28
|
LANDWERK #5 / 2019
Een natuurlijkere toekomst voor Nederland in 2120 Hoe ziet Nederland er over honderd jaar uit als we het natuurlijke systeem als uitgangspunt nemen? Een interdisciplinair onderzoeksteam van Wageningen University & Research schreef een toekomstvisie, waarin ‘nature-based’ oplossingen voor verschillende urgente opgaven ruimtelijk zijn verbeeld. Tim van Hattum, mede-initiator van het project, vertelt over nut en noodzaak van een dergelijke exercitie. Door Sofia Opfer
‘Een natuurlijkere toekomst voor Nederland’ is een inspirerend verhaal over de toekomstige inrichting van ons land, waarin natuurlijke processen de hoofdrol spelen. Het richt zich op de thema’s waterbeheer, energie, landbouw, circulaire economie, verstedelijking en biodiversiteit. Hoe is dit project tot stand gekomen? Tim van Hattum: “Wageningen University & Research krijgt middelen van LNV voor strategisch onderzoek, de zogenaamde Kennisbasis Projecten. Zelf ben ik programmaleider klimaat bij Wageningen University & Research. Samen met Martin Baptist, senior onderzoeker mariene ecologie, hebben we een voorstel uitgewerkt om een toekomstvisie voor Nederland te maken. Er spelen op dit moment heel veel opgaven rond biodiversiteit, klimaatadaptatie, klimaatmitigatie en de energietransitie. Die moeten allemaal op dezelfde vierkante meter worden opgelost, maar er wordt per opgave langs elkaar heen gewerkt. Dit vraagt om integrale oplossingen en een langtermijnvisie. Wat betekent de ene opgave voor de andere opgave? Hoe kunnen we die opgaven slim combineren? In Wageningen werken we namelijk het liefst met ‘nature-based solutions’.”
Hoe werkt zo’n Kennisbasis Project? Wie bepaalt de onderzoeksvragen en hoe vrij zijn de onderzoekers? “LNV en WUR hebben samen vijf thema’s benoemd, waaronder biodiversiteit en klimaat & circulair. Dit zijn natuurlijk actuele thema’s, waar de overheid oplossingen voor zoekt. Onderzoekers kunnen zelf een projectvoorstel indienen bij een interne beoordelingscommissie. LNV geeft uiteindelijke goedkeuring en is daarna ook betrokken bij het project. Het Kennisbasis Project maakte het mogelijk dat we met een klein budget aan deze visie hebben kunnen werken. Het is eigenlijk een soort research and development voor de universiteit.”
Het resultaat is een tamelijk bondig verhaal, waarin duidelijk stelling wordt genomen. Verder presenteert het vooral een heleboel goede ideeën voor de toekomstige inrichting van Nederland. Waarom kozen jullie voor deze vorm en niet voor een meer dichtgetimmerd wetenschappelijk rapport?
“Op dit moment pompen we de laagste delen van ons land continu leeg om er koeien te laten grazen. Over honderd jaar doen we dat niet meer.”
“We wilden vooral een aanzet geven om het gesprek op gang te brengen. Daarom hebben we een kort rapport gemaakt, met tien A4 aan tekst en een aansprekend kaartbeeld. Dat biedt meer kans dat het gelezen wordt. Meestal worden in toekomstvisies verschillende scenario’s gepresenteerd en doorberekend. Een boodschap verliest hierdoor al gauw aan kracht. Wij hebben er daarom nu voor gekozen om één toekomstvisie uit te werken, waarin het natuurlijke systeem de basis vormt. De tijdshorizon ligt expres op 2120, over 100 jaar, voorbij de huidige belangen. Op die manier konden we vrij denken. Als je alleen denkt aan morgen of overmorgen, kom je er namelijk niet. Dat zie je nu in de stikstofdiscussie. We proberen het nu op te lossen door op de vierkante meter aan wat knoppen te