[bij Bureau Ketel] Verkort jaarverslag 2011 Hogeschool Arnhem Nijmegen

Page 1

Onderwijs Onderzoek

&

re sulta at van in v e s t eren in k wal i t e i t

2011 v erkor t ja ar v er sl ag hoge s chool van arnhem en ni jmegen



Onderwijs Onderzoek

&

re sulta at van in v e s t eren in k wal i t e i t

2011 v erkor t ja ar v er sl ag hoge s chool van arnhem en ni jmegen


Kerncijfers han 2011 Aantal bachelorstudenten – waarvan voltijd – waarvan deeltijd – waarvan duaal Studenttevredenheid*

29.925 23.961 5.161 803

82,5 %

Aantal medewerkers

3.073

Aantal fte

2.361

Medewerkertevredenheid Aantal bacheloropleidingen Aantal associate degreeprogramma’s

7,8 63 7

Aantal masteropleidingen

21

Aantal lectoraten

39

Omzet – waarvan uit marktactiviteiten

€ 256,9 mln € 21,2 mln

* Aandeel studenten dat positief of neutraal oordeelt over het geboden onderwijs.

2


Woord vooraf

Er zijn redenen om tevreden te zijn over 2011.

prima opgevangen en gepareerd. We zijn aan de hand van

De kwaliteit van ons bacheloronderwijs blijft stijgen, onze

de verbeterpunten die de Inspectie aangaf hard aan het

masters doen het uitstekend en ons onderzoek ontwik-

werk gegaan om de tekortkomingen, ook HAN-breed aan

kelt zich goed. Dat vinden wij en dat vinden deskundigen.

te pakken. We zijn daar goed uit gekomen (alle diplioma’s

Maar we zijn er nog niet.

zijn terecht uitgereikt). Zo heeft de NVAO, maar ook de

Onze bachelorkwaliteit moet gemiddeld verder omhoog. Hoe we dat willen aanpakken komt uitvoerig terug

Inspectie ons inmiddels laten weten. Goede resultaten zijn bij ons gelukkig talrijk. Zo

in een nieuw instellingsplan, dat vergezeld zal gaan van

kun­nen we onder meer met het oordeel van een deskun-

concrete afspraken die we met de staatssecretaris willen

digenpanel over ons kwaliteitszorgsysteem onderzoek

maken, de zogenaamde prestatieafspraken.

uitstekend voor de dag komen. De experts vinden onze

Het jaarverslag over 2011 (www.han.nl/jaarverslag),

aanpak bij het praktijk­gerichte onderzoek een voorbeeld

waarvan dit boekje een verkorte weergave is, markeert de

voor andere hogescholen. Dat is een opsteker, vooral ook

overgang van de ene naar de andere planperiode

omdat onderzoek een steeds belangrijker rol zal gaan spe-

(2012-2016). Dat komt tot uitdrukking in een korte evalu-

len. Zowel in de verbinding met het onderwijs als met de

atie van een aantal doelstellingen (‘resultaatafspraken’)

beroepspraktijk. In het nieuwe instellingsplan 2012-2016

uit het aflopende instellingsplan. Hierover komen in dit

werken we dat verder uit.

boekje ook enkele studenten en medewerkers aan het woord. Het gure klimaat hield voor de hbo-sector aan in 2011. Vooral door de ware (media)storm die opstak toen de

De HAN kan dat allemaal ambiëren dankzij de kwaliteiten van haar medewerkers. Zij zijn het die verantwoordelijk zijn voor de resultaten die ook in 2011 weer geboekt zijn. We willen hen daarvoor zeer bedanken.

Onderwijsinspectie in april met haar bevindingen over ‘alternatieve afstudeertrajecten’ kwam. De tik die ook de

College van Bestuur,

HAN daarvan meekreeg hebben we in de loop van het jaar

Ron Bormans en Kristel Baele 3


De organisatie van de han

Laatste volledige jaar instellingsplan: korte evaluatie resultaatafspraken

De pijlers van onze organisatie zijn de vier faculteiten: Educatie, Gezondheid Gedrag en Maatschappij, Eco­ nomie en Management en Techniek. Elke faculteit om­ vat een cluster van verwante instituten. De instituten

In het Instellingsplan 2008 – 2012 Ruimte voor kwaliteit

zijn de organisatorische eenheid en het ‘huis’ van de

is de daarin uitgestippelde koers vertaald in vier kern­

bacheloropleidingen, waarvan er totaal 63 zijn. Binnen

thema’s: Onderwijskwaliteit, Kennispoort,

de faculteiten bevinden zich ook de lectoraten: zo kan

Organisatieontwikkeling en Operational Excellence.

er een optimale uitwisseling plaatsvinden van kennis

Per thema is een aantal resultaatafspraken geformuleerd;

en kunde op het betreffende vakgebied. De 39 lecto­

concrete doelen die we aan het einde van de planperiode

raten zijn geclusterd in kenniscentra. Om een goede sy­

gehaald willen hebben. In het overzicht hierna is kort

nergie te bewerkstelligen tussen onderwijs en praktijk,

samengevat welke doelen er waren geformuleerd en in

zijn de contractactiviteiten eveneens zo veel mogelijk

welke mate die zijn gehaald.

binnen de faculteit georganiseerd. De 21 masteroplei­ dingen van de HAN zijn ondergebracht in het interfa­ cultaire Instituut HAN Master Programma’s. De ondersteunende diensten van de HAN zijn onder­ gebracht in het Service Bedrijf (Facilitaire Zaken, Finan­ cieel Economische Zaken, Informatie Communicatie Technologie, Marketing Communicatie en Voorlichting, Human Resources, Studentzaken, Service Centrum On­derwijs, International Office, Juridische Zaken, Kwa­ li­teitszorg en Informatiemanagement). 4


Doelstellingen en resultaten Gerealiseerd in

Gerealiseerd in

Doel in

59,4%

58,4%

70%

78,0%

73,4%

90%

Studenttevredenheid NSE

81,7%

82,5%

90% 2

K e n n i s p oor t

Omzet onderzoeksactiviteiten

3,1% van de omzet (omzet €7,8 miljoen)

5,4% van de omzet (omzet €12,3 miljoen)

3% van de omzet 3

Groei marktactiviteiten

-3,8% (omzet €27,8 miljoen)

-3% (omzet €21,2 miljoen)

2% omzetgroei per jaar 4

O r ga n i sat i e o n twikke lin g

Betrokkenheid medewerkers

48% van de medewerkers voelt zich verbonden met de doelstellingen uit het HANinstellingsplan

52% van de medewerkers voelt zich verbonden met de doelstellingen uit het HANinstellingsplan

75% van de mede­ werkers voelt zich verbonden met de doelstellingen uit het HAN-instellingsplan

Medewerkertevredenheid

7,7 4,1%

7,8 4,4%

7,8

Ziekteverzuim O p er at i o n al e xce lle n ce ( volge n s kwalite itsin de x)

oordeel van oordeel van studenten5 docenten5

oordeel van studenten5

ICT-voorzieningen

80,6% 79,3%

78,9% 86,1%

Roosters

73,8%

78,6%,

74,8% 86,5%

Huisvesting en faciliteiten

72,4% 81,3%

73,1% 79,2%

Interne informatievoorziening

78,8% 65,5%

78,7% 67,5%

2010 O n d e r w i j skwal ite it

Propedeuserendement na 2 jaar Hoofdfaserendement na 4 jaar

1

1

2011

2012

Maximaal 4,0% oordeel van docenten5 Hoge tevredenheid van medewerkers en studenten

1 De rendementpercentages zijn gebaseerd op de nieuwe definities van de HAN. 2 Deze doelstelling is naar boven toe bijgesteld op basis van midtermreview; was 80%. 3 Deze doelstelling is naar beneden toe bijgesteld op basis van midtermreview; was 10%. 4 Deze doelstelling is naar beneden toe bijgesteld op basis van midtermreview; was 5%. 5 Percentage studenten of docenten dat aangeeft neutraal of positief te oordelen.

5


Onderwijs

Onze visie op onderwijs is gebaseerd op de volgende

Kwaliteit

uitgangspunten: al ons onderwijs dient het doel om

De kwaliteit van het onderwijs meten we onder meer af

profes足sionals op te leiden, dus willen wij dat studenten

aan de oordelen van externe deskundigen (visitaties en

onderwijs aangeboden krijgen dat in dienst staat van dat

accreditaties), aan de studenttevredenheid en aan de

doel. Anders gezegd: we willen de beroepsgerichtheid

mate van studiesucces en uitval (rendement).

bevorderen en we doen dat concreet via het leren vanuit beroepstaken. Inhoud en vaardigheden die wij afgestu-

Accreditaties

deerden meegeven moeten afgeleid zijn van waar wij hen

In 2011 werd voor negen bacheloropleidingen en twee

voor opleiden.

masteropleidingen het definitieve Accreditatie Besluit

Wij willen professionals afleveren die vanuit zelfstandig-

ontvangen van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie

heid hun beroep (gaan) uitoefenen. Om die reden rekenen

Organisatie (NVAO).

wij het tot onze opdracht jonge mensen die zelfstandig-

6

heid bij te brengen en bevorderen wij het zelf verantwoor-

Zelfevaluatie en visitatie

delijkheid nemen voor de studie. Dus in bepaald opzicht

In 2011 zijn er acht visitaties door de NQA (Netherlands

nemen wij studenten bij de hand, in een ander opzicht

Quality Agency) geweest, op basis waarvan nieuwe

zijn zij het zelf die vanuit hun verantwoordelijkheid hun

accreditaties zullen worden aangevraagd.

leerproces moeten regisseren.

De HAN heeft er voor gekozen om bij de visitaties in 2011

We zijn ons ervan bewust dat niet alle studenten op elkaar

de opleidingen nog een uitgebreide opleidingsbeoordeling

lijken; mensen zijn verschillend en doelgroepen zijn

te laten ondergaan, dus een beoordeling op alle zestien

verschillend.

standaarden van het NVAO-beoordelingskader.


Accreditaties

NVAO besluit

Accreditatie t/m

Facility Management voltijd/deeltijd/duaal

01-02-2011

31-12-2017

Personeel en Arbeid voltijd/deeltijd

21-03-2011

31-12-2017

Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek voltijd/deeltijd

21-03-2011

31-12-2017

Chemie voltijd/deeltijd

21-03-2011

31-12-2017

Bouwkunde voltijd/deeltijd/duaal

17-05-2011

31-12-2017

Civiele Techniek voltijd/deeltijd/duaal

17-05-2011

31-12-2017

Leraar 1e graad Lichamelijke Opvoeding voltijd/deeltijd

07-06-2011

21-11-2017

Communication & Multimedia Design voltijd/deeltijd

17-10-2011

22-05-2018

International Business & Languages voltijd/deeltijd

23-12-2011

31-12-2016

Pedagogiek deeltijd

26-04-2011

08-05-2018

Molecular Life Sciences voltijd/deeltijd

21-06-2011

22-08-2017

bac h e lo r

M A S TER

Visitaties

Aanvraag Accreditatie

bac h e lo r

Autotechniek

5-10-2011

Werktuigbouwkunde

15-09-2011

Fysiotherapie

17-10-2011

Voeding en DiĂŤtetiek

17-10-2011

Food and Business

2-10-2011

Embedded Systems Engineering

Rapport nog niet gereed

mas t er

Bedrijfskunde Zorg en Dienstverlening

10-10-2011

Social Work

Rapport nog niet gereed

7


Vooral de eerste twee visitaties springen in het oog. Au-

(‘zorgelijk’) over de procedurele aspecten van toetsing en

totechniek scoort hoog (van de 16 ‘standaarden’ is het oor-

beoordeling.

deel bij 4 voldoende, bij 11 goed en bij 1 – het voorzienin-

Het panel van deskundigen van de NQA heeft na de zomer,

genniveau – zelfs excellent!). Daar zijn wij trots op in de

mede op basis van onderzoek naar 61 afstudeertrajecten,

wetenschap dat de NVAO de criteria heeft aangescherpt.

aanbevolen deze opleiding te accrediteren. In november

Bij Werktuigbouwkunde waren we uiteraard zeer benieuwd

heeft de NVAO dienovereenkomstig besloten de opleiding

naar de uitkomst, gezien het inspectieoordeel in maart

voor een nieuwe periode van zes jaren een accreditatie te verlenen.

Visitaties

Voldoende

Goed

Excellent

Totaal oordeel

4

11

1

13

3

Voldoende

Food and Business

9

7

Voldoende

Fysiotherapie

7

9

Voldoende

Voeding en Diëtetiek

9

7

Voldoende

8

8

Voldoende

bac h elo r

Autotechniek Werktuigbouwkunde

Goed

mas t er

Bedrijfskunde Zorg en Dienstverlening

Studenttevredenheid Resultaten studenttevredenheidsonderzoek 2006-2011

Kengetal totaal

STO 2006-2010*

NSE 2010-2011**

2006

2007

2008

2009

2010

2010

2011

80,6%

73,5%

74,6%

76,8%

81,2%

81,7% 82,5%

Doelstelling 2012 90%

STO Studenten Tevredenheid Onderzoek; NSE Nationale Studenten Enquête * 2006, 2007, 2008 en 2010 berekend op basis van definitie 2009. ** Kengetal 2010 op basis van definitie 2010. Hierin zijn alle items van de NSE 2010 opgenomen. Dit getal vormt de basis voor de afspraken in 2011. Kengetal 2011 op basis van definitie 2011. Hierin zijn alle items van de NSE 2011 opgenomen. Dit getal vormt de basis voor de afspraken in 2012.

8


sjoerd van helvert vierdejaarsstudent hogere laboratorium­ opleidingen Faculteit Techniek

docent versus

erlemeyer

‘Op ons instituut lopen veel studenten uit Azië en andere verre landen rond. Ze zijn er met maar één reden: de goede onderwijskwaliteit. En die is ook echt goed. Dat wordt op mijn huidige stageplek – de Universiteit van Dundee – weer bevestigd: de HAN heeft me meer theoretische kennis en praktische vaardigheden geleerd dan je van een hbo-instelling zou mogen verwachten. Aldus mijn stagebegeleider. Los van de professionele bagage die je meekrijgt, weten de docenten je ook nog te stimuleren en motiveren. Studenten kunnen altijd even bij hen binnen lopen voor advies. Die toegankelijkheid komt door de passie voor hun vak, de betrokkenheid bij de student en ook doordat we in een relatief klein gebouw zitten. Iedereen kent elkaar, in ieder geval van gezicht. Ik weet hoe je bijna kopje onder kunt gaan in grootschaligheid, dus ik waardeer deze locatie extra. Nu er zo’n enorme toename in het aantal studenten is, gaat dat misschien wel veranderen. Ons gebouw – nog niet zo lang geleden flink verbouwd – lijkt al bijna weer te klein. Je merkt dat ook als we onze praktische vaardigheden trainen; het komt voor dat er te weinig oefenmateriaal is voor alle studenten. Maar ik weet hoe duur de apparatuur is en dat echt geprobeerd wordt om de voorraad op peil te houden. Uiteindelijk weegt de betrokkenheid van docenten zwaarder dan een ontbrekende erlenmeyer. Door hun oog voor mijn ambitie en dankzij hun internationale contacten kan ik mijn afstudeeropdracht doen in een academisch onderzoekscomplex in Schotland!’ 9


Doelstelling 2012: De student­tevredenheid scoort 90%

De stijgende tendens over de jaren heen zet zich door. De bewegingen op de geformuleerde aandachtspunten (toetsing, informatie, roosters, studiefaciliteiten, studielast, betrokkenheid) zijn klein maar overwegend positief. In de vergelijking met de grotere multisectorale hoge­ scholen, zoals die is gepresenteerd in de jaarlijkse Keuzegids Hoger Onderwijs, staat de HAN op ongeveer dezelfde positie – in de middenmoot – als in 2010.

Ontwikkeling 2008-2011 op de aandachtspunten 2008

2009

2010

2011

74,6%

76,9%

81,7%

82,5%

0,8%

83%

83%

86%

86%

0,0%

Algemene vaardigheden

-

-

93%

93%

-0,4%

Vaardigheden praktijkgericht onderzoek

-

-

-

86%

Voorbereiding beroepsloopbaan

84%

85%

86%

84%

-1,9%

Docenten

86%

87%

88%

88%

-0,1%

Informatie

73%

76%

79%

79%

-0,1%

Studiefaciliteiten

67%

70%

83%

83%

-0,1%

Ondersteunende diensten*

93%

95%

95%

96%

0,8%

Toetsing en beoordeling

68%

72%

75%

75%

0,2%

Studieroosters

64%

68%

76%

77%

1,0%

Studielast

68%

70%

77%

77%

0,8%

Studiebegeleiding

-

-

86%

87%

0,4%

Internationale studenten*

-

-

74%

76%

1,7%

Overige faciliteiten en de studieomgeving*

-

-

81%

80%

-1,4%

62%

65%

75%

75%

0,5%

Kengetal totaal

11-10

A s p e c t e n o p l eidin g

Inhoud

Betrokkenheid

* Tellen niet mee in het kengetal NSE 2011 is leidend, bij lege cellen is voor de betreffende jaren geen informatie beschikbaar

10


alex van binsbergen vierdejaarsstudent communication & multimedia design Faculteit Techniek

ijzeren

discipline en passie

‘Na mijn propedeuse heb ik besloten met mijn hoofd boven het maaiveld uit te komen. Ik wil cum laude afstuderen om daarna in Amerika of Canada met een scholarship verder te studeren. Voor studenten die hun toekomst nog niet zover hebben uitgestippeld, is het waarschijnlijk moeilijker om tempo te houden in hun opleiding. En dus is de kans op uitval groter. In de CMD-hoofdfase lopen tweede-, derde- en vierdejaarsstudenten door elkaar. Ik zie dan hoe tweedejaars bepaalde vakken uit de propedeuse nog moeten halen, terwijl ze ook werken aan opdrachten uit het tweede jaar. Die combinatie is pittig. Je moet bovendien bijna een ijzeren discipline hebben om de deadlines zonder stress te halen. Op een bepaalde datum moet je de volledige opdracht inclusief een uitgebreide verantwoording inleveren, tot die tijd is er weinig druk van buitenaf om te presteren. En ‘ineens’ moet je dan nachten doorwerken om je werk op tijd in te leveren. Het zou daarom geen gek idee zijn om meer tussentijdse deadlines in te stellen. Zo werkt het later ook: je baas informeert niet op de laatste nipper hoe ver je bent en waarom je juist deze ontwerpkeuzes hebt gemaakt. Je docent krijgt zo een beter beeld en kan bijsturen of je inspireren tot nieuwe creatieve ideeën. De CMD-docenten zijn daar overigens goed in: het zijn heel enthousiaste mensen met veel expertise en passie. Waar ik ook blij mee ben, is de verschuiving in de beoordeling van opdrachten. Voorheen lag er veel nadruk op opdrachtanalyse, plannen en verslaglegging, tegenwoordig speelt het eindproduct steeds meer mee in je cijfer en dat is goed. Het reflectiemoment aan het eind van ieder semester werpt zijn vruchten af, voor het studierendement én voor de studenttevredenheid. De opleiding luistert naar onze feedback en doet er daadwerkelijk iets mee.’ 11


Ad van Dijk Directeur Instituut Bedrijfskunde Faculteit Economie en Management

CruIJff

en de langstudeerders­ regeling

12

‘Maar weinigen weten op hun zeventiende precies wat ze met hun toekomst willen. Dat maakt de keuze voor een opleiding zo moeilijk. Hoe herkenbaarder een beroep, hoe lager de studie-uitval tijdens de opleiding. Iedereen heeft wel een beeld bij een verpleegkundige of een automonteur. Je weet in grote lijnen wat die professionals doen. Economisch georiënteerde opleidingen zijn veel ondoorzichtiger en dus kun je je daar makkelijker op verkijken en de verkeerde keuze maken. Dat zien we terug in ons studierendement en daar zijn we mee aan de slag gegaan. Tot begin 2011 volgden de studenten van bijna alle vijftien studierichtingen in het propedeusejaar hetzelfde programma. Voordeel: je krijgt alle vakken en kunt dus kijken wat je het beste ligt. Nadeel: als je al weet wat je wilt, krijg je allerlei vakken die niet passen in je toekomst. Gevolg: demotivatie en uitval. We bieden nu niet één algemeen programma, maar drie instituutspropedeuses: commercieel, financieel en bedrijfskundig. Zo maken de studenten nog steeds breed kennis met de mogelijkheden van onze faculteit, maar gaan ze wel vanaf het begin een bepaalde richting op. Door die knip te zetten, konden we ook kleinschaliger gaan werken, met vaste studieloopbaanbegeleiders en docenten per instituutspropedeuse. Studenten varen daar wel bij. Ons bureau Voorlichting en Aansluiting helpt ook om het studierendement in de propedeuse en hoofdfase te vergroten. Vier mensen houden zich dagelijks bezig met voorlichting, meeloopprogramma’s en bijvoorbeeld switchgesprekken. In de hoofdfase zien we een vrij plotselinge positieve ontwikkeling, er zijn meer studenten die hun opleiding afronden. Daar bewijst Johan Cruijff zijn stelling dat ieder nadeel zijn voordeel heeft: de dreigende boete van de langstudeerdersregeling stimuleert studenten om nu toch écht af te studeren.’


Doelstelling 2012: De HAN kent op opleidings­niveau een propedeuserendement van 70% en een hoofd­faserendement van 90% Rendement* Cohort

2005

2006

2007

2008

2009

Propedeuserendement na 2 jaar

61,2%

54,9%

57,0%

59,4%

58,4%

Cohort

2003

2004

2005

2006

2007

Hoofdfaserendement na 4 jaar

79,7%

82,0%

81,1%

78,0%

73,4%

* Cijfers conform interne definities. Deze kunnen afwijken van landelijke publicaties.

Het studierendement ontwikkelt zich niet goed, hoewel de

Betere focus op studiesucces

HAN nog steeds bovengemiddeld presteert. Na aanvan-

We mogen dus concluderen dat de ontwikkeling van het

kelijke jaarlijkse stijging van het propedeuserendement

studiesucces niet aansluit op onze doelstellingen. In 2011

is dat in 2011 weer teruggelopen. De daling verschilt

is een uitgebreide analyse uitgevoerd op basis waarvan de

per faculteit, bij een enkele stijgt het zelfs. De daling is

volgende aanbevelingen zijn gedaan om het studiesucces

vooral toe te schrijven aan een hogere uitval in het tweede

te verhogen:

studiejaar.

• Meer aandacht voor verwijzing en studievoortgang aan

Het hoofdfaserendement geeft enkele jaren een daling te zien. Het is plausibel dat dit is veroorzaakt door een combinatie bij enkele cohorten (vanaf 2005) van een op dat moment extreem sterke groei van het aantal studenten en de invoering van een uniforme onderwijsvernieuwing.

einde propedeuse en begin hoofdfase. • Onverminderd aandacht voor het verhogen van het studiesucces van mannen. • Onverminderd aandacht voor het terugdringen van studievertraging.

Het gaat om zowel een stijging van de uitval aan het begin van de hoofdfase als om een stijging van het aantal studenten dat langer over de studie doet. 13


Onderzoek en Kennispoort

Doelstelling 2012: De omzet onderzoek­s­ activiteiten is 3% van de totale omzet van de HAN

Belangrijk uitgangspunt van de HAN bij haar onderzoeksbeleid is de noodzakelijke, zeer nauwe verwevenheid van het praktijkgerichte onderzoek met het onderwijs. Het onderzoek heeft een inhoudelijk sterke relatie met de beroepspraktijk, wat nieuwe kennis en innovaties voortbrengt die gebruikt worden in het upto-date houden van het onderwijs. Zodoende verhoogt onderzoek de kwaliteit van het onderwijs; het levert een bijdrage aan het versterken van de relatie van het onderwijs met de beroepspraktijk en aan het opleiden van onderzoekende professionals.

Lectoraten en kenniscentra

Kwaliteitszorg onderzoek

Het afgelopen jaar is het aantal lectoraten stabiel gebleven. Eind

In 2011 is het kwaliteitszorgsysteem onderzoek van de

2011 kende de HAN 39 lectoraten met in totaal 39 lectoren en

HAN doorgelicht door de Validatiecommissie Kwali-

6 associate lectoren. Deze maken voor het creëren van zowel

teitszorg Onderzoek (VKO). ‘Een voorbeeld voor andere

focus als massa deel uit van kenniscentra. Hiervan zijn er zeven

hogescholen’, zo luidde het oordeel van de VKO.

en in september heeft het College van Bestuur het kader voor de verdere doorontwikkeling van deze kenniscentra vastgesteld.

14


Henny Boswinkel directeur Perspectief Zutphen

specialisten

ze bestaan niet meer!

‘Een toevallige ontmoeting zorgde ervoor dat de HAN en Perspectief Zutphen de handen ineen sloegen om ‘sociaal werk’ op een nieuwe manier op de kaart te zetten. De vier welzijnsorganisaties die sinds 2010 Perspectief Zutphen vormen, wilden met een proactieve instelling – liefst preventief – met mensen meelopen en ze zelf oplossingen laten vinden binnen hun (nieuwe) netwerk. Een soort van ‘wegenwachthulp’: een korte periode van ondersteuning, waarna mensen, dankzij de hulp van anderen, zelf verder kunnen. Geen zelfredzaamheid dus, maar samenredzaamheid. Perspectief vraagt daarvoor bovendien een wederdienst. Een voorbeeld: een cliënt met schulden krijgt door onze tussenkomst hulp vanuit zijn netwerk. Denk aan een schuldhulpverlener, een zus of een buurvrouw. De cliënt zet zijn eigen talent op zijn beurt in om weer iemand anders te helpen, bijvoorbeeld door met een sombere buurvrouw mee te gaan naar Nederlandse les. Maar wat betekent dat voor de sociaal werkers van Perspectief? Veel! De maatschappelijk werker, de sociaal cultureel werker, de opbouwwerker met ieder hun eigen specialisme: ze bestaan niet meer. Iedereen werkt allround in een eigen wijk, is daar veel lijfelijk aanwezig en zet de cliënt zo snel mogelijk op eigen benen, met hulp van het (buurt)netwerk. Die nieuwe stijl vergt een heel andere mindset van huidige professionals, vraagt om nieuwe vaardigheden van toekomstige hulpverleners en moet zich bovendien bewijzen. De HAN bespreekt zeer regelmatig met al onze medewerkers waar ze tegenaan lopen, in positieve en negatieve zin. Wat kan er anders en hoe pak je dat aan? Vier van onze medewerkers volgen nu de master Social Work om nóg beter thuis te raken in sociaal werk nieuwe stijl. Het onderzoek dat zij moeten doen, is op de dagelijkse Perspectiefpraktijk gericht en de resultaten daarvan vloeien dus rechtstreeks terug naar ons eigen werkveld. Ik ben echt heel blij met de manier waarop de HAN en Perspectief dit samen doen!’ 15


Onderzoek, marktactiviteiten en valorisatie

Marktactiviteiten De oorspronkelijke streefnorm van 5% groei per jaar in

Onderzoeksactiviteiten

marktactiviteiten hebben we moeten aanpassen aan de

Eind 2011 is het aandeel van het onderzoek 5,4 % van de

conjuncturele realiteit; deze activiteiten moeten minimaal

totale omzet. Bovendien realiseren de lectoraten en kennis-

kostendekkend zijn met een beperkte groeidoelstelling

centra versterking van de kennisbenutting (valorisatie). Dit

van 2% per jaar. Het is gelukt de activiteiten kostendek-

geldt in zowel bachelor- en masteronderwijs als in het werk-

kend te laten zijn, maar de groeidoelstelling hebben we

veld en de regio via het contractonderwijs, de organisatie

niet gehaald; er is een krimp van 3% ten opzichte van 2010.

van symposia en workshops, begeleiding van studentenprojecten en publicaties. De kwalitatieve doelstelling om focus en massa te creëren en de verbinding tussen onderzoek en onderwijs te realiseren laten we prevaleren.

Valorisatie: van kennis naar kassa Onder de titel ‘Gelderland valoriseert!’ hebben de HAN, ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Radboud Universiteit Nijmegen, Ontwikkelingsmaatschappij Oost NV, kiEMT (kennis en innovatie in Energie- en MilieuTechnologie), DF & DC (Dutch Fashion & Design Center) en Rabobank

Doelstelling 2012: De HAN streeft naar synergie in haar kernactiviteiten en realiseert daarbij een groei van de marktactiviteiten van 2% van de omzet op jaarbasis

een consortium gevormd. De totale omvang van het budget bedraagt €12,5 miljoen, waarvan €5 miljoen subsidie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Ook de provincie en andere regionale partners leveren een bijdrage. Hoofddoel is het ontwikkelen van een regionale infra­ structuur voor kennisvalorisatie, wat betekent: 1. intensivering van de ondersteuning met kennis en onderzoek aan startende innovatieve ondernemingen in de regio Midden-Gelderland; 2. versterking van het innovatieve vermogen en de groei van bestaande en nieuwe ondernemingen en werk­ gelegenheid.

16


De HAN coรถrdineert dit omvangrijke project met een looptijd van zes jaren en bekleedt het voorzitterschap van de stuurgroep (in de persoon van bestuurslid Kristel Baele). Van alle (regionale) valorisatieprojecten in Nederland is de HAN de enige hboinstelling die een dergelijk project coรถrdineert.

17


Internationalisering

Meertaligheid

De uitgangspunten

In het najaar van 2011 is gestart met het inventariseren van

Internationalisering moet onderdeel zijn van de reguliere

alle digitale en niet digitale informatie en applicaties die

activiteiten van opleidingen (mainstreaming).

noodzakelijk in het Engels (en Duits) aanwezig moeten

We bieden een leeromgeving die studenten en medewer-

zijn.

kers de mogelijkheid biedt om internationale en inter­

culturele competenties te ontwikkelen (internationalisation

Studentmobiliteit

at home).

De uitgaande mobiliteit is in 2010-2011, na een forse

De opleidingen geven zelf de specifieke invulling aan de

groei in 2009-2010, ongeveer gelijk gebleven. Ongeveer

internationale en interculturele dimensies (decentrale

950 HAN-studenten studeerden of liepen stage in het

invulling).

buitenland, meestal voor een semester. Ongeveer 275 studenten van onze internationale partners hebben onze

Enkele activiteiten in 2011

Engelstalige exchange courses bezocht, veelal gedurende

Engelstalige HAN-website

een semester. In vergelijking met 2009-2010 is dat een

Alle exchange courses en een korte beschrijving van alle

lichte toename van 25 studenten.

faculteiten en instituten zijn toegevoegd. Uiteindelijk (aan het einde van 2012) leidt het tot een volledig aangepaste

Het aantal ingeschreven internationale studenten aan een

HAN English website, niet alleen voor het werven van inter-

reguliere Nederlandstalige, Engelstalige of Duitstalige ba-

nationale studenten, maar ook om de HAN als instelling

chelor of een master bij de HAN was 2.654 (per september

en haar toegepaste onderzoek zichtbaar te maken.

2011) waarvan 2.043 met de Duitse nationaliteit.

Internationalisation at home (I@H) en Subsidieprojecten In het najaar van 2011 zijn acht aanvragen van instituten voor subsidiÍring van internationaliseringsontwikkelingen beoordeeld en toegekend. De instituten zijn expliciet bezig I@H verder gestalte te geven, rekening houdend met de couleur locale en de algemene doelstellingen op dit terrein zoals beschreven in het HAN-beleidsplan internationa­ lisering.

18


PRECIES

wat ik verwachtte

Alvin Espino masterstudent Control Systems Engineering Faculteit Techniek

’Er ligt een hele wereld buiten Mexico, bedacht ik toen ik nog in mijn moederland studeerde, en ik meldde me aan voor een Deens uitwisselingsprogramma. Europa beviel, dus zocht ik voor mijn master opnieuw naar een plek hier. De studie moest focussen op control systems en een ‘toegepaste oriëntatie’ hebben. Dat vond ik bij de HAN. De combinatie van deze specifieke master, de link met het daadwerkelijke werkveld en de nieuwe ervaring in het buitenland waren precies wat ik zocht. Naar Nederland dus. Het eerste jaar bestond uit theorie, daarna ging ik bij een Nederlands bedrijf aan de slag met mijn afstudeeropdracht. Ik werk nu een aantal maanden bij KEMA in Arnhem en kan inmiddels zeggen, dat alles wat de HAN me leerde, nuttig blijkt te zijn. Een goed onderwijsprogramma gaat niet alleen om het opdoen van nieuwe kennis, maar ook om de vertaalslag te leren maken van algemene informatie naar heel specifieke toepassing daarvan. De HAN heeft me beide gereedschappen in de hand gegeven. Mijn collega’s bij KEMA zijn bovendien altijd bereid om nieuwe ideeën en mogelijke oplossingen met me te bespreken. Ook dat helpt om complexe zaken te leren doorgronden. En natuurlijk is er mijn stagebegeleider. Hem vertel ik wat ik aan het doen ben, hoe ik oplossingen zoek en welke problemen ik daarbij tegenkom. Hij doet me suggesties aan de hand en leert me op een andere manier naar zaken te kijken. Het hele idee achter ‘applied sciences’ werkt heel goed voor me. Ik heb eigenlijk maar één opmerking: voor internationale studenten zou het prettig zijn als de HAN bijeenkomsten organiseerde over het vinden van een stageplek. Dit land en zijn gewoonten zijn tenslotte vreemd voor ons. Maar, ik moet zeggen: als ik hulp vroeg, kreeg ik die onmiddellijk. Alles bij elkaar is deze master precies wat ik ervan verwachtte!’ 19


HAN en de regio

van participanten leidend zijn en de HAN haar expertise als ondersteuning inzet. Deze zogenoemde ‘werkplaatsen’

Samenwerking

staan onder leiding van een lector.

De HAN heeft in 2011 een proces in gang gezet om rondom de voor onze regio relevante sectoren speerpunten te

HAN Smart Business Center

definiëren. Deze speerpunten vormen een onderdeel van

HAN Smart Business Center is het netwerk van regionale

de toekomstige dieptestrategie van de HAN met als doel

ondernemers en lectoraten van de HAN. Doel van het

de HAN nader te profileren.

netwerk is het samen kennis ontwikkelen, kennis delen en

Met een speerpunt willen we een antwoord geven op de

toepassen ter vergroting van de toegevoegde waarde van

specifieke behoeften in de betreffende sector in onze

het mkb. Ongeveer 90 middelgrote en kleine bedrijven

regio aan voldoende gekwalificeerde beroepskrachten,

zijn lid van het netwerk.

vergroting van het innovatief vermogen en (nieuw) ondernemerschap. Een speerpunt vormt dus een samen-

Ondernemerschap

hangend geheel van excellente opleidingen, onderzoek en

Ondernemendheid stimuleren vinden we belangrijk.

valo­risatie. Vraagsturing vanuit de sector staat centraal.

Het in 2002 opgerichte Centrum voor Ondernemerschap

Nauwe samenwerking tussen regionale bedrijven/instel-

heeft bijvoorbeeld de inmiddels populaire minor Onder­

lingen, overheden en andere publieke organisaties en de

nemerschap opgezet. Deze minor is in september 2011

HAN is een voorwaarde voor succesvolle ontwikkeling van

met ca. 140 studenten gestart. De studenten komen uit

het speerpunt. Deze plannen zijn uitgewerkt in het nieuwe

alle faculteiten en ongeveer 10% komt van buiten de HAN.

instellingsplan dat in de zomer van 2012 verschijnt.

Young Business Society is het 400 leden tellende netwerk van de HAN voor studenten en alumni met interesse in

20

Zorgalliantie Nu

ondernemerschap en veelal met een eigen bedrijf, vaak

De samenwerking met ondernemers in wonen, welzijn

in de regio. Dankzij het in 2011 beëindigde project go!

en zorg in de Zorgalliantie heeft verder vorm gekregen.

(Gelderland Onderneemt), dat werd gecoördineerd vanuit

Dit netwerk is in 2011 uitgegroeid tot 28 participanten,

het Centrum voor Ondernemerschap, is binnen de HAN

die gezamenlijk ruim 200.000 cliënten bedienen.

een goede infrastructuur opgebouwd voor het stimuleren

De afgelopen periode heeft in het teken gestaan van klein-

van ondernemend gedrag en voor de begeleiding bij het

schalige samenwerkingsverbanden waarin vraagstukken

starten van een eigen bedrijf.


Naast het Centrum voor Ondernemerschap hebben we het project HAN Student Companies. Het is binnen diverse onderwijsprogramma’s een verplicht onderdeel. Een groep van zes tot acht studenten zet een eigen onder­ neming op met een managementteam, bedenken een product of dienst met als doel (meer)­waarde te creëren. Ze doen grondig marktonderzoek, maken omzetprognoses en dragen zorg voor eigen startkapitaal door de verkoop van aandelen. Dit alles onder begeleiding van ervaren adviseurs uit het bedrijfsleven, een bedrijfs­ begeleider en een financieel adviseur. Een ondernemende docent fungeert als tutor/procesbegeleider. Jaarlijks zijn gemiddeld vijfenveertig student companies actief hetgeen neerkomt op een deelname van ruim vierhonderd studenten. In de afgelopen vier jaren waren in totaal 187 studentcompanies actief met een totaal aantal studenten van 1.329. Ook in 2011 waren er weer student companies van de HAN vertegenwoordigd in regionale, landelijke en Europese competities.

21


Duurzaamheid

Warmte Kracht Koppeling

Als duurzame hogeschool zijn we volop bezig ons investe-

Eind 2011 heeft de HAN een contract met Nuon getekend

ringsplan voor duurzaamheid uit te voeren. Drie belang-

voor de levering van restwarmte uit de WKK-centrale op

rijke elementen uit het plan zijn:

de Kleefse Waard in Arnhem. Daarmee reduceert de HAN

• het vergroten van de duurzame zichtbaarheid en uitstra-

haar CO2-uitstoot van de Arnhemse campus met

ling,

ongeveer 50%.

• het reduceren van het energiebeslag van ICT-voorzieningen en

SOPRA

• de reductie van mobiliteit.

De Sustainable Off-Grid PowerStation for Rural Areas

Voor deze drie thema’s zijn plannen gemaakt waarmee we

(SOPRA) is een gecombineerd onderwijs- en onderzoeks-

in de loop van 2011 aan de slag zijn gegaan.

project dat een systeem ontwikkelt voor plattelandsgebieden dat met een hoge mate van betrouwbaarheid duur-

Project elektrische auto

zame energie opwekt. Bij het project zijn verschillende

Het project elektrische auto is een gecombineerd

bedrijven, de KEMA en de TU Delft betrokken.

onderwijs- en onderzoeksproject waarin de opleidingen

De installatie van SOPRA staat op het dak van het Instituut

Logistiek en Autotechniek samenwerken aan het bouwen

Engineering op de Arnhemse campus.

van een elektrische auto, het inbedden van elektrisch rijden in het onderwijs van beide opleidingen.

Minor Wind Energy Project Management Bij het Instituut Built Environment is veel werk gemaakt van de ontwikkeling van deze speciale minor op het gebied van windenergie. De minor is een Engelstalige verbredende minor geschikt voor alle technici en economen en andere belangstellenden voor de snel groeiende markt van Offshore windenergie. De minor is samen met het bedrijf Outsmart ontwikkeld en in september 2011 van start gegaan met meer dan 30 studenten, waarvan drie uit het buitenland (Finland, Spanje en Canada).

22


je weet

waar je aan toe bent

Luuk Aalbers docent bedrijfskunde en HRM Faculteit Economie en Management

‘De HAN is heel erg gestructureerd, overal worden plannen gemaakt, gedachten geformuleerd en planningen vastgelegd. Dat werkt prettig: de organisatie is voortdurend in beweging en je weet tóch waar je aan toe bent. En je workload blijft te overzien, door diezelfde gestructureerde verdeling en planning van taken. Aan de andere kant lever je als docent wel in op flexibiliteit. De kaders die de instituten uitzetten, staan vast. Daaraan valt niet te tornen. Bij onderwijsontwikkeling moet ik me daar dus aan houden. Ieder blok moet bestaan uit een vast aantal lesuren en levert de student een standaardhoeveelheid studiepunten op. Zonder de vrijheid om in studielast te variëren, kan ik mijn creativiteit niet helemaal de vrije hand geven. Daar staat tegenover dat ik juist weer enorm de ruimte krijg om mijn werk in te richten zoals bij mij past. Ik ben docent en geef graag college. Maar ik vind het ook belangrijk en interessant om nieuwe onderwijsprogramma’s te ontwikkelen en om voorlichting te geven aan scholieren. Collega’s staan juist weer liever voor de klas of organiseren opleidingsfeesten. Iedereen krijgt zoveel mogelijk de taken die het beste passen. We hoeven daarvoor niet per se op locatie aanwezig te zijn en ook dat is bijzonder prettig. Als ik geen college hoef te geven, is het geen probleem als ik thuis werk. Hoe belangrijk die vrijheid is, merkte ik laatst, toen mijn dochtertje ziek was. Omdat de HAN niet van me eist dat ik tentamens op school nakijk, kon ik dat thuis bij mijn kind doen. Juist omdat werk en privé af en toe door elkaar heen lopen, is de balans in evenwicht. En dat is zó belangrijk om plezier in je werk te houden!’

23


Organisatieontwikkeling

Kwaliteit is mensenwerk Als hogeschool en (regionale) kennisinstelling kunnen we niet zonder een organisatie van en door professio-

HAN-medewerkertevredenheidsonderzoek 2011 8

nals.

Doelstelling 2012: minimaal 7,8

De HAN heeft een reputatie van goed werkgeverschap hoog te houden. Die reputatie blijkt ook uit een

7,7

7,7

2009

2010

hoge medewerkertevredenheid. We willen ons verder 7,5

ontwikkelen tot een University of Applied Sciences en de kwaliteitsverbetering van het onderwijs vraagt om

7,3

deskundigheidsbevordering en professionalisering.

7 2006

Doelstelling 2012: De gemiddelde medewerker­ tevredenheid van de HAN ligt op of boven het cijfer 7,8

2008

2011

* In 2007 heeft geen Medewerker Tevredenheid Onderzoek plaatsgevonden vanwege het houden van een Preventief Medisch Onderzoek.

Medewerkers zijn het meest tevreden over samenwerking met collega’s van de afdeling, eigen betrokkenheid bij de afdeling, variatie in de werkzaamheden en de aansluiting van de werkzaamheden op de competenties van de mede-

24


werker. Het minst tevreden is men over de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de beleidskeuzes van de afdeling, de beloning in relatie tot de zwaarte van de functie en de interne communicatie binnen de afdeling.

De betrokkenheid bij de strategie van de HAN, gemeten

Doelstelling 2012: 75% van de medewerkers voelt zich betrokken bij de strategie van de HAN

naar de bekendheid met ons instellingsplan, is in 2011 gestabiliseerd op 77%. De verbondenheid met de instelling uit zich vooral op het niveau van de opleiding en de sub­ unit (gemiddeld 85%) en van het instituut en de service unit (73%). Op het niveau van de faculteit en het Service

docenten investeren in hun professionaliteit. Permanente

Bedrijf (59%) en van het HAN-Instellingsplan (52%) is

scholing, professionalisering en ontwikkeling zijn de

het gemiddelde beduidend lager, maar zien we wel een

pijlers van ons personeelsbeleid.

stijging van respectievelijk 5% en 4%.

De HAN heeft ook in 2011 gewerkt aan professionalisering en de professionele cultuur binnen de instelling. Er was

Ziekteverzuim In 2011 lag het ziekteverzuim op 4,4%. In 2010 was dat 4,1%. We streefden naar een daling tot 4% in 2012. De stijging die zich echter heeft voorgedaan is niet uitzonderlijk. Weliswaar is het landelijke cijfer over 2011 (nog) niet exact bekend, maar uit overleg met andere hogescholen blijkt dat sprake is van een algehele stijging van het ziekteverzuim. Dat is vooral toe te schrijven aan het langdurig verzuim en het ‘niet-vermijdbaar’ verzuim.

bijna €150.000,- beschikbaar uit het HAN-Masterfonds. Ongeveer 50 docenten zijn in 2011 gestart met een mastertraject. In 2012 volgt een analyse en evaluatie van dit stimuleringsbeleid. De doelstelling, zoals die in het nieuwe instellingsplan terecht zal komen is dat 72% van de docenten gekwalificeerd is op masterniveau en dat 8% van de medewerkers in 2016 is gepromoveerd. We vinden het daarnaast belangrijk dat ook de ondersteunende (beleids)medewerkers beter op de hoogte raken van wat onderzoek inhoudt. Onderwijs voor werkende volwas-

Professionalisering De pensioenleeftijd schuift op en de overheid ontmoedigt vroegtijdige pensionering. Medewerkers zullen langer vitaal inzetbaar moeten zijn. Studenten verwachten dat

senen ten slotte, vraagt om specifieke competenties van docenten. Hetzelfde geldt voor internationale oriëntatie en competenties; internationalisering is immers van toenemend belang voor onderwijs en onderzoek en vergt een goede taalvaardigheid van medewerkers. 25


Dana Uerz senior onderzoeker Kenniscentrum Kwaliteit van Leren Faculteit Educatie

Niemand heeft het antwoord

26

‘De HAN werkt hard om zich met recht University of Applied Sciences te mogen noemen, een hoofdrol dus voor praktijkonderzoek. Dat betekent dat er veel ‘anders’ moet, maar hoe precies? Die zoektocht naar de beste oplossingen is een onderzoek op zich. Een lopend onderzoek, want we zijn al een eind op weg. Verandering – loslaten wat je gewend bent – is niet altijd makkelijk, maar in dit geval zet ik elke stap op de nieuwe weg juist met heel veel plezier. Ik word gehoord als ik gehoord wil worden, maar hoef niet overal bij te zijn. Je ziet hoe alle betrokkenen actief meedenken en alle mogelijkheden aftasten. Want niemand heeft hét antwoord, we zoeken samen naar de beste manier om onderzoek te verankeren in het curriculum. In het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren zijn alle lectoraten vertegenwoordigd om een samenhangend onderzoeksprogramma over de volle breedte van de Faculteit Educatie te ontwikkelen. Ieder lectoraat brengt zijn specifieke expertise in om de kwaliteit van leren te vergroten. Hoe richt je onderzoek in? Hoe beoordeel en toets je? Hoe organiseer je onderzoek in de verschillende teams? Op die vragen vind je alleen een antwoord als je ook docent-onderzoekers betrekt. Zij staan met de voeten in de spreekwoordelijke klei, weten wat er in het veld speelt. Veel input uit veel verschillende hoeken en dus veel verschillende ideeën: als je uitdagend onderwijs wilt ontwikkelen, kom je voor uitdagende afwegingen te staan. Lastig? Inspirerend! Zeker nu ik ook nog de student-kant kan zien: ik doceer tegenwoordig ook. Om te zien hoe de praktijk werkt en om mijn passie voor onderzoek door te geven! ’


Operational Excellence

Een grote hogeschool als de onze is een complexe,

De HAN heeft in 2011 een ‘platform’ opgericht om

professionele organisatie met een mooie en uitdagende

mooie voorbeelden van operational excellence te geven.

maatschappelijke opdracht. Een goede, geoliede bedrijfs-

Medewerkers laten zien wat zij gedaan hebben en doen

voering ten dienste van onderwijs en onderzoek is dus

om de processen te verbeteren met de zogenoemde

essentieel. Het gaat dan om ‘operational excellence’: het

Lean-­methodiek. Het Lean-lectoraat fungeert als sparring­

bereiken van een hoog niveau van betrouwbaarheid en

partner voor het management en geeft Lean-trainingen

samenhang in de verschillende ondersteunende diensten

binnen het Service Bedrijf. De afgelopen periode laat

en processen binnen de faculteiten en het Service Bedrijf.

gemiddeld een stijgende lijn zien in de tevredenheid over

Het was de afgelopen vier jaren en het blijft de komende

alle aspecten van operational excellence. Gericht beleid in

vier jaren een kernthema.

deze werpt zijn vruchten af.

De ontwikkeling van de oordelen van studenten en medewerkers over de ondersteunende diensten 2010

2011

O pe rat io n al e xc elle n c e ( volg e n s kwali t e i t s i n d e x)

oordeel van oordeel van studenten1 docenten1

oordeel van studenten1

ICT-voorzieningen

80,6% 79,3%

78,9% 86,1%

oordeel van docenten1

Roosters

73,8%

78,6%,

74,8% 86,5%

Huisvesting en faciliteiten

72,4% 81,3%

73,1% 79,2%

Interne informatievoorziening

78,8% 65,5%

78,7% 67,5%

1

Doel 2011

Hoge tevredenheid van medewerkers en studenten

Percentage studenten of docenten dat aangeeft neutraal of positief te oordelen.

27


ICT

Roostering

Kwalitatief goede en betrouwbare ICT-voorzieningen kun-

Alle faculteiten/instituten zijn ook in 2011 bezig geweest

nen het verschil maken. En daarbij tellen steeds meer de

met verdere verbetering en stroomlijning van de rooster-

voorzieningen die in het onderwijs kunnen worden ingezet

processen. Op basis van een persoonlijk assessment volgt

en moderne hulpmiddelen om studenten en medewerkers

elke roostermaker een opleidingsprogramma, waarvan

thuis van informatie te voorzien, voorzieningen voor mo-

een jaarlijkse update van technische vaardigheden van

biele apparatuur en ICT-voorzieningen voor onderzoekers.

roostermakers onderdeel uitmaakt. Doel van het

In 2011 werd ook geïnvesteerd om de basisvoorzieningen

roosterproject was een hogere waardering bij studenten.

verder te verbeteren. Er werd een start gemaakt met de migratie van Windows XP naar Windows 7 voor pc’s van medewerkers en studenten. Het gaat dan om circa 6.500 pc’s en zo’n 1.500 notebooks. Om tegemoet te komen aan wensen om altijd en overal

Huisvesting De nieuwbouw van Faculteit Economie en Management in Nijmegen is met ingang van het studiejaar 2011-2012 in gebruik genomen.

over informatie te kunnen beschikken werd onder meer ‘HAN4me’ als webapp voor studenten en docenten geïnstalleerd, waarmee zij op mobiele apparaten hun persoonlijke rooster kunnen inzien.

De bouwvergunning voor de nieuwbouw van Faculteit Educatie is door de gemeente Nijmegen verleend. De uitvoering is gegund aan Mertens Bouwbedrijf BV (bouwkundig) en Unica Installatietechniek BV (werktuig-

Het draadloos netwerk kreeg de aansluiting op Eduroam, waardoor medewerkers en studenten van eveneens bij Eduroam aangesloten instellingen en omgekeerd medewerkers en studenten van de HAN bij andere instellingen

bouwkundig en elektrotechnisch installatiewerk). De bouw is in november 2011 gestart en de planning is dat het gebouw uiterlijk 1 december 2013 klaar is. Het gaat hier om het duurzaamste onderwijsgebouw van Nederland.

met hun eigen account gebruik kunnen maken van het draadloos netwerk.

In het gebouw van Pabo Arnhem is op de eerste verdieping het zogeheten iXPERIUM gemaakt en in november 2011 opgeleverd. Dit is een onderzoekscentrum waar studenten, basisschool leerlingen, schoolbesturen en dergelijke kennis kunnen maken met alle beschikbare ICT- voorzieningen voor onderwijs.

28


Informeel

contact is de sleutel tot snelle oplossingen

‘Ik zal niet zeggen dat student- en medewerkertevredenheid staat of valt bij goede randvoorwaarden – in de kern gaat het natuurlijk om onderwijskwaliteit – maar ICTvoorzieningen, roostering, huisvesting en informatievoorziening spelen wel degelijk een belangrijke rol. De ‘operationele ondersteuning’ maakt het leven van docent en student makkelijker. Tijdens de lessen verschijnen steeds vaker eigen laptops en Ipads op tafel, studenten zijn dus afhankelijk van een vlekkeloos draadloos netwerk. Gelukkig worden ze zelden teleurgesteld. Ik ben over het algemeen sowieso tevreden over de ondersteunende diensten. Als je wat uithoudingsvermogen hebt, kom je een heel eind; ook als je wensen afwijken van het normale. Zo hebben onze studenten meer ruimte nodig dan gemiddeld. Als ze samen oefenen met trainen is de reguliere, compacte, klassikale opstelling niet handig. We hebben nu twee vaste, grotere lokalen toegewezen gekregen. En ja, het duurde even voordat we dat gerealiseerd hadden, maar het resultaat is wat uiteindelijk telt! En als dat resultaat er niet of niet voldoende is, ligt dat niet per se aan de ondersteunende diensten. Van een roosteraar kun je niet verwachten dat hij zicht heeft op samenhang en wenselijke indeling van lessen. Als team maken we het rooster daarom voor een groot deel zelf. Wij weten precies wat de theorie-lessen zijn (geschikt voor de ochtend, als iedereen nog fris is) en wat de doe-lessen, die beter aan het eind van de middag of de avond gepland kunnen worden. Daarna voert de roosteraar de planning in en zoekt de lokalen erbij. Die werkwijze is nooit een probleem, zolang de roosteraar maar weet waarom we voor deze manier kiezen. Ik geloof erg in goed informeel contact, steeds in gesprek blijven. Dat houdt de lijnen kort en is de sleutel tot snelle oplossingen. Wat je erin stopt, krijg je namelijk ook terug!’

Paul Jacobs docent Opleidingskunde Faculteit Educatie

29


Interne Informatievoorziening

Studie-informatiesysteem

Een extern onderzoek resulteerde in aanbevelingen en de

De ontwikkelingen in het onderwijs bij de HAN van de

uitvoering ter verbetering van de informatiefunctie en de

laatste jaren maken vereenvoudiging van het studie-

ICT-functie:

informatiesysteem mogelijk. Ombouwen van het HAN Studie

• Een organisatorische scheiding van de vraag (bij de

Informatiesysteem bleek te ingrijpend, vandaar de keuze voor

informatiemanager van de afdeling Hogeschool Infor-

een systeem dat al bij andere onderwijsinstellingen in gebruik

matie Architectuur en -Management) en het aanbod

is en waar gebruikers tevreden over zijn. Met enige vertraging

(bij het hoofd van de service unit ICT). Het doel is een

is in oktober een (herziene) aanbesteding gepubliceerd.

betere articulatie van de vraag en het beter afwegen van

Eind november zijn vier inschrijvingen ingediend.

de keuze tussen uitbesteden en zelf doen.

In december zijn op basis van de ingeleverde documenten de

• Een andere inrichting van de ICT-eenheid voor de

beste twee inschrijvingen geselecteerd en uitgenodigd voor de

mogelijkheid om taken uit te besteden; een volledige

Verificatietest, die in de loop van 2012 plaatsvindt. Daarna

scheiding tussen deze eenheid en de Informatica

volgt nog een Proeve van Bekwaamheid.

Communicatie Academie én een volledige transparantie van de kosten.

30


ze weten wat ze doen

Suzanne Koning student toproute Verpleegkunde Faculteit Gezondheid Gedrag en Maatschappij

‘Wel eens geworsteld met een draadloos netwerk, waarvan je wéét dat het beschikbaar is, maar waar je met je laptop niet op kunt komen? Dan snap je hoe fijn het is dat je bij de HAN gewoon binnen kunt lopen bij de ICT-servicedesk om meteen geholpen te worden. Dat is tekenend voor de mensen achter de ondersteunende diensten. Je kunt bij ze terecht en ze weten wat ze doen. Toch loop je soms vast, ondanks uitstekende voorzieningen en grote bereidwilligheid. Bijvoorbeeld: we maken tijdens de lessen gebruik van grote beeldschermen in de lokalen. Die schermen gaan na een uur automatisch uit om nutteloos stroomverbruik te voorkomen. En die beveiliging kan niet overruled worden. Lastig, als je middenin een presentatie zit. Ook met de mensen ‘achter’ de roosterplanning heb ik positieve ervaringen. Studenten wilden graag per opleiding bij elkaar zitten, om meer onderlinge binding te krijgen. Is geregeld. Iets wat we al langer geleden hebben aangekaart: we wilden de contacturen het liefst niet verspreid over de week, maar gebundeld. Geen probleem: we worden drie vaste dagen op school verwacht en besteden de rest van de tijd aan zelfstudie. Als we vinden dat het rooster nog nét iets beter kan, geven we dat door, zodat het jaar na ons niet tegen hetzelfde probleem aanloopt. Daar wordt zoveel mogelijk iets mee gedaan. Natuurlijk blijft er altijd iets te wensen; we willen de interactieve studentensite Scholar – die de afgelopen jaren overigens goed verbeterd is – ook graag gebruiken voor andere doeleinden, bijvoorbeeld voor de opleidingscommissie en dat kan nog niet. Zo’n systeem zou de algemenere interne informatievoorziening weer een stap voorwaarts helpen. Is nog niet geregeld, maar wordt wel aan gewerkt! ’

31


Financiën

Het financiële beleid van de HAN is gebaseerd op het in-

Wij maken als publieke organisatie voor onderwijs en

stellingsplan, waarin de kwaliteit van het onderwijs en on-

onderzoek uiteraard een correcte scheiding tussen private

derzoek centraal staat. Om onze ambities en strategische

en publieke middelen. In het onderstaande overzicht

doelstellingen te realiseren is een gezonde financiële basis

staan de baten, lasten en het netto resultaat over 2011 en

nodig. Die hebben we dankzij het solide begrotingsbeleid

de drie jaren daarvoor.

dat we de laatste jaren hebben gevoerd. Bij het opstellen (in het najaar van 2011) van de begroting 2012 konden we middelen vrijmaken voor de inzet van extra 116 fte direct in het onderwijs.

Financiële kengetallen (x €1.000) 300.000

. 200.000

164.113

256.919

248.861

236.403

224.266

180.498

183.832

192.904

. 100.000

. 0

17.280 3.971

2008

32

13.869 624

2009

16.667 6.451

2010

15.897 5.210

2011

Omzet Personele lasten Huisvestingslasten Resultaat


Studenten

Instroom naar vooropleiding

Aantal bachelorstudenten bij de HAN

Studiejaar 30.000 25.771

26.588

28.361

29.519

29.925

20.000

. 8.901

9.458

10.084

10.009

9.665

2011

2011

819

694

-15,3%

buitenlands

1.084

952

-12,2%

havo

4.432

4.569

+3,1%

mbo

2.804

2.525

-10,0%

vwo

870

925

+6,3%

10.009

9.665

-3,4%

Eindtotaal

. 0

2010

anders

.

10.000

Vooropleiding

2007

2008

2009

2010

Groei

2011

Inschrijvingen Instroom

Het aantal ingeschreven internationale studenten aan een reguliere Nederlandstalige, Engelstalige of Duits­talige

Onbekend Noord- /Zuid-Amerika Overig Oost-Europa West-Europa

Overig

Onbeken

Azië Duitsland China

Noord- e

bachelor of een master bij de HAN was 2.654

Oost-Eur

(per september 2011) waarvan 2.043 met de Duitse natio­naliteit.

Europa o Azië China

33 Duits


Medewerkers

De omvang van het personeelsbestand is in 2011 licht

Aantal fte per organisatie-eenheid

toegenomen ten opzichte van 2010. De HAN groeide van 2.283 naar 2.361 fte, een toename van 3,4%.

Faculteit Educatie 243,54

10,3%

Het aantal bij de HAN werkzame personen nam even-

Faculteit Techniek 355,81

eens iets toe. Het aandeel van de tijdelijke aanstellingen,

College van Bestuur 16,85 0,7%

Faculteit Gezondheid Gedrag en Maatschappij 714,90

CvB

30,3%

Educa

15,1%

inclusief vervanging bij ziekte, bedraagt in 2011 15,5%. Dat

Techn

is iets hoger dan in 2010.

Econo

Faculteit Economie en Management 456,31

19,3%

Servic Service Bedrijf 573,79

24,3%

34

Gedra


Ontwikkeling personeelsbestand1 2007-2011

Personeelsbestand naar leeftijd

aantal fte

600

553 3500

.

520

. 422

3000

3.013

.

2.984

400

3.073

2.906

.

2.690

2500

382

279

200

. 2.203

2.278

2.283

399

276

174

2.361

. 30

2.030

38

0

2000 2007

2008

2009

2010

2011

t/m 25 jr

26-35 jr

36-45 jr

46-55 jr

vanaf 56 jr

Man Vrouw

1

Exclusief medewerkers Interstudie NDO BV.

Onderwijzend Personeel en Onderwijs Beheer Personeel (M/V) Man Onderwijzend Personeel Onderwijs Beheer Personeel Totaal

Vrouw

933

30,4%

990

32,2%

371

12,1%

779

25,3%

1.304

42,4%

1.769

57,6% 35


Colofon Met dank aan alle HAN-medewerkers die een bijdrage hebben geleverd aan de totstand足koming van het jaarverslag.

Informatie over de inhoud van het HAN Jaarverslag 2011 kunt u opvragen bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, telefoon (026) 369 1507.

Redactie Chris Veenemans (adviseur externe betrekkingen) en Colette Theeuwes (bestuurssecretaris) Interviews iPscriPt Tekstbureau Fotografie Portretten: Rob Gieling Omslag, pagina 2, 4, 17 en 30: Eric Scholten (Concept in beeld) Ontwerp en uitvoering Bureau Ketel grafisch ontwerp, Nijmegen Productie HAN Marketing Communicatie en Voorlichting

36



Kijk voor het volledige jaarverslag op

www.han.nl/jaarverslag


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.