Agrarisch Magazine 2023

Page 1

TRENDS EN VERHALEN RICHTING 2023 TRENDS EN VERHALEN RICHTING 2023 AGRARISCH MAGAZINE LUBBERT VAN DELLEN ‘KIES EEN ROUTE, ANDERS VIS JE ACHTER HET NET’ JANINA VAN DER DRIFT ‘KALVERLIEFDEMELK' IN OPKOMST HIDDE BOERSMA ‘HUIDIGE DUURZAAMHEIDSFRAME DEUGT NIET’ Nummer 3 | December 2022
MAXIM ® 100FS • Uitmuntende knolbescherming voor pootgoed • Meer stengels, meer knollen • Precies zien waar de bescherming zit ALLE SEINEN OP VOOR DE KNOLBESCHERMING GROEN Syngenta Crop Protection B.V., Postbus 512, 4600 AM Bergen op Zoom. Tel. 0164 225 500, www.syngenta.nl. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor het gebruik eerst het etiket en de productinformatie. ®/TM Registered Trademark of a Syngenta Group Company.

Samen denken we verder

DeLaval wil melkveehouders helpen om op een duurzame en winstgevende manier melk te produceren. Daarom bieden wij niet slechts één type melksysteem, maar hebben wij verschillende typen. Dit betekent dat u het systeem krijgt wat bij u past!

Misschien wilt u melken met een automatisch melksysteem, maar misschien ook niet. Het mooie van onze aanpak is dat wij een systeem configureren dat bij u past.

MARIJN VAN THIEL 350 KOEIEN 6X DELAVAL VMS ™ V300 Een systeem ontworpen voor u Scan de QR-code en bekijk hoe we Marijn geholpen
bij zijn keuze Uw DeLaval dealer, altijd dichtbij: Leeuwarden, 058 2661555 www.wynsmamechanisatie.nl Sneek, 0515 417615 www.aspnoard.nl
hebben

HET JAAR VAN DE DUIDELIJKHEID

Een jaar geleden gingen we opnieuw met z’n allen in lockdown. Met de vrees dat dit de komende jaren nog vaker voor ging komen. Op dit moment is die gedachte ver weg. Het coronavirus waart nog wel rond, maar de maatschappij is weer volledig open.

Hoe anders is dat voor de agrarische sector. Na de afschaffing van het melkquotum in 2015 is die steeds verder op slot gegaan. Dat geldt vooral voor de veehouderijsectoren, maar sinds 2019, toen het stikstofdossier de sector echt parten ging spelen, heeft iedereen er last van.

Van vakbladen tot aan Hilversumse talkshowtafels, heel het land heeft zich daarbij over het perspectief voor de boer gebogen. Maar hoe wrang ook, van perspectief is momenteel nauwelijks sprake. Banken branden zich amper tot niet aan financieringen. Zeker voor de veehouderij hebben zij, net als de hele agrarische sector, eerst duidelijkheid nodig hoe we echt verder gaan met het stikstofdossier. Voor de akkerbouw zijn de uitdagingen net zo goed enorm. Wat te denken van zaken als het 7e actieprogramma Nitraat, een heel nieuw GLB, CO2-reductie eisen en de Kaderrichtlijn water.

Gelukkig is dat niet het hele verhaal. Allereerst was 2022 ook het jaar van recordhoge voedselprijzen. Maatschappelijk brengt dat nu al de nodige problemen met zich mee, maar boeren als voedselproducenten profiteerden eindelijk eens van de aanhoudende krapte en zagen hun opbrengstprijzen door het plafond schieten. En hoewel de piek op de meeste terreinen wel voorbij lijkt, wijst alles erop dat veel opbrengstprijzen zeker in 2023 ook nog hoog blijven. Het is één van de zeven trends die we in deze nieuwjaarsglossy uitlichten.

En er gloort meer hoop. Die hoop uit zich in de persoon van Piet Adema als landbouwminister. Vanzelfsprekend niet omdat hij de sector gaat ‘redden’. Maar Adema bewijst in de eerste weken van zijn ambtstermijn dat hij de juiste snaren vaak weet te raken. Hij krijgt partijen aan tafel en kweekt geloof dat er komend jaar, mede vanuit het landbouwakkoord dat dit voorjaar moet verrijzen, eindelijk duidelijkheid komt. Duidelijkheid hoe we met het stikstofdossier verder gaan en welke ruimte de agrarische sector echt behoudt. Letterlijk en figuurlijk.

Als Adema daarin slaagt, wordt komend jaar het jaar van de duidelijkheid. En daarmee ook van perspectief voor de sector als geheel.

Veel leesplezier en een inspirerend 2023 toegewenst.

4 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Voorwoord

INHOUD

6-7 8-9-10-11 13 14-15 16-17 19 20-21 22-23 24-25 26-27 28-29 31 32-33 34-35 36-37 39 40-41 43 44-45 46-47 48-49 50-51 53 54-55-56-57 62-63 64-65-66

TREND 1 2023: DE WOLF IS TERUG

‘KIES EEN ROUTE, ANDERS VIS JE ACHTER HET NET’

‘WIJ BIEDEN KANSEN, BOER GRIJP HET AAN’

‘GOEDE GENETICA BRENGT GELD OP’

TREND 2 2023: VOEDSEL IS WEER KOSTBAAR ‘BODEM GOED VOEREN IS TOPSPORT’ & ‘PROBEER OOK EENS EEN RITJE’

'PER SALDO BLIJFT ER MEER OVER' HANDEL IN CARBON CREDITS IN BOERENHANDEN ‘BOEREN KIEZEN STEEDS BEWUSTER IN HUN BEDRIJFSSTRATEGIE’

TREND 3 2023: ‘KALVERLIEFDEMELK’ IN OPKOMST

GREENINCLUSIVE ZOEKT VEZELHENNEPTELERS

RUN OP KLEINE BOERENERFTURBINES

TREND 4 2023: AKKER ALS ZOETWATERBASSIN

PIET DE BOER GAAT VOOR GLB-GOUD

‘FRIESLANDCAMPINA PAST IN ALLES BIJ ONS’

RAILSYSTEEM OP SLEUFSILO’S IN TREK & ONLINE BOEKHOUDEN IS DE TOEKOMST

TREND 5 2023: VLINDERBLOEMIGE TEELTEN MEER EN MEER IN TREK

SAMEN STERKER RICHTING GROEN GAS

‘WIJ WORDEN EEN ONE STOP SHOP’

TREND 6 2023: SILVOPASTURE KOMT NAAR NEDERLAND

‘NEEM ZELF HET HEFT IN HANDEN, MAAK ZELF EEN PLAN’

‘LICENSE TO PRODUCE CREËER JE DOOR TE BEWEGEN’

‘AFVOER LANDBOUWPLASTIC KAN 30% GOEDKOPER’

‘HUIDIGE DUURZAAMHEIDSFRAME DEUGT NIET’

TREND 7 2023: DE BOER ALS KNUFFELBEER

AGRO GOED VOOR 14% WERK IN NOORD-NEDERLAND

COLOFON

Dit magazine is een uitgave van Persbureau Langs de Melkweg Adres uitgever: Persbureau Langs de Melkweg, Lorentzstraat 21-A, 8606 JP Sneek Telefoon: 0515-429876

E-mail: redactie@langsdemelkweg.nl

Redactie: Sjoerd Hofstee en Jelle Feenstra Teksten: Bouke Poelsma, Sanne Postma, Peter van Houweling, Jelle Feenstra en Sjoerd Hofstee Fotografie: Niels de Vries, Landpixel, Rens Hooyenga, Marcel van Kammen, Niels van der Boom, Het Hooge Noorden/ Jaap Schaaf, Marga van der Meer, Bouke Poelsma, Peter van Houweling, Ruben Meijerink, Paul de Graaff, Willem van Leuveren & eigen foto’s

Vormgeving: Houssam Diab Druk: Senefelder Misset Doetinchem

Verspreiding: Dit magazine is door PostNL verspreid onder melkveehouders, akkerbouwers en agribusiness in Drenthe, Groningen, Friesland, Noordoostpolder, Kop van Noord-Holland en de Kop van Overijssel.

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden nadrukkelijk voorbehouden. Deze rechten behoren bij Persbureau Langs de Melkweg c.q de betreffende fotograaf. Artikelen uit deze uitgave mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt na schriftelijke toestemming van Persbureau Langs de Melkweg.

5 AGRARISCH MAGAZINE 2023

DE WOLF IS TERUG

De wolf is terug. En hoe! Het dier duikt inmiddels in verschillende provincies op en zorgt voor felle discussie, die Nederland behoorlijk in tweeën splijt. Voorstanders smullen van de terugkeer van komst van deze toppredator en noemen het een verrijking van de natuur en de biodiversiteit. ‘Niet de wolf moet weg, maar de mens moet zich maar aanpassen’, vinden ze. Tegenstanders wijzen op de letterlijk verscheurende rooftochten van het dier: niet zelden worden landbouwdieren aangevallen en dood aangetroffen. Veel boeren houden hun vee uit angst voor de wolf inmiddels op stal en voorspellen dat het een kwestie van tijd is dat er mensen worden aangevallen. De Partij voor de Dieren pleit voor speciale ’mensvrije’ gebieden komen waar wolven vrijuit kunnen foerageren. ‘Waanzin, in het dichtbevolkte Nederland is geen plek voor de wolf’, stellen tegenstanders. Het is een discussie die in 2023 ongetwijfeld een heet vervolg krijgt.

6 AGRARISCH MAGAZINE 2023
TREND1 2023
Foto: Marcel van Kammen
7 AGRARISCH MAGAZINE 2023

‘KIES EEN ROUTE, ANDERS VIS JE ACHTER HET NET’

‘Melk, energieproductie en CO₂-rechten zijn kansrijke verdienmodellen voor melkveebedrijven.’ Natuurbeheer ook? ‘Alleen als de overheid met goede langjarige afspraken en vergoedingen over de brug komt.’ Op de drempel naar 2023 geeft marktdirecteur agro Lubbert van Dellen van Flynth zijn visie op de actuele ontwikkelingen in de Nederlandse landbouwsector.

Lubbert van Dellen: ‘Als je de novemberbrieven van Piet Adema goed leest en samenvat, zie je eigenlijk maar twee duidelijke landbouwstromingen in de komende jaren. De ene is gericht op hoogproductieve, relatief intensieve bedrijven met veel hightech. De andere op extensieve bedrijfsvoering.'

8 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Interview
Foto’s: Marcel van Kammen

Lubbert van Dellen prikkelde zijn publiek – veelal wat oudere boeren van naam en faam – herhaaldelijk, die vrijdag de 2e december in het Fries Landbouwmuseum in Leeuwarden. Hij hield er op uitnodiging van het Lânboukundich Wurkferbân van de Fryske Akademy een inleiding over kansrijke verdienmodellen voor Friese boeren. En het knetterde flink nu en dan. Geen derogatie meer? ‘Dat zag je aankomen toch? Brussel heeft vaak genoeg gewaarschuwd en is de loze beloftes van Nederland spuugzat.’ De omvang van de veestapel geen probleem? ‘We roepen altijd dat er veel meer auto’s en mensen bij zijn gekomen en geen vee. Maar tussen 1950 en 1995 steeg aantal het varkens met 720%, het aantal kippen met 400% en het aantal koeien met 180%.’ Het perspectief voor de Nederlandse melkveehouderij? ‘Er is geen enkel perspectief.’ Hoog tijd voor een verdieping van zijn uitspraken, te beginnen met het perspectief.

Meen je dat nou serieus? ‘Ja, er is op dit moment geen enkel perspectief voor melkveehouders. Niemand die weet hoe het verder gaat met stikstof, bijna geen bank meer die nog iets wil financieren. Boeren weten niet meer wat wel en niet mag en als ze het vragen, krijgen ze geen antwoord. Omdat niemand het weet. Dat de regering met de sector tot een Landbouwakkoord probeert te komen, is goed. Daaruit kan straks weer perspectief komen. Maar op dit moment, nee.’

Wat moet er in het Landbouwakkoord staan om weer perspectief te krijgen?

‘In mijn ogen zijn dat drie zaken. Ten eerste moet er duidelijk in staan welke bijdrage aan ammoniakreductie van de industrie en mobiliteit wordt verwacht. Behandel die gelijk als de landbouw, dan geef je een duidelijk signaal dat iedereen aan de beurt komt en kun je eindelijk een keer verder. Geef daarbij ook duidelijk aan hoe de agrarische sector het ammoniakprobleem mag oplossen. De technieken zijn er om het stikstofprobleem op te lossen, maar dan moeten we het wel eens worden over de juiste aanpak. Tot nu toe zat de regering erg op de lijn dat de uitstoot van de industrie, de NOx, mag worden opgelost met technologie, maar dat de veehouderij vooral moet stoppen of minderen. Dat is scheef natuurlijk. In de laatste brieven van onze nieuwe landbouwminister Piet Adema zie ik daar wel wat kentering in komen. De lijn is nu 600 bedrijven dicht bij natuurgebieden proberen weg te krijgen en de rest regelen via management, techniek en innovatie. Maar zet dat alsjeblieft ook duidelijk in het Landbouwakkoord.’

Wat zijn de andere twee zaken die erin moeten staan? ‘De tweede is een duidelijke keuze welke richting je op gaat en wilt met de landbouw in Nederland. En de derde is dat de overheid dat dan ook goed faciliteert en boeren toegang geeft tot flankerend beleid. Om een voorbeeld te noemen: de regering zet in een flink deel van Nederland een route uit naar extensivering van melkvee- en akkerbouwbedrijven, maar geeft niet aan welke middelen, lees euro's, daarvoor beschikbaar zijn. Als je boeren wilt laten extensiveren en aan natuurbeheer en biodiversiteit wilt laten doen, dan moet je voor tien of twintig jaar goede afspraken maken en met langjarige vergoedingen over de brug komen. Anders is er geen bank die zo’n bedrijf gaat helpen met financieren.’

Vorig jaar was er veel oproer over die landkaart met gele en groene kleuren. Die kaart (zie pagina 10) deelt Nederland op in hoog- en laagproductieve landbouwgebieden. Die liet je opnieuw zien tijdens je presentatie in Leeuwarden. Waarom?

‘Omdat alles erop wijst dat die kaart wel degelijk de richting is die we op gaan. De landkaart laat zien hoe de overheid Nederland de komende twintig jaar wil gaan inkleuren. Alles wat donkergeel is, betekent ruim baan voor melkveehouderij en akkerbouw. De bedrijven in deze gebieden doen met moderne stallen en technologieën, die het milieu ontzien, volop mee op de wereldmarkt. Alles wat donkergroen is ingekleurd, is natuurgebied, daar vindt geen agrarische activiteit plaats. De twee kleuren er tussen in zijn lichtgeel en lichtgroen. De woorden zeggen het eigenlijk al: lichtgeel biedt plaats voor ‘light-versies’ van plantaardige of dierlijke productie, zeg maar extensievere vormen van akkerbouw en melkveehouderij. In lichtgroen domineert de natuur: boeren is er niet onmogelijk, maar staat wel voornamelijk in dienst van de natuur.’

Hoe gaat dat eruit zien?

‘De ruimte om redelijk onbeperkt te boeren – dus alles wat donkergeel is – ligt vooral in Noord-Nederland, de kustgebieden in het bijzonder. Verder in de Kop van Noord-Holland, Flevoland en Zeeland. Deze zogeheten hoogproductieve landbouwgebieden met melkveeen akkerbouwbedrijven beslaan in totaal zo’n 900.000 hectare. Naar verwachting 300.000 hectare krijgt de komende jaren de bestemming natuur, bufferzone, water of wonen. En dan resteert er een gebied van zo’n 600.000 hectare. Daar moeten melkveehouders en akkerbouwers hun productie overwegend ondergeschikt maken aan het leveren van diensten, zoals natuurbeheer, waterbeheer of recreatie. Ze kunnen natuurlijk ook kiezen voor bedrijfsverplaatsing of stoppen.’

Dus toch een soort van Agrarische Hoofdstructuur. ‘Toenmalig Wageningen UR-voorzitter Louise Fresco en voormalig LNV-minister Cees Veerman, maar ook mannen als Rudy Rabbinge, riepen het in 2019 al: Nederland heeft behoefte aan een Agrarische Hoofdstructuur (AHS). Wijs gebieden aan waar de landbouw ruimte krijgt voor verdere ontwikkeling en innovatie en maak ook duidelijk waar dat niet meer kan. Alle ruimtelijke ordenings-kaartjes die sindsdien zijn verschenen, zien er ongeveer zo uit als deze kaart en de novemberbrieven van landbouwminister Piet Adema duiden ook in die richting.’

Wat is jouw analyse van de brieven? ‘Als je de novemberbrieven van Piet Adema goed leest en samenvat, zie je eigenlijk maar twee duidelijke landbouwstromingen in de komende jaren. De ene is gericht op hoogproductieve, relatief intensieve bedrijven met veel hightech. En de andere is gericht op laagproductieve, extensievere bedrijven met ecosysteemdiensten. Het laat zich niet moeilijk raden waar de eerste categorie vooral wordt gesitueerd en waar de extensievere bedrijven hun plekje moeten vinden.’

Hoeveel melk blijven we dan uiteindelijk produceren in Nederland?

‘In de hoogproductieve gebieden is 550.000 hectare beschikbaar voor melkveehouderij. Tel daarbij eens 350.000 hectare akkerbouwgrond op dan kom je op 2,5 koe per hectare x 10.000 kilo melk. Dat is zo’n 12 miljard kilo melk. In de extensieve gebieden met laagproductieve melkveebedrijven kun je met 1 koe per hectare zo’n 2,5 miljard kilo melk produceren. Zo bekeken kun je nog steeds ruim 14 miljard kilo melk produceren.’

Denk je echt dat dat nog gaat lukken?

‘De minister schrijft in zijn brieven dat hij de technische mogelijkheden, om mest om te zetten in kunstmestvervangers, wil

9 AGRARISCH MAGAZINE 2023

benutten. Bij een stikstofnorm van 170 kilogram per hectare plus de mogelijkheid om mest als kunstmestvervangers in te zetten, kun je dat niveau zeker halen. Maar de uiteindelijke ruimte zal erg afhangen van de grondclaims per provincie. En ook hoeveel ruimte de minister melkveehouders geeft om akkerbouwgrond mee te rekenen in de grondgebondenheid. Ook het hanteren van een starre GVE-norm kan de ruimte behoorlijk beperken, dan komt het economische verdienmodel in de hoogproductieve gebieden onder druk. Dus het kan nog alle kanten op. Ik denk dat 2023 heel veel meer duidelijkheid gaat bieden inzake de opgaven voor grond, natuur en water.'

Blijft de melkprijs hoog?

‘We hebben jarenlang een situatie gehad dat het aanbod net iets hoger was dan de vraag. Met als gevolg een relatief lage melkprijs van rond de 35 cent. De vraag naar zuivel stijgt en het aanbod staat in vrijwel alle werelddelen onder druk. Alles wijst op een blijvende verschuiving naar een marktsituatie waarin de vraag minstens zo sterk is als het aanbod. Dat wil niet zeggen dat de melkprijs altijd op 62 cent blijft, maar structureel flink hoger dan het niveau dat we jaren hebben gekend, verwacht ik wel. Ik voorzie trouwens een soortgelijke ontwikkeling voor de pootaardappelen.’

Dat is goed nieuws.

‘Ja. Melkveehouders kunnen met de 62 cent van nu geen beter verdienmodel krijgen. Maar onderliggend vreet het ontbreken van perspectief aan boeren, daarom hoop ik echt dat er meer duidelijkheid over de richting komt als er een Landbouwakkoord ligt.’ ‘Naast melk zie ik goede kansen voor biogas, eventueel in combinatie

Strategisch denker

Lubbert van Dellen (47) is agrarisch bedrijfsadviseur en fiscalist. Hij was jarenlang het gezicht van Accon-avm. Sinds de overname door Flynth is hij marktdirecteur agro bij Flynth adviseurs en accountants. Van Dellen is gespecialiseerd in verdienmodellen van melkveebedrijven en wordt door bedrijven in de agrofood sector regelmatig ingeschakeld om te ondersteunen en mee te denken in strategische keuzes. Datzelfde geldt ook voor ministerie en provincies.

met mestbewerking. Nog niet zo lang geleden leverde 1 kuub gas 2 kWh aan stroom op, zo’n 80 cent. Nu levert 1 kuub gas afleveren als bioLNG of via een gasopwerkstation € 2,75 per kuub op. Als je de gereduceerde CO2-uitstoot middels een koolstofcertificaat ook nog kunt verwaarden, tel uit je winst. Ik ken melkveehouders die ondanks de hoge melkprijs op dit moment meer geld verdienen uit biogas dan uit melk.’

En natuurbeheer wordt dan het verdienmodel voor de boer in de extensievere gebieden?

‘Zo zou het moeten zijn. Maar dan zal de overheid zo langzamerhand wel een keer met langjarige afspraken en vergoedingen over de brug moeten komen. Zolang de euro’s voor agrarisch natuurbeheer niet goed geborgd zijn, ben ik daar erg wantrouwend over.'

Over CO₂-rechten gesproken, waar zit vooral het verdienmodel? Niet in de eerste plaats in opslag in gewassen, zei je in Leeuwarden. Hoe bedoel je dat precies?

‘Het organische stofgehalte van de Nederlandse bodems ligt mondiaal gezien al heel hoog. Volgens mij moet je het verdienmodel daarom juist meer zoeken in het reduceren van de uitstoot in het productieproces. Ik denk aan het grote verschil tussen een melkveehouder met hoge en lage graslandopbrengst. Of samen met een akkerbouwer tarwe telen in plaats van krachtvoer kopen, dan maak je forse klappen. Of een melkveehouder die met een biogasinstallatie de CO2-uitstoot op zijn bedrijf fors reduceert.'

Hoe lang blijft stikstof nog een probleem?

‘Ik denk dat daar in het beleid nog wel wat gaat veranderen (zie kader op pagina 11 over ammoniak). Maar stikstof is bijna een detail als je ziet wat er allemaal nog meer afkomt op de boeren. Afbouw van derogatie, het 7e actieprogramma Nitraatrichtlijn, een heel nieuw GLB, de Wet grondgebondenheid, de Kaderrichtlijn water, 55% reductie van CO2 in 2030, 50% reductie van stikstof in 2030. En kijk daarna eens naar de claim op grond die daar nog overheen komt. Boeren kunnen echt hun borst natmaken op basis van wat er allemaal nog aan zit te komen.’

Vind je dat de Nederlandse regering de derogatie heeft verkwanseld?

Deze landkaart laat in heel grove lijnen zien hoe de overheid Nederland de komende twintig jaar tien jaar wil gaan inkleuren. Alles was donkergeel is, betekent ruim baan voor melkveehouderij en akkerbouw. De bedrijven in deze gebieden doen met moderne stallen en technologieën, die het milieu ontzien, volop mee op de wereldmarkt. Alles wat donkergroen is ingekleurd, is natuurgebied, daar vindt geen agrarische activiteit plaats. De twee kleuren er tussen in zijn lichtgeel en lichtgroen. Hier zijn extensievere vormen van akkerbouw en melkveehouderij mogelijk, eventueel gecombineerd met natuurbeheer, waterbeheer of recreatie. In lichtgroen domineert de natuur: boeren is er niet onmogelijk, maar staat wel voornamelijk in dienst van de natuur.

‘Dat de derogatie er nu af gaat, slaat nergens op, vinden we allemaal. Maar misschien is het uit Brussels oogpunt juist wel heel begrijpelijk. Drie keer zijn we nu in Brussel geweest om nieuwe derogatie aan te vragen. Drie keer heeft Brussel gevraagd of we alsjeblieft de mestproductie naar beneden wilden brengen. Dat is ondanks beloftes niet of in onvoldoende mate gelukt. In Brussel zijn ze het inmiddels spuugzat dat we die beloftes niet nakomen, terwijl ons al ver voor 2015 is gevraagd om er iets aan te doen. Dus ja, zo raar is het

10 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Bron: LNV

helemaal niet dat we nu geen derogatie meer krijgen.’

Begrijp jij hoe Brussel denkt, wat ze daar nu precies wel en niet van ons willen?

‘Nederland is het enige land in de EU waar we op basis van vergunningen vee houden. In alle andere EU-landen wordt gekeken naar het aantal stuks vee gedeeld door het aantal hectares grond. Zolang dat in balans is, hoor je Brussel niet. Dat is de reden dat de EU graag wil dat we in mestproductie teruggaan naar een totaal van 135, maximaal 140 miljoen kilogram fosfaat. Pas als we dat niveau hebben bereikt, komt er weer wat onderhandelingsruimte.’

Hoezo maximaal 140 miljoen kilogram fosfaat? Dat kan op onze productieve gronden toch wel wat meer zijn?

‘Vergis je niet, wij zaten in Nederland zo hoog dat we van Brussel terug moesten naar een plafond van 173 miljoen kilogram fosfaatproductie per jaar. Deel dat maar eens door 1,8 miljoen hectare landbouwgrond, dan zit je nog steeds bijna tegen de 100 kilo fosfaat per hectare aan. Dat is vanuit de huidige visie op uitspoeling en grondwaterkwaliteit voor elk gewas te veel. Dus die 173 miljoen kilogram was nog maar een tussenstap. Brussel redeneert vanuit de gedachte dat er bij 70 kilo fosfaat per hectare er een goed evenwicht is tussen mestproductie en gewasgroei. Dat is niet mijn mening, het is zoals ze in Brussel denken en hoe vanuit dat perspectief de discussie is gelopen.’

Gaan we dat halen, die 140 miljoen kilogram fosfaat?

‘Jawel. We zitten nu op 155 miljoen kilogram fosfaat, dus we zijn er al bijna. Het voer voor de niet-grondgebonden bedrijven is inmiddels zo duur dat er her en der al nieuwe pluimvee- en varkensstallen leeg staan. Intensieve melkveehouders hebben het ook lastiger, dus we gaan die kant al op. Daar komt bij dat veel boeren stoppen of worden uitgekocht. Dus het is een kwestie van tijd.’

En dan?

‘Dan heb je weer ruimte en komt er ook ruimte voor kunstmestvervangers. Wij kijken altijd maar met Nederlandse ogen naar de situatie. Maar in alle EU-landen zijn de vee-aantallen vanaf 1975 al flink naar beneden gegaan. Alleen in Nederland niet. Het is dus deels wel verklaarbaar dat inzet van de politiek is gericht op krimp van de veestapel.'

Wat zou je de melkveehouders van nu mee willen geven? ‘Het kabinet wil ongeveer 3000 piekbelasters die te veel stikstof uitstoten een aanbod doen om te stoppen. Dat zou dan een aanbod zijn tot 120 procent van de marktwaarde van het bedrijf. Ben je één van die 3000 melkveehouders? Ga in elk geval altijd het gesprek aan, kijk wat ze te bieden hebben. Als je het gesprek uit de weg gaat, weet je zeker dat je niks krijgt.’

‘Tegen alle melkveehouders zou ik zeggen: ‘Kijk goed in welk gebied je zit, maak een keus voor de richting die je op wil en zet daar een strategie op uit. Als je geen duidelijke keus maakt voor een richting, is de kans groot dat je buiten een van de twee hoofdstromingen valt en op beide fronten achter het net vist, ook qua financiële middelen.’

‘Ammoniak gedraagt zich net zo als NOx’

Slechts een klein deel van de ammoniakuitstoot van melkveebedrijven slaat neer binnen 250 meter van het bedrijf. Het overgrote deel is na 250 meter al niet meer meetbaar en verdwijnt in de hogere luchtlagen. Wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam komen volgens Lubbert van Dellen tot die conclusie op basis van eerste meetresultaten. De Universiteit is in opdracht van Mesdag Zuivelfonds, waarvan Van Dellen secretaris is, al een paar jaar bezig met het meten van stikstofdepositie rond melkveehouderijen en in de natuur. Hierbij worden methoden ingezet die daadwerkelijk de stikstofdepositie meten en die aanvullend zijn op de bestaande modellen en methoden die in de huidige meetnetten worden gebruikt. ‘De Nederlandse Aeres-modellen gaan ervan uit dat een groot deel van de ammoniak neerslaat binnen 250 meter van melkveebedrijven. Maar dat is dus niet zo’, vertelt hij. Wat dat betekent? ‘De

metingen wijzen uit dat de uitstoot van NH3 – dat is de ammoniakuitstoot van melkveebedrijven - zich vergelijkbaar gedraagt met de uitstoot van NOx. Dat is de uitstoot vanuit industrie en verkeer. Volgens de nu gebruikte modellen wordt de meeste NOx uit industrie naar het buitenland geblazen. Dat is de reden dat industrie tot nu toe amper is aangepakt op stikstofuitstoot. De ammoniakuitstoot uit de veehouderij moeten we volgens de modellen juist wel wat aan doen, omdat dit voornamelijk neerdaalt in Nederland. Maar dat blijkt dus niet zo te zijn.’ Van Dellen verwacht dat op basis van deze nieuwe inzichten het beleid de komende jaren vooral wordt gericht op het verder beperken van de ammoniakemissie van alle veehouders in plaats van focus op uitkoop van bedrijven rondom natuurgebieden. ‘In België en Duitsland hanteren ze deze lijn al, omdat ze daar al langer overtuigd zijn van een andere verspreidingsgedrag van ammoniak.’

11 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Lubbert van Dellen: Als je boeren wilt laten extensiveren en aan natuurbeheer en biodiversiteit wilt laten doen, dan moet je voor tien of twintig jaar goede afspraken maken en met langjarige vergoedingen over de brug komen. Anders is er geen bank die zo’n bedrijf gaat helpen met financieren.’

Een goede boekhouder kost u geen geld, maar levert u geld op! Dat is de filosofie van “Van Balen Boekhoudburo BV” te Jellum.

Een full-service boekhoudkantoor, met een grote ervaring op het gebied van bedrijfsadministratie en belastingwetgeving.

Van Balen Boekhoudburo BV maakt het verschil omdat wij garant staan voor:

• Korte lijnen;

• Persoonlijke- en klantvriendelijke benadering;

• Steeds dezelfde contactpersoon;

• Kort telefonisch advies behoort tot onze service en kost daarom niets. • Rapportbespreking behoort tot de standaard werkzaamheden en wordt niet extra in rekening gebracht. Kortom uw belang = ons belang!

251 9296

12 AGRARISCH MAGAZINE 2023 LOODS BOUWEN OF RENOVEREN? Snel aan de slag? Bel 06 86868332 of mail Gerard via info@ecohall.nl Wij zijn je partner voor renovatie van dak en wand of nieuwbouw voor agrarische panden.
Van Balen Boekhoudburo BV Hegedyk 16,
BB Jellum Tel. +31(0)58
info@vanbalenboekhoudburo.nl Onze diensten • Jaarcijfers • Loonadministratie • Belastingaangifte • Fiscale- en juridische adviezen • Mestboekhouding • Ondernemersplan • Bedrijfsoverdrachten • Studiegroepen • Cursussen www.vanbalenboekhoudburo.nl Van Balen Boekhoudburo maakt het verschil Van Balen Boekhoudburo maakt het verschil
9026

‘WIJ BIEDEN KANSEN, BOER GRIJP HET AAN’

Kenniscoöperatie Niscoo vult jaarlijks een pot van € 25.000 om projecten in de agrarische sector te ondersteunen. Vaak komt deze niet leeg. Ook leden krijgen veel financiële voordelen. ‘Wij willen kennis delen en bieden volop kansen, maar het is aan de Noordelijke boer om ze te grijpen’, zegt voorzitter Gerben Smeenk.

Het Groninger Agrarisch Jongerenkontakt is een project gestart om meer jonge mensen enthousiast te maken voor het boerenvak. Om dit financieel haalbaar te maken, deden ze een beroep op het projectenfonds van Niscoo. Een voorbeeld hoe het Niscoo-bestuur het graag ziet. Dit fonds werd namelijk een aantal jaren geleden door Niscoo opgezet om nieuwe ontwikkelingen in de agrarische sector te stimuleren.

Maximaal € 5.000 per project

Een aanvraag weegt het bestuur op basis van motivatie, financiële onderbouwing, haalbaarheid, acties tot het delen van kennis en de mate van innovatie. Aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend. De bijdrage per project is maximaal € 5.000. Smeenk: ‘Wij willen graag meer bekendheid geven aan het Projectenfonds, want het loopt de laatste jaren niet storm met het aantal aanvragen. Misschien is het de onbekendheid. We hopen dat daar verandering in komt.’ Hij roept ook veehouders en akkerbouwers die een studiegroep

vormen op dit serieus in de gaten te houden. ‘Vanuit studiegroepen wordt best vaak wat verdiepend werk verricht, wat extra kosten met zich meebrengt. Dat laatste kan een drempel zijn. Een aantal studiegroepbegeleiders weet ons wel te vinden, maar de meeste ogenschijnlijk niet. Wij geven geen garanties, maar een aanvraag indienen kan soms lonen. Ons doel is om kennisdeling te stimuleren. Daarvoor hebben we financiële middelen en die willen we graag goed benutten.’

800 leden Niscoo is een onafhankelijke en zelfstandige kenniscoöperatie voor boeren in Noord-Nederland en heeft al jaren een redelijk stabiel ledental van zo’n 800 personen. De contributie bedraagt € 25 per jaar, waarbij nieuwe leden eenmalig € 150 entreegeld betalen. Elk winterseizoen houdt de coöperatie een aantal bijeenkomsten, doorgaans rond toekomstgerichte thema’s en onderwerpen in de melkveehouderij en de akkerbouwsector.

‘Leden zijn welkom en genieten kortingen op verschillende activiteiten. Maar niet-leden zijn bij alle bijeenkomsten, uitgezonderd de ALV, ook van harte welkom’, stelt Smeenk. ‘We hebben bewezen een sterke coöperatie te zijn, die ook nog eens volledig onafhankelijk opereert. Ik hoop dat nog meer boeren uit Groningen, Drenthe en Friesland hun eventuele koudwatervrees overwinnen en ook langskomen.’

13 AGRARISCH MAGAZINE 2023 DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
Het Niscoo Projectfonds heeft geld klaarliggen om nieuwe initiatieven te ondersteunen. Foto: Landpixel
‘Ons doel is kennisdeling stimuleren’

‘GOEDE GENETICA BRENGT GELD OP’

Adolf Langhout is een liefhebber van mooie koeien. Koeien die een show kunnen winnen. Maar minstens zo zeer geniet hij van commerciële melkveehouders met hoogwaardige ‘boerenkoeien’. Hij stelt dat veel Nederlandse melkveestapels wel een kwaliteitsimpuls kunnen gebruiken. ‘Vooral als de melkprijs weer daalt, maakt goede genetica het verschil.’

Al meer dan dertig jaar runt Adolf Langhout, vanuit Damwoude, ALH Genetics. Een bedrijf dat uitgroeide tot een wereldwijd toonaangevende leverancier van hoogwaardige genetica. Jaarlijks worden duizenden embryo’s verkocht en ingezet bij melkveehouders in heel Europa. Vooral via het verkoopkanaal Embryosale.com vinden die hun weg. Voorheen was Nederland het belangrijkste afzetkanaal, inmiddels is dat in omzet nog zo’n 10%. Langhout heeft er geen problemen mee dat zijn klanten overal over de wereld zitten. Sterker nog, hij houdt ervan frequent de hele wereld over te gaan om de beste donoren op te sporen en klanten te bezoeken en te adviseren. Maar in Nederland kunnen veel veestapels volgens hem goed een extra impuls gebruiken. ‘De invoering van het fosfaatrechtenstelsel hebben onze business en de Nederlandse melkveehouderij natuurlijk veel kwaad gedaan. Het aandeel jongvee is op veel bedrijven dermate laag dat veel koeien veel te lang worden aangehouden. Men predikt levensduur, maar ik zeg dat de koeien in Nederland juist te oud worden. Streven naar

een oudere koe is leuk, maar wat heb je aan een koe die bij wijze van spreken in een rolstoel naar de melkstal geduwd moet worden?’

Alle boeren liefhebbers

Langhout zou graag zien dat meer melkveehouders hun veestapel een impuls geven door inzet van embryo’s. En dan geen aanbod voor heel weinig geld, maar hoogwaardige genetica. ‘Sommige melkveehouders denken dat het gebruik van embryo’s alleen hoort bij topfokkers en liefhebbers van keuringen. Maar dat is beslist niet het geval. Natuurlijk is liefhebberij mooi, ook voor shows. Maar elke veehouder is in mijn ogen een liefhebber van dieren. Anders kun je net zo goed een snackbar gaan runnen.’ Hij noemt het juist voor praktisch ingestelde melkveehouders economisch interessant om de veestapel een boost te geven met de beste genetica. ‘Niet zozeer om mooiere koeien te krijgen, maar vooral om economisch beter renderende dieren in de stal te krijgen. Wie consequent meerdere jaren inzet op goed materiaal, gaat gegarandeerd in vijf tot tien jaar jaar de investering terugverdienen in de vorm van lagere voerkosten, verkoop van vaarzen die meer waard zijn of een hogere melkproductie bij gezondere dieren.’ Consequente inzet kan volgens Langhout voor een bedrijf met een gemiddelde omvang betekenen: jaarlijks tien tot vijftien embryo’s inzetten. ‘Daaruit win je gemakkelijk vijf vaarskalveren. Dat doe je minimaal enkele jaren op rij, waarbij je de beste twee van de lichting zelf ook gaat spoelen. De embryo’s hieruit benut je ook weer in je eigen veestapel. Zo breid je heel snel je pool uit én kun je snel stappen zetten. Maar je moet wel durven goed materiaal

14 AGRARISCH MAGAZINE 2023
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
Tijdens zijn bezoek aan de World Dairy Expo 2022 in Madison maakte Adolf Langhout zelf deze foto van alle kampioenen van verschillende rassen.

aan te kopen. Wie goede koeien wil melken, heeft goed materiaal nodig. En hou vast aan je koers. Ook als de melkprijs eens wat minder is. Juist dan moet je doorzetten. Want het grootste voordeel van een veestapel met bovengemiddeld goede genetica, betaalt zich terug als de melkprijs laag is.’

Beste van het beste benutten Veel van de embryo’s die ALH Genetics verhandelt, komen uit Noord-Amerika. Dat is volgens Langhout niet per se omdat de koeien daar beter zijn, maar wel omdat het aanbod groter is. ‘Ik wil altijd de beste dieren selecteren en daarmee werken. Alleen daarmee kom je echt verder', stelt de man die de stambomen van talloze koefamilies en fokstieren volledig uit zijn hoofd kent en tien jaar oude koeien ook als vaars nog op zijn netvlies heeft. ‘Ik kijk graag naar koeien en onthoud veel’, lacht Langhout. ‘De combinatie tussen koe en stier moet kloppen. Dat geldt voor de bloedvoering en de balans die je wilt creëren in de volgende generatie. Beter kan ik het niet uitleggen, maar mijn kracht is dat ik koeien snel en goed kan beoordelen. Net als alle beschikbare data. Hij vult aan dat goed materiaal voor hem betekent dat de koe foktechnisch goed kan presteren. ‘Ik kom vaak tegen dat melkveehouders hun 100.000 liter koe willen spoelen. Dat kan natuurlijk best goed uitpakken, maar 9 van de 10 keer presteert die koe goed door het management. Dat is niet hetzelfde dan

foktechnisch ook goed presteren. De emoties bij je beste koeien juich ik alleen maar toe, maar je moet daarbij ook reëel naar cijfers en data blijven kijken.'

Oog van de meester

Langhout verzorgt veel van de aanparingen om tot hoogwaardige embryo’s te komen voor klanten wereldwijd. Soms ziet hij een bijzonder dier of combinatie, waar hij zelf mee verder gaat. ‘Uit zo’n koefamilie in eigen beheer is bijvoorbeeld Unix geboren. De fokstier die bij Semex hoge ogen gooide. En ook de fokstier Beart uit de stal van Kuipers in It Heidenskip. Die laatste is al enkele jaren de best verkopende stier van Masterrind in Duitsland. Als zo iets lukt, is dat leuk. Een ander voorbeeld is de recente aankoop van Loyola Vogue Macy Red PP EX-94 A2A2. Met PP vererft zij volledige hoornloosheid. Dat combineert ze met topexterieur en het A2A2-gen. Ken jij een tweede koe in de wereld met deze combinatie? Die is er niet. Daarom heb ik haar gekocht en gaan we haar zelf spoelen. Ik heb er vertrouwen in dat zo’n investering zich terugbetaalt. En ja, uiteindelijk blijf ik ook een liefhebber.’

15 AGRARISCH MAGAZINE 2023
‘Als je als melkveehouder niet van koeien houdt, kun je net zo goed een snackbar runnen’
Adolf Langhout met de fameuze koe Farnear Aria Adler RC EX-96.

VOEDSEL IS WEER KOSTBAAR

Met de fors gestegen prijzen wereldwijd wordt het besef dat voedsel waarde heeft - kostbaar is - in 2023 alleen maar groter. Betaalbaar voedsel is niet vanzelfsprekend meer en boeren zijn keihard nodig om het te produceren. Nederland exporteert jaarlijks 800.000 ton pootgoed naar bestemmingen in Europa, Afrika, Azië en Midden-Amerika. Daar kunnen lokaal meer dan 30 miljoen ton consumptieaardappelen van geteeld worden. Kennisnetwerk The Potato Valley maakte er een film over. De film leert ons dat dankzij Nederlandse pootaardappelen wereldwijd 800 miljoen mensen gevoed kunnen worden. Met prachtige beelden van de teelt in Nederland, het verschepen in de haven van Harlingen én de ontvangers van de aardappelen in Marokko en Israël. Deze foto is een screenshot uit de film, die ook toont waarom Noord-Nederland zo geschikt is voor pootaardappelteelt. De combinatie van lichte kleigrond, het gunstige klimaat en ligging langs de zee, waardoor ziektes en plagen minder kans van slagen hebben, maakt deze regio uitermate geschikt. De film duurt ongeveer 15 minuten en is te bekijken op www.thepotatovalley.nl/film.

16 AGRARISCH MAGAZINE 2023
TREND22023
Foto: Alex Kooistra/ Nulvijf
17 AGRARISCH MAGAZINE 2023
18 AGRARISCH MAGAZINE 2023 De agrarisch financieringsspecialist Ynsigt is dé plek waar je als agrarisch ondernemer aanklopt voor advies en begeleiding bij een financieringsvraagstuk. Ynsigt helpt! www.ynsigt.nl 058 20 300 20 De krachtige oplossing tegen Alternaria Voor meer informatie over Propulse, bezoek agro.bayer.nl of vraag ernaar bij uw lokale distributeur en/of adviseur. // Zeer goede werking // Voor hogere opbrengsten // Nevenwerking Sclerotinia // Ingebouwd resistentiemanagement Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

‘BODEM GOED VOEREN IS TOPSPORT’

Om je koeien goed te laten produceren, is goed management en voeding erg belangrijk. Het draait om de juiste balans. Bij de bodem is het niet anders, betoogt Joost Mulder van Mulder Agro. ‘Bij het bemesten van de bodem zijn we decennialang gefocust geweest op toediening van voldoende stikstof. Dat is de eiwitcomponent. Belangrijk, maar voldoende energie toevoegen en in de juiste balans, is net zo belangrijk.’

Energie toevoegen aan de bodem is koolstof toevoegen, licht Mulder toe. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm bokashi, compost en vaste mest. Of boven de grond door vlinderbloemigen, kruiden en andere grasrassen in te zaaien. ‘Vooral bij droogte heb je profijt van klavers en andere grassen die dieper wortelen. Graspercelen die veel en vaak input krijgen uit drijfmest en kunstmest, worden een beetje lui en wortelen minder diep.’

De bodem trainen

Mulder stelt daarbij dat stikstofbemesting niet per se uit den boze is. ‘Het draait om balans en kringloop. Als je minder stikstof aan de kringloop toevoegt, gaat je eigen mest ook beter bij de bodem passen. Zo train je je bodem en zal die beter voor je gaan renderen, zonder dat dit meer kost. Dat betekent dus niet niets doen. Blijvend grasland kan in opbrengst teruglopen als de vruchtkwaliteit afneemt. Machinekeuzes herijken en doorzaaien zijn dan van belang. Goed bodembeheer is ook topsport en vraagt continu aandacht.’

‘PROBEER OOK EENS EEN RITJE’

Wil jij in het nieuwe jaar direct warmdraaien voor een nieuwe loopbaan als vrachtwagenchauffeur? Dan kun je op 21 januari tussen 9.30 en 14.00 uur terecht bij de wintereditie van de Meet & Drive. Om zelf achter het stuur te stappen van een Truck. Werff Talent, Oosterpoort-Knol en Verkeersschool Tilstra organiseren voor de tweede keer de Meet & Drive in Leeuwarden. Onder begeleiding van een rijinstructeur gaat de chauffeur in spé een proefrit maken op een bakwagen, een truck met oplegger. Ook is er een manoeuvreerparcours uitgezet om met een heftruck je stuurmanskunsten te etaleren.

Opleiding volgen

‘We zijn op zoek naar nieuwe chauffeurs. Daarbij richten we ons ook op zij-instromers uit andere sectoren, zoals bijvoorbeeld de agrarische sector, de bouw en productie. Op de banenmarkt kunnen de deelnemers direct kennismaken met transportbedrijven en andere bedrijven waarin logistiek plaatsvindt’, zegt Marije van der Werff, van Werff Talent.

Als beroepschauffeur dien je naast je groot rijbewijs C/CE in het bezit te zijn van de zogenoemde Code 95 (basiskwalificatie). Potentiële chauffeurs kunnen via Werff Talent een opleiding volgen voor het gehele traject en daarbij wordt een baangarantie afgegeven.

‘Wees welkom en maak ook een ritje op de Meet & Drive’, besluit Marije.

19 AGRARISCH MAGAZINE 2023
DE SPOTLIGHTS OP DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord
Gesponsord
Foto's: Theo Galama & Bouke Poelsma
artikel
artikel
Marije van der Werff: ‘Een opleiding is inclusief baangarantie’ Joost Mulder: ‘Diep wortelende grassen geven profijt’ Foto: Hoge Noorden/Jaap Schaaf

‘PER SALDO BLIJFT ER MEER OVER’

Torenhoge melkprijzen in combinatie met flink gestegen kosten. Hoe ga je als melkveehouder om met de voordelen van 2022 en hoe bereid je je voor op de toekomst? Silvia van der Ploeg van Van der Woude Adviesbureau deelt haar visie.

2022 was voor de Nederlandse melkveehouderij in alle opzichten een bijzonder jaar. De melkprijs bevond zich op een hoog niveau terwijl ook de kosten flink opliepen. Van der Woude Adviesbureau ziet dat de onderlinge verschillen tussen melkveebedrijven groter worden. ‘Bedrijven die al goed draaiden, doen het nu nog beter. Zij onderscheiden zich met ondernemerschap’, zegt Silvia van der Ploeg, directeur van het adviesbureau.

Liquiditeitsprognose

Van der Woude Adviesbureau heeft veel agrarische klanten, waaronder verschillende melkveehouders in Friesland, Groningen en Drenthe. De melkveehouders ontvangen ieder kwartaal een door Van der Woude Adviesbureau zelf ontwikkelde liquiditeitsprognose met voortschrijdende

20 AGRARISCH MAGAZINE 2023
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
Foto's: Syngenta Silvia van der Ploeg: ‘Ik raad melkveehouders aan om de voorlopige belastingaanslag in 2023 in termijnen te betalen en zeker niet te wachten tot 2025.’ Foto: Niels de Vries

Persoonlijk contact en korte lijnen

Van der Woude Adviesbureau in het Friese Nieuwehorne werd in 2002 opgericht. Het bedrijf, dat twaalf mensen in dienst heeft, werd begin 2022 overgenomen door Silvia van der Ploeg. Daarvoor was Van der Ploeg al werkzaam als algemeen directeur en agrarisch adviseur bij het adviesbureau.

Van der Woude Adviesbureau is gespecialiseerd in agrarische dienstverlening. Het bedrijf geeft financieel, fiscaal, bedrijfskundig en juridisch advies. Naast de financiële administratie kunnen boeren bij het adviesbureau terecht voor hun mestboekhouding, maatschapscontracten en vergunningstrajecten. ‘We kunnen alle diensten aanbieden die grotere kantoren ook verzorgen. We hebben een klein team met deskundige medewerkers. Het klantcontact is persoonlijk. De lijnen zijn kort. Zo weten we ons als relatief klein adviesbureau te onderscheiden’, vertelt Silvia van der Ploeg.

cijfers. ‘Daarmee zijn ze op de hoogte van hun eigen kritieke melkprijs én financiële toekomst’, zegt Van der Ploeg. Zo’n dertig melkveehouders ontvangen daarnaast maandelijks op eigen verzoek een overzicht van alle cijfers, om een nog beter beeld te krijgen van hun financiële situatie. De top 20% bedrijven in het klantenbestand van Van der Woude Adviesbureau haalde tussen augustus 2021 en juli 2022 een resultaat van € 20,50 per 100 kilo melk. Dat is € 7,50 meer dan in het jaar daarvoor. Het gemiddelde resultaat van de bij het adviesbureau aangesloten melkveehouders steeg van € 4,50 naar € 12,50 per 100 kilo melk. ‘De topbedrijven zaten in 2021 al boven het gemiddelde resultaat van nu’, aldus Van der Ploeg, die ziet dat de verschillen aan de opbrengst- én aan de kostenkant worden gemaakt. ‘Vergeleken met gemiddelde bedrijven leveren topbedrijven meer melk met minder voer. Een hogere krachtvoergift resulteert niet altijd in meer melk. Je moet je ook voortdurend afvragen of je per se meer melk wilt leveren. Wat is de impact op de gezondheid en de gehaltes?’

Van der Woude Adviesbureau heeft er klanten bij die in het najaar van 2022 meer dan 70 cent per liter beuren. ‘Zij leveren duurzame melk met hoge gehaltes’, aldus Van der Ploeg. Ze vindt het lastig om een voorspelling te doen voor 2023. ‘Mijn gevoel zegt dat de melkprijs op een niveau van 50 tot 55 cent blijft. De kosten blijven ook hoger dan dat we eerder gewend waren. Maar per saldo blijft er meer over.’

Belasting betalen als nieuwe werkelijkheid

Bij het adviesbureau kwamen afgelopen najaar veel vragen binnen over investeringsmogelijkheden. Van der Ploeg adviseert ondernemers te kijken naar de investeringsmogelijkheden in duurzame energie. Daarbij moet goed worden bekeken of je de investering voor of na 1 januari 2023 aangaat. Het juiste moment hangt af van de energielijst die in december wordt gepubliceerd. Ook wordt er gesproken over een eventuele crisismaatregel voor 2023, waarbij de mogelijkheid bestaat dat vanaf 1 januari investeringen in bedrijfsmiddelen voor 50% willekeurig afgeschreven kunnen worden. Van der Ploeg adviseert melkveehouders rekening te houden met een nieuwe werkelijkheid: die van belasting betalen. Melkveehouders hebben van oudsher een hekel aan blauwe enveloppen. Maar wie vooruit wil met z’n bedrijf moet belasting betalen. Daarbij moet echter wel optimaal omgegaan worden met de fiscale mogelijkheden die er zijn. ‘Topbedrijven zijn al langer gewend om geld te reserveren voor de aanslag. Ik raad melkveehouders aan om de voorlopige aanslag in 2023 in termijnen te betalen en zeker niet te wachten tot 2025. Je weet niet hoe de vlag er dan bij hangt in de sector.’

BV voordelen onzeker

Van der Ploeg raadt melkveehouders ook aan om niet overhaast voor een andere ondernemingsvorm te kiezen. ‘Persoonlijk ben ik niet zo’n fan van de BV-constructie. Op korte termijn kun je daarmee je voordeel doen, maar de voordelen op langere termijn zijn onzeker. Het is niet gezegd dat de winsten van 2022 ook structureel zijn. Uiteindelijk moet je ook belasting betalen over het geld dat onttrokken wordt uit de BV. Een BV-constructie is interessant als er al jaren bepaalde winsten worden gedraaid.’

Met het oog op de nabije toekomst is het volgens Van der Ploeg raadzaam om geen gekke dingen te doen en een gezonde buffer op te bouwen. Een buffer van twee of drie keer melkgeld op de spaarrekening is daarbij aan te bevelen.

21 AGRARISCH MAGAZINE 2023
‘Houd een buffer van 2 tot 3 keer melkgeld op je rekening’

HANDEL IN CARBON CREDITS IN BOERENHANDEN

Het idee ontstond op de PC in Franeker, waar akkerbouwer Teun de Jong en koeienman annex melkveehouder Henk Bles elkaar spraken en constateerden dat er van alles gaande is rondom carbon credits. De conclusie van het gesprek was dat zowel akkerbouwers als melkveehouders op hun tellen moeten passen, anders komen de op boerenbedrijven gerealiseerde koolstofrechten in handen van de verwerkende industrie. ‘We zien te vaak dat er over ons wordt beslist. Nu hebben we gezegd: we nemen zelf het heft in handen. Voor boeren, door boeren', zo motiveert Pieter Vogels.

Daarmee zeggen jullie feitelijk dat de handel in CO₂-rechten in de komende jaren een serieus verdienmodel wordt voor boeren. Henk Bles: ‘Dat klopt. De hele keten is druk bezig met CO₂-reductie. Mondiaal is het voor overheden een groot thema en marktpartijen willen het liefst producten maken met een zo laag mogelijke CO₂footprint. Dat maakt dat de inspanning voor koolstofvastlegging op onze landbouwgronden, dan wel koolstofreductie op onze bedrijven, een financiële waarde krijgt. Het verkopen van koolstofcertificaten wordt een aanvullend verdienmodel voor de boer, dat in onze ogen een duurzaam karakter gaat krijgen.’

En dus slaan jullie als boeren nu de handen ineen om de belangen op dit gebied zo goed mogelijk te behartigen. Henk Bles: ‘Als wij dit niet doen, krijgen we óf door de overheid óf

Melkveehouders en akkerbouwers in NoordNederland hebben een nieuwe coöperatie opgericht: Carbon Coöp. De reden? ‘Er is enorm veel beweging op gebied van koolstofrechten. We willen voorkomen dat boeren hier straks ook weer aan de laatste speen van de keten hangen’, zeggen Pieter Vogels en Henk Bles, twee van de vier bestuursleden.

door de industrie dingen opgelegd. En dan wordt er vast gezegd: jongens, jullie krijgen er ook nog wel wat centen voor. Maar hoe betrouwbaar en marktconform is dat? En hoeveel geld gaat er uiteindelijk naar de boer? Boeren hebben al dertig jaar het gevoel dat ze aan het laatste speen van de keten zitten. Dat willen we nu een vóór zijn door zelf de regie in handen te nemen.’

Wat is het voordeel om dit als twee sectoren samen te doen? Pieter Vogels: ‘Het doel van Carbon Coöp is het ontwikkelen en uitrollen van een verdienmodel dat is gebaseerd op twee zaken: vastlegging van CO₂ in de bodem óf reductie van CO₂ in de productiewijze. Dit speelt in beide sectoren. Daar komt bij dat er in de uitwisseling van producten tussen akkerbouwers en melkveehouders in korte ketens ook veel CO₂-reductie te halen is. Denk aan het produceren van tarwe of veldbonen door akkerbouwers in Noord-Nederland dat wordt gevoerd aan de koeien van melkveehouders in dezelfde regio. Dat levert CO₂-reductie en daarmee carbon credits op, want er komt geen importvoer het erf meer op. Akkerbouwers en melkveehouders hebben dus een groot gezamenlijk belang in deze.’

Dat regionale voerspoor is een project dat jullie concreet gaan oppakken en invullen?

Pieter Vogels: ‘Ja. Als we rondom zo’n project een groep van

22 AGRARISCH MAGAZINE 2023 Interview
Jelle Feenstra Tekst:

In de uitwisseling van producten tussen akkerbouwers en melkveehouders in korte ketens is veel CO₂-reductie te halen. Denk aan het produceren van tarwe door akkerbouwers in NoordNederland dat wordt gevoerd aan de koeien van melkveehouders in dezelfde regio.

melkveehouders en akkerbouwers kunnen organiseren en het vervolgens gecertificeerd kunnen krijgen via de Stichting Nationale Koolstofmarkt, kun je als groep de carbon credits verkopen aan marktpartijen. Hetzelfde willen we doen met koolstofvastlegging op blijvend grasland op minerale gronden én met vezelhennepteelt. Dat zijn de eerste drie projecten die we concreet gaan oppakken en ongetwijfeld volgen er daarna meer. Door het indienen van zoveel mogelijk hectares in een collectief kan Carbon Coöp een interessante handelspartij zijn.’

Zes boeren nemen initiatief

Carbon Coöp is een initiatief van drie akkerbouwers en drie melkveehouders uit Friesland. De akkerbouwers zijn Teun de Jong (voorzitter), Andries Jensma (Raad van Toezichti) en Pieter Vogels (penningmeester), de melkveehouders Henk Bles (secretaris), Hendrik Galema (lid) en Gerben de Boer (Raad van Toezicht). Het doel is een extra verdienmodel realiseren op basis van vastlegging en reductie van koolstofdioxide in het eigen productieproces en op eigen grond.

Hoe groot is de belangstelling onder boeren om mee te doen?

Henk Bles: ‘Er waren zo’n tachtig boeren op de startbijeenkomst. We wilden peilen hoe ze over onze plannen denken. Het enthousiasme was groot, dus we denken wel dat we hiermee iets kunnen bereiken. We hebben al vijftig potentiële leden op papier, dat zijn boeren uit Groningen, Friesland, Noord-Holland en de Noordoostpolder. Het lidmaatschap kost 125 euro. We hopen eind januari al rond de 150 leden te hebben. We willen overigens graag een landelijke coöperatie zijn, geen regionale. Boeren uit heel Nederland kunnen lid worden. We zijn nu bezig om een projectmanager aan te stellen, er komt het komende jaar veel werk op ons af, verwachten we.’

In jullie persbericht staat dat jullie een coöperatie willen zijn die met het gezicht naar de maatschappij staat. Henk Bles: ‘We zijn in de eerste plaats een handelsplatform, een kennisnetwerk en belangenorganisatie hoe om te gaan met opbouwen en verhandelen van carbon credits. Maar daarnaast willen we ook een vooruitstrevende club zijn. Een club van boeren die met innovatieve methodes actief werkt aan regeneratieve landbouw. Alle leden van de Carbon Coöp committeren zich bovendien aan productie gerelateerde waarden als een hoog dierwelzijn, actief landschapsbeheer en verbinding met de maatschappij.’

Gaat Carbon Coöp ook meer zaken die beide sectoren aangaan collectief oppakken?

Pieter Vogels: ‘Dat is niet de doelstelling. Maar ik kan me wel voorstellen dat er mooie nieuwe dingen ontstaan uit de samenwerking van melkveehouders en akkerbouwers in deze club. Zaken als verwerking van restproducten, het produceren van eiwit van eigen land, minder transport, het lokaal aanwenden van meststoffen, gezamenlijke invulling van GLB-onderwerpen, er is genoeg te bedenken.’

Hoe reageren jullie coöperaties en verwerkers op het initiatief?

Pieter Vogels: ‘We hebben hier en daar al wat gesprekken gevoerd en aangegeven dat wij de credits graag in de keten willen houden. Dus dat de verwerkers koolstofrechten kopen van hun eigen boeren. Dat moet echter wel voor een marktconforme prijs. Kijk, FrieslandCampina betaalt nu een premie van 1,5 cent op verlagen van CO₂-uitstoot. Dat is hartstikke mooi, maar als je de verlaging van CO₂-productie op het melkveebedrijf gaat certificeren, en tot waarde brengt, kun je daar veel meer geld voor krijgen. Op dit moment worden er bedragen van ruim boven de € 100 betaald voor carbon credits. Zo'n credit staat gelijk aan het vermijden of opslaan van 1 ton CO₂.’

Je kunt het ook samen doen toch?

Pieter Vogels: ‘We willen het ook graag samen doen, maar wel ieder in z’n eigen rol. Leg je de regie bij de grote bedrijven neer dan wordt de opbrengst verdisconteerd in de prijs voor onze producten. Dat hoeft niet altijd slecht te zijn, maar het is niet transparant. Het is ook logischer om de koolstofrechten daar te houden waar het begint: de boeren. Ons doel is om de carbon credits aan onze verwerkers te verkopen. Zo maken we de hele keten groener en sterker.’

23 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Foto: Niels de Vries Henk Bles Pieter Vogels

‘BOEREN KIEZEN STEEDS BEWUSTER IN HUN BEDRIJFSSTRATEGIE'

Royal A-ware COO Klaas de Jong en manager

Veehouderijzaken Koen Veldman kijken tevreden terug op 2022. Zij zien daarbij ook dat de agrarische sector nooit eerder zo onder druk stond als nu. ‘Maar er is toekomst voor een duurzame melkveesector, stelt De Jong. ‘Daar zetten we ons met onze melkveehouders voor in.’

Royal A-ware werkt samen met ruim duizend melkveehouders. ‘Jaarlijks verwerken we ruim 2 miljard liter melk tot kaas en andere zuivelproducten’, vertelt Veldman. ‘Er is een gezonde groei en er zijn ook dit jaar stappen gezet’. Ondanks de uitbreiding van de activiteiten in binnen- en buitenland houdt A-ware het persoonlijke contact met de melkveehouders hoog in het vaandel. De Jong: ‘We kunnen daardoor snel schakelen en besluiten nemen.’

Wereldwijde

vraag stijgt

De Jong stelt dat er wereldwijd nog steeds een stijgende vraag naar zuivel is. Het valt niet mee om die consumentenvraag bij te houden met de huidige wereldwijde melkproductie. De productie stijgt niet in dezelfde mate als de vraag. De mannen verwachten dat de wereldwijde vraag naar zuivel er ook op lange termijn blijft. Echter zijn zij zich natuurlijk bewust van de hoge kosten op dit moment. ‘Die zijn er zowel bij de melkveehouder, bij onze productielocaties als ook bij de consument.’

‘De kosten zullen structureel hoger blijven’, zegt De Jong. ‘Wel hopen we dat de markt zich in het nieuwe jaar iets meer normaliseert, zodat ook hier een gezonder evenwicht ontstaat.' Wereldwijd blijft er dus een stijgende vraag naar zuivel, hoe is die ontwikkeling binnen Nederland? De Jong: ‘Zuivel heeft als voeding een unieke voedingswaarde en dat blijft zo.’

Keuze in melkstromen

‘De missie van Royal A-ware bij alle foodactiviteiten is het creëren van de kortste route van consument tot koe’, vertelt Veldman. ‘Onze keten begint bij de consument. De vraag van de klant is voor ons altijd het vertrekpunt voor een oplossing op maat. Dit versterkt onze onafhankelijke positie en flexibiliteit.’ Omdat we zoveel mogelijk aan alle klantwensen willen blijven voldoen, wordt het portfolio steeds breder, stelt De Jong. ‘Als een nieuwe melkveehouder aan ons wil leveren, kiest hij of zij zelf de melkstroom die het beste bij hem of haar past: Traditioneel, Weidemelk, Biologisch, Boerderijmelk of Beter-voor-melk. Sommige boeren kiezen voor extensief, anderen voor meer intensief.’ Veldman vult aan: ‘We zien dat boeren steeds bewuster gaan kiezen. We werken met een wachtlijst bij de verschillende melkstromen als een melkstroom vol zit.’ Het hele jaar door verwelkomt Royal A-ware nieuwe melkveehouders. Veldman: ‘Ook belangrijk is dat de melkveehouder bij ons zelf geen geld hoeft in te leggen en wij geen melkgeld herverdelen tussen de verschillende melkstromen. We gaan in gesprek, kijken of er een klik is en een goede match voor een

24 AGRARISCH MAGAZINE 2023
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
In de bedrijven van Royal A-ware wordt jaarlijks in totaal ruim 2 miljard kilo melk verwerkt.

samenwerking voor langere termijn. Daarbij kijken we ook naar de melkkwaliteit en de geschiedenis van het melkveebedrijf.’

Kennis op peil houden

De Jong vertelt er moeite mee te hebben dat de agrarische

sector sterk onder druk staat. ‘In Nederland hebben we een ontzettend duurzame melkveehouderij. Door de stikstofdiscussie lijkt er geen ruimte voor groei in de sector’. Volgens hem moet er juist toekomst zijn voor de duurzame sector en zet het bedrijf zich daar voor in.

‘Een voorbeeld daarvan is de Dairy Academy, ons kennisplatform voor onze melkveehouders’, vult Veldman aan. ‘Melkveehouders kunnen hier het hele jaar door gratis workshops volgen met deskundige kennispartners. Hiermee houden onze veehouders hun vakkennis op peil’. Een belangrijke zaak, redeneert Veldman gezien alle uitdagingen, nu en in de toekomst. Hij ziet ook genoeg mogelijkheden om te innoveren.

‘We kunnen zelf een hoop problemen oplossen binnen de sector. Maar melkveehouders wachten af. Ze weten niet wat de overheid op lange termijn wil. Het belemmert de melkveehouders om stappen te zetten.’ Innovatie moet volgens de voormannen van Royal A-ware daarbij meer ingezet gaan worden als oplossing voor de stikstofdiscussie.

Stevig fundament

Royal A-ware werkt in toenemende mate samen met partners in binnen- en buitenland. ‘We verkopen nog altijd meer producten dan dat we zelf maken’, vertelt De Jong. ‘Dit jaar ging in Ierland de bouw van een hypermoderne kaasmakerij van start. Hier worden in 2024 de eerste kazen gemaakt, die wij wereldwijd gaan verkopen’. Zo’n zelfde samenwerking heeft Royal A-ware met Estland. ‘Hier wordt in het derde kwartaal van 2023 de eerste cheddarkaas geproduceerd die we als Royal A-ware gaan verkopen’. In België werd uitgebreid met onder andere melkpoeder, UHT-melk en desserts. Hiermee versterken we het fundament van ons bedrijf weer verder, iets wat onze melkveehouders in de toekomst nog meer zekerheid geeft’, vertelt De Jong. ‘Hoe breed het portfolio ook wordt, de korte lijnen behouden we. Het persoonlijke karakter van ons mooie familiebedrijf zal niet verdwijnen.’

25 AGRARISCH MAGAZINE 2023
‘We kunnen best veel problemen oplossen binnen de sector’
Klaas de Jong Koen Veldman

‘KALVERLIEFDEMELK’ IN OPKOMST

Janina van der Drift woont midden tussen de boeren in het Groene Hart. Ze houdt van melk in de koffie en een lekker stukje vlees. En ze begrijpt waarom melkveehouders kalfjes meteen na de geboorte weghalen bij de moeder. Toch doet dat laatste - als moeder van twee kinderen – haar het meeste pijn. En dus stopte ze met haar baan bij Unilever, startte ze haar eigen bedrijf Kalverliefde en verkoopt ze sinds 1 oktober ‘kalverliefdemelk’ aan bijna 300 Albert Heijn-supermarkten. Dit is melk van koeien waar de kalfjes in elk geval drie maanden bij hun moeder mochten blijven. De vier veehouders die de melk leveren, waaronder de Friese melkveehouders Durk Oosterhof en Jan Brandsma, krijgen een plus van 7 cent op de biologischdynamische melkprijs. ‘Je kunt de wereld alleen veranderen als je bereid bent er een meerprijs voor te betalen’, is Janina haar boodschap aan de consument. Kalf bij de koe is een item dat zich het komende jaar nadrukkelijker gaat aandienen op de melkveebedrijven, kijk maar naar het convenant dierwaardige veehouderij dat in de maak is.

26 AGRARISCH MAGAZINE 2023
TREND32023
Foto: Paul de Graaff
27 AGRARISCH MAGAZINE 2023

GREENINCLUSIVE ZOEKT VEZELHENNEPTELERS

Het telen van vezelhennep wordt de komende jaren interessant voor boeren, denkt GreenInclusive.

Het Friese bedrijf zoekt akkerbouwers en melkveehouders in Noord-Nederland die het gewas in 2023 en ook de jaren erna, willen telen.

Het telen van grondstoffen voor biobased-materialen op boerenbedrijven begint langzaamaan te groeien. Een gewas als vezelhennep bijvoorbeeld kan goed worden toegepast in bouw- en isolatiematerialen. Het is bovendien een gewas dat goed is voor de bodemgezondheid en past in ruimere rotaties. Voor de teelt is geen kunstmest en geen gewasbescherming nodig, wat ook positief is.

Loraine Westerneng van GreenInclusive in Drachten verwacht dat de teelt van vezelhennep, zeker in combinatie met een premie voor CO2-vastlegging, de komende jaren een aantrekkelijk saldo kan opleveren voor telers. GreenInclusive is sinds twee jaar actief op de markt en op zoek naar telers. HempFlax, een partner, verwerkt de vezelhennep voor GreenInclusive. De vezels worden gebruikt voor natuurlijk isolatiemateriaal voor woningen, terwijl de houtige kern van het gewas in houtplaten of in hennepbeton wordt verwerkt.

Op naar 500 hectare

GreenInclusive sluit met boeren bij voorkeur meerjarige contracten met vaste prijsafspraken af. 'Maar de prijzen in de contracten zullen natuurlijk wel meebewegen met de markt’, zegt Westerneng. Het bedrijf had in 2022 al contracten met 22 Friese boeren. Het areaal per bedrijf varieerde van 2 tot 15 hectare, in totaal stond

28 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Het maaien van vezelhennep op een melkveebedrijf in Friesland.
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

er het afgelopen jaar 225 hectare aan vezelhennep. ‘In 2023 hopen we dit areaal te verdubbelen en daarvoor zoeken we nu boeren op

klei- of zandgrond in Noord-Nederland.’ De teelt van vezelhennep vraagt weinig arbeid, maximaal zo’n 4 uren per seizoen per hectare, stelt Westerneng. ‘De grond in het voorjaar zaaiklaar maken is eigenlijk het enige wat de boer hoeft te doen. Wij zaaien, oogsten en transporteren het gewas, maken er eindproducten van en dat is het.’ Op kleigrond ligt de opbrengst van vezelhennep tussen 10 en 12 ton drogestof per hectare, op zandgrond tussen de 8 en 10 ton. GreenInclusive betaalt voor de teelt in 2023 een bedrag van € 120 per ton vezelhennep en een bonus van € 1.000 bij 10 hectare of meer. Daar komen de GLB-premies nog bij. 'Vezelhennep heeft in het nieuwe GLB een goede positie gekregen. Met vezelhennep ontvangen boeren per hectare een hoog aantal punten en waarde binnen de eco-regelingen.'

Rabo: € 450 carbon credits

Nog een voordeel: het gewas neemt gedurende de groei grote hoeveelheden koolstof op en als die koolstof voor een lange periode wordt vastgelegd in bouwmaterialen in woningen, krijgt die vastlegging een waarde. GreenInclusive krijgt binnenkort goedkeuring van Stichting Nationale Koolstofmarkt om in CO2-credits te gaan handelen. De opbrengsten daarvan laat het bedrijf terugvloeien naar de keten en dus ook naar de telers. GreenInclusive becijferde in samenwerking met Stichting Nationale Koolstofmarkt dat vezelhennep gemiddeld 9,24 ton CO2 per hectare bindt. Deze carbon credits mogen verhandeld worden. Dat kan volgens recente berekeningen van de Rabobank zo’n € 450 per hectare aan extra saldo opleveren, waarmee het saldo voor een boer de € 2.000 per hectare aantikt. Westerneng constateert dat de wereld aan het veranderen is, al heeft dat wel tijd nodig. ‘In de bouw bijvoorbeeld wordt nog veel traditioneel materiaal gebruikt zoals beton, glaswol of steenwol. Een groot deel hiervan is goed te vervangen door natuurlijke hennepvezel. Dat weten deze bedrijven ook en we zien dan ook dat de vraag groeiende is.’

Eigen fabriek in Leeuwarden

Om de vraagkant naar biobased materiaal nog meer te stimuleren, heeft GreenInclusive een isolatiepact gesloten met dertig partijen in Noord-Nederland, waaronder bouwbedrijven, woningcoöperaties, gemeente Leeuwarden en Vereniging Circulair Friesland. ‘We zetten bewust in op een korte, regionale keten, zodat we de boeren stabiele prijzen kunnen bieden. Onze ambitie is om uiteindelijk door te groeien naar 1.200 hectare en een eigen verwerkingsfabriek in Leeuwarden. Dit doen we graag in samenwerking met de agrarische sector in de regio.’

Jan Pieter van der Plaats: ‘Vijf jaar uitproberen’

Hij zocht een extra teelt om zijn bouwplan, met onder andere aardappelen en gras-klaver, te verruimen. ‘Dat geeft minder ziektedruk en de structuur van de grond verbetert.’ Daarom kiest akkerbouwer Jan Pieter van der Plaats in Workum voor het telen van vezelhennep, dit jaar op 5 hectare, het komende jaar op 7 hectare. Een goed alternatief voor graan, vindt hij. ‘Teeltkosten zijn er amper en het gewas komt na inzaaien binnen een paar dagen boven, waardoor je geen last hebt van onkruid.’

Half augustus werd het gewas geoogst door GreenInclusive. Er kwam zo’n 10 ton per hectare van het land, waarvoor Van der Plaats € 110 per ton kreeg. Dit jaar ligt de vergoeding op € 120 per ton. Daar komt nog GLB-vergoeding en mogelijk ook opbrengst van carbon credits bij. De akkerbouwer vindt het mooi dat hij een bijdrage kan leveren aan het stimuleren van de regionale kringloop. Hij heeft de intentie om de teelt van vezelhennep minimaal vijf jaar uit te proberen. ‘Dan heb je een beter beeld van wat het de grond en ook financieel oplevert.’

29 AGRARISCH MAGAZINE 2023
'We zien duidelijk dat de vraag vanuit de bouw groeiende is'
30 AGRARISCH MAGAZINE 2023 Wismastate 9 Postbus 52 8900 AB Leeuwarden T (0888) 18 18 18 F (0888) 18 18 00 E info@deelstrajansen.nl www.deelstrajansen.nl • jaarrekeningen • fiscale adviezen • loonadministraties • belastingaangiften • bedrijfseconomische adviezen • bedrijfsoverdrachten • samenwerkingsvormen • subsidies Deskundig, betrouwbaar en betrokken nnrd.nl Scan en doe de gratis afvalscan Ook voor uw landbouw- en wikkelfolie Laten we er samen iets van maken K.I. SAMEN b.v. Lorbaan 27 5985 NX Grashoek (NL) T +31 (0)77 358 67 89 E ki@ki-samen.nl I www.kisamen.nl

RUN OP KLEINE BOERENERFTURBINES

De fors gestegen stroomprijs en goede verdiensten in de sector zorgen voor een ware run op boerenerfmolens. ‘Het is een gekkenhuis’, zegt directeur John Braakman van Wind Eenergy Solutions (WES).

Nu de stroomprijzen sterk zijn gestegen, zijn kleine windturbines, bedoeld voor eigen stroomvoorziening, erg in trek bij boeren. Op de Landbouwbeurs in Leeuwarden werden de stands van de vier aanwezige leveranciers van kleine windturbines dan ook erg goed bezocht.

Opbrengst 125.000 kWh

Een van de bedrijven die veel boeren trekt, is Wind Energy Solutions (WES). Het bedrijf uit het Noord-Hollandse Spanbroek levert een boerenerfmolen met wieken met een diameter van 20 meter. Dat is groter dan bij de andere windturbineleveranciers. De grotere spanwijdte van de wieken wordt bij deze WES50molen gecombineerd met een zwaardere generator van 72 kW. Die combinatie zorgt voor een aanzienlijk hogere productie. Waar de meeste andere boerenerfmolens tussen de 30.000 en 70.000 kWh uitkomen, levert de WES-turbine een opbrengst van tussen de 100.000 en 150.000 kWh per jaar, mede afhankelijk ook van de toegestane ashoogte. De windmolen is desondanks gewoon toepasbaar op een 3x80A aansluiting.

Torenhoge stroomprijzen

De turbine van WES is vanwege de hogere capaciteit vooral in trek bij wat grotere boerenbedrijven. ‘Het is een gekkenhuis, het regent aanvragen van boeren’, zo schetst directeur John Braakman van

De WES50 is vooral in trek bij de wat grotere boerenbedrijven met een gebruik vanaf circa 50.000 kWh per jaar. Dit vanwege de productiecapaciteit van 100.000 tot 150.000 kWh per jaar.

WES de huidige marktsituatie. Hoe dat komt? ‘Kijk maar naar de prijzen voor elektriciteit. Die lag lang rond de 5 of 6 cent per kWh, maar momenteel betaal je 50 cent tot zelfs 1 euro per kWh. De energierekening loop de pan uit op boerenbedrijven. Ondertussen wordt er met melken, maar ook in de akkerbouw en de bollenteelt wel goed verdiend. Dan is de keus om te investeren in een kleine windturbine op het erf om van de stroomkosten af te komen én iets te doen aan vergroening van je eindproducten snel gemaakt.’ Het oorspronkelijke ontwerp van de WES-windturbine werd al in het begin van de jaren tachtig geproduceerd door de Nederlandse windturbinepionier Henk Lagerwey. In die periode was de Lagerwey dé boerenerfmolen. In 2003 kocht Wind Energy Solution (WES) de exclusieve rechten, tekeningen en engineeringdossiers van Lagerwey. Het mechanische deel van de in blauwwitte kleuren uitgevoerde WES50 is nog steeds gebaseerd op de originele Lagerwey-molens. ‘Sommige boeren die nog steeds een Lagerwey uit de jaren tachtig hebben staan, herkennen in onze molen elementen uit hun eigen molen.'

Investering van € 225.000

De WES50 vraagt een totale investering van € 1,80 per kWh, zeg maar een investering van rond de € 225.000. ‘Met de huidige elektriciteitsprijzen verdient deze molen € 50.000 per jaar voor je, dan praat je over een terugverdientijd van ruim vier jaar. Oftewel, met de investering in onze erfmolen zet je je toekomstige stroomprijs vast op circa 14 cent. Dat zou ik bijna een feestje willen noemen.’ Braakman stelt dat een kleine windmolen boeren in staat stelt om de eigen energierekening te beheersen. ‘Feitelijk klik je met deze investering de energieprijs vast en wat Poetin dan doet, doet er voor de energieprijs niet meer toe.’

31 AGRARISCH MAGAZINE 2023 DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
Foto: Wind Energy Solution

WATER WORDT HET NIEUWE GOUD

Klimaatverandering zorgt voor meer extremen in weertypes. Periodes waarin sprake is van wateroverlast door zware buien wisselen daarbij af met periodes met juist een neerslagtekort. Nu al doen zich regelmatig lange periodes van droogte voor. Mede hierdoor worden akkers in de buurt van de Wadden- en Noordzeekust steeds zouter. Het project Zoetwaterboeren heeft als doel agrariërs oplossingen en handvatten aan te reiken om als watermanager het bedrijf te runnen en flexibel in te spelen op sterk wisselende omstandigheden. Een van de boeren die dit project trekt en voorop gaat in de strijd tegen droogte en verzilting, is akkerbouwer Klaas Schenk uit Anna Paulowna. De pionierende pootgoedteler werkt met druppelirrigatie, schakelde om naar een teelt op bedden, doet aan ondergrondse wateropslag en bouwde van een waterreservoir van 1000 kuub. Zo beschikt hij altijd over ‘eigen’ zoet water. ‘Water wordt het nieuwe goud’, is de overtuiging van Schenk. Veel akkerbouwers zullen zijn woorden beamen.

32 AGRARISCH MAGAZINE 2023 4 TREND 2023
Foto: Marga van der Meer
33 AGRARISCH MAGAZINE 2023

PIET DE BOER GAAT VOOR GLB-GOUD

Melkveehouder Piet de Boer hoeft relatief weinig aanpassingen te doen om in de eco-regeling van het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) de maximale betaling te ontvangen. De melkveehouder vertelt hoe dat werkt.

Piet en Sandra de Boer verhuisden in 1993 vanuit het NoordHollandse Edam naar het Friese Weidum. Een stap waar ze tot op de dag van vandaag geen spijt van hebben. ‘We voelen ons hier thuis’, vertelt Piet. Tot 2007 boerden de melkveehouders in maatschap met de ouders en broers van Piet, die het bedrijf in Edam voortzetten.

Piet en Sandra houden 130 melk- en kalfkoeien en 55 stuks jongvee op 77 hectare. De koeien worden ’s zomers dag en nacht geweid. Het melken gebeurt in een 28-stands swing-over. Het rollend jaargemiddelde is 9.800 liter, met 4,30% vet en 3,70% eiwit. Het gros van het areaal van De Boer is blijvend grasland. Hij heeft 17 hectare kruidenrijk grasland en 11 hectare mais.

Informatieavond over nieuwe GLB

De melkveehouders lieten zich onlangs bij Van Balen Boekhoudburo in het Friese Jellum voorlichten over het nieuwe Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) en de zogenoemde eco-regeling. ‘We hebben de deelnemers van onze zes studiegroepen uitgenodigd’, vertelt Maria Sterk namens Van Balen Boekhoudburo. Samen met haar collega Jan Yme Visser rekende zij de kansen voor De Boer door. In het nieuwe GLB moeten melkveehouders aan wettelijke eisen voldoen om de basispremie te ontvangen. Daarbovenop kunnen ze via de eco-regeling mogelijk een eco-premie beuren. Binnen de eco-regeling wordt voor de hoogte van de eco-premie ook onderscheid gemaakt. Met klasse ‘goud’ beur je € 200 per hectare extra bovenop de basispremie. Klasse zilver is goed voor € 100 extra en met klasse brons krijg je € 60 per hectare bovenop de basispremie. ‘Melkveehouders die kans willen maken op een ecopremie worden beoordeeld op vijf verschillende thema’s: klimaat, bodem & lucht, landschap, biodiversiteit en water’, legt Visser uit. ‘Bij de beoordeling van individuele bedrijven is de huidige situatie het vertrekpunt’, verduidelijkt Sterk.

34 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Jan Yme Visser (links) en Maria Sterk van Van Balen Boekhoudburo adviseerden melkveehouder Piet de Boer (rechts) over het nieuwe GLB en de eco-regeling.
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

De meerwaarde van goud

‘Ik ga voor goud’, zo dacht Piet de Boer, toen hij hoorde hoe de eco-regeling is ingericht. De gedreven melkveehouder ziet kansen om een extra plus te beuren. Klasse goud in de eco-premie levert De Boer in totaal € 7.700 meer op dan klasse zilver. Ten opzichte van de huidige betalingsrechten is het een plus van circa € 8.000. ‘De uitgangspositie van Piet is klasse zilver’, vertelt Maria Sterk, die aangeeft dat De Boer een wijziging moet doorvoeren in zijn bedrijfsvoering om aan goud te voldoen. ‘Ik ga 3 hectare mais vervangen voor het stikstofhoudende gewas luzerne’, aldus De Boer, die de luzerne voor 1 april moet inzaaien om aan de eisen te voldoen. ‘Dat is niet eenvoudig, maar ik ga het proberen. De regels voor de eco-regeling zijn nog steeds in beweging. Als ik er eerder van op de hoogte was geweest, had ik de luzerne meteen na de maisoogst ingezaaid.’

Doordat een deel van het maisareaal wordt omgezet in luzerne heeft dit geen gevolgen voor de fosfaatplaatsingsruimte op

bedrijfsniveau, aangezien ‘stikstof- of eiwithoudend gewas’ vanuit het mestbeleid wordt gezien als bouwland. Met een groot aandeel blijvend grasland en een beweidingsplan met dag en nacht weiden, voldoet De Boer relatief snel aan de eisen van de hoogste eco-premie. Bij Van Balen Boekhoudburo is de verwachting dat dit slechts voor een klein deel van de gangbare melkveehouders geldt. ‘We kijken per bedrijf naar de uitgangspositie. De gevolgen van het nieuwe GLB verschillen per bedrijf. Het gaat om maatwerk’, zegt Visser. ‘Voor mij is het rond te rekenen, maar het is de vraag in hoeverre het voor andere melkveehouders loont om in de extra activiteiten te investeren’, zegt De Boer, die kritisch is op het nieuwe GLB. ‘Heel veel regels zijn tenenkrommend en van een bedenkelijk niveau. Wat is bijvoorbeeld de visie achter de premie voor groene braak? Wat wil men daarmee bereiken?’ Ondanks zijn kritische houding grijpt De Boer het nieuwe GLB aan om kansen te zien en waar mogelijk te pakken. ‘Dat is ondernemerschap. Als boer moet je je aanpassen. Het heeft geen zin om overal maar tegenin te gaan’, aldus de melkveehouder, die al langere tijd klant is van Van Balen Boekhoudburo. Hij prijst de aanwezige kennis van het kantoor en is lovend over de persoonlijke benadering. De broers van De Boer in Edam zijn inmiddels ook klant van het Friese boekhoudkantoor.

Genieten van weidevogels

Piet de Boer geniet volop van zijn 17 hectare kruidenrijk grasland. ‘We hebben veel vlinderbloemigen. Dat groeit sensationeel. De bloemenzee ziet er prachtig uit en de koeien zijn er dol op.’ De melkveehouder zaaide het kruidenrijke mengsel in met een overtopfrees, tegen relatief lage kosten. ‘We zijn van 6 naar 17 hectare kruidenrijk gegaan. Voor ons is dat het maximum.’

De Boer is een groot liefhebber van weidevogels. Hij doet aan maaidatumbeheer en voorweiden en zet een deel van zijn land onder water (plasdras). Het voorbije broedseizoen was zeer succesvol, met tientallen broedparen van verschillende soorten weidevogels. ‘Ik heb er lol in. We hebben extra ingezet op predatie. Dat heeft goed gewerkt. Voorgaande jaren hadden we daar veel last van. Dat is frustrerend.’

35 AGRARISCH MAGAZINE 2023
‘Als boer moet je je aanpassen. Het heeft geen zin om overal maar tegenin te gaan’

‘FRIESLANDCAMPINA PAST BIJ ONS’

Vanaf 2008, toen Friesland Foods en Campina fuseerden, was het voor melkveehouders eigenlijk niet mogelijk aan te sluiten bij FrieslandCampina. Nu die deur vanaf dit jaar wel weer openstaat, kunnen melkveehouders er wel naar overstappen. Ook Noortje Krol maakte die keuze. ‘Deze sterke coöperatie biedt continuïteit. De visie en strategie sluit goed aan op de onze.'

Noortje Krol is geboren en getogen op haar melkveebedrijf in Heeswijk-Dinther. Haar vriend Nico Miedema komt uit de kop van Noord-Holland. Samen zijn ze elf jaar geleden verdergegaan op de huidige locatie. Onlangs besloten zij om lid te worden van FrieslandCampina. ‘FrieslandCampina heeft een duidelijk ambitie om voor het collectief maximale waarde uit melk te halen. Dat is echt anders dan bij particuliere zuivelondernemingen’, licht Noortje hun keuze toe. ‘Het streven is bij FrieslandCampina altijd een toonaangevende melkprijs voor zijn leden-melkveehouders te realiseren. En dat hebben ze ook bewezen door gemiddeld bij de top drie van de best betalende zuivelondernemingen te horen. Als je geen coöperatie bent, dan heb je geen oprechte reden om te gaan voor de beste melkprijs.’

Noortje waardeert ook het boerenbestuur dat FrieslandCampina

heeft en dat er met een boerenoog naar strategische besluiten wordt gekeken. ‘Uiteindelijk is een goed bedrijfseconomisch resultaat een belangrijke factor voor een gezond melkveebedrijf. Dat is voor mij de belangrijkste reden om lid te worden. Door de jaren heen heeft FrieslandCampina bewezen een goede melkprijs uit te betalen. En daar komt de nabetaling nog bij.'

Strategie aanpassen

Een andere pré noemt de melkveehoudster de focus op de toekomst en het zichtbaar meebewegen met de wensen vanuit de markt en maatschappij. ‘Dat is ook iets wat wij met ons melkbedrijf nastreven.

Jarenlang hebben wij de strategie gehad om te groeien in omvang.

Maar om mee te bewegen in de huidige uitdagingen rondom maatschappelijk draagvlak en milieu, hebben we besloten onze groeistrategie aan te passen en te streven naar een natuurinclusief melkveebedrijf. Dat gaat niet zonder slag of stoot, maar het is zeker haalbaar.’

Van de 35 hectare productief grasland die Noortje en Nico benutten, is nu 22 hectare kruidenrijk. ‘Naar de toekomst toe

36 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Noortje Krol: 'FrieslandCampina heeft, net als wij op ons bedrijf, de focus op de toekomst.'
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
'Het verhaal van naar de consument toe is authentiek en oprecht.'
Foto's: FrieslandCampina

willen we ons areaal grasland uitbreiden naar 50 hhectare productief kruidenrijk grasland. Met daarnaast zo'n 30 hectare extensief beheerd kruidenrijk grasland. Dat betekent ook dat we in plaats van 30% gras in het rantsoen naar ruim 50% gras gaan. We willen toe naar een bedrijf dat door anderen wordt gezien als een toevoeging aan de omgeving. Ik vind dat daar een taak voor ons ligt en dit nemen we nu bewust mee in beslissingen die we maken.’

Dat Noortje en Nico hun bijdrage voor de maatschappij belangrijk vinden, blijkt niet alleen uit hun inzet voor de natuur en biodiversiteit. Ze zijn sinds dit jaar ook Klasseboer. ‘Er zijn al een aantal schoolklassen op bezoek geweest en dat beviel heel goed. Ik stond ervan te kijken dat zelfs uit ons dorp de helft van groep 5 nog nooit op een boerderij is geweest. Dat is bizar! En de ouders stellen soms nog meer vragen dan de kinderen. Erg leuk om hen erbij te betrekken. Ook hierin is FrieslandCampina een belangrijke partner.

Zij heeft een sterke band met de maatschappij. Door het merk Campina kunnen zij de sector goed promoten door bijvoorbeeld de Campina Open boerderijdagen. Ik denk dat veel andere zuivelondernemingen daar jaloers op zijn. Ik vind het erg sterk dat zij dat via het merk doen. Dat maakt het verhaal naar de consument authentiek en oprecht. Dit alles maakt FrieslandCampina een sterke en toekomstbestendige partner voor ons bedrijf.’

Acht zekerheden voor leden van FrieslandCampina

Leden, en dus ook nieuwe leden, kunnen bij FrieslandCampina bouwen op acht zekerheden. Te weten:

1) Een toonaangevende melkprijs

* FrieslandCampina wil altijd in de top drie van de best betalende zuivelondernemingen staan. De basis hiervoor is de garantieprijs, die open en transparant wordt vastgesteld.

2) Een gegarandeerde melkafname

* Melk van leden wordt gegarandeerd afgenomen. Aan de melkafname zijn natuurlijk altijd voorwaarden voor hygiëne, kwaliteit en duurzaamheid verbonden.

3) Focus op de toekomst

* De focus ligt op de continuïteit voor de lange termijn. FrieslandCampina blijft zich continu verbeteren om proactief in te spelen op de wensen van de markt en maatschappij.

4) Beloning van extra inspanningen

* Op het erf en in de keten werkt FrieslandCampina aan duurzaamheid. Het resultaat op het erf wordt beloond via Foqus planet. Ook kunnen leden deelnemen aan bijzondere melkstromen.

5) Grote, lokaal gewortelde coöperatie

* FrieslandCampina heeft 15.000 leden in Nederland, België en Duitsland. Door de regionale structuur met veertien districten is de coöperatie lokaal geworteld.

6) Krachtige internationale onderneming

* FrieslandCampina heeft vestigingen in 38 landen en exporteert naar meer dan 100 landen. Voor een belangrijk deel dragen de leden bij aan de financiering van de onderneming.

7) Sterke merken en marktposities

* FrieslandCampina onderscheidt zich door het brede productportfolio, innovatieve producten en sterke merken wereldwijd. Dat geeft stabiliteit en wendbaarheid.

8) Midden in de samenleving

* FrieslandCampina draagt het belang van de melkveesector uit naar de samenleving. Initiatieven als de Campina Open Boerderijdagen en de Chocomel-actie zijn daarvan zichtbare voorbeelden.

Meerweten?Gadannaarwordlid.frieslandcampina.nl

37 AGRARISCH MAGAZINE 2023
38 MAGAZINE 2023 Uw totaalleverancier voor de agrarische sector favanderwal.nl WWW.DENKAVIT.COM Ook in 2023 staan we weer voor u klaar! 185401336_VdVK_Adv_Kritieke_melkprijs_210x297.indd 1 26-05-16 11:34 De wereld om ons heen is continu in beweging. Een goed beeld van jouw organisatie is daarom goud waard. Ben je benieuwd naar de voordelen? BENTACERA.NL IK MAAK MIJN EIGEN TOEKOMST SAMEN MET BENTACERA

RAILSYSTEEM OP SLEUFSILO’S IN TREK

ONLINE BOEKHOUDEN IS DE TOEKOMST

De Friese firma Agridek ontwikkelt sinds 1999 innovatieve afdeksystemen voor lasagnekuilen. Het bedrijf biedt verschillende toepassingen voor nieuwe én bestaande situaties. Eigenaar Jan Sake Bosch merkt onder melkveehouders een toenemende vraag naar het railsysteem voor bestaande sleufsilo’s. ‘De melkprijs is goed. We zien dat melkveehouders interesse hebben in ons railsysteem. We hebben in 2022 meerdere railsystemen verkocht en ook voor 2023 ziet het er goed uit. De investering in een railsysteem is, net als het Agridek portaalsysteem, bovendien fiscaal aantrekkelijk. Melkveehouders kunnen profiteren van een milieu-investeringsaftrek van 27% (Mia) en 75% vrije afschrijving (Vamil), vanwege de besparing op landbouwplastic’, vertelt Bosch.

Minder muren nodig

Het railsysteem is in breedte verstelbaar, heeft een wisselbare rol en is daardoor op meerdere silo’s te gebruiken. Het systeem leent zich goed voor lange en smalle sleufsilo’s. Het systeem rijdt over de silowand, waardoor je minder muren nodig hebt en je zodoende bespaart op kosten en ruimte. ‘Met dit railsysteem heb je voor het afdekken van drie sleufsilo’s maar vier wanden nodig. De rollen worden op maat gemaakt en zijn geschikt voor silo’s tot 12 meter breed en 75 meter lang’, licht Bosch toe. Het railsysteem werkt volledig elektrisch. Agridek heeft naast de wisselbare versie ook een vast railsysteem ontwikkeld. Deze machine – die met name geschikt is voor één sleufsilo – wordt via krachtstroom aangedreven en komt prijstechnisch erg interessant uit de bus.

Geen stapels met facturen meer, maar online een actueel overzicht van je financiële situatie. Volgens Ruurd Deelstra van Deelstra Jansen administratie en advies in Leeuwarden is online boekhouden de toekomst. ‘Ondernemers en dus ook boeren kunnen niet zonder financiële informatie. Online is deze informatie overal en altijd beschikbaar. Indien nodig kunnen we op afstand met de boer meekijken.’

Het doorsturen van facturen en bankafschriften kost niet veel tijd. De informatie wordt automatisch gefilterd en gerubriceerd via een gestandaardiseerd programma. ‘Tijdswinst is juist een voordeel van online boekhouden, zowel voor de klant als voor ons. Dat is een win-winsituatie. Online boekhouden is voor iedereen minder omslachtig. We zien nauwelijks nog ontbrekende facturen.’

Beter plannen

Online boekhouden is niet duurder dan regulier boekhouden, aldus Deelstra. ‘Wij kunnen als boekhoudkantoor beter plannen, zodat we met hetzelfde aantal mensen meer kunnen doen.’

In een tijd met hoge melkprijzen kunnen boeren extra voordeel doen met online boekhouden, zo geeft Deelstra aan. ‘We kunnen de actuele financiële cijfers vertalen naar de belastingsituatie van 2022. Indien mogelijk kun je aan de hand van de cijfers bijvoorbeeld onderhoudsposten naar voren halen. Ook kun je eerder inspelen op de hoogte van de voorlopige belastingaanslag. Door te voorkomen dat die te laag wordt vastgesteld, kan 4% belastingrente worden voorkomen. Ook eventuele liquiditeitsproblemen in de toekomst kunnen met een prognose op basis van actuele cijfers eerder worden gesignaleerd en mogelijk voorkomen.’

39 AGRARISCH MAGAZINE 2023 DE SPOTLIGHTS OP DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel Gesponsord artikel
Ordners in de kast en cijfers in de PC biedt veel voordelen. Het systeem leent zich goed voor lange, smalle silo’s. Foto: Landpixel
afdekinnovati e
Foto: Agridek

VLINDERBLOEMIGE TEELTEN MEER EN MEER IN TREK

Luzerne, velderwten, witte en rode klaver. Nooit eerder werd er door zo veel akkerbouwers en melkveehouders overwogen een of meerdere van deze vlinderbloemigen substantieel meer in te gaan zetten. Grote drijfveer is het nieuwe GLB. Daarin worden niet alleen akkerbouwers tot meer gebruik van rustgewassen gedwongen, maar valt met vlinderbloemigen ook veel punten te scoren. Punten die tot brons, zilver of goud leiden binnen het GLB en zodanig een extra toeslag in het laadje kunnen brengen. Daarnaast zullen waarschijnlijk op de verplichte bufferstroken ook meer dan eens klavers verschijnen.

De waarde van klavers steeg afgelopen jaar sowieso al door de droge zomer. Menig melkveehouder zag de percelen met de witte of rode bloemetjes de droogte knap de baas blijven. Het stuwde de verkoop van klaverzaad in 2022 reeds en veel wijst erop dat dit in 2023 verder doorzet.

40 AGRARISCH MAGAZINE 2023 5 TREND 2023
Foto: Landpixel
41 AGRARISCH MAGAZINE 2023

Coöperatie DOC Kaas

Smakelijke kazen, met liefde gemaakt, zonder onnodige toevoegingen. En dat proef je!

Van de overige melk worden overheerlijke toetjes gemaakt, of ijs, of babyvoeding. En genuttigd all over the world Maar ook kalvermelkpoeder van hoge kwaliteit die – ook in Nederland – onder het merk NORMI wordt verkocht.

Lid worden Wilt

ook uw kwaliteitsmelk leveren aan DOC Kaas en bent u benieuwd naar de voorwaarden voor lidmaatschap van coöperatie DOC Kaas? Neem dan contact op via 0528 - 280 440 of stuur een mail naar info@dockaas.nl

42 AGRARISCH MAGAZINE 2023 Postbus 11 - 7900 AA Hoogeveen - T +31 (0)528 280 440 - info@dockaas.nl www.dockaas.nl - www.uniekaas.nl - www.dmk.de/nl
Van, voor en door de leden!
leveren eersteklas
Onze melkveehouders
melk – en daar zijn we trots op. Melk waar kaas van wordt gemaakt, onder meer voor Uniekaas, het oudste kaasmerk van Nederland.
coöperatie DOC Kaas is mede-eigenaar van het Duitse zuivelconcern DMK Group. Renovatie Nieuwbouw Sandwichpanelen Golfplaten Asbestsanering Zonnepanelen 1 Advies op maat Samen op zoek naar de beste oplossing › 2 Voorbereiding Van A tot Z ontzorgd › 3 Uitvoering Vakkundig en snel › Specialist in dak- en gevelsystemen IN 3 STAPPEN EEN NIEUW DAK www.middendorpmontage.nl/offerte Bel ons voor een vrijblijvende offerte op 0342 - 44 20 08. Of kijk op de website:
u
Want

SAMEN STERKER RICHTING GROEN GAS

Melkveehouder Roy van der Sar werd door zijn buurtgenoot en varkenshouder Jo Wolters op de kansen van monomestvergisting gewezen. Een opwaardering naar groen gas is echter nog een stuk lucratiever. Door samen te werken, blijkt dat mogelijk. Een rendementsberekening van DLV Advies toonde aan dat zo’n investering voor de ondernemers prima uit kan.

Van de Sar melkt zo’n 120 koeien, die vier maanden per jaar weidegang krijgen. Dat levert circa 3.200 ton bruikbare mest op, waarvan 93.500 kuub biogas gemaakt kan worden. Na een bijeenkomst op zijn bedrijf in Hoogeveen, waar Erik van Eekelen van DLV Advies een presentatie gaf, ging Van der Sar om tafel met Wolters en nog twee collega’s uit de buurt. Zij vergisten straks elk op hun eigen bedrijf op kleine schaal dagverse mest. Het biogas dat ze daarmee winnen, wordt dan verpompt naar een centrale opwerkingsinstallatie, waar het gas geschikt wordt gemaakt voor het aardgasnetwerk. ‘In m’n eentje ben ik voor een WKK-installatie net te klein, maar in zo’n cluster is mestvergisting wel rendabel’, licht de melkveehouder toe.

Aan het hele proces ging eerst een haalbaarheidsstudie vooraf. De kosten daarvoor en de projectbegeleiding door DLV Advies worden gefinancierd vanuit een provinciaal potje voor duurzame energieinitiatieven, vertelt Erik van Eekelen. ‘De veehouders betalen alleen

de vergunningaanvraag.’

In zes weken rond

De vergunning voor het plan was in de gemeente Hoogeveen snel geregeld. De verantwoordelijke ambtenaar was nauw betrokken bij de plannen en daardoor verliep het hele proces vlot, vertelt van Eekelen. ‘Binnen zes weken was alles rond.’ Van der Sar vult hem aan: ‘Erik weet ook precies wie hij moet hebben om zaken te regelen. Hij heeft overal connecties, dat is heel handig. Tja, de vergunningaanvraag kost ons wel een paar centen. Maar als je nooit wat probeert, kom je ook nergens.’

Voor het cluster is € 1,8 miljoen subsidie aangevraagd uit het Economisch Herstelfonds. Hieruit worden onder meer de aanleg van de gaspijpleidingen en het centrale opwerkstation betaald. De rest van het bedrag wordt verdeeld over de veehouders. De investering voor Roy blijft beperkt tot € 180.000, inclusief dagontmesting en het dichtmaken van de roostervloer. Verder loopt er een aanvraag voor SDE-subsidie; die garandeert de deelnemers een minimale opbrengst van een euro per kuub groen gas. Voor beide subsidies hopen ze in januari groen licht te krijgen.

‘Die subsidie-aanvragen regelt DLV Advies’, vertelt Roy. Hij is daar blij mee. ‘Voor Erik is het dagelijks werk. Als wij het zelf moeten doen, is het heel veel uitzoekwerk. En dan loop je nog het risico dat je misgrijpt als je een vinkje verkeerd zet.’ Maar ook zonder deze subsidie uit het Economisch Herstelfonds is het plan rond te rekenen, zegt Erik van Eekelen: ‘Het is absoluut rendabel.’

43 AGRARISCH MAGAZINE 2023 DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
44 AGRARISCH MAGAZINE 2023 DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel ‘WIJ WORDEN EEN ONE STOP SHOP’
Arend Kuperus: ‘De producten van JOZ en Fullwood Milking zijn complementair aan elkaar. Daarmee maken we een grote stap vooruit.’

Het Noord-Hollandse JOZ timmert flink aan de weg. Het in Westwoud gevestigde bedrijf zet in op groei en innovatie. De overname van Fullwood Milking past in de doelstelling om melkveehouders een totaalpakket aan te kunnen bieden, of zoals CEO Arend Kuperus het omschrijft: ‘We worden een One Stop Shop’.

Het Noord-Hollandse JOZ verwierf in de eerste 75 jaar van zijn bestaan bekendheid met het ontwikkelen van mestschuiven en -robots. Met de kapitaalinjectie van Rabobank Participaties – dat in 2019 een meerderheidsbelang nam in JOZ – veranderde het bedrijf van koers. Onder leiding van CEO Arend Kuperus zet JOZ volop in op groei en innovatie en het aanbieden van circulaire oplossingen. Het bedrijf nam in 2022 Fullwood Milking over van investeringsmaatschappij Pindustry en heeft vergaande plannen om een volledig elektrische en autonoom rijdende voerrobot te ontwikkelen. ‘Daar verwacht ik in de loop van 2023 meer duidelijkheid over te kunnen geven’, aldus Kuperus.

Thuiskomen

De overname van Fullwood Milking sluit naadloos aan op de nieuwe bedrijfsfilosofie van JOZ. Het bedrijf wil melkveehouders een totaalpakket aanbieden en zoekt naar synergieën. ‘We worden een One Stop Shop. De producten van Fullwood Milking en JOZ zijn complementair aan elkaar. Bovendien kunnen we onze service combineren en versterken’, zo zegt Kuperus, die veel vertrouwen heeft in de toekomst. ‘De Merlinmelkrobot van Fullwood is een topmachine. Voor volgend jaar hebben we nu al 650 orders binnen, een verdubbeling ten opzichte van 2022. We staan dichtbij onze doelgroep. Met ons dealernetwerk zijn we een speler om rekening mee te houden.’

Met de overname van Fullwood Milking ging voor Arend Kuperus een langgekoesterde wens in vervulling. Sinds zijn aantreden als CEO van JOZ volgde hij de verrichtingen van Fullwood met bovengemiddelde interesse. ‘Melktechniek is mijn wereld. Dit voelt als thuiskomen’, vertelt Kuperus, die eerder werkzaam was voor DeLaval en Boumatic.

Kuperus ziet dat melkveehouders inzetten op automatisering en efficiëntie. ‘We merken dat er een serieuze vraag is naar melk- en mestrobots. Met de huidige melkprijzen zien melkveehouders mogelijkheden om te investeren in efficiëntie.’ De toenemende interesse in automatische melksystemen betekent niet dat Kuperus niet positief is over conventionele melktechniek. ‘Ook daar blijft toekomst voor.’

Twee groepen JOZ blijft ook na de overname van Fullwood Milking gevestigd in

Westwoud, waar het zich concentreert op de huidige activiteiten in de mesttechniek. De organisatie is uitgebreid met een extra tak: Fullwood JOZ. De bedrijven JOZ en Fullwood JOZ worden ondergebracht in een holding. Fullwood JOZ richt zich op bedrijventerrein Agriport A7 in Middenmeer op de melktechniek. ‘Fullwood is een gerespecteerd merk. Die naam willen we graag behouden’, aldus Kuperus, die de omzet van JOZ de afgelopen drie jaar wist te verdubbelen. Daarmee bedraagt de gezamenlijke omzet van JOZ en Fullwood JOZ zo’n € 80 miljoen. Kuperus wil binnen twee jaar doorgroeien naar € 100 miljoen. Europa is voor Fullwood JOZ de belangrijkste afzetregio. Landen als Nederland, Engeland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Ierland gelden als belangrijke afzetmarkten voor het bedrijf. Kuperus ziet ook volop kansen in de Verenigde Staten. ‘Dat is een gigantische groeimarkt. We hebben daar inmiddels de eerste melkrobots geleverd en geïnstalleerd.’

Stikstofkraker Gazoo

JOZ zet in op groei en innovatie. Met de ontwikkeling van de innovatieve stikstofkraker Gazoo heeft het bedrijf volgens Kuperus dé oplossing voor het stikstofprobleem in handen. ‘We kunnen op bedrijfsniveau 80% van de ammoniakale stikstofuitstoot reduceren. We halen 80% van de totale ammoniak uit de meststroom.’

De Gazoo draait op dit moment op elf melkveebedrijven. Melkveehouders met een Gazoo reduceren de ammoniakemissie en zien tegelijk hun mestafzetkosten vervallen. Ook besparen ze fors op de aankoop van kunstmest. Dat levert ook meteen een flinke aardgasbesparing op. ‘Melkveehouders kunnen de Gazoo in veel gevallen binnen vijf jaar terugverdienen’, aldus Kuperus, die aangeeft dat inmiddels meer dan 400 melkveebedrijven de installatie hebben aangevraagd. ‘De potentie van de Gazoo is gigantisch groot’, aldus Kuperus, die namens JOZ smacht naar Haagse duidelijkheid over de precieze invulling van het stikstofbeleid. ‘Den Haag moet knopen doorhakken. Melkveehouders willen weten waar ze aan toe zijn. De huidige onzekerheid is de grote bottleneck. Er is perspectief nodig. De Gazoo vraagt een serieuze investering, maar we kunnen het probleem ermee oplossen.’

Real Time Sensoring

Met slimme meetsystemen wil JOZ de werking van de Gazoo waarborgen. De stikstofkraker wordt uitgerust met Real Time Sensoring. Daarmee kunnen controlerende instanties live zien dat de Gazoo werkt en dat de emissie van ammoniak daadwerkelijk wordt gereduceerd. Volgens Kuperus zorgt dat voor een betere en betrouwbaardere borging dan toekenning op de zogenoemde RAVlijst voor emissiearme technieken. ‘We blijven innoveren’, aldus Kuperus.

45 AGRARISCH MAGAZINE 2023
‘We zijn een speler om rekening mee te houden’
JOZ stelt met de Gazoo 80% ammoniakale stikstof te kunnen reduceren.

SILVOPASTURE KOMT NAAR NEDERLAND

Silvopasture is het Engelse woord voor bosweide. Het betekent dat bomen en hagen worden aangeplant in weilanden of langs het kavelpad naar de stal. De koeien kunnen tussen het grazen door snoepen van de bomen of de heg. Dat is gezond, want ze leveren ontstekingsremmende stoffen en mineralen. Daarnaast dragen bomen en struiken bij aan meer biodiversiteit en koolstofvastlegging in de bodem. Melkveehouder Ron van Zandbrink van boerderij ‘Tussen de Hagen’ in Stoutenburg begon in het voorjaar van 2019 met deze vorm van agroforestry. Hij heeft toen een eerste perceel bomen aangeplant. Inmiddels heeft hij appel, peer, hazelaar, walnoot, kastanje, honingbes, aalbes, kruisbes, framboos en braam tussen zijn koeien staan. Ook zijn er verschillende voederhagen te vinden op plekken waar koeien vaak langs lopen. ‘Ik zie veel interesse bij collega-boeren die kansen zien in agroforestry. Maar het ontbreekt vaak aan kennis en ze weten niet waar te beginnen’, zegt Van Zandbrink. Daarom werkt hij samen met vakinhoudelijke specialisten aan een voorlichtingsprogramma voor agroforestry. Het combineren van productief grasland en vee met bomen of struiken, we gaan er het komende jaar meer van horen.

Foto: Willem van Leuveren/Natuur en Milieufederatie Utrecht.

46 AGRARISCH MAGAZINE 2023 6 TREND 2023
47 AGRARISCH MAGAZINE 2023

‘NEEM ZELF HET HEFT IN HANDEN, MAAK ZELF EEN PLAN’

In deze tijd met veel onzekerheden, kun je als ondernemer de koers kwijt zijn en stuurloos raken. Je kunt ook zelf de touwtjes in handen nemen en een plan maken waar je over vijf jaar wilt staan. De doelen die je stelt zijn vaak niet simpel te bereiken, maar zonder doelen kom je nergens, stellen adviseurs van TTW. Ze ontwikkelden een aanpak die telers helpt bij het bepalen van de route.

Er komt deze tijd veel op de sector af en het lijkt erop dat Den Haag en Brussel nog veel meer in petto hebben.

Carolien Bierens en Niels van Nederpelt merken dat niet alleen in hun werk voor TTW, maar ook thuis op het eigen akkerbouwbedrijf waarvan ze deel uitmaken, Bierens in Zeeland en Van Nederpelt in Zuid-Holland. Het gevaar bestaat dat de onzekerheden ertoe leiden dat ondernemers gaan afwachten en zelf geen plan maken, waarschuwen beide TTW-adviseurs. Bierens: ‘Laat je je leiden door Den Haag en Brussel, of neem je als ondernemer zélf de touwtjes in handen, door een plan te maken en daar planmatig aan te gaan werken?’

48 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Carolien Bierens en Niels van Nederpelt: ‘Als je voorsorteert op een kans, dan kun je snel schakelen als die zich voordoet.’
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel

Wat wil je zelf?

Punt één in zo’n plan is wat je als ondernemer zélf wilt, benadrukken de adviseurs. Dat is voor iedereen anders. Bierens: ‘De ene ondernemer wordt bijvoorbeeld blij van huisverkoop, een andere wordt daar helemaal kriegel van. Sommigen zijn afzettechnisch heel sterk, maar teelttechnisch minder goed. Bij anderen is het net andersom. Wéét waar je goed in bent. Durf hulp te zoeken voor punten waar je niet goed in bent. Zet een stip op de horizon en ga daar naartoe werken. Kijk welke punten je nu moet aanpassen om over vijf jaar bij die stip te zijn.’ Doe dat niet alleen, adviseren Bierens en Van Nederpelt. ’Praat erover met mensen uit verschillende takken van sport. Bespreek het

met mensen met wie je goed kunt sparren.’

TTW heeft de MasterRoute ontwikkeld om dat gesprek te voeren. Bierens: ‘Het is voor iedereen lastig om een visie te vormen. Het helpt als er iemand is die schuurt.’ Van Nederpelt: ‘Wij zijn best wel kritisch.’ Bierens: ‘En onafhankelijk.’

Groei als optie

Een optie is groei in hectares. In een periode van vijf jaar komt er altijd grond beschikbaar in een regio. Bierens noemt als voorbeeld iemand die een aantal jaren her en der perceeltjes kocht. Toen er een grond dichtbij zijn bedrijf te koop kwam, verkocht hij de perceeltjes en kocht van die opbrengst de grond dichtbij zijn bedrijf. ‘Als je voorsorteert op zo’n kans, dan kun je snel schakelen als die zich voordoet. Daarvoor moet je wel een plan hebben.’

Groot is niet beter dan klein, stellen de adviseurs. Een groot bedrijf past bij de ene ondernemer wel maar bij de andere niet. ‘Sommigen werken zich helemaal te pletter en verdienen niets’, constateert Bierens.

Nét te laat

Watermanagement is één van de punten die in de MasterRoute aan de orde komen. Beregenen is niet de enige optie bij droogte. Vooral in gebieden langs de kust met zout oppervlaktewater passen telers bijvoorbeeld drupirrigatie of peilgestuurde drainage toe, of ze leggen een diepdrain in een zoetwaterbel. Er is niet één pasklaar antwoord, leggen de adviseurs uit. Kijk wat bij jou past, wat mogelijk is in jouw streek en maak een eigen plan.

Ook minder hectares is een optie. Voor grote aardappeltelers in droogtegevoelige gebieden, vraagt het beregenen in droge jaren heel veel tijd. Soms zo veel dat ze het nauwelijks kunnen bijbenen en vaak nét te laat zijn. Als de TTW-adviseurs een kleiner areaal als optie noemen, stuit dat eerst vaak op onbegrip bij telers. ‘Dat durft niet iedere adviseur te zeggen’, zegt Van Nederpelt. Maar als de teler dat toch doet en het jaar erop met minder hectares in totaal net zo veel tonnen oogst, is hij wel overtuigd. ‘Je kunt beter een beperkt aantal dingen goed doen dan veel dingen maar half’, zegt Bierens.

Ook verbetering van de bodemstructuur vraagt een planmatige aanpak. Bierens: ‘Als die jarenlang is achteruit gegaan, kun je dat niet in één keer herstellen, bijvoorbeeld met heel veel compost.’

Minder gewasbescherming

Een goede bodemstructuur wordt steeds belangrijker, benadrukken beide adviseurs. Een gezonde bodem zorgt voor een gezonder gewas, waardoor minder gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. ‘Over tien jaar zullen veel middelen zijn verdwenen’, voorspelt Van Nederpelt. ‘Het is goed om je daarop voor te bereiden.’

Dat kan bijvoorbeeld door te investeren in mechanische onkruidbestrijding. Belangrijk is ook om de juiste rassen op het juiste perceel te telen en om te zorgen voor gezonde planten, onder andere door het toedienen van de juiste sporenelementen. Misschien zijn resistente rassen uit de biologisch landbouw ook een optie, oppert Bierens, of plantversterkers. ‘Er zijn veel puzzelstukjes’, zegt ze. ‘Het wordt er niet makkelijker op, wel leuker, want het vereist meer vakmanschap’. Het gaat erom dat je een plan maakt en eraan werkt om je doelen te bereiken. Bierens: ‘Blijf je boeren of ga je ondernemen?’

49 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Foto: Peter van Houweling
‘De toekomst vereist meer vakmanschap, dat maakt het leuker’

‘LICENSE TO PRODUCE CREEER JE DOOR TE BEWEGEN'

Met de afbouw van derogatie en het 7e actieprogramma Nitraat neemt nut en noodzaak van samenwerking tussen akkerbouwer en melkveehouder alleen maar toe. Daarvan zijn Rick Hoksbergen en Ruthger Steenbeek van Countus overtuigd. ‘Wacht daarbij niet op de overheid, maar pak de handschoen zelf op waar het kan.’

Bij veel akkerbouwers wil het nog niet echt landen dat hun bouwplan de komende jaren echt extensiever wordt, merkt Ruthger Steenbeek. Hij is branchespecialist akkerbouw bij Countus en begrijpt die houding ook wel. ‘De hang naar extensivering komt vanuit de overheid. Een overheid waartegen veel wantrouwen leeft.’

Toch is Steenbeek overtuigd dat de akkerbouwer die door wil mee

moet in deze ontwikkeling. ‘We hebben een landbouweconomie gecreëerd met erg dure grond. Dat bemoeilijkt anders werken en extensiveren. En toch word je er min of meer toe gedwongen. Minimaal 1 op 3 een rustgewas telen is onontkoombaar. Juist daarom is de samenwerking zoeken met melkveehouders extra belangrijk en interessant.’

Zijn collega Rick Hoksbergen, branchespecialist melkvee, deelt die mening. ‘Door de afbouw van derogatie moeten melkveehouders meer mest elders plaatsen. In veel gevallen is het effectiever als je dat in overeenstemming doet met akkerbouwers. Zij plaatsen jouw mest en telen daarnaast een aantal gewassen die passen als krachtvoervervangers. Dat kunnen granen zijn, maar bijvoorbeeld ook erwten of luzerne. Zo snijdt het mes aan twee kanten: je hebt meer grond beschikbaar om minimaal hetzelfde aantal koeien aan te houden en je teelt een deel van je eigen krachtvoer waarmee je kosten bespaard op de aankoop daarvan. Voor de akkerbouwer geldt hetzelfde. Hij of zij kan zo over goede mest beschikken en rustgewassen beter in

50 AGRARISCH MAGAZINE 2023 DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
Samenwerken is niet altijd makkelijker, maar kan ondernemers veel brengen.

het bouwplan inpassen.’

Modern gemengd bedrijf

De specialisten weten maar al te goed dat samenwerkingen tussen melkveehouders en akkerbouwers nu ook al volop voorkomen en benut, maar zij pleiten ervoor om een stapje verder te gaan. ‘Het blijft vaak bij het uitruilen van enkele hectares grond. Terwijl het mooist is om er één bedrijf van te maken.

Juridisch en fiscaal houd je verschillende bedrijven, maar het bouwplan integreer je volledig’, licht Steenbeek toe. ‘Daarmee speel je in op nieuwe weten regelgeving en zet je elkaar in de kracht. Het is het gemengde bedrijf, gestoeld op een moderne leest.’

Een aantal proefbedrijven draait al op deze wijze en dat werkt erg

goed. Alleen loopt de huidige wetgeving hen vaak nog voor de voeten. Bijvoorbeeld bij het verplicht wegen van alle mest en de vraag of het afvoer van mest betreft, terwijl je 100% samenwerkt. ‘Natuurlijk werkt dergelijke regelgeving niet mee en kan dat frustrerend zijn’, stelt Hoksbergen, maar hij meent dat dit ondernemers vooral niet moet beletten wel stappen te zetten. ‘Met elke nieuwe brief die het ministerie van LNV uitdoet, wordt het perspectief smaller. Daar kun je verbolgen over zijn, maar als ondernemer moet je je afvragen of je perspectief van ambtenaren mag verwachten. Beter is het waarschijnlijk om zelf de lead te nemen en bijvoorbeeld de samenwerking te zoeken.’

Vraag naar eiwit stijgt

Hoksbergen en Steenbeek stellen dat er minimaal drie ontwikkelingen gestalte krijgen die de kansen aanwakkeren. De reeds benoemde veranderingen binnen het GLB en de inzet op onder andere vlinderbloemigen als krachtvoervervangers, is daar één van. Een tweede ontwikkeling is de opkomst van duurzaamheidsprogramma’s voor melkveehouders in samenwerking met supermarkten. ‘Kijk als voorbeeld naar het Albert Heijn & A-ware concept, daar is nu alleen krachtvoer uit de EU toegestaan’, zegt Hoksbergen. ‘Het lijkt mij een kwestie van enkele jaren dat een minimaal percentage daarvan alleen nog uit eigen land afkomstig mag zijn. Dat biedt kansen voor akkerbouwers én samenwerking tussen beide sectoren.’ Steenbeek noemt daarnaast ook de teelt van eiwitproducten voor menselijke consumptie. ‘Verschillende akkerbouwers omarmen dit al, maar de markt doet dat nog maar mondjesmaat. Toch zullen we een verschuiving gaan zien de komende jaren naar meer plantaardige eiwitten en minder dierlijke. Daar ben ik van overtuigd.’

Neem initiatief

De branchespecialisten adviseren agrarische ondernemers na te denken over de vraag of ze boer willen blijven en hoe ze inkomen houden. De overheid faciliteert en stimuleert door middel van subsidies hier en daar, maar regelt dat niet. ‘Er zijn meerdere voorbeelden van gebieden waar melkveehouders, akkerbouwers en bijvoorbeeld natuurorganisaties gestructureerd en constructief samenwerken. De praktijk leert dat dat goed kan werken’, zegt Steenbeek. ‘Waterschappen, natuurorganisatie en lokale overheden zijn ook zoekende. Ga als collega-boeren met elkaar en met deze organisaties in gesprek. Rijk en provincies bepleiten een gebiedsgerichte aanpak. Als je als samenwerkende melkveehouders en akkerbouwers zelf initiatief daartoe neemt, komt je vaak verder en eerder tot resultaten.’ Hoksbergen vult aan: ‘Dit soort processen gaan bepaald niet vanzelf. Samenwerken en samen door een transitie gaan, is lang niet altijd makkelijk. Je moet er met elkaar voor knokken en garanties krijg je ook niet tot nauwelijks. Maar hoort dat bij het huidige ondernemersklimaat in de landbouw? Wij denken van wel. Het vraagt doorzettingsvermogen en motivatiekracht.’ Hij vult aan dat voor begeleiding in omschakelingen of bijvoorbeeld samenwerkingstrajecten tegenwoordig veel geld vanuit het Rijk beschikbaar is. ‘Ik weet dat mensen misschien denken: ‘Hij preekt voor eigen parochie’. Als dat zo is: ga desnoods naar een andere expert, maar pak die potjes wel mee om jezelf en je bedrijf beter voor te bereiden op de toekomst.’

51 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Ruthger Steenbeek
‘Samen door een transitie gaan vraagt doorzettingsvermogen’
Rick Hoksbergen
52 AGRARISCH MAGAZINE 2023 *Per bedrijf maximaal 2 Sprayfo-zakken cadeau. Actie geldt t/m 31 januari 2023. We vullen de zakken van TROUWe klanten; samen letten we op de kleintjes! Vraag je Sprayfo-dealer voor meer informatie! Scan de QR-code om je aan te melden. ACTIE: 2 zakken Sprayfo cadeau*

‘AFVOER LANDBOUWPLASTIC KAN 30% GOEDKOPER’

Bij menig veehouder gaat het landbouwplastic als restafval in de container. ‘Maar op laten halen door ons scheelt minimaal 30% in de kosten en het is nog veel duurzamer ook’, zegt Siebolt de Bruin van NNRD.

NNRD staat voor Noord-Nederlandse Reinigingsdienst (NNRD). Met meer dan 60 voertuigen is het bedrijf dagelijks op pad om afval in te zamelen bij inwoners, bedrijven en instellingen. Van fietsenmakers tot ziekenhuizen, van bouwbedrijven tot supermarkten en scholen en van recreatie en horeca tot boerenbedrijven, overal haalt het bedrijf afval op. ‘In recyclinginstallaties verwerken we deze afvalstromen vervolgens tot nieuwe hoogwaardige grondstoffen, nieuwe bouwmaterialen of zelfs tot compleet nieuwe producten of biobrandstoffen’, zo vertelt commercieel manager Siebolt de Bruin.

Plastic wordt vuilniszak

Als de NNRD bij boeren op het erf komt, gaat het vooral om het ophalen van landbouwplastic en wikkelfolie. De afvalverwerker komt met de autokraan het erf oprijden om het plastic en de folie mee te nemen. Dit wordt vervolgens gerecycled en verwerkt tot granulaat, een grondstof voor nieuwe producten, zoals vuilniszakken. ‘Recyclen is een veel duurzamere manier van afval verwerken. Door met ons in zee te gaan, kiezen boeren voor een circulaire oplossing. Als onderdeel van het reguliere restafval zou het landbouwplastic en de

wikkelfolie anders worden verbrand’, legt De Bruin uit.

In 2022 zamelde de NNRD zo’n 2.300 ton landbouwplastic en wikkelfolie in bij ongeveer 1.200 boeren. Dit aantal groeit elk jaar. ‘Weliswaar weegt landbouw- en wikkelfolie niet veel, maar qua volume is het vaak een aanzienlijk deel van de hoeveelheid afval in een container. Het loont daarom al snel om landbouw- en wikkelfolie gescheiden in te zamelen’, stelt De Bruin. Hij schat dat de kosten die NNRD rekent voor het inzamelen van plastic- en folie 30 tot 40% lager uitvallen dan de kosten voor het ophalen van restafval.

Bezemschoon aanbieden

De meeste melkveehouders laten hun landbouwplastic en wikkelfolie een paar keer per jaar ophalen. Binnen tien dagen na een aanmelding kunnen boeren rekenen op een bezoekje van de NNRD. ‘We zijn elke week vier dagen op pad en rijden verschillende routes in Friesland, Groningen en Drenthe. Nieuwe klanten kunnen we dus makkelijk inpassen in een van onze routes’, aldus De Bruin. Het enige wat boeren hoeven te doen is het landbouwplastic en de wikkelfolie bezemschoon aanbieden.

53 AGRARISCH MAGAZINE 2023
DE SPOTLIGHTS OP Gesponsord artikel
Met de autokraan haalt NNRD landbouwplastic en folie op.

‘HUIDIGE DUURZAAMHEIDSFRAME DEUGT NIET’

Hidde Boersma is ecomodernist. Een stroming die staat voor het strikt scheiden van landgebruik voor voedselproductie en natuur, landsparing genoemd. Om zo ruimte te bieden voor een groeiende wereldbevolking die gevoed moet worden én voldoende biodiversiteit nodig heeft om te kunnen overleven. Vanuit die gedachte roemt Boersma de gangbare Nederlandse landbouw, verfoeit hij de hang naar natuurinclusief en biologische teelt en stelt hij ook dat 80% van de wereldwijde veestapel beter kan verdwijnen.

54 AGRARISCH MAGAZINE 2023 Interview
Sjoerd Hofstee Tekst: Foto’s: Ruben Meijerink Hidde Boersma: 'Nederlandse boeren benutten hun grond zeer effectief, maar wat mij betreft komen onze eiwitten in de toekomst grotendeels uit de fabriek.'

Veel boeren zijn positief over jouw ideeën. Terwijl jij ook pleit voor veel minder vee en wereldwijd de helft minder landbouwgrond. Voelt dat dan niet ongemakkelijk?

‘Je moet het volgens mij zo zien: de Tweede Kamer is de vertegenwoordiger van onze democratie. Daar zitten momenteel zeventien verschillende partijen die zo’n beetje alle stromingen en denkbeelden wel vertegenwoordigen. Alleen op het gebied van duurzaamheid is er maar één stroming; ik noem dat het ‘GroenLinks-denkbeeld’. Dat houdt zoveel in als: alles moet in harmonie met de natuur en iedereen moet een stapje terugdoen. Hoe kan het zijn dat alle NGO’s datzelfde verhaal omarmen en uitdragen? En dat alle politieke partijen dat in grote lijnen volgen? Er zijn ook andere richtingen. Tenminste, dat is mijn overtuiging en die moeten gehoord worden. In het gedachtengoed van de ecomodernisten komt dat samen en dat draag ik uit.’

‘Ik denk dat veel boeren herkennen dat wij een andere geluid durven te verwoorden en bepleiten. Dus dat zij ‘fan’ zijn van mijn geluid, begrijp ik deels wel en vind ik alleen maar fijn. De Nederlandse landbouw, en zeker de glastuinbouw, is wat mij betreft echt een voorbeeld van hoe de landbouw van de toekomst er uit hoort te zien. Tegelijkertijd pleit ik inderdaad ook voor radicaal minder vee en voor de helft minder boerenland. Dat vinden veel boeren waarschijnlijk niet leuk om te horen.’

Hoe ziet jouw ideaalplaatje qua landinrichting, voor landbouw en natuur, er dan uit over circa 25 jaar? ‘Ik ben een uitgesproken voorstander van de visie die Rudy Rabbinge al in 1992 presenteerde: als je de productie van voedsel efficiënt inricht, kun je met circa 50% minder areaal toe dan nu in gebruik is wereldwijd. Daarvoor moet je deze productie vooral concentreren op plekken waar dat goed kan. Omdat het klimaat er geschikt voor is, in combinatie met de logistiek en aanwezige technologie. Dat is ook de reden waarom Nederland een voorsprong heeft. Ik ben dan ook een groot voorstander van urbanisatie en globalisering. Mensen bij elkaar in de steden laten wonen en voedsel verbouwen waar het het beste kan, is bewezen effectief. Foodmiles voor transport bedragen slechts 4% van de belasting. Meer grond gebruiken omdat die te weinig vruchtbaar is, is veel belastender voor het milieu.’

‘Tegelijkertijd ga ik nog een stap verder. Wat mij betreft komt een groot deel van onze eiwitten straks niet meer uit vlees en zuivel, maar uit de fabriek. Landschappelijk zien we dan een combinatie van hoogwaardige landbouw met veel natuur. Gebieden die voor het eerste minder geschikt zijn, gaan naar natuur. Het Groene Hart bijvoorbeeld, is wat mij betreft over 25 jaar grotendeels uit productie. De meeste andere delen van Nederland zijn uitermate geschikt voor landbouw. Laten we die dus vooral blijven benutten.’

Eiwitten voor menselijke consumptie uit fabrieken? Gaan we massaal over op kweekvlees?

‘Kweekvlees zal vast een groeiende rol spelen, maar ik geloof vooral in precisiefermentatie. Dat betekent dat we onze eiwitten uit bacteriën en gisten halen. Vooral voor bewerkte producten ligt hier een enorme wereld open. Kijk, een glas koeienmelk ga je

niet snel namaken. Maar die melk in een glas, is maar een klein deel van de huidige zuivelconsumptie. Het grote deel gaat in de verwerking in allerhande producten. Dat kan prima, of zelfs beter, fabrieksmatig.’

Eten uit de fabriek. Verliezen we dan niet veel te veel natuurlijke nutriënten?

‘Nee. Dat geloof ik beslist niet. Met de groente en het fruit dat we nu op steenwol en in kassen telen is ook niets mis mee, integendeel. Ik heb mij aardig verdiept in het vermeende nutriëntenverlies, maar dat blijkt keer op keer wetenschappelijk niet te staven. Hooguit heb je wat verdunningseffect door kunstmestgebruik en daarmee gepaard gaande snellere groei. Ook dat de bodems van onze akkers uitgeput zouden zijn of raken, zie ik totaal niet. Bij al die verhalen denk ik keer op keer: waaruit blijkt dat dan echt? Bij het hele idee dat een 100% natuurlijk gegroeid product beter is, denk ik steeds: hoezo dan? Waar is het bewijs?

Wij hebben in Nederland aantoonbaar het meest diverse en gezonde voedselpallet in de schappen liggen. Dat komt door het benutten van de technologie, want in 1900 was dat echt nog niet zo. Doorbouwen op het benutten van beschikbare technologische vooruitgang is daarom voor mij erg logisch.’

Hoezo moeten we volgens jou zoveel minder vlees eten; of beter gezegd: minder vee houden?

‘Het gaat mij inderdaad niet om het vlees eten. Zelf heb ik daar moreel ook weinig bezwaar tegen. Waar het mij om gaat, is het landgebruik. In mijn optiek is landgebruik veruit het belangrijkste vraagstuk als je kijkt naar duurzaamheid en de aarde leefbaar en bewoonbaar houden. De veehouderij neemt zo’n 70% van alle huidige landbouwgrond in gebruik; 28% van het totale wereldareaal. Die drukt dus erg zwaar op onze planeet. In Nederland valt dat mee, omdat wij hier uitblinken in efficiëntie, maar de feedlots in de VS zijn bijvoorbeeld totaal niet romantisch en duurzaam. Daar worden aan de lopende band runderen klaargestoomd voor vleesconsumptie. Grotendeels op voer vanaf areaal waar je ook plantaardige teelt kunt toepassen of natuur. Ik zeg dit beslist niet als aanval op de individuele boer, maar je moet naar het grote plaatje kijken. In die context moet je voedsel verbouwen waar dat het meest efficiënt kan. Dat is in delen van Nederland, op bijvoorbeeld de Povlakte. Gebieden als het Groene Hart of hoge zandgronden in Drenthe en Brabant zijn daarvoor veel minder geschikt en kun je daarom veel efficiënter benutten voor natuur.’

Jij pleit sterk voor efficiëntie en voedsel produceren met minimaal grondgebruik. Ben je daarom ook zo’n sterke tegenstander van biologische teelt?

‘De liefde voor biologisch vind ik echt zorgwekkend. Wanneer er gepraat wordt over duurzaamheid en milieu, gaat het over allerhande zaken als gewasbeschermingsmiddelen en stikstof. Maar bijna nooit over landgebruik. Terwijl dat dus volgens mij de allerbelangrijkste parameter is. En zeker als je kijkt naar biodiversiteit, is het voor mij zo logisch om het land voor voedselproductie zo efficiënt en productief mogelijk te benutten. Bij biologisch gebeurt dat niet. Het is daarmee een zeer niet-

55 AGRARISCH MAGAZINE 2023
‘Als de hele wereld landbouw bedreef zoals Nederlandse boeren, zou deze er een stuk beter uitzien’

duurzame teeltmethode. Fascinerend om te zien hoe zoiets toch bij zoveel mensen heeft postgevat in hun brein alsof het wel erg duurzaam is.’

Hoe komt dat volgens jou?

‘De Groene beweging heeft in de jaren ’70 van de vorige eeuw sterk wortel geschoten. Terugkijkend was dat ook best begrijpelijk. In die jaren ervoor zagen we dat economische groei gepaard ging met toenemende milieuvervuiling. Er viel wat voor te zeggen om toen te pleiten voor minderen en soberheid. Vanaf de jaren ’90 is echter duidelijk waar te nemen dat de milieuvervuiling vooral in rijkere landen afneemt en een schoner milieu en economische groei juist hand in hand kunnen gaan. Echter, toen had het duurzaamheidsdogma van de groenen al twintig jaar kunnen rijpen. De kennis dat de rijkere landen hun milieubescherming veel beter op orde hebben dan veertig jaar geleden, wil maar niet goed aan bekendheid winnen. Het beeld van de jaren ’80, toen de intensieve landbouw op haar slechtst was, wordt door partijen als Greenpeace nog altijd gepropagandeerd. Terwijl het inmiddels ver bezijden de waarheid ligt.’

‘Daarbij komt dat de groene beweging supergoed blijkt in framen. Bij sojavelden zien we grijstinten en bij biologisch is het altijd kleurrijk in combinatie met springende biggetjes, bij wijze van spreken. Ik ben een fan van de kassen in het Westland, maar echt mooi zijn ze inderdaad niet. Een extensieve boerderij toont over het algemeen mooier dan een intensieve. Terwijl het volgens mij dus aantoonbaar niet beter is. Maar ja, hoe verkoop je dat beeld aan de massa?'

Zeg het maar; hoe verkoop je die denkrichting?

‘Het is een soort van 1 tegen 100 om je ideeën wereldkundig te maken. Maar we winnen terrein. Een paar jaar geleden kende bijna niemand het idee van landsparing. Nu mag ik binnenkort in de Tweede Kamer aanschuiven bij een hoorzitting over CRISPR. En we gaan ook kernenergiecentrales bouwen in Nederland. Tien jaar geleden had ik daar niet van kunnen dromen. In april brengen we een film uit over het thema landsparing die dan ook in de bioscoop gaat draaien. In zo’n geval hebben we grote kans ook bij de landelijke talkshows aan te mogen schuiven. Op die manier krijgt onze denkrichting steeds meer aandacht.’

Wat maakt jou overtuigd van jouw denkrichting? En het vertrouwen dat dit in Europa ook écht voet aan wal krijgt? ‘Om dat politiek te bewerkstelligen, moet er nog heel wat gebeuren. Maar ik zie Costa Rica als voorbeeld. In de jaren ’80 van de vorige eeuw was de boskap daar enorm doorgeslagen en dreigde al het bos te verdwijnen. De regering greep in door een 4% brandstof-taks in te stellen. Tegelijkertijd werden er serieuze langjarige vergoedingen in het leven geroepen voor koolstofopslag en landschapsbeheer. Boeren die stopten met de boskap, behielden zo een inkomen. Zij boerden op de minder vruchtbare en slechter begaanbare gronden. Boeren die op betere gronden actief waren, gingen gewoon door met hun activiteiten. Op deze wijze is de bosgroei hersteld en hebben veel meer Costa Ricanen op het platteland een goed inkomen behouden. De natuur herstelde en breidde uit, het toerisme nam toe en de economie van het land groeide. Zoiets kun je vrij makkelijk doortrekken naar gebieden als Spanje en Portugal bijvoorbeeld. Landbouw is daar totaal niet

56 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Interview
Hidde Boersma: 'Een paar jaar geleden kende bijna niemand het idee van landsparing. Nu mag ik binnenkort in de Tweede Kamer aanschuiven. We winnen dus terrein.'

productief of vraagt veel te veel belasting. Nu wordt het in stand gehouden door hectarepremies. Als je dat anders beloont, hoeven de boeren daar niet meer te worstelen op onproductieve gronden. In Costa Rica is gebleken dat de hele mindset van de bevolking ten positieve veranderde. Ook onder boeren. Ik geloof dat ook Europese boeren niet zozeer blij worden van voedselproductie, maar van waardering voor de dienst die zij leveren. In veertig jaar tijd verdubbelde het bosareaal in Costa Rica en verbeterde de levensstandaard op het platteland aanzienlijk. Hen werd daarvoor wel een echt alternatief geboden. Daarvan is in Europa heel vaak helaas geen sprake.’

Met Joris Lohman, een voorvechter voor natuurinclusieve landbouw, maakte je de film The Future of Food. Eerder stelde je dat zijn landsharing-idee en jouw landsparing-idee niet samengaan. Daar denk je inmiddels anders over. Waarom? ‘Ik ben er echt van overtuigd dat mijn verhaal beter is dan dat van hem. Maar net zo goed ben ik ervan overtuigd dat je als mensen moet samenwerken om stappen te kunnen zetten.’ ‘Daarbij moeten we ook eerlijk zijn: wij in Noordwest-Europa kunnen ons bezighouden met dit soort vraagstukken. In Afrika willen ze gewoon aan de slag, maar worden ze tegengehouden door ons rijkeren die kissebissen over de juiste keuzes.

Een concreet voorbeeld: In Ghana willen boeren fonio verbouwen. Een oud gewas dat prima groeit op droge gronden.

Het is echter moeilijk te oogsten en de opbrengsten zijn vaak laag. Kloppen de Afrikaanse initiatiefnemers aan bij de Bill & Melinda Gates-foundation, dan krijgen ze te horen dat ze beter gewoon mais kunnen gaan zaaien. Kloppen ze aan bij NGO’s, dan zeggen die alleen geld te willen geven als ze op geen enkele wijze GMO gebruiken om het gewas te veredelen. Terwijl het gewas nu aantoonbaar te traag werkt voor hen om bruikbaar resultaat te boeken.’

‘Dit soort voorbeelden laten mij zien dat wij hier niet kunnen blijven hangen in overleggen en elkaar te loef af willen steken. Wereldwijd moeten wel stappen worden gezet.’

Je bent stellig in wat er volgens jou niet klopt aan wat jij noemt ‘het huidige duurzaamheidsdogma’, maar zelf heb je het antwoord niet hoe het wel moet. Wanneer ben jij dan wel tevreden?

‘Ik heb inderdaad helaas hét antwoord ook niet, maar mijn doel is minimaal dat er ruimte blijft om te kiezen. Om die reden vind ik zo’n Farm to Fork strategie van Frans Timmermans ook gevaarlijk. Het is een keuze voor opoffering van enorm veel bruikbare ruimte. Als dat doorgaat, krijgen wij daar echt last van, is mijn overtuiging. Ik wil duidelijk maken dat het huidige duurzaamheidsdogma niet deugd. Gekscherend zeg ik wel eens: Wil je de wereld duurzaam inrichten? Luister dan naar de Groenen en doe precies het tegenovergestelde.’

‘Ik wil niet dat mensen worden aangezet tot consuminderen, maar juist dat de gemiddelde Boliviaan binnen enkele decennia ook naar Laos op vakantie kan en andersom. Als we de wereld veel efficiënter inrichten, kan dat volgens mij. Ik vind zo’n wereldbeeld een mooi ideaal om voor te strijden.’

Hidde Boersma (42) woont in Amsterdam. Hij studeerde moleculaire biologie en bodembiologie. Na een carrière als journalist is hij nu publicist. ‘Je mag mij idealist of activist noemen; ik leef van mijn mening.’ Boersma is mede-oprichter van de NGO RePlanet. Een beweging gestoeld op ecomodernistische denkrichtingen. Ook is hij eigenaar van Sugar Rush Films. Van daaruit maakt hij films, voor nationaal en internationaal publiek, die onder ander gaan over het voordeel van minder landgebruik, precisie fermentatie en de voordelen van GMO en kernenergie. Een nieuwe film over landsparing draait vanaf april 2023 in verschillende Nederlandse bioscopen en is grotendeels gefinancierd door de glastuinbouwsector. ‘Zij hebben geen invloed op de inhoud, maar delen mijn opvatting en financieren ons werk om die reden’, licht Boersma toe.

57 AGRARISCH MAGAZINE 2023
‘Ik leef van mijn mening’
‘Ik geloof echt dat Europa er flink last van krijgt als Farm to Fork wordt doorgezet’
58 MAGAZINE 2023

CRV E ciëntie

Hogere levensproductie met minder voer

De index CRV E ciëntie verhoogt de voere ciëntie, de levensduur en de productie van de veestapel. Dochters van stieren met een fokwaarde van 108 voor voere ciëntie produceren 4% meer melk per kg droge stof.

10% meer melk met dezelfde voerkosten

Fokwaarde gebaseerd op gemeten voeropnamedata van ruim 7.000 koeien

Ruim aanbod aan betrouwbare stieren (85-90%)

Verlaging ecologische voetafdruk door minder methaanuitstoot

CRV biedt de perfecte oplossing voor uw veestapel. Bezoek crv4all.nl/voere cientie voor meer informatie.

59 AGRARISCH MAGAZINE 2023
VOEREFFICIËNTIE
595-22 Adv Voerefficiëntie 212x135.indd 1 29-11-22
BOER VOORUIT MET STEVIGE WINTERKOST VAN EIGEN BODEM. DIAMOND V HELPT DAARBIJ! www.speerstra.com
HEALTHY ANIMALS – HIGH PROFITS 0514 56 90 01
09:21
Diamond V: de natuurlijke verteringsbevorderaar. Optimaliseert de penswerking, verhoogt de voerefficiëntie én brengt balans in uw rantsoen. Dat wordt lekker melken met een fitte koppel koeien en een goed verteerde winterkost. Informeer bij uw voerleverancier of bezoek onze website voor meer informatie.

ON TOUR

Studiereis naar Zuid-Zweden

28 t/m 31 maart 2023

Melk van het Noorden organiseert een 4-daagse studiereis naar Zuid-Zweden. Deze reis per touringcar start op dinsdagmiddag 28 maart vanuit Heerenveen en eindigt vrijdagmiddag 31 maart 2023. Op deze reis bezoekt u verschillende melkveebedrijven en ondernemers met uiteenlopende visies en bedrijfsvoeringen. Bedrijven die onder andere op het programma staan:

- Sander en Janet Dijkstra in Tomellila; 140 koeien op twee melkrobots die gemiddeld bijna 40 kilo per dag produceren. De ondernemers zijn lid van een melkleveranciersvereniging die de melk levert aan Skånemejerier. Deze fabriek is sinds 2012 in handen van Lactatis.

- Vankiva Farm van Kristoffer Johansson. Melkt 700 koeien in een zeer moderne stal die drie jaar geleden in gebruik is genomen. In een 50-stands carrousel wordt de veestapel gemolken die ruim 11.000 kilo melk produceren.

- Piebe Wester en Petra Waiboer in Laholm. Groeiden afgelopen jaar van 120 naar 180 melkkoeien die in een gloednieuwe melkstal worden gemolken na afscheid te hebben genomen van melkrobots.

- Familie Terwel in Falkenberg; Begonnen in 2008 op pachtbedrijf en hebben nu grootste deel van 300 hectare in eigendom. Melken 300 koeien met vijf Lelymelkrobots.

Opgave vóór 1 februari 2023 via het inschrijfformulier op www.melkvanhetnoorden.nl
Meer informatie verkrijgbaar via shofstee@langsdemelkweg.nl of bel met Sjoerd Hofstee op 06 51706897.

De organisatie behoudt zich het recht voor de reis te annuleren. Onder andere als de dan geldende coronamaatregelen daar aanleiding toe geven.

DE BOER ALS KNUFFELBEER

Jarenlang was het uitzonderlijk, een boer op televisie. En als hij er dan was, was het onhandig, hakkelend en met zwaar accent. Die tijd is voorbij. De afgelopen twee jaar kwam de kentering, geen talkshow of er zat een boer in. En in die twee jaar kwamen ze steeds beter voorbereid en welbespraakt aan tafel. Dat moet ook wel, afgezet tegen het dedain en de vooringenomenheid van waaruit de programma’s vanuit Hilversum doorgaans worden gemaakt. Keer op keer onderstrepen de meeste talkshows de woorden van Johan Remkes: er gaapt een gigantische kloof tussen stad en platteland. Godzijdank was daar ineens het programma van de KRO-NCRV. Over boer Ayoub, de Marokkaanse Amsterdammer die niets liever wil dan een eigen boerderij in Nederland runnen. Een betere bruggenbouwer tussen stad en platteland kun je niet bedenken, echt niet. Meer boer Ayoub in 2023 alsjeblieft!

62 AGRARISCH MAGAZINE 2023 7 TREND 2023
Foto: KRO-NCRV
63 AGRARISCH MAGAZINE 2023

AGRO GOED VOOR 14% WERK IN NOORD-NEDERLAND

Boeren en omringende agribusiness zorgen voor veel werk in Noord-Nederland, blijkt uit een groot onderzoek van Wageningen Economic Research in opdracht van de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. Bijna 87.000 mensen in deze drie provincies werken in het agrocluster ofwel 14% van alle werkgelegenheid in Noord-Nederland.

Eens in de vijf jaar brengen de provincies in beeld hoe de agrosector ervoor staat. De agrosector zijn alle boeren plus de toeleverende en verwerkende bedrijven. Samen vormen ze een wezenlijke speler in de regionale economie, zowel in omzet als in werkgelegenheid. Het onderzoek laat zien welke ontwikkelingen zich sinds 2010 hebben voorgedaan en wat er

in de afgelopen vijf jaar is veranderd. In dit artikel zetten we de belangrijkste conclusies van de twee hoofdonderzoekers, Gabe Venema en Bert Smit, op een rij.

Waarde groeit met 9%

Het totale agrocluster in Noord-Nederland is inmiddels goed voor een toegevoegde waarde van ruim € 8 miljard, dat is 15% van de totale toegevoegde waarde in Noord-Nederland. Verder zorgt het agrocluster voor werkgelegenheid van bijna 87.000 mensen, dat is 14% van alle werkgelegenheid in het Noorden. De toegevoegde waarde van de agrosector groeide tussen 2014 en 2020 met ruim 9%. De totale werkgelegenheid in de agrosector nam wel af, met bijna 17%. Het geeft aan dat de bijdrage van agro aan de economie toeneemt, maar ook dat het werk door onder andere automatisering met steeds minder mensen wordt gedaan. De primaire sector, boeren dus, zorgt voor 18% van de toegevoegde waarde en 33% van de werkgelegenheid. Circa 10% van de toegevoegde waarde en werkgelegenheid van het agrocluster

64 AGRARISCH MAGAZINE 2023
De melkveehouderij is de grootste sector in NoordNederland, met 43% van het aantal bedrijven. Jelle Feenstra Tekst: Foto’s: Marcel van Kammen en Niels van der Boom

is gebaseerd op binnenlandse grondstoffen, de overige 5 respectievelijk 3% op buitenlandse grondstoffen zoals koffie, thee en cacao. Laten we de buitenlandse grondstoffen even buiten beschouwing, dan bedragen de omzet en de werkgelegenheid respectievelijk € 5,3 miljard en bijna 70.000 arbeidsjaren.

Grondgebonden is motor

De twee grondgebonden sectoren, melkvee en akkerbouw, vormen de motor van de landbouw in Noord-Nederland. Het akkerbouwcluster levert 55% van de toegevoegde waarde van het agrocluster in Noord-Nederland, gevolgd door het melkveehouderijcluster van net geen 30%. Dit beeld wordt echter sterk gekleurd doordat de meeste import die in Noord-Nederland wordt verwerkt, aan het akkerbouwcluster wordt toegerekend. Als het aandeel van de buitenlandse grondstoffen buiten beschouwing blijft, is de toegevoegde waarde van het akkerbouwcluster met een aandeel van 33% in het totale agrocluster duidelijk kleiner dan van het melkveehouderijcluster (45%). Kijken we naar het landelijke agrocluster dan vertegenwoordigen de boeren en de agribusiness in Noord-Nederland 17% van de toegevoegde waarde en 18% van de werkgelegenheid.

Schaalvergroting zet door

Het totaal aantal agrarische bedrijven in Noord-Nederland daalde sinds 2010 met 27% naar 9.380 in 2021. Dat is iets minder dan de daling in heel Nederland (28%). 18% van alle agrarische bedrijven in Nederland boert in NoordNederland. De melkveehouderij is de grootste sector in NoordNederland, met 43% van het aantal bedrijven. De akkerbouwbedrijven hebben een aandeel van 24%, direct gevolgd door de groep andere graasdierbedrijven met een aandeel van 23%. Van de genoemde 9.380 bedrijven is de verdeling over de provincies als volgt: Groningen 2.480 (27%), Friesland 4.160 (44%) en Drenthe 2.740 (29%). De schaalvergroting is vanaf 2010, gemeten in gemiddeld areaal per bedrijf, doorgegaan: 25% in de melkveehouderij en 14% in de akkerbouw.

Gemiddeld is in Noord-Nederland 71% van de grond in eigendom bij de gebruiker. In Groningen is dit zelfs 78%. Daarnaast wordt 24% gepacht en is 5% erfpacht. Van de 24% pacht is 2% teelt- en natuurpacht of pacht van los land. Het aandeel kortlopende pacht nam tussen 2015 en 2021 toe van 38% naar 41%.

3 x zoveel directe verkoop

Verbredingsactiviteiten op boerenbedrijven nemen in belang toe in Noord-Nederland, met name

natuurbeheer, dat inmiddels op ongeveer 20% van de bedrijven wordt toegepast. Verkoop van producten aan consumenten die op het bedrijf komen, vindt plaats op ruim 900 bedrijven. Daarmee is het bedrijven met rechtstreeks verkoop aan de consument ten opzichte van 2010 ruim verdrievoudigd. Op 266 bedrijven vond een of andere vorm van recreatie plaats. Zo’n 100 bedrijven zijn actief in de zorglandbouw.

Melkveehouders Groningen realiseren bovengemiddeld inkomen

Figuur 1 Inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje (oaje) op melkveebedrijven in de periode 2011-2020

Nederland Noord-Nederland Groningen Friesland Drenthe

Per onbetaalde aje (arbeidsjaareenheid) wil zeggen dat het inkomen wordt berekend over de uren van de meewerkende gezinsleden, dus het bedrijfshoofd en de eventueel medewerkende partner en kinderen.

Noord-Nederland telt inmiddels 377 biologische bedrijven (telling 2021), dat is 21% van alle biologische bedrijven Nederland in Nederland. Dit aantal is het grootst in de Friese melkveehouderij. In totaliteit blijft de biologische sector klein: 4% van alle agrarische bedrijven in Noord-Nederland produceert biologisch. Het totaal aantal biologische bedrijven in Noord-Nederland bedroeg in 2015 270 0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 70.000 80.000 90.000

financieel

jaren met

inkomen van gemiddeld bijna 50.000 euro. In

vooral als gevolg van een lagere melkprijs en hogere (voer)kosten. De bedrijven in Noord-Nederland realiseren over het algemeen hogere inkomens dan gemiddeld in Nederland met de Groningse bedrijven als koplopers. Een mogelijke reden is dat in Groningen de bedrijven groter zijn dan in de andere provincies.

Sterke schommelingen inkomen akkerbouwers door prijsfluctuaties

Figuur 2 Inkomen uit bedrijf per onbetaalde aje (oaje) op akkerbouwbedrijven in de periode 2011-2020

Per onbetaalde aje (arbeidsjaareenheid) wil zeggen dat het inkomen wordt berekend over de uren van de meewerkende gezinsleden, dus het bedrijfshoofd en de eventueel medewerkende partner en kinderen.

In 2018 werden

2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020
2011 2012
euro per oaje
De melkveehouderij kende in de periode 2017-2019 enkele
goede
een
2020 daalden de inkomens
op akkerbouwbedrijven over het algemeen hoge inkomens gerealiseerd. Door de extreme droogte lagen de prijzen van poot- en consumptieaardappelen en uien op een hoog niveau. De telers van zetmeelaardappelen profiteerden hier minder van, waardoor er in Drenthe sprake was van een ondergemiddeld inkomen. Als gevolg van de Coronapandemie daalden in
2020 de prijzen voor onder andere poot- en fritesaardappelen waarvan vooral de Friese akkerbouwers de gevolgen ondervonden.
2011
2015
2017
2019
0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000 120.000 140.000
2012 2013 2014
2016
2018
2020 euro per oaje Nederland Noord-Nederland Groningen Friesland Drenthe Bron: Wageningen UR Bron: Wageningen UR
‘De moderniteit in de melkveehouderij is hoger dan in de akkerbouw, maar het inkomen lager’

stuks. Er zijn dus in zes jaar tijd ‘slechts’ 100 biologische bedrijven bijgekomen.

Kassa Groninger melkveehouders

De melkveehouderij kende in de periode 2017-2019 enkele financieel goede jaren met een inkomen van gemiddeld bijna € 50.000 euro. In 2020 daalden de inkomens vooral als gevolg van een lagere melkprijs en hogere voerkosten. Het gemiddeld inkomen over 2016-2020 in de melkveehouderij was € 45.000 (zie figuur 1) per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje). Gemiddeld telt een melkveebedrijf in Noord-Nederland 1,6 oaje. Ter verduidelijking: een onbetaalde arbeidsjaareenheid wil zeggen dat het inkomen wordt berekend over de uren van de meewerkende gezinsleden, dus het bedrijfshoofd en de eventueel medewerkende partner en kinderen. Het inkomen van € 45.000 ligt bijna € 6.000 boven landelijk. De bedrijven in Noord-Nederland realiseren over het algemeen hogere inkomens dan gemiddeld in Nederland met de Groningse bedrijven als koplopers. Een mogelijke reden is dat in Groningen de bedrijven groter zijn dan in de andere provincies. Dit jaar zullen de inkomens op melkveebedrijven als gevolg van de fors gestegen melkprijs aanzienlijk hoger uitkomen dan de genoemde € 45.000.

Robuustheid is goed

De bedrijfseconomische robuustheid van de noordelijke melkveebedrijven is goed. De solvabiliteit ligt met 69% op een hoog niveau, dat is overigens wel 4 procentpunten lager dan gemiddeld in Nederland. De moderniteit van het machinepark is redelijk op peil. Ook was er in de meeste jaren financiële ruimte voor vernieuwing. Het balanstotaal

op het gemiddelde melkveebedrijf in NoordNederland bedraagt € 3,7 miljoen. Driekwart daarvan zit in de grond. Door de invoering van fosfaatrechten steeg het balanstotaal van de melkveehouderij in 2018 sterk: gemiddeld € 1 miljoen.

Akkerbouw verdient € 55.000

Dan de akkerbouw. Noord-Nederland had in 2021 164.400 hectare aan akkerbouwgewassen staan, dat is 29% van het landelijke areaal. Poot- en consumptieaardappelen, zaaiuien, suikerbieten en overige akkerbouwgroenten zijn de laatste tien jaar belangrijker geworden. Granen en zetmeelaardappelen zijn in areaal afgenomen. Het gemiddelde inkomen per oaje op Noordelijke akkerbouwbedrijven bedroeg in de periode 20162020 ruim € 55.000 (zie figuur 2). Een gemiddeld akkerbouwbedrijf telt 1,2 oaje. Die ruim € 55.000 ligt meer dan € 10.500 hoger dan het landelijke niveau. Bij 20% van de akkerbouwers was het inkomen minder dan € 15.840, bij 20% meer dan € 77.350. Het balanstotaal op het gemiddelde akkerbouwbedrijf in Noord-Nederland bedroeg eind 2020 ruim € 5 miljoen. Meer dan 80% daarvan is de waarde van grond. De solvabiliteit was gemiddeld 83%, dat ligt iets hoger dan landelijk.

Te weinig vernieuwing

Een opmerkelijke conclusie uit het onderzoek is dat de akkerbouw in Noord-Nederland de solvabiliteit op peil houdt, maar niet vernieuwt. De bedrijfseconomische robuustheid van de akkerbouwbedrijven is gemiddeld genomen goed door een hoge solvabiliteit. De akkerbouw heeft echter minder geïnvesteerd in machines en gebouwen dan de melkveehouderij, waar na de afschaffing van het melkquotum in 2015 een flinke groeispurt heeft plaatsgevonden. Daarom is de moderniteit in de melkveehouderij hoger dan in de akkerbouw, maar tegelijk is het inkomen lager door hogere rentelasten als gevolg van de ‘groei-investeringen’, constateren de onderzoekers.

66 AGRARISCH MAGAZINE 2023
Als het aandeel van de buitenlandse grondstoffen buiten beschouwing blijft, is de toegevoegde waarde van het akkerbouwcluster met een aandeel van 33% in het totale noordelijke agrocluster, een kwart kleiner dan van het melkveehouderijcluster (45%).
maar lager dan het Nederlands gemiddelde. Volgens Daatselaar et al. (2022) was de gemiddelde melkproductie in 2020 in Noord-Nederland 16,1 ton per ha, in Nederland totaal 17,2 ton per ha. In 2021 bedroeg het aandeel melkveebedrijven met meer dan 2,5 GVE melkvee per ha en het gemiddelde aantal GVE melkvee per ha in respectievelijk: Groningen: 21% en 2,2 Friesland: 14% en 2,1 Drenthe: 21% en 2,1 Melkvee is inclusief jongvee en zoogkoeien. Voor Nederland als geheel bedroeg het aantal GVE melkvee per ha gemiddeld 2,28; het aandeel bedrijven met meer dan 2,5 GVE bedroeg 29%. 2,00 2,05 2,10 2,15 2,20 2,25 2,30 gve/ha 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 < 2,5 gve/ha > 2,5 gve/ha Aandeel (%)
Figuur 3: Percentage melkveebedrijven met minder of meer dan 2,5 GVE melkvee per ha en gemiddeld aantal GVE melkvee per ha in 2021
In Noord-Nederland gemiddeld 2,1 GVE melkvee per ha Het aandeel melkveebedrijven met meer dan 2,5 GVE melkvee per ha gaf in 2021 in de drie provincies kleine verschillen: deze was het hoogst in Drenthe en Groningen (21%) en het laagst in Friesland (14%). De gemiddelde veedichtheid (in GVE melkvee per ha) was in alle provincies wel vergelijkbaar

Voor meer informatie over Infinito, bezoek agro.bayer.nl of vraag ernaar bij uw lokale distributeur en/of adviseur.

Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie.

67 AGRARISCH MAGAZINE 2023 W ij voelen o ns thuis in de lan dbouw +31 (0) 5 12 34 24 18 www.hosoil.nl
Tijden veranderen, Infinito blijft: betrouwbaar, sterk, flexibel // Zeer effectief tegen Phytophthora // Werkt op alle isolaten // Beschermt zowel het blad als de knol // Flexibele dosering
68 AGRARISCH MAGAZINE 2023 OPEN DAG ZATERDAG 21 JANUARI 09.30 - 14.00 UUR MEET & DRIVE ORIONWEG 10, LEEUWARDEN » Rijd in een (les)vrachtauto C | CE | LZV » Banenmarkt transport & logistiek Droom jij van een baan als vrachtwagenchauffeur? Word dat NU! Stap op deze dag zelf achter het stuur. Kom kennismaken met transportbedrijven op de
Transport & Logistiek en
opleiding
baan! Kom ook voor een baan achter het stuur! Meld je aan:
Banenmarkt
maak kans op een
en een
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.