begon al zo’n tien jaar voor de verhuizing. Ik was toen nog niet in beeld; ik heb mijn huidige praktijk vijf jaar geleden overgenomen. Verschillende locaties voldeden niet aan de behoefte, waarna de gemeente uiteindelijk een plek aanwees waar we met de vier betrokken partijen de grond konden kopen. Maar het bestemmingsplan moest nog worden aangepast en er moesten oude eikenbomen worden gekapt, dus er ging nog een heel proces vooraf aan de nieuwbouw. De zorg- en hulpverleners uit het dorp die een plekje in het nieuwe gezondheidscentrum wilden, hebben we al die tijd betrokken gehouden.’
Het gebouw werd in coronatijd gebouwd. Daardoor gingen de initiatiefnemers in gesprek over voorzieningen die bij een pandemie nodig zijn. ‘We zitten als
huisartsen op de eerste verdieping, maar in geval van een pandemie kunnen we twee spreekkamers bij de achteruitgang gebruiken of de kamer beneden bij de apotheek. We hebben ook extra nagedacht over de luchtverversing en over de logistiek van vaccinatierondes.’ Met 144 zonnepanelen, triple A-glas en goede isolatie heeft het gezondheidscentrum energielabel A++++. De patiënten komen terecht in een gezondheidscentrum. Roelofsen: ‘Om ze een comfortabel gevoel te geven, hebben we geprobeerd de sfeer huiselijk te maken. Dat is in de wachtkamer goed gelukt. Die gebruiken we ook voor voorlichtingsavonden over bijvoorbeeld het levenseinde, slaapproblemen of de overgang. In de teamkamer drinken we koffie en lunchen we met iedereen die in het pand werkt. Het is bijzonder: je ontwerpt op papier en dan werkt in de praktijk alles precies zoals je het hebt bedoeld. We zijn heel tevreden en daar mogen we best trots op zijn.’ ¶
Bij beide huisartsenpraktijk van Gezondheidscentrum Waalre-dorp werken samen 5 huisartsen, 2 huisartsen in opleiding, 3 POH’s, 2 POH’s-GGZ en 8 assistentes.
De meeste kamers, zoals deze spreekkamer van Casper van Sambeek, hebben een ronding in de muur met een vierkant bureau; de spreekkamer van Roelofsen is de enige met rechte hoeken en een rond bureau
Heb je ruimte tekort, een nieuw pand op het oog of een huurcontract dat afloopt?
Bij iedere stap richting jouw nieuwe praktijk kan LHV Bouwadvies je helpen.
Maud Roelofsen en Caspar van Sambeek
In de spreekkamer van Maud Roelofsen hangt een schilderij van haar vader
Rondom de praktijk staan veel bomen; ook binnen is er ruimte voor groen
De wachtkamer is warm ingericht, onder meer met planten
De twee praktijken delen een aantal ruimtes
‘Ik ben blij met mijn kinderhoekje en met de sticker van een boom aan de muur’
De gezamenlijke teamkamer zorgt voor veel onderling contact tussen de verschillende zorg- en hulpverleners
TWEE MANIEREN OM DE ZORG IN JOUW GEMEENTE TE VERBETEREN
‘HUISARTS, LAAT JE HOREN IN DE LOKALE POLITIEK’
In politiek Den Haag worden belangrijke besluiten over de zorg genomen. Maar de keuzes die een gemeente maakt, zijn minstens zo bepalend voor de huisartsenzorg. Hoe kun je daar als huisarts invloed op uitoefenen?
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE
Er zijn twee manieren om invloed uit te oefenen op lokaal beleid. De eerste manier: samenwerken. Bouw een goede werkrelatie op met de gemeente. Leg lijnen naar het sociale domein, zoek vaste contactpersonen en organiseer regelmatig overleggen. De tweede manier: je op de politiek richten. Klop aan bij wethouders, gemeenteraadsleden en lokale partijen. Lobby voor de belangen van de (huisartsen)zorg – of word zelf politiek actief. Samenwerken, de eerste manier, gaat huisartsen en gemeenten steeds beter af. Daar zijn mooie voorbeelden van, zoals in Groningen en in Neder-Betuwe (zie kaders). De tweede manier, politieke beïnvloeding, is een pad dat maar weinig huisartsen bewandelen.
◼ BEMOEIEN
Er zijn te weinig huisartsen die zich in de lokale politiek verdiepen, vindt Nienke Nieuwenhuizen, sinds mei dit jaar wethouder volksgezondheid, welzijn, wonen & zorg, onderwijs en jeugd in Almere en daarvoor CDAfractievoorzitter en raadslid. Als specialist ouderengeneeskunde (SO) en oud-voorzitter van beroepsvereniging Verenso vindt ze het enorm belangrijk dat er meer kennis en ervaring vanuit de zorg worden ingebracht in de lokale, politieke democratie. ‘De zorg moet lokaal veel hoger op de agenda. Neem de huisartsenzorg. Er zijn steeds meer mensen zonder vaste huisarts. Dat is niet alleen een probleem voor hén, maar ook voor de gemeente. De lokale gezondheidszorg
‘Samenwerken levert gezondheidswinst op’
In de provincie Groningen werken huisartsen en gemeenten al jaren nauw samen. Volgens huisarts Trudy Oldenhuis, ambassadeur namens de LHV-afdeling Groningen en voorzitter van de regionale huisartsenorganisatie DokNoord, werkt dat goed. ‘We bereiken hier mooie resultaten.’
‘Onze provincie zit al midden in de vergrijzing. De zorg staat onder druk. Daarom is in 2022 het netwerk Gezond Groningen opgericht’, vertelt Oldenhuis. ‘Het netwerk bestaat uit alle relevante partners uit het medische én sociale domein: huisartsen, ziekenhuis, GGD, gemeenten, welzijnsorganisaties en kennisinstellingen. We zien allemaal dat we het gezondheidsvraagstuk gezamenlijk moeten aanpakken. Dat begint met elkaar kennen, elkaars perspectief zien en elkaars taal begrijpen. Dat geeft ruimte om tot duidelijke samenwerkingsafspraken te komen.’
RANDVOORWAARDEN
De huisartsen zijn binnen het netwerk vertegenwoordigd door de regionale huisartsenorganisatie (RHO) DokNoord. ‘Er is één RHO in Groningen, dat maakt
ons slagvaardig en sterk. We spreken met mandaat van onze achterban.’ De Groningse gemeenten worden vertegenwoordigd door één gemeente, die namens de andere gemeenten spreekt. Oldenhuis: ‘Het netwerk maakt het overleggen gemakkelijker. We stemmen de randvoorwaarden regionaal af. Gemaakte afspraken gelden voor alle partners, dus ook voor alle gemeenten. Zo nodig worden op lokaal niveau nadere afspraken gemaakt. Dat scheelt alle partijen, dus ook huisartsen, heel veel overleg.’
WELZIJN OP RECEPT
Het netwerk Gezond Groningen heeft vier actielijnen, waaronder ‘Meer doen met minder middelen’ en ‘Preventie en Samenleving’. Vier stuurgroepen werken
‘ Politieke partijen zijn blij met input van huisartsen’
elk een actielijn uit. De deelnemende organisaties vertalen de gemaakte afspraken door naar de praktijk. Een voorbeeld zijn de afspraken over Welzijn op Recept, zegt Oldenhuis. ‘Iedere huisartsenpraktijk heeft per 1 januari 2026 voor 4 uur per week een welzijnscoach. Huisartsen krijgen daar een vergoeding voor. Verder is afgesproken dat alle verwijzingen via Zorgdomein lopen en dat de welzijnscoaches scholing krijgen. In de meeste huisartspraktijken werkt dit inmiddels al. Als DokNoord blijven we monitoren of de afspraken in elke gemeente worden waargemaakt. Als ergens problemen zijn, bespreken we dat in de stuurgroep en zo nodig in het bestuur van Gezond Groningen.’
GEZONDHEIDSWINST
De samenwerking heeft volgens Oldenhuis inmiddels mooie resultaten opgeleverd. ‘Partijen weten elkaar te vinden en gaan gelijkwaardig met elkaar om. Naast Welzijn op recept, hebben we in de hele provincie valpreventie uitgerold en de wachtlijsten in de ggz verkort. Daarmee bereiken we gezondheidswinst voor inwoners én ontlasten we de zorg – ook de huisartsenzorg.’
Trudy Oldenhuis, huisarts in Groningen en voorzitter DokNoord
‘Huisartsen en gemeente weten elkaar hier te vinden’
Linda Schoots-Verkleij, praktijkhoudend huisarts Neder-Betuwe, contactpersoon gemeente
In de gemeente Neder-Betuwe weten huisartsen en gemeente elkaar goed te vinden. Of het nu gaat om de zorg voor Oekraïense vluchtelingen, arbeidsmigranten of kleinschalige woonzorgvoorzieningen, vertelt huisarts Linda Schoots-Verkleij.
De gemeente Neder-Betuwe telt zo’n 25.000 inwoners, verdeeld over zes dorpen, waaronder Ochten, Kesteren en Dodewaard. Er zijn zes huisartsenpraktijken die samen met twee huisartsenpraktijken uit een aangrenzende gemeente een hagro vormen. ‘Het initiatief voor samenwerking kwam vanuit de gemeente’, vertelt Schoots-Verkleij. ‘Zij namen in 2022 contact met ons op, vanuit de gedachte: als we elkaar beter weten te vinden, hebben we daar allebei voordeel van. Sindsdien hebben we regelmatig overleg.’
GROOT EN KLEIN OVERLEG
Eén keer per jaar is er een groot overleg met twee wethouders en betrokken beleidsmedewerkers. Hiervoor worden alle huisartsen in de gemeente uitgenodigd. Schoots-Verkleij: ‘We bespreken alles wat er speelt. Doordat de wethouders en beleidsmedewerkers erbij aanwezig zijn, is er slagkracht om knelpunten op te lossen.’ Een half jaar daarna volgt een klein overleg met de gemeentelijke coördinatoren en de twee contactpersonen namens de huisartsen, onder wie Schoots-Verkleij: ‘We bespreken of alles goed loopt en wat er beter kan.’ Tussen de overleggen door is er zo nodig telefonisch of mailcontact.
OPVANG VLUCHTELINGEN
Dankzij deze overleggen zijn er dingen bereikt die volgens Schoots-Verkleij anders niet of veel moeilijker te regelen waren. ‘Een voorbeeld is de zorg voor een extra groep Oekraïense vluchtelingen. Wij vangen al sinds het begin van de oorlog vluchtelingen op. Geen van de huisartsenpraktijken kon er nog 50 mensen bij nemen. Toen we dat uitlegden, snapte de gemeente dat wel. Uiteindelijk kwamen we tot de oplossing om een dag per maand een waarnemend huisarts in te huren, die door de gemeente wordt bekostigd. Die
waarnemer gaat samen met een tolk de opvanglocaties langs om patiënten te zien en zorgt meteen ook voor dossieropbouw. Dat scheelt ons en een andere praktijk minstens tien consulten van een half uur per maand. Patiënten met klachten die niet kunnen wachten, kunnen natuurlijk direct in de praktijk terecht.’
WOONZORGVOORZIENINGEN
De kwestie rond kleinschalige woonzorgvoorzieningen is een ander voorbeeld. ‘De gemeente was eerst heel enthousiast over dit soort nieuwe woonvormen en werkte graag mee aan de vestiging ervan, zonder te beseffen wat dat voor huisartsenpraktijken betekent’, vertelt SchootsVerkleij. ‘Wij hebben letterlijk tegen de gemeente gezegd: ‘Wij kunnen ouderen in zo’n voorziening niet alle medische zorg bieden. Er moet een specialist ouderengeneeskunde geregeld zijn. We werken aan een oplossing met de betrokken organisaties, maar zolang die er niet is, kunnen wij geen zorg leveren.’ Nu ziet de gemeente erop toe dat een woonvoorziening pas een bouwvergunning krijgt als er afspraken zijn gemaakt met een huisartsenpraktijk.’
HUISVESTING
Ook op het gebied van huisvesting is de gemeente volgens haar anders gaan denken. ‘De gemeente beschouwde huisartsen als commerciële ondernemers als het ging om vastgoed, tot we uitlegden hoe onze financiering werkt. Dat we te maken hebben met vaste tarieven en huisartsen niet zomaar commerciële tarieven voor panden kunnen betalen.’
Wat de samenwerking met de gemeente Neder-Betuwe zo succesvol maakt? ‘Ik denk dat het helpt dat we een kleine gemeente zijn en dat de huisartsen hier allemaal erg betrokken zijn en elkaar goed kennen. Gemeente en huisartsen zien elkaar als belangrijke ketenpartners. Het is niet voor niets dat bij het jaarlijks overleg met de wethouders alle huisartsenpraktijken aan tafel zitten.’
Op pagina 30 lees je meer over de aangescherpte afspraken over het oplossen van financiele knelpunten bij huisvesting.
‘Raadsleden nemen besluiten die op papier logisch lijken, maar in de praktijk niet werken’
heeft grote invloed op het welzijn van inwoners. Gemeenten hebben een grote rol in hoe die zorg wordt georganiseerd. Dus als je als huisarts vindt dat het beter moet, bemoei je dan met de lokale politiek.’ Volgens Nieuwenhuizen is de inbreng van huisartsen dringend nodig. ‘Weinig raadsleden kennen de wereld van de zorg van binnenuit. Daardoor nemen ze besluiten die op papier logisch lijken, maar in de praktijk niet werken.’
Met de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026 in aantocht, is dit volgens haar hét moment om invloed uit te oefenen. ‘Lokale politieke partijen schrijven nu hun verkiezingsprogramma’s. Daar zijn onderwerpen bij die direct impact hebben op de huisartsenzorg, zoals Wmo-voorzieningen, jeugdzorg, ouderenzorg en respijtzorg. Ga met partijen in gesprek en kom met ideeën die de zorg, ook de huisartsenzorg, kunnen versterken.’
◼ FRUSTRATIES
Veel huisartsen hebben frustraties over gemeentelijk beleid, maar weten
niet hoe ze daar invloed op kunnen uitoefenen. Nieuwenhuizen: ‘Ze denken dat politiek ingewikkeld is. Maar het is niet anders dan wat je als huisarts in de spreekkamer doet. Eerst luisteren: wat vindt deze partij belangrijk? Dan vragen stellen: zien jullie wat dit beleid betekent voor patiënten en huisartsen? En dán met een oplossing komen. Zo concreet mogelijk, want daar houden politici van.’ Niet iedereen hoeft volgens haar raadslid te worden. ‘Je kunt ook op andere manieren impact hebben. Lees de verkiezingsprogramma’s van partijen die je aanspreken. Kijk wat er in de begroting van de gemeente over zorg staat. Ga eens met een collega-huisarts naar een raadsvergadering. Stuur een mail naar een politieke partij om uit te leggen waar je als huisarts tegenaan loopt. Vraag of een partij daar iets aan wil doen of kom zelf met een idee. Je zult zien dat politieke partijen blij zijn met die input. Nog een advies: doe het samen. Dus niet tien aparte mailtjes, maar één mail namens alle huisartsenpraktijken in jouw gemeente. Dat maakt indruk.’
Niets doen is wat Nieuwenhuizen betreft geen optie. ‘Als je vindt dat het beter kan en moet, laat dan van je horen. Daarmee kun je net die verandering brengen die nodig is om de druk op de huisartsenzorg te verlichten. In de lokale democratie worden belangrijke keuzes gemaakt, bijvoorbeeld over onderwerpen als hulpmiddelen, GGD en jeugdzorg, maar ook over de vraag of er in nieuwbouwplannen ruimte wordt gemaakt voor een huisartsenpraktijk.’¶
Oproep aan politiek actieve huisartsen
Ben jij huisarts en betrokken bij de gemeentepolitiek of stel je je verkiesbaar bij de komende verkiezingen? We horen graag jouw verhaal en zijn benieuwd naar je ervaringen. Stuur een e-mail naar DeDokter@lhv.nl.
‘PATIËNT ZIJN IS ONTZETTEND MOEILIJK. ZEKER VOOR EEN DOKTER’
Huisarts Edwin de Vaal (53) zat altijd tegenover de patiënt. Hij moest eerst al z’n energie verliezen voor hij het kon opbrengen zélf aan die andere kant van de tafel plaats te nemen. Na de diagnose chronische lymfatische leukemie bleef hij ‘ontzettend lang in de ontkenningsfase’. Tot hij de chemo echt niet langer voor zich kon uitschuiven. ‘Over zelf ziek zijn praten we als dokters niet.’
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: ROY SOETEKOUW
‘Ik was al een paar maanden verkouden in de winter van 2023. Tsja, je werkt hard, het is winter. Zal wel normaal zijn. Tot ik een hele grote lymfeklier in mijn hals voelde. Gaat wel weer weg, dacht ik. Na het weekend liet ik ‘m toch even aan mijn collega voelen. Die schrok en zei dat ik me moest laten onderzoeken. Niks aan de hand, ik heb wel vaker grote klieren, zei ik nog.
Buiten mijn eigen huisarts om regelde ik een echo. Gewoon met een wachttijd van drie weken, want dan zou die klier wel weer normaal zijn en kon ik die echo afzeggen. Bij het maken van de echo kwam de radioloog erbij, die me doorstuurde naar de hematoloog. Die wilde me twee dagen later al zien. Zonde van de tijd en het geld, vond ik. Ik had nergens last van. Er was niks, dat zou toch wel blijken.
Bloed geprikt. De leukocyten – normaal tussen de 4 en de 10 – waren 75.
Nee hè!? Maken ze ook nog een typefout, die prutsers! Dat moet natuurlijk 7,5 zijn. Komma vergeten. Dus ik de hematoloog bellen, die voor de zekerheid nog even naar het lab liep. Was het echt 75. Leukemie, zei de hematoloog. Waarschijnlijk chronisch en mogelijk lymfatisch, maar dat moest nog uit verdere testen blijken.
Ik heb nooit een patiënt gehad met chronische lymfatische leukemie, dus ik moest me echt gaan inlezen. Ik heb al mijn collega’s in de HOED gebeld: dit heb ik, maar ik heb nergens last van. Mijn eigen huisarts belde op toen ze de uitslag kreeg. Heel lief, zei ik, maar ik ga het met de hematoloog oplossen en ik voel me uitstekend. Eerst schreef ik mijzelf nog wel eens wat voor, maar daar zijn we later van teruggekomen, want zo krijg je geen goede dossiervorming.
Het beleid was wait and see wachten tot je klachten krijgt. Het duurde zo’n twintig maanden voor ik echt extreem
moe was. Langzaam maar zeker werd mijn energie helemaal afgeknepen. En nog dacht ik: tsja, druk geweest, veel gesport. Maar onbewust begon ik taken af te stoten: ik ging uit het bestuur van het pensioenfonds, stopte als voorzitter van de VvE van ons appartementencomplex, gaf geen volleybaltraining meer. Ik ging een week met mijn man op vakantie en sliep vrijwel continu.
Na terugkomst stelde ik aan mijn collega’s voor om halve dagen te gaan werken. Een van hen heeft de volgende dag een uur op me ingepraat: je moet stoppen met werken, want je gaat fouten maken. Dat was zo’n opluchting, dat iemand anders zei dat ik moest stoppen en daarmee mijn grens accordeerde. Ik ben ooit als solist begonnen, heb altijd voor alles zelf een oplossing gevonden. Het kostte me zoveel moeite om mezelf toe te staan aan de andere kant van de tafel te gaan zitten. Maar ik was zó diep en intens moe. Even later vroeg ik nog aan de hematoloog of het geen burn-out of Addison kon zijn. Ik wilde die chemo voor me uitschuiven. Ik bleef maar in de ontkenning: bij gesprekken met artsen voelde het alsof ik bij een MDO zat over een patiënt die toevallig ook Edwin de Vaal heette en even oud was als ik. Het ging niet over mij.
Een maand nadat ik stopte met werken, begon ik aan zes chemokuren in combinatie met immunotherapie. Dat was januari van dit jaar. Voor mijn brein werd het gaandeweg steeds
‘ Naast bevriende collega’s waren we ook huisarts en patiënt ’
Samen werken aan gezonde zorg!
MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van medische gegevens tussen burgers en gezondheidsprofessionals.
Sluit aan op MedMij en zorg ervoor dat jouw patiënten een completer beeld krijgen van hun gezondheid.
Meer weten? Ga naar medmij.nl/zorgaanbieders
worden toegediend. Prevenar 20 mag niet in dezelfde injectiespuit gemengd worden met andere vaccins of geneesmiddelen. Pediatrische patiënten: Bij zuigelingen en kinderen van 6 weken tot jaar kan Prevenar 20 gelijktijdig worden toegediend met een van de volgende vaccinantigenen, als monovalent of als combinatievaccin: difterie-, tetanus-, acellulaire pertussis-, hepatitis B-, Haemophilus influenzae type b-, geïnactiveerd poliomyelitis-, mazelen-, bof-, rodehond- en waterpokkenvaccins. In klinische onderzoeken mochten rotavirusvaccins gelijktijdig worden toegediend met Prevenar 20 en werden er geen veiligheidsproblemen waargenomen. Personen van 18 jaar en ouder: Prevenar 20 kan gelijktijdig worden toegediend met het seizoensgriepvaccin (QIV; oppervlakteantigeen, geïnactiveerd, met adjuvans). Bij personen met onderliggende aandoeningen die gepaard gaan met een hoog risico op het ontwikkelen van levensbedreigende pneumokokkenziekte, kan worden overwogen QIV en Prevenar 20 apart toe te dienen (bijv. met ongeveer 4 weken ertussen). Prevenar 20 kan gelijktijdig worden toegediend met het COVID19-mRNA-vaccin (nucleoside-gemodificeerd). Er zijn geen gegevens over gelijktijdige toediening van Prevenar 20 met andere vaccins. Bijwerkingen: Zuigelingen/kinderen/adolescenten (6 weken tot 5 jaar): Zeer vaak ≥1/10): verminderde eetlust, prikkelbaarheid, suf voelen/veel slapen, rusteloos slapen/weinig slapen, koorts (pyrexie), erytheem op de vaccinatieplaats, induratie van/zwelling op de vaccinatieplaats, erytheem of induratie/zwelling op de vaccinatieplaats (>2,0-7,0 cm) (zeer vaak na peuterdosis en bij oudere kinderen [van tot 5 jaar]), vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats. Vaak ≥1/100, <1/10): diarree, overgeven, huiduitslag, koorts hoger dan 38,90C, erytheem of induratie/zwelling op de vaccinatieplaats (>2,0-7,0 cm) (na zuigelingenserie), vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats die een bewegingsbeperking van het ledemaat veroorzaakt. Soms ≥1/1.000, <1/100): huilen, insulten (waaronder koortsstuipen), urticaria of urticaria-achtige huiduitslag, erytheem of induratie/zwelling op de vaccinatieplaats (>7,0cm). Zelden 1/10.000, <1/1.000): overgevoeligheidsreactie (waaronder gezichtsoedeem, dyspneu, bronchospasme), hypotone-hyporesponsieve episode, vaccinatieplaatsovergevoeligheid. Zuigelingen/kinderen/adolescenten (5 jaar tot 18 jaar): Zeer vaak ≥1/10):
de vaccinatieplaats, induratie van/zwelling op de vaccinatieplaats, vaccinatieplaatspijn/gevoeligheid op de vaccinatieplaats. Vaak ≥1/100, <1/10):
vervelender. Mijn man zei op een gegeven moment om half elf ’s ochtends: ga je serieus nu de rest van de dag naar Tel Sell kijken? Dat was het enige dat ik op dat moment kon volgen. Ik probeerde patiënt te zijn en in het ziekenhuis bijvoorbeeld niet te kijken of de verpleegkundige het infuus wel goed aanlegde. Een heel bijzonder moment was toen een patiënte van mij binnenkwam in de zaal waar ik aan het infuus zat. Ook zij kreeg chemo en op een gegeven moment merkte ze me op: hè, dokter De Vaal? Ze schrok heel erg. Ik heb verteld wat er met me was, maar we zaten daar met z’n vijftienen, dus al te uitgebreid en open kun je dan ook niet zijn. Maar we konden elkaar bemoedigen. Toen was ik toch even patiënt en dokter tegelijk – een identiteitsverwarrend, maar ook heel mooi moment. Het ontroert me nog als ik eraan terugdenk.
In juni had ik de laatste kuur, na de zomer wilde ik weer aan het werk. Vond de hematoloog geen goed idee. Ik luister nu beter naar de adviezen die ik krijg en maak gebruik van alle mogelijkheden. Zo ben ik naar de psycholoog geweest omdat ik zo ontzettend boos was. Zij begeleidt meer artsen vertelde ze, omdat die het zo moeilijk vinden om patiënt te zijn. Ik heb ook hulp van de ergotherapeut gevraagd, om op de juiste manier weer aan het werk te gaan. Uiteindelijk ben ik in september begonnen met twee uurtjes per week, binnenkort twee keer twee uurtjes.
Ik zie een paar patiënten, doe een econsult, wat administratie. Fysiek kan ik weer van alles, ik volleybal weer, maar mijn brein is er nog lang niet. Na die twee uren ben ik echt op. Het is net of allerlei paadjes in mijn hersenen opnieuw moeten worden aangelegd.
Ik wist nota bene de naam van mijn assistente niet meer, terwijl ik altijd contact heb gehouden met de praktijk. Een consult kost nog veel energie, maar juist daardoor pak ik het nu gestructureerder aan. Een patiënte verzuchtte bij binnenkomst dat ze
Elianne Snoeren is de huisarts van Edwin de Vaal. Dat je als dokter niet snel toegeeft aan ziek-zijn vindt ze ‘heel erg herkenbaar’. ‘Misschien is het zelfbescherming, omdat je als arts te goed weet wat de gevolgen van een bepaalde uitslag kunnen zijn. Al was Edwin wel écht een kanjer in het ontkennen, door zelfs nog te denken dat in het lab een komma verkeerd was gezet. Na die eerste labuitslag hebben we elkaar even gesproken. Edwin benadrukte vooral dat hij er oud mee kan worden. In de tussentijd, voor zijn chemo’s begonnen, zagen we elkaar regelmatig, bijvoorbeeld op de huisartsenpost. Dan realiseerde ik me soms: ik weet iets van jou en jij weet dat ik dat weet. Maar dat was prima, het zorgde niet voor dilemma’s. Soms
haar uitvaart al had geregeld. Normaal zou ik daar echt op ingaan, nu herinnerde ik haar eraan waar het consult voor was bedoeld – een relatief kleine ingreep – en maakte ik daarna een afspraak voor haar bij de POH-GGZ. Van wie ik trouwens ook al de naam was vergeten… Ik voel me niet onzeker, maar nog wel wat kwetsbaar. Met patiëntenzorg wil je geen fouten maken.
Het voelt nog steeds wel als mijn praktijk. Ik heb altijd goed contact gehouden met alle collega’s. Dat zorgt ervoor dat ik nu niet als een vreemde terugkom. Toch heb ik niet alles meegekregen. In de agenda van de HOED zag ik afgelopen zomer staan dat de verbouwing in september zou beginnen. Ik dacht dat dat een grap was, om mij te plagen. Maar het was echt zo. Dat is blijkbaar helemaal langs mij heen gegaan.
Ik ben vervangen door een collega die een paar jaar geleden zijn eerste opleidingsjaar bij ons heeft gehad. Hij was toevallig precies op het juiste moment
‘Het voelde alsof ik bij een MDO zat over een patiënt die toevallig ook Edwin heette’
gaf Edwin me een medische update. In zo’n gesprek wissel je even van rol: van bevriende collega’s naar huisarts en patiënt. Ik geloof dat we dat allebei niet als lastig hebben ervaren.
Het scheelt misschien dat ik Edwin niet doodziek heb gezien en dat hij bijvoorbeeld niet in mijn spreekkamer in huilen is uitgebarsten. Dan was de situatie voor mij waarschijnlijk lastiger geweest. Dat hij zeer goed geïnformeerd was, maakte het praten vaak makkelijker. Edwin was bovendien heel proactief en hield zelf de touwtjes in handen. Hij regelde veel zelf – zoveel, dat we daar soms samen om konden lachen. Inmiddels zie ik hem vooral weer als een bevriende collega.’
beschikbaar. Voor de patiënten heb ik een briefje gemaakt dat nu bij de balie ligt. Ik kan het ze ook zelf geven, als ze vragen hoe het met me gaat. Er staat op dat ik ziek ben geweest, chemo en immunotherapie heb gehad, dat het nu weer beter gaat en dat ik langzaam terugkom.
Ik ben voor die openheid, ook onder collega’s. Ik sprak onlangs een collega uit mijn vorige intervisiegroep die niets van mijn ziekte bleek te weten. Blijkbaar praten artsen onder elkaar er niet over als iemand ziek is. Het lijkt een taboe. Dat is ook waarom ik dit verhaal wilde vertellen. Ik weet nu hoe ontzettend moeilijk het is om patiënt te zijn, zeker als je zelf dokter bent. Je hebt de keuze: vertel ik de waarheid of doe ik me beter voor dan ik ben? Ik was erg geneigd naar dat laatste. Achteraf zie ik ook dat ik dingen anders had kunnen doen. Ik had met die lymfeklier naar mijn eigen huisarts moeten gaan en niet naar mijn collega. Bij je eigen huisarts ben je in zekere zin anoniem. Ze is een collega, maar kan geen loyaliteitsprobleem krijgen. Ik had mijzelf geen kuren moeten voorschrijven. Tegen collega’s zou ik willen zeggen: wees je ervan bewust dat er iets raars met je gebeurt als jij patiënt wordt. Probeer je eraan over te geven. Durf aan de andere kant van de tafel te gaan zitten en de hulp te accepteren die er voor je is.’ ¶
Viagra
Beschikbaar vanaf november 2025
Vraag een sample met werkzame stof aan via viagraodf.nl
Verkorte
Samenwerking rond jeugdhulp
De LHV heeft met andere partijen nieuwe samenwerkingsafspraken rondom jeugdhulp gemaakt. Wat houden die afspraken in?
1 Waarom nieuwe afspraken over jeugdhulp?
Handige verpakking
Geen water nodig
Smelt op de tong Frisse mentholsmaak
Eén op de zeven kinderen tussen 0 en 18 jaar krijgt jeugdhulp. Voor het betreffende kind lost dat niet altijd (duurzaam) de problemen op. De geboden hulp staat vaak te weinig in verbinding met de leefwereld van het kind en het gezin. Ook komt de zorg voor jeugdigen en gezinnen in de meest kwetsbare situaties in het gedrang door de wachttijden. De gemaakte afspraken zijn gericht op betere afstemming tussen gemeenten, jeugdhulpverleners en huisartsen, zodat kinderen en jongeren effectiever geholpen kunnen worden. De afspraken komen voort uit de Hervormings-agenda Jeugd, waarin het organiseren van stevige lokale teams een belangrijk uitgangspunt is. Dit zijn teams met voldoende kennis en expertise die integraal kijken naar jeugdigen in hun (gezins)context en omgeving.
2Wat houden de nieuwe afspraken in?
Afgesproken is dat artsen het lokale team in passende situaties betrekken bij een verwijzing naar jeugdhulp, waaronder jeugd-ggz. Daarvoor moeten wel de randvoorwaarden op orde zijn, zoals een vaste contactpersoon. Daarnaast is afgesproken dat huisartsen terughoudend zijn in het verwijzen als dat niet absoluut noodzakelijk is. Wanneer er wel verwezen wordt, is het de bedoeling daar de context en leefomgeving van de jeugdige bij te betrekken. Artsen verwijzen in principe naar hulpaanbod
dat door de gemeente is gecontracteerd, tenzij volgens de professionele standaard ander aanbod nodig is. Als er aanbod ontbreekt, gaan huisartsen en gemeente daarover in gesprek. Bij acute of duidelijke psychiatrische problematiek houden artsen het recht om direct te verwijzen naar psychiatrische zorg. De POH-ggz of de jeugdconsulent van de gemeente kunnen de huisarts ondersteunen, bijvoorbeeld bij de verheldering van de hulpvraag.
3 Zijn er nog meer afspraken gemaakt?
Een aanvullende afspraak is bijvoorbeeld dat betrokken partijen samenwerken vanuit een gezamenlijke visie op een sterke en gezonde sociale (pedagogische) basis, waarbij passende hulpverlening tijdig beschikbaar is. Daarnaast streven de partijen op regionaal niveau naar zoveel mogelijk regionaal uniforme werkwijzen voor RHO’s, zeker als er meerdere gemeenten zijn binnen een regio. Verder is afgesproken dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor het inzichtelijk maken van de inrichting, samenstelling, rol en expertise van lokale teams.
4 Welke aandachtspunten zijn er bij de nieuwe afspraken?
De LHV vindt het belangrijk dat huisartsen kiezen voor heldere constructies met goede afspraken over verantwoordelijkheid, (structurele) financiering en privacy. De LHV ziet daarom twee
vormen van hulp aan kinderen en jeugdigen: via de POH-ggz (huisartsenzorg) of de jeugdconsulent (jeugdhulp). Het is uiteraard aan de huisarts zelf welke vorm de voorkeur krijgt. Er zijn en komen veel uitdagingen als het gaat om de jeugdhulp, zoals de tekorten en wachttijden. Juist door afspraken te maken, zetten we een stap richting betere samenwerking.
5
Hoe nu verder?
De nieuwe afspraken zijn begin oktober geaccordeerd door de Ledenvergadering. De komende tijd worden ze verwerkt in het convenant Stevige lokale teams (van diverse partijen waaronder LHV en Vereniging Nederlandse Gemeenten) en het wetsvoorstel Reikwijdte Jeugdwet. Daarnaast werken LHV en VNG, in samenwerking met InEen, aan een Leidraad over samenwerking rond jeugd. ¶
Op www.lhv.nl/jeugd houden we je op de hoogte van ontwikkelingen rondom jeugd.
Een klassieke dokterstas, of toch een hippere variant? Wat zegt de tas eigenlijk over de dokter? En wat zit er in die tas?
Huisarts Lisette van de Weg koos voor kleur voor de laatste jaren van haar doktersloopbaan.
TEKST: BERBER BIJMA / FOTO: DITTA VAN GENT
Wie? Lisette van de Weg (65) Huisarts sinds 2009 Hoe en waar? Praktijkhouder in een duopraktijk in Apeldoorn
‘Dit is m’n kans, dacht ik. Nog één keer een tas die ik écht mooi vind. Ik bestelde de tas bij een tassenmaakster uit Breda, die terugmailde: ik denk dat jij een oudere huisarts bent. Grappig hè? Jongere huisartsen kiezen volgens haar vaak voor een klassieke dokterstas in bedekte tinten. Mijn vorige beide tassen waren inderdaad minder opvallend. Mijn man vond het in eerste instantie niets, zo’n kleurrijke tas. Veel te dol. Maar ik heb het toch gedaan, zo in de laatste fase van mijn loopbaan. En mijn man vindt ’m inmiddels prachtig, omdat-ie zo goed bij mij past.’
‘Ik probeer duurzaam te leven en let steeds meer op wat goed is voor ons. Daar past deze tas prima bij. Hij is gemaakt van restjes leer en stukken afgekeurd leer. De tassenmaakster werkt om de foutjes heen, dus daar zie je niets van. Ik vind het een mooi idee dat ik een tas heb van leer dat anders zou zijn weggegooid. De tas is misschien ietsje kleiner dan mijn vorige tassen. Ik neem bijvoorbeeld geen boeken meer mee, omdat je tegenwoordig alles op je telefoon kunt opzoeken.’
‘Mijn duo-collega is ook 65. We zoeken opvolgers voor onze praktijk. Tot hoe lang ik ga doorwerken is nog niet duidelijk, maar ik hoop niet al te lang. In ieder geval gebruik ik tot die tijd deze tas met heel veel plezier. Wie weet kan ik ’m ooit overdoen aan mijn dochter, mocht zij voor het huisartsenvak kiezen. Dan is er toch een jonge dokter met een kleurrijke tas.’ ¶
EEN BLIK IN JOUW TAS?
Wil je vertellen over jouw dokterstas?
Meld je aan voor deze rubriek via dedokter@lhv.nl met in de titel ‘dokterstas’.
‘Nog één keer een tas die ik écht mooi vind’
Het ampullenetui is gemaakt van hetzelfde materiaal als de tas. Verder heb ik vooral standaardspullen in de tas. Het setje voor mond-opmondbeademing is fijn om bij je te hebben, maar ook fijn om niet nodig te hebben. Ik heb het nog nooit hoeven gebruiken.
Deze oude reflexhamer heb ik gevonden in de dokterstas van mijn schoonvader. Hij was ook huisarts. Zo draag ik een beetje geschiedenis mee in mijn tas. Zelf ben ik vrij laat huisarts geworden. Het duurde even voor ik erachter kwam dat ik dat wilde. Daarvoor heb ik gewerkt in de tropen, bij gynaecologie, bij een thuiszorgproject in het Wilhelmina Kinderziekenhuis voor patiënten met taaislijmziekte en als AVG-arts.
Mijn eerste personeelspasje waarmee ik overal in het ziekenhuis binnenkwam, gaat mee naar iedere nieuwe tas. De foto is gemaakt door iemand die later mijn patiënte werd. Iets anders dat meeverhuist naar iedere werkplek, maar te kwetsbaar is voor in de tas: het gouden musje op mijn bureau. Ik kocht het van mijn allereerste verdiende geld, op de middelbare school.
NIEUWE CAO HUISARTSENZORG
Tools voor duurzaam binden en belonen
De huisartsenzorg heeft een nieuwe cao die per 1 juli van dit jaar is ingegaan. De nieuwe arbeidsovereenkomst zet in op het duurzaam binden en belonen van medewerkers in de huisartsenzorg. Dat gebeurt onder meer met (vernieuwde) regelingen voor waardering, beloning en vergoedingen, zoals een generatieregeling en een uitbreiding van de gratificatieregeling. Daarnaast is er in de cao veel aandacht voor gezond, duurzaam en toekomstgericht werken. In dat kader is onder meer de regeling voor het Persoonlijk Levensfase Budget (PLB) uitgebreid.
Persoonlijk Levensfase Budget
NIEUWE REGELING OVERWERKUREN
Doorwerken
na de AOWleeftijd
Doorwerken na de AOW-leeftijd wordt in veel sectoren steeds vaker gedaan. Belangrijk is om daarover tijdig met medewerkers in gesprek te gaan, adviseren de cao-partijen. ‘Van beide kanten moeten de wensen en verwachtingen duidelijk worden’, zegt Van Rosmalen. ‘Belangrijk is ook dat er andere regels gaan gelden. Zo bouwt een werknemer na het bereiken van de AOW-leeftijd geen pensioen meer op en vervalt ook de premieafdracht daarvoor. Daarnaast zijn zowel werkgever als werknemer minder sociale premies verschuldigd. De opzegtermijn is nog maar één maand en bij ziekte gelden andere regels. Goed om er tijdig in te duiken dus.’
Door medewerkers duurzaam te verbinden en te belonen, dragen de caoafspraken bij aan de continuïteit van de huisartsenzorg. Daarbij is er uiteraard ook oog voor de betaalbaarheid van de gemaakte afspraken.
LHV-beleidsmedewerker Natalie van Rosmalen en huisarts Antonie van Schothorst zaten samen aan tafel bij de cao-onderhandelingen voor de Cao Huisartsenzorg. Van Rosmalen licht de belangrijkste afspraken toe.
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: XX
Het
Persoonlijk Levensfase Budget (PLB) is een van de middelen om duurzame inzetbaarheid te bevorderen. Door uren te sparen krijgen medewerkers meer flexibiliteit, wat bijdraagt aan een gezonde werk-privébalans. Met ingang van 2026 sparen medewerkers 25 uren per jaar; dat is nu nog 20. Een nieuwe regel is dat wanneer het niet lukt om overwerkuren te compenseren in hetzelfde kalenderkwartaal waarin ze zijn gemaakt, de medewerker die uren mag laten toevoegen aan het PLB.
Generatieregeling
De
GEZONDHEID EN VITALITEIT
Het ziekteverzuim in de huisartsenzorg is de afgelopen jaren weliswaar gedaald - van 7,9 procent in 2022 naar 5,7 procent in 2024 - maar het ligt nog altijd fors hoger dan vóór 2018, toen het ziekteverzuim rond de 3 procent schommelde, vertelt Van Rosmalen. Alle reden dus om in de cao aandacht te (blijven) besteden aan gezondheid en vitaliteit. ‘Ook omdat de gemiddelde leeftijd van medewerkers in de huisartsenzorg stijgt.’ Cao-partijen hebben afspraken gemaakt over gezondheid en vitaliteit. Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg (SSFH) ondersteunt dit met diverse (online) programma’s voor duurzame inzetbaarheid, onder de noemer ‘Gezondeboel’.
Cao Huisartsenzorg heeft voor het eerst een generatieregeling. Dat betekent dat oudere werknemers iets minder kunnen gaan werken, onder financieel gunstige omstandigheden. ‘Veel andere cao’s, waaronder die van de ziekenhuizen, hadden al zo’n regeling’, vertelt Van Rosmalen. ‘Om concurrerend te zijn, willen wij goede arbeidsvoorwaarden bieden. Bovendien helpt deze regeling om het werk behapbaar te houden in de laatste fase van de loopbaan en mensen ook tot dat moment te blijven binden.’ De regeling houdt in dat medewerkers in de huisartsenzorg vanaf drie jaar voor hun AOW-gerechtigde leeftijd minder kunnen werken, volgens het 80-90-100-principe: 80 procent werken, met behoud van 90 procent van het salaris en 100 procent van de pensioenopbouw. De generatieregeling is gebonden aan diverse wetten en regels. In de cao staan de voorwaarden beschreven.
Overuren voor voltijdmedewerkers en meeruren voor deeltijdwerkers werden lange tijd verschillend beloond. Door Europese wetgeving mag dat niet meer. In de Cao Huisartsenzorg staat daarom een nieuwe regeling voor overwerk, die geldt voor zowel voltijders als deeltijders. Overwerk is nadrukkelijk bedoeld voor incidentele situaties en vindt alleen plaats op verzoek van de werkgever, met voorafgaande instemming. Werkgever en werknemer streven er samen naar dat overwerk binnen hetzelfde kwartaal wordt gecompenseerd. Als dat niet lukt, wordt het overwerk uitbetaald of worden de gemaakte extra uren toegevoegd aan het Persoonlijk Levensfase Budget.
Voor overwerk krijgt de medewerker sinds
1 oktober van dit jaar een toeslag van 12 procent, met een minimum van 3,50 euro per uur. ‘Belangrijk is wel dat de werkgever deze toeslag níet hoeft te betalen als hij of zij de medewerker contractuitbreiding heeft aangeboden’, licht Van Rosmalen toe. ‘De toeslag is echt bedoeld voor incidenteel overwerk.’ Werkgevers wordt aangeraden alert te zijn wanneer medewerkers langdurig meer uren werken dan hun contract bepaalt. In dat geval hoort het geen overwerk te blijven, maar moet dit bij voorkeur worden opgelost via een (tijdelijke) contractuitbreiding. Zo’n aanbod kan worden gebaseerd op het gemiddelde aantal gewerkte uren in de afgelopen zes maanden, of op te verwachten meeruren, bijvoorbeeld bij vervanging van een collega.
Stimuleer meer werkuren
Uitbreiding van bestaande contracten is vaak een effectieve en relatief eenvoudige manier om een personeelstekort (deels) op te lossen. Mensen in de zorg werken gemiddeld 62 procent van een voltijdbaan. Soms weten werkgever en werknemer niet van elkaar dat zij allebei positief staan tegenover contractuitbreiding. Het is dus belangrijk dat ze daarover in gesprek gaan. De LHV-handreiking Meer werkuren als oplossing voor personeelstekort kan daarbij helpen. De handreiking bevat onder meer een gesprekskaart met potentiële vragen en een link naar de werkurenberekenaar, waarmee medewerkers kunnen berekenen hoeveel zij er daadwerkelijk op vooruit gaan als ze meer uren gaan werken.
Uitbreiding gratificatieregeling
Vanaf een tienjarig dienstverband bij dezelfde werkgever heeft een werknemer recht op een lustrumgratificatie, die iedere vijf jaar wordt uitgekeerd. Voorheen was dit alleen bij 12,5 jaar en bij 25 jaar. Van Rosmalen: ‘De uitbreiding van de gratificatieregeling is ook een van de middelen om medewerkers te behouden. Behoud is goud.’
De lustrumgratificatie is steeds een half bruto basissalaris, behalve bij een lustrum van 25 dienstjaren. Dan krijgt de medewerker een volledig bruto basismaandsalaris netto uitgekeerd.
Betaalbaar voor praktijkhouders
De cao-afspraken hebben uiteraard financiële consequenties voor praktijkhouders. De LHV heeft daarom scherp gelet op de betaalbaarheid voor praktijkhouders. De afspraken moeten passen binnen de mogelijkheden die de Overheidsbijdrage in de Arbeidskosten (OVA) biedt. De OVA is een percentage dat de overheid vaststelt om de loonkosten in de zorg te indexeren. De NZa gebruikt de OVA voor de indexatie van de tarieven voor huisartsenpraktijken.
De nieuwe Cao Huisartsenzorg is ingegaan per 1 juli 2025 en loopt tot 1 juli 2027. Aan de cao-tafel zitten werknemerspartijen NVDA, NVvPO, FNV Zorg & Welzijn en CNV en werkgeverspartijen LHV en InEen.
GEBRUIK JIJ DE CAO-APP AL?
De volledige cao vind je op lhv.nl/cao, maar ook in de cao-app van Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg (SSFH). De app is gratis te downloaden in de App Store en in Google Play. Tip: kijk ook eens bij ‘Goed voor elkaar’ in de app, daar vind je gesprekskaarten die helpen bij het gesprek over duurzame inzetbaarheid.
Wie kies jij straks als LHV-ambassadeur?
Alle LHV-leden die meer invloed willen of willen meebeslissen over de toekomst van de huisartsenzorg: opgelet. In december zijn er in bijna alle LHV-afdelingen ambassadeursverkiezingen. Tegelijkertijd krijgen de ambassadeurs een meer uitgebreide rol. Wie kies jij in december als jouw ambassadeur? Of ga je er zelf voor?
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE / FOTOGRAFIE: HANS TAK
Drie jaar geleden trad de eerste lichting LHV-ambassadeurs aan. Hun verkiezing markeerde een belangrijk moment in de ontwikkeling van de vereniging en de versterking van de verenigingsdemocratie. De gekozen ambassadeurs speelden de afgelopen jaren een belangrijke rol in cruciale beslissingen, bijvoorbeeld rond het Integraal Zorgakkoord (IZA).
In de tussenliggende jaren zijn er ambassadeurs gestopt en bijgekomen, maar voor de meeste ambassadeurs geldt dat hun eerste of laatste termijn in december afloopt. In bijna alle afdelingen worden opnieuw ambassadeurs gekozen. Een goede reden om de verkiezingen in de spotlights te zetten, zegt Suzanne van der Hulst, LHV-projectleider Verenigingsontwikkeling. ‘Het is een bijzonder moment voor de hele LHV.’
◼ STERKE POSITIE
De verkiezingen zijn ook een goed moment om de rol van de ambassadeurs binnen de vereniging nog duidelijker en uitgebreider neer te zetten. Van der Hulst: ‘Ambassadeurs hebben een essentiële rol. Ze vormen de schakel tussen de LHV landelijk en de LHV lokaal. Ze laten het geluid van hun achterban in de LHV-ledenvergadering horen, en andersom brengen ze het landelijk geluid naar hun afdeling en leggen genomen beslissingen aan de achterban uit’
Het is belangrijk dat ambassadeurs goed zichtbaar zijn, dicht bij de leden staan, deelnemen aan overlegtafels en zo nodig stevig positie innemen. ‘We moeten ervoor zorgen dat we als LHV relevant en impactvol blijven in de regio en de belangen van huisartsen stevig blijven behartigen. Het
nieuwe profiel geeft daar ruimte voor.’ Van ambassadeurs wordt dus nogal wat gevraagd: niet alleen bestuurlijke, communicatieve en strategische vaardigheden, maar zeker ook tijd. Van der Hulst: ‘De afgelopen jaren hebben we gezien dat een goede invulling zeker vier uur en voor afgevaardigden in de LHV-Ledenvergadering acht uur per week vraagt. In de ideale situaties zijn alle ambassadeurs op een vast dagdeel in de week voor de LHV aan het werk, zodat er tijd is voor gezamenlijke scholing, ondersteuning en uitwisseling. Op die manier kunnen we het bestuurlijk kader versterken.’
◼ GOEDE AFSPIEGELING
Alle LHV-leden kunnen zich tot 26 november als kandidaat-ambassadeur bij hun afdeling melden. Van der Hulst: ‘De afgelopen jaren is het gelukt om de LHV-ledenvergadering meer divers en dus ook representatiever te krijgen. Daarom hoop ik dat zich naast de huidige ambassadeurs ook nieuwe kandidaten melden, zodat er daadwerkelijk wat te kiezen valt. De leden hebben het voor het zeggen.’
Zie jij een rol als LHV-ambassadeur zelf wel zitten? Meld je dan vóór 26 november aan als kandidaat!
Wendelien van der Gaag, LHV-ambassadeur afdeling Rotterdam
‘Af en toe een steen in de vijver gooien’
De eerste ambassadeursperiode is haar goed bevallen. Wendelien van der Gaag, waarnemend huisarts, stelt zich graag weer drie jaar beschikbaar voor de LHV-afdeling Rotterdam.
‘Ik ben ambassadeur geworden omdat ik zag hoeveel leeftijdgenoten het vak al heel snel weer uitstapten. Echt zonde. Daarom wil ik me inzetten voor betere randvoorwaarden voor ons vak, voor het praktijkhouderschap en voor behoud van werkplezier. Ik probeer af en toe een steen in de vijver te gooien en mensen aan het denken te zetten.
Stem in december op je favoriete kandidaat
Van 2 tot en met 16 december kun je stemmen op jouw favoriete kandidaat. Wil je meer over het ambassadeurschap weten? Op www. lhv.nl/ambassadeursverkiezingen vertellen meer LHV-ambassadeurs over hun werk.
Als ambassadeur wil je benaderbaar zijn voor je achterban. Ik zit in alle Whats-app- en Telegramgroepen van onze regio. Als ik discussies zie ontstaan, leg ik vaak uit waarom dingen zijn zoals ze zijn en hoe ze zijn gelopen. Ik geef ook aan waar en hoe iemand invloed kan uitoefenen, feedback kan geven of zelf actief kan worden.
Een van de onderwerpen waar ik me veel mee heb beziggehouden, is het zelfstandigenbeleid. Ik ben lid van de klankbordgroep van ambassadeurs over zzp-wetgeving. De brede samenstelling van waarnemers, praktijkhouders en huisartsen in loondienst heeft een brede visie opgeleverd, die eraan heeft bijgedragen dat de LHV zich in Den Haag hard maakt voor het behoud van een flexibele schil: voor ziek, piek en uniek. Die flexibele schil hebben we nodig voor de continuïteit van de huisartsenzorg. Het is afwachten hoe een nieuw kabinet naar het zelfstandigenbe-
leid kijkt, maar de in de Tweede Kamer breed aangenomen moties over de noodzaak van een flexibele schil zijn een steun in de rug voor onze visie. Samen met andere ambassadeurs heb ik me de afgelopen periode ook ingezet voor het Huisartsen Interventie Team (HIT), een initiatief van de LHV-afdelingen MiddenNederland, Rotterdam en West, dat nu een landelijk LHV-project wordt. Als huisarts kun je bij het HIT en op de LHV-website terecht met onterechte verwijzingen, onnodige verzoeken en paarse krokodillen, die maken dat je veel tijd kwijt bent aan dingen die niet bij huisartsen horen. Een individuele huisarts krijgt hier vaak geen verandering in. Als HIT proberen we zaken op te lossen en vooral ook de achterliggende oorzaken helder te krijgen, zodat we met betrokken partijen tot structurele oplossingen komen. We zitten bijvoorbeeld met instanties als het CBR en DUO aan tafel om formulieren te verbeteren, en met andere organisaties en zorgaanbieders om niet-passende zorg te voorkomen. We moeten dit mooie vak niet uit onze handen laten glippen. Als LHV-ambassadeur kun je daadwerkelijk invloed hebben en bijdragen. Daarom moedig ik collega-huisartsen graag aan om zich bij de komende ambassadeursverkiezingen kandidaat te stellen: waarnemers, praktijkhouders en huisartsen in loondienst. Omdat we dat brede perspectief nodig hebben voor de toekomst van ons vak.’
VAN DER SCHOOT ARCHITECTEN bv BNA SCHIJNDEL
ONTWERP • ARCHITECTUUR
INTERIEUR • DIRECTIEVOERING
BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID
WWW.VANDERSCHOOTARCHITECTEN.NL
‘Achterban meenemen in belangrijke ontwikkelingen’
Voor Adrie Evertse zit er geen nieuwe ambassadeurstermijn meer in. Hij heeft er de maximale bestuurstermijn op zitten, al blijft hij nog voorzitter van de regiotafel van de zeven regionale huisartsenorganisaties in Zuid-Holland Zuid en Zeeland. Hij is 69, maar heeft nog volle werkweken: naast zijn bestuurswerk werkt hij nog drie dagen per week in de huisartsenpraktijk.
‘Goed contact houden met de achterban is een kerntaak van ambassadeurs, maar een hele klus in een geografisch uitgestrekt gebied.
Onze afdeling beslaat het gebied van ZeeuwsVlaanderen tot en met Gorinchem. Met online-meetings komen we tegenwoordig een eind, maar het is toch goed om elkaar af en toe live te zien. Daarom organiseren we geregeld regiotafels over belangrijke thema’s.
Als afdeling vinden we het belangrijk dat ambassadeurs verspreid zijn over de regio. Zij weten hoe de huisartsenzorg er in hun omgeving voorstaat, wie daar de huisartsen zijn en wat er speelt. Als het nodig is kunnen ze bijspringen, bijvoorbeeld in het
contact met een gemeente.
Voor de komende ambassadeursverkiezingen zijn we nog op zoek naar kandidaten. Ik zal zelf niet meer verkiesbaar zijn, maar gelukkig zijn er altijd weer huisartsen die zich willen inzetten voor de huisartsenbelangen. Wat je goed moet kunnen om ambassadeur te zijn? Het is belang rijk dat je het leuk vindt om te netwerken, con necties te maken en bestuurlijk werk te doen.
Dat is iets wat je in de praktijk moet leren, maar het mooie is: het is ook te leren. Daar biedt de LHV scholing en ondersteuning voor aan. Het ambassadeurswerk is zeker niet altijd makkelijk. Ik heb er wel eens van wakker gelegen.
In de tijd van het IZA bijvoorbeeld, toen we als LHV onze handtekening onder dat akkoord moesten zetten, bleek de achterban veel kritischer dan gedacht. Dat gold ook voor onze afdeling. Uiteindelijk heeft die kritische houding positief effect gehad. We hebben als LHV harde afspraken binnengesleept: meer tijd voor de patiënt en een betere vergoeding en regeling voor de spoedzorg (ANW-diensten) voor alle huisartsen.
Van die situatie heb ik geleerd hoe belangrijk het is om de achterban mee te blijven nemen in belangrijke ontwikkelingen en overwegingen. Dat speelt nu bijvoorbeeld ook bij de regionale eerstelijnssamenwerkingsverbanden. Als we niet uitkijken, staan we als huisartsen straks aan de zijlijn van die RESV’s en beslissen anderen over de huisartsenzorg. We moeten dus scherp blijven en het er met elkaar over hebben, juist ook in afdelingen: waar gaan we naar toe, wat willen we, waar trekken we onze grens? Daarin hebben ambassadeurs een belangrijke rol, als verbindende schakel tussen het landelijk bestuur en de leden.’¶
Hilly ter Veer, huisarts en LHV-bestuurslid
Ambassadeurs als sparringpartner
‘Ambassadeurs zijn mijn sparringpartners en klankbord. Er gaat haast geen dag voorbij zonder dat ik een ambassadeur spreek. Doordat ik van Drenthe naar Utrecht reis, heb ik tijd om te bellen of te appen. Het kan zijn dat iemand mij een vraag heeft gesteld, maar het gebeurt ook vaak dat ik ambassadeurs bel om te horen hoe zij over dingen denken.
Zij weten wat er speelt, zijn betrokken en hebben vaak verstand van zaken. De belangen van de huisartsen staan voor hen voorop.
Het contact met ambassadeurs helpt mij om scherper te denken. Ik heb bijvoorbeeld pas met een ambassadeur meegelopen in een ANW-
dienst in Zoetermeer om te zien hoe daar de spoedzorg werkt. En ik heb heel wat ambassadeurs gesproken over het zelfstandigenbeleid. Ik vind het belangrijk dat er ruimte is voor tegenspraak. Daar worden beslissingen beter van. Als een ambassadeur het ergens niet mee eens is, leg ik uit wat erachter zit, hoe zo’n beslissing tot stand is gekomen. Het is niet erg als we het niet eens worden. Ik bepaal niet wat er wordt besloten, dat doet de LHV-ledenvergadering. In onze vereniging worden besluiten democratisch genomen.’
Huisartsen hebben patiënten thuis met complexe zorgvragen.
Wij bieden integrale, inwonende zorg op maat wanneer reguliere thuiszorg niet meer volstaat. We werken samen en koppelen u aan ons elektronisch dossier voor dagelijks inzicht in de zorguitvoering en situatie van uw patiënt.
Zorg op maat voor elke situatie
Geen gedoe met steeds wisselende zorgverleners. Bij Happyhomecare hebben we een vast zorgteam en zorgen we voor persoonlijke aandacht en stabiliteit zodat thuis ook echt als thuis blijft voelen.
Onze inwonende zorg is geschikt voor iedereen met een complexe (langdurige) zorgvraag, zoals Alzheimer, Parkinson en spierziekten. Met een persoonsgebonden budget (PGB) via de Wet langdurige zorg (WLZ) is de zorg vaak volledig vergoed. Wij regelen samen met de huisarts alles, van indicatieaanvraag tot administratie.
Wij vertellen u en/of uw collega’s/medewerkers graag meer in detail wat voorpraktijkondersteuning wij u kunnen bieden.
Neem vandaag nog contact op met onze zorgconsulent Bonita voor een nadere kennismaking/uitleg.
Juliana van Stolberglaan 248 2595 CN Den Haag
070 701 3930
info@happyhomecare.nl www.happyhomecare.nl
Verkorte productinformatie VIAGRA® ODF
Naam en samenstelling: VIAGRA 50 mg orodispergeerbare films. Elke orodispergeerbare film bevat sildenafilcitraat overeenkomend met 50 mg sildenafil. Farmacotherapeutische categorie: Urologica; Geneesmiddelen gebruikt bij erectiestoornissen, ATC-code: G04B E03. Indicatie: VIAGRA is geïndiceerd voor gebruik bij volwassen mannen met erectiestoornissen, dit is het onvermogen een erectie te krijgen en te behouden, voldoende voor bevredigende seksuele activiteit. Voor de werkzaamheid van VIAGRA is seksuele prikkeling noodzakelijk. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor de werkzame stof of voor één van de hulpstoffen. Gelijktijdige toediening van stoffen die stikstofmonoxide afgeven (zoals amylnitriet) of nitraten, ongeacht welke vorm, of met guanylaatcyclase-stimulatoren, zoals riociguat. Gebruik door mannen voor wie seksuele activiteit wordt afgeraden. VIAGRA is gecontra-indiceerd bij patiënten: 1) met visusverlies in één oog als gevolg van een nietarterieel anterieur ischemisch oogzenuwlijden, 2) met ernstige leverfunctiestoornis, 3) hypotensie, 4) recent een beroerte of een myocardinfarct hebben doorgemaakt, 5) met erfelijke degeneratieve retinale stoornissen, zoals retinitis pigmentosa. Waarschuwingen: Er dient een anamnese te worden afgenomen en lichamelijk onderzoek te worden uitgevoerd om de diagnose erectiestoornis te bevestigen en om eventuele onderliggende oorzaken vast te stellen, voordat farmacologische behandeling wordt overwogen. Er gelden waarschuwingen vanwege cardiovasculaire risicofactoren, effect op bloeding, priapisme en effecten op het gezichtsvermogen. Gelijktijdige toediening met ritonavir wordt niet aangeraden. Voorzichtigheid is geboden wanneer sildenafil wordt toegediend aan patiënten die een alfablokker gebruiken. Viagra dient niet te worden toegediend aan mannen met zeldzame erfelijke aandoeningen van galactoseintolerantie, algehele lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie. De filmomhulling van de tablet bevat lactose. VIAGRA is ‘natriumvrij’. VIAGRA is niet geïndiceerd voor gebruik door vrouwen. Bijwerkingen: Zeer vaak: hoofdpijn. Vaak: duizeligheid, afwijkingen in het kleuren-zien, visusverstoring, onscherp zien, blozen, opvliegers, verstopte neus, misselijkheid, dyspepsie. Afleverstatus: U.R. Registratienummer: EU/1/98/077/026-029. Vergoeding en prijzen: niet vergoed. Zie voor prijzen de Z-index taxe. Registratiehouder: Upjohn EESV, Rivium Westlaan 142, 2909 LD Capelle aan den IJssel, Nederland. Datum van herziening van deze tekst: juli 2025, gebaseerd op de SmPC van 4 maart 2025. Zie voor de volledige productinformatie de goedgekeurde SmPC op www.cbg-meb.nl. NL-VIAG-2025-00011
Verkorte productinformatie Broxil 250 mg en 500 mg harde capsules, Broxil 125 mg/5 ml poeder voor orale suspensie. Samenstelling: Elke harde capsule bevat 250 of 500 mg feneticilline (in de vorm van feneticillinekalium), orale suspensie bevat 25 mg feneticilline (in de vorm van feneticillinekalium) per ml suspensie na toevoeging van water. Farmaceutische vorm: harde capsules, poeder voor orale suspensie. Indicaties: Niet ernstige tot matig ernstige infecties veroorzaakt door voor feneticilline gevoelige micro-organismen, met name streptokokkeninfecties, zoals bij: bovenste luchtweginfecties zoals faryngitis, onderste luchtweginfecties zoals pneumonie en infecties van de huid en weke delen zoals impetigo of abcessen. Dosering: Niet ernstige infecties in goed doorbloede organen: volwassenen 3 maal daags 250 mg, kinderen tot 2 jaar één kwart van de dosering voor volwassenen, kinderen van 2-10 jaar de helft van de dosis voor volwassenen. Voor matig ernstige infecties kan de dosering verhoogd worden door de hoeveelheid Broxil per keer te verdubbelen en het aantal doses per 24 uur te verhogen tot maximaal 6. De poeder voor suspensie moet worden gereconstitueerd met water volgens de instructie in de SmPC. Voor aanvullende informatie zie volledige productinformatie (SmPC). Contraindicaties: Overgevoeligheid voor een of meer penicillinesoorten, de werkzame stof, of een van de hulpstoffen (zie SmPC). Kruisovergevoeligheid met cefalosporinen in de anamnese. Broxil suspensie bevat aspartaam en is gecontra-indiceerd bij kinderen met fenylketonurie (PKU) en zwangere vrouwen met fenylketonurie, indien de dagelijkse aspartaamconsumptie meer dan 45 mg aspartaam (= 25 mg fenylalanine) bedraagt. De suspensie bevat sorbitol en is gecontra-indiceerd bij patiënten met een fructose-intolerantie. Waarschuwingen en voorzorgen: Kruisovergevoeligheid: er bestaat kruisovergevoeligheid met andere penicillines, cefalosporinen en andere beta-lactam-antibiotica; voorzichtigheid is geboden bij patiënten met een historie van allergie (in het bijzonder op geneesmiddelen). Kruis-resistentie: er bestaat kruisresistentie met andere penicillines en dit is ook mogelijk met cefalosporinen. Broxil is niet stabiel tegen stafylokokken- en gonokokken-penicillinase en niet werkzaam tegen Gram-negatieve staafjes. De nieren, de lever en de hematologische status moeten gecontroleerd worden bij langdurige behandeling met hoge dosering. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Er zijn interacties bekend met probenecide, fenylbutazon, oxyfenbutazon, acetylsalicylzuur, indometacine, sulfinpyrazon, methotrexaat, bacteriostatische middelen, antistollingsmiddelen, andere antibiotica, middelen met invloed op het kaliumgehalte en oraal tyfusvaccin. Bijwerkingen: Zeer zelden (< 1/10.000): tekort aan witte bloedcellen, ernstige allergische verschijnselen met onder andere dyspnoe, zwelling van mond, keel of strottenhoofd en shock. Niet bekende frequentie: neutropenie, anafylactische reactie, anafylactische shock, overgevoeligheidsreacties (dyspnoe, zwelling van mond, keel of strottenhoofd), hyperkaliëmie, diarree, misselijkheid en braken, pseudomembraneuze colitis, pijnlijke mond of tong, zwartharige tong, rash en typische allergische verschijnselen van het type zoals urticaria en purpura (zie SmPC). Verpakking: Capsules: verpakking van 20 (2x10) harde capsules in PVC/PCTFE/Alu-blisterverpakking. Poeder voor suspensie: bruine glazen fles met 30 gram poeder. Maatbeker 5 t/m 15 ml meegeleverd, voor lagere doseringen dient een spuitje meegeleverd te worden. Afleverstatus: U.R. Registratienummers: RVG 04959 (250 mg), RVG 09101 (500 mg), RVG 02672 (poeder voor suspensie). Registratiehouder: Ace Pharmaceuticals BV, Schepenveld 41, 3891 ZK Zeewolde. Datum goedkeuring/herziening SmPC: 20 oktober 2023. Versie: november 2023. De volledige productinformatie (SmPC) is op aanvraag beschikbaar.
Referenties:
1. Melander RJ et al. Medchemcomm. 2018;9(1):12-21
2. Ramirez et al. Front Cell Infect Microbiol. 2020 Nov 24;10:572912
3. Bassetti S et al. Eur J Intern Med. 2022 May;99:7-12
4. SmPC Broxil® oktober 2023 NL_BROXIL_202509_417
Nascholingsagenda
Terug naar je drijfveren als zorgprofessional
Verdiep je persoonlijk leiderschap op identiteitsniveau
Zesdaagse cursus
Psychiatrie en zwangerschap
Als de roze wolk schuilgaat achter donkere wolken
Congres op 4 februari
Morele stress, zelfzorg en duurzame inzetbaarheid in de zorg
Waarden en belangen in conflict
Driedaagse cursus
De-escaleren kun je leren
Van spanning naar verbinding
Tweedaagse
LHV Academie
Bij de LHV Academie kies je uit meer dan 100 verschillende geaccrediteerde nascholingen. Voor huisartsen en voor jouw team, met aantrekkelijke korting voor LHV-leden.
Nieuwe nascholing
Hoe
sterk zijn jouw
ontregelspieren?
Huisarts Robbert Keppel schrapte in zijn praktijk al heel wat onzinnige regels. Samen met ontregelexpert Boukje Keijzer helpt hij huisartsenpraktijken bij het aanpakken van de regeldruk. In de nieuwe incompanytraining van de LHV Academie ga je samen met je team aan de slag. Het resultaat na twee dagdelen? Minder onnodige activiteiten die patiëntenzorg in de weg staan en meer energie en tijd in je praktijk.
‘In onze praktijk waren we nog steeds bezig met regels die allang waren afgeschaft. Van herhaalreceptuur tot verwijzingen voor fysiotherapie. Van veel dingen hadden we niet scherp dat ze onnodig waren. En er zijn veel meer voorbeelden: als iemand op wintersport gezien is met een gebroken been, dan mag diegene hier zelf de traumapoli bellen; en een optometrist mag rechtstreeks naar de oogarts verwijzen. Vaak blijven we dingen toch maar
doen. Omdat de poli-assistent de patiënt terugstuurt naar de huisarts, of omdat het anders nog meer tijd kost. Maar zo wordt het niet urgent.’
Hoe krijg je dat wel voor elkaar?
‘Het helpt als je dit verandertraject met de hele praktijk doet. Want urgentie creëren kost tijd en energie. Als je met elkaar vaststelt: dit doen we niet meer, dan helpt dat enorm in het boeken van resultaat. De eerste tijdsbesparing bereik je simpelweg omdat je er tijd voor maakt, dat is het laaghangend fruit. Daarna is het bijhouden en met elkaar volhouden.’
En hoe lukt dat?
‘Bijvoorbeeld door er een tijdsbestek op te zetten en een speerpunt voor die periode te benoemen. Maar ook door te zeggen: ik ben probleemeigenaar van dit stuk en jij pakt dat op. En je realiseren dat het niet van vandaag op morgen verandert. Zeker het ontknopen
van de taaiere stukken kost tijd, en een goede aanpak. Die aanpak bespreken we uitgebreid in de nascholing. Daarnaast zijn we als huisarts misschien wel een alleskunner, maar dat betekent niet dat je alles moet willen.’
Je geeft de nascholing samen met een ontregelexpert?
‘Boukje Keijzer heeft een methodiek ontwikkeld die meer mogelijk maakt door de rek in de regels te vinden. Dat begint met de vraag: waar staat die regel en wie zegt dat dan? Boukje leert ons Pipi-Langkousen maar ook met een ruim hart naar de ketenpartner kijken. Die is er doorgaans niet op uit om ons te jennen. In de nascholing oefenen we hoe je het gesprek aangaat en wat een handige aanpak is. Dat kan trouwens per praktijk verschillen.’
Hoe is de training opgebouwd?
‘In het eerste dagdeel krijg je technieken aangereikt om regels binnen het team en met andere zorgverleners te bespreken. Je leert ook hoe je de kracht van ieder teamlid kunt inzetten. En natuurlijk bespreken we slimme ontregelstrategieën en praktische tips. Vervolgens ga je er een aantal weken mee aan de slag. Tijdens het tweede dagdeel wisselen we ervaringen uit en verdiepen we de kennis en vaardigheden van het eerste dagdeel.’
OP AANVRAAG
Nascholing in je eigen praktijk
Ook klaar met de onnodige regels en overbodige telefoontjes? Boek dan zeker met je team de incompany training van Robbert van Keppel en Boukje Keijzer. Het eerste dagdeel doe je samen in je eigen praktijk. Het tweede dagdeel kan eventueel ook via Teams.
‘Wij leren hele generaties kennen – en zij ons’
Als Hueting je achternaam is, word je zelfs na vier generaties huisartsen nog niet als echte Katwijker gezien. Huisarts Jet Hueting en haar vader Henk vinden het eigenlijk ook wel fijn: als huisarts een beetje buitenstaander blijven in een gemeenschap met een sterke eigen identiteit. Hun patiënten zijn zo mogelijk nog honkvaster dan de Huetings. ‘Verreweg de meeste mutaties zijn geboortes en overlijdens.’
TEKST: BERBER BIJMA /
FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN
Zoals dat vaker gaat met kinderen van een huisarts: Jet Hueting (48) ging weliswaar geneeskunde studeren, maar wilde eerst echt niet in haar vaders voetsporen treden. ‘Ik had ook niet zo’n goed beeld van wat het vak inhield. Toen mijn vader nog praktijk aan huis had, kwamen er wel veel patiënten in ons huis, maar wat daar in de spreekkamer gebeurde – daar had ik geen idee van.’ Ze was er wel nieuwsgierig naar. Als jong kind reed ze op haar driewieler naar de wachtkamer en vroeg patiënten: ‘Wat heb jij?’ Daar wordt ze nu soms nog aan herinnerd.
Uiteindelijk kroop het bloed toch waar het niet gaan kan: Jet is de vierde generatie Hueting die huisarts werd in Katwijk aan den Rijn (ook wel Katwijk-Binnen). Samen met haar vader Henk Hueting (79), sinds 2010 gepensioneerd, vertelt ze het verhaal van de praktijk. Duidelijke rode draad in het familieverhaal is dat de Huetings nooit zo bang zijn geweest voor veranderingen. Daardoor is de overname van de praktijk door de volgende generatie altijd vrij soepel verlopen. Jet: ‘Verandering is vaak verbete-
ring. Als mijn opa op visite ging bij iemand met een hartinfarct, kreeg die wat aspirine. Van mij krijg je een ambulance op je dak en word je meteen gedotterd. Wij gebruiken ook AI in de spreekkamer voor het opnemen of verwerken van consulten. Ik zou het kortzichtig vinden om dat soort verbeteringen niet te omarmen.’
◼ GROENE KAARTEN
Henk Hueting was praktijkhouder van 1976 tot 2010. Zijn grootvader Johan, geboren in Zutphen, richtte de Katwijkse praktijk op in 1900 en dokterde daar tot 1938. Zijn zoon Henk volgde hem op en daarna diens zoon, ook Henk geheten. In die loopbaan van die laatste Henk, vader van Jet, veranderde er ook veel. ‘Mijn vader had nauwelijks een patiëntendossier. Toen ik huisarts werd, werden de groene kaarten geïntroduceerd. En later natuurlijk de computer en een veel uitgebreidere financiële administratie. Die heeft mijn vrouw altijd gedaan.’ In 2004 verhuisde hij de praktijk van het woonhuis naar een zelfstandig pand. Tijdens zijn loopbaan stopten huisartsen bovendien met geboor-
Links: Jet en Henk Hueting. ‘Je opa bleef gewoon een gehaktballetje eten, zeggen patiënten nog weleens tegen me.’
Rechts: Overgrootvader Johan Hueting deed visites met de koets, Jet Hueting en haar duocollega doen dat vandaag de dag op de elektrische fiets.
tezorg en droegen ze de ANW-zorg over aan huisartsenposten.
‘Jij reed in het begin nog ontzettend veel visites’, zegt Jet over de tijd van haar vader. Henk: ‘Zeker, kinderen met koorts of met oorpijn, die bezochten we thuis.’ Zijn vader Henk, Jets grootvader, schoof zelfs regelmatig aan tafel aan. Jet: ‘Je opa bleef gewoon een gehaktballetje eten, zeggen patiënten nog weleens tegen me.’
In de verhalen over vroeger klinkt misschien een klein beetje nostalgie door, maar beiden zijn blij dat de kwaliteit van de huisartsenzorg zo vooruit is gegaan. Ook Jet zette daar volop op in toen zij de praktijk overnam. De praktijk kreeg in 2015 de NHG-accreditatie, werd in 2017 opleidingspraktijk en kreeg twee jaar geleden het predicaat ‘Academische Huisartsenpraktijk’. Jet: ‘Dat laatste is omdat we veel meewerken aan onderzoeken vanuit het LUMC.’
◼ NAAR EEN DUOPRAKTIJK
Een grote verandering was ook de komst van een niet-Hueting in de praktijk: Hans Essers associeerde in 2013 met Jet Hueting. ‘Ik heb vanwege de familiegeschiedenis wel bedongen dat het Hueting & Essers werd en niet andersom’, zegt ze lachend. Voor de familie was Essers bepaald geen indringer, zijn komst was eerder de redding van de praktijk. Jet: ‘Ik ben in 2007 in de praktijk komen werken. Mijn vader en ik hebben van 2008 tot 2010 in een maatschap gewerkt. In 2010 nam ik de praktijk over, kreeg ik een kind én werd mijn partner maat in het ziekenhuis. Ik wist al heel snel dat ik op zoek wilde naar een medepraktijkhouder. Juist omdat we het samen doen, kan het voortbestaan. Het is ook veel gezelliger; het is fijn om te kunnen sparren.’
Hans Essers kwam in 2012 in de praktijk werken. Ook voor Henk Hueting was de komst van een tweede praktijkhouder geen enkel probleem. ‘Dat komt ook doordat degene die het werd, een bijzonder aimabel mens is.’
‘Verandering
is heel vaak verbetering’
Waar de familie hem meteen in de gelederen opnam, moest hij zijn plekje bij de patiënten nog wel even bevechten. Jet: ‘Sommige mensen wilden toch liever “naar een echte Hueting”. Maar gelukkig heeft Hans inmiddels ook zijn eigen fanclub.’
◼ ‘HEEFT ZE DAT NIET VERTELD?’
Jet Hueting luncht zo mogelijk eens per week bij haar ouders. Dan praten vader en dochter vooral over medisch-inhoudelijke zaken.
Jet: ‘Soms kent mijn vader nog familieban-
den of een voorgeschiedenis waarvan ik niet op de hoogte ben.’ Henk: ‘Vanwege de hechte en honkvaste gemeenschap heb je in Katwijk specifieke erfelijke ziekten, dus die familiebanden zijn best relevant.’ Jet: ‘We houden natuurlijk altijd wel rekening met het medisch beroepsgeheim. Je kunt niet alles zeggen.’ Henk: ‘Al zijn patiënten soms verbaasd dat Jet niet alles aan mij vertelt. Dan vertellen ze me op straat iets en zijn ze bijna verontwaardigd: “Heeft ze dat niet verteld?”’ Juist die vaste patiëntenpopulatie maakt het dokterswerk in Katwijk mooi, vinden ze allebei. Henk: ‘De belangrijkste mutaties zijn nog altijd geboortes en overlijdens.’ Jet: ‘Ik heb weleens op één dag overgrootmoeder, oma, moeder en kind in de praktijk gehad – los van elkaar. Je leert hele generaties kennen. En dat is dus wederzijds.’ ¶
Vier generaties Hueting huisarts in Katwijk
Huisartsenpraktijk Hueting en Essers is gevestigd in Katwijk aan den Rijn. De patiënten komen uit die plaats, maar ook uit Katwijk aan Zee, Rijnsburg en Valkenburg. Naast de beide praktijkhouders heeft de praktijk nog 6 vaste medewerkers. De praktijk was van 1900 (de eerste generatie Hueting) tot 2004 een praktijk-aan-huis op hetzelfde adres. Sinds 2004 (de derde generatie) zit de praktijk in een deel van een verpleeghuis.
Handreiking Huisvesting: Uitgebreid met financiële paragraaf
Ook in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA) wordt de huisvestingsproblematiek erkend: de Handreiking ‘Huisvesting huisartsen en gezondheidscentra’ is nu aangescherpt met afspraken over het oplossen van financiële knelpunten én de afspraken krijgen een steviger karakter.
In de zoektocht naar nieuwe huisvesting zijn de gemeente, RHO en zorgverzekeraar belangrijke samenwerkingspartners.
In de nieuwe Handreiking Huisvesting huisartsen en gezondheidscentra staat duidelijker beschreven wat ieders taken en verantwoordelijkheden zijn. Het biedt huisartsen meer houvast om op de anderen een beroep te doen. Ook is nu in de handreiking opgenomen dat je aanspraak kunt maken op financiële maatwerk oplossingen van de zorgverzekeraar wanneer je alle stappen uit het stappenplan hebt doorlopen én er sprake is van (dreigende) discontinuïteit.
Wat doet de LHV nog meer?
Toegang tot beschikbare, betaalbare en passende praktijkruimte blijft een belangrijk onderwerp in onze belangenbehartiging. Behalve met gemeenten, RHO’s en zorgverzekeraars, voeren we ook gesprekken met pensioenfondsen en banken om te verkennen in hoeverre zij een rol kunnen spelen in de huisvestingsproblematiek van huisartsen. Als onderdeel van het AZWA werken we de vernieuwde handreiking uit in een meer concrete leidraad, samen met Zorgverzekeraars Nederland, InEen en VWS. Het is de bedoeling dat deze eind 2025 klaar is.
Meer informatie over de huisvestingsproblematiek en de inzet van de LHV daarop, lees je op de webpagina Huisvesting en huisvestingsproblemen.
Nieuwe contributiesystematiek
De nieuwe systematiek sluit beter aan bij de gedachte van één LHV en zorgt voor een eerlijke verdeling van de contributielast over alle leden. Door verlenging van het instaptarief houden we de vereniging ook in de toekomst aantrekkelijk en toegankelijk voor startende huisartsen. De nieuwe systematiek gaat in op 1 januari 2026.
Wat verandert er?
◼ We gaan naar één standaard contributietarief voor alle leden. Voor leden met een lager inkomen, hanteren we meerdere inkomensafhankelijke kortingstarieven.
◼ We verlengen het instaptarief van 1 naar 2 jaar. Zo kunnen startende huisartsen langer de voordelen van de LHV te ervaren.
◼ De steekproefcontroles vervallen. Alle leden worden per januari van het nieuwe jaar opnieuw in de hoogste klasse ingedeeld. Leden die gebruik kunnen maken van een kortingstarief kunnen dat jaarlijks aantonen door het aanleveren van hun gegevens.
Het buitengewoon lidmaatschap voor gepensioneerde huisartsen en leden die langdurig ziek zijn of in het buitenland verblijven blijft hetzelfde. Ook houden praktijkmanagers toegang tot producten en diensten via het lidmaatschap van de praktijkhouder voor wie ze werken.
Wat betekent dit voor jouw contributie? Begin november heb je een persoonlijke brief ontvangen met daarin meer informatie over je contributie in 2026. Alle leden (behalve leden in instaptarief en buitengewoon lidmaatschap) worden per 1 januari 2026 automatisch ingeschaald voor het standaard contributiebedrag. Leden met een lager inkomen komen in aanmerking aanmerking voor één van de inkomensafhankelijke kortingstarieven.
Een overzicht van de kortingstarieven en hoe je dit aanvraagt vind je op de website.
LHV-WEBINAR: LAAT JE BIJPRATEN OVER 2026
Wat verandert er in 2026 voor jouw praktijk? Tijdens het jaarlijkse LHV-webinar Beleid & Bekostiging praten collega-huisartsen, een bekostigingsexpert en een LHVbestuurslid je bij over de belangrijkste ontwikkelingen in beleid en financiën van de huisartsenzorg.
Nieuwe afspraken over MTVP, de ggz, huisvesting en natuurlijk de tarieven vragen om overzicht. Tijdens het LHV-webinar Beleid & Bekostiging hoor je wat deze veranderingen betekenen voor jouw praktijk in 2026. In anderhalf uur tijd ben je weer helemaal bijgepraat en kun je ook jouw vragen kwijt. Het webinar is vooraf opgenomen, maar tijdens de drie kijkmomenten
is er live moderatie. LHV-experts beantwoorden jouw vragen direct in de chat.
Kijkmomenten
◼ Dinsdag 18 november |
20:00 – 21:30 uur
◼ Woensdag 19 november | 20:00 – 21:30 uur
◼ Maandag 24 november | 20:00 – 21:30 uur
De drie kijkmomenten zijn gratis en exclusief voor LHV-leden, je ontvangt 2 accreditatiepunten. Aanmelden gaat via MedischeScholing. Vanaf 25 november is het webinar (zonder accreditatie en zonder live moderatie) beschikbaar op lhv.nl voor leden en hun medewerkers.
Afspraken over werkbare inzage via PGO’s
De LHV heeft samen met NHG, InEen en VWS afspraken gemaakt om te zorgen dat inzage via persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) veilig, betrouwbaar en uitvoerbaar is in de huisartsenpraktijk.
Persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) zijn apps of websites waarin patiënten hun medische gegevens van verschillende zorgverleners kunnen verzamelen. Dat kan helpen bij meer regie en beter geïnformeerde gesprekken aan de spreektafel — mits de techniek goed werkt en het past in het dagelijkse werkproces.
Samen werken LHV, NHG, InEen en VWS aan het oplossen van knelpunten in de gegevensuitwisseling; het bepalen welke gegevens echt van waarde zijn voor inzage via PGO’s; het ontwikkelen van praktische hulpmiddelen voor huisartsen en ICT-leveranciers.
De LHV brengt in dit traject nadrukkelijk de praktijkervaring en randvoorwaarden van huisartsen in: de werkbaarheid in de praktijk, de borging van privacy en veiligheid en de noodzaak van goede ondersteuning bij implementatie.
De afspraken maken deel uit van het VWS-programma MeerMed, dat de databeschikbaarheid in de zorg versnelt en verbetert. Het programma sluit aan bij de gezamenlijke werkagenda digitalisering van LHV, NHG en InEen.
Maak de juiste keuze:
Smalspectrum waar het kan, breed alleen waar het moet.
Het gebruik van breedspectrum antibiotica kan leiden tot het aantasten het microbioom van de gebruiker, dit verhoogt het risico op complicaties zoals Clostridioides difficile-infecties1,2. Smalspectrum antibiotica daarentegen richten zich op specifieke pathogenen, beperken daarmee resistentieontwikkeling en sparen het microbioom1.
Waarom is een smalspectrum-antibiotica belangrijk?
Beperking van antibioticaresistentie
Optimale doelgerichte behandeling
Broxil® (feneticillinekalium) smalspectrum antibioticum is geïndiceerd voor niet ernstige tot matig ernstige infecties veroorzaakt door voor feneticilline gevoelige micro-organismen, met name streptokokkeninfecties, zoals keelinfecties, luchtweginfecties, huid- en weke delen infecties4
Smalspectrum-antibiotica richten zich op specifieke groep bacteriën, waardoor ze minder effect hebben op het microbioom1. Dit helpt resistentie tegen bredere antibiotica te voorkomen. Dit draagt bij aan verantwoord antibioticum gebruik3.
Wanneer de veroorzaker van de infectie bekend is, kan het gebruik van smalspectrum antibiotica voordelen hebben1. Het gebruik van smalspectrum antibiotica verminderd het risico op onnodige schade aan het microbioom, waardoor de kans op infecties (zoals
Clostridioides difficile-infectie) afneemt1,2
De verkorte SmPC en referenties vindt u elders in deze uitgave.
Het Grote Zorgdebat:
‘Stevig
investeren in preventie'
Op 21 oktober debatteerden zes kandidaat-kamerleden over zorgthema’s in een uitverkocht Beatrix Theater. De LHV organiseerde het Grote Zorgdebat met zo’n 20 andere zorgorganisaties. Bij veel thema’s kwam het belang van een sterke huisartsenzorg naar voren.
Het publiek in de zaal en thuis bestond veelal uit zorgprofessionals, die enthousiast input leverden via Mentimeter. Op het podium gingen kandidaatKamerleden van PVV, GroenLinks-PvdA, VVD, D66, CDA en SP een levendig debat aan over de thema’s 'werken in de zorg', 'wachten op zorg' en 'preventie'.
Bij veel thema’s kwam het belang van een sterke huisartsenzorg naar voren. Zoals bij het thema preventie. ‘We moeten radicaal investeren in preventie, anders worden de wachtlijsten alleen maar langer”, zegt Paulusma (D66). De manier waarop daarover verschilde men van mening. Een suikertaks werd genoemd, een algeheel rookverbod, maar ook zorgzame buurten, een kansrijke start op school en een effectieve schuldenaanpak.
Bij het thema 'wachten op zorg' benadrukten de kandidaat-kamerleden het belang van de huisarts als poortwachter. Zij gaven ook aan
dat niet alle problemen door de zorg moet worden opgelost, maar soms beter ergens anders opgepakt kunnen worden. Marjolein Tasche: ‘Daarom hebben we in het IZA en AZWA afspraken gemaakt over samenwerking met het sociaal domein. Niet alle klachten zijn met zorg op te lossen. We moeten veel meer werken aan zorgzaamheid in de samenleving, bijvoorbeeld door het stimuleren van buurtinitiatieven.’
Over de vraag ‘Hoe brengen we het werkplezier terug in de zorg?’ was het publiek duidelijk. Door het schrappen van onnodige regels en administratie. Ook de politici zien de noodzaak hiervan. Julian Bushoff (GroenLinksPvdA) gaf aan hier met de vereenvoudiging van de jaarverantwoording een begin mee te hebben gemaakt. Harry Bevers (VVD) benadrukte dat er meer vertrouwen moet zijn in de professionaliteit van de zorgverleners. En meer instroom in de zorg? Sarah Dobbe (SP) wees op de grote wervingscampagnes voor Defensie. ‘Dat moet toch ook voor de zorg kunnen.’
POLITIEK CAFÉ LOVAH
Een week eerder organiseerde de werkgroep Politiek en Maatschappij van Lovah een goedbezocht Politiek Café. Kandidaat-Kamerleden
Mohammed Mohandis (GroenLinks/PvdA), Wieke Paulusma (D66), Harry Bevers (VVD) en Karin Nielsen (Volt) gingen in gesprek met zo’n veertig enthousiaste huisartsen in opleiding. Het geheel werd geleid LHV-directeur Loubna Boufrach.
Aan de hand van vier prikkelende stellingen ontstond een geanimeerd debat over diverse thema’s die van belang zijn voor de toekomst van de (huisartsen)zorg. Zoals de inzet van huisarts-waarnemers in de zorg, iedereen een huisarts, het gebruik van AI en gelijke financiële beloning van aios binnen- en buiten het ziekenhuis. Over dit laatste waren de kandidaat-Kamerleden eensgezind: dit verschil is niet uit te leggen en moet opgelost worden. Zij riepen de sector op met een voorstel te komen en inzicht te geven in de kosten. Ook over de inzet van waarnemend huisartsen in situaties van ziek, piek en uniek was eensgezindheid. Die flexibele schil moet blijven.
Meer informatie
wisselcolumn
Rutger Verhoeff, huisarts in Utrecht
Tabletten
De deurbel van het echtpaar Schellekens (beiden eind zeventig) heeft een simpel deuntje. Ding dong. Zware voetstappen in de gang. Een reeks sloten kraken. De voordeur piept langzaam open. Een kalende man met grijze bakkebaarden verschijnt.
Ik stel mezelf voor: ‘Goedemiddag, ik ben…’
Achter meneer Schellekens klinkt een raspende vrouwenstem: ‘Wie is daar?!’
Hij draait zijn hoofd naar achteren. ‘Hou toch je muil!’
Ik gluur over zijn schouder de gang in, maar niets of niemand.
Hij vangt mijn blik op. ‘Das moeders de vrouw. U bent de huisarts zeker.’
De kleine woonkamer van de Schellekens oogt donker. Notenhouten meubels, een grote tv met daarop een kookprogramma, en een thuiszorgbed waarin de chronisch zieke mevrouw Schellekens ligt. Haar bed schurkt tegen de vensterbank, de tv staat aan het voeteneind.
‘ Wie heeft die capsules nu geslikt, jij of ik!’
Meneer Schellekens spreekt haar weer boos toe: ‘Je zou de tv uitdoen!’
Zij spreekt op dezelfde toon terug: ‘Dat wilde ik ook! Maar de afstandsbediening is uit mijn handen gevallen en onder de vensterbank geschoten.’
Het vervolg heeft iets lachwekkends: hij pakt een grijper, werkt zich over haar heen richting vensterbank, waarop zij het uitschreeuwt van de pijn. Zelfs onze
lieve Heer wordt erbij gehaald. Ik sta erbij en kijk ernaar. Gelukkig duurt het zoeken niet lang. De tv wordt uitgezet waarna meneer Schellekens zich laat zakken op een versleten tweezits. Ik plof op de fauteuil die nog over is en voel direct veren in mijn kont prikken. Terwijl ik half op de armsteunen leun, begint meneer Schellekens te vertellen: ‘Ik heb zo’n last van hoestbuien.’ Dan zijn gezicht naar mevrouw Schellekens. ‘Ik denk nu al zo’n…’
‘…vier weken,’ maakt zij af.
En zo gaat het verder: hij begint en zij maakt het af. Bij het navragen voor welke antibiotica hij allergisch is, keert hun felheid terug. Hij, naar mij: ‘Dat waren die witte capsules.’
Zij: ‘Nee, dat waren tabletten.’
Hij, naar haar: ‘Wie heeft die capsules nu geslikt, jij of ik!’
Zij, met een blik op onweer: ‘Tabletten! Het waren tabletten!’
Het doosje is bewaard, dus zoeken we samen in de keuken. Daar blijkt dat mevrouw Schellekens gelijk heeft.
‘Zie nou wel!’ sneert ze hem vervolgens toe.
‘Hou toch je muil!’ reageert hij als vanouds.
Weer bij de deur verklapt hij met trots: ‘We zijn al bijna vijftig jaar getrouwd.’
Voor iemand die net verloofd is, beloof ik mezelf niet zo te worden als hen.
Diezelfde avond kijk ik tijdens een diner met vrienden mijn verloofde aan. ‘Ik denk dat we elkaar nu zo’n…’
‘anderhalfjaar kennen,’ maakt zij af.
Onmiddellijk schieten mijn gedachten naar de Schellekens. Shit. ¶
LAAT HUN LEVEN GERUST ADEMBENEMEND ZIJN.
Op zoek naar korte wachttijden voor electieve zorg?
Diak Clinic is centraal gelegen in Midden-Nederland en goed bereikbaar vanuit het hele land. Het is onderdeel van het Diakonessenhuis en gevestigd in onze locatie in Zeist.
Door focus op electieve zorg, leveren wij op een efficiënte manier kwalitatief hoogwaardige zorg. Patiënten kunnen snel, vaak binnen een week, terecht op onze poliklinieken. Na de afspraak op de polikliniek plannen we de behandeling op korte termijn in, altijd in overleg met uw patiënt. Deze zorg bieden wij aan alle patiënten die deze zorg nodig hebben, ook voor patiënten ouder dan 70 jaar of patiënten met co-morbiditeit.
Voorbeelden van onze electieve zorg met wachttijden:
Ontstoken keel- of neusamandelen: 1 dag
Oorontsteking / buisjes: 1 dag
Galstenen: 3 dagen
Hand- en polsklachten: 3 dagen
Verdenking huidkanker: 7 dagen
Versleten knie of heup: 8 dagen
Gescheurde kruisband of meniscus: 8 dagen
Bekijk onze zorg en actuele wachttijden op diakclinic.nl/onze-wachttijden
DC advertentie de Dokter September 220x250mm 01.indd 1
Retouradres LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
T.a.v. Afdeling Ledenadministratie
Postbus 20056
3502 LB Utrecht
De voordelen van Diak Clinic:
• Korte wachttijd
• Goede bereikbaarheid vanuit het hele land
• Voor alle patiënten (ASA 1-4) en alle leeftijden
• Door ervaren medisch specialisten van het Diakonessenhuis