De positionering van de kunstvakken op basis van meervoudige intelligentie theorie meijer lit

Page 1

Een onderzoek naar de positionering van de kunstvakken in onderwijsconcepten op basis van de Meervoudige Intelligentie theorie.

Inleiding De Meervoudige Intelligentie theorie is vanaf 1980 ontwikkeld door de Amerikaanse neuropsycholoog Howard Gardner naar aanleiding van zijn onderzoek naar leerprocessen. Aan de basis van het onderzoek lag het bestuderen van leerprocessen bij kinderen in kunstprojecten. De Meervoudige Intelligentie theorie pleit voor een breed spectrum aan ontwikkelingskansen voor kinderen en voor opname van kunstvakken in het curriculum. Vanaf eind jaren ‘90 is de theorie aanleiding voor scholen in Nederland het onderwijs te veranderen. In deze literatuurstudie staat de volgende vraagstelling centraal: Hoe hebben de kunstvakken aan de Meervoudige Intelligentie theorie van Gardner bijgedragen? Welke positie hebben de kunstvakken in onderwijsconcepten op basis van de Meervoudige Intelligentie theorie? Zijn deze in overeenstemming met de visie van Gardner? In hoofdstuk 1 ga ik in op de manier waarop de kunstvakken hebben bijgedragen en aan de Meervoudige Intelligentie theorie. In hoofdstuk 2 beschrijf ik de positie van de kunstvakken in het onderwijsconcept Meervoudige Intelligentie: Het complete MI boek. (Kagan S. en Kagan M. 2006) In hoofdstuk 3 behandel ik de positie van de kunstvakken in Voorbij de kaders. (Hilst v.d. 2007) Dit is een publicatie over kunsteducatie in het onderwijs op basis van de Meervoudige Intelligentie theorie. In hoofdstuk 4 volgt een vergelijking van beide onderwijsconcepten en de conclusies.

1. Het ontstaan van de Meervoudige Intelligentie theorie Is wetenschappelijk denken het hoogtepunt van de cognitieve ontwikkeling? Dit vroeg Howard Gardner zich af toen hij als student ontwikkelingspsychologie intelligentietesten afnam bij kinderen. Intelligentietesten werden in het onderwijs gebruikt als graadmeter voor vervolgopleidingen en beroepsperspectief. Het viel hem op dat capaciteiten en vaardigheden van kunstenaars zoals muzikaliteit, literaire kwaliteiten, talent om te dansen, toneel te spelen en te schilderen niet werden gemeten. Gardner beredeneerde dat dit kwam omdat de intelligentietesten ontwikkeld waren door wetenschappers, die een wetenschappelijke opleiding hadden gevolgd op basis van academische kwaliteiten, zoals mathematische en linguïstische vaardigheden. Kinderen werden getest in hoeverre zij op een academische manier, de manier van wetenschappers, konden denken. Leerlingen met deze aanleg scoorden hogere resultaten dan leerlingen met een kunstzinnige aanleg. Met collega’s begon hij via een parallelle gedachtegang te bestuderen hoe kinderen werkten en dachten als kunstenaars. In het Project Zero, een onderzoeksgroep op de Harvard Graduate School of Education werd geëxperimenteerd met kunsteducatieve projecten voor kinderen. De projecten omvatten theater, dans, beeldende kunst, fotografie en muziek. De groep ontwikkelde waarnemingsmethoden om de stadia en de fasen in de ontwikkeling van kunstzinnigheid bij kinderen te beschrijven en te verhelderen. Daarbij werden de prestaties van elk kind op verschillende gebieden met elkaar vergeleken. Het bleek dat het niveau van prestaties per gebied veel kon verschillen. Een andere uitkomst was dat het ontwikkelen van een vermogen een stimulerende invloed heeft op andere vermogens. Men veronderstelde dat dit enerzijds kwam doordat een aantal vermogens een aan begrippen en vaardigheden gerelateerde verwantschap hebben, zoals muzikaliteit, ritme, rekenkundig inzicht. Musiceren bijvoorbeeld

1


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.