Nieuwe Liefde

Page 1

2e JAARGANG

#5 » SEPTEMBER 2012

€ 7,95

Nieuwe Liefde Hoe is het toch met onze Marokkaanse jongens? De raddraaiers van tien jaar geleden, zijn de jongerenwerkers van nu

Het geweten van SP-senator Tiny Kox

‘De financiële markten moet worden getemd’

Terug naar de politieke beginselen

Essay

Het zijn vooral de partijen die zweven

Pleidooi voor vrije migratie


» INHOUD

10

‘IK WIL GRAAG EEN VOORBEELD ZIJN VOOR DE STRAAT’ Hoe staat het ervoor met onze Marokkaanse jongens, tien jaar na Oudkerks geruchtmakende uitspraak? Een reportage

16

TERUG NAAR DE PARTIJBEGINSELEN

24

IN PROTEST De schoonheid van de mens in opstand, volgens acht Europese persfotografen

Niet de kiezers, maar de politieke partijen zijn gaan zweven

38

‘WIJ ZIJN KLAAR OM TE REGEREN’ Het geweten van SP-Eerste Kamerlid Tiny Kox

4 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


» EN VERDER

»ADVERTENTIES

6 22 32

MET DE MOED DER HOOP

37 42

‘MAAK ALLE VERGADERINGEN OPENBAAR’ Column Jan Pronk

48

MET ALLE LIEFDE

50

PLEIDOOI VOOR OPEN GRENZEN Want het alternatief is volgens

Signalen van onverbeterlijke wereldverbeteraars

12XW Twaalf wezenlijke vragen aan Annemiek Schrijver

‘ZO’N APPLAUS DOET ECHT IETS MET JE’ Gedetineerden in Krimpen aan den IJssel werken met toneel aan hun toekomst

kort verhaal: DE AMERIKAANSE BRIL Zes pagina’s komische tragiek van de meester in het subtiele sarcasme Robert Menasse Wim Riphagen (68) brengt schoolkinderen van en naar het speciaal onderwijs

essayist Marco Visscher economisch achterhaald en moreel onjuist

56 58

OUDE PAPIEREN

68

NIEUW VERTAALDE POËZIE VAN INGRID JONKER 47 jaar na haar

72 74 75

THEATERKRONIEK

De terugkeer van Mammon – hoe hebzucht als religie wordt beleden

BOEKEN & BUNDELS

Met o.m. besprekingen van Vergeten koninkrijken, Met de kennis van toen, Het Staatshotel, Nul empathie, de controversiële roman Rug aan rug, de bundel De willekeur en de Zelf-recensie van Ronelda S. Kamfer

dood klinkt haar stem nog even krachtig

Toneelschrijver Ad de Bont midden in de maatschappij

DOCUMENTAIRE

De zachte krachten van Henriette Ronald Holst

LATEN IS HET NIEUWE DOEN Column Laura van Dolron

5 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Signalen van onverbeterlijke wereldverbeteraars

Den Haag eerste ‘Shelter City’

Kandidaat-Kamerlid Inge Vianen (GroenLinks) was degene die in 2010 het initiatiefvoorstel in de Haagse gemeenteraad inbracht: ‘Tijdens hun opvang krijgen de activisten de kans om op adem te komen. Ook kunnen ze cursussen volgen. Belangrijk is dat de activisten hun werk

liefde uw dorpsplein aan, mits er minimaal vijftig bezoekers per keer worden gegarandeerd.

Na hun terugkeer wordt de veiligheid van de mensenrechtenactivisten gemonitord. De praktijk wijst uit dat publiciteit mensen een zekere veiligheid biedt; doordat ze bekend zijn geworden, wordt het lastiger voor autoriteiten om ze aan te pakken. De eu hoopt dat er in navolging van Den Haag op andere plaatsen in Europa Shelter Cities zullen ontstaan. (JP)

De voorstelling is even actueel in thematiek als uniek van vorm. Terwijl Pleinvrees de afbraak van het sociale stelsel in kaart brengt, krijgt het publiek de mogelijkheid zich daar individueel en in groepsverband over uit te spreken. Op deze wijze willen de makers voorafgaand aan, tijdens en na de voorstelling samen met de aanwezigen onderzoeken wat het betekent om het plein weer te zien als een ontmoetingsplek, waar mensen van gedachten wisselen.

Bang voor de buren Kris Dewitte

Inge Vianen

Den Haag wordt de eerste Shelter City van Europa: een stad die voor een korte periode opvang biedt aan mensenrechtenverdedigers uit het buitenland. Strijders voor bijvoorbeeld vrouwenrechten, geloofsvrijheid en vakbondsrechten die in hun eigen regio worden bedreigd, krijgen een noodvisum voor drie tot zes maanden. Den Haag en de uitvoerende organisatie achter Shelter City, Justitia et Pax, verwachten de eerste mensenrechtenstrijder in september op te kunnen vangen.

kunnen voortzetten, ook als dat op afstand is. Daarna keren ze weer terug naar het land waar ze vandaan komen.’

Lotte van den Berg

‘Ieder voor zich, lijkt tegenwoordig het credo. Tegelijkertijd is er een tegenbe­ weging van mensen die verlangen naar een directere en bewustere manier van samenleven.’ Dit is de achterliggende gedachte van de voorstelling Pleinvrees, die theatermaakster Lotte van den Berg in september zal spelen op Times Square in New York. Maar zij doet ook met

6 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

Van den Berg omschrijft Pleinvrees dan ook liever als ‘een gebeurtenis, een ontmoeting tussen mensen’ dan als klassiek theaterstuk. Met haar keuze voor de openlucht als decor – zonder lichtontwerp, geluidsversterking of tribune – wil Van den Berg de kracht van theater weer in de samenleving plaatsen. ‘Want,’ vraagt ze zich hardop af, ‘kunnen we de sluimerende behoefte om samen te komen, omzetten in actie, of blijft Nederland liever thuis uit angst voor de buren?’ (JP) Pleinvrees speelt op 26 en 29 september in Rotterdam, op 5, 6 en 7 oktober in Amsterdam en op 9, 10 en 11 oktober in Antwerpen. Bezoekers kopen geen kaartje, maar laten via de website van OMSK (www.omsk.nl) weten dat ze erbij willen zijn.


Martin Parr in Helmond

Ewald Rampersad

‘Ik ben vmbo.’ ‘Leraar in het vo, uitdagend en leuk!’ De afgelopen jaren zijn er verschillende campagnes geweest om het imago van het onderwijs in het algemeen en van het leraarsvak in het bijzonder te verbeteren. Elk jaar wordt in dat verband van 1 tot en met 5 oktober de Nationale Onderwijsweek gehouden en, sinds 1999, op 6 oktober de verkiezing ‘Leraar van het Jaar’. Ewald Rampersad, docent maatschappijleer op het Melanchthon Schiebroek in Rotterdam, is door zijn leerlingen genomineerd. Zijn ambitie als docent? ‘Ik wil de talenten van leerlingen ontwikkelen, ook als ze hun potentie zelf niet inzien.’ Zo begeleidde Rampersad onlangs een examenleerling met gemiddeld een 5,1, die geen geloof had dat ze zou slagen, en ook door andere docenten uitstel geadviseerd kreeg. ‘Ik ben er wel van uitgegaan dat het haar zou lukken. Ik maakte een planning, gaf haar begeleiding en stuurde elke dag een motiverende e-mail. Uiteindelijk is ze op eigen kracht geslaagd.’ Wat voor advies zou Rampersad als ambassadeur uitbrengen aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mocht hij uitverkoren worden tot leraar van het jaar? ‘Stoppen met voortdurende veranderingen in onderwijsbeleid. Geen inhoudsloze eisen van 1040 uur meer, maar professionalisering van docenten en de focus op het kind.’ Op die manier kan volgens Rampersad ook het lerarentekort worden aangepakt: ‘Als de overheid leraren de ruimte geeft om de relatie met hun leerlingen te koesteren, wordt het vak van docent aantrekkelijker.’ (JP)

Slotmanifestatie denktanks Sijmen Hednriks

Marvin Hoogvelt

Martijn van de Griendt

‘Focus op het kind’

Martin Parr

De hedendaagse, westerse samenleving – de wereld van consumptie, massatoerisme en fastfood – een spiegel voorhouden, dat is sinds jaar en dag de missie van de Britse Magnum-fotograaf Martin Parr. Schietend vanuit de heup (soms letterlijk), maakt Parr even kritische en verleidelijke als humoristische beelden om de overvloed van de moderne maatschappij in kaart te brengen.

Parr schiet vanuit de heup, soms letterlijk Het Gemeentemuseum Helmond wilde de hand in eigen boezem steken en verzocht Parr afgelopen februari de carnavalsviering in de Brabantse stad te bezoeken. Het resultaat: prins Carnaval die een kroket trekt, dansende dronkaards en ernstige biermädchen. De serie Carnaval in Helmond is samen met ander oeuvrebepalend werk (zoals uit de series Bored Couples, Benidorm en Home and Abroad) tot 16 september te zien in de overzichtstentoonstelling Assorted Cocktail – foto’s 1983-2012. (HJ) Tot 16 september in de Boscotondohal van Gemeentemuseum Helmond

7 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

Bart Brandsma

Een islamitische politieagent die door collega’s wordt aangesproken op aanslagen van jihadisten. Een sportleraar die een gymnaste met een hoofddoekje lesdeelname weigert. Er zijn talloze voorbeelden te noemen van multiculturele wrijvingen in de beroepspraktijk. Om de mogelijke polarisatie (wij/zij-denken) tussen moslims en niet-moslims op de werkvloer te onderzoeken (en misschien zelfs voor oplossingen te zorgen), leidt filosoof en trainer Bart Brandsma sinds februari 2011 een groep denktanks met de politie, onderwijsprofessionals, burgemeesters en sportprofessionals. Op 15 november – aan de vooravond van de Dag van de Tolerantie – zullen deelnemers aan deze denktanks hun bevindingen presenteren tijdens een slotmanifestatie in De Nieuwe Liefde te Amsterdam. Brandsma: ‘Tijdens de denktankbijeenkomsten wordt waardevol werk verzet. In een klimaat van vertrouwen wisselen de deelnemers binnen hun beroepsgroep belangrijke ervaringen met elkaar uit en stellen we aanbevelingen op ter voorkoming en bestrijding van polarisatie. In het geval van de politie zag je bijvoorbeeld dat er branche-breed veel interesse was voor de aanbevelingen van de denktankdeelnemers. En dat is belangrijk, want pas als men intern een eerlijk antwoord op polarisatie heeft, kan men het ook maatschappelijk uitdragen.’ Brandsma streeft ernaar tijdens de slotmanifestatie ook een publicatie over de ervaringen en aanbevelingen van de verschillende denktanks te presenteren. (HJ)


» REPORTAGE

Hoe is het toch met onze Marokkaanse jongens?

‘IK WIL GRAAG EEN VOORBEELD ZIJN VOOR DE STRAAT’ ‘Kut-Marokkanen’ liet Rob Oudkerk zich tien jaar geleden ontvallen. Hij doelde op de groepen jongens die onder andere de Amsterdamse wijken Slotervaart en Overtoomse Veld onveilig maakten. Een decennium later blijken de raddraaiers van toen de jongerenwerkers van nu te zijn. En ziet de nieuwe generatie de toekomst redelijk optimistisch tegemoet.

Tekst: Nicoline Maarschalk Meijer Fotografie: Maarten Albrecht

O

p 23 april 1998 slaat de vlam in de pan: honderdvijftig Marokkaanse jongens raken slaags met de politie op het August Allebéplein in de Amsterdamse wijk Overtoomse Veld. De aanleiding was onbetekenend: een puber stak een afvalbak in de fik. Maar het broeide al langer in de overwegend Marokkaanse wijk, waar lage inkomens, te kleine behuizing en gebrek aan perspectief de norm waren. De pers dook met graagte op het vermeende onheilsgebied (‘Parijse toestanden!’) en na de gemeenteraadsverkiezingen van 2002 liet toenmalig PvdAwethouder Rob Oudkerk zich – tot zijn diepe spijt – de term kut-Marokkanen ontvallen. Hoe belastend dat soms is geweest voor de relatief kleine gemeenschap (71.000 mensen in Amsterdam, van wie ongeveer de helft jong is en maar een kleine minderheid overlast geeft), werd mij duidelijk toen ik contact zocht met de veelbesproken Diamantbuurt. Jeugdwerk moest zich excuseren: ‘Er wonen maar weinig Marokkaanse jongens hier. De meesten werken al mee aan een of twee onderzoeken en aan reportages. En we worden wekelijks voor publicaties gebeld.’

Opvoedingsonzekerheid In Amsterdam-Nieuw-West, ook wel: ‘klein Marokko’ of ‘schotelcity’, liggen de meest gestigmatiseerde wijken er tegenwoordig goed bij: in Slotervaart en Overtoomse Veld springt de frisse stadsvernieuwing onmiddellijk in het oog. Ik bezoek buurthuizen, jeugdhonken, broodjeszaken, marktjes. Wat ik constateer, is dat, in weerwil van hardnekkige beeldvorming, de Marokkaanse bevolking ter plaatse over het algemeen open, wellevend en behulpzaam is, en redelijk tot goed Nederlands spreekt. Tegelijkertijd pieken Marokkaanse jongens in de categorieën politiecontact en schooluitval. Waarom juist zij? De vele rapporten, statistieken en staafdiagrammen bieden geen duidelijk antwoord op deze vraag. Gesteld wordt dat Marokkanen gevoeliger voor depressies en wanen zouden zijn, en ontvankelijker voor groepsdynamiek, wat bendevorming in de hand zou werken. Ook wordt een ‘zwakke pedagogische structuur’ (Pels, 2003) genoemd. De bijbehorende opvoedingsonzekerheid zou tot ‘straatsocialisatie’ leiden (De Jong, 2007) met alle gevolgen van dien. Ook zouden de jongens gefrustreerd zijn omdat zij op school slechter presteren dan de Marokkaanse

10 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012



om hij wel? Chraqi, die inmiddels met zijn vrouw en peuter in Zaandam woont en bij welzijnsstichting Combiwel werkt: ‘Ik was niet de liefste op straat en ook niet op school. Maar ik kon gewoon goed leren en wist me goed aan te passen aan de verschillende leefstijlen.’ Tot zijn verbazing genoot hij juist aanzien op school, omdat hij een Marokkaan uit Slotervaart was. ‘Ik gold daardoor als bijzonder, kreeg aandacht van leuke meiden, ging al in de onderbouw met de grote jongens om. Die wilden graag mee naar Slotervaart, dat vonden ze spannend.’ Chraqi ergert zich aan alle ‘bezigheidstherapie’ voor straatjongens. Als kind vond hij het al raar dat hij voor minder geld naar de bioscoop en het zwembad kon. ‘Ik kreeg het gevoel dat ze jongens die lastig waren, aan het zicht wilden onttrekken.’ Zodra hij bij Combiwel kwam, maakte hij een eind aan gesubsidi-

eerde uitjes. ‘In plaats daarvan hebben we computers gekocht om op school mee te kunnen werken. We leren ze ook hoe ze moeten solliciteren. Dan voelen ze zich tenminste serieus genomen.’ Sportersdiscipline Met name ambulante werkers uit de eigen groep, zoals de straathoekwerkers Mohamed Ajuau en Mohamed Ettajiri, blijken in staat risicojongeren te motiveren voor activiteiten waarmee zij zelfvertrouwen kunnen opbouwen. De jeugdvrienden beschikken op woensdag- en vrijdagavond over de Calandhal in Amsterdam-Osdorp, waar zij kickbokstraining geven. Ze boeken resultaat met trainingen aan risicojongeren, die ze werven op straat. Ajuau: ‘Sport is goed voor hun conditie en vaak hebben ze ook talent. Wanneer ze door het sporten eenmaal dis-

‘Wanneer ze door sport eenmaal gedisciplineerd raken, gaan ze ook andere dingen oppakken’ Jongerenbegeleider en kickboksleraar Mohamed Ajuau

Mohamed Ajuau met zijn leerlingen Sallah (links) en Karraz (rechts)

14 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


cipline hebben, zie je dat ze ook andere dingen gaan oppakken.’ Voor de deur staat Yassine Ben Sallam (22) uit te blazen van de training. Al jaren komt hij uit als zwaargewicht. ‘Ik ben al op at5 geweest,’ zegt hij trots. Volgens Ajuau en Ettajiri is hij een groot talent, maar nog te weinig gedisciplineerd. Volgend jaar belooft Ben Sallam er ‘aan te gaan trekken’. In september start hij met het hbo Sociaal Cultureel Werk. Hij hoopt net als zijn leermeesters jongerenbegeleider te worden. ‘Ik wil graag een voorbeeld zijn voor de straat.’

Top 600-jongeren Alle goede initiatieven en progressie ten spijt zijn Marokkaans-Nederlandse jongeren nog altijd oververtegenwoordigd in de werkloosheid, de schooluitval en onder de plegers van overlastgevend of crimineel gedrag. Vier ministeries, tweeëntwintig gemeenten en de VNG ondertekenden in het najaar van 2009 een intentieverklaring om deze problemen integraal aan te pakken. In het kader van de criminaliteitsbestrijding is Amsterdam vorig jaar gestart met de ‘Top 600-aanpak’, waarmee men de zeshonderd ergste veelplegers in de stad bestrijdt. De aanpak berust op drie pijlers: 1. Snel en consequent straffen. 2. Aangehouden of veroordeelde daders uitgebreid screenen om recidive te voorkomen, en hulp bieden om het leven weer op orde te brengen. 3. Bezoek aan het gezin van de veelpleger, waarbij zo nodig snel wordt ingegrepen om te voorkomen dat broertjes en zusjes ook in de criminaliteit belanden.

Soufian Reclaoui staat aan de voetbaltafel in The Matrixx en heeft juist zijn eerste profcontract getekend bij eerste divisieclub FC Volendam. Zijn jeugd in de omgeving van het Staalmanplein bracht hij straatvoetballend door. Als geen ander weet hij hoe cruciaal sport kan zijn. ‘We stonden dagelijks met wel vijftig man op het plein. Altijd voetballen.’ Maar toen het plein op de schop ging, viel de groep uit elkaar. ‘Ik had het geluk dat ik al in een scoutingtraject zat. Ik moest vier keer per week trainen, had vooruitzichten. Daarom ben ik de goede kant opgegaan.’ Twintig anderen konden nergens aansluiting vinden. ‘Die groep is toen afgezakt. En als ze eenmaal drinken en aan de drugs zitten, dan krijg je ze niet meer terug.’ Het begint, zegt hij, met verveling, vandalisme. ‘Daarna komt de rest. Maar wat wil je: thuis is iedereen werkloos. Dan kun je verwachten dat zo’n kind dezelfde kant opgaat.’

Aalmoezenmachines Over het welzijnswerk is Reclaoui helemaal niet te spreken. ‘Die buurthuizen moesten ze afbreken. Wat gebeurt daar nou eigenlijk? Of je nou binnen of buiten staat te hangen: je leert er niks van. Er moet meer gebeuren voor de oudere jeugd,’ vindt hij. ‘Alles is op de kleintjes gericht, maar die jongens boven de zestien zijn straks niet meer te redden.’ Hij ziet wel wat in de benadering van sport-leerbedrijf Sciandri, dat door ex-topsporters als Johan Cruijff en Richard Krajicek is opgezet. Voetbalscout Karim Ahannach (33) krijgt geen subsidie. Hij kan zelf bepalen wat er gebeurt in zijn stichting Ara Cora (‘Geef de bal’ in het Marokkaans), die hij met oud-profvoetballer Jamal Akachar (29) in het leven riep om jongens perspectief te bieden. Onder straatvoetballertjes speurt hij naar mogelijk talent. ‘Ik spreek ze aan en Akachar, die de jeugdopleiding bij Ajax volgde, vertelt de rest van het verhaal.’ Ara Cora bemiddelt bij het vinden van een geschikte club en helpt de ouders een tegemoetkoming aanvragen, als zij de kosten niet kunnen dragen. Bekende voetballers uit hun netwerk, zoals Oussama Assaidi (SC Heerenveen) of Khalid Boulahrouz (Vfb Stuttgart), verzorgen soms trainingen voor Ara Cora-pupillen. Voor tieners heeft Ara

Cora een speciaal programma, met de verplichting een opleiding te volgen. Hoewel ze al lange tijd proberen een eigen plek in West te krijgen, heeft Ara Cora niet eens een kantoortje. ‘Het stadsdeel gaat alleen in zee met grote organisaties als Impuls en Combiwel. Het is voor kleintjes als wij onmogelijk om ertussen te komen, terwijl wij toch aantoonbaar succes hebben.’ Ze denken met weemoed terug aan de tijd van Marcouch. ‘Die stond open voor dit soort dingen.’

De ‘sheriff van Slotervaart’, zoals Marcouch destijds genoemd werd, heeft een diepgeworteld wantrouwen tegen de macht van welzijnsimperia, die hij schamper ‘aalmoezenmachines’ noemt. Marcouch: ‘De kwalijke kant van het welzijnswezen is dat liefdadigheid een industrie is geworden, waar het werven van klanten tot doel is verheven.’ Hij gelooft juist in kleine initiatieven van mensen met de drang om van maatschappelijke betekenis te zijn. ‘Al die eigen initiatieven worden nu de nek omgedraaid,’ zegt hij geïrriteerd. ‘Terwijl grote organisaties vergaderen en bezig zijn met aanbestedingen, begrijpen ze bij zo’n klein clubje hoe het komt dat een kind taalachterstand heeft. Ze wéten namelijk dat moeder niet kan lezen en schrijven.’ Marcouch vindt zichzelf een ‘socialist van de oude stempel’. Zijn politieke missie is verheffing van het volk op ieder gebied. ‘Natuurlijk zijn daar vaardigheden voor nodig. Maar als je een papagaai Nederlands kunt leren spreken, dan kan een Marokkaan dat ook.’ Marcouch: ‘Verheffen is iets anders dan verwennen. Verheffing betekent op eigen benen staan, ambitie kunnen ontwikkelen, uitdagingen aan kunnen gaan. Het is een harde weg die leidt tot vrijheid en zelfbeschikking.’ Vrijheid bestaat bij de gratie van een vrije keuze, zegt hij. ‘Die keuze vergt kennis. In de Koran is ikra (leer!) niet zomaar het heiligste gebod. Het is een morele plicht om kennis te vergaren.’ Marcouch vindt zeker dat er de laatste tien jaar vooruitgang is geboekt, maar niet genoeg. ‘Met de meerderheid gaat het gewoon heel goed, maar de minderheid voert nog steeds de verkeerde lijstjes aan. Die minderheid is te groot. We moeten al die etters niet blijven entertainen. Maak de wereld van die gasten klein, zodat de faciliteiten en het geld ten goede komen aan degenen die wel hun best doen en misschien het schoolreisje niet kunnen betalen.’ Maar beleidsmakers zitten vaak te veel op afstand, moppert hij. ‘Ze hanteren een papieren werkelijkheid.’ Marcouch niet. Hij woont nog steeds in Slotervaart, waar, dankzij de inzet van mensen zoals hijzelf, het leefklimaat steeds aangenamer wordt. «

15 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


» ACHTERGROND

ZWEVENDE PARTIJEN Er is de afgelopen jaren veel geschreven over de ‘zwevende kiezer’. Maar wie zweeft er nou eigenlijk? In hun beginselprogramma’s laten de politieke partijen meer overeenkomsten dan verschillen zien, maar in de politieke praktijk wijken ze daar vaak ver van af. In aanloop naar de verkiezingen van 12 september aanstaande een overzicht van waar de belangrijkste partijen ideologisch vandaan komen en waar ze beland zijn.

Kees Kok

PvdA

Het eerste beginselprogramma van de Partij van de Arbeid, uit 1947, begint met het ‘verlangen naar een orde van sociale gerechtigheid’. De grondslagen voor de nieuwe, naoorlogse samenleving moeten zijn: geestelijke en staatkundige vrijheid, eerbied voor de medemens, democratische gezindheid en een economisch bestel zonder klassentegenstellingen. De partij bestrijdt daartoe niet alleen de uitwassen, maar de hele sociale structuur van het kapitalistische stelsel en de daarbij behorende geest. Zij streeft naar een ‘socialisatie van productiemiddelen op het gebied van industrie, bankwezen en transport, waarin de euvelen van het particulier bezit zijn opgeheven’.

tigheid, maar vrijheid. ‘Vrijheid is geen verdienste, maar een recht.’ Na de vrijheid komt democratie op de tweede plaats, dan rechtvaardigheid, vervolgens duurzaamheid en ten slotte solidariteit, want: ‘Gemeenschap is een keuze.’ Publieke voorzieningen moeten nu eenvoudig gegund worden aan ‘wie het het beste kan’. Er is nog wel verschil met het neoliberalisme en dat wordt gemaakt door ‘het scheppen van gelijke uitgangsposities, kansen, herverdeling van middelen en inperking van het marktmechanisme. De groei van de economie moet selectief en duurzaam zijn. Want als de roep om “werk, werk, werk” verwordt tot “druk, druk, druk”, staat dat de kwaliteit van het bestaan in de weg.’

Zestig jaar later heeft de partij haar ideologische veren afgeschud. In het beginselmanifest van 2005 worden de bakens verzet. De strijd tegen het kapitalisme is gestreden en was toch vooral een zaak van de negentiende eeuw. De ‘sociaaldemocratische methode’ kan niet zonder een ‘sterke economie en een vitale markt’. Eerste beginsel is nu niet langer sociale gerech-

In het verkiezingsprogramma van 2012 is die relativering van de economische groei ver te zoeken. Het begint met de stelling dat Nederland behoefte heeft aan vooruitgang (andere landen niet?), naar een uitweg uit de crisis. En die weg loopt via groei, nieuwe investeringen en meer banen. ‘Sterker en socialer’ is het refrein. Er is behoefte aan oer-Hollandse degelijkheid, aan

16 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Eerste beginsel van de PvdA is niet langer sociale gerechtigheid, maar vrijheid

duurzaamheid, innovatie en onderwijs, ‘zodat we straks Made in Holland-producten kunnen exporteren’. Van kritiek op kapitalisme, neoliberalisme en vrije markt is geen sprake, al wil de partij wel een einde aan ‘de perverse marktprikkels die de zorg onnodig duur maken’.

VVD

In het beginselprogramma bij haar oprichting in 1948 zette de VVD de vrijheid weliswaar voorop, maar die werd onmiddellijk gevolgd door verantwoordelijkheid en sociale gerechtigheid: ‘Want vrijheid gaat gepaard met verantwoordelijkheid.’ ‘Doel van het beleid is: sociale gerechtigheid,’ staat er zelfs met zoveel woorden. De jonge VVD ziet in ‘het private eigendomsrecht op zichzelf’ weliswaar geen maatschappelijke gevaren, maar die gevaren kunnen wel ‘voortspruiten uit de wijze waarop het wordt uitgeoefend’. Zij wijst er bovendien op dat ‘de huidige toestand een fase is in de ontwikkeling’ die sinds de negentiende eeuw gaande is, te weten een ‘geleidelijke verdringing van het extreme individualisme door toenemende organisatie’, onder andere van de medeverantwoordelijkheid van de arbeiderswereld en de uiteindelijke zeggenschap van de overheid, die daardoor beter in staat is de armoede te lenigen. ‘Socialisatie’ wordt weliswaar door de partij afgewezen – dat leidt maar tot dwang en onvrijheid – maar ‘voor nutsbedrijven kan het overheidsbedrijf de aangewezen vorm zijn.’ Overigens is het opvallend dat de VVD in haar beginselprogramma van 1948 zeer veel nadruk legt op de ‘christelijke grondslag’ van de samenleving: ‘Het is bovenal de christelijke geest die ons volk de waarde van de vrijheid van de mens en zijn verantwoordelijkheid heeft doen beseffen.’

In haar beginselprogramma van 1980 handhaaft de VVD de beginsellitanie uit 1948: vrijheid, verantwoordelijkheid, verdraagzaamheid, sociale rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid als fundamenten van elke samenleving. De directe verwijzing naar de christelijke grondslag ontbreekt, maar het liberale mensbeeld is helemaal ingebed in verantwoordelijkheid voor de medemens, voor gemeenschap en samenleving. Daartoe wordt zelfs het christelijke begrip ‘naastenliefde’ ingezet. En er wordt nadrukkelijk gepleit voor een sociale markteconomie om de sociale rechtvaardigheid te bevorderen.

De VVD pleit in 1980 nog nadrukkelijk voor een sociale markteconomie In 2008 publiceert de VVD een manifest waarin nog steeds dezelfde beginselen worden opgesomd als in 1980, maar nu gaat het toch vooral om ‘de hardwerkende Nederlander’ en ‘tegen de middelmaat’. Het manifest heeft iets vitalistisch. ‘De VVD wil een Nederland waar mensen de ruimte krijgen om iets buitengewoons te maken van hun leven. Om het leven niet zomaar voorbij te laten gaan, maar het juist met verve te leven.’ De mens is een sociaal wezen, maar wel ‘vrijwillig’, zo varieert de partij op het PvdA-manifest van 2005 (‘gemeenschap is een keuze’). De nutsbedrijven zijn inmiddels geprivatiseerd, de vrije markt wordt een ‘optimaal systeem’ genoemd en de overheid moet zo klein mogelijk. De christelijke grondslag, die zestig jaar eerder zo’n belangrijke rol speelde, is zowel uitgebreid tot ‘de joods-christelijke traditie, het humanisme, de Verlichting’, als versmald tot ‘de Nederlandse taal, geschiedenis en grondwet’. Van ‘sociale gerechtigheid’

17 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Nederland is een ‘wereldland’

zelfbeschikking. Zij noemt dat ‘sociaal-liberaal’. Aan de samenleving worden randvoorwaarden gesteld om al die vrijheden te garanderen. Naast de vrijheid omarmt D66, in plaats van het waarschijnlijk te socialistisch klinkende ‘solidariteit’, hier liever het wat afstandelijkere begrip ‘betrokkenheid’ als andere kant van de sociaal-liberale medaille.

Meer Europese integratie moet vrede en welvaart garanderen

Het Verkiezingsprogramma 2012 van D66 heet En nu vooruit en wijst de weg naar een ‘welvarende, duurzame toekomst’. Nederland heeft te lang stilgestaan en nu moet de boel weer in beweging komen, met het onderwijs als motor. Door te investeren in onderwijs en innovatie op alle maatschappelijke terreinen, wordt een ‘nieuw verdienmodel voor Nederland’ gecreëerd, een ‘echte waardencreatie’, een ‘waarde(n)vol huishoudboekje’, waarin de financiën op orde zijn. Bij dat alles staat het vrije individu centraal, ‘maar er is geen ik zonder wij’, dus hebben wij een overheid nodig om die individuele vrijheid te garanderen. Meer Europese integratie moet vrede en welvaart garanderen. Maar intussen ‘staan ondernemende Nederlanders te trappelen’ om te doen wat Nederlanders als de besten kunnen: ‘ondernemen, innoveren en handelen’. Dat alles moet leiden tot ‘nieuwe welvaart’.

GroenLinks

De naam van GroenLinks is al beginsel genoeg: groen en links. Maar haar in 1992 vastgestelde beginselprogramma begint

‘liberaal’ met de democratische rechtsstaat en de individuele vrijheid, dan volgen een leefbaar milieu en ecologisch evenwicht, en pas als derde de ‘rechtvaardige verdeling van macht, kennis, bezit, arbeid en inkomen’. En natuurlijk is de partij tegen uitbuiting en onderdrukking hier en overal. GroenLinks acht een overheersende rol van de staat niet wenselijk, maar pleit wel voor een maatschappelijke sturing van de economische markt. GroenLinks kiest weliswaar ‘voor een radicale hervormingsstrategie’, maar ‘de inzet voor fundamentele maatschappijverandering is een proces vanuit de huidige maatschappij – niet een model daartegenover’. Groen is en blijft bij GroenLinks toch de overheersende kleur. In haar beginselprogramma van 2008 zijn ‘ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid’ de twee kanten van haar medaille. Maar het eerste ligt op kop. Verder komt alles weer terug wat we in andere bewoordingen ook bij de andere partijen op de verlanglijstjes vinden: ontspannen sociale verhoudingen, rechtvaardige inkomensverdeling, pluriforme, solidaire samenleving, een open wereld, een andere, betere, vreedzame wereld met respect voor mensenrechten. ‘Tijd om aan de slag te gaan,’ zo begint het verkiezingsprogramma van GroenLinks van 2012. Het staat bol van de groene maatregelen want we hebben de aarde slechts in bruikleen, aldus de groene variant van het cda-rentmeesterschap. Tegelijkertijd is de linkse kant vertegenwoordigd met plannen die we ook bij PvdA en sp vinden: de zorgpremies inkomensafhankelijk, herverdeling van inkomens en solidariteit tussen de generaties. GroenLinks pleit voor een multiculturele samenleving, een warm vluchtelingenbeleid en een ‘kinderpardon’. ‘GroenLinks staat voor jouw vrijheid’, maar ook voor ‘de vrijheid van iedereen’. Nederland is een ‘wereldland’. Het grootste deel van het verkiezingsprogramma staat vol kleine lettertjes, waarin dit alles in concrete maatregelen is uitgewerkt.

20 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Andere partijen

We zouden nog enkele bladzijden kunnen vullen met de beginselen en programma’s van de overige kleine partijen. De CU en de SGP bieden qua beginselen vooral een versterking van de christelijke motivatie, maar hun standpunten bestrijken het hele spectrum van links tot rechts. De PVV is geen democratische partij, maar een eenmansclub met een onwrikbaar verlangen naar een niet bestaand vroeger.

Conclusies

Opvallend is de gelijkgestemdheid die de PvdA en de vvd aan het begin van hun bestaan laten zien, met name de grote nadruk van de vvd op de ‘sociale rechtvaardigheid’, die bovendien sterk vanuit de christelijke grondslag van de samenleving wordt gemotiveerd – iets wat het cda uiteraard als uitgangspunt heeft. Verder zien we na de jaren tachtig een verschuiving in de toon van PvdA en vvd: die wordt harder en minder sociaal. De PvdA legt gaandeweg meer nadruk op vrijheid dan op solidariteit, terwijl de oorspronkelijke kanttekeningen bij een verkeerd gebruik van privébezit uit het zicht van de vvd verdwijnen en men helemaal gaat voor de vrije markt. In de huidige verkiezingsprogramma’s van zowel cda als PvdA en vvd ontbreekt bij het zoeken naar oplossingen voor de crisis ieder spoor van zelfreflectie, laat staan zelfkritiek, op het in de afgelopen jaren door hen gevoerde beleid. Als men afgaat op de beginsellitanieën, die in de verschillende partijstukken worden opgesomd, moet de conclusie zijn dat zij allemaal het beste met ons, met name met Nederland, maar per saldo toch ook met de hele mensheid, voorhebben. Heuse ideologische verschillen tussen de partijen zijn er misschien wel, maar die worden door hun linker- en rechterflanken sterk

gerelativeerd. De socioloog Willem Schinkel noemt dit in zijn recente boek De nieuwe democratie ideologische uitputting. Alle partijen neigen volgens hem naar een D66-achtig midden. Hij schrijft: ‘Onze ideologische uitputting wordt onder meer zichtbaar in het feit dat de vvd niet meer liberaal, het cda niet meer christelijk en de PvdA niet meer socialistisch is; het feit dat we niet meer in 1966 leven, dat een partij voor “de vrijheid” dagelijks met een nieuw verbod komt, dat de sp (net als ieder socialisme) vooral een nationaal socialisme voorstaat en dat we kleurenblind zijn voor alles wat “groen” en “links” is. Maar die ideologische uitputting bestaat vooral ook uit een gebrekkig vermogen alternatieven te formuleren en het als gevolg daarvan zwelgen in het cynische realisme van de enig overgebleven ideologie: die van het mondiaal liberaal kapitalisme.’ Een treffende analyse, al is de typering van het socialisme van de sp als ‘nationaal socialisme’ minder geslaagd en nogal tendentieus. Juist de recente verkiezingsprogramma’s van de PvdA, vvd, D66 en cda profileren zich met hun lofliederen op Nederland veel ‘nationaler’ dan het socialisme van de sp, dat juist voortdurend de relatie legt met het ‘mondiaal liberaal kapitalisme’. Zij doet dat minstens even radicaal als de PvdA in 1947. Maar zowel de PvdA als GroenLinks zijn qua program toch nog steeds de meest voor de hand liggende coalitiepartners van de sp. Of het geheel vernieuwde cda haar Bijbelse gerechtigheidsideologie voldoende links zal willen invullen om deze linkse partijen aan een meerderheid te helpen, staat vooralsnog in de sterren geschreven. De zwevende lezer zij veel sterkte gewenst bij het stemmen op 12 september. «

21 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


» 12xW

ezenlijke 12 W vragen aan:

Annemiek Schrijver Op 20 oktober 2002 werd de eerste aflevering van het ikon-televisieprogramma Het Vermoeden uitgezonden. Sindsdien zijn er 225 uitzendingen gemaakt, waarin honderden geïnterviewden te gast waren. Tijd om de rollen om te draaien. Twaalf wezenlijke vragen aan presentatrice Annemiek Schrijver. Lieneke van Waalwijk van Doorn

1x

W

aar hoor jij bij? ‘Bij mijn innerlijke kloostertuin. Dat is een ruimte die ik voel in mijzelf. Zoals zangers altijd hun stem bij zich hebben, zo draag ik dit met me mee. Waar ik ook ben, ik kan daar mijn toevlucht tot nemen. In die zin hoor ik eigenlijk overal bij. Dat lijkt een paradox, maar ik denk dat die innerlijke vrijheid mij juist de gelegenheid geeft om me te verbinden.’

2x

W

elk verhaal spreekt jou aan? ‘Elk verhaal over mededogen. Compassie is voor mij heilig, als kind al. Het wordt ook wel de gouden regel genoemd, deze boodschap van Jezus: wat gij wilt dat u geschiedt, doe dat een ander. Als je het lijden van de ander durft te aanvaarden, zul je merken dat je er zelf ook gelukkig van wordt. De Dalai Lama noemt mededogen dan ook een intelligente vorm van zelfliefde.’

3x

W

elk landschap? ‘Ik heb het gevoel dat de natuur mij meer te melden heeft dan de ruis van de stad. Ik sta op het punt om Amsterdam te verlaten. Ik verlang enorm naar ruimte en

rust, dus misschien word ik wel oud, ha ha. Mijn ideale landschap heeft weidsheid, maar ook bossen. Ik houd erg van lopen, vooral in mijn eentje. Ik ben soms op bijna prinses-Irene-achtige wijze onder de indruk van wat er gebeurt, als je in zo’n kathedraal van bomen loopt. Dan voel je echt dat de natuur ademt, ziel heeft. Dat je er niet alleen bent.’

4x

W

elke muziek ‘Een van mijn lievelingsmuziekjes is Ich ruf zu Dir, van Bach. Toen ik dat voor het eerst hoorde, herinnerde het me aan hoe ik als kind over God dacht. Ik dacht: God zal wel eenzaam zijn. Dus misschien kunnen we hem dit liedje sturen met een raket: ‘We komen eraan hoor!’ Muziek is erg belangrijk voor mij, ik heb conservatorium gedaan, speel piano. Het is al vaak gezegd: muziek stelt ons in staat om van ons hoofd af te dalen naar ons hart.’

5x

W

elk kunstwerk? ‘Het beeld van Maria met lege handen. Maria wordt meestal afgebeeld met kind, met dode zoon of met lege handen. Dat laatste spreekt mij enorm aan. Ik gebruik het vaak als ik een interview met iemand heb, dan stel ik mij lege handen voor.

22 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

Dat inspireert mij om mijn vooroordelen, plannen en aannames weg te laten. Door met lege handen het gesprek aan te gaan, kunnen ze gevuld worden. Dit gaat ook over het leven zelf: durf je de werkelijkheid met lege handen te aanvaarden?’

6x

W

7x

W

at brengt jou in vervoering? ‘Nabijheid. Dat kan zich in allerlei dingen uiten, zoals in vakmanschap. Dat iemand helemaal samenvalt met wat hij doet. Als iemand vol overgave iets heel goed doet – en daarmee nabijheid betracht – dan ben ik helemaal verkocht. Of dat nu met hout is, met mensen, zelfs met inbreken, dat doet er niet toe. Mijn computer is vorig jaar zo vakkundig weggehaald, daar was ik echt van onder de indruk.’

aar heb jij ontzag voor? ‘Voor trouw. Iemand waar ik enorme bewondering voor heb, is Peter R. de Vries. Dat komt doordat ik in hem een bijna onvoorwaardelijke trouw vermoed. Ik heb hem al vaker geïnterviewd, ik weet dat hij achter de schermen zo ontzettend veel doet voor mensen, voor familie van slachtoffers. Bij hem heb ik echt het gevoel: daar kun je bij onderduiken. Die


Corbino

‘Mededogen is voor mij heilig’ gaat niet de Duitsers bellen, als het er op aankomt. Dat voelt heel veilig. Veiligheid is een groot thema voor mij. Ik verlang er zelf naar, dus wil ik het graag aan anderen bieden, ook in mijn interviews. Mensen durven mij daardoor vaak meer te vertellen.’

8x

W

9x

W

at verwondert je? ‘Veerkracht. Mensen die ziek zijn of tegenslag hebben, gaan weer verder. Na een oorlog wordt er meteen weer opgebouwd. Ook in de natuur zie je die veerkracht. Er bestaat een filmpje over Tsjernobyl, waar de mensen al heel lang verdwenen zijn. Bomen bedekken er alles, generaties katten bewonen de huizen, hebben nog nooit een mens gezien. De natuur heeft het daar helemaal overgenomen. Er zit een enorme power in het leven, in alles wat leeft. Dat is echt verwonderlijk.’

at is er nog meer? ‘Het zou van verregaande arrogantie getuigen als we zouden menen dat wat we denken te zien, alles zou zijn! Als je maar een beetje zelfkennis hebt, besef je hoe beperkt je denken is. Bovendien, misschien sterft ons lichaam wel, maar dat wil nog niet zeggen dat dit alles was. Ik vergelijk het met golven en de zee. Als golf kun je bang zijn om te pletter te slaan op de rotsen, maar je kunt je ook realiseren dat je de zee bent. Door je verbonden te voelen met anderen, vol compassie, met het leven.’

10 x

W

at is de zin ervan, waar is het jou om te doen? ‘De zin is voor mij niet een beloning achteraf, de zin ligt in het leven zelf. Het

Annemiek Schrijver

gaat wat mij betreft over het proberen de mens te worden zoals je bedoeld bent. De Amerikaanse rabbijn David Cooper noemt God een werkwoord. Hij vraagt zich steeds af: ben ik nu aan het Davidden? Dus als je mij vraagt, wanneer ik aan het Annemieken ben, dan is dat op de momenten waarop ik een keerpunt naar licht mag zijn. Voor anderen, maar ook voor mezelf.’

11 x

W

at heeft de toekomst? ‘Het intelligente inzicht dat we allemaal met elkaar verbonden zijn. Als we dat eenmaal echt tot ons laten doordringen, zullen we elkaar niet meer bevechten en zullen we de natuur niet meer verkrachten. Want dat zou absurd zijn. We realise-

23 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

ren ons dan dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, op weg naar de dood. Dan is er maar één ding dat ons drijft en dat is oneindig veel mededogen voor al die andere bootjes.’

12 x

W

at is de manier waarop jij daaraan bijdraagt? ‘Door een keerpunt naar licht te zijn. Ik probeer dat te doen door te vragen, door te beweren, door te schrijven, door de programma’s die ik maak, door gesprekken, door mensen te zien, door te zijn.’ « Het tienjarig jubileum van Het Vermoeden wordt op 22 september aanstaande gevierd in De Nieuwe Liefde te Amsterdam.


IN PROTEST Tekst: Helen Johnson

Hoeveel publieke demonstraties zijn er wereldwijd in twee weken tijd? Honderden, zo blijkt uit de databanken, die de internationale fotopersbureaus er rond ‘protestacties’ op na houden. In dorpen en metropolen, ludiek en gewelddadig, voor kleine verbeteringen of grootse principes – het verweer van mensen is zo variabel als hun vingerafdrukken, maar zo vergelijkbaar tegelijkertijd. Nieuwe Liefde magazine nam twee willekeurige weken (in november 2010) en selecteerde daaruit acht beelden van Europeanen in opstand. Wat opvalt, is de kracht van mensen die opkomen voor hun rechten. En de actualiteit van de beelden: twee jaar geleden of vandaag, de strijd gaat door.


» FOTOREPORTAGE

Sportschoolhouders in Portugal Op vrijdag 12 november dansen sportschoolhouders, hun werknemers en sympathisanten voor het Portugese parlement in Lissabon, uit protest tegen de voorgenomen verhoging van het btw-tarief op sportactiviteiten van zes naar drieëntwintig procent. De btw-verhoging maakt deel uit van een breed bezuinigings- en hervormingspakket, dat de Portugese overheid doorvoert om het begrotingstekort terug te dringen. De sportschoolhouders vrezen een ‘double dip’ – terwijl de klandizie vanwege de crisis al terugliep, zal de verhoging van het btw-tarief volgens hen nog meer sporters wegjagen. AP Photo/Armando Franca « Studenten in Italië In Rome, en in menig andere Italiaanse stad, komen studenten op 17 november 2010 in opstand tegen de voornemens van Onderwijsminister Mariastella Gelmini om de Italiaanse universiteiten de aankomende vier jaar met 7,6 miljard euro te korten. De studenten zien zich geconfronteerd met hogere collegegelden, duurdere boeken, verhoging van het aantal leerlingen per klas en minder begeleiding. Op Italiaanse universiteiten wordt al ruim twintig jaar bezuinigd. Hun overheidstoelage is het laagste van alle OESOlanden: 0,75 procent van het BBP – in de overige landen is dit gemiddeld 1,5 procent. AP Photo/Gregorio Borgia

25 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Anti-kernenergie demonstratie in Duitsland Nabij het dorpje Harlingen in de Duitse deelstaat Nedersaksen wordt in de vroege ochtend van 8 november een trein met nucleair afval tegengehouden. Het radioactieve restmateriaal is vanuit Frankrijk op weg naar Gorleben. Ruim veertigduizend demonstranten zijn al een weekend lang in gevecht met half zoveel politieagenten om het transport naar de tijdelijke opslagplaats, een ondergrondse zoutkoepel, tegen te werken. De regering Merkel wil ‘Gorleben’ langer dan beoogd openhouden, terwijl uit onderzoek in opdracht van de toenmalige regering Kohl is gebleken dat de veiligheid van de zoutkoepel niet gegarandeerd kan worden. Omdat delen van dit onderzoek blijken te zijn verzwegen, is er inmiddels een enquêtecommissie ingesteld. DPA/Picture Alliance/Jochen Lübke

30 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Demonstranten voor het recht te demonstreren in Rusland Een demonstrant wordt tegen de grond gehouden in Moskou op 31 oktober 2010. Op elke eenendertigste dag van de maand komen in verschillende Russische steden oppositieactivisten bijeen om te strijden voor hun recht op uitoefening van artikel 31 van de grondwet: de vrijheid van bijeenkomst. Premier Poetin windt er geen doekjes om dat hij niet gediend is van demonstraties en protestbijeenkomsten. In het land wordt geen enkele protestactie toegestaan wanneer daar niet van tevoren toestemming voor is gevraagd. En die toestemming wordt aan de oppositie zelden verleend. Het zal de gefotografeerde demonstrant niet van zijn recht op uitoefening van artikel 31 weerhouden. Landov/Nikolay Korchekov 31 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

«


SP-senator Tiny Kox

‘WIJ ZIJN KLAAR OM TE REGEREN’ Zelfs de grote werkgevers houden er rekening mee dat de SP straks in het kabinet zit. Een gesprek met senator Tiny Kox, drijvende kracht in de SP, over de ambities van zijn partij, de toekomst van Europa en de gewetenloosheid van de financiële markten. ‘Het beest moet worden getemd.’

38 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


» HET GEWETEN Interviewserie

Tekst: Thijs Broer Fotografie: Maarten Albrecht

T

iny Kox, fractievoorzitter van de SP in de Eerste Kamer, houdt kantoor in de vleugel van het Kamergebouw van waaruit prins Maurits in de zestiende eeuw de ontluikende democratie met argusogen volgde. Vanuit dezelfde gelambriseerde vertrekken maakt Kox nu mee hoe de socialisten hun plaats opeisen in de landsregering. Hij werkt er zelf ook krachtig aan mee. Al decennia is hij een van de drijvende krachten in de partij, achtereenvolgens als raadslid, hoofdredacteur van het partijblad, algemeen secretaris, lijsttrekker bij de Europese verkiezingen en nu als fractievoorzitter in de Senaat en als campagneleider. Na al die jaren in de oppositie heeft de SP eindelijk zicht op deelname aan de regering. Zelfs de grote werkgevers houden er rekening mee dat ze straks met premier Roemer zaken moeten doen. Maar wat wil de SP? Hoe moet het verder met Europa, het belangrijkste verkiezingsthema? Tot welke compromissen is de partij bereid om door te dringen in het centrum van de macht? Is de SP klaar om te regeren? ‘Natuurlijk zijn we er klaar voor. Het is naïef van sommige mensen om te beweren dat we er níet klaar voor zouden zijn. De SP is een van de oudste partijen van Nederland, we bestaan al veertig jaar. We hebben een enorme toestroom gehad van nieuwe leden. Toch zijn er nauwelijks grote conflicten geweest, en zijn we niet van ons geloof gevallen. Als we dat kunnen, moet regeren ook wel lukken. Maar achter de veronderstelling dat we er niet aan toe zouden zijn, zit iets anders: de gedachte dat de SP een fundamenteel andere koers vaart dan andere partijen, en dat er daarom moeilijk met ons samen te werken zou zijn. In de jaren negentig waren we inderdaad de enige partij die zich keerde tegen het neoliberalisme. Maar sindsdien zijn veel andere partijen in onze richting opgeschoven. Diederik Samsom en Hans Spekman van de PvdA en Arie Slob van de ChristenUnie zeggen de laatste tijd ook dat we af moeten van het neoliberalisme. Wat wij al lange tijd zeggen, is gemeengoed geworden. Daardoor is de kans dat we mee kunnen regeren, veel groter geworden.’ Emile Roemer heeft de afgelopen maanden verschillende keren gezegd dat hij tot allerlei compromissen bereid is, als hij mee mag regeren. Dat helpt ook, als je in het kabinet wil. ‘Mensen die zich daardoor laten verbazen, hebben echt op een andere planeet gezeten. De afgelopen decennia is het beeld geschapen dat wij geen compromissen zouden sluiten, omdat we zulke sterke principes hebben. Maar sterke principes en compromissen sluiten elkaar helemaal niet uit. Als je actie voert voor minder verkeersslachtoffers en er komt geen autoverbod, maar wel een dertig kilometerzone, is dat een compromis. Maar je hebt wél je doel bereikt. Als je concreet iets wilt veranderen, móét je compromissen sluiten. Dat hebben wij altijd gedaan.’

Tot welke compromissen bent u bereid om mee te doen aan de regering? ‘Je moet nooit van tevoren zeggen wat je wilt inleveren. Wat we in ieder geval wel willen bereiken, is dat de inkomensverschillen niet groter worden, dat er geen verdere marktwerking komt in de zorg en dat de armoede onder kinderen omlaag gaat. Dat komt overeen met het geweten van het Nederlandse volk: dat de verschillen tussen arm en rijk niet te groot moeten zijn, dat we de zorg niet moeten laten verloederen en dat kinderen niet de dupe mogen zijn. Wat die inkomensverschillen betreft: wij zeggen dat inkomens boven de anderhalve ton best vijfenzestig procent belasting mogen gaan betalen. De PvdA pleit voor een toptarief van zestig procent. Als we samen op 62,5 procent uitkomen, is dat een compromis, maar ook een succes. Op die manier kunnen we heel goed zaken doen.’ Toch heeft de SP nog steeds het imago altijd nee te zeggen. Waarom is dat beeld zo hardnekkig? ‘Dat hebben we voor een deel aan onszelf te wijten. In de jaren negentig hadden we de campagneslogan: “Stem tegen, stem SP”. Zo wilden we een stem geven aan mensen die het niet eens waren met het neoliberale beleid in Den Haag. Als dat de slogan is, denken mensen al snel: die zijn overal tegen. Dat beeld is lang blijven hangen. Maar het is onterecht. Wat ook een rol speelt, is dat de opvattingen van de andere partijen in de jaren negentig zijn opgeschoven naar het neoliberalisme, terwijl wij onszelf bleven. Daardoor is het beeld versterkt dat wij tegen iedere verandering zouden zijn. Maar eigenlijk zijn we gewoon consistent geweest, vanuit onze eigen visie.’ D66 werpt zich de afgelopen jaren op als de kampioen van de

hervormingen. Vooral Alexander Pechtold hamert erop dat de SP overal tegen is. ‘D66 was onder Hans van Mierlo niet een liberale, maar een vrijzinnige partij. Van Mierlo had niks met de economie, hij wilde de samenleving openbreken. Onder Alexander Pechtold is D66 een liberale partij geworden, “radicaal in het midden”, zoals hij het zelf noemt. Als zo iemand zegt: “Jullie zijn overal tegen,” zeg ik: “Kijk eens naar je eigen roots, en hoe ver je daarvan verwijderd bent.”’ Hoe heeft de SP zich de afgelopen decennia ontwikkeld? ‘We hebben ons ontwikkeld van een partij van grote waarheden naar een partij van kleine waarheden. De grote waarheid was: het kapitalisme is een noodzakelijke stap in de geschiedenis op weg naar de socialistische samenleving. Van dat historisch materialisme hebben we afscheid genomen. We zeggen al heel lang: de geschiedenis is geschreven, maar de toekomst niet. Aan de toekomst schrijven we mee door drie elementen te bevorderen: menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit.’

39 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Critici vinden het een naïef idee dat de SP de samenleving nog steeds ingrijpend wil veranderen. ‘Je kunt veel van ons zeggen, maar niet dat we onnozel zijn. Optimisme is iets anders dan naïviteit. De liberalen claimen dat ze realisten zijn. Maar wat heeft dat zogenaamde realisme ons gebracht? Een wereldwijde financiële crisis, en de uitholling van solidariteit in de samenleving. GroenLinks roept nu dat wij niks van de financiële wereld snappen, maar heeft zelf aan neoliberale hervormingen meegewerkt. Het CDA noemt ons naïef, maar heeft onder de kabinetten-Balkenende de compassie laten varen. Als wat wij zeggen, naïef is, waren zij ook naïef. En wat wij willen, is helemaal niet onmogelijk. In Scandinavië wordt meer belasting betaald en zijn de verschillen kleiner tussen man en vrouw, stad en land, rijk en arm. Het neoliberale model dat de afgelopen decennia in West-Europa is omarmd, is echt niet het enige.’

‘In de jaren negentig waren we de enige partij die zich keerde tegen het neoliberalisme’

Volgens de liberalen ontkomen we niet aan de globalisering en de wetten van de financiële markten. ‘De liberalen doen alsof de financiële markten de baas zijn. Maar tot begin jaren tachtig wás er nog geen vrij verkeer van geld in Europa. En de financiële markten zijn pas in de jaren negentig gedereguleerd. Waarom zouden we op dit moment niet denken: hoe deden we dat vroeger eigenlijk?’ Dat is precies het verwijt aan de SP: we kúnnen niet terug naar vroeger, de SP is conservatief. ‘Je kunt de tijd niet terugdraaien. Maar je kunt wel leren van het verleden. In de democratie kun je ingrijpende besluiten nemen. Als je wilt, kun je zelfs de banken nationaliseren, al lijkt me dat niet verstandig. We hebben laten gebeuren dat de financiële markten, die onder ons stonden, nu boven ons staan. Als we zeggen dat we dat willen veranderen, is dat niet naïef, maar een keuze. Het is eerder naïef om te denken dat je met wéér een garantie van honderd miljard de Spaanse banken kunt redden. De dag dat Brussel dat besluit nam, gingen ’s middags de koersen alweer omlaag. Door de deregulering hebben we zelf het monster van de financiële markten losgelaten. Dat monster ís niet tevreden te stellen, hoeveel miljarden je ook offert. Het beest kan niet anders: het zal altijd baby’s blijven verslinden. Dat wisten de oude Grieken al. Het enige dat helpt, is er een held op afsturen die het monster temt, of de kop afhakt.’ Kortom: de financiële markten moeten weer aan de ketting? ‘Ja. Dat is het enige alternatief. De financiële markten hebben geen geweten. Het beest moet worden getemd. De vloek van de liberalen is dat ze denken dat de wereld instort, als je ingrijpt in de markt. Maar wat nu gebeurt – wéér honderd miljard garantie – is een politiek van appeasement, van toegeven in de hoop dat het beter gaat. Maar op deze manier wordt het alleen maar erger.’ De reactie in Brussel is nu: er moeten versneld een bankunie en een politieke unie komen. ‘Dat kan. Misschien helpt zo’n bankunie tegen het kapot speculeren van de banken binnen Europa. Maar als we niks fundamenteels tegen de financiële markten doen, wordt straks misschien Brazilië kapot gespeculeerd. Daar kun je alleen iets aan doen door de financiële markten te temmen met heel strenge regelgeving. Als alle landen zeggen: de pensioenfondsen speculeren niet meer mee op die markten, maar investeren in solide projecten: woningbouw, de zorg, dan halen ze misschien geen rendement van twaalf procent per jaar, maar is de kans op ongelukken ook veel kleiner. Zulke oplossingen zijn heel reëel.’ En de politieke unie in Europa, waar Duitsland voor pleit? ‘Op papier is dat misschien een goed idee, maar onder de bevolkingen van alle Europese landen is er nog niet het begin van overeenstemming over. Extreem federalisme kan ook een enorm nationalisme oproepen.’ Hoe moet het dan wel verder met Europa? ‘We moeten beginnen bij de kern van het probleem. Het echte probleem is de deregulering van de financiële markten sinds de jaren tachtig. Als dat niet wordt aangepakt, is alles wat we ver-

40 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


der doen niet meer dan een noodverband. Het was een geweldige ingeving om kort na de Tweede Wereldoorlog de EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, red.) op te richten, om de economieën van Duitsland en Frankrijk met elkaar te verknopen. Het Wirtschaftswunder in Duitsland was een voorbeeld voor iedereen: er was volledige werkgelegenheid, de winsten werden afgeroomd, de vakbonden speelden een grote

‘Waarom zou je als je toevallig een politieke functie hebt gekregen, veel moeten verdienen?’ rol, de sociale markteconomie was een prachtig model. Van daaruit had Europa rustig in kleine stapjes verder kunnen werken aan de Europese eenwording. Maar in plaats daarvan werd er vanaf het begin van de jaren tachtig onder invloed van Reagan en Thatcher gewerkt aan één ongebreidelde economische macht. Mijn overtuiging is dat Europa moet staan voor vrede, veiligheid en welvaart voor iedereen, op basis van een sociale markteconomie. Dat model moeten we in ere herstellen. Dat is een kwestie van politieke wil.’ Critici zeggen: de SP is tegen Europa. ‘Dat is niet waar. Wij zijn voor een ander Europa, een socialer Europa. En wij zeggen: als je te hard vooruit wilt met de Europese eenwording, roep je nationalisme en xenofobie op. Zie de rechtse populisten van Jobbik in Hongarije, Le Pen in Frankrijk, Geert Wilders in Nederland. Je moet de bevolking wel meekrijgen.’ Helaas wordt de SP in hetzelfde anti-Europese kamp ingedeeld als de PVV. ‘Door de politieke elite, niet door de bevolking. De gewone kiezers stemmen niet op de SP omdat we anti-Europees zouden zijn, maar omdat ze Emile Roemer een goeie vent vinden en de SP een sociale partij.’ De SP heeft een grote campagne tegen de Europese Grondwet georganiseerd. Daarmee wakkerde u het anti-Europese sentiment aan waar Wilders van profiteert. Diezelfde boze kiezers stemmen op de SP. Zij het misschien om de verkeerde redenen. ‘Ik denk het niet. We doen voortdurend kiezersonderzoek. Daar blijkt telkens weer uit dat verreweg de meeste mensen – ook degenen die eerder PVV hebben gestemd – voor de SP kiezen, omdat wij opkomen voor de mensen die het minder getroffen hebben. Niet omdat wij tegen Europa zouden zijn.’ Alexander Pechtold heeft gezegd dat het linkse populisme gevaarlijker is dan het rechtse. Hij noemde het economisch populisme van de SP ‘tegen het politiek-misdadige aan’.

‘Hij geeft er alleen geen argumenten bij. Pechtold roept wat zijn deel van het electoraat wil horen. Dat is het populisme van het radicale midden.’ Pechtold zegt dat radicale hervormingen van zaken als het ontslagrecht, de aow en de pensioenen nodig zijn om de verzorgingsstaat op den duur overeind te houden. Hij zegt: partijen die dat ontkennen, zoals de SP, draaien de kiezers een rad voor ogen. ‘Hervormen om het hervormen heeft geen enkele zin. De hervorming van het ontslagrecht is bijvoorbeeld een fetisj geworden. De premissen zijn veranderd. Veel wetenschappers zeggen de laatste tijd: versoepeling van het ontslagrecht heeft alleen maar tot gevolg dat oudere werknemers makkelijker ontslagen worden, en dat werknemers minder betrokken zijn bij de organisaties waar ze werken. Dat is uiteindelijk in niemands belang. Als Pechtold daar een steekhoudend antwoord op zou hebben, zou ik het graag bestuderen.’ Binnen de SP bestaat de regel dat bestuurders en politici een aanzienlijk deel van hun salaris afdragen aan de partij. Als het rommelt in de partij, gaat het altijd over lokale SP’ers die zich tegen de verplichte afdracht verzetten. Is die regeling op den duur wel vol te houden? ‘Een heel grote meerderheid van de partij is voor de afdrachtregeling. Het is een kwestie van eenvoudige solidariteit, je hoeft niet alles in je eigen zak te steken. Er zijn in de afdelingen altijd wel tien of vijftien mensen die er moeite mee hebben. De media springen daar altijd meteen bovenop. Maar dan zeggen wij: afspraak is afspraak. Ik ben opgegroeid in Brabant, en ik woon er nog steeds. In de jaren vijftig en zestig waren missionarissen als Peerke Donders daar nog helden. Die deden geweldig zwaar werk in ontwikkelingslanden, ze kregen er niks voor, en als ze ziek werden, gingen ze dood. Helden waren ze. Waarom zouden we nu dan een dik salaris moeten krijgen als we ons inzetten voor de partij? Er zijn talloze vrijwilligers die keihard werken voor de SP. Waarom zou je als je toevallig een politieke functie hebt gekregen, wel veel moeten verdienen? Van het geld dat de partij overhoudt aan de afdrachtregeling, kunnen we weer heel veel goede dingen doen. Het gaat niet zonder onbaatzuchtigheid.’ Als algemeen secretaris heeft u vaak moeilijke gesprekken moeten voeren met SP’ers die bijvoorbeeld problemen hadden met de afdrachtregeling, die zich gemangeld voelden door de partij. Werd uw geweten daar wel eens bij op de proef gesteld? ‘Als ik moet bemiddelen bij conflicten met mensen die moeite hebben met de afspraken, maar wel lid willen blijven van de SP, is mijn natuurlijke neiging samen een uitweg te vinden, om kool en geit te sparen. Maar als het erop aan komt, kun je niet zeggen: in jouw geval gelden de regels niet. Onze hele partij is gebouwd op het principe: afspraak is afspraak. Als ik daar uitzonderingen op ga maken, pleeg ik verraad aan de anderen. Het is moeilijk, maar in zulke gevallen moet je toch doen wat eerlijk is, niet wat beter uitkomt.’ «

Thijs Broer is politiek redacteur van Vrij Nederland

41 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


» MET ALLE LIEFDE portretten van gedreven mensen

'Deze kinderen vergen een aparte aanpak' Tekst: Nicoline Maarschalk Meijer Fotografie: Maarten Albrecht

Wim Riphagen (68) uit Amersfoort rijdt al acht jaar schoolkinderen op en neer van huis naar het speciaal onderwijs. Een moordbaan, vindt hij. Dankbaar werk. Lang geleden had hij al eens tegen zijn vrouw gezegd: ‘Dat zou ik nou leuk vinden om te doen.’

T

oen hij op zijn zestigste als verwarmingsreparateur met de vut ging, greep hij onmiddellijk zijn kans. ‘Het zijn kinderen met een handvatje, zoals ik altijd zeg. Dat vergt een heel aparte aanpak: deze kinderen zijn niet achterlijk, maar gedragsgestoord, dus ze proberen je uit. Bij mij lukt dat alleen niet!’ Riphagen, veertig jaar een fervent voetballer, is de rust zelve. ‘Er zijn chauffeurs die zich geen raad weten met deze kinderen, maar als ik ze rijd, lopen ze met me weg. Ik merk het altijd aan het eind van het schooljaar, dan krijg ik vaak een attentie van de ouders, terwijl sommigen niks krijgen. Soms krijg ik nog nieuwjaarskaarten van kinderen die ik al vier jaar niet meer rijd.’ Toch doet hij echt niets bijzonders, zegt Riphagen. ‘Maar er zijn wel regels in de bus: niet eten, niet drinken en in de gordel zitten, daar valt niet aan te tornen. Goedemorgen zeggen als ze instappen.’ Ook geeft hij duidelijk grenzen aan. ‘Ik houd er niet van als ze elkaar voor rotte vis uitmaken. Dat wil ik in de bus

niet hebben. Kinderen kunnen heel hard zijn onderling en dat geldt eens te meer bij deze kinderen. Ze hebben geen idee wat ze eigenlijk zeggen.’ Vooral rond Kerstmis, zegt Riphagen, is er geen land met ze te bezeilen. ‘Maar als er problemen zijn, los ik het zelf met de ouders op. Tot op heden is dat altijd gelukt! Ik kan ook naar de baas gaan, maar die kent de situatie niet.’ Hij let erop dat hij met álle ouders gaat praten. ‘Dat is het eerlijkst, want er zijn altijd een paar kinderen bij betrokken en je ziet niet altijd precies wat er achter je stoel gebeurt.’ Volgens Riphagen hebben stille kinderen het vaak moeilijk. ‘Die zijn al gauw de pispaal. Daarom is het belangrijk hoe je de kinderen neerzet. Er zijn er die elkaar altijd moeten stompen of knijpen. Die moeten dus niet voor, achter of naast elkaar.’ Hij kijkt het aan, ieder schooljaar weer. ‘Dan weet je al gauw wie je bij wie moet zetten. Rust en regelmaat is belangrijk voor de kinderen.’ En consequent zijn. ‘Ze moeten weten waar ze aan toe zijn. Bij het bedrijf waar ik werk, hebben alle kinderen een vaste chauffeur. Als we een week voor de grote vakantie de nieuwe route krijgen, gaan we even kennismaken met de ouders. Je maakt even een praatje, dan weet je van tevoren wat je aan elkaar hebt.’ Het stemt Riphagen verdrietig dat er ook in het gehandicaptenvervoer zo’n hevige prijsconcurrentie is losgebarsten. ‘Soms moet er opnieuw worden ingeschreven en duikt een gelukszoeker onder de prijs. Zie je iedere drie maanden weer een nieuwe herintreder met die bus rondrijden. Dat gaat ten koste van de kinderen en dat vind ik echt heel erg.’

48 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


‘Voor de nieuwe route begint, ga ik even kennismaken’

49 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


BOEKEN & BUNDELS Besprekingen van proza en poĂŤzie

Met de kennis van toen

Vergeten Koninkrijken

Rutger Bregman

p.59

p.60

p.62

p.63

p.66

p.65

p.64

Norman Davies

Simone van der Zee

Julia Franck

Simon Baron-Cohen

Het Staatshotel Nul empathie

David van Reybrouck en Peter Vermeersch

Rug aan rug Jan Lauwereyns

Neem bijvoorbeeld graniet

De willekeur


» GESIGNALEERD

BEKRITISEREN VAN HET BESTAANDE Thomas von der Dunk

Met de kennis van toen. Actuele problemen in het licht van de geschiedenis van Rutger Bregman is een bundel van met vlotte pen geschreven, korte opstellen over een zeer breed scala aan actuele politieke thema's, die voor een deel al eerder in 2011 zijn verschenen in nrc.next en Het Parool.

Z

oals Bregman in zijn voorwoord stelt, vloeit zijn optreden in de pers en de publicatie van deze bundel voort uit ergernis over de afwezigheid van veel vakgenoten in het publieke debat, waardoor het speelveld te veel aan populistische kwakzalvers wordt overgelaten. Tevens keert hij zich tegen de fletsheid en ideeënloosheid in de Nederlandse politiek. Een stellingname die de vraag oproept of hij zelf concrete alternatieven voor de huidige praktijk aandraagt.

Keke Keukelaar

Dat is niet erg vaak het geval; het blijft meer bij het bekritiseren van het bestaande. Wat hij dienaangaande stelt, is meestal zinnig, maar zelden erg verrassend, wat mede te wijten is aan de beperkte (aan krantenformaat gebonden) lengte van de stukjes. Het tweede gevaar dat zo’n bundel bedreigt, is innerlijke tegenstrijdigheid. Omdat van een doorlopend betoog en dus van inhoudelijke afstemming van alle pagina’s op elkaar geen sprake is, kan

Rutger Bregman

een bewering in het ene stukje makkelijk haaks op die in een vorig stukje komen te staan.

Sympathiek is Bregmans pleidooi voor meer ideologische richting in de politiek Ook Bregman ontkomt niet altijd aan dat euvel. Zo stelt hij bijvoorbeeld dat de gelijkheid tussen man en vrouw niet aan onze joods-christelijke cultuur, maar aan de Verlichting is te danken. Verderop beweert hij daarentegen dat het idee van radicale gelijkheid van iedereen in de ogen van God het christendom essentieel van andere godsdiensten onderscheidt. Dat is allemaal niet per definitie onverenigbaar, maar moet dan wel aan elkaar gerelateerd worden. Laat nu bovendien ook net het raciale onderscheid tussen blank en zwart in het verleden vaak met behulp van Noachs zonen bijbels zijn gelegitimeerd. Sympathiek is Bregmans pleidooi voor meer ideologische richting in de politiek, in plaats van het huidige stuurloze gemodder, maar hij schiet tekort bij het beantwoorden van de vraag waarom dat maar niet wil lukken. De ervaringstwijfel heeft voor elk geloof in een maakbare toekomst inmiddels grote drempels opgeworpen. Vrijwel elk ideaal is door de praktijk onderuitgehaald, en tegen elk idee vallen inmiddels historische haalbaarheidsbezwaren in te brengen. De vraag waarom iets is zoals het is, hoe onwenselijk en onverstandig ook, laat Bregman te vaak liggen. Dat wreekt zich vooral bij zijn aanval op de PVV. Geen zinnig mens zal zijn oordeel over deze club bestrijden – maar hoe komt het dat die partij dan toch zoveel aanhang ver-

59 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

werft? Daar liggen wel degelijk reële angsten en problemen aan ten grondslag, die van alles met het verlies aan veiligheid door de nauw met Europa verbonden huidige neoliberale vorm van globalisering te maken hebben. Hoe terecht de auteur ook stelt dat Nederland zeer rijk is, de onvrede stoelt op begrijpelijke vrees voor achteruitgang, die als gevolg van de snelle mondiale machtsverschuivingen door de kredietcrisis zeer actueel geworden is. Opvallend genoeg laat Bregman dat thema geheel links liggen. Überhaupt heeft Bregman weinig oog voor psychologische, mentale en culturele factoren, en de afstand die daardoor tussen papier en praktijk kan ontstaan. In dat opzicht is zijn kijk op de Turkse EU-lidmaatschapskwestie – de formele Kopenhagencriteria volstaan – in zijn eendimensionaliteit symptomatisch: de Europese Unie als niet meer dan een pragmatische verbintenis van belangen, waar zij in de praktijk ook als rechtsgemeenschap functioneert en dus ook een waardegemeenschap moet zijn. Als het om de Nederlandse rechtsstaat gaat, onderschat hij de sluipende verloedering door de aanpassingsbereidheid van opportunistische Rutte-politici. Zoals hij ook, bij de mogelijke relatie tussen Wilders’ denken en Breiviks handelen, het effect van de bewust ambivalente omgang met totale-oorlog-retoriek door de PVV onderschat. Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus en publicist

Met de kennis van toen. Actuele problemen in het licht van de geschiedenis Rutger Bregman De Bezige Bij, 2012


» UITGELICHT

VERGETEN EUROPESE KONINKRIJKEN Maarten Muns

Litva, Alt Clut en Tolosa zijn namen die vandaag de dag goed zouden passen in de fantasiewereld van The Lord of the Rings of de Amerikaanse hitserie Game of Thrones. Want wie weet er nog dat Litva ooit een van de grootste en machtigste koninkrijken van Oost-Europa was en grote delen van de Baltische staten, Polen, Oekraïne en Wit-Rusland omvatte? Of dat het Visigotische koninkrijk Tolosa in de zesde eeuw een machtsfactor van belang was in het gebied dat we tegenwoordig kennen als Frankrijk?

A Daniel Malak

ls dit soort namen u vreemd en volledig onbekend in de oren klinken, maakt u zich dan vooral geen zorgen. Zelfs historici hebben maar al te vaak de neiging om over het Europese verleden te denken en te schrijven als de geschiedenis van die landen die we vandaag de dag goed kennen. Er zijn boeken vol geschreven over de geschie-

Norman Davies

denis van Duitsland, Engeland, Frankrijk en Rusland. Maar dit zijn slechts de politieke entiteiten die toevallig op dit moment in Europa de trom slaan. Hoe zit het met al die staten en koninkrijken die ooit groot en machtig waren, maar op een zeker moment roemloos ten onder zijn gegaan? Ze vormen wat de Britse historicus Norman Davies ‘halfvergeten Europa’ noemt, en door ze te negeren, zouden we wel eens een belangrijke denkfout kunnen maken. Lang geleden beschreef Aristoteles de staat als een ‘levend organisme’ en de mens als een ‘politiek dier’. Van deze vergelijkingen bestaan natuurlijk verschillende interpretaties, maar een ervan is wellicht dat de klassieke filosoof de staat zag als iets dat evenals de mens een cyclus van geboorte, leven en sterven doormaakt. De Franse filosoof Rousseau schreef dat ‘niets wat door stervelingen gemaakt is, ooit onsterfelijk kan zijn’. In ieder geval volgens Davies geldt dit voor hedendaagse staten. Hij weet het zeker: of het nu door implosie, fusie of opheffing gebeurt, ooit zullen de nu zo stabiel lijkende moderne Europese staten ook verdwenen zijn, evenals de vijftien illustere koninkrijken, die hij in zijn laatste boek Vergeten koninkrijken beschrijft. De reeds gepensioneerde Davies lijkt de uitgelezen man om deze taak op zich te nemen. De historicus van Welshe origine weet als geen ander dat de Britse eilanden veel meer zijn dan alleen een geschiedenis van het huidige Verenigd Koninkrijk. Eerder schreef hij er al eens een geschiedenis over met de veelzeggende titel The Islands. Een soortgelijke aanpak koos hij in Gods Playground, waarin hij de rijke geschiedenis van zijn speciale interessegebied Polen onder de

60 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

loep nam. In het overzichtswerk Europe beschreef Davies de complete continentale geschiedenis ‘van Minos tot Margareth Thatcher’. Davies gaat voor een aanpak in de breedte, waarbij hij de hedendaagse grootmachten geenszins een bijzondere positie in de geschiedenis gunt.

Aristoteles zag de staat als iets dat evenals de mens een cyclus van geboorte, leven en sterven doormaakt

In Vergeten koninkrijken beschrijft Davies door hem persoonlijk geselecteerde verlorengegane staten en koninkrijken in vijftien keurig afgebakende hoofdstukken, die uitstekend los van elkaar te lezen zijn. Dat is maar goed ook, want na één hoofdstuk op een avond heb je wel even genoeg. Hoewel hij merkbaar zijn best doet om bij de grote lijnen te blijven, zijn de vele details over koningen, huwelijken en veldslagen nu eenmaal niet altijd even onderhoudend. De opsommingen van het wel en wee van de vroege Frankische heersers van de verschillende Bourgondische koninkrijken zijn ronduit saai te noemen. Interessanter is zijn hoofdstuk over Galicië, een historisch gebied dat tussen 1773 en 1918 een van de kroonlanden was binnen het Habsburgse Rijk. Het lag in het grensgebied tussen het moderne Polen en Oekraïne. Gezien zijn bijzondere interesse in dit gebied bezocht Davies de landstreek meerdere malen zelf. Tijdens zijn bezoeken ging hij op zoek naar hoe het


historische Galicië nog leeft in het collectieve geheugen van de lokale bevolking. Galicië was een kunstmatige creatie, bestaande uit twee vroegere hertogdommen: Halicz (Galicië) en Volodymyr (Lodomerië). Binnen het Habsburgse Rijk lag het gebied ver van het rijke Wenen en dicht bij de onrustige noordgrens. Het droeg dan wel het prestigieuze predicaat ‘kroonland’, het was een arm en achtergesteld gebied. Het leven was er zwaar en onzeker. Dat zorgde voor een macaber gevoel voor humor. Sommige Galiciërs doopten hun eigen koninkrijk om in Golicië en Glodomerië, Oekraïens voor ‘koninkrijk van de naakten en de hongerigen’. De combinatie van dergelijke anekdotes met het verslag van Davies’ eigen ontdekkingsreis door de westelijke Oekraïne maakt het hoofdstuk over Galicië veel boeiender dan bijvoorbeeld dat over oudere koninkrijken als Tolosa of Bourgondië. Over die landen is nu eenmaal minder bekend, dus staat Davies zichzelf toe datgene wat bekend is, zoveel mogelijk op te sommen. Voor Davies is het wellicht een onbedoelde ironie, maar zijn verhalen over min of meer ‘bekende’ koninkrijken zijn over het algemeen interessanter dan die over voor veel mensen volstrekt onbekende landen. Zo is het hoofdstuk over Borussia, het historische Pruisen, bijvoorbeeld fascinerend. Het koninkrijk Pruisen, dat als ‘derderangs macht’ sinds de Middeleeuwen een onopvallend bestaan leidde in het huidige Oost-Polen en rond het Russische Kaliningrad (Koningsbergen), fuseerde in 1701 met Brandenburg, het gebied waarin de stad Berlijn ligt, en zou binnen enkele generaties een van de

machtigste staten van Europa worden. Inderdaad, toen in 1806 het Heilig Roomse Rijk ophield te bestaan, wist de ‘ijzeren kanselier’ Otto von Bismarck door zijn slimme combinatie van diplomatie en oorlog een groot deel van de Duitse landen onder zich te verenigen. In 1871 werd de Pruisische koning zelfs de eerste keizer van het nieuwe Duitse keizerrijk.

Davies ging op zoek naar hoe het historische Galicië nog leeft in het collectieve geheugen van de lokale bevolking Pruisen en Brandenburg kennen van oudsher een sterk militaristische traditie. Davies stoort zich eraan dat dit militarisme ‘tot zeer recent’ genoemd werd als een van de onderliggende oorzaken van de zogenaamde Duitse Sonderweg, letterlijk een ‘speciaal pad’ in de geschiedenis. Dat speciale pad zou in de twintigste eeuw niet leiden tot een liberale democratie maar tot een totalitair, oorlogszuchtig nazirijk. Davies wijst erop dat de ontwikkeling van het Pruisische militair-industriële complex vooral een reactie is op het militarisme van het Russische tsarenrijk. Op zich terecht, maar de Sonderwegdiscussie werd vooral in de jaren zeventig en tachtig gevoerd, en wordt op dit moment nauwelijks meer serieus genomen. Hoewel de titel van het boek anders doet vermoeden, zijn niet alle gevallen die Davies beschrijft, daadwerkelijk koninkrijken. Zo beschrijft Davies in het laatste hoofdstuk de merkwaardige verdwijning van de Sovjet-Unie. Eind jaren tachtig verwachtte niemand dat het giganti-

61 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

sche rijk ooit ten onder zou gaan, maar in 1991 was het ineens over. Implosie, waarbij een land uiteenvalt en alleen een kerngebied overblijft, bleek onvermijdelijk. Ook noemt Davies nog verovering, fusie, opheffing en ‘kindersterfte’ als redenen waardoor staten kunnen verdwijnen. Zijn selectie van landen die hij bespreekt, lijkt op het eerste gezicht willekeurig, maar allemaal zijn ze ooit op een van deze manieren ten onder gegaan, met KarpatoOekraïne als sprekend voorbeeld van het laatste: het republiekje bestond slechts één dag. Zo nu en dan verschijnt er weer eens een boek over koken met ‘vergeten groenten’. Veel van deze groenten zijn echter terecht vergeten, simpelweg omdat ze niet lekker zijn en er tegenwoordig smakelijkere alternatieven te verkrijgen zijn. Sommige passages – niet alles – uit Vergeten koninkrijken doen hieraan denken. Er zullen wellicht betere manieren zijn om te illustreren dat staten, hoe stabiel ze ook lijken, ten onder kunnen en zullen gaan. Het werk van Davies is dan ook geen bijzonder grote eyeopener. Liefhebbers van kronkelige zijpaden en mislukte experimenten – de Europese geschiedenis is er vol van – zullen niettemin zeer goed aan hun trekken komen.

Vergeten koninkrijken. Een verborgen geschiedenis van Europa Norman Davies De Bezige Bij, oktober 2012


» GESIGNALEERD

DE WAARHEID OVER GEVANGENISSTRAF Sharon Gesthuizen

Het Staatshotel van jurist en criminoloog Simone van der Zee heeft iets van een standaardwerk over het nut van gevangenisstraffen. In de maatschappelijke en politieke discussie over dit onderwerp is minder en minder sprake van nuancering en logica. Wie dit boek leest, komt daar achter.

V

an der Zee onderbouwt haar werk met niets anders dan feiten; regelmatig afgewisseld met een vraag om aan te geven dat ook de wetenschap soms in het duister tast. Ze redeneert niet vanuit gevoel, maar gaat uit van de kracht van het bewijs. Hoe effectief is gevangenisstraf? Hoeveel levert de inspanning die wordt geleverd door politie, Openbaar Ministerie, rechtspraak en gevangenispersoneel, de maatschappij op? En wat kost het de samenleving – en de gestrafte?

Liesbeth Kuipers

Om een goed debat te kunnen voeren over gevangenisstraf, moet er allereerst een brug worden gebouwd tussen het gevoel van rechtvaardigheid en de kennis over zulke vraagstukken. Dit doet Van der Zee door in de huid van de daders te kruipen. Het boek leest daardoor op een aantal plekken als een spannende roman.

Dat het om feiten gaat – de verhalen zijn allemaal werkelijk gebeurd – maakt dat je versteld staat van de hardheid waarmee de wetsovertreders hun delicten begaan. Ze denken niet na over wat hun handelen voor de slachtoffers betekent of zijn door hun toestand niet in staat zich te verplaatsen in de ander. Zulke hardheid stemt triest. En triestheid heeft vaak tot gevolg dat we maar liever niet meer met de zaak bezig zijn. Maar Van der Zee neemt ons verder mee, diep de krochten in van alle procedures en maatregelen. Dat de meeste daders in het boek schuldig zijn, staat buiten kijf. En dat zij gevaarlijk kunnen zijn voor hun medemensen, wordt evenmin ter discussie gesteld. De centrale thema’s van het boek vormen de achtergrond, de geestelijke vermogens en het toekomstperspectief van de dader, en de daaruit volgende effectiviteit van gevangenisstraf. Wat doet de straf met deze gedetineerden? Voor wie geldt dat hij of zij daarmee een gepaste straf krijgt? Een straf die recht doet aan het leed van slachtoffers en nabestaanden; die de dader laat boeten, maar hem of haar daarmee ook de goede kant op stuurt. We willen dat gedetineerden bedenken: ‘Dit was eens maar nooit weer’ of op zijn minst: ‘Dit was echt de laatste keer.’ Dat Van der Zee daarbij veel oog heeft voor het klimaat in de gevangenissen, is niet zo gek. Ook de meeste politici weten dat de bajes vaak fungeert als hogeschool voor criminaliteit. Maar bovenal geeft Het Staatshotel inzicht in de wetenschappelijke kennis die er is over hoe deze gemiddelde hoofdpersonen reageren op gevangenisstraf.

Simone van der Zee

De conclusies zijn keihard: voor het geld dat we neertellen om onze gevangenissen te laten draaien, krijgen we maar bitter weinig aan veiligheid terug. Alleen voor de duur van de detentie is de samenleving verlost van de activiteiten van de misda-

62 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

digers. Slechts in een van de zeven gevallen uit het boek komt een gedetineerde tot inkeer en is, hoewel volgens Van der Zee niet met volledige zekerheid, een relatie tussen zijn verbeterde houding en de detentie te leggen. En dat was een vorm van detentie die werk maakt van het aanpakken van de verslavings- en andere problematiek van daders: het instituut voor stelselmatige daders (ISD-maatregel).

Van der Zee neemt ons mee, diep de krochten in van alle procedures en maatregelen Van der Zee legt de vinger op de zere plek. De huidige manier van straffen zorgt ervoor dat vrijwel alle kansen om van daders betere burgers te maken, worden gemist. Van der Zee eindigt haar verhaal met het benoemen van ‘niet-officiële’ doelen van gevangenisstraf. Die straf wordt volgens haar misbruikt om grotere problemen, zoals de sociale tweedeling, uit de weg te gaan. Een waardevolle constatering die ook in de politiek aandacht verdient. Het enige wat ik in het boek miste, was aandacht voor witteboordencriminaliteit. Maar ja, die daders zitten dan ook nauwelijks in de bak. Sharon Gesthuizen is woordvoerder economische zaken en justitie voor de sp in de Tweede Kamer.

Het Staatshotel Simone van der Zee Uitgeverij De Geus, 2012


» GESIGNALEERD

DE MENSELIJKE WREEDHEID Colet van der Ven

Hij kan het zich haarscherp herinneren. Het verhaal van zijn vader over de ontmoeting met de moeder van een vriendinnetje. Tot zijn ontzetting zag hij dat de handen van mevrouw Goldblatt omgekeerd zaten. Nazi-wetenschappers hadden ze afgehakt, verwisseld en vervolgens weer zo vastgenaaid dat haar duimen aan de buitenkant zaten en haar pinken aan de binnenkant. Met deze morbide anekdote opent Nul empathie. Een theorie van menselijke wreedheid, het jongste boek van Simon Baron-Cohen, hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie aan de Universiteit van Cambridge.

A

Andy Miah

ls kind kon hij de paradox dat mensen medemensen als objecten behandelen, niet bevatten, als psycholoog maakte hij er zijn missie van om die paradox te doorgronden door zich decennialang te verdiepen in het fenomeen empathie. Daarbij zet hij in dit boek hoog in. Zijn hoofddoel is ‘de menselijke wreedheid te begrijpen door het onwetenschappelijke begrip kwaad te vervangen door empathie’. Ook wil hij het debat over de oorzaken van het kwaad een nieuwe impuls geven ‘door het te verplaatsen van het domein van de religie naar dat van de sociale en levenswetenschappen’.

Simon Baron-Cohen

Onwetenschappelijke term? Weghalen uit het domein van de religie? Is het Baron-Cohen ontgaan dat alleen al de laatste vijftig jaar wereldwijd tienduizenden titels zijn verschenen vanuit antropologische, sociologische, psychologische, psychiatrische en journalistieke hoek over het kwaad? Met name het fenomeen empathie mag zich het laatste decennium in een groeiende belangstelling verheugen, en terecht. Het is een fascinerend onderwerp en een belangrijke sleutel tot begrip van de menselijke wreedheid. Ik heb het boek dan ook moeiteloos uitgelezen, en er verschillende waardevolle inzichten aan overgehouden. Zoals de indeling in cognitieve en affectieve empathie, waarbij het eerste staat voor het vermogen te herkennen wat iemand denkt of voelt, en het tweede voor het talent daar op passende wijze op te reageren.

Baron-Cohen maakt onderscheid tussen tijdelijk uitvallende en blijvend gestoorde empathie

Empathiestoornissen zijn er in soorten en maten. Zo is er bij psychopaten, maar ook bij de zogenaamde snakes in suit in het bedrijfsleven sprake van een kortsluiting op het affectieve, maar niet op het cognitieve vlak. Bij een borderliner daarentegen zijn beide vormen aangetast. Ook helder vind ik zijn onderscheid tussen tijdelijk uitvallende empathie – zoals we die allemaal kennen in momenten van stress of angst – en blijvend gestoorde empathie. Ten slotte lijkt me ook zijn oproep om de empathiestoornis in al haar varianten op te nemen in de DSM5, de classificatie-bijbel voor psychiatrische aandoeningen, behartigenswaardig. Nu wordt gedrag dat met een empathisch te-

63 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012

kort samenhangt, vaak niet als zodanig herkend en gediagnosticeerd. Jammer alleen dat Baron-Cohen niet de tijd heeft genomen om zijn inzichten te structureren en zijn taal te stileren. Het lijkt alsof hij een nietje door een pak colleges heeft gejaagd, en de uitgever dat pak vervolgens ongezien heeft doorgestuurd naar de drukker. Dat leidt tot onnodige herhalingen en uitwijdingen, een onevenwichtige afwisseling van ‘op de hurken en highbrow’, maar – erger – ook tot inhoudelijke inconsequenties. Wanneer hij het heeft over de dodelijke oorlogen die chimpansees voeren om hun territorium uit te breiden, schrijft hij: ‘Dit soort wreedheid komt natuurlijk net zo goed voor bij andere soorten als de onze.’ Om te vervolgen: ‘Een voorbeeld van een ander verschil…’. Een ander verschil? Hij haalt de beroemde gehoorzaamheidsexperimenten aan van Van Asch, Milgram en Zimbardo, waaruit blijkt dat gewone mensen tot extreme wreedheden in staat zijn, omdat ze onder bepaalde condities hun empathie uitschakelen. Vervolgens verkondigt hij drie bladzijden later zonder blikken of blozen dat de meeste mensen níet tot extreme wreedheden in staat zijn, omdat zij over een (boven)gemiddelde empathie beschikken. Maar die schakelen ze toch uit onder bepaalde omstandigheden? Zo zijn er meer inhoudelijke slordigheden en dat is jammer. Dit boek had het rode potlood van een scherpzinnig redacteur verdiend.

Nul empathie. Een theorie van menselijke wreedheid Simon Baron-Cohen Uitgeverij Nieuwezijds, 2012


» NIEUWE POËZIE

Ingrid Jonker ‘Die kind wat doodgeskiet is deur soldate by Nyanga’. Dat gedicht van Ingrid Jonker (1933-1965) las Nelson Mandela bij de installatie van het eerste democratische parlement in 1994. In Zuid-Afrika is de waardering voor hoe ze de vinger wist te leggen op wat er speelde in haar land, nog altijd groeiende. Haar werk is bovendien veelvuldig vertaald en haar tragische leven was aanleiding voor films, documentaires en theaterstukken. Voor deze editie van Nieuwe Liefde magazine vertaalde Ena Jansen een aantal niet eerder in het Nederlands verschenen gedichten.

Gistraand

Gisteravond

gistraand in jou arms by die perdeskoen maan pluk ons ’n klawer met vier blare aan

Gisteravond in je armen bij de hoefijzermaan plukken we een klavertje met vier blaadjes eraan

vandag bly ek staan op die werf by die blik my hart agterdogtig soos ’n hoender wat pik

vandaag blijf ik staan op het erf bij het blik mijn hart achterdochtig als een kip die daar pikt

aan een korrel ’n klip wat skeur deur die hange die liefde’s niks anders as die verlange

naar een korrel een rots die stort langs de hangen de liefde is niets anders dan het verlangen

68 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Herwonne land

Herwonnen land

Ek het jou herwin van die see en waar die stormwaters was die aarde aan jou teruggegee

Ik heb je herwonnen op de zee en daar bij de stormwaters de aarde aan je teruggegeven

saad van my begeerte son van my woord wat bome plant in jou vore teen die kus van die dood

zaad van mijn begeerte zon van mijn woord die bomen planten in je voren aan de kust van de dood

Ek het ’n hemel bo jou gerond fondamente laat sak en ’n stad laat bloei uit jou grond

Ik heb een hemel boven je gerond fundamenten laten zakken en een stad laten bloeien uit je grond

Ek het jou teruggegee aan die lug maar met die eerste sirenes van jou weggevlug

Ik heb je teruggegeven aan de lucht maar met de eerste sirenen ben ik van je weggevlucht

Wiegelied vir die beminde

Wiegelied voor de beminde

Tula tula jou lyfie gerol jou lammertjie slaap diep in sy wol tula tula

Stil maar stil maar je lijfje gerold je lammetje slaapt diep in z'n wol stil maar stil maar

September 1964

September 1964

69 » NIEUWE LIEFDE » SEPTEMBER 2012


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.