9 minute read

Wat schenkers betekenen voor het COVID-19-onderzoek

Het geborduurde hart op de juist plaats

WAT SCHENKERS BETEKENEN VOOR HET COVID-19-ONDERZOEK

Advertisement

“De vele schenkingen zijn voor ons een blijk van vertrouwen én een psychologisch steuntje in de rug.” De schenkingen die het COVID-19 Fonds de voorbije maanden ontving, betekenen niet alleen een belangrijke financiële stimulans, maar zijn ook een morele opsteker voor onderzoekers van KU Leuven en UZ Leuven die samen het virus klein proberen te krijgen. De schenkers halen op hun beurt veel voldoening uit hun engagement.

Toponderzoekers van KU Leuven en UZ Leuven hebben de handen in elkaar geslagen om het effect van het coronavirus op de mens te begrijpen, behandelingen en virusremmers te ontwikkelen én toe te passen, en een doeltreffend vaccin te maken. Om hen extra te wapenen werd eind maart het COVID-19 Fonds in het leven geroepen. Dat zamelt middelen in voor verschillende lopende onderzoeksprojecten in de strijd tegen het virus en ondersteunt ook de vele gedreven clinici die de verworven inzichten vertalen naar de zorg voor de patiënt.

De respons was enorm. Tal van bedrijven deden een stevige duit in het zakje, al dan niet via een inzamelingsactie, en ook individuele schenkers bedachten – soms erg originele – acties om geld bijeen te brengen. Sprekend voorbeeld: de 103-jarige gepensioneerde huisarts die een marathon in zijn tuin wandelde en zich daarvoor liet sponsoren. Twee 15-jarige jongens zamelden op een gelijkaardige manier geld in, maar dan door zoveel mogelijke rondes af te leggen op het mountainbike parcours in Linden. En Hakim Chatar, huis-dj van het VRT-programma Vandaag, pimpte twee stoelen uit de studio om ze te veilen voor het goede doel.

Vijfde versnelling

En die financiële stimulus is bijzonder welkom, weet viroloog Johan Neyts. “Om het in autotermen uit te drukken: eind januari hebben mijn collega’s en ik op een paar seconden tijd naar vijfde versnelling moeten schakelen”, vertelt hij. “Mijn eigen doctoraats studenten en postdocs werken normaalgezien op allerlei virussen. Daar zitten corona’s bij, maar bijvoorbeeld ook RSV, dat bij kindjes ernstige luchtwegeninfecties teweegbrengt, of dengue, dat knokkelkoorts veroorzaakt. Dat onderzoek hebben we noodgedwongen moeten stilleggen om ons volledig op COVID-19 te kantelen.”

“Dit soort financiering maakt het niet alleen mogelijk om kort op de bal te spelen, ze geeft je ook de vrijheid om meer ‘out of the box’ te denken en handelen.”

Ook tal van andere onderzoeksgroepen moesten snel schakelen. Op dat moment zijn extra middelen – naast de financiering uit de gebruikelijke kanalen – van cruciaal belang. “Voor een klassieke grant besteed je alleen al aan het uitschrijven en verfijnen van de aanvraag veel tijd”, legt professor Neyts uit. “Als die goedgekeurd wordt, moet je nog een hele tijd wachten tot de financiering er is.”

In een crisissituatie heb je kortere lijnen nodig. Onderzoeks groepen die financiering uit het COVID-19 Fonds wilden aanvragen, konden dat doen via een bondige applicatie van drie pagina’s. De wetenschappelijke adviesraad die de projecten selecteert en de middelen verdeelt, zorgde voor een grondige maar snelle evaluatie.

Op die manier kregen onderzoekers met beloftevolle projecten – zowel fundamenteel onderzoek als klinische studies – al gauw extra ademruimte. “Dit soort financiering maakt het niet alleen mogelijk om kort op de bal te spelen, ze geeft je ook de vrijheid om meer ‘out of the box’ te denken en handelen”, zegt Neyts. Dat heeft ertoe bijgedragen dat er ondertussen hoopvolle resultaten geboekt zijn in de zoektocht naar virus remmers en de ontwikkeling van een vaccin.

“Wat wij doen, is ook duur omdat het alleen in een hoog bioveiligheidslabo zoals dat van ons kan. Daar komt veel materiaal bij kijken – denk aan de speciale pakken die de laboranten dragen”, vertelt Neyts. “Dankzij de middelen uit het fonds hebben we ook extra mensen kunnen aanwerven, zodat onze doctoraatsstudenten vanaf de zomer geleidelijk aan weer hun eigen projecten konden opnemen. Dat is belangrijk, want mogelijk duikt er ooit een potentieel pandemisch virus op dat behoort tot een van die families die zij bestuderen.”

Een mand vol motivatie

De dankbaarheid van de onderzoekers voor de schenkingen is groot. Professor Neyts toont die erkentelijkheid onder meer in de vorm van dankvideo’s. “Ik vind dat superbelangrijk. Die mensen tonen engagement, en dankzij hun steun kunnen wij veel meer bereiken. De schenkingen zijn voor ons een blijk van vertrouwen én een psychologisch steuntje in de rug.”

Soms zit dat in een klein gebaar. De Stichting Antoine Faes deed niet alleen een schenking van 100 000 euro, maar liet ook paaseitjes bezorgen aan de onderzoekers. “Het was meer dan dat: een prachtige mand gevuld met chocolade”, zegt professor Neyts. “Het was op dat moment echt hard hier: ik had laboranten die honderd overuren deden op een maand. Onze mensen waren zó blij met die attentie.”

Een ontroerend moment voor professor Neyts zelf vond in het Koning Boudewijnstadion plaats. Tijdens een Memorial Van Damme zonder publiek kreeg hij donaties overhandigd van AG Insurance en van de Keep Moving-actie van Golazo. “Dat was een erg mooie maar ook bevreemdende ervaring. In dat lege stadion was de impact van het virus zo goed voelbaar. Je beseft: ergens in Azïe is het overgesprongen van de vleermuis op de mens, en nu veroorzaakt het hier zoveel miserie … En tegelijk voel je de steun van al die mensen die willen helpen. Ik werd er een beetje emotioneel van.”

Iedereen steunt iedereen

Onder de schenkers die een bijdrage overmaakten aan het COVID-19 Fonds zijn er opvallend veel alumni. Een van hen is oud-studente communicatiewetenschappen en journalistiek Kirsty MacLean. De kiem van haar initiatief werd gelegd toen ze samen met haar vriend Jan Kristof terugkwam van een wandeling. “We wonen in het centrum van Leuven, op het Rector De Somerplein”, vertelt Kirsty. “Het was klokslag acht, en iedereen begon plots in de handen te klappen – het was de eerste keer dat het applaus voor de zorg ‘een ding’ werd. Al onze buren hingen uit het raam. Dat is bij ons echt binnen gekomen: ‘Oké, dat virus is er, maar iedereen steunt iedereen.’”

Naast haar job bij Libelle Lekker heeft Kirsty een eigen kledingmerk, Plus Que Parfait. “Ik dacht: laat ik iets doen op een creatieve manier. Ik besloot om een aparte ‘Solidarity Collection’ te maken en de winst door te storten. De vraag was nog: naar waar? Ik woon al acht jaar in Leuven en heb hier ook gestudeerd. Daarom ligt Leuven me nauw aan het hart en wou ik het ook graag hier houden. Mijn vriend heeft contact opgenomen met de universiteit en op die manier ben ik bij jullie COVID-19 Fonds terechtgekomen.”

Een actie met een hart, ook letterlijk. “Ik ben begonnen met één sweater en twee T-shirts waarop ik een klein hartje borduurde, heel basic. Omdat er veel reactie kwam, heb ik nog een aantal kleurtjes toegevoegd en zo kwam ik aan een collectie van drie sweaters en drie T-shirts. Het begon met familie en vrienden die iets kochten, en dan gaat dat op sociale media een eigen leventje leiden. Het gevoel dat je iets kunt doen en dat veel mensen willen meehelpen: dat was hart verwarmend, zeker in die angstige periode van de eerste lockdown. De warme respons motiveerde me om soms tot in het holst van de nacht te blijven borduren.”

Het initiatief leverde 1 500 euro op. Kirsty heeft besloten om er een vervolg aan te breien. “Ik wil graag mijn steentje blijven bijdragen aan het onderzoek. Daarom zal ik tijdens de eindejaarsperiode 10% van de winst doorstorten naar het fonds.” Sinds de actie volgt Kirsty de berichtgeving over het onderzoek aandachtig op. “Ik probeer inderdaad betrokken te blijven en het allemaal te volgen. Ik heb ook een bedankmailtje van professor Neyts gekregen, dat was een heel tof moment.”

Optimistisch horloge

De 'Solidarity Collection’ van Kirsty was ook een van de acties voor het fonds die de kranten haalden. Een initiatief van een andere schenker kreeg zelfs aandacht in de New York Times, die begin juni berichtte over een origineel idee van ‘Belgian watchmaker Ressence’.

De man achter dat horlogemerk heet Benoît Mintiens. “Als bedrijfsleider probeer je om je maatschappelijke rol te vervullen”, vertelt hij. “Dat doe je door mensen aan te nemen en ze goede werkomstandigheden te bieden, maar tijdens een crisis als deze kan je meer doen. Onze sector is ver verwijderd van de medische wereld: wij kunnen geen mondkapjes of testapparatuur produceren. We hadden het onderzoek natuurlijk kunnen steunen door gewoon een geldbedrag over te schrijven, maar voor ons was dit ook een gelegenheid om ons op een andere manier te tonen aan onze klanten en volgers.”

Een publicatie van veilinghuis Sotheby’s voor liefhebbers van oldtimers bood inspiratie. “In dat boekje stonden inkleurprenten van auto’s, voor de kinderen die niet naar school konden. Toen een collega me dat toonde, dacht ik: zoiets kunnen wij ook doen, met dat verschil dat we het horloge ook echt kunnen laten maken en veilen.”

Ressence lanceerde de wedstrijd ‘Time to Draw’ waarin deelnemers een sjabloon van het ‘Type 1 Slim’-horloge konden inkleuren op de old school-manier: met potloden of stiften. “We ontvingen bijna 500 tekeningen.”

“Het deelnemersveld was heel divers: er zaten inzendingen van kinderen bij, maar bijvoorbeeld ook van collega-merken. Het viel ons op dat er twee tendensen waren in de tekeningen. De ene helft was pessimistisch en donker, soms ook met virussen getekend op het ontwerp. De andere helft was optimistisch, met veel kleur.”

“Het geeft veel voldoening om te kunnen zeggen: we hebben bijgedragen tot een mogelijke versnelling van de oplossing.”

Mintiens en zijn team kozen bewust voor een shortlist met vier positieve ontwerpen, die vervolgens voorgelegd werd aan de Instagram-volgers. De keuze viel op het ontwerp van een 58-jarige man uit Engeland, die veel symboliek stak in zijn kleurrijke tekening. “We hebben een aantal keer contact met hem gehad, en het is echt een diepzinnig man. Maar hoe mooi de boodschap ook is, die zal niet werken als het object niet aantrekkelijk is. De sterkte van zijn ontwerp was dat het wel die combinatie had.”

Voor de verkoop van het horloge slaagde Mintiens erin om een slot te krijgen in een hoog aangeschreven veiling van Sotheby’s in Hong Kong. De winnende bieder had 45 500 Zwitserse frank – ongeveer 42 000 euro – over voor het horloge. “Dat is meer dan het dubbele van de normale winkelprijs: lang niet slecht dus. We weten niet wie de koper is, dat geeft Sotheby’s niet vrij. De meeste van onze belangrijkste klanten kennen we, en het is geen van hen. Tot nu toe is het een mysterie (lacht).”

Netto leverde de actie 25 000 euro op, een bedrag dat Mintiens overmaakte aan het COVID-19 Fonds. “Ik heb veel vrienden die in Leuven gestudeerd hebben en een van onze medewerkers heeft nog aan de universiteit gewerkt. Dus kwamen we al snel bij KU Leuven uit toen we een bestemming voor onze actie bespraken. Ik schenk het bedrag ook liever aan een onderzoeks instelling dan aan een farmaceutisch bedrijf.”

Voor zijn eigen bedrijf zijn het erg uitdagende tijden. “Dan geeft het veel voldoening om te kunnen zeggen: we hebben bijgedragen tot een mogelijke versnelling van de oplossing. We moeten allemaal op ons eigen niveau proberen om iets te doen.”

This article is from: