laat zien hoe het kind in het leven staat. De boom zegt iets over het gevoel vitaal te zijn en over de groei en ontwikkeling van het kind. Bij de beeldaspecten van de boom zijn de volgende deelvragen gesteld: “Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jongens en meisjes?” en “Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de leeftijdscategorieën?” De wortels van een boomtekening zeggen iets over de draagkracht, de verankering en de geborgenheid in de vroege jeugd16. Uit grafiek 7 blijkt dat geen of slechts een kleine wortelaanzet het meest wordt getekend. De kinderen uit groep 3 tekenen helemaal geen wortels, terwijl in groep 5 en 8 af en toe een wortelaanzet wordt getekend. Dit zou kunnen komen doordat de kinderen van groep 5 en van groep 8 in een andere ontwikkelingsfase zitten en daardoor meer details tekenen. Ook hebben kinderen op latere leeftijd meer kennis over wat er om hen heen gebeurt en wat er aanwezig is. Wat ook opvallend is, is dat er enkele meisjes zijn die veel wortels tekenen, terwijl geen van de jongens dat doet. Dit zou kunnen komen doordat meisjes veel netter en preciezer werken dan jongens, ook hebben meisjes meer oog voor detail17. Het blad staat voor de openheid of geslotenheid van het kind18. De jongens en meisjes tekenen beide veel blad, ook in de verschillende groepen tekent iedereen het meest ‘veel’ blad, zie grafiek 8. De balans van de boom verwijst naar de balans van het lichaam, naar het denken en het voelen19. De kinderen tekenen het meest de boom redelijk in balans tot in balans. Wat opvalt uit grafiek 9 is dat de meisjes van groep 5 en 8 de boom meer in balans tekenen, terwijl de jongens de boom slechts redelijk in balans tekenen. Dit zou kunnen betekenen dat de meisjes van groep 5 en 8 meer in balans zijn dan de jongens. Ook zien we een verschil in de groepen, in groep 3 en in groep 5 is er een enkeling die de boom niet in balans heeft getekend, terwijl iedereen in groep 8 de boom redelijk in balans tot in balans tekent. Dit verschil
zou kunnen komen doordat de kinderen in groep 8 meer naar de werkelijkheid streven en zich houden aan de “groepsnorm”20. De kinderen in groep 8 maakten vaak eerst een schets en tekenden veel met liniaal, dit verklaart ook waarom de boom er ‘meer in balans’ uitziet in de tekening. Beeldaspecten zelfbeeld in de menstekening. De menstekening geeft het meest uiteenlopende beeld weer van het zelfbeeld van het kind. ‘Elke menstekening is een weergave van het zelfconcept, onafhankelijk wie er getekend wordt’21. De mens kan vaak persoonlijk gezien worden en het kind tekent vaak zichzelf. Bij de beeldaspecten van de mens zijn de volgende deelvragen gesteld: “Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen jongens en meisjes?” en “Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de leeftijdscategorieën?” Uit grafiek 10 blijkt dat de kinderen in groep 3 en groep 5 de mens het meest matig realistisch tekenen, terwijl meisjes in groep 8 de mens het meest realistisch tekenen. Over het algemeen willen kinderen graag voorwerpen afbeelden die herkend kunnen worden. In het begin van de kindertijd streven kinderen ernaar om deze voorwerpen op een decoratieve wijze te tekenen, hierbij wordt niet gelet op de lichaamsverhouding of de grootte van de voorwerpen22. Dit verklaart de matig realistisch getekende mens van groep 3 en 5. Iets soortgelijks is waar te nemen in grafiek 14. Meisjes in groep 3 en groep 5 en jongens in groep 3 tekenen de onderdelen van de mens namelijk groter of kleiner dan rest. Rond de leeftijd van acht of negen jaar wordt de verwachting van kinderen veel groter. Naast de herkenbaarheid van voorwerpen, willen kinderen nu ook dat de tekening visueel realistisch is23. In grafiek 14 is te zien, dat meisjes in groep 8 de onderdelen van de mens het meest in verhouding tekenen. Meisjes in groep 8 hebben dus een grotere verwachting en streven eerder naar een visueel realistische tekening dan jongens in groep 8 en kinderen in andere groepen.
16
Foks-Appelman, Theresa. (2004). Kinderen geven tekens: de betekenis van kindertekeningen en kinderspel vanuit het perspectief van de analytische psychologie. Delft: Eburon. 86-89
20
Ibidem, 86-88.
21
Citaat: Koppitz in Meyckens en Cluckers
17
Mama en zo B.V. Mama en zo. Geraadpleegd op 26 juni 2015, http://www.mamaenzo.nl/peuter/leren/ontwikkeling-jongensmeisjes-verschil 18
Foks-Appelman, Theresa. (2004). Kinderen geven tekens: de betekenis van kindertekeningen en kinderspel vanuit het perspectief van de analytische psychologie. Delft: Eburon. 86-89 19
Ibidem, 86-88.
22
Cox, Maureen. (1996). Kinderen die tekenen: meer begrip voor uw kleine Picasso. Lisse: Swets & Zeitlinger. [vert/ uit het Engels] 23
Cox, Maureen. (1996). Kinderen die tekenen: meer begrip voor uw kleine Picasso. Lisse: Swets & Zeitlinger. [vert/ uit het Engels]
De psychologie van kindertekeningen|4