Conclusie van enquêtes Fedde Schurer Allereerst gaan wij onze conclusie verduidelijken van het Fedde Schurer. Op het Fedde Schurer zijn er meer jongens (60%) actief in de criminaliteit dan meisjes (40%). Straffen heeft redelijk geholpen. Een derde van de gestrafte jongeren is niet van plan ooit weer iets crimineels te doen. Toch zegt 11,1% dat ze wel van plan zijn nog iets crimineels te doen. Maar het heeft wel zin om te straffen aangezien er bij de niet-gestrafte een groter aantal (27,8%) is wat ‘ja’ heeft geantwoord op de vraag “Ben je van plan ooit weer iets crimineels te doen?”. Ook is de hoeveelheid (22,2%) bij het antwoord ‘nee’ minder dan bij de welgestrafte jongeren. Dit brengt ons tot de conclusie dat wel straffen nog altijd beter is dan het gedrag te negeren, door niet te straffen. De beste manier om te straffen is door overheidsinstellingen of school in te schakelen. Op onze hoofdvraag “Hoe wordt ervoor gezorgd dat de crimineel zo goed mogelijk terugkeert in de maatschappij?” kunnen wij nu antwoorden: door wel te straffen wordt het beste resultaat bereikt. Door de straffen door school of overheidsinstellingen zijn de meeste jongeren niet van plan nog iets crimineels te doen. Kingcollege Nu volgt de conclusie van het Kingcollege. Op het Kingcollege zijn er meer jongens (76%) actief in de criminaliteit dan meisjes (24%). Straffen heeft bij de jongens meer zin dan bij de meisjes. Er zijn namelijk geen gestrafte jongens die nog van plan zijn iets crimineels te doen. Bij de gestrafte meisjes ligt dit aantal op 14,3%. Niet straffen heft bij de meisjes meer zin. Hier zijn de jongens wel van plan weer iets crimineels te doen en de meisjes niet. Hieruit trekken wij de conclusie dat meisjes meer voor de kik gaan van het gestraft worden en de jongens meer gaan voor de kik van het begaan van een strafbaar feit zonder gestraft te worden. Overheidsinstellingen (zoals de politie, Bureau Jeugdzorg en Bureau Halt) zorgen er in de meeste gevallen voor dat de jeugd niet van plan is om nog een keer iets strafbaars te doen. Dit geldt het meeste voor de jongens. Bij de meisjes is het aantal 50% om 50%. Op onze hoofdvraag “Hoe wordt ervoor gezorgd dat de crimineel zo goed mogelijk terugkeert in de maatschappij?” kunnen wij nu antwoorden: door de jeugdcriminelen te straffen met behulp van één van de overheidsinstellingen. Vergelijking Uit de resultaten van de enquêtes van het Fedde Schurer en van het Kingcollege kunnen we de conclusie trekken dat er meer criminaliteit plaatsvindt op het VMBO dan op de havo. Het verschil is klein, maar het verschil is er wel. Ook is te zien (in de tweede grafiek) dat de criminaliteit vrijwel niks heeft te maken met de afkomst. Het grootste deel van de ‘criminelen’ heeft Nederlandse ouders. Het verschil tussen jongens en meisjes is niet groot. Uit de conclusies van het Fedde Schurer en het Kingcollege kunnen we concluderen dat straffen beter is dan niet straffen. Het straffen zorgt ervoor dat het grootste deel niet van plan is nog eens iets crimineels te doen en dus goed terugkeren in de maatschappij. De jeugd leert het beste door wel gestraft te worden. De beste straffen worden gegeven door de overheidsinstellingen.
34