
6 minute read
Watermolen aan Arenbergkasteel in ere hersteld
De watermolen aan het kasteel van Arenberg is opnieuw in volle glorie te bewonderen. Begin deze zomer maakten de gereconstrueerde molenraderen hun terugkeer naar het Arenbergpark. Daarmee kwam een einde aan de grondige opknapbeurt die het resultaat is van een geslaagde fondsenwervingscampagne.
De watermolen aan het kasteel van Arenberg is een van de oudste molens van Vlaanderen. De eerste historische vermelding dateert van 1286. In de zestiende eeuw bestond de molen uit twee gebouwen die waren opgetrokken op de rechter- en linkeroever van de Dijle en werden verbonden door een brug. Vermoedelijk verdween de molen op de rechteroever tijdens de zeventiende eeuw. Uit archiefbronnen blijkt dat de functie van de watermolen veranderde door de tijd heen. Zo werd de molen gebruikt voor de productie van graan, boekweit en olie of als houtzaagmolen. Na de Eerste Wereldoorlog verkreeg de universiteit het Arenbergkasteel en het omliggende park. In 1954 onderging het molengebouw een grondige verbouwing om er leslokalen in onder te brengen. Vermoedelijk verdween toen ook het molenmechanisme uit het interieur. De raderen en het sluis systeem – die dateren uit het begin van de twintigste eeuw –bleven behouden maar raakten behoorlijk in verval, waardoor een grondige opfrissing zich opdrong. Omwille van zijn historische en industriële waarde werd de watermolen vanaf het einde van de twintigste eeuw beschermd als monument.
Advertisement
Groene energie
Aanvankelijk vatte de Faculteit Ingenieurswetenschappen samen met de Technische Diensten van KU Leuven het plan op om de watermolen opnieuw op volle toeren te laten draaien en zo groene energie op te wekken.

Uit de berekeningen bleek dat de molenraderen een jaar opbrengst van maar liefst 216 000 kilowattuur zouden kunnen produceren. “Dat is ongeveer een verdubbeling van de huidige groene energieopbrengst van de universiteit”, zegt Joris Snaet van de Divisie Monumenten en Bouwkundig Onderhoud aan KU Leuven. De opbrengst van die energieopwekking zou zelfs de kosten van de restauratie op vijftien tot twintig jaar terugverdienen.
Het veelbelovende plan om dit historische monument energie te laten genereren, was te voorbarig. Spoedig bleek immers dat een permanente inwerkingtreding van de molen nefaste ecologische gevolgen zou voortbrengen. “De raderen draaien niet op stromend water, maar op de kracht van omhoog gestuwd water”, vertelt Joris Snaet. Om het water op te stuwen, moeten de schotten van het sluissysteem neergelaten worden. “Daardoor ontstaan feitelijk twee gescheiden eco systemen in de Dijle, wat in het kader van het hedendaagse natuur- en biodiversiteitsbeheer onaanvaardbaar is.”
Een vistrap – of gedeeltelijke verlegging van de rivier – vormt een mogelijke oplossing, maar zo’n omleiding maakt van het molengebouw en zijn omgeving een eiland. Dat heeft dan weer aanzienlijke gevolgen voor de circulatie en bereikbaarheid van het kasteel van Arenberg. Nog alarmerender is dat een opstuwing van het Dijlewater stroomopwaarts onder meer natuurgebied de Doode Bemde en stroomafwaarts zelfs de Leuvense binnenstad opnieuw overstromingsgevoelig maakt.
Historische blikvanger
Met al die kennis werd uiteindelijk geopteerd voor een louter esthetische restauratie van de watermolen. Daarbij wordt het water niet langer opgehoogd: de raderen ‘freewheelen’ op de kracht van het stromende water zonder enige energie opwekking. De molen wordt zo dus vooral bewaard als historisch monument.
Ongeveer een jaar geleden werden de ijzeren raderen weg getakeld voor renovatie. “De omgeving was veeleisend”, vertelt Joris Snaet. De molenraderen moesten – met behulp van een zeventigtonkraan – over het dak van de bibliotheek op Campus Arenberg getild worden. In januari zorgde hevige regen bovendien voor heel wat wateroverlast: “De met damwanden afgebakende werfzone transformeerde in wat wij ‘het zwembad’ noemden”, zegt Joris Snaet. Nadien lieten ook de gevolgen van de coronacrisis zich voelen op de werf: pas na de lockdown konden de werken behoedzaam worden heropgestart.
Ondanks alle obstakels maakten de raderen begin deze zomer hun terugkeer naar het kasteel van Arenberg. Wegens aanzienlijke roestvorming bleek een recuperatie van de originele molenraderen niet haalbaar: de nieuwe raderen zijn dus een precieze reconstructie van de oorspronkelijke exemplaren. Naast het raderwerk werden ook de aan de Dijle gelegen buitenmuren en de steendammen waarop de raderen rusten, gerestaureerd. Het krooshek werd vernieuwd en het oude sluissysteem werd behandeld tegen roest en geschilderd.
Red de molen
De restauratiewerken hebben ongeveer 400 000 euro gekost. Dankzij de financiële steun van de Dienst Duurzaamheid van KU Leuven kon de restauratie worden opgestart. De universiteit engageerde zich in totaal voor de helft van het bedrag. Vanuit het decanaat van de Faculteit Ingenieurswetenschappen kwam vervolgens het initiatief om de overige 200 000 euro bij elkaar te sprokkelen via crowdfunding.
Zo werd fondsenwervingscampagne ‘Red de molen’ in het leven geroepen. Het KU Leuven Erfgoedfonds van Dienst Fondsenwerving en Alumnirelaties zette de schouders mee onder het project. ‘Red de molen’ ging van start in 2017 en werd na anderhalf jaar succesvol afgerond. Het succes van de campagne heeft bovendien mee gezorgd voor de totstand koming van een crowdfundingplatform om in de toekomst de betrokkenheid van alumni bij restauratie- en andere KU Leuvenprojecten te vergroten.
De campagne richtte zich vooral op (oud-)ingenieursstudenten van KU Leuven. Dat is niet geheel toevallig: het Arenbergpark – waar de watermolen zich bevindt – is deel van Campus Arenberg van de Faculteit Ingenieurswetenschappen. In de jaren vijftig werd het park ingericht in de stijl van een Amerikaanse universiteitscampus: een levendige plek waar studenten eten, sporten, gezamenlijk studeren en les volgen. Aan de dynamiek van deze ‘living campus’ hielden heel wat ingenieursalumni een warm gevoel over. Vooral de watermolen roept herinneringen op: ingenieursstudenten kruisen de molen bijna dagelijks. Ook buurtbewoners en mensen die het Arenbergpark als decor gebruikten voor communie- of trouwfoto’s identificeren zich met de molen. Dat blijkt uit het overtuigende engagement en de nostalgische getuigenissen van talrijke schenkers.
Bovendien spreekt de eeuwenoude techniek tot de verbeelding. Watermolens stammen uit de antieke oudheid en representeren tegelijkertijd de toekomst: een watermolen produceert energie zonder enige CO2-uitstoot. “De raderen die in het water wentelen vormen een magnifiek zicht”, zegt Joris Snaet. “Een werkende watermolen is een perfecte symbiose van natuur en techniek.”
Dankzij het engagement van de schenkers kreeg de restauratie een bredere betekenis die dieper gaat dan het louter bouw kundige aspect. Daar speelde fondsenwervings campagne ‘Red de molen’ op in: vanaf bepaalde bedragen ontvingen schenkers een bout of schoep van de molen. Die tastbare herinneringen werden midden juli overhandigd op de officiële inhuldiging van de gerestaureerde watermolen. Omwille van de coronamaatregelen vond de inhuldiging met een beperkt publiek plaats.
Toch energie opwekken?
Verbazingwekkend genoeg draaiden de molenraderen tijdens de inhuldiging. Samen met collega Gert Maessen en professor Yvan Verbakel (Faculteit Ingenieurswetenschappen), die het project mee tot stand wisten te brengen, plaatste Joris Snaet voorlopige, ondiepe schotten voor twee van de zes watermonden. Dat verhoogde plaatselijk – rondom de steendammen – het waterpeil met slechts een tiental centimeter. Zo bleef het gehele waterniveau van de Dijle ongewijzigd. “Tot onze grote vreugde begonnen de raderen effectief te draaien: niet op volle kracht, maar ze draaiden wel!” Hoewel het in de eerste plaats om een esthetische restauratie ging, biedt de molen nu opnieuw mogelijkheden voor onder zoeks projecten rond energieopwekking. In samenwerking met professoren en zelfs studenten van de universiteit zal worden uitgespit of een minimale opstuwing groene energie kan genereren zonder ecologische gevolgen.
Die mogelijkheid wakkert bij schenkers nieuwsgierigheid en fascinatie aan: ‘kan het dan toch lukken?’ “Zo veranderde de zwakte van het project in een sterkte”, besluit Joris Snaet. Wie weet zal de watermolen aan het kasteel van Arenberg in de toekomst dus toch meer opwekken dan alleen maar herinneringen.