Een lange reis naar Betlehem (2611)

Tekst Sabine Zett

Illustraties Susanne Gรถhlich

Een lange reis naar

Betlehem

Ik ga je een oud verhaal vertellen, een verhaal over iets dat meer dan tweeduizend jaar geleden gebeurde. Het is een mooi en belangrijk verhaal. Luister maar.

In een klein dorp in Israël woont een jonge vrouw. Haar naam is Maria. Maria is niet rijk of belangrijk, maar ze is altijd vrolijk en tevreden. Ze is verloofd met Jozef. Jozef is timmerman en hij werkt hard in zijn werkplaats. Binnenkort gaan Jozef en Maria trouwen. Daarna gaan ze samen boven de werkplaats wonen. Maria verheugt zich op de toekomst. ‘Straks zullen we hier samen wonen, Jozef,’ zegt ze. ‘Misschien krijgen we wel kinderen en dan zijn we een echte familie.’ Jozef kijkt er ook naar uit.

‘Ik zal altijd goed voor jou en ons gezin zorgen, Maria,’ belooft hij.

Op een dag gebeurt er iets heel bijzonders. Maria is in huis aan het werk. Opeens wordt het heel licht. Maria schrikt en doet haar ogen dicht. Wat is dat? Dan hoort ze een stem die zegt: ‘Wees maar niet bang, Maria, ik kom je goed nieuws brengen.’ Voorzichtig kijkt Maria op. Het is een engel! De engel, die Gabriël heet, zegt: ‘Je zult een kindje krijgen, Maria. En niet zomaar een kindje. Dit kind zal vrede brengen. Hij zal wonen in de harten van de mensen. Hij zal licht brengen waar het donker is. Hij zal Jezus heten. Hij is de zoon van God. En jij mag zijn moeder zijn.’

Niet lang daarna komt er bij Jozef ook een engel op bezoek. Dat gebeurt in de nacht, als hij slaapt. In een droom vertelt de engel hem het bijzondere verhaal over het kindje dat Maria zal krijgen.

De maanden gaan voorbij. Het wordt ’s nacht al kouder en de dagen worden korter. Op een ochtend worden de mensen in het dorp wakker van het geluid van paardenhoeven in de straat. Het is een bode van de keizer, die een belangrijke mededeling heeft. De keizer wil weten hoeveel mensen er in zijn rijk wonen. Daarom moeten de mensen worden geteld en ingeschreven in de plaats waar ze geboren zijn.

Jozef kijkt bezorgd naar Maria. ‘Ik ben in Betlehem geboren, dus daar moeten wij naartoe. Maar Betlehem is hier ver vandaan en het duurt niet lang meer voordat ons kindje geboren zal worden. Hoe moet dat nou, Maria?’ Maria zegt: ‘God zal ons helpen.’

Het is een lange reis naar Betlehem. Alleen rijke mensen hebben paarden en wagens.

Maar rijk zijn Jozef en Maria niet. Daarom moeten ze, net als de meeste andere mensen, lopen. Gelukkig hebben ze wel een ezel. Die zal hun bagage dragen, en een kruik met water. Als Maria moe wordt, kan ze af en toe een stukje op de ezel rijden.

De engel Gabriël vertelt Maria dat ze een kindje zal krijgen.

En niet zomaar een kindje. Dit kind zal vrede brengen. Hij zal wonen in de harten van de mensen. Hij zal licht brengen waar het donker is. Hij zal Jezus heten. Hij is de zoon van God.

In dit sfeervolle prentenboek worden kinderen meegenomen naar het kerstverhaal. Ze horen over de reis van Jozef en Maria naar Betlehem, de geboorte in de stal, de herders op het veld, de wijzen en de ster. Alles komt samen rondom de voerbak waarin dit bijzondere kind ligt.

Bestelnummer 2618 ISBN 978-90-5788-511-2