Piter jelles impulse sws nederland onder water fons dijksma en hobie dijkstra

Page 1

Nederland onder water

Naam: Fons Dijksma, Hobie Dijkstra Klas: 4 Niveau: Vmbo-t Sector: Zorg & Welzijn, Economie

Vakdocent: David Woud Sectorbegeleider: JosĂŠ Lemke Schoollocatie: Piter Jelles Impulse Datum: 12 februari 2017


Inhoudsopgave 1. Voorwoord 2. Taakverdeling 3. Planning 4. Watersnoodramp 1953 4.1 De voorbereiding 4.2 Het ontstaan van de watersnoodramp 4.3 De hulpdiensten 4.4 De schade en herstelling 5. De werking van de dijken 5.1 De constructie 5.2 Stevigheid 5.3 Duinen 5.4 De belangrijkste dijk 6. Hoe groot is de kans? 6.1 Klimaatverandering 6.2 De kwaliteit van de dijken 7. Gevolgen mens & natuur 7.1 De gevolgen van de mens 7.2 De gevolgen van de natuur 8. De voorbereiding 8.1 Evacuatieplan 8.2 Hulpdiensten 9. Als De Dijken Breken (extra) 10. Conclusie 11. Bronvermelding 12. Stage 13. Logboek 14. Nawoord

pag. 3 pag. 4 pag. 5 pag. 6 pag. 6 pag. 6 pag. 7 pag. 8 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 11 pag. 11 pag. 12 pag. 12 pag. 12 pag. 14 pag. 14 pag. 15 pag. 16 pag. 18 pag. 19 pag. 22 pag. 23 pag. 26

2


1. Voorwoord Waarom dit onderwerp? We begonnen met brainstormen, wat we deden door een wekker te zetten en zoveel mogelijk onderwerpen op te schrijven. Deze methode hebben we geleerd in klas 2. Daarna kozen we de beste uit, wat in dit geval natuurrampen was, maar we vonden dit nog een te groot onderwerp. We wouden het onderwerp wat specifieker maken. Fons dacht na over de natuurrampen die dreigend zijn voor Nederland en kwam al snel op het onderwerp: Friesland onder water. Nadat we hadden ingelezen kwamen we tot conclusie dat dit onderwerp te weinig informatie bevatte. Het was dus lastig om voor ons gevoel voldoende tekst te vinden op bijvoorbeeld internet en wilden we het onderwerp iets uitbreiden. We wilden ons meer verdiepen in de geschiedenis en over heel Nederland, in plaats van alleen Friesland. Hoofd- en deelvragen Hoofdvraag: Wat zijn de gevolgen van een overstroming in Nederland? Deelvragen: – Hoe heeft de watersnoodramp kunnen gebeuren? – Hoe heeft Nederland zich van de watersnoodramp hersteld? – Hoe werken de dijken? – Hoe zitten de dijken in elkaar? – Hoe groot is de kans dat de dijken breken? – Wat zouden nu de gevolgen voor de mens en natuur zijn? – Hoe moet je je voorbereiden op een overstroming?

3


2. Taakverdeling Taken

Fons Dijksma heeft dit gemaakt zonder enige hulp van de ander.

Hobie Dijkstra heeft dit gemaakt zonder enige hulp van de ander.

Samen na overleg en in samenwerking gemaakt.

1. Voorwoord

x

2. Taakverdeling

x

3. Planning

x

4. Watersnoodramp

x

5. Gevolgen mens & natuur

x

6. Hoe groot is de kans?

x

7. De werking van de dijken

x

8. De voorbereiding

x

9. Conclusie

x

x

10. Bronvermelding

x

x

11. Logboek

x

12. Nawoord

x

13. Opmaak (voorblad, titels, paginanummering, etc.)

x

`

4


3. Planning Week

To do In datgene verdiepen voor de aangegeven week. Dit hoeft niet altijd worden afgerond aan het einde van de week.

Afgerond aan het einde van de week, oftewel zondag.

43

Deelvragen inlezen en op zoek naar een extern deskundige voor een interview/stage.

Het inlezen van de deelvragen en het logboek invullen.

44

Beginnen met het uitwerken van de deelvragen.

Het logboek invullen.

45

Uitwerken van de deelvragen.

De helft van de deelvragen en het logboek invullen.

46

Beginnen met stage en uitwerken van de deelvragen.

Stage van acht uren en het logboek invullen.

47

Het uitwerken van de deelvragen afronden met daarbij de bronvermelding.

Het uitwerken van de deelvragen en het logboek invullen.

48

Conclusie en nawoord maken, het logboek voor de laatste keer invullen en alle losse onderdelen in een verslag zetten.

Het complete verslag.

5


4. Watersnoodramp 1953 4.1 De voorbereiding In het begin van de 19e eeuw werd er een plan bedacht door de overheid om de zeeweringen te beschermen met Drentse of Noorse stenen. Dit ging niet door, omdat de stenen te duur waren. Doordat er in 1825 een stormvloed ontstond en veel schade door paalwormen, besloot de overheid dijken te bouwen met een schuin talud en daarop stenen. Dit gebeurde in 1863 en het was klaar in 1888, dus ze hebben er 25 jaar over gedaan. In 1916 zorgde de zee voor enorm veel schade, voornamelijk langs de kusten van de Zuiderzee. Dit kwam omdat de dijken niet groot en sterk genoeg De dijken rond 1950 waren, dus kwam de overheid weer met een nieuw plan. Ze sloten de Zuiderzee af van de Waddenzee, en zo ontstond de Afsluitdijk. Ook moesten de overgebleven dijken in het waddengebied en deltagebied moesten verhoogd worden op Zuiderzeehoogte. Dat was 4,30 meter boven de Normaal Amsterdams Peil, oftewel hoger dan de gemiddelde hoogte van alle dijken. Dit was afgerond tegen 1940. Ondanks al deze ideeĂŤn en uitvoeringen, was Nederland in 1953 niet goed voorbereid voor de watersnoodramp, wat te zien was. Het was winter en op 31 januari stormde het enorm hard. Het water stond heel hoog, maar mensen zagen geen dreiging, omdat deze dingen vaker gebeurde in de tijd van het jaar. Niemand had verwacht dat een heel gebied in Zeeland en Zuid-Holland onder water zou komen te staan. Iedereen ging op 31 januari daarom ook gewoon naar bed, wat de verkeerde keuze bleek te zijn. 4.2 Het ontstaan van de watersnoodramp De watersnoodramp ontstond door een menging van een extra hoge vloed, wat twee keer per maand voorkomt, en een heftige storm in het noordwesten. Hier kwamen de mensen pas achter op 29 januari 1953, toen de buienradar aangaf dat er een lage luchtdruk plaatsvond op de Atlantische Oceaan. De dag daarna, op 30 januari 1953, trok de depressie van de Atlantische Oceaan naar het zuidoosten. In de ochtend van 31 januari 1953 raakte de depressie ten noordoosten van Schotland, en op die zaterdag was de windsnelheid 125 kilometer per uur. Er sloeg dus een heftige storm toe, waardoor de boot van Ierland naar Engeland, de Princess Victoria, in veel problemen kwam te zitten. Op de boot overleden 153 mensen. Op vrijdag 30 januari kreeg Nederland zijn eerste waarschuwing voor harde wind. Die dag daarna om 11 uur waarschuwde het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI), het nationale kenniscentrum voor weer en klimaat, voor erg hoog water de komende nacht. Dezelfde dag, om kwart over 5, werd er een weerbericht gestuurd met een waarschuwing voor een krachtige noordwesterstorm met windkracht 10 en gevaarlijk hoog water.

Buienradar 31 januari 1953

6


De maatregelen lagen in de burgemeesters van de bedreigde steden en dorpen hun handen en waren verantwoordelijk voor de waarschuwingen die werden gegeven. Zoals eerder werd verteld pakten de meeste mensen de waarschuwingen niet goed op, omdat men dacht dat er verder niks ernstigs zou gebeuren, aangezien dit vaker gebeurde in de tijd van het jaar. Een aantal burgemeesters kwamen in actie en namen hun maatregelen. Paarden met huifkarren schoten te hulp en mensen werden geĂŤvacueerd. Toch deden de meeste burgemeesters weinig tot niets met de waarschuwingen die werden gegeven. Rond kwart voor 1 's nachts op 30 januari was het volle maan. Er werd springtij verwacht op 1 februari, wat inhoudt dat het eb en vloed extremer is dan normaal. Dit gebeurt in Nederland om de 2 weken, ongeveer 2 dagen na de volle maan. Springtij is iets anders dan getij, getij is de normale afwisseling van eb en vloed. De volgende dag werd er een hoogwater voorspeld van 1,98 meter boven Nationaal Amsterdams Peil (NAP) en voor zondagochtend op 1 februari een hoogwater van 1,95 meter boven NAP. Dit gebeurde alleen iets eerder, namelijk in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 en braken de dijken door op maar liefst 66 plaatsen in Zeeland. Doordat de springtij dus samen ging met windkracht 12, een windkracht zo sterk als een orkaan, werden grote stukken land overspoeld en dreven huizen mee alsof ze van papier waren. Dit kwam doordat het water zich mengde met alles wat hij meenam, zoals modder. Het werd daardoor een dikkere substantie en werd de kracht van de water zo sterk, dat hij alles wat hij tegemoet kwam meenam zonder moeite. 4.3 De hulpdiensten Ook al werden er waarschuwingen gegeven en ging het er al heftig aan toe op zee, toch waren vele mensen erg verrast door de watersnoodramp. Sommige mensen zagen het water vanaf een afstand aankomen, maar sommigen ook niet. Ze hadden zelfs geen tijd om naar de zolder te vluchten, want het water was hen te snel. Hierdoor kwamen veel mensen dagelijks vast te zitten zonder eten en drinken, op het dak van hun huis. Dit kwam doordat de hulpdiensten niet snel te hulp schoten, wat bijvoorbeeld kwam doordat er gebrek was aan een leiding van de hulpdiensten. De mensen die de positie hadden om leiding te geven wisten dus niet snel hulp te halen voor de vastzittende mensen. Ook was er een groot gebrek aan hulpmiddelen om iedereen te kunnen helpen. Maar de grootste reden is dat de communicatie tussen de verschillende provincies niet goed was. De andere helft van Nederland had pas later door dat er een heftige overstroming plaatsvond onderaan in Nederland. De mensen met een radiostation brachten de communicatie als eerste op gang, omdat zij zenders en antennes hadden waardoor er meteen communicatie kon worden gemaakt met de overstroomde plaatsen. Het was niet nodig om actie te ondernemen, want alles stond dus al klaar. Een iemand daarvan was een man genaamd George, die vanuit het Haagsche regio contact opnam met hulpdiensten, die de mensen toen snel te hulp schoten. Hij was dus een groot voorbeeld van een steunpunt tijdens de watersnoodramp van 1953. Toen eenmaal de andere provincies op de hoogte werden gebracht, schoten ze meteen te hulp. De soldaten van het leger probeerden de mensen te redden door middel van helikopters, boten en vliegtuigen om zo duizenden mensen op te sporen, en ze naar een veilige plek te brengen. Ook paarden met huifkarren waren een grote inbreng. Iedereen probeerden hun steentje bij te dragen, van modder en vuil scheppen tot geld bijdragen om huizen opnieuw te kunnen opbouwen, want dat was erg hard nodig, vooral voor de slachtoffers.

Zeeland onder water

7


4.4 De schade en herstelling Ook al verliepen de reddingsacties kalm en soepel, er was al enorm veel schade aangebracht. Ongeveer 2.290.000 slachtoffers moesten afscheid nemen van een aantal van hun bezittingen, waarvan meer dan 100.000 mensen dakloos raakten en ruim 1.800 mensen kwamen om het leven. Ook was er al onherstelbare schade aangericht aan gebouwen en infrastructuur en door het zeezout liepen de landbouw van duizenden boerderijen grote schade op. Alles wat door de mensen weer was opgebouwd jaren na de schade van de Tweede Wereldoorlog was dus weer omgespoeld. Veel schade was eindelijk weer opgebouwd, wat vele jaren moeite en energie kostten, en binnen enkele dagen was dat weer weggespoeld. Mensen konden weer opnieuw beginnen, wat niet makkelijk was. Door de watersnoodramp werd er in- en buiten Nederland grote inzamelingsacties gehouden. In totaal leverde dat ongeveer 138 miljoen gulden op. Zo speelde de NCRV-radiopresentator Johan Bodegraven een grote rol van een inzamelingsactie. Hij hield namelijk een belangrijke geldinzamelingsactie op 7 februari. De schade van een dorp in Zeeland Dit deed hij tijdens zijn radioprogramma genaamd: Beurzen Open, Dijken Dicht. Ook het buitenland steunde Nederland verrassend goed door geld te doneren aan het Rode Kruis. Een groot bedrag aan geld hield het Rode Kruis over en dat geld werd gestuurd naar arme landen.

8


5. De werking van de dijken 5.1 De constructie Een dijk is opgebouwd uit verschillende delen. De binnenteen en de buitenteen zijn de twee uiteindes van een dijk. De binnenenteen ligt landinwaarts en de buitenteen ligt in de zee. De top van een dijk heet een kruin. De hoogte van de kruin word bepaalt door de kansen op overstromingen. Is de kans groot, moet de kruin hoog. Is de kans klein, hoeft de kruin niet zo hoog. De kruin moet altijd 3 meter breed zijn voor de stevigheid van de dijk. Dan hebben we ook nog het buitentalud en het binnentalud. Het buitentalud en het binnentalud zijn de schuine omhooglopende stukken tussen de buitenteen en de binnenteen en de kruin. Het binnentalud is veel kleiner dan de buitentalud. De kant van de dijk die landinwaarts staat heeft een andere vorm dan de kant die in de zee staat. Bij de land kant loopt eerst de dijk schuin af met de binnentalud, daarna heb je een klein recht stuk wat ook wel de buitenberm word genoemd. Na de buitenberm loopt de dijk weer schuin af met de binnenberm. De buitentalud geeft stevigheid aan de dijk en zorgt ervoor dat de dijk niet breekt. Het binnentalud zorgt er samen met de buitenberm voor dat als er toch golfen over de dijk heenkomen dat die worden opgevangen door het rechte stuk van de buitenberm. De binnenkant van moderne dijken bestaan meestal uit een kern van zand met daaromheen een laag klei van ongeveer 80 tot 100 centimeter. Bij oude dijken bestaat de kern meestal uit alleen maar klei. Er zijn natuurlijk meer soorten dan alleen Zo ziet een dijk eruit. deze, alleen worden die minder vaak gebruikt. Je hebt ook ‘bolle’ dijken zonder hoeken, grasdijken die helemaal bekleed zijn met gras en steendijken die vooral van steen en cement zijn gemaakt. 5.2 De stevigheid De stevigheid van de dijken hebben vooral te maken met de kern van de dijken. Als de dijken niet stevig genoeg zijn, zijn er verschillende methodes om een dijk te verstevigen. Verstevigen kost veel geld. De waterschappen laten schapen grazen op de dijken in ruil voor een maandelijks bedrag van de schapenhouder. Zo hebben zij meer middelen om hun werk te doen. Dit zijn de meeste gebruikte methodes: - Damwanden Als dijken te veel water opnemen word de kern onstabiel en moeten ze zorgen dat dijk weer waterdicht word. Dit doen ze meestal met damwanden. De damwand zorgt ervoor dat de dijk stabieler is en houd de dijk waterdicht. Nu er bijvoorbeeld veel aardbevingen zijn in Gronigen, worden de dijken daar ook verstevigt met damwanden zodat de dijken niet breken. – Cement Je kan een dijk ook verstevigen met cement. Ze spuiten dan cement in de kern van de dijk. Het cement word dan vermengd met het zand in de kern waardoor de dijk steviger word en geen water meer doorlaat.

9


– Tijdelijke verhoging Een tijdelijke verhoging word bijna alleen maar gedaan bij noodgevallen. Stel het storm heel hard en de zee stijgt onverwacht, dan word een tijdelijke verhoging gebruikt. Zoals je aan de naam kan horen word een dijk dan tijdelijk verhoogt met 30 cm. Meestal word dit met grond gedaan, maar het word soms ook met zand gedaan. – Mixed-in-place Deze methode word veel gebruikt in Scandinavië en Japan, maar sinds 2009 ook door Nederland. De methode word gebruikt om een onstabiele dijk te voorkomen. Bij de moderne dijken is de kern meestal gemaakt van cement. Het cement word in een blok neergezet en daaromheen word de dijk gebouwd. Met de mixed-in-place methode word het cement met de grond gemengd en ter plekke gemaakt. Op deze manier staat het steviger in de grond. Daarna word de dijk er omheen gebouwd kan hij meer water tegenhouden dan anders. 5.3 Duinen In Nederland hebben we ook duinen. Een duin is simpel gezegd een berg van zand die ontstaat doordat de wind het zand laat opstuiven tot een heuvel. Je vindt duinen dus alleen op plekken met zand, dus in een woestijn of aan het strand. In Nederland kan je ze alleen maar zien op het strand. Al heb je in de kustprovincies ook nog wel een paar duinen landinwaarts doordat de zee vroeger hoger stond dan nu. Of je nog echt kan zeggen dat het een duin is wordt lastig, want de oude duinen zijn bijna allemaal onherkenbaar doordat ze begroeid zijn met planten. Duinen zijn best handig. Het is eigenlijk een dijk gemaakt door Moeder Natuur. Als het water hoog staat, kunnen de duinen dat tegenhouden. Als het water echt heel hoog komt, moeten de duinen wel versterkt worden omdat ze geen stevige binnenkant hebben. Een dijk heeft meestal cement in het midden waardoor ze sterk en stevig zijn, maar een duin is alleen maar zand. En zand is nou eenmaal niet zo vast als cement. 5.4 De belangrijkste dijk Als je kijkt naar de dijken die de meeste mensen beschermen is de belangrijkste dijk 'dijkring 14'. Dijkring 14 is niet alleen de grootste van Nederland, maar dus ook de belangrijkste. Dijkring 14 is een ring van dijken, sluizen en duinen die via de kust van IJmuiden tot Hoek van Holland, en daarna via Rotterdam, Utrecht en Amsterdam wee naar de kust loopt. Kortom, dijkring 14 beschermd het meest bevolkte deel van Nederland. Als dijkring 14 zou breken zou de schade ongeveer 15 miljoen euro zijn en worden er 65 duizend doden verwacht.

10


6. Hoe groot is de kans? 6.1 Klimaatverandering Doordat de aarde opwarmt, warmt de noordpool ook op. Dat is niet alleen slecht voor de dieren, maar ook voor ons. Omdat Nederland grotendeels onder zeeniveau ligt hebben wij goede dijken nodig. Maar als er steeds meer ijs smelt op de noordpool, zal het zee niveau stijgen. En daardoor krijgen de dijken steeds meer water om tegen de houden. En omdat een groot deel van Nederland zich onder het zee niveau bevind is het zaak om de dijken goed stevig te houden en als met moet ze verhogen. Er komen ook steeds meer stormen door de klimaat verandering. Dit is ook iets waar we heel erg rekening mee moeten houden. Als er in Nederland een Orkaan zou komen zou de zee met grote golfen tegen de dijken botsen kunnen de zwakke dijken gemakkelijk breken. Deze kans ik reĂŤler dan dat de zeespiegel zou stijgen. We hebben het eerst makkelijk gehad als land zonder natuurrampen, maar daar gaat de komenden jaren wel verandering in komen. We moeten of veel dijken gaan verstevigen of we moeten de opwarming van de aarde snel stoppen. Dus doordat de aarde opwarmt komen er meer orkanen, en stel Nederland krijgt te maken met een orkaan, dan zitten we echt in de problemen. 6.2 De kwaliteit van dijken Zoals algemeen bekend is, staat Nederland onderranden bekend om zijn dijken. Maar ondanks dat lijken de dijken toch niet zo sterk te zijn als iedereen denkt. Maar dat blijkt toch niet zo te zijn. Er is namelijk ontdekt dat veel dijken toch niet zo sterk zijn als we denken. Vooral de oudere dijken hebben veel zwakke plekken. Zo zwak dat ze waarschijnlijk niet eens een zware stormvloed kunnen weerstaan. Er zijn in 2009 bij meerdere kustplaatsen in Nederland (vooral in Noord-Holland) zoutkristallen in het water gevonden. Dat zou betekenen dat het zeewater gewoon door de dijk heen gaat en zich dan vermengt met zoet water, en dus dat de dijken het water gewoon doorlaten, dit heet 'piping'. In 2007 werd er besloten door Waterschappen dat het nodig was om met 10,5 miljard kilo zand, extra zanddijken te maken voor de normale dijken. Dat laat toch wel zien dat de dijken niet zo stevig zijn als we denken. In 2014 is er bekend gemaakt dat ongeveer 3 miljoen mensen achter onveilige dijken wonen. Het gaat dan ook om veel stedelijke gebieden zoals: Zwolle en veel delen van Friesland, Groningen en Zeeland. De onveilige situatie is het gevolg van 'piping'. Doordat er water onder de dijken door stroomt kunnen er gaten ontstaan waardoor een dijk niet stabiel genoeg is om te blijven staan tijdens hoogwater. Ook kunnen de gaten groter worden doordat het water steeds meer aarde meetrekt. Als de dijken echt breken zal dat behalve vele slachtoffers ook miljarden euro's aan schade opleveren. Dat zou dan vooral komen door de vele huizen die na een overstroming weer opnieuw gebouwd of opgeknapt moeten worden, de verwoeste oogst en de economie die helemaal stil valt.

11


7. Gevolgen van de mens en natuur 7.1 Gevolgen van de mens De gevolgen van een overstroming hangt af van de volgende punten. 1. De hoeveelheid water. Hoe meer water hoe verder het landinwaarts gaat. 2. De grote van het overstroomde gebied. Hoe groter het gebied hoe meer mensen en gebouwen, en hoe meer mensen en gebouwen hoe groter de schade. 3. De diepte van het water. Hoe dieper het water is, hoe moeilijk hulporganisaties mensen kunnen helpen. 4. Hoe snel het water stroomt. Als het water snel stroomt kan het net zoals een tsunami huizen en spullen meenemen. De schade is dan nog groter. 5. Hoe lang het water blijft. Als het water nog heel lang hoog blijft is het moeilijk voor hulporganisaties om slachtoffer te bereiken. 6. Hoe veel mensen er zijn getroffen. Als een grote stad overstroomd zullen er meer doden zijn dan op het platte land. Voor mensen is een overstroming altijd vreselijk. Je huis ligt onder water, je weet niet waar je familie is en hoe het met ze gaat en misschien zit je zelfs wel opgesloten in je eigen huis omdat het water te hoog is om nog te vluchten. Het is lastig om te overleven want je hebt geen gas en elektriciteit meer, dus je heb geen licht en je kan bijvoorbeeld niet meer koken. Ook is het heel koud, de verwarming doet het dan ook niet meer. Het enige dat je kan doen, is tegen elkaar aan liggen en je lichaamswarmte delen. Maar, het kan altijd erger. In Nederland zouden veel mensen verdrinken. Veel daarvan zullen tijdens het vluchten worden overrompeld door het water. Als er één iemand gaat, gaat heel Nederland er achteraan. Veel mensen zullen de weg op gaan om naar het buitenland te vluchten. Dan ontstaan er al snel files en als het water dan komt, kunnen mensen geen kant meer op. Bij zo’n ramp is er veel hulp nodig. Er moeten opvangcentra komen in de hoger gelegen gebieden van Nederland om alle mensen te kunnen opvangen. Het probleem is dat we waarschijnlijk een medicijntekort hebben tijdens een overstroming. Dus veel mensen zullen ook dood gaan aan hun verwondingen, onderkoeling en chronische aandoeningen als suikerziekte. Na de overstroming zullen mensen alles weer opnieuw moeten opbouwen. Bijna alle huizen zijn kapot en veel bedrijven zijn verdwenen. …kan nog wel iets meer bij over de economische gevolgen… De hele wederopbouw zou ongeveer 28.5 miljard euro kosten. 7.2 Gevolgen van de natuur De gevolgen voor de natuur zouden natuurlijk ook enorm zijn. Veel bomen en struiken zullen door het water mee worden gesleurd of worden geplet door de kracht van het water. Als het water snel stroomt, kunnen hele bossen verdwijnen. Nederland staat ook bekend om zijn vele boeren: akkerbouwers en veehouders. Die boeren zullen na een overstroming hun oogst kwijt zijn en waarschijnlijk is hun land ook helemaal verwoest. Hele veestapels zullen verdrinken. Omdat ze vaak met grote aantallen in stallen staan, kunnen de dieren niet snel naar een veilige plek worden gebracht en moet de boer ze achterlaten. Kippen hebben de grootste overlevingskans, omdat ze blijven drijven.

12


De verwoesting van de agrarische sector heeft grote gevolgen voor de economie na de overstroming. Er is dan veel vraag naar voedsel, maar de boeren kunnen niks leveren. Import van levensmiddelen is moeilijk, omdat ook een groot deel van de wegen en spoorrails onder zijn gelopen en rivieren zijn opgegaan in de watermassa. Alleen per vliegtuig kan misschien voedsel en andere spullen worden aangevoerd. Ook voor de dieren is een overstroming een drama. Veel in het wild levende dieren verdrinken, worden meegesleurd door het water, raken onderkoeld of kunnen geen eten meer vinden. En als er giftige stoffen uit verwoeste fabrieken in het water en dieren drinken daarvan, dan zullen die daar natuurlijk ook aan dood gaan. Vogels en kleine dieren die goed kunnen klimmen hebben daarentegen wel een grote overlevingskans. Ze zullen wel moeite hebben om voedsel te vinden. Ook voor huisdieren is er enige hoop. Meestal worden die wel meegenomen door hun baasjes. Als dat niet het geval is, hebben katten de meeste kans om te blijven leven. Katten zijn erg slimme beesten en klimmen dus waarschijnlijk in een boom of op een dak. Honden hebben juist weer het voordeel dat ze goed kunnen zwemmen en daardoor in het water langer in leven kunnen blijven.

13


8. Voorbereiding 8.1 Evacuatieplan Bij een overstroming kan er een groot gebied onder water komen te staan, waardoor bijvoorbeeld gas, elektriciteit en infrastructuur wordt aangetast. Het is dan belangrijk om te gaan evacueren naar een hoger gebied, want daar kan het water dan niet komen. Bij een dichtbevolkt gebied moeten meerdere mensen worden geëvacueerd dan bij een dunbevolkt gebied. Er zijn dus een aantal dijken die erg belangrijk zijn, zoals Dijkring 14, omdat deze dijken een groot en belangrijk deel beschermd van Nederland. Als deze dijken overstromen, zorgt dat voor meer- en grotere gevolgen dan bij andere dijken. Dit wordt dan een EDO genoemd, wat staat voor Ergst Denkbare Overstroming. In de Nationale Risicobeoordeling staat ieder jaar een lijstje met allemaal soorten bedreigingen die extreem zijn voor Nederland, oftewel allemaal EDO rampen. Toch horen we niet veel over de Dijkring 14, terwijl het wel enorme gevolgen heeft voor Nederland als het overstroomt. Dat komt omdat de dijk zó sterk is, dat het maar eens in de tienduizend jaar dreigt te breken. Het is niet zo dat dit daadwerkelijk dan pas gaat gebeuren, het zou ook zo volgende week kunnen breken. Ondanks dat dit een grote ramp is dat mogelijk kan gebeuren, is er geen nationaal evacuatieplan. Er zijn verschillende veiligheidsregio's die iets hebben bedacht, maar er is geen samenhangende evacuatieplan voor het hele land. Wel is er een stappenplan die kan worden gevolgd bij een overstroming: Stap 1: Eigen veiligheid Het is belangrijk om naar een hoger gebied te gaan, omdat hier het water niet kan komen. Heb je hier geen tijd meer voor? Ga dan naar een hoge verdieping van de plaats waar jij je bevindt. Stap 2: Beoordeel de situatie Zoek naar spullen waar je een tijdje mee kan overleven. Denk hierbij aan eten, water, dekens en lucifers (of iets anders dat licht geeft). Bij een overstroming vallen stroom, gas en watervoorzieningen uit. Communiceren is dan dus ook niet meer mogelijk, dus is niet alles bruikbaar meer, zoals je telefoon of het gasstel. Je zou het moeten doen met de spullen die je vindt. Stap 3: Informeer de hulpdiensten Je moet eerst aan jezelf denken en dan pas aan anderen. Informeer daarom zo snel mogelijk de hulpdiensten. Dit maakt het echter wel moeilijker zonder elektriciteit, dus pak iets opvallends (een knipperend licht of spandoek) en ga daarmee op het dak of gevel. Stap 4: Verleen hulp Als je zelf helemaal oké bent, kijk dan wat je kan doen voor andere mensen in nood. Informeer bijvoorbeeld andere mensen of haal meer mensen op, die ook kunnen helpen.

14


8.2 Hulpdiensten Tijdens een grote ramp of ongeluk zijn er veel verschillende hulpdiensten die op dat moment actief zijn en proberen zo snel mogelijk te hulp te schieten. – Voorkomen Een overstroming zorgt voor enorm veel schade voor zowel het milieu als de economie en de bevolking. Een grote groep mensen zullen hun huis moeten verlaten. Het is daarom belangrijk dat we zoveel mogelijk overstromingen proberen te voorkomen. De overheid houdt zich hiermee bezig. – Evacuatie Dreigt er toch een overstroming te gebeuren, zal de overheid moeten zorgen dat de mensen zich kunnen evacueren naar een hoger gelegen gebied. Dit gebeurt dan met de auto of trein. Bij de randstad betekent dat dit gaat om honderdduizenden mensen en miljoenen stukken vee. – Opvang De mensen die worden geëvacueerd zullen toch een dak boven hun hoofd moeten hebben, dus zullen deze mensen voorlopig bij familie, vrienden of vreemden moeten intrekken, of in opgebouwde tentdorpen. – Redding Omdat het aantal middelen beperkt is, is het onmogelijk om ieder persoon te redden en te evacueren. De hulpdiensten en de Defensie gaan hun best doen om zoveel mogelijk achtergebleven mensen te redden, maar degenen die hier geen hulp van krijgen, zullen het toch zelf moeten proberen overleven.

15


9. Als De Dijken Breken Kort geleden werd door televisiezender NPO een zesdelige serie uitgezonden over de gevolgen van een dijkdoorbraak. De serie speelt zich af in Nederland in de Randstad en Belgie in WestVlaanderen, waar een watersnoodramp plaatsvindt. De serie laat de gevolgen van de ramp zien vanuit vijf verschillende perspectieven. Je hebt een gezin met pubers, een gezin met jonge kinderen en een criminele vader, een gevangenisbewaker, een kind dat haar moeder kwijtraakt en wordt opgevangen door een oude man en de Nederlandse minister-president. Je ziet de personages eerst hun normale leven leiden totdat de Dijkring 14 breekt. Mensen vluchten en moeten zien te overleven, wat een aantal mensen zwaar valt. Er vallen doden en er is verdriet, ellende, chaos en paniek. Je krijgt best een reĂŤel beeld van hoe het er ongeveer uit zou kunnen zien tijdens een overstroming, erg heftig. Ik vond de serie interessant en spannend. Toevallig ook dat de serie juist nu werd uitgezonden, Het gaf me een beeld bij alle feiten en informatie die ik aan het verzamelen was.

16


10. Conclusie Deelvragen: – Hoe heeft de watersnoodramp kunnen gebeuren? Aan het einde van de maand in januari 1953 was er een zware storm, met een windkracht zo hard als een orkaan. Ook was er rond die tijd een springtij, wat betekent dat het eb en vloed extra krachtig zijn. Springtij ontstaat ongeveer twee dagen na volle maan, en gebeurt twee keer per maand. Door de combinatie van springtij en een enorme windkracht, braken de dijken waarop weinig mensen voorbereid waren. De reden waarom mensen zo onvoorbereid waren, was omdat ze de waarschuwingen die werden gegeven door het KNMI te licht opvatten. Er waren maar een paar provincies waarbij burgemeesters actie ondernamen, maar de rest dacht dat het verder niet uit de hand zou lopen en de dreiging onschuldig was, wat dus niet zo bleek te zijn. Dit kwam omdat er vaker waarschuwingen waren in die tijd van het jaar, waardoor ze dus dachten dat ook deze waarschuwing niet grote gevolgen opbracht. – Hoe heeft Nederland zich van de watersnoodramp hersteld? Nederland heeft zich uiteraard kunnen herstellen van de watersnoodramp, maar ging dit vroeger een heel stuk moeilijker dan wanneer we nu zouden moeten herstellen van een overstroming. Vroeger was de communicatie tussen de provincies namelijk nog niet heel goed, dus had de helft van Nederland later pas door wat er was gebeurd. Alleen via radiozenders kon er meteen communicatie worden gemaakt, dus verliep dit traag. Uiteindelijk kreeg Nederland enorm veel steun van zowel zijn eigen provincies als andere landen. Soldaten van het leger schoten te hulp met bijvoorbeeld helikopters, huifkarren, paarden en boten. Niet alleen waren de soldaten een belangrijke rol bij de hulpdiensten, het hele land zamelde geld in, wat voornamelijk kwam door de NCRV-radiopresentator Johan Bodegraven, die met zijn radioprogramma Beurzen Open, Dijken Dicht. Ook het Rode Kruis ontving enorm veel geld van zowel de Nederlandse bevolking als andere landen. Ze hadden zelfs nog geld over, wat het Rode Kruis naar de arme landen gaf. – Hoe werken de dijken? Aan de buitenkant heeft een dijk meestal vijf lagen. De eerste laag ligt net in het water en bestaat uit grote rotsblokken die de grote golven breken. De tweede laag bestaat meestal uit een lange rij zeshoekige stenen die in de grond zijn geslagen. Zij vangen de gebroken golven op. Laag drie is het rechte deel op de dijk dat ook wel als fietspad wordt gebruikt. De kleine steentjes en schelpjes die uitsteken breken het water. Zij zijn gegoten in cement, laag vier, dat er bij heel hoog water voor zorgt dat het water de dijk niet in stroomt. Deze laag loopt door tot onder laag drie. En de laatste laag is de grasmat, deze loopt door tot aan de andere kant van de dijk. – Hoe zitten de dijken in elkaar? Dijken zijn grote heuvels langs de kust die het zeewater tegenhouden als het water hoog staat. Een dijk bestaat uit drie delen. Deel 1 is een cementblok dat in het midden van een dijk staat. Dit blok zorgt voor de stevigheid van een dijk. Zonder zo'n blok is een dijk alleen maar aarde kan hij dus heel makkelijk inzakken. Deel 2 is de aarde. Nadat het cement is geplaatst wordt er aarde omheen gegooid tot de hoogte die nodig is. Daarna komt deel 3 en dat is de grasmat, die komt er overheen om de dijk af te maken.

17


– Hoe groot is de kans dat de dijken breken? De kans dat de dijken op korte termijn breken is klein, maar in de toekomst neemt die mogelijkheid toe. De dijken zijn niet zo goed als velen denken. Veel dijken hebben schade of hebben versteviging nodig, maar omdat dit veel tijd en geld kost kunnen ze niet alle dijken in een keer verstevigen. De kans bestaat dus wel, maar zolang er geen grote storm komt of het water heel hoog zal staan (blijft alles onder controle). De overheid is druk bezig om de veiligheid te vergroten. Vooral instanties als de Waterschappen en Rijkswaterstaat houden zich hiermee bezig In 2017 gaan er nieuwe regels in waardoor er meerdere dijken tegelijkertijd verbeterd kunnen worden. Er zullen nog meer delen van de dijk verhuurd worden aan boeren voor schapenbegrazing om dit allemaal te kunnen betalen. – Wat zouden nu de gevolgen voor de mens en natuur zijn? (Fons) De gevolgen voor mens en natuur zouden enorm zijn na een overstroming. Veel gebouwen zijn kapot en de natuur is verwoest. Als Nederland overstroomt, zou het wel ongeveer een jaar duren voordat we al het water weer terug de zee in hebben gepompt. Dieren en planten die in eerste instantie de overstroming hebben overleefd, redden het in de periode erna mogelijk niet. Voor de mensen zullen de gevolgen ook enorm zijn, niet alleen doordat bijna iedereen zijn huis kwijt is maar ook door ziektes. Tijdens een overstroming komen er veel virussen vrij. Bij een overstroming van heel Nederland, waarop de kans niet zo heel groot is, verwacht men ongeveer 120 duizend doden. Die lichamen in het water kunnen leiden tot infecties en epidemieën, waardoor nog meer slachtoffers vallen. – Hoe goed zijn we nu voorbereid? We hebben zeker kunnen leren van het verleden, waardoor we nu veel beter zijn voorbereid. Na de grote watersnoodramp zijn de dijken versterkt, maar toch gaat de Dijkring 14 één keer in de tienduizend jaar breken. Wanneer is niet duidelijk, dat kan nog honderden jaren duren, maar het kan ook volgende week breken. De kans is dus heel klein, omdat de dijken enorm sterk zijn gebouwd. We hebben geen nationaal evacuatieplan, omdat de dreiging nog niet groot genoeg is. Een aantal regio's hebben wel een eigen evacuatieplan gemaakt. Ook bestaat er een stappenplan bij een overstroming, voor wat je moet doen als het gebeurt. We hebben meer hulpmiddelen en hulpdiensten dan vroeger, dus als er een overstroming plaatsvindt in Nederland, zijn er vele hulpdiensten actief aanwezig op dat moment. Hoofdvraag: Wat zijn de gevolgen van een overstroming in Nederland? De gevolgen voor een overstroming in Nederland zou enorm zijn. Niet alleen voor de Nederlanders zelf, maar ook voor de economie. Na een overstroming is er geen export meer mogelijk doordat alle oogsten en opslagplekken waarschijnlijk verwoest zijn, maar ook doordat de wegen en de havens bijna allemaal onder water liggen. En omdat het wel een jaar duurt om al het water weer terug de zee in te hebben gepompt duurt het erg lang voordat Nederland weer producten kan gaan exporteren. Voor de inwoners van Nederland zijn er ook grote gevolgen. Miljoenen mensen raken hun huis kwijt en er worden ongeveer 120 duizend doden verwacht. Alle mensen moeten in veiligheid gebracht worden en omdat bijna heel Nederland onder water ligt zullen veel mensen in een ander land opgevangen moeten worden. Doordat het wegpompen van het water zo lang duurt kunnen de meeste mensen pas na een jaar weer terug naar hun huis (als die er nog staat). Na een overstroming zal bijna alle Nederlandse natuur verdwenen zijn (op bomen na). De kleine planten en struiken worden tijdens de overstroming al uit de grond getrokken door de kracht van het water, en de iets grotere planten zullen na een jaar in zout water ook dood gaan. 18


11. Bronvermelding Informatiebronnen 4.1 De voorbereiding – NTR SchoolTV (17 maart 2004), geraadpleegd op 25 oktober 2016 http://www.schooltv.nl/video/watersnoodramp-1953-wat-gebeurde-er/ – Natuurcentrum Ecomare, 2 november 2016 http://www.ecomare.nl/ecomare-encyclopedie/mens-en-milieu/water-enkustbeheer/kustbescherming/zeedijken/ 4.2 Het ontstaan van de watersnoodramp – Weerbureau Meteo Zeeland, geraadpleegd op 6 november 2016 http://www.meteozeeland.dds.nl/wordpress/?page_id=348 – Nederlandse encyclopedie > Vlaams Instituut voor de Zee VLIZ, geraadpleegd op 7 november 2016 http://www.encyclo.nl/begrip/springtij > http://www.vliz.be/vmdcdata/faq/keywords.php?id=146 – NPO Vroeger Was Het Anders (8 april 2014), geraadpleegd op 13 november 2016 https://www.youtube.com/watch?v=tKhabWs-VTo 4.3 De reddingstroepen – Walter Watson, geraadpleegd op 27 oktober 2016 http://www.walterwatson.nl/pa3ezc/index.php? option=com_content&view=article&id=19&Itemid=2 – NPO Vroeger Was Het Anders (8 april 2014), 15 november 2016 https://www.youtube.com/watch?v=tKhabWs-VTo 4.4 De schade en herstelling – Rienk-Jan Benedictus (1 februari 2016), geraadpleegd op 20november 2016 http://www.isgeschiedenis.nl/nieuws/watersnoodramp-van-1953/ – VPRO Nederland Van Boven (10 januari 2012), geraadpleegd op 20 november 2016 https://www.youtube.com/watch?v=oBfxNIk9mGc 5.1 De constructie – Auteur, Onbekend. Eigenaar: Overheid.nl. (2016). Aanleg en beheer van waterstaatswerken. 0101-2013 http://wetten.overheid.nl/BWBR0025458/2013-01-01#Hoofdstuk5 5.2 Stevigheid – Auteur, Delta Expertise, Eigenaar: Delta expertise (2016), Ontwerp https://www.zeeweringenwiki.nl/wiki/index.php/Ontwerpen_VN 5.3 De belangrijkste dijken – Auteur, Mark Traa. Eigenaar: HP de tijd (2016) http://www.hpdetijd.nl/2012-10-30/wat-gebeurt-er-eigenlijk-als-de-randstad-overstroomt/ 6.1 Klimaatverandering – Auteur, GuidoJ. Eigenaar: Wanttoknow.nl (2016), Onze dijken én Nederland zijn niet voorbereid op het water... 13-03-2009, http://www.wanttoknow.nl/overige/dijken-en-nederland-niet-voorbereid-op-watersnood/ 19


6.2 De kwaliteit van de dijken – Auteur, Onbekend. Eigenaar: RTLNieuws. (2016). 3 Miljoen Nederlanders wonen achter zwakke dijken. 28-03-2014 http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/3-miljoen-nederlanders-wonen-achter-zwakke-dijken 7.1 De gevolgen van de mens – Auteur, Onbekend. Eigenaar: Floodsite project. (2016). Gevolgen van een overstroming. 2008 http://www.floodsite.net/juniorfloodsite/html/nl/student/thingstoknow/geography/risico3.html – Auteur, Onbekend. Eigenaar: TUDelft. (2016). Economische schade na overstroming word flink onderschat. 2007 http://www.citg.tudelft.nl/fileadmin/Faculteit/CiTG/Over_de_faculteit/Afdelingen/Afdeling_Waterb ouwkunde/Hydraulic_Engineering/Research_Groups/Hydraulic_Structures_and_Flood_Risk/Memb ers/Jonkman_RB/doc/Economische_schade_na_overstromingen_wordt_onderschat.pdf 8.1 Evacuatieplan – Wat Doe Je, geraadpleegd op 25 november 2016 http://www.watdoeje.nl/risico/overstroming – HP De Tijd (20 mei 2011), geraadpleegd op 30 oktober 2016 http://www.hpdetijd.nl/2012-10-30/wat-gebeurt-er-eigenlijk-als-de-randstad-overstroomt/ 8.2 Hulpdiensten – Wat Doe Je, geraadpleegd op 27 november 2016 http://www.watdoeje.nl/risico/overstroming Afbeeldingsbronnen 4.1 De voorbereiding – https://beeldbank.rws.nl/MediaObject/Details/Dijk%20bij%20Schokkerhaven %20%20Noordoostpolder%20%20Historisch%20archief%20van%20periode %201900%201960_345659 4.2 Het ontstaan van de watersnoodramp – http://www.meteozeeland.dds.nl/wordpress/?page_id=348 4.3 De reddingstroepen – https://www.google.nl/search? q=watersnoodramp+1953+zeeland&espv=2&biw=1366&bih=662&source=lnms&tbm=isch&sa=X &ved=0ahUKEwiwr42llcvQAhUHCcAKHeUBAzwQ_AUIBigB#tbm=isch&q=watersnoodramp+1 953+kaart&imgrc=jOB2yO_n2c3NAM%3A 4.4 De schade en herstelling – https://www.google.nl/search? q=beurzen+open+dijken+dicht&espv=2&biw=1366&bih=662&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ve d=0ahUKEwiS5YSn_83QAhXqJcAKHWjDq8Q_AUIBygC#tbm=isch&q=watersnoodramp+1953+schade&imgrc=pTRkOpmzM5pqJM%3Al 5.1 De constructie – Eigenaar: Natuur12. Bron: Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Dijk_(waterkering)#/media/File:Doorsnede_zeedijk.png 20


5.4 De belangrijkste dijk – Eigenaar: Onbekend. Bron: hpdetijd http://www.hpdetijd.nl/2012-10-30/wat-gebeurt-er-eigenlijk-als-de-randstad-overstroomt/ 6.1 Klimaatverandering – Eigenaar: Pieter. Bron: Middelpunten.wordpress.com https://middelpunten.wordpress.com/2013/01/ 6.2 De kwaliteit van de dijken – Eigenaar: Onbekend. Bron: NOS http://nos.nl/artikel/2140230-dijkvrijwilligers-zijn-onmisbaar-voor-goede-dijken.html

21


12. Stage Met onze stage zijn wij naar Wetterskip Fryslân gegaan en hebben daar een presentatie gekregen van Bernard Visser, beheerder van Primaire Keringen in Friesland. Hij heeft ons uitgebreid verteld over zijn werk en ons meegenomen naar de dijk bij Zurich, om te laten zien wat een dijkwachter nou eigenlijk doet. De dijkcontrole is een belangrijk onderdeel van zijn werk. Een keer per veertien dagen maakt hij een rondje langs alle Friese dijken. In het stormseizoen doet hij dit elke week, vanwege de verhoogde kans op hoog water. Ook hebben we ondertussen vragen gesteld en antwoorden verwerkt in ons verslag.

Uitleg over de dijken.

De presentatie.

22


13. Logboek We hebben ervoor gekozen om allebei een aparte logboek te maken, omdat we niet alle onderdelen samen hebben gedaan. Zo is het voor ons makkelijker om aan te tonen dat we daadwerkelijk individueel 60 uren hebben gewerkt aan het verslag, en voor jullie overzichtelijker. * = Deze activiteiten zijn in samenwerking gemaakt en staan in beide logboeken. Logboek van Hobie Week Datum

Activiteiten

Aantal uren/minuten

43

25 oktober 30 oktober

1. Inlezen van de deelvragen. 2. Op zoek naar een extern deskundige.

1. 1 uur en 30 minuten 2. 2 uren

44

2 november 2 november 6 november

1. De deelvragen uitwerken. 2. Overleg met sectorbegeleider.* 3. De deelvragen uitwerken.

1. 3 uren 2. 30 minuten 3. 3 uren

45

7 november 8 november

1. De deelvragen uitwerken. 2. Deadline afspreken voor de deelvragen en overleggen over stage.* 3. De deelvragen uitwerken.

1. 3 uren 2. 1 uur en 30 minuten 3. 2 uren 1. 1 uur en 30 minuten 2. 15 minuten 3. 15 minuten 4. 2 uren

20 november

1. Proberen stage te regelen door onder andere het KNMI en het Rijkswaterstaat te bellen, en informatie op de websites te zoeken.* 2. Afspraak met JosĂŠ over het vinden van een stage.* 3. Overleg met sectorbegeleider over de inhoud van het sectorwerkstuk (tips en tops).* 4. De deelvragen uitwerken.

47

22 november 25 november

1. De deelvragen uitwerken. 2. De deelvragen uitwerken.

1. 2 uren 2. 2 uren en 30 minuten

48

29 november 30 november 1 december 2 december

1. Deelvragen afronden en overleggen over de inhoud van het verslag.* 2. Conclusie maken over mijn deelvragen. 3. Het verslag in elkaar zetten. 4. Het verslag afronden en mailen.

1. 1 uur en 30 minuten 2. 3 uren 3. 2 uur 4. 1 uur en 30 minuten

49

11 december

1. Presentatie voorbereiden.

1. 3 uren

50

18 december

1. Feedback bekijken.

1. 1 uur

51

22 december

1. Stage lopen bij Wetterskip Fryslân.*

1. 5 uren (van half 10 tot half 3)

52

27 december 29 december

1. De deelvragen verbeteren. 2. Presentatie voorbereiden.

1. 2 uren 2. 2 uren

13 november 46

18 november

18 november 18 november

23


1

3 januari 6 januari

1. Conclusie afmaken. 2. Presentatie voorbereiden.*

2

9 januari 11 januari 11 januari 12 januari 13 januari

1. Presentatie voorbereiden. 2. Nawoord maken.* 3. Verslag in elkaar zetten. 4. Nawoord afmaken.* 5. Verslag afronden en inleveren.

Logboek van Fons Week Datum

Activiteiten

1. 2 uren 2. 4 uren en 30 minuten 1. 1 uur en 30 minuten 2. 1 uur en 30 minuten 3. 3 uren 4. 2 uren 5. 1 uur ____________________+ = 61 uren en 30 minuten

Aantal uren/minuten

44

1 november 2 november 3 november 4 november

1. Stage uitzoeken. 2. Overleg met sectorbegeleider.* 3. Inlezen en beginnen met deelvragen. 4. De deelvragen uitwerken.

1. 2 uren 2. 30 minuten 3. 2 uren 4. 3 uren en 45 minuten

45

7 november 8 november

1. De deelvragen uitwerken. 2. Deadline afspreken voor de deelvragen en overleggen over stage.* 3. De deelvragen uitwerken.

1. 1 uur en 45 minuten 2. 1 uur en 30 minuten 3. 2 uren

1. De deelvragen uitwerken. 2. De deelvragen uitwerken. 3. De deelvragen uitwerken. 4. Proberen stage te regelen door onder andere het KNMI en het Rijkswaterstaat te bellen, en informatie op de websites te zoeken.* 5. Afspraak met José over het vinden van een stage.*

1. 1 uur en 30 minuten 2. 2 uren en 30 minuten 3. 2 uren 4. 1 uur en 30 minuten 5. 15 minuten

10 november 46

15 november 16 november 17 november 18 november

18 november 47

21 november 21 november 22 november 24 november 26 november

1. Stage regelen. 2. De deelvragen uitwerken. 3. De deelvragen uitwerken. 4. Interviewvragen maken. 5. De deelvragen uitwerken.

1. 1 uur en 30 minuten 2. 2 uren 3. 3 uren 4. 2 uren 5. 1 uur en 30 minuten

48

29 november

1. Overleggen over de inhoud van het verslag.* 2. De deelvragen uitwerken. 3. De bronnen aanpassen.

1. 4 uren en 30 minuten 2. 2 uren en 45 minuten 3. 1 uur

30 november 1 december 49

50

51

20 december 22 december

1. De interviewvragen afmaken. 2. Stage lopen bij Wetterskip Fryslân.*

1. 1 uur 2. 5 uren (van half 10 tot half 3)

24


52

28 december

1. De deelvragen verbeteren en bijwerken. 1. 2 uren

1

2 januari 4 januari

6 januari 7 januari

1. De deelvragen verbeteren en bijwerken. 2. De deelvragen verbeteren en conclusie maken. 3. De deelvragen verbeteren en conclusie afmaken. 4. Presentatie voorbereiden.* 5. Alles nalezen en verbeteren.

10 januari 11 januari 12 januari

1. Alles nakijken met ouders. 2. Nawoord maken.* 3. Nawoord afmaken.*

5 januari

2

=

1. 3 uren 2. 1 uur en 30 minuten 3. 2 uren 4. 1 uren en 30 minuten 5. 2 uren

1. 2 uren 2. 1 uur en 30 minuten 3. 2 uren ____________________+ 63 uren

25


14. Nawoord Om ons proces duidelijk te laten zien en goed te reflecteren, hebben we het nawoord opgedeeld in verschillende stukjes. We beginnen met wat onze verwachtingen waren voordat we aan de slag gingen, daarna vertellen we wat er daadwerkelijk gebeurde en dan kijken we terug op de verschillen tussen de verwachtingen en de realiteit. Tot slot vertellen we wat verbeterpunten zijn voor de volgende keer (wat anders ging dan verwacht), en wat er goed ging (dingen die verliepen zoals onze verwachtingen). Verwachtingen Omdat dit een enorm belangrijk verslag is, stond er bij ons beide al wat meer druk op onze schouders dan de vorige verslagen. We wisten beide al dat we iets meer ons best moesten doen dan we voorheen deden. Er moest veel worden gedaan en we wouden het niet te chaotisch hebben, dus we vonden het belangrijk om het proces geordend te houden. Een planning was daarbij van belang, dus we verwachtten dat we het proces goed zouden uitstippelen. We hoopten beide op een goede samenwerking, wat inhoudt: duidelijke deadlines, openstaan voor andermans meningen, eerlijke taakverdeling, elkaar helpen wanneer iets niet lukt en regelmatig overleggen over hoe en wat. Realiteit De eerste paar weken na de uitleg werd er nog niet veel uitgevoerd, omdat onze prioriteiten toen nog ergens anders lagen. Bovendien hadden we nog ruim de tijd, dus besloten we er wat later mee te beginnen. We begonnen als eerste met mindmaps maken en kwamen al best snel uit op categorie dat we beide interessant vonden: natuurrampen. Dat was natuurlijk een te uitgebreid onderwerp, dus dachten we nog verder na. We dachten na over welke natuurramp er eventueel in Nederland zou kunnen gebeuren, dus kwamen we op het onderwerp Friesland onder water. Het leek ons een origineel en interessant onderwerp. Daarna bedachten we hoofd- en deelvragen en maakten wij een taakverdeling. Ook dit verliep soepel, en konden we snel aan de slag. Daarna maakten we een afspraak met onze sectorbegeleider en bespraken we onze deelvragen. De deelvragen werden goedgekeurd en David gaf ons nog wat tips (zoals de deelvragen inlezen) en we begonnen met het uitwerken. Oftewel, het ging super goed en soepel, we waren erg tevreden met hoe het ging. Tijdens het uitwerken van de deelvragen merkte ik (Hobie) dat het erg pittig was om genoeg informatie te vinden over mijn deelvragen. Ik duurde erg lang voor een klein stukje tekst, en ging de informatie ook snel over algemeen Nederland en niet alleen Friesland. Fons had hier minder moeite mee dan ik. Na overleg met Fons besloten we toch het onderwerp te veranderen van Friesland onder water naar Nederland onder water. Een aantal deelvragen bleven staan en gingen naar Fons, maar de meeste deelvragen zijn nadat het onderwerp is veranderd bedacht. We verdeelden de deelvragen en besloten dat Fons de deelvragen over nu kreeg en Hobie de deelvragen over de geschiedenis. Daarna hadden we weer een afspraak met David om de nieuwe deelvragen te bespreken, waaruit bleek dat we goed op weg waren. Dit nam allemaal wel weer tijd in, dus dat was wel jammer. Toch waren we blij met de verandering, want het zoeken naar informatie verliep nu veel beter: er was genoeg en nuttige informatie te vinden. Af en toe hadden we samen weer even overleg over hoe het ging, of iemand nog ergens tegenaan liep en om deadlines af te spreken. 26


Alhoewel het uitwerken van de deelvragen verliep als een treintje, was het vinden van een stage erg lastig. We belden op tijd verschillende bedrijven, van het Rijkswaterstaat tot het Rode Kruis, maar niemand leek een stage van 8 uur aan te bieden. Na de zoveelste poging leek het ons slim om een afspraak te maken met José, waaruit bleek dat er niet veel opties meer waren voor stage en geen 8 uur redde. Toch hebben we uiteindelijk iets kunnen regelen bij Wetterskip Fryslân, waaraan we veel hebben gehad. Eerst kregen we een presentatie van een extern deskundige, daarna vroegen we hem nog een aantal vragen en daarna gingen we met hem mee naar de dijken en legde hij nog een aantal dingen uit. Verbeterpunten Het onderwerp dat we als eerste hadden gekozen was origineel en interessant, maar eigenlijk te moeilijk. Wat dus beter kan de volgende keer is het doordenken over het onderwerp dat je op het eerste blik leuk lijkt. Dit hadden wij niet genoeg gedaan, omdat het uiteindelijk te lastig bleek te zijn. Dit hadden we ook kunnen bedenken van te voren, waardoor we het probleem hadden kunnen ontwijken. Ook het vinden van een stage verliep lastiger dan verwacht, wat we misschien hadden kunnen verwacht. Het is namelijk een onderwerp wat niet een directe link heeft naar stagewerk zoals andere onderwerpen wel hebben, wat het zo moeilijk maakte. Kwaliteiten Ondanks we soms een aantal problemen hadden, losten we dat zo snel mogelijk weer op. Regelmatig checkten we bij David of we goed op weg waren en bij problemen vroegen we om hulp en tijdens leren leren bespraken we onze problemen ook wel eens met Marinka. Een kwaliteit is dus zeker communicatie met begeleiders. Ook zijn we tevreden over onze inzet. We begonnen vroeg met bellen naar verschillende bedrijven om een stage te kunnen regelen, wat in de eerste instantie niet lukte. Toch, na een gesprek met José waaruit bleek dat we nog maar een paar opties hadden, gaven we niet op. We bleven zoeken en na een mail te hebben gestuurd naar Wetterskip Fryslân hebben we toch een stage kunnen regelen van 5 uur, waar we veel aan hebben gehad. Het duurde wel een tijdje, maar het was het waard. Tot slot zijn we erg blij met de samenwerking. Ondanks de onverwachte wijzigingen die zijn gemaakt in de planning en problemen die opkwamen bleef onze samenwerking met elkaar en begeleiders goed. We zijn alle afspraken en deadlines nagekomen en hierdoor is het proces over het algemeen vloeiend verlopen. Dit komt omdat we altijd duidelijk zijn geweest tegenover elkaar, regelmatig bij elkaar checkten of het goed ging en we goed naar elkaars meningen en ideeën luisterden. Oftewel, we hebben veel moeite in ons verslag gestoken en zijn trots op hoe we verschillende punten hebben aangepakt

27


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.