Hoe doe je dat - Deel 13 Respect (0713)

Page 1


De bakker komt bij het kleine strandje. Maar wat is dat?

Varken is op het kleine strandje! ‘Eh… goedemiddag,’ zegt de bakker.

‘Ik ben bakker Ep en ik zit hier altijd. Dus: aan de kant alstublieft!’

Varken kijkt verbaasd. ‘Maar ik ben hier aan het hoepelen,’ antwoordt ze.

‘Mooi!’ roept de bakker. ‘Dan kun je mooi ophoepelen.

Ik wil fijn op het strandje liggen!’

Even is het stil. Varken kijkt naar de bakker en de bakker kijkt naar Varken.

Dan schudt Varken haar hoofd.

‘Fijn op het strand liggen… dat kan alleen als je respect hebt voor anderen,’ zegt ze.

De bakker krijgt een kleur. ‘O. Eh… ja. Nou.

Mag ik misschien hier liggen?’ vraagt hij.

Varken gaat een klein stukje opzij, zodat de bakker erbij kan.

‘Alsjeblieft,’ zegt Varken.

‘Dankjewel,’ zegt de bakker.

De bakker rust lekker uit op het kleine strandje, en daarna gaat hij naar huis.

De volgende morgen, als het nog héél vroeg is, gaat zijn wekker.

‘Hè nee…’ zucht de bakker. ‘Zo vroeg…’

Maar hij gaat toch zijn bed uit, want een bakker moet op tijd zijn.

De klanten rekenen op hem!

En vóórdat ze komen gaat hij nieuwe broodjes bakken.

Gewone broden natuurlijk, en krentenbollen en croissantjes…

én broodjes respect.

Want die zijn het lekkerst van allemaal!

HOE

Toelichting en verantwoording

Doel

Als kinderen voor het eerst naar school gaan, komen ze in aanraking met allerlei sociale situaties die ze veelal nog niet eerder hebben ervaren. In een groep wordt er veel meer van de sociale en emotionele vaardigheden van een kind verwacht dan in een gezinssituatie. Zo krijgen ze te maken met verschillende leeftijdgenoten die allemaal op hun eigen manier reageren.

De leraar is soms de eerste (professionele) ‘opvoeder’ waar ze mee te maken krijgen naast hun eigen ouder(s)/verzorger(s). Elk kind gaat op zijn eigen wijze om met de overgang naar school.

Het ene kind zal zich makkelijk aanpassen en veel gewenst gedrag laten zien, terwijl het andere kind daar veel meer moeite mee heeft.

Voor kinderen is het niet altijd even duidelijk welk gedrag er van ze verwacht wordt. Niet alle kinderen hebben een antenne voor deze vaak impliciete gedragsverwachtingen. Het is daarom goed om die uit te spreken. Ook als je denkt dat iedereen dat wel zal begrijpen.

De serie Hoe doe je dat? geeft de leerkracht een handvat om met de kinderen in gesprek te gaan over gewenst gedrag, zodat ze zich meer bewust worden van de geldende gedragsverwachtingen.

De gedragsverwachtingen die in de diverse prentenboeken aan de orde komen, hebben specifiek betrekking op emotionele en sociale vaardigheden en op taak-/werkhoudingsvaardigheden.

Bij de keuze voor de sociale en emotionele vaardigheden en de taak-/werkhoudingsvaardigheden die in de thema’s aan bod komen, is gebruikgemaakt van verschillende leerlijnen, onder andere van Stichting Leerplanontwikkeling (SLO), het CED en het HCO.

Gewenst gedrag leren kinderen niet aan door er alleen maar over te praten. Ook het oefenen van gewenst gedrag is belangrijk. Dat kan met behulp van de vragen, oefeningen en spelvormen in dit boek.

In de verhalen is gekozen voor een fictieve dierenwereld. De dieren maken allerlei (sociale) situaties mee die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Door gebruik te maken van dieren met menselijke eigenschappen, kunnen kinderen zich op een veilige manier met deze dieren identificeren. In de verhalen vertonen de dieren zowel gewenst als ongewenst gedrag. Zo worden de verschillen tussen gewenst en ongewenst verduidelijkt en zijn de verhalen levensechter. Daarbij is het ook goed om te laten zien dat het niet erg is als niet alles meteen goed gaat. Gelukkig kan en mag je nog veel leren. Het is goed om je te bedenken dat ongewenst gedrag vaak niet bewust ongewenst is, maar bijvoorbeeld voortkomt uit onwetendheid en enthousiasme. Gewenst en ongewenst gedrag zijn termen die we niet gebruiken om te moraliseren, maar om aan te geven dat gewenst gedrag het mogelijk maakt goed te functioneren binnen een groep.

Hoe te gebruiken?

De prentenboeken in de serie Hoe doe je dat? zijn losse delen. Ze kunnen in willekeurige volgorde gebruikt worden naargelang de behoefte van de kinderen in de groep.

De leerkracht start met het voorlezen van het prentenboek.

Daarna kan het verhaal prent voor prent besproken worden aan de hand van de vragen. In het groepsgesprek dat dan ontstaat, is ruimte voor de kinderen om hun eigen ervaringen te delen, hun gevoelens te verwoorden en vragen te stellen. Vervolgens bieden de werkvormen de kinderen de mogelijkheid om de diverse gedragingen zelf te ervaren en oefenen. Dit doen ze aan de hand van de verschillende oefeningen en spelvormen.

Deze serie heeft het meeste effect als het voorlezen, het gesprek en de verwerking verspreid worden over meerdere lesmomenten. Veel van de spelvormen en oefeningen kunnen geïntegreerd worden in bestaande lesmomenten zoals het buitenspelen, (vrije) spelmomenten en/of gym.

Vaardigheden

In elk deel van de serie Hoe doe je dat? komen een aantal specifieke emotionele en sociale vaardigheden en/of taak-/ werkhoudingsvaardigheden aan de orde. Deze zijn te vinden in het kader hiernaast. Het niveau van de vaardigheden is afgestemd op groep 1-3 van het basisonderwijs. Binnen de serie komen verschillende vaardigheden aan bod. Sommige vaardigheden komen in meerdere delen aan de orde.

Dit prentenboek gaat over respect. Respect is een waarde die op veel scholen tot de basiswaarden behoort. Het werken aan respectvol gedrag zorgt voor meer empathie en begrip voor elkaar. Dit leidt tot een veiligere omgeving en gelijkwaardiger relaties. Het woord respect staat voor een heel aantal gedragingen die met name voor kleuters lang niet altijd duidelijk zijn. In dit prentenboek koppelen we het woord respect aan alledaagse sociale gedragingen.

Verschillende dieren komen bij bakker Ep een broodje respect bestellen. Elk dier leert in het verhaal hoe je respectvol met een ander en je omgeving omgaat. Met behulp van de werkvormen kunnen de kinderen vervolgens respectvol gedrag herkennen en oefenen.

De volgende symbolen kom je tegen in dit deel:

binnenactiviteit

buitenactiviteit

binnen- en buitenactiviteit

naar de website

In dit deel komen de volgende vaardigheden aan bod:

• Afstemmen op de ander en de omgeving

• Autoriteit erkennen

• Dank je wel zeggen

• Een ander aankijken als je praat

• Een ander begroeten

• Geduldig wachten op je beurt

• Je aan de afspraken houden

• Je verplaatsen in de ander

• Luisteren naar een ander

• Nadenken voordat je iets zegt

• Netjes omgaan met (andermans) spullen

• Omgaan met verschillen (in smaak)

• Omzien naar elkaar

• Op een nette manier iets vragen

• Rekening houden met (de gevoelens van) een ander

• (Samen) opruimen

• Sorry zeggen

• Vragen of je iets mag gebruiken

• Weten wat respect betekent

25

Respect ja of nee?

Vaardigheid: Weten wat respect betekent

Bespreek kort met de kinderen wat ‘respect’ volgens hen is. Geef elk kind het werkblad 'Repect ja of nee' en vertel wat er bij elke tekening gebeurt. Laten de dieren respect zien (respectvol)? Dan zetten de kinderen er een krul bij. Laten de dieren geen respect zien (respectloos)? Dan plaatsen ze een kruis. Vergelijk klassikaal de krullen en kruizen van de kinderen. Waaraan zien ze dat de dieren wel of geen respect tonen? Waarom is het ene respectvol en het andere respectloos?

1 Klant Schildpad kijkt bakker Ep aan als hij iets uitlegt over het brood.

2 Odette zegt ‘Dankjewel’ als ze haar broodje krijgt bij de bakker.

3 Zwinzent roept: ‘Hé, doe mij zo’n broodje respect!’

4 Odette zegt lachend tegen Koe: ‘Wat heb jij een rare soepjurk aan!’

5 Odette zegt ‘Sorry’ tegen Koe

6 Hassel gooit zijn fiets tegen de andere fietsen.

7 Zwinzent, Schildpad en Odette wachten in de rij bij de bakker.

8 Bakker Ep gaat naar huis en gooit zijn bananenschil op straat.

Op de website is het werkblad 'Repect ja of nee' te vinden.

Respect voor jou, respect voor mij!

Vaardigheid: Weten wat respect betekent

In de kring liggen een aantal verkleedspullen: duikbril (badmeester), leesbril (juf), politiepet (agent), breiwerk (oma). Een van de

kinderen kiest één van de voorwerpen uit en gebruikt het. Hoe kun je respect tonen voor die persoon? Hoe kan die persoon respect tonen voor jou? Bedenk het samen en laat het zien.

Wat is respect?

Vaardigheid: Weten wat respect betekent

RONDLOOPSPEL

Leg uit dat respect betekent dat je vriendelijk en beleefd bent. Kennen de kinderen deze woorden? Laat de kinderen rondlopen door de klas. Laat ‘vriendelijk’ maar zien. Hoe loop je als je vriendelijk bent? Hoe kijk je? Wat doe je? Misschien zeg je wel iemand anders gedag of zwaai je even? Doe het maar!

Doe nog een ronde met het woord ‘beleefd’. Kunnen ze dat ook laten zien? Hoe loop je dan? Misschien knik je even vriendelijk als je elkaar tegenkomt. Laat maar zien!

Laat de kinderen tot slot ‘respectvol’ rondlopen. Hoe ziet dat eruit?

En wat zeg je dan bijvoorbeeld? Laat de kinderen beleefde woorden (bijvoorbeeld ‘u’) tegen elkaar zeggen.

Respectvol luisteren

Vaardigheid: Luisteren naar een ander

OPDRACHT

Laat de kinderen nadenken over hoe ze erbij zitten als jij het verhaal voorleest. Hoe kunnen ze dan respect tonen? Bespreek dit en lees vervolgens het verhaal voor. Lukt het de kinderen om ‘respectvol’ te luisteren? Hoe doe je dat?

Herinner de kinderen hier op andere momenten ook aan. Bijvoorbeeld als je iets uitlegt of als een ander kind iets vertelt. Weten de kinderen dan nog hoe ze respectvol luisteren?

VAARDIGHEDEN

• Weten wat respect betekent

• Luisteren naar een ander

VRAGEN

• Welke broodjes verkoopt Bakker Ep?

• Waarom is een broodje respect zo speciaal?

• Wanneer krijg je een broodje respect?

• Wat is respect?

Goedemorgen!

Vaardigheid: Een ander aankijken als je praat

ACTIVITEIT

Laat de kinderen in twee rijen tegenover elkaar staan. De kinderen in de ene rij laten hun hoofd voorover hangen en kijken naar de grond. Op jouw teken zeggen die kinderen ‘Goedemorgen’ tegen het kind tegenover hen.

Bespreek welke emoties dit oproept bij het kind dat begroet werd. Hoe is het voor dit kind? Waarom zou het fijner zijn om elkaar aan te kijken? Doe het maar!

Extra: Laat tweetallen met hun rug tegen elkaar zitten en elkaar vertellen over wat ze die ochtend hebben gegeten. Of laat ze tegenover elkaar het gesprek voeren waarbij één van de kinderen alle kanten opkijkt, behalve naar de verteller. Hoe is het om te praten als je elkaar niet aankijkt?

Betoeterd of begroeterd?

RONDLOOPSPEL

Vaardigheden: Een ander aankijken als je praat, een ander begroeten

De kinderen lopen door de klas (of op het plein). Ze begroeten elkaar als ze elkaar zien. Laat ze na een tijdje stilstaan, de ogen dichtdoen en tik dan een aantal kinderen aan. Zij zullen vanaf nu niet meer begroeten. Lukt het de andere kinderen te ontdekken wie ze begroetert en wie ze betoetert (niet groet)? Als ze denken te weten wie er niet groet, wijzen ze dat kind aan en zeggen: ‘Ben je nou helemaal betoeterd?!’, waarna dit kind de ander alsnog begroet. NB Is dit (te) makkelijk? Laat de aangetikte kinderen dan wel begroeten, maar geef ze de opdracht om geen oogcontact te maken. Hebben de andere kinderen dit door?

Wijs een kind aan die de ‘begroeter-toeter’ mag zijn, bijvoorbeeld ‘s ochtends bij het binnenkomen. Ziet dit kind dat er gegroet wordt? Dan toetert het op de (denkbeeldige) begroet-toeter.

Vragen om een broodje

BEWEEGSPEL

Vaardigheden: Dank je wel zeggen, een ander aankijken als je praat, een ander begroeten, op een nette manier iets vragen

Bespreek welke dingen passen bij respect in de bakkerswinkel. Laat de vier afbeeldingen zien en vertel welke handeling daarbij hoort:

• Groet de bakker

• Kijk de bakker aan

• Vraag op een nette manier wat je wil bestellen

• Zeg dank je wel

Speel de scène bij deze plaat uit: één kind speelt Zwinzent. Een ander kind speelt de bakker. Zwinzent vraagt op een nette manier om een broodje respect. De andere kinderen bepalen of Zwinzent genoeg ‘respect’ toont om een broodje respect te krijgen. Vinden ze een andere manier beter, dan helpen ze Zwinzent door het aan hem voor te doen.

Op de website zijn de 4 afbeeldingen te vinden.

Fenk joe

Vaardigheid: Dank je wel zeggen

Oefen het liedje ‘Fenk joe’. Maak een binnen- en een buitenkring. Op het liedje draaien de kringen in tegenovergestelde richting om elkaar heen. De kinderen in de ene kring hebben een potlood in handen en geven het aan het kind tegenover zich als de muziek stopt en zeggen ‘alsjeblieft’. De ontvangers zeggen ‘dank je wel’. Herhaal dit een paar keer.

VAARDIGHEDEN

• Een ander aankijken als je praat

• Een ander begroeten

• Dank je wel zeggen

• Op een nette manier iets vragen

VRAGEN

• Waarom krijgt Zwinzent eerst geen broodje respect?

• Waarom krijgt hij het later wel?

• Wanneer vraag jij het netjes?

Op de website is het liedje 'Fenk joe' te vinden.

29

Respect * HOE DOE JE DAT?

LIEDJE

Bestelnummer: 0713

ISBN: 978-90-5788-616-4

Bakker Ep heeft iets nieuws in zijn winkel: Broodje respect. Dit speciale broodje krijg je niet zomaar, daar moet je wel wat voor doen. Je moet laten zien dat je zelf ook respect hebt: dat je de bakker groet, op je beurt wacht, op een nette manier iets vraagt en alsjeblieft en dankjewel zegt.

De klanten krijgen zo niet alleen een broodje, maar ook een lesje respect.

Maar ook de bakker moet soms nog leren wat respect is.

De serie Hoe doe je dat? is bedoeld voor kinderen in de onderbouw van de basisschool. In de verhalen komen onderwerpen aan de orde die voor jonge kinderen herkenbaar zijn. Omdat dieren de hoofdpersonen zijn in de verhalen wordt het voor kinderen makkelijker om vrijuit mee te denken over de situaties, alternatieven te bedenken en uit te proberen. Door de vragen en werkvormen bij de verhalen kunnen kinderen spelenderwijs oefenen met sociale en emotionele vaardigheden.

Van de makers van Kwink.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.