Riser 2013 (52)

Page 1

Thema:

Veiligheid in onze genen Met o.a. Aan de reserve naar beneden, Voorvalmeldingen 2012 en Wat doet de Veiligheidscommissie eigenlijk?

Juli 2013

En verder: Actie in Kobarid, SloveniÍ Interview met AirDesign Skydiven en paragliden: wat is het verschil? Alpe d’HuZes

52 1


riser To rise, rose, risen (Eng): Move upward! Riser is het officiële orgaan van de Afdeling Schermvliegen van de KNVvL. Riser is gratis voor KNVvL-leden die zijn aangesloten bij de Afdeling Schermvliegen. Hoofdredacteur Bastienne Wentzel Redactie-adres Eikenlaan 11, 3749 AE Lage Vuursche riser.schermvliegen@knvvl.nl. Redactie Peter Blokker, Karlien Engelen, Bastienne Wentzel, Maaike Zijderveld, Erik Louwes. Concept & Art direction Charles Pellens. Vormgeving & DTP Jos Claassen, Charles Pellens. Medewerkers Jan Jacob Stam, Tamara BlokkerHondsmerk en Wouter Janssen Druk Drukkerij Hub Tonnaer bv. Advertenties Alle informatie, opgave en aflevering mail naar riser.schermvliegen@knvvl.nl. Digitale foto’s en tekst Kunnen worden aangeleverd via: riser.schermvliegen@knvvl.nl of per cd-rom. De redactie is niet aansprakelijk voor schade, ontstaan door eventuele fouten in de berichtgeving. De redactie, noch het bestuur van de Afdeling Schermvliegen is verantwoordelijk voor de inhoud van door derden ingezonden stukken.

He hallo!? Heb jij je vakantieplannen al gemaakt? Vast wel, genoeg regenachtige dagen om het internet af te struinen ;-) Ga je zelfstandig een gebied verkennen? Of ga je met de familie weg en is het dus geen voltijd vliegtrip? Geen nood: er zijn genoeg bestemmingen waar piloot en niet- vliegend reisgezelschap samen een toptijd kunnen hebben. Ik noem de Canarische eilanden en de Alpen. Sommige plaatsen zijn zelfs geheel ingericht op paragliders. Toppunt op dat vlak wat mij betreft: Ölüdeniz in Turkije. Paragliding is hier bijna verworden tot een industrie. Het begint al bij het boeken van een overnachtingsplek: er is een hotel speciaal voor paragliders. Handig voor de vliegscholen die hier mooi met hun cursisten gaan zitten. Uiteraard dichtbij de lokale vliegscholen, zodat er niet ver gesleept hoeft te worden met de meestal zware pakzakken ;-) Elke ochtend staan de minibusjes klaar om de piloten mee omhoog te nemen de Babadag op. Die in een nationaal park ligt en waar je dus elke keer entree mag betalen... Begrijp me niet verkeerd, ik ben helemaal voor het behoud van natuur en draag daar graag een financieel steentje aan bij. Bovendien kan van deze inkomsten de weg naar de startplekken verbeterd worden, zodat je wat minder shaken and stirred bovenkomt. Het mag duidelijk zijn dat de weg door het nationaal park hobbelig en vol stenen is. Wat schetst dan ook mijn verbazing bij het zien van de meest gebruikte startplek: deze is doodleuk bestraat! Het ultieme comfort: geen losliggende stenen en prikkelstruiken waar je scherm achter blijft hangen. Makkelijk rennen op de dagen dat de startwind wat te zacht is. Ik zie alle voordelen en heb er zelf als tandempassagier dankbaar gebruik van gemaakt. Het maakt de start als beginnend (co-)piloot een stuk relaxter. Toch neemt het ook een stuk van de romantiek van het vliegen weg. Prachtige natuur om je heen, een turquoise zee inclusief romantische eilandjes en lagune onder je en dan die klinkertjes... Het matcht niet helemaal zal ik maar zeggen ;-) Dat geldt ook voor de boulevard. Breed opgezet, mooie siersteentjes, om de paar meter een bankje. Perfect voor de slenterende toerist die geniet van het zeezicht. Maar in Ölü kun je je ogen beter gericht houden op de lucht, want dit is de landingsplaats voor de piloten. Ik heb menig toerist zien wegduiken of -rennen! De mooi aangelegde grasveldjes liggen bezaaid met matten en zodra je geland bent staat er iemand klaar om tegen een kleine bijdrage je scherm te vouwen. Hmm, dat brengt mij wel op een idee ;-) ‘s Avonds wordt de vliegdag nabesproken in de paraglider hang-out aan de boulevard. Misschien heb je je 10 seconds of fame op het grote scherm. Want op de start- en landingsplek wordt elke dag gefilmd. En nu maar hopen dat die ene niet zo perfecte start van jou niet in beeld komt! Ölüdeniz is natuurlijk niet zonder reden paraglider-minded. Je kunt er prachtige vluchten maken terwijl je reisgezelschap geniet van zon, zee en strand. Maar... de Turken hebben de ‘service’ soms wel erg ver doorgevoerd. Fijne vakantie en fly safe!

22


inditnummer

Coverfoto: Luke Lemmen

1

XC-training in Slovenië

4

Thema Veiligheid

8

Interview met fabrikant AirDesign: “Prestatie is niet alles”

14

Paragliden versus Skydiven

18

Fotowedstrijd

20

Serie: Leidraad voor overlandvliegen deel 2

22

NK Berg, kampioenschap tussen berg en cultuur

26

KNVvL-nieuws

29

Uit het logboek van...

31

Alpe d’HuZes fietsen en… vliegen!

34

Serie: Vluchtplanning deel 2

36

33


Reizen Tekst: Han Verhagen Foto’s: Rob Uiterlinden & Sigurd Schäfer

Actie in Kobarid XC-training in Slovenië

Tussen Hemelvaart en Pinksteren zijn we met 15 vliegers in het mooie Slovenië om deel te nemen aan de XC-training die Action Air Sports daar voor het eerst organiseert. Een uitgelezen kans om de beginselen van het wedstrijdvliegen mee te krijgen op basis van de lokale kennis van het gebied, wedstrijdervaring van de oud kampioen Jan Dekker en deskundige begeleiding van Ronald ten Berge. Graag maken we jullie deelgenoot van onze ervaringen.

4


In de aanloop naar de training worden wij gevraagd vooral zelf actie te ondernemen om het maximale uit de training te halen. Iedereen kon het vlieggebied in het noordwestelijke deel van Slovenië thuis al verkennen op basis van gedetailleerde kaarten, Google Earth en XC-planner. Ook krijgen we alle waypoints van keerpunten in het gebied vooraf verstrekt zodat die vooraf in de GPS-en geladen kunnen worden. Voorafgaand aan de training wordt iedereen verzocht ook zijn persoonlijke doelen voor de XC-training aan de trainers te verstrekken. Daarop wordt ingespeeld en gaat er geen tijd verloren aan het begin van de vliegweek. We hebben een fijne groep vliegers met een gelijkwaardig niveau met allemaal brevet 3. Dit komt de training ten goede omdat niemand achterblijft tijdens de vliegstages. Bijvoorbeeld door gebrek aan vliegervaring of het niet overweg kunnen met de soms minder gunstige vliegomstandigheden zoals sterke wind op de starts, harde bovenwind en forse turbulenties. Vlieggebied Slovenië Onze uitvalsbasis is Kobarid gelegen in het noordwestelijke deel van Slovenië. Een buitengewoon mooi natuurgebied met veel snelstromende riviertjes en diepe kloven. In het eerste weekend dat we daar zijn worden er de kampioenschappen wildwatervaren gehouden. Nabij Kobarid in het dal van de rivier Soča zijn er verschillende startplekken en er is een officiële landing ten zuiden van die plaats. We vliegen in deze omgeving onze taken vanaf de starts Kobariski Stol en de Kobala ten oosten van Tolmin. Op de laatste dag van onze

training wijken we wegens de verwachte weeromstandigheden uit naar Lijak. Dit blijkt een zeer goede keuze voor die dag; we hebben er een geweldige vliegdag van gemaakt. De paraglidinginfrastructuur in Slovenië is goed. Op alle vlieglocaties is er taxivervoer van de landingen naar de starts en ook de startgelden worden via de taxibedrijven betaald. Indien de weersomstandigheden twijfelachtig zijn wachten de busjes boven totdat iedereen is gestart. In Lijak hebben zij ook de retrieval naar de officiële landing verzorgd. Het ging immers om XC-vliegen dus is de officiële landing lang niet altijd het einddoel. Ook een lift met een busje van andere vliegclubs is geen enkel probleem, er heerst een gemoedelijke sfeer onder de vliegers uit de vele landen. Bij buitenlandingen hebben we nergens problemen gehad met eigenaren en hebben we steeds aardige Slovenen ontmoet. XC-theorie voor regenachtige dagen De eerste dagen kunnen we wegens de vele regen niet vliegen. Die tijd benutten we door de verschillende landingen te bezoeken

en de plaatselijke regels tot ons te nemen. Bij de landingen zijn duidelijke informatieborden aanwezig. Zowel de landingscircuits, verboden gebieden als vlieghoogtes worden duidelijk vermeld. Ook de noodnummers bij ongevallen en de noodfrequenties van de reddingshelikopter staan erbij, handig voor het geval dat... Omdat niet iedereen volledig op de hoogte is van het juiste gebruik van GPS hebben we daar een zeer zinvolle workshop voor gehad. Dat levert interessante discussies op over wat nu de juiste instellingen zijn voor de hoogteweergaven van de vario’s en gpsen en welke waarde je daaraan mag toekennen. Enkele groepjes hebben al wandelend waypoints en routes gecheckt en komen daarbij soms tot nieuwe inzichten. Bijvoorbeeld als je eerste waypoint niet klopt met de feitelijke startplaats loop je het risico dat het eerste waypoint in je route wordt overgeslagen en daarmee ga je de mist in bij een wedstrijd. Ook het instellen van cirkels en het automatisch doorschakelen naar het volgende waypoint in een vooraf geprogrammeerde route zijn opties die je niet elke dag gebruikt maar in een wedstrijd wel buitengewoon handig zijn. Een ander belangrijk aspect bij XC-vliegen is natuurlijk de actuele kennis van de lokale luchtruimindeling. We krijgen een uitgebreide workshop met praktische oefeningen over de juiste interpretatie van de luchtruimkaarten en de Notam’s. Gerard Visser van de technische commissie van de afdeling schermvliegen brengt ons aan de hand van de nieuwste ICAO-kaart bij wat de aandachtspunten zijn bij overlandvliegen. Dit is een onderdeel dat in de opleidingen tot brevet

3 maar een beperkte aandacht krijgt en waar schermvliegers in vergelijking met piloten van ander “vliegtuig” vaak weinig over weten. AIS, Notam’s van de verschillende landen, TMZ-zones, transponders, fase 3 invoering, noem het maar op. XC met een plan De meer praktijkgerichte zaken in de training komen natuurlijk van Jan Dekker. Hij kent het gebied goed door zijn eerdere wedstrijden ter plaatse en weet uitstekend te duiden hoe het gebied werkt qua wind, turbulenties, lee-gebieden en thermiekkansen. Zowel vooraf als op de starts is er een uitgebreide briefing over wat die dag wijsheid is. Van iedereen wordt actie en eigen inbreng verwacht; zoals vooraf eerst een goede analyse te maken van de meteogegevens op de verschillende sites. En van daaruit vervolgens een eigen plan voor die dag te maken. En dat laatste blijkt pas echt lastig want er komen van deelnemers soms heel verschillende plannen op tafel. Gelukkig hebben we dan Ronald nog die door kritische vragen te stellen

5


ons dwingt nog eens goed na te denken over de verschillende invloedsfactoren. Wat doet de wind nu en wat zijn de verwachtingen, idem met de zon en bewolking en wat het effect daarvan is op de route die je wilt vliegen. Zeer verhelderend zijn de analyses die hij maakt van de plussen en minnen van een bepaalde aanpak. Uiteindelijk bereiken we consensus en gaan we allemaal naar dezelfde start. Maar wel met nieuwe kennis in ons hoofd. Door een indrukwekkend landschap slingeren we naar boven om een uurtje later met onze pakzak naar de nabij gelegen startplaatsen te lopen. Werkt het dalsysteem al, wat doet de bewolking boven de geplande route, kunnen we de wind op de start handelen? Iedereen bepaalt zijn eigen moment en start zelfstandig weg nadat de radio is gecheckt. In de lucht ben je op jezelf aangewezen en iedereen heeft zijn eigen tactiek om een afgesproken route die je in je GPS hebt gezet te vliegen. De ĂŠĂŠn kiest voor onderlangs, anderen proberen boven de kam te vliegen. De wolkenbasis is in dit gebied vaak niet erg hoog want het is het eerste obstakel vanaf de Adriatische zee waar de zeelucht overheen moet. Dus je afdaaltechnieken heb je deze week echt wel eens nodig. De meeste dagen is de wind behoorlijk sterk wat het maken van driehoeken soms onmogelijk maakt. Ook over turbulenties valt niet te klagen dus actief vliegen is echt vereist, een inklappertje is niet altijd te vermijden ondanks het kiezen van een veilige route. Het gebied leent zich om te spelen met de thermiek, ook vanaf 200 meter is het weer mogelijk tot de wolkenbasis te komen, een leuk spelletje wat de meesten van ons wel lukt. Sommigen vliegen met de groep mee, anderen hebben hun eigen aanpak en vliegen min of meer solo het parcours af. Het gaat erom te genieten en te spelen met de mogelijkheden. De tijd is geen factor in deze

6

training. Deelgenoten in de vorm van reusachtige gieren en andere roofvogels delen in het spel, zweeftoestellen onder je of in dezelfde bel, delta’s boven je, kortom dit is echt genieten. Landing in the Middle of Nowhere En dan wil of moet je een keer naar beneden, de een omdat hij zijn plas niet meer ophoudt de ander omdat het welletjes is. Het leuke van XC is dat je niet verplicht bent op de reguliere landing te eindigen en daar hebben we flink gebruik van gemaakt. De een landt boven op de berg nabij een Delta ramp, een ander kiest een landing nabij een leuk dorp of een bushalte. Sommigen in the Middle of Nowhere. Ook dat behoort


De debriefing doen we meestal op het terras bij de landingsplaats onder het genot van een landingsbiertje. we alle voorzieningen bij de hand. Twee slaapkamers met losse bedden, douche/toilet, kookmogelijkheid, woonkamer met TV en ruime eettafels binnen en buiten. En niet te vergeten een goede internetverbinding voor ons contact met de weersites. Het dorp ligt op loopafstand en er zijn voldoende restaurants in het dorp om goedkoop wat te eten en drinken. Ook op loopafstand ligt er een supermarkt. In het dorp is er een museum over de Eerste Wereldoorlog die in dit gebied lang heeft geduurd met vele slachtoffers als gevolg. Op de bovenste etage is een grote maquette van het gebied die heel illustratief is voor het gebied waarin we vliegen.

tot de mogelijkheden en dat geeft rust. Want we hebben een goed retrievalsysteem via een apart portokanaal -geen hinder voor de vliegende piloten-, en SMS. Thea Dekker maakt met hun bus de nodige kilometers om op basis van de opgegeven coördinaten iedereen weer op de landing te krijgen, chapeau! De debriefing doen we meestal op het terras bij de landingsplaats onder het genot van een landingsbiertje. Accommodatie We logeren op camping Kamp Koren in Kobarid. Angelique Lormans heeft vier comfortabele eco-chalets geregeld en daar hebben

Tot slot Waar XC-vliegers en potentiële wedstrijdvliegers voorheen het wiel zelf moesten uitvinden wordt ons nu door Action Air Sports de kans geboden gebruik te maken van eerder opgedane XC- en wedstrijdervaringen. Ook de didactische aanpak van Ronald helpt daarbij. Dit maakt dat we in korte tijd heel erg veel geleerd hebben. Bijvoorbeeld iedereen heeft meer zelfvertrouwen gekregen bij het overland vliegen; ik vind dáár weer themiek en draai omhoog. En waarschijnlijk heeft iedereen zijn persoonlijke records qua afstandvliegen of vluchtduur verbeterd tijdens deze week. Wat ook bijblijft is de goede sfeer in de groep vliegers, dus we gaan zeker nog een keer zoiets doen. Sommigen al begin augustus in de omgeving van Annecy. Joepie!

7


Kwaliteit

Veiligheid

Definities

Jaarverslag Commissie Veiligheid Schermvliegen

Voorval: Verzamelnaam voor elke gebeurtenis die afwijkt van de normale gang van zaken. Ongeval: Een ongewenste gebeurtenis in relatie tot het vliegen welke persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg heeft. Bijna ongeval: Een ongewenste gebeurtenis in relatie tot het vliegen waarbij geen schade of letsel is ontstaan, maar bij iets andere omstandigheden mogelijk wel zouden kunnen zijn opgetreden. Incident: Een gevaarlijke situatie of handeling in relatie tot het vliegen, welke kan leiden tot een ongeval. Gevaarlijke situatie: Een situatie in relatie tot het vliegen waarbij de som van de factoren ‘kans’ en ‘effect’ een ontoelaatbare bedreiging vormt voor personen of zaken.

In 2012 is de veiligheidscommissie vijf keer bijeen geweest en heeft daarbij circa vijftig voorvalmeldingen besproken. Hoewel de kwaliteit van de meldingen in de lift zit, zet de commissie zich in om de voorvalmeldingen en analyse nog verder te verbeteren. We merken dat niet alleen de kwaliteit van de meldingen via de website steeds beter wordt, maar dat nu ook meldingen worden gedaan vanuit diverse bronnen. Denk hierbij aan scholen, verenigingen, betrokken piloten en getuigen. Hierdoor wordt het voor de veiligheidscommissie mogelijk om vanuit verschillende de invalshoeken

meldingen te onderzoeken en te beoordelen. Wel blijft het lastig om conclusies te trekken over de relatieve veiligheid van het schermvliegen. We weten immers niet hoe vaak er wordt gevlogen. Desondanks blijven we erop aandringen voorvallen te blijven melden. Niet alleen omdat het volgens de reglementen en de luchtvaartauthoriteit moet, maar vooral omdat we er lering uit kunnen trekken. Nadere analyse van de gemelde voorvallen leert de commissie dat het overgrote deel van de meldingen ongevallen betreft. Links in de grafiek is de zwaarste vorm van voorvallen weergeven. Naar rechts steeds lichtere vormen. Bij een groot aantal ongevallen - 37 - is er sprake van been-, rug- of ander lichamelijk

Alle voorvallen dienen te worden gemeld Alle voorvallen dienen voortaan te worden gemeld bij de Veiligheidscommissie. Het Reglement Schermvliegen is daarvoor aangepast. Eerst moesten voorvallen worden gemeld als daaruit lering kon worden getrokken. Omdat schoolhouders of instructeurs soms vinden dat uit een voorval geen lering kan worden getrokken, wordt zo’n voorval niet gemeld. Maar de Veiligheidscommissie wil graag van alle voorvallen weten en op basis van de melding bepalen of er kan worden geleerd voor de verbetering van de veiligheid van onze sport. Nu is Artikel 70 Melding Voorvallen in het Reglement Schermvliegen als volgt aangepast:

40

Voorvallen 2012

35 30 25

Artikel 70. Melding voorvallen 1. Elk voorval bij het schermvliegen, ten gevolge waarvan letsel van enig belang aan een persoon of schade aan enig goed is toegebracht, alsmede elk voorval dat afwijkt van de normale gang van zaken en waaruit lering kan worden getrokken, moet binnen 7 maal 24 uur door of namens de betrokkenen ter kennis van de Veiligheidscommissie worden gebracht. Onder voorval bij het schermvliegen wordt elk voorval verstaan waarbij een schermvlieguitrusting in gebruik was.

20 15 10 5 0

ongeval

bijna ongeval

incident gevaarlijke situatie

Foto: Leontien Kragten

88


voorvalmeldingen gaat vooruit letsel, logischer wijze meestal opgelopen bij de start of landing. In zes voorvallen betreft het het werpen van het reddingsscherm tijdens een vlucht. Bij drie voorvallen gaat het om een gevaarlijke situatie of incident: er is een probleem met een reddingsscherm geconstateerd dat geen gevolgen heeft gehad maar wel gevolgen had kunnen hebben. Internationale samenwerking Ondanks dat uit het aantal gemelde voorvallen statistisch geen conclusies kunnen worden getrokken, is er wel een vergelijking te maken met de algemene ongevalsstatistieken. Deze statistieken tonen aan dat op elk ongeval een veelvoud van voorvallen van minder ernstige

aard voorkomen. Dat wordt ook de ijsbergtheorie of piramide genoemd. Uit de grafiek wordt duidelijk dat er dus te weinig bijna ongevallen, incidenten en gevaarlijke situaties worden gemeld. Juist de voorvallen die geen ernstige consequenties hebben leveren gegevens op die ongevallen kunnen voorkomen. Daarom ziet de veiligheidscommissie graag dat ook voorvallen van de lagere categoriĂŤn worden gemeld. Om betere analyses te kunnen maken is een onderzoek gestart of we kunnen aansluiten bij de voorvalmeldingen in EHPU verband (European Hanggliding and Paragliding Union). Daarmee krijgen we beschikking over meldingen van incidenten en on-

gevallen in geheel Europa. Dan kunnen ook statistische analyses worden gemaakt. Een andere ontwikkeling is een initiatief vanuit Europese Unie om tot een eenduidige voorvalmelding te komen. Hierover is nog te weinig bekend om op in te kunnen spelen. Werken aan de veiligheid Om de vrijblijvendheid van het melden van voorvallen te beperken heeft de veiligheidscommissie het afdelingsbestuur voorgesteld artikel 13 in het reglement schermvliegen aan te passen. Het bestuur en de leden hebben dit voorstel aangenomen. Kern van de wijziging is dat alle voorvallen gemeld dienen te worden en niet alleen de voorvallen waaruit

9

lering getrokken kan worden. De veiligheidscommissie is betrokken geweest bij de instructeursdagen en heeft het onderwerp “op weg naar een totale veiligheidscultuur� gepresenteerd. Daaruit is een levendige en leerzame discussie ontstaan. De commissie werkt aan de verdere ontwikkeling van het VMS (Veiligheids Management Systeem) dat in de loop van 2013 afgerond en ingevoerd gaat worden. Kern van het VMS is het invoeren en onderhouden van een veiligheidscultuur waarin preventie van ongevallen wordt gerealiseerd door meer aandacht te besteden aan de voorvallen die geen ernstige consequenties hebben en daaruit lering te trekken.


Veiligheid

“Veiligheid moet in De veiligheidscommissie presenteert speerpunten komend seizoen genen Regelmatig staat er een berichtje op een parapenteforum of in de regionale krant over een schermvliegongeval. Het afdelingsbestuur en de veiligheidscommissie krijgen vaak vragen over wat zij doen om de veiligheid van het vliegen te vergroten. De afdeling beschouwt schermvliegen als leuke sport, niet als gevaarlijke sport. De kunst is om bewust met de bijbehorende risico’s om te gaan en daardoor ongevallen en ongelukken te vermijden. Portefeuillehouder Henry Lemmen legt uit wat de rol van de commissie is en hoe deze komend jaar verder professionaliseert

Tekst: Veiligheidscommissie Schermvliegen, Bastienne Wentzel De afdeling Schermvliegen van de KNVvL heeft vrij snel na de oprichting een commissie veiligheid ingesteld, die zich ging bezighouden met het verbeteren van de veiligheid. Het primaire doel van de commissie is het verbeteren van de veiligheid bij het schermvliegen door voorlichting. “Om te beginnen moet er een cultuurverandering plaatsvinden,” vindt Henry Lemmen. “Het moet normaal worden dat piloten elkaar aanspreken op onveilige situaties en gedrag. Wij merken direct en indirect dat dat nu vaak ‘not done’ is. We zien het zelf bij het vliegen, maar we lezen het ook tussen de regels door bij de voorvalmeldingen.” Vanaf 1996 is in het Reglement Schermvliegen opgenomen dat leden van de afdeling verplicht zijn om voorvallen te melden aan het bestuur. “Een voorval is elke gebeurtenis die afwijkt van de normale gang van zaken,” legt Henry uit. En ja, dat betekent ook die keer dat je struikelde over een graspolletje. “Wij kunnen ons goed voorstellen dat de meeste piloten dit wat overdreven in de oren klinkt. Maar als wij tientallen meldingen krijgen van mensen die bij de start struikelen over een graspolletje en ze hebben allemaal een verstuikte enkel, wat is er dan aan de hand? Hebben ze wel de juiste schoenen aan? Of ligt het aan de manier van lopen? Dat kan een nuttig advies opleveren.” Topje van de ijsberg Alle gemelde voorvallen zijn door iedereen te lezen op de website veiligheid.knvvl-schermvliegen.nl/voorvallen. De doelgroep van die site is schermvliegers. De samenvattingen van rapporten van ernstige voorvallen worden gepubliceerd en jaarlijks komt in de Riser een analyse van de aard van de gemelde voorvallen van het afgelopen jaar. Daarnaast schrijven leden van de commissie stukjes met hints en tips om het veiligheidsbewustzijn van piloten te vergroten. Piloten die iets overkomen is waar anderen wat van kunnen leren, worden aangemoedigd om hun ervaringen in de Riser te publiceren. In deze

10

Riser vind je de eerste van een serie dergelijke publicaties. De voorvalmeldingen worden geanalyseerd en gebruikt voor instructeursdagen en discussie over verbetering van de veiligheid. De manier waarop voorvallen gemeld kunnen worden, is in de loop der jaren zo gemakkelijk en laagdrempelig mogelijk gemaakt. Maar nog steeds wordt slechts het topje van de ijsberg gemeld, denkt Henry. “Een regel uit de statistiek is dat voor elk gemeld voorval er honderd niet-gemelde zijn. Wij krijgen op dit moment zo weinig meldingen binnen dat we er vrijwel geen conclusies aan kunnen verbinden.” Dat is jammer vindt de veiligheidscommissie. “Ik wil er daarom nogmaals op wijzen dat het belangrijk is dat iedereen alle voorvallen meldt,” benadrukt Henry. Ernstig en minder ernstig Onder een voorval vallen vier categoriën, in volgorde van ernst: een ongeval, een bijna-ongeval, een incident en een gevaarlijke situatie. De meeste ongevallen met letsel worden tegenwoordig wel gemeld, maar bijna-ongevallen en de minder ernstige categoriën worden niet vaak gemeld. De veiligheidscommissie realiseert zich dat het voor scholen met veel cursisten en duizenden vluchten per seizoen ondoenlijk is om al deze voorvallen te melden. Daarom is een nieuwe manier van werken bedacht: de veiligheidsmanager. Deze persoon zal per opleidingsinstantie en vereniging de voorvallen verzamelen, bespreken met de

Meer informatie over de veiligheidscommissie en het melden van ongevallen vind je op http://veiligheid.knvvl-schermvliegen.nl/ of via Henry Lemmen, portefeuillehouder veiligheid en techniek afdeling Schermvliegen, e-mail: veiligheid.schermvliegen@knvvl.nl


onze gaan zitten”

Paragliding Sport

schoolhouders en rapport uitbrengen. “De bedoeling is dat dit zowel werk uit handen neemt van de schoolhouders en instructeurs, als het aantal meldingen verhoogt. Hoe dit precies in de praktijk gaat werken willen we niet te veel dichttimmeren,” zegt Henry. “Het moet blijken wat de beste methode is per club.”

More than . . . l o o h c s a t s u j

Betere scholen leveren veiliger piloten Ook tijdens de bijscholingsdagen van de instructeurs besteedt de commissie aandacht aan veiligheid. De veiligheidscommissie probeert daarbij om oorzaak en gevolg te achterhalen van voorvallen, opdat de afdeling met de piloten en instructeurs kan zoeken naar manieren om de oorzaken weg te nemen. Een recent voorbeeld is het voorval met een lierrelease die vanzelf opende. Naar aanleiding van de voorvalmelding is een onderzoek gedaan en een advies opgesteld voor de verbetering van dat type release. De verbeterde versie is bij de DHV ter keuring aangeboden en goedgekeurd. Opvallend in dit geval was dat diverse gebruikers bekend waren met het probleem en zelf een verbertering hadden aangebracht. Dit was jammer genoeg niet gemeld. Momenteel wordt KNVvL-breed een zogenoemd veiligheidsmanagementsysteem wordt ingevoerd. Dat biedt handvatten om gestructureerd de veiligheid te vergroten, door a) een goede registratie, b) een goede analyse en c) maatregelen om herhaling te voorkomen. Dit vraagt in de allereerste plaats de bereidheid van alle betrokkenen (piloten, (hulp)instructeurs, scholen, liermannen) om voorvallen te melden. Dat is waar de veiligheidscommissie de afgelopen jaren op heeft ingezet en waar zeker nog verdere verbetering mogelijk is. Verder doet de afdeling sinds 2011 aan kwaliteitsmanagement: scholen worden door de auditcommissie bezocht om de kwaliteit te beoordelen. Dat levert rapportages op met verbeterpunten voor scholen. Als de commissie hiermee voldoende ervaring heeft opgedaan en scholen gewend zijn aan deze methodiek, zal de erkenning van scholen afhankelijk worden van een goede beoordeling. Wellicht dat op termijn eenzelfde methodiek gaat gelden voor instructeurs. De gedachte achter dit kwaliteitsmanagement is dat als scholen en instructeurs van voldoende kwaliteit zijn, zij ook piloten afleveren van voldoende kwaliteit. En dat houdt onder andere in dat piloten zich bewust zijn van de risico’s en gevaren en weten hoe zij zodanig kunnen vliegen dat zij en andere piloten zo min mogelijk risico lopen. Plezier voorop De KNVvL, de afdeling schermvliegen en de veiligheidscommissie zijn dus actief bezig om de veiligheid te vergroten. “We merken dat we door andere instanties serieus worden genomen. De luchtvaartpolitie die ongevallen onderzoekt zoals het parachute-ongeval onlangs, complimenteerde ons met de professionaliteit. En de DHV vraagt ons regelmatig om aanvullende data, bijvoorbeeld wanneer zij relatief veel ongevallen zien met een type scherm. Ze vragen ons of wij ook meer ongevallen zien met dit scherm. Ook om dat soort vragen te beantwoorden is het van groot belang dat zo veel mogelijk voorvallen worden gemeld.” “Veiligheid moet in onze genen gaan zitten,” zegt Henry ten slotte. “Maar we stellen daarbij de sport en het plezier voorop.”

www.airtime.nl 11


Veiligheid

“Ik voelde de versnellen”

Tekst en beeld: Abeltje Tromp

Vrijdag 27 april 2012 heb ik, tijdens mijn 445e vlucht, mijn noodchute moeten gooien. Ik had zo’n anderhalf uur gevlogen, zat op bijna drieduizend meter met een waanzinnig uitzicht op alle besneeuwde Oostenrijkse bergen onder me toen het mis ging. Onderstaand verhaal is gebaseerd op alles wat ik direct naderhand nog wist, de gegevens uit mijn vario en herinneringen die later boven kwamen. Ondanks het voorjaar, de lokale sneeuw op de bergen en de blauwthermiek, zijn de vliegomstandigheden op 27 april 2012 niet extreem. Er staat weinig meteowind. Ik vlieg boven de berg, ben net een thermiekbel kwijtgeraakt en sta op het punt om de volgende oversteek te maken. Ik vlieg door een plek met onrustige lucht en denk “het is niet pluis hier”. Na een snelle analyse vind ik de risico’s aanvaardbaar om nog even terug te gaan naar de plek met onrustige lucht die ik met thermiek associeer: de meteowind is beperkt, [ter info: ik zat ver boven de berg], ik heb veel hoogte en relatief vriendelijke omstandigheden eerder in de lucht. Deze snelle risicoanalyse samen met de ambitie om nog verder omhoog te thermieken, motiveren mijn keuze om terug te gaan naar de onrustige plek. Op het moment dat ik de stijgende lucht in vlieg, voel ik dat het een harde en venijnige bel is. Ik zit klaar om mijn scherm af te remmen als ik de bel uitvlieg. Ondanks het aanremmen, schiet mijn scherm voor en klapt het in. Ik val naar onder en draai daarbij om mijn as. De twist die ontstaan is probeer ik eruit te halen maar daar kom ik niet aan toe. Een fractie van een seconde later begint mijn scherm namelijk te spiralen. Ik zit op dat moment op ongeveer 2900 meter hoogte.

Het verhaal van een parapenteongeval delen: sommige piloten houden het liever stil, anderen hopen dat medepiloten van hun verhaal kunnen leren. Abeltje Tromp ervaart in april 2012 voor het eerst hoe het is om onder haar noodchute naar beneden te komen. Na een uitgebreide persoonlijke analyse deelt zij in Riser haar verhaal. In het vervolg deelt Riser vaker het verhaal van piloten die een bijzondere situatie hebben ervaren onder hun parapente.

Leren van de ervaring van medepiloten

Noodchute keuze Getwist en al heb ik het spiralende scherm niet onder controle. Ik voel dat de situatie steeds meer uit de hand loopt en ik besluit mijn noodchute te gooien. De essentie van een artikel uit Thermik magazine schiet door mijn hoofd: “De zwaarste ongevallen gebeuren als mensen niet hun noodchute gooien”. Bij die groep wil ik niet horen! Ik trek aan de hendel onder me maar de chute komt niet: “Shit!”. Het lukt me naar mijn hand te kijken en ik zie dat handvat en borgpinnen netjes los zijn. Het spiralen gaat intussen steeds sneller. Ik besef dat ik snel moet doorpakken want de G-krachten worden zo groot dat ik mijn arm nauwelijks omhoog krijg. Met maximale krachtinspanning lukt het om mijn noodchute los te trekken en naar achter te gooien. De noodchute opent netjes. Na alle dynamiek en windgeruis is het opeens opvallend stil. Ik voel acceptatie dat ik het niet meer zelf in de hand heb en rustig moet afwachten. Eenmaal onder de noodchute denk ik als eerste aan het aanzetten van mijn helmcamera. Om mijn parapente in bedwang te houden probeer ik hem in een B-stall te trekken. Het scherm blijft voor me, maar de B-stall floept er steeds uit. Door het pendelen, het reliëf, de daalsnelheid en de sneeuw op de berg is het moeilijk in te schatten waar je precies landt. BOEM! De landing is een flinke klap, die voor een deel wordt opgevangen door de mousse in mijn harnas. Pas op de grond zie ik precies

12

hoe en waar ik geland ben: zittend op een besneeuwde helling. Ik voel me oké op een zere onderrug na. Direct meld ik aan de anderen via de radio dat ik wel wat pijn heb maar geen uitvalverschijnselen. Zij besluiten om voor de zekerheid een helikopter te laten komen. Met een mogelijk gebroken rug wordt het een wel erg lastige wandeling naar de bewoonde wereld. Ik pak voorzichtig mijn spullen in om te voorkomen dat die in de rotorbladen van de heli geblazen worden. De verzekeringspapieren haal ik alvast uit de pakzak. Mijn locatie markeer ik met mijn rode concertina-bag. Na ongeveer 45 minuten hoor ik de heli aankomen. De noodarts en co-piloot doen wat medische checks. Door hen ondersteund loop ik


spiraal

Hoogte en snelheid

door de diepe laag sneeuw naar de heli. Vanuit daar wordt ik liggend vervoerd. Door het raampje bij mijn voeten zie ik hoe mijn scherm in de sneeuw achterblijft. Later hoor ik met verbazing dat al mijn spullen door de politiehelikopter zijn afgeleverd bij de camping! In het Lienzer Bezirkskrankenhaus worden er röntgenfoto’s gemaakt. Eerste diagnose: twee gebroken ruggenwervels, waarschijnlijk stabiel. Er is geen radioloog aanwezig dus er kan geen CT-scan gemaakt worden. Tot de CT-scan behandelen ze me alsof de breuk instabiel is: zo min mogelijk bewegen en niet opstaan. Na de CT-scan op de volgende dag is de conclusie: stabiele compressie-breuk eerste lendenwervel. Remedie: acht weken ‘körperliche Schonung’: niet sporten, niet voorover buigen, rug niet draaien, rustig aan en met rechte rug bewegen. Overwegingen Deze ervaring vraagt om een persoonlijke evaluatie en analyse van de gebeurtenissen en gemaakte keuzes. De vraag die mij het meeste bezighoudt is: “Was mijn reactie vlak voordat het mis ging verkeerd, onvoldoende of was het niet op te vangen?” Frustrerend genoeg zal ik het antwoord daarop nooit weten. Na vijf jaar aan mijn eerste vleugel (DHV1) gevlogen te hebben, vloog ik net aan een nieuwe parapente. Na uitgebreid testvliegen koos ik bewust niet voor een high-end-intermediate maar voor een ‘basic-intermediate’. Op de 27e had ik pas een paar uur thermiek- en grondoefenervaring met deze vleugel. Hoeveel invloed mijn nieuwe vleugel gehad heeft op mijn ongeluk kan ik niet beoordelen. Mijn vliegcarrière heb ik in kleine stapjes opgebouwd. Ik heb mezelf lange tijd vaardigheden ten doel gesteld en geen prestaties: Eerst veilig leren starten en landen, goed leren grondoefenen en actief vliegen. De laatste jaren ben ik mezelf wel prestatiedoelen gaan stellen. Dit had invloed op mijn keuzes: ik ging meer de grens opzoeken. Na het ongeluk heb ik overwogen om te stoppen met parapenten. Ik ben me er altijd van bewust dat het een risicosport is. Ik ben blij dat ik weet dat ik rustig en juist kan handelen op het moment dat het echt spannend wordt. Echter heb ik ook het gevoel dat ik één leven verspeeld heb en ik weet niet hoeveel ik er nog heb. Maanden na het ongeluk ben ik voor het eerst weer glijvluchten gaan maken. Zodra het onrustig werd, ontbrak echter het vertrouwen in mezelf, mijn vleugel

Ik zat op ongeveer 2900 meter toen ik in de problemen kwam, na ongeveer 30 seconden op 2700 meter nam mijn daalsnelheid af doordat de noodchute was geopend. Anderhalve minuut later ben ik op 1950 meter geland met een daalsnelheid van 7 m/s. Tijdens de spiraal heb een daalsnelheid gehad van 17 m/s (60 km/u). Waarschijnlijk draaide ik

ongeveer 1 ronde per 3 seconden en suisde ik met 100 km/u door de lucht. Tijdens de vlucht heb ik volgens de tracklog van mijn vario (registratie-interval: 3 seconden), slechts twee maal meer dan +5 m/s gehad (max. +6 m/s), waarvan de laatste keer vlak voordat het fout ging. Vrijwel de hele vlucht vloog ik tussen de +3 m/s en -4 m/s.

en de lucht. Om ervoor te zorgen dat ik die angst overwon, heb ik een paar acties bedacht zoals een bezoek aan de G-forcetrainer. Inmiddels vlieg ik wel weer (voorzichtig) in thermiek maar ik voel me nog niet echt comfortabel onder sportieve omstandigheden. Voor meer informatie kijk je op http://veiligheid.knvvl-schermvliegen.nl/

13


Interview

AirDesign is een relatief nieuwe fabrikant in de paraglidingmarkt. Het Oostenrijkse merk heeft in zeer korte tijd met een team van tien man een volledige range paragliders neergezet. Ze hebben een goede naam opgebouwd met hun schermen, die in hun eigen fabriek in Thailand worden vervaardigd. De schermen presteren goed maar zijn bovenal veilig en geven de piloot vertrouwen in de lucht. Tijd voor een nadere kennismaking. Vincent Verbon van Paragliding Holland ontmoet Stephan Stiegler (ontwerper, voormalig wereldkampioen paragliding) en Martin Gostner (manager, internationale sales) voor een interview in hun kantoor nabij Innsbruck.

Tekst: Vincent Verbon

“Prestatie is niet alles”

Hoe is AirDesign ontstaan? Martin: Stephan en ik kennen elkaar al twintig jaar uit de paraglidingwereld en allebei hadden we de wens om ooit eens een eigen merk te starten. Ik heb veel ervaring opgedaan met het aansturen van het productieproces van paragliders en Stephan heeft jarenlange ervaring met het ontwerpen van paragliders. Samen vormen we dus een goed team. In 2010 was de tijd rijp voor ons om deze nieuwe stap te wagen. Stephan: Al die jaren dat we voor verschillende fabrikanten hebben gewerkt, hadden we allebei regelmatig het idee dat we het zelf beter konden. We hadden goede, vernieuwende ideeën die helaas nooit gehoord en gerealiseerd werden. In 2010 was het moment daar om al die goede ideeën in de praktijk te brengen.

Interview Martin Gostner en Stephan Stiegler van AirDesign

Kunnen jullie een voorbeeld geven van wat jullie anders doen? Martin: Wij staan veel dichter bij de piloten dan andere fabrikanten. Iedereen bij AirDesign leeft voor de sport, we zijn allemaal actieve paraglidingpiloten. Bij ons geen baas die zelf niks met de sport heeft! Wij willen in contact komen met de piloten, we reizen veel rond om de mensen te ontmoeten en zijn bijvoorbeeld ook zeer actief op sociale media. Het contact met de piloten is voor ons het allerbelangrijkste. Stephan: Wat onze schermen anders maakt dan andere is voornamelijk dat we eerlijke paragliders maken die echt in een bepaalde cate-

14

gorie thuishoren. Je moet binnen een categorie niet altijd de grenzen willen opzoeken – dat leidt uiteindelijk tot problemen. Neem bijvoorbeeld onze EN C-scherm, de AirDesign Volt, dit is echt een C-scherm en niet een ‘teruggetunede’ D-er. Maar tegelijkertijd staat het binnen de EN C categorie qua prestaties aan de top van zijn klasse. Een piloot met enkele jaren ervaring in de B-categorie kan met vertrouwen met deze vleugel vliegen. Het is onze filosofie om paragliders te maken die goed presteren maar bovenal ook veilig zijn, zeker bij turbulente omstandigheden. We realiseren ons dat prestatie niet alles is! Comfort en vertrouwen bij het vliegen is eveneens belangrijk. We streven er altijd naar een piloot vertrouwen en plezier in de sport te geven. Perfecte performance in combinatie met vliegcomfort, we noemen dat AirDesign Comfort. Tot slot denk ik dat wij een heleboel creativiteit in onze gliders stoppen, wat niet alleen heeft geleid tot interessante vernieuwingen in de design van paragliders, maar ook tot het verbeteren van de skills van de piloot. We waren bijvoorbeeld de eerste fabrikant die C-ball


“Je moet als ontwerper binnen een categorie niet altijd de grenzen willen opzoeken. Dat leidt uiteindelijk tot problemen”

Martin Gostner (links) en Stephan Stiegler. Foto’s: AirDesign steering in een gecertificeerde paraglider toepaste (zie foto), maar ook ons reflex speedsysteem en de configuratie van de glider voor brake-shifting zijn vernieuwend. Wat is brake-shifting? Stephan: Brake-shifting is het beïnvloeden van je draaisnelheid en de mate van ‘banking’ (het schuin staan van het scherm) door middel van het naar buiten of binnen bewegen van je stuurtoggle. Brake-shifting is op zich niks nieuws: vele competitiepiloten doen dit (onbewust) al. Het werkt het beste bij paragliders met een hoge aspect ratio, maar blijkt ook goed te werken bij lager geklassificeerde gliders. Bij ons hoge EN B-scherm, de Rise, is het bevestigingsbandje van de stuurtoggle aan de riser extra lang, zodat het effect van brake-shifting maximaal is. Daarnaast zijn de remlijnen middels een speciaal systeem aan de trailing edge van de glider bevestigd, eveneens met als doel het effect van brake-shifting te maximaliseren. Praktijkvoorbeeld: stel je voelt dat je uit een stevige bel geduwd wordt. Je kunt dan door je stuurtoggle naar binnen te bewegen de buitenkant van je vleugel meer aanremmen met als effect dat je steeds schuiner gaat en je sneller gaat draaien. Je gaat echter door de brake-shifting minder snel naar beneden dan dat je normaal zou gaan als je je stuurtoggle recht naar beneden trekt. Je kunt ook je stuurtoggle naar buiten bewegen, dit heeft als effect dat je meer de binnenkant van je vleugel aantrekt, waardoor je een plattere bocht maakt, dit kun je bijvoorbeeld goed toepassen bij vlaklandvliegen en zwakke thermiekbellen.

Terug naar de certificering; die zegt dus niet alles. Waar moet een piloot dan op letten bij de keuze van een scherm? Stephan: Toen de open klasse competitieschermen ‘verdwenen’ hebben veel fabrikanten hun competitieschermen geforceerd binnen de EN D categorie gekregen. Deze ontwikkeling heeft naar mijn mening de filosofie achter de verschillende categorieën beschadigd. De keuring geeft natuurlijk wel wat informatie, maar ik vind het belangrijker dat een piloot bij de keuze voor een scherm goed kijkt naar het pilotenprofiel dat bij dat scherm hoort. Wij geven bij onze gliders een uitgebreid pilotenprofiel waarin je kunt lezen voor wie deze glider bedoeld is en hoeveel ervaring je ervoor moet hebben. Het is logisch dat wij als fabrikant een uitgebreid pilotenprofiel geven waarin staat voor welke piloot met welke ervaring het scherm bedoeld is. Wij kennen onze schermen natuurlijk het beste. Vergeet niet dat ik een scherm doorgaans al een jaar vlieg in allerlei omstandigheden voordat het naar de keuring gaat. De keuringsinstantie vliegt er slechts een paar dagen mee in turbulentievrije omstandigheden. Kijk dus goed naar het advies van de fabrikant en mocht je vragen hebben, neem contact op met ons! Kun je iets meer vertellen over het ontwerpproces van een paraglider? Stephan: Allereerst is het ontwerpproces van een paraglider in de laatste jaren behoorlijk veranderd. Vroeger werden de vliegeigenschappen van een scherm voornamelijk beïnvloed door het trimmen van de lijnen. Als het bijvoorbeeld te snel inklapte dan speelde je met de lijnlengtes om het gedrag te beïnvloeden. Tegenwoordig worden

15


“Iedereen bij AirDesign leeft voor de paraglidingsport”

de vliegeigenschappen meer beïnvloed door de vorm van de vleugel. Bijvoorbeeld door het veranderen van de spanning tussen de ribben in de glider middels zogenaamde ‘tension strips’. (zie foto) Bij onze EN D glider, de Pure, hebben we bijvoorbeeld door deze tension strips de voorkant en de achterkant van de vleugel stijf gemaakt, maar het midden juist weer wat slapper gemaakt. Het resultaat is dat de vleugel sterk resistent is tegen inklappers, maar als die toch inklapt dan klapt de vleugel in tot en met het slappere gedeelte. De stijve achterkant zorgt ervoor dat de trailing edge niet mee inklapt, waardoor de inklappers minder heftig worden en dus minder problemen veroorzaken. Als ik een scherm ontwerp dan heb ik vele knoppen waar ik aan kan draaien om het beter te laten presteren of om de vliegveiligheid te beïnvloeden. Wat dat betreft is het een voordeel dat ik zowel de paragliders ontwerp als testvlieg. Ik voel dan wat mijn wijziging voor effect heeft in de lucht en ga daarna weer terug naar de computer om nieuwe berekeningen uit te voeren en eventuele wijzigingen in de vleugel door te voeren. Soms vlieg ik wel drie keer op een dag met hetzelfde prototype, maar met kleine wijzigingen om te kijken of hetgeen ik bedenk bij de computer ook echt zijn vruchten afwerpt in de lucht. Dat betekent dus drie keer berekeningen maken op de

Meer info Het filmpje over brake-shifting kun je bekijken op de video pagina van AirDesign: http://www.ad-gliders.com/de/videos

computer, drie keer naar de naaimachine om aanpassingen te doen en drie keer vliegen en analyseren wat de veranderingen zijn. Een ander verschil is dat we vroeger voornamelijk bezig waren met het verbeteren van de prestaties door het verhogen van de aspect ratio. Tegenwoordig richten we ons meer op het verbeteren van de prestaties en de vliegeigenschappen door verbeteringen aan de vorm van de vleugel. We proberen dus meer prestatie te halen met dezelfde aspect ratio door het optimaliseren van de vorm van de vleugel. Wat ook erg belangrijk is geworden is ‘practical performance’, oftewel hoe presteert de glider onder niet ideale omstandigheden zoals tijdens sterke turbulentie, of tegenwind. Een goed ontwerp kan daar echt het verschil maken. Al met al is het ontwerpen tegenwoordig veel preciezer geworden en lijkt het wat dat betreft steeds meer op een kunstvorm. Waarom is het ontwerpen van een schoolscherm (EN A) nou juist zo moeilijk? Stephan: De eisen van de keuringsinstanties voor een EN A-certificering zijn heel streng: de paraglider moet op alle testen een A scoren. De grenzen waarbinnen je kunt ontwerpen zijn dus strakker. Bij de keuring van een scherm zijn twee aspecten van groot belang: ‘pitching’ (het overschieten) van de glider en de neiging tot deep stall ofwel een zakvlucht. Met een goed concept voor een EN B- of C-scherm heb je een brede marge waarbinnen je kunt ontwerpen voordat je bij de grenzen van de categorie terecht komt. Op zich is het niet moeilijk om een A-scherm te maken, maar om een A-paraglider te maken dat toch nog prestatie heeft en lekker vliegt is wél een uitdaging. Aan welke gliders werken jullie nog op dit moment? Martin: Onze tandemglider Ride is zojuist gecertificeerd en kan vanaf nu besteld worden. De ontwikkeling heeft lang geduurd, we zijn bijvoorbeeld een half jaar bezig geweest alleen maar met de handling van de glider in de lucht. Maar we zijn erg tevreden met het resultaat! Momenteel werken we ook nog aan de kleinere versie (38m2) hiervan. Stephan: En we werken nog aan een schoolscherm, maar wanneer deze uit gaat komen kan ik nog niet zeggen. Hij komt pas uit als we er helemaal tevreden over zijn. We willen een schoolscherm ontwikkelen met de prestaties van onze low end EN B-er de Vita, maar met superveilige vliegeigenschappen.

Wil je meer weten over AirDesign, kijk eens op hun website: http:// www.ad-gliders.com of neem contact op met de importeur Paragliding Holland, zie www.paragliding.nl Wil je eens een AirDesign glider proefvliegen of wil je de mensen achter AirDesign eens ontmoeten? Kom dan op zaterdag 31 augustus en zondag 1 september naar het AirDesign Testival op het lierterrein van Paragliding Holland in Houten. Zie voor meer informatie: http://forum.paragliding.nl/viewtopic.php?f=7&t=4915

16


Dealers NL: Air Time Paragliding Sport Tel: +31 345 558 881 mail@airtime.nl www.airtime.nl Hollandair Tel: +31 653 744 749 info@hollandair.nl advance.hollandair.nl

Complete Pleasure Als ogenschijnlijke tegenstellingen succesvol samengaan. De nieuwe EPSILON 7. Deze plezierige intermediate van ADVANCE, blinkt uit door z’n combinatie van compactheid met geweldige prestaties. Een elegante vleugel met een simpele en nauwkeurige handeling. Een vleugel voor de piloten die een nieuw level van lekker voelen in de lucht willen ervaren. Een perfecte vleugel voor hen die voor hun plezier willen vliegen.

De film en meer informatie vind je onder: www.advance.ch /epsilon

17


Techniek De media begrijpt het niet, je vrienden misschien een beetje, maar wij weten het maar al te goed. Paragliden is heel iets anders dan skydiven! Ondanks de grote verschillen delen we hetzelfde luchtruim, dus waarom niet eens samen spelen? Riser probeert het uit…

Hoe bedoel je, ze kunnen inklappen? Dat was één van de eerste vragen die een skydiver me stelde toen hij een tandemvlucht met me maakte. In zijn honderden skydives had hij dat nog nooit meegemaakt. Het is voor mij een serieus risico dat het tandemscherm inklapt, zodra hij uit het harnas springt en ik de vlucht onder een te grote lap stof met veel te lage wingload mag vervolgen. Mijn interesse in het skydiven was al gewekt en na deze gezamenlijke actie kon ik niet anders dan mij inschrijven voor een skydive opleiding. Ik bedacht me dat alleen de minuutlange vrije val een nieuwe dimensie voor me zou zijn, zodra die parachute eenmaal boven mijn hoofd zou staan is het gewoon een paraglidervluchtje aan een mak scherm, toch? Nee dus… Een 360-er in één seconde Mijn paraglider heeft een oppervlakte van 26 m2. Skydivers hangen na de vrije val onder een scherm van 15 m2. In de skydivewereld is dat 135 sq.ft. want het metrieke stelsel gebruiken ze niet en ook dat is even wennen. Een bijna gehalveerd schermoppervlak en een minder elliptische vorm, zal dat gevolgen hebben voor de vliegeigenschappen? Ja dus. De reactietijd verhoudt zich als een touringcar tegenover een Ferrari. Een skydiver maakt een 360-er in minder dan een

Dive & Glide, let’s play together!

Foto’s en tekst: Peter Blokker

seconde, probeer dat maar niet na te doen met je paraglider. Met een zogenaamde frontriserturn (skydiveschermen hebben maar twee risergroepen, voor en achter) duiken ze recht op de aarde af, draaiend met een enorme snelheid. Daarbij vergeleken lijken zelfs de stoere nose-down steilspiralen van paragliders bijna laffe bochten. Veilig te pletter vallen Dit klinkt nogal heftig, en dat is

18

het ook zeker als de adrenaline van de vrije val nog door je aderen pompt. Mijn eerste skydive gaf me een natural high waar ik een paar dagen op vooruit kon. Na een paar sprongen met geruststellende openingen groeide mijn vertrouwen in het materiaal en verdween het gevoel ‘te pletter te vallen’. Het vrijwillig uit een goedwerkend vliegtuig springen en boven je hoofd open laten spatten van je scherm met ruim 220 km/h valsnelheid is wel iets

anders dan ontkoppelen aan de lier of rustig versnellend een grashelling af stappen. Hoewel het bij skydiven allemaal wat sneller gaat dan bij paragliden doet de veiligheid niet onder voor paragliden. De reserveprocedure is verbazingwekkend ‘clean’ in eenvoud en de automatische opener (AAD) van de reserve grijpt in als je niets doet, voordat de vrije val door aanraking met de aardbol te abrupt wordt gestopt. Bij het paragliden


Over grote verschillen en gezamenlijke acties is voor het juist werpen van de reserve meer nodig dan eenvoudig aan een activeringsgreep trekken en is het afwerpen van het hoofdscherm niet standaard. Allround luchtpiraat De verschillen zijn dan wel groter dan ze op het eerste gezicht lijken, maar natuurlijk zijn er ook overeenkomsten. Vooral paragliders die ervaring hebben met miniwings of speedvleugels zullen weinig moeite hebben met het wennen aan een skydivechute. Schermvliegers die eens een kijkje willen nemen in de skydivekeuken om aan de vrije val te proeven hebben veel voordeel ten opzichte van ‘blanco’ nieuwkomers en kunnen vaak bij de eerste sprong al een stand-up landing op de dropzone maken. Grote kans dat het smaakt naar meer. Heb je een hekel aan groundhandling en geen interesse in thermiek, ruil je paraglidersetje dan maar in voor een skydive-rig. Het risico dat je aan beide takken van sport verslaafd raakt is niet ondenkbaar. Voor je het weet ga je met dubbele uitrusting en allround luchtpiraten op reis. Samen het luchtruim delen, samen spelen… After all it’s flying what thrills us, no matter what form we pursue!

Skydiving meets paragliding, double the fun! Disclaimer: Don’t try this at home! Dit is geen complete handleiding om jezelf en/of anderen te pletter te vliegen, dat kan namelijk eenvoudiger. Deze idiote maar coole acties zijn beschreven ter inspiratie en voor een stoer verhaal in het vliegerscafé. Actie 1: The Passenger-drop (a.k.a. Para-BASE) Benodigdheden: Tandemuitrusting met softspreaders en passagiersharnas met diep zitplankje (dus géén splitleg), tandempiloot, skydiver met BASErig. Principe: Beginopstelling is een tandemvlucht. Ergens in de vlucht raak je je passagier kwijt. Dit dient diegene te zijn met de parachute op z’n rug. Thrill: Voor skydivers is het weer eens wat anders dan uit een vliegtuig springen. Door de geringe vliegsnelheid van een tandemscherm ten opzichte van een vliegtuig kan dit bijna een dead-air sprong genoemd worden. Bij een sprong vanuit het vliegtuig voel je direct een (relatieve) wind, veroorzaakt door de vliegrichting, welke steeds meer van onder komt naarmate de valsnelheid opbouwt. Het vrijeval- en acceleratiegevoel is voor de skydiver veel duidelijker voelbaar bij een sprong uit een paraglider, bijna identiek aan de ultieme dead-air situatie: De sprong uit een luchtballon. Doorgaans is aanzienlijk minder vrije hoogte beschikbaar en is een BASE-rig nodig in plaats van een standaard skydive-rig om een snelle opening te garanderen. Terwijl de skydiver allang weer met beide benen op de grond staat hangt de tandempiloot nog aan een tandemscherm met lage vleugelbelasting en bijbehorende lage snelheid (let op de windsnelheid). Overwegingen: In plaats van een tandemscherm kan het gunstiger zijn om een grote maat soloscherm te gebruiken, het eerste deel van de vlucht wordt dan met een hogere vleugelbelasting gevlogen maar de solovlucht gaat aanzienlijk prettiger en veiliger. Gebruik softspreaders om te voorkomen dat de remlijnen worden aangetrok-

ken zodra de skydiver uit het passagiersharnas springt, dit voorkomt ook dat je het harnas van je passagier voor je ogen hebt hangen. Actie 2: The Touch & Go Benodigdheden: Superkleine speedwing voor de paragliderpiloot, grote wingsuit voor de skydiver (BASEjumper), een dozijn GoPro’s om deze belachelijke stunt vast te leggen. Principe: De paraglider en BASEjumper ontmoeten elkaar in de lucht, vliegen een aantal seconden naast elkaar, schudden de hand of wisselen een blikje energiedrank van een bekend merk uit. Thrill: Lijkt me duidelijk… Het is moeilijk, spannend en spectaculair. Timing is zo belangrijk dat veel oefening en afstemming vereist is om deze ontmoeting voor elkaar te krijgen. De wingsuiter vliegt tegen stallsnelheid, de speedflyer full-speed, tijdens de ontmoeting hebben beide een neerwaartse snelheid van 45-50 km/h en een voorwaartse snelheid van 80-90 km/h (een glijgetal van 2 dus). Barry Holubeck en Beni Kälin zijn de pioniers en werken na de ‘handdock’ aan de ‘surfdock’, waarbij de speedflyer op de rug van de wingsuiter staat. Overwegingen: Ben je bereid om ontslag te nemen om genoeg tijd in de vereiste training te kunnen steken? Zoja, dan wordt je wellicht beloond met de spectaculairste GoPro film die je ooit zult uploaden op Youtube.

Paragliden versus skydiven Overeenkomsten: - Gebruik van gelijksoortige schermen (paraglidingschermen zijn doorontwikkelde skydive parachutes) - Adrenaline flow - Begrip van aerodynamica - Uitrusting past in een rugzak - Beide sporten trekken zowel mannen en vrouwen aan - Overal ter wereld kan je gelijkgestemde relaxte mensen ontmoeten om samen mee te vliegen - Gezamenlijke liefde voor het vliegen - Landingsplaats of DZ (DropZone) zijn doorgaans toegankelijk voor publiek

Verschillen: - Paragliders vliegen doorgaans langzaam (uitgezonderd speedflying, speedriding, ACRO), Skydiven is hoge snelheid - Skydivers gebruiken alleen een parachute zodat ze nog een vrije val kunnen maken - Paragliderschermen zijn gemiddeld ruim twee keer groter dan skydiveschermen en hebben drie keer zoveel cellen - Paragliders kunnen te voet naar de startplaats, skydivers hebben een ander luchtvaartuig nodig om in de lucht te komen (uitgezonderd BASE jumpen) - Paragliden is weergevoeliger dan skydiven - Skydivers hoeven minder te weten over meteo, behalve dat vallen op de puntige bovenkant van een regendruppel pijn doet - Skydivers moeten vouwen, paragliders kunnen stouwen

19


Spelen met de vleugels in Aguergour, Marokko. Fotograaf: Sander Knotnerus Steeds meer lezers sturen hun kiekjes op naar de Riser-redactie, meer kwaliteit, meer kwantiteit‌ We worden verwend met mooie platen en dat maakt het kiezen van een winnaar niet eenvoudiger! EÊn foto sprak ons bijzonder aan en heeft met overtuiging de meeste jurypunten gekregen; Sander Knotnerus maakte deze foto van een avondvlucht in Aguergour, Marokko. Sander wint hiermee de nieuwe paraglidingfilm Killing Beauty over een

20

En de winn

extreme bivakvlucht in de Karakorum. De tweede prijs gaat naar Paula Hondsmerk (rechtsboven) en de inzending van Arjan van Doorn (rechtsonder) is op de derde plaats terecht gekomen. Namens de redactie onze felicitaties voor de winnaars, alle overige deelnemers worden bedankt voor hun inzendingen en uitgenodigd om gewoon weer mee te doen!


Thermische tandemvlucht boven Laveno aan het prachtige Lago Maggiore. Fotograaf: Paula Hondsmerk

naar is... Verras ons met je foto’s! Ook in de volgende editie van Riser willen we graag weer een fotowedstrijd organiseren. Verras ons met je fraaie foto’s en mail ze naar riser.schermvliegen@knvvl.nl. In het kort nog even de belangrijkste voorwaarden: Maximaal twee foto’s per deelnemers, een originele resolutie van minimaal 2000x3000 pixels (6 MP), en een korte beschrijving in één of twee zinnen. Good luck, be creative and have fun!

Heerlijk vliegen in het soarparadijs Dune de Pyla. Fotograaf: Arjan van Doorn

21


Vliegtechniek

Leidraad voor overlandvliegen in Nederland, deel 2

Hoog & droog óf laag & nat?

Tekst en foto’s: Marcel Bourgondien

Zeventien jaar geleden maakte Marcel Bourgondien zijn eerste overlandvlucht in Nederland. Er zouden nog vele mooie overlandvluchten volgen. Hij legde zich toe op het verklaren van de gebeurtenissen en ervaringen tijdens deze overlandvluchten en vooral het lezen van het landschap. In Riser publiceert hij dit jaar een serie artikelen die samen een leidraad vormen voor iedereen die het plezier van het thermiek- en overlandvliegen boven ons land wil beleven. In dit tweede deel lees je waar je het beste kunt gaan vliegen.

De eerste mensen die in het oosten van ons land arriveerden zagen een landschap dat heel anders was dan nu; licht glooiend met hier en daar wat hogere heuvels, er waren uitgestrekte heidevelden, veenmoerassen en veel bos. Een woest en verlaten gebied dat geleidelijk bevolkt raakte. De mens kreeg steeds meer invloed op de omgeving waardoor uiteindelijk het landschap ontstond dat wij nu kennen. Deze oostelijke helft van ons land is door de aanwezigheid van de hoger gelegen zandgronden voor wat betreft thermiek goed bedeeld. Als je Nederland grofweg diagonaal in tweeën deelt door een lijn te trekken van Groningen naar Tilburg dan vind je aan de westkant van de lijn overwegend lager gelegen vochtige kleigronden en aan de oostkant de hoger gelegen droge zandgronden. Die kleigrond, maar ook veel luchtruimbeperkingen, maken dat de westelijke helft van ons land niet erg geschikt is voor het thermiek- en overlandvliegen. Schermvliegers zijn hiervoor aangewezen op de zandgronden in Oost-Nederland en aangrenzende delen van het Duitse Nedersaksen en Westfalen met hetzelfde type landschap. Maar zelfs in de regio’s met zandgronden is niet alles hoog en ook niet altijd droog. De bodem Is een terrein hoog en droog of juist laag en nat? Dat is de voortdurend terugkerende vraag bij de zoektocht naar thermiekbronnen in het landschap. In tegenstelling tot zweefvliegers die bijvoorbeeld in één steek van de Veluwe naar het Montferland of de Overijsselse Heuvelrug kunnen vliegen zal je als schermvlieger daartussen een aantal extra stappen moeten maken en dus steeds weer nieuwe thermiek moet vinden. Hiervoor is kennis van het landschap behulpzaam en vaak zelfs onmisbaar en bovendien voor schermvliegers veel belangrijker dan voor zweefvliegers. Omdat het onmogelijk is om zo’n heel gebied gedetailleerd uit je hoofd te kennen beschrijf ik hieronder de kenmerken van het landschap waarvan je de thermische eigenschappen van de bodem kan afleiden. Zoals genoemd is het eerste dat opvalt, als we kijken naar de bodem van Nederland, de tweedeling in een westelijke helft met vochtige kleigronden en een oostelijke helft met droge zandgronden. Aangezien het thermiek- en overlandvliegen boven het oostelijke deel plaatsvindt

Marcel Bourgondien begon 20 jaar geleden met schermvliegen, na 6 jaar instructeurschap koos hij voor het wedstrijdvliegen. Twee nationale titels en EK’s, WK’s en PWC’s later werd het wedstrijdvliegen op eigen bodem de nieuwe uitdaging. Op verzoek van de KNVvL ontwierp hij een nieuw wedstrijdsysteem voor de NKSV; de Cilinder Race. Marcel draagt het vliegen in eigen land een warm hart toe: ‘als je het schermvliegen toekomst wil geven dan moet het in eigen land goed geregeld zijn!’

22


geef ik hier een beschrijving van dit zandgrondgebied. Kennis van de bodem geeft je veel inzicht in het wel of niet ontstaan van thermiek. Tijdens de voorlaatste ijstijd zijn er stuwwallen gevormd. Landijs schoof naar het zuiden en bereikte Nederland en noord Duitsland. Het ijs volgde daarbij de dalen van de rivieren die toen naar het noorden stroomden. Enorme pakketten ijs stuwden de bodem op tot wallen

van zo’n tweehonderd meter hoogte. Zo ontstonden grote aaneengesloten stuwwalgebieden zoals de Veluwe, het Montferland, de Utrechtse en Overijsselse Heuvelruggen. Aan het einde van de ijstijd werd het warmer en smolt het ijs. De rivieren verlegden hun loop en baanden zich een weg door de heuvels naar zee. Zo werden de stuwwalgebieden van elkaar gescheiden.

TIPS: Waar ga ik zoeken naar thermiek? Kijk niet te ver voor je uit Kijk regelmatig recht naar beneden om te bepalen waarboven je vliegt en thermiekbronnen recht onder je te ontdekken. Veel vliegers hebben de neiging om in hun vliegbaan te kijken en daar te zoeken naar thermiekaanwijzingen, realiseer je dat je dan kijkt naar de plaats waar je wellicht zal landen, thermiekbronnen die je dan op de grond ontdekt zijn dus te ver weg. Met de wind in de rug vliegend is de bel die er mogelijk vanaf komt nog veel verder weg! Bij het oberveren van wolken komt juist vaak het omgekeerde voor, een wolk die hoger is dan jezelf bent lijkt verder weg en bovendien bereik je de thermiek die de wolk vormt vaak wat eerder dan de plaats van de wolk. Zoek naar zonbeschenen plekken Bij een wolkenbedekking van 5/8 of meer vind je alleen op de zonbeschenen plekken thermiek, bij het zoeken van thermiekbronnen in het landschap zoek je dus naar velden in brongebieden die op dat moment beschenen worden door de zon. Een zonnig weiland omringd door akkerland in de schaduw kan in tegenstelling tot een normale situatie ook een goede thermiekbron zijn. Kijk meer naar details naarmate je lager vliegt Enkele voorbeelden: de ploegrichting van een akker haaks op de stand van de zon is beter. Geploegde akkers bevatten meer lucht dan een vaste bodem zoals akkers die na de winter nog niet

Op de kaart is het meteen duidelijk: laag & nat in de Velswijker broek of er pal naast hoog & droog op de Zelhemse enk. Strokenverkaveling versus een willekeurige verkaveling!

geploegd zijn. Een donkere bodem is beter, maar pas op ook duidt het vaak op de aanwezigheid van vocht (natte grond ziet er immers donkerder uit dan droge). Dorpen, steden en bossen zijn ook ‘s avonds vaak nog goed, je kan er vanaf geringe hoogte vaak weer klimmen. Krachtige thermiek vind je op plaatsen waar de thermiekbron beschut ligt in de lijzijde van bijvoorbeeld bos of een heuvel. Ook in natte gebieden kan je soms thermiek vinden, in de uiterwaarden gelegen akkers zijn vaak op rivierafzettingen (horsten) gelegen en dus iets hoger, hier kun je bescheiden belletjes vinden.

23


Tijdens de laatste ijstijd kwam het landijs niet zo zuidelijk. Maar het was wel zo koud dat de bodem bevroren was en er bijna niets groeide, een poolwoestijn. De wind blies grote hoeveelheden zand van de stuwwallen en verspreidde het over het land. Een golvend dekzandlandschap ontstond. En de stuwwallen staken uiteindelijk nog hooguit zo’n 80 meter boven hun omgeving uit. Met het eind van deze ijstijd kwam ook aan deze zandverstuivingen een einde. Het resultaat was een licht glooiend dekzandlandschap van met hier en daar erboven uitstekende stuwwallen. Dit landschap raakte begroeid en de wind had geen vat meer op het zand. Diverse landschappen Het huidige landschap in Oost-Nederland wordt gevormd door de ondergrond in combinatie met de begroeiing. Het landschap met uitgestrekte heidevelden, veenmoerassen en bos dat de eerste bewoners aantroffen is grotendeels verdwenen. De bodem is niet veel veranderd maar de menselijke bewerking van het land heeft geleid tot heel andere vegetatie. Akkers, weiden, bossen, heidevelden, wateroppervlakken en bebouwing zijn tegenwoordig de hoofdbestanddelen van het landschap. We onderscheiden verschillende landschappen en verkavelingen. Het ‘zandlandschap’ is ontstaan door de wind en de rivieren, het reliëf is licht golvend en tamelijk hoog. Een half open landschap met gemengd bedrijf als landbouw op een onregelmatig verkaveling. Bewoning treffen we aan in de esdorpen.. In een zandlandschap vinden we een onregelmatige verkaveling zijn de kavels zijn niet al te groot en vaak grillig van vorm, hoewel de ruilverkaveling deze grillige vormen deels heeft vervangen door een meer blokvorm. De grillige verkaveling is een belangrijk aanwijzing voor schermvliegers bij hun zoektocht naar thermiek. Het zandlandschap is het meest gunstig voor het ontstaan van thermiek. De vliegclub die daar een lierveld heeft, heeft een goede keus gemaakt! Het ‘rivierkleilandschap’ is ontstaan door langzaam stromende rivieren het reliëf is er vlak. Het is een half open landschap met akkerbouw, veeteelt, fruitteelt op stroken- en blokverkaveling. Er is van oorsprong lintbebouwing, de typische dijkdorpen. Het ‘hoogveenlandschap’ is ontstaan op resten van veenmos. De hoogte en het reliëf zijn tamelijk vlak. Het is een open landschap met tegenwoordig veel akkerbouw, ook hier een stroken- of blokverkaveling. Er is lintbebouwing, vaak langs veenkanalen. In de laatste twee landschappen vind je grote velden waardoor juist daar veel vliegclubs lieren. Maar door de komst van traplieren is een groot veld geen vereiste meer en kan er beter gekozen worden voor een locatie in een zandlandschap. Nat of droog De bodemgesteldheid is een van de bepalende factoren voor het ontstaan van thermiek. Let op de mate van warmte uitstraling van de bodem ofwel, is de bodem: hoog of laag, droog of nat, zand of klei, donker of licht. Wordt de warmte geleid naar diepere lagen door het aanwezige vocht of blijft het aan de oppervlakte door de isolatie van lucht? Droge bodem straalt de warmte uit, een vochtige bodem houdt de warmte vast. Vochtige bodem vind je bijvoorbeeld in uiterwaarden, polders, veengebieden en ‘broeklanden’. Een droge bodem tref je vaak aan bij heidevelden, essen en enken, zandverstuivingen en akkers. Naast de bodemgesteldheid is natuurlijk de begroeiing belangrijk. Er is vrijwel altijd een samenhang tussen de bodemsoort en de begroeiing. Net zoals bij de bodem is ook bij de begroeiing de hoeveelheid aanwezig vocht doorslaggevend voor de thermiekprestaties van het terrein. Denk daarbij aan groene en soms hoge vegetatie zoals bos, maïs, veen en hoog gras. Het aanwezige vocht wordt door de zon langzaam opgewarmd en verdampt en verbruikt daarbij vrijwel alle energie. De warmte wordt dus vastgehouden. Hoe groter de plant hoe meer vocht deze bevat. De ‘omzet’ van een volwassen beuk op

24

een zomerdag is als snel zo’n 300 liter water, deze energie wordt dus niet gebruikt voor het vormen van thermiek. Bij begroeiing zoals (struik)heide, kort gras of graan, etc. wordt de instraling van de zon niet verder geleid of door het gewas vast gehouden maar de bodem warmt snel op en de warmte wordt afgegeven aan de lucht erboven. De nog onbegroeide akkers in het voorjaar zijn natuurlijk bij uitstek geschikt voor het ontstaan van thermiek! Gele en kale plekken in de begroeiing duiden op verdroging. Bossen staan op vaak gronden die hoger liggen en dus droger zijn, de akkers bij die bossen geven goede thermiek. Aan het eind van de middag en ‘s avonds geven de bossen (vooral dennenbos) zelf ook thermiek. Afbreekkanten Op basis van bodem, begroeiing en bebouwing kun je inschatten waar thermiek ontstaat. Maar op welke plek stijgt die thermiek nu precies op? De plek waar een thermiekbel, in de buurt van de thermiekbron, loslaat van de aarde en opstijgt wordt een ‘afbreekkant’ of ‘afbreekpunt’ (ook wel trigger) genoemd. Dit kan een bosrand zijn maar bijvoorbeeld ook een steilkant in het terrein of een boerderij. In de meeste gevallen is de wind de veroorzaker van het loskomen van thermiek. Uitgangspunt is dat je altijd weet waar de wind vandaan komt! Maar er zijn nog enkele vuistregels bij het zoeken naar afbreekkanten. Deze kun je vinden in het kader. In de volgende Riser: ‘Herkenning op de kaart en vanuit de lucht’.


‘Enk’ of ‘es’. Op een hoge dekzandrug gelegen enk (eeuwenlang bewerkte akkers), met een solitaire eik en omzoomd door bos of houtwallen, het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) zijn perfecte ‘afbreekkanten’. Boven/beneden 0 meter NAP kaart

Legenda Actueel Hoogtebestand Nederland met relief-schaduw Beneden 0 meter NAP Boven 0 meter NAP Woonkernen Rivieren

Bron: Adviesdienst Geo-Informatie en ICT Rijkswaterstaat

TIPS: Waar komt de thermiek los? Zoek tijdens je vlucht naar thermiekbronnen met of naast houtwallen, bosranden, stijlkanten, beken, dijken, belten, slootkanten, bebouwing, heuvels, wegen, spoorlijnen, hoogspanningsmasten, kortom obstakels waar de thermiekbel gedwongen wordt op te stijgen wanneer deze er door de wind tegen aan wordt geduwd. Deze obstakels bevinden zich vaak op of naast de thermiekbron, als het thermische veld zonder obstakels overgaat in de aangrenzende velden dan schuift de thermiekbel gewoon over het land tot het eerste obstakel waar die gedwongen wordt op te stijgen. Verwacht die thermiekbel niet te vlot maar vlieg door tot ruim voorbij de afbreekkant. Bepaal de windrichting en daarmee in welke richting de bel over de grond wordt geblazen tot aan het afbreekpunt. Bij dorpen zoek je aan de lijzijde of soms midden erboven. Opwaaiend stof, zand, gras of rook zijn goede indicatoren voor een loskomende thermiekbel. Ook kun je zo goed de windrichting op de grond en dus de koers van een mogelijke thermiekbel inschatten.

Op grote hobbelige obstakelvrije velden (zoals Veluwse heidevelden) is het vaak moeilijk om de plaats te ontdekken waar thermiek zal loslaten en opstijgen, stel je in zo’n geval een onregelmatig plafond voor waar, als bij een lekkage, water langs loopt en naar beneden druipt. Draai het geheel 180 graden om en je kan je voorstellen hoe thermiek los laat en opstijgt. De bellen laten vanaf de hoogste plek los! Bedenk dat warme lucht niet naar beneden stroomt en zelfs bij een kleine verheffing in het landschap van een paar meter al zal opstijgen. Ook rijdende landbouwvoertuigen, auto’s of hollende dieren kunnen een bel laten opstijgen, maar dit is eerder uitzondering dan regel dus stem je tactiek er niet op af, profiteer er van als het toevallig op je pad komt. De aanwezigheid van temperatuurtegenstellingen naast elkaar, zoals land en water, zon en schaduw, bos en akker, geeft de plek aan voor het ontstaan van thermiek.

25


Wedstrijd

Kampioe

tussen berg “Ik hou je in de gaten!” Dat is nieuw voor mij, medevliegers die op je letten en zo de druk voor de start opvoeren. En dat kan Ruud van der Heijden wel, op een leuke maar tegelijkertijd ook nadrukkelijke manier. Het is zaterdag, de dag van de laatste taak, tijdens de voorbereidingen op de startplek. “Ik hou je in de gaten. Je hoeft maar één fout te maken. Je kunt alleen maar zakken”…. De reden van deze verbale ‘aanval’ is dat ik na vijf taken op de tweede plaats sta in het NK Berg, voor het eerst vóór Ruud. Daar sta ik dan, bij de start, vlak voor de beslissende taak, waar ik alleen maar kan verliezen.

De hele week is het weer ontzettend mooi geweest, iedere dag zon, lekker warm, precies wat je hoopt tijdens een nazomer in MiddenSpanje. Locatie: het bergplaatsje Pedro Bernardo in de Valle de Tietar, ten zuiden van het Gredos-gebergte, 150 km ten westen van Madrid. Hier Is het Nederlands Kampioenschap Bergvliegen in 2008 al een keer gehouden. Het is een fijne plek om te vliegen, met een ruime startplek op 1200 meter hoogte, mét schaduw, hogere bergen aan de noordzijde en aan de zuidzijde uitzicht op laagvlakten met van die mooie ronde cirkels veroorzaakt door draaiende sproei-installaties. En als dan twintig kilometer zuidelijker ook nog dagelijks een convergentiegebied ontstaat bij de wat hogere pukkels daar, dan is de uitdaging compleet. En uitdagingen zouden er komen, zo zou later blijken! Nu, in juli 2012, is het de week van de British Open, waarbij de Nederlanders mogen aansluiten voor het NK Berg. Dit keer een kleinere opkomst dan bij vorige edities, wellicht door de reisafstand. Toch heeft het absoluut zijn charme om met een vliegtuig richting Madrid te gaan en van daar met een huurautootje rond te toeren op plekken, waar je normaal gesproken niet direct naartoe zou gaan. Zo kun je jezelf opeens terugvinden midden in het Spaanse land, op het balkon van een kamer met bergzicht, of op een terras met tapas en

Tekst en foto’s: Wilco Lengkeek

San Miguel bier op een typische Spaans marktpleintje. Tussen bergen en cultuur, verplicht onthaasten, héél vervelend… De organisatie van de wedstrijd ligt in handen van de Britten, bij een bewezen team dat het op werkelijk alle fronten helemaal voor elkaar heeft: de briefings ’s morgens om negen uur met het weerpraatje, het taakcomité met inbreng van ervaren locals, het goede vervoer naar boven (met een grote bus tot voorbij de helft en met kleine busjes verder over het onverharde deel) en de goede retrieves. De taaksetting vraagt een creatieve inslag, zoals later zou blijken. Winderig Zoals gezegd: het weer is alle dagen mooi. De wind is echter wel spelbreker en dat begint zaterdag al met een noordoostenwind die

26


enschap

NK Berg in Pedro Bernardo, Spanje, juli 2012

gen en cultuur het te turbulent maakt om te vliegen. Zondag is de wind nogmaals overtuigend te hard. Dus gaan we toeristisch op pad richting Romeinse paden en een onvoorstelbare mooie grot, want: je bent er toch, dus waarom niet wat rondkijken in deze relaxte laid-back omgeving? De taken op maandag en dinsdag kunnen gelukkig wel gewoon van start gaan, maar wát een wind uit het zuidwesten, bijna ondoenlijk. Met een inversie rond 1900 meter en een grondniveau van 500 meter blijft er door die wind voor je gevoel niet veel werkhoogte over. Door de overwegend zwakke bellen waardoor je meer naar achteren wordt verzet dan je vooruit komt, restte eigenlijk alleen de optie om ruim op tijd de bel te verlaten en full speed door te trappen. Niet verrassend dat alleen de hoge D-ers (Ozone Enzo’s en Niviuk Icepeaks) op die eerste twee dagen op goal komen, telkens met Ronny Geijsen ver vooraan. Ook Nanda Walliser zit als beste dame op maandag fantastisch in de voorhoede. Hijlko Soepboer en ikzelf zijn op dinsdag wat minder scherp: samen braaf draaiend voor de start laten we ons veel te veel verzetten door de wind. Wanneer eindelijk het startwindow opent is de rit richting TP1, het eerste keerpunt, al erg spannend. We spoelen er beiden bijna uit, wellicht een beetje aan de lijzijde van de berg… Ik verlaat Hijlko wanneer hij vlak boven de

niet mee heb en omdat het bovenop een laag pukkeltje als alternatief landingsveld klaarligt, heb ik mijn scherm op een stoffige naastgelegen vuilnisbelt neergezet. Alleen de afgehakte koeienpoten zijn een wat rare entourage. Lang leve de tapas...

grond vliegt, slechts 150 meter, blijkt later, speurend naar geschikte landingsveldjes. Niet lang daarna gebeurt mij hetzelfde, maar nadat ik toch nog tegen een bel aanvlieg (pfoeh), zit Hijlko twintig minuten later opeens weer naast me. Gaaf! Samen vliegen we verder over dat dorre Spaanse land, maar naast bellen van +6 m/s zijn er grote stukken met sink en dat met die straffe wind… Te vroeg aan de grond dus, helaas. Dit keer echter niet op een vuilnisbelt, zoals me bij de eerste taak overkwam. Dat was overigens uit vrije wil. De organisatie had gewaarschuwd: de beste Spaanse vechtstieren worden hier gefokt. Dan zie je dreigende zwarte vechtstieren voor je, met van die denkbeeldige wolkjes uit hun neusgaten. Op dinsdag zie ik dus laag vliegend waar die stieren precies worden gefokt. Omdat ik mijn hardloopschoenen

Piedrahita-ervaring (tijdens mijn eerste NK Berg had ik een goede start, maar stond ik na vijf minuten voor de bergpas op de grond om vervolgens honderd man over me heen te zien vliegen) ga ik op overlevingsmodus over. Dan helpt de ervaring met het vlakland vliegen in Nederland echt! Doordobberend, niet denkend aan waar je heen moet maar knokkend voor elke hoogtemeter, vlieg ik een paar keer terug naar een heuveltje, totdat die ene bel écht loskomt. Ik kan dat gevoel van omhoogbellen nu nóg voor me halen. Ik heb de zuidwestenwind gelukkig vroeg genoeg in de smiezen en kan op tijd krabbend richting TP1 om me vervolgens met de wind mee laten verzetten over de berg-met-antenne (Cerro de San Vincente) richting goal. Ik heb Ruud inmiddels zien uitzakken aan de lijzijde, dus daar moet ik niet heen (waarvoor nog dank, Ruud). Opmerkelijk hoe

Knokken voor elke hoogtemeter Tijdens het uitlezen van de gps op dinsdagavond is het rumoerig en woensdag vroeg komt het hoge woord eruit: met democratische inbreng van alle piloten werd vastgesteld dat de taken bij deze wind niet veilig uit te voeren zijn voor de niet-Enzo’s en -Icepeaks. De organisatie gaat daarin mee; goeie gasten die Engelsen! Het motto wordt: meer rekening houden met de wind en dat scheelt heel wat geworstel. Wel ontstaat daardoor een hele nieuwe uitdaging. Woensdag brengt een conversie die zorgt voor noordelijke rugwind tijdens de eerste vijftien km en daarna zuidwestelijke tegenwind tot bij het eerste keerpunt. Hele bossen vliegers worden daardoor gedold. Er komen slechts twintig vliegers op goal. Ikzelf heb die dag een mindere start en erg lang mega-sink. Na twaalf km ben ik zeven minuten lang minder dan 300 meter boven de grond aan het worstelen om te overleven. Bang voor een tweede

27


het landschap verandert: hoe verder naar het oosten hoe bruiner en levenlozer het land. Je kan de crisis als het ware van bovenaf zien. De finale Donderdag en vrijdag zijn soortgelijk: de zon blijft en ook de wind waait uit dezelfde hoek. De organisatie heeft het ook voor het thuisfront goed voor elkaar. de taken zijn prima on-line te volgen. Bij de landing zijn de sms’jes er bijna sneller dan ik, dankzij Live Tracking. Sta je op goal, krijg je opeens de vraag waarom je aan het lopen bent. Tja… De laatste dag, zaterdag 7 juli 2012. In de tussenstand sta ik voor Ruud en heb ik Nanda op mijn hielen. Kon het inderdaad alleen maar minder? Sandra (mijn vriendin) is ondertussen al aan het vrijvliegen en vertelt over de radio dat ze een eind downwind is geland. Op de start leek het nog wel mee te vallen, maar waarschijnlijk kan de wind door een lagere inversie geen kant op en waait het daardoor aan de grond des te harder. Na rijp beraad en wat uitstel trekt de wedstrijdleiding de –voor mij- enige juiste conclusie: geen taak en daarmee het einde van deze British Open en het NK. Jiehaaa. Niet eerder was ik zo blij met niet kunnen vliegen. Grappig hoe dat dan opeens werkt. Altijd prijs Wat nog volgt is een mooie prijsuitreiking met een lokaal gerecht en wijn van de burgemeester. En natuurlijk in de lokale bar terugkijken op een mooie vliegweek, visueel ondersteund met de kop van Pierre

van Bragt op een lokale televisiezender, tijdens een interview. Wat zou dat gekost hebben? En Ruud? Tja, die was al gevlogen… (naar een volgende wedstrijd). De hele week bracht wat wedstrijdvliegen zo leuk maakt: opportunistisch vliegen doordat je een heel stel ervaren winddummies om je heen hebt. Als je je grenzen wilt verleggen, doe dan mee met dit soort wedstrijden! Het is onvoorstelbaar hoe ver je samen kunt komen. En dat hoeft helemaal niet per se met een megascherm en een bak ervaring. Juist de minder ervaren XC-vliegers kunnen in deze relaxte entourage ontzettend veel ervaring opdoen. Er waren bijvoorbeeld twee Advance Sigma vliegers (EN-C schermen), die continu vooraan vlogen en waarvan er één na de drie edities van de British Open 2012 zelfs een plek op het podium veroverde. Tegen grenzen aan vliegen kan altijd, maar dat blijft een keuze die je zelf maakt, dat is bij XC vliegen niet anders. In de lucht wachten op het startmoment kan beklemmend zijn, maar ook dan kun je de ruimte kiezen via bellen of door simpelweg ruimer om de gaggle heen te vliegen. Eruit zakken bij de start (de angst van velen) komt amper voor, zolang de condities redelijk zijn. En als je er dan ergens uitzakt, heb je de organisatie achter je om je snel weer terug te brengen. Kortom: een absolute aanrader. Ik zie dan ook graag verse wedstrijdvliegers tegemoet bij de komende edities van het NK Berg! (met dank aan mijn sponsor www.LCec.nl). Eindstand Nederlands Kampioenschap Berg 2012 1. Ronny Geijsen 2. Wilco Lengkeek 3. Nanda Walliser 4. Ruud van der Heijden 5. Marcel Bourgondien

NK Berg 2013 Het NK Berg 2013 zal plaatsvinden van 24 t/m 30 augustus 2013 in Saint-André-les-Alpes, samen met de British Open. Er waren midden mei nog een paar plaatsen open. Schrijf je in via http://pgcomps.org.uk/

28


K.N.V.v.L. NIEUWS Commissie Wedstrijden zorgt voor actieve Nederlandse deelname Ook in 2013 worden de kampioenschappen vlakland en berg georganiseerd. Conform de afspraak zorgen we ervoor dat beide kampioenschappen in verschillende perioden worden gehouden. De NKBerg zal dit jaar wederom in samenwerking met de British HPA zijn. In samenspraak met de organisatie en gezien de ervaringen van de afgelopen jaren zijn er twintig plekken voor Nederlandse deelnemers vrij gehouden. Uiteindelijk zijn er 22 inschrijvingen, waarvan er 18 betaald en bevestigd zijn. De wedstrijdcommissie is zeer tevreden met deze aantallen en zal in 2014 proberen meer plekken te laten reserveren voor Nederlandse piloten. Het Chabre Open 2013, een ‘instapwedstrijd’ voor mensen met competitieambities, zit dit jaar weer vol. Het feit dat er ruim 25 Nederlanders mee doen is zeer noemenswaardig. Er is reeds contact geweest met de organisatie van de Chabre Open om te kijken of er voor de toekomst een samenwerking mogelijk is, want we vinden dat er bij deze wedstrijd een goede methodiek wordt gehanteerd. Het is de perfecte leerschool voor beginnende, ambitieuze competitiepiloten. We hebben als KNVvL afdeling Schermvliegen ook met externe factoren te maken. Eén hiervan is de CIVL. Hier worden beslissingen genomen die ons allen aan gaan. De highlights wil de commissie kort delen. Ten eerste is er een nieuwe competitie-klasse voor schermen in de maak. Dit kan in 2015 ingaan. Het effect voor Nederlandse piloten is zeer gering, daar de groep piloten die aan dit soort vleugelsvliegen erg klein is. Ten tweede is een motie aangenomen over het dragen van een tweede reserve tijdens deelname aan Categorie 1 wedstrijden. Ook hier is het effect voor Nederlandse piloten zeer gering, vanwege het kleine aantal piloten dat in aanmerking komt of deelneemt in deze categorie. Wel deelt de commissiede zorgen over deze beslissing. Dergelijke beslissingen kunnen op termijn doorsijpelen naar lagere klasse wedstrijden en dit vinden we een ongewenste ontwikkeling.

Pilotencommissie

Enkele wedstrijdpiloten hebben een voorstel gedaan om een pilotencommissie op te richten. De pilotencommissie kan de wedstrijdcommissie gaan adviseren over zaken aangaande wedstrijden, reglementen etc. Tot op heden is dit bij een idee gebleven, maar de wedstrijdcommissie werkt graag mee aan het oprichten ervan.

Sportbeleid

De financiële middelen voor topsport nemen af, vanwege het verdwijnen van de subsidie van hetNOC*NSF. Zonder deze bron van inkomsten is het budget beperkt. Om dit beperkte budget zo goed mogelijk in te zetten, zullen we beleid ontwikkelen dat met name gericht is op breedtesport. Meer (jonge) aanwas, deze aanwas goed begeleiden, promotie voor de verschillende disciplines en meer kennisdeling en lezingen om geïnteresseerden aan te trekken, zijn enkele voorbeelden die reeds aande commissie zijn voorgesteld. Voor de ondersteuning van topsport (wedstrijdpiloten) zullen welregels worden opgesteld, voor het geval er in de toekomst weer geld voor beschikbaar komt.

Geen karabiner aan de lierkabel De Duitse DHV publiceerde onlangs een veiligheidsbericht over het gebruik van een D- sluiting (ook wel harpsluiting genoemd) die gebruikt wordt om de lierkabel aan de lierrelease te bevestigen. De lus van de release kan aan de sluiting van de D-sluiting vast gaan zitten waardoor ontkoppelen niet meer mogelijk is. De DHV adviseert om enkel een geschikte ring of kettingschakel te gebruiken. http://www.dhv.de/web/newsdetails/article/warnung-keineschaekel-im-abstandsseil-verwenden/

Samenwerking met Zeilvliegen op til

Het ziet er naar uit dat de Afdelingen Schermvliegen en Zeilvliegen intensief gaan samenwerken en op termijn mogelijk samengaan. De Afdelingsvergadering van Schermvliegen heeft groen licht gegeven om intensiever samen te werken met Zeilvliegen. Al eerder dit jaar verliep de kennismaking tussen bestuursleden van de afdelingen schermvliegen en zeilvliegen uitstekend. “Laten we eerst elkaar beter leren kennen en kijken hoe we kunnen samenwerken. Mogelijk dat we op het niveau van commissies de handen al ineen kunnen slaan, wellicht dat de besturen ook vaker met elkaar samen kunnen vergaderen. Daarna kijken we welke verdere stappen we zetten,” aldus voorzitter Maarten van Eck die de kennismakingsbijeenkomst leidde. Uit een inventarisatie blijkt dat de verschillen tussen de afdelingen beperkt zijn. “We kiezen er bewust voor om niet direct te beginnen met een fusie, maar om eerst samen te werken dat op een natuurlijke manier te laten groeien.”

Ere-insigne in goud voor Jaap Eringa

Jaap Eringa heeft van de KNVvL de ere-insigne in goud ontvangen. Daarmee is hij bedankt voor zijn jarenlange inspanningen voor de luchtsport in het algemeen en schermvliegen in het bijzonder. Jaap Eringa was als oprichter van Air Adventure Paragliding Holland en daarmee ook een van de pioniers van schermvliegen in Nederland en voor Nederlandse piloten in het buitenland. Eringa stamt uit de tijd van ontdekken en ontwikkelen van paragliding zonder veel opleidingen en regels. PaHo is uitgegroeid tot een van de grootste paraglidingscholen van Nederland. Hij stond bovendien aan de wieg van onze afdeling. Nadat hij zijn vliegschool had verkocht aan Vincent Verbon en Henk Alberts heeft hij nog wel parasafari’s georganiseerd, maar is vorig jaar helemaal gestopt. Het afdelingsbestuur heeft hem voorgedragen om de ere-insigne toe te kennen. Voorzitter Maarten van Eck heeft tijdens de Afdelingsvergadering het nieuws over de toekenning bekend gemaakt en zorgt dat Jaap de insigne ontvangt.

29


K.N.V.v.L. NIEUWS Ere-insigne in zilver voor Klaterhoen Columnist Klaterhoen heeft de ere-insigne in zilver van de KNVvL gekregen. Met de redactieleden Bob Jansen, Margot Kraneveldt, Robert Wahle en wijlen Kees van Veen verzorgde Klaterhoen ruim tien jaar ons afdelingsmagazine B-Lijn. De andere redactieleden hadden eind 2010 een punt gezet achter hun redactiewerkzaamheden. Klaterhoen is eind vorig jaar gestopt als columnist voor Riser. De columnist heeft samen met de toenmalige redactie onder leiding van hoofdredacteur Kees van Veen belangrijke verdiensten gehad voor de Afdeling Schermvliegen. Klaterhoen was niet alleen columnist maar ook volwaardig redactielid van B-Lijn. Als columnist en redactielid was zij kritisch tenaanzien van het wel en wee van de afdeling en zeer zeker ook het Afdelingsbestuur. Uitgangspunt was een constructieve bijdrage aan het verbeteren van de Afdeling als geheel en de B-Lijn in het bijzonder. Een van de grote verdiensten van de redactie was het samenstellen van de zogenoemde Lierlijn, nu al weer enkele jaar geleden, het kader van de moeizame discussie met de overheid over luchtsporten in Nederland. Afdelingsvoorzitter Maarten van Eck heeft gezorgd dat Klaterhoen de ere-insigne heeft ontvangen.

Wedstrijdkalender 2013 Precisie Stand Up onbekend NK Precisie Stand Up plaats nog niet bekend. 30 aug - 1 sep pre-EK Precisie Vrsac, Servië. 18 - 25 aug WK Precisie Sarajevo, Bosnië-Herzegovina. 27 juli - 5 aug World Games 2013 Cali, Colombia. Meer informatie: Huub Coumans (couma113@planet.nl)

NEO-String Soar

Precisie Klassiek 7 - 8 sep EPAC-3 Sky Rebels Numansdorp, Nederland. 28 - 29 sep NK Precisie Klassiek Falcon Air Horst / America, Nederland. Meer informatie: Huub Coumans (couma113@planet.nl)

290 gr. lichtgewicht harnas. Gecertificeerd met EN1651. Belastbaar tot 15.000N /15G. Eén maat, past iedereen. De basis is een geïntegreerd dyneema frame. De beenbanden zijn vast te klikken.

NK Berg 23 t/m 30 aug St. André-les-Alpes, Frankrijk Meer informatie: http://pgcomps.org.uk

€ 290

Chabre Open

00

,

28 juni t/m 5 juli Laragne, Frankrijk Meer informatie: www.flylaragne.com

Belgium Open 2013 3 - 9 augustus Graubunden, Zwitserland Meer informatie: www.belgianparaglidingopen.eu

www.panchoamelia.nl 30


uit het

Logboek van Erik Louwes Datum: 6 februari 2013 Start: Signal Hill, Kaapstad, Zuid-Afrika GPS: take off : 33°55’17” (33.9214)S; 18°23’51” (18.3975)E Scherm: Swing Mistral 6

Vliegreis naar Zuid-Afrika. Wie wil er niet heen? Prachtige vliegstekken in een veelbelovend land met indrukwekkende historie. Hoe gaaf zou het zijn om net als boven Rio de Janeiro, te vliegen boven Kaapstad. Andere piloten vertelden er heel enthousiaste verhalen over. Ook op websites van Nederlandse scholen niets anders dan positieve ervaringen. We zijn er bijna drie weken. Het weer rondom Kaapstad is slecht. Daarom eerst naar Porterville en Wilderness. Het zijn meer dan goede alternatieven. Veertien kilometer langs de ridge in Porterville. Eén tot twee uur, en anderen nog langer, langs de kust bij Major Dead in Wilderness nadat bent gestart van een ramp waar je in één keer goed weg moet vliegen. Het is een prachtige safari, maar je blijft hopen op die kers op de taart: Kaapstad. Het lijkt er niet in te zitten; het weer blijft slecht. Paraglidingsafari´s uit Kaapstad wijken zelfs uit naar onder meer Porterville en Wilderness. En we hebben nog maar twee dagen. Dan toch naar Kaapstad, want we willen de stad graag zien. Daags voordat we naar huis gaan, nog even spotten. Wat een prachtplek is Signal Hill. Maar vliegen, het lijkt zelfs stormachtig. De wolken rollen in vliegende vaart vanachter de Tempelberg naar de zee. De volgende ochtend toch vroeg naar Kaapstad, misschien geluk. En ja, Roland ter Harkel rijdt naar Signal Hill; het weer is prachtig, de omstandigheden goed, er zijn ook andere piloten. Het vliegvenster is wel beperkt. De vluchtduur is relatief, maar de ervaring eens te enerverend. Vliegen boven Kaapstad, zicht op Robbeneiland dat we gisteren hadden bezocht en op een groot deel van de indrukwekkende stad, landen in een parkje aan de rand van de woonwijk direct aan de zee. We genoten dus van een voorrecht en een aanrader om heen te gaan.

Je blijft hopen op die kers op de taart

31

31


HARNASSHOP P NL PARAGLIDING EQUIPMENT

VAKANTIE

Huur een uitrusting

Met recht op huurkoop. Gekeurde nieuwe sets. Keuze uit Skywalk Tequila, Cayenne en Gin Sprint. Vooraf reserveren, korte materiaal instructies voor veilig en verantwoord gebruik.

â‚Ź 19 per5,wee k van

af

www.panchoamelia.nl 32


Recensies

Tekst: Peter Blokker

Nieuwe editie met praktische theorie van het duinsoaren Boek: Theorie van het snorvliegen en paragliding Boek: Theorie van het snorvliegen en paragliding Auteur: Thijs Versloot Omvang: 232 pagina’s, A4 formaat Bestellen: thijsversloot@live.nl Prijs: € 39,95 Als Thijs me de vernieuwde uitgave van zijn theorieboek in mijn handen legt verwacht ik eigenlijk niet zo veel veranderingen met de vorige versie. Van het boek zijn inmiddels al aardig wat versies verschenen en hoe veel kan je nou aanvullen in een jaartje? Ik ben dus verrast, aangenaam verrast, als ik direct zie dat we hier toch weer met een ander boek te maken hebben. Als je de voorlaatste versie ernaast legt valt de verder verbeterde leesbaarheid op; een grotere letter en nog meer goed gekozen kleurenfoto’s en tekeningen. De grootste verandering betreft de inhoud van het boek, die verder is uitgebreid met de discipline duinsoaren. En dat is een primeur. Natuurlijk wordt er ook in andere theorieboeken wel geschreven over soaren, maar dat thermodynamische soaren honderden meters boven een alpiene bergrug is toch echt een andere tak van sport dan het soaren aan de kust. Thijs merkt op dat bij veel instructeurs en piloten de denktrend over soaren in de jaren negentig is blijven steken. Inmiddels is het duinsoaren een op zichzelf staande sport geworden. Kijk alleen maar eens naar het materiaal, harnassen zonder protectie en speedwings… Cobrastarts en verfijnde groundhandling, genoeg stof voor een uiteenzetting op papier. Dat de KNVvL werkt aan een brevetteringssysteem waarin ook het soaren is opgenomen benadrukt de erkenning van het soaren als schermvliegdiscipline. Thijs doet met zijn boek, dat de KNVvL al jaren als verplichte leerkost voor snorvliegers voor-

schrijft, een aanzet om ook voor soartheorie een basis te leggen. Soaren leer je echter niet uit een boekje. Groundhandling ook niet. Thijs zet de theorie zodanig op papier dat het eenvoudig is te visualiseren en het praktische bekwamen in soaren of groundhandeling zeker sneller gaat. Fanatieke en ervaren soarpiloten als Max Morriën en Bas de Weert hebben ook bijgedragen aan de theoretische uitdieping van het soaren, waardoor ook ervaren vliegers nog wat aan de theorie zullen hebben. Nauw verbonden met het soaren is de opkomst van de speedgliders en miniwings, de kleine vleugels die bij harde westenwind gewoon doorvliegen als de “grote jongens” moeten inpakken. Ook één van die nieuwe ontwikkelingen waar maar eens wat over geschreven moest worden en Thijs liet deze kans niet liggen. Verder vinden we zijn ervaringen als instructeur bij de G-force trainer terug in een uitgebreide paragraaf over G-krachten. Ook nieuw is het hoofdstuk tandemvliegen. Dit alles maakt de nieuwe uitgave tot een wel heel interessant leerboek of naslagwerk. Compleet? Dat nog niet, want Thijs denkt alweer na over een nieuwe editie waarin ook liervliegen aan bod komt. Ik raad niemand aan daarop te gaan wachten, daarvoor is deze uitgave gewoon te vernieuwend en interessant!

33

A dream about soaring Film: Robby’s Tribute to Paragliding In onze doorgeschoten gedigitaliseerde samenleving heeft bijna iedere piloot er een virtuele identiteit bij gekregen. Allemaal hebben we wel onze secondsof-fame op het Youtube of Vimeo kanaal, soms zonder het zelf te weten. Minutenlange onversneden filmpjes, geschoten vanuit nerveus bewegende helmcamera’s en amuzikaal begeleid door het bekende windgeruis. Daar zijn er genoeg van. Meer dan genoeg. Zeldzaam zijn de clips met de kwaliteit van een Hollywood trailer en al helemaal van Nederlandse bodem. Sinds kort hebben we er in ieder geval één! Geproduceerd door RockStock Productions, gefilmd door “soarfreak” Robby Crash die de clip presenteert als zijn “Tribute to Paragliding”. In twee weken tijd na de upload is de clip wereldwijd zevenduizend (!) keer bekeken. Reden genoeg om Robby eens te vragen hoe hij dat voor elkaar heeft gekregen. Robby stapte uit de luiers direct op een catamaran en is tot zijn achttiende fanatiek aan het zeilen geweest. In 1998 vond hij een nieuwe uitdaging in het kitesurfen. Ook hierin zocht hij als pionier in de sport extremen op en met een 4,5 m2 kite scheerde hij bij 45 à 50 knopen wind over het water. In april 2011 was voor Robby na een carrière als kitesurfinstructeur de tijd rijp om zich toe te leggen op het duinsoaren. Na dagenlange groundhandlingsessies voelde hij zich comfortabel genoeg om zijn hoogtevrees te overwinnen en de eerste vluchten te maken van lage duinen. In korte tijd werkte Robby zich op tot een promotor van het duinsoaren en richtte de Facebook pagina Soarfreakz op. Met de realisatie van de filmclip laat Robby vervolgens de wereld zien hoe mooi het duinsoaren in Nederland is. De film is geschoten in Zeeland, Wijk aan Zee en op Texel. Subtiele slowmotions en bijzondere perspectieven - zoals de shot vanuit een quadkopter die tussen de risers doorvliegt - maken de film uniek. Volgens Robby is het succes van een geslaagd filmpje vooral afhankelijk van de muziekkeuze. De combinatie van beelden en muziek vormen de clip tot een droom, die voor de kijker te snel voorbij is, maar voor Robby slechts het begin! https://vimeo.com/65755730


Reizen

Alpe d’HuZes

fietsen en… vliegen!

Onder het motto “Opgeven is geen optie” wordt op één dag de

Tekst en foto’s: Bjintse Stoelwinder

legendarische Alpe d’Huez tot maximaal zes keer toe beklommen: Alpe

De Alpe d’Huez is een klim van 14 km lang, met stijgingspercentages van 11%, gemiddeld ruim 8%. Ik had nog nooit hoger gefietst dan de Amerongse berg… Toch kreeg ik al snel het idee om na het fietsen ook van de berg af te vliegen, immers het bloed van een parapenter… Maar vooral als doel om de deelnemers te inspireren en aan te moedigen op een bijzondere manier. Op woensdag 5 juni willen mijn zoon Falco en ik ieder minimaal twee of drie keer proberen die berg te beklimmen. Mijn fietsmaat Guus zou dat op donderdag 6 juni doen. Guus wachtte echter een tegenslag. De uitslag van een eerdere hartscan was dusdanig dat hij niet meer mocht fietsen. Een teleurstelling, want een gedeelte van de as van zijn aan een hersentumor overleden dochter, had hij in 2011 uitgestrooid in bocht nr. 9. Een bedevaartplek dus. Falco en ik besluiten dat wij ieder ook op donderdag 6 juni in plaats van, en voor Guus gaan fietsen.

d’HuZes. Het doel is geld bijeen brengen voor de strijd tegen kanker. Bjintse Stoelwinder fietste mee, en vloog met zijn speciale Alpe d´HuZes paraglider naar beneden.

De eerste keer klimmen gaat beheerst en vrij gemakkelijk in precies twee uurtjes. De andere keren moeizamer, onder andere door de warme zon. Dus veel drinken en eten in de vlakke buitenbochten. Zwoegen en zweten maar wat mooi! Daarna weer naar beneden. Daarbij oppassen, want die berg afknallen lukt gemakkelijk, maar is levensgevaarlijk. We rijden jankend de berg af, zoveel persoonlijke berichten, zoveel kaarsen, herinneringen, onvergetelijk. Een bijzondere vlucht Alpe d’Huez is geen beroemd vlieggebied. Het heeft een kleine startwindow met meestal in de middag (te) harde wind in het dal en landingsveld. Dat viel trouwens deze week erg mee. Er is een prima startplek onderaan de GSM mast aan de Rue des Passeaux, ZZW gelegen en met een breed, mooi aflopend grasveld waar ook de Franse tandems starten. De windvaan is te zien vanuit ons appartement. Ideaal dus, maar helaas de eerste dagen staat de wind strak het dal in. Het landingsveld in Bourg d’Oisans is omgesloten door twee hoogspanningsleidingen, opletten dus! Gedurende de week gonst het al op de berg: “Er is een paraglider die eerst vliegt en dan fietst…”. Op donderdagmorgen 6 juni vlieg ik over de duizenden wielrenners heen die op dat moment aan het klimmen zijn, waaronder Falco. Het vliegen is fantastisch, zo mooi en bijzonder uitzicht… vooral boven bocht 9 t/m 21. Naar beneden schreeuwen en aanmoedigen, scanderende supporters, muziek, banieren.

34


Tekst en foto’s: Bjintse Stoelwinder

Die week gonst het op de berg: “Er is een paraglider die eerst vliegt en dan fietst”

Velen hebben mijn pent gezien en ik krijg veel positieve reacties. De Motards hadden mij ook gezien en vinden het fantastisch. Ze brengen mij (enigszins tegen de regel in) in no time weer boven. Daar wissel ik snel de fietskleding en fietstransponderchip van Guus van Falco’s naar mijn fiets. Snel weer naar beneden en die middag weer de Alpe d’Huez beklommen. Stoppen in bocht 9, steentjes verzamelen, kaarsje branden, foto, stilte, tranen… Het is zo’n voorrecht dit te mogen en kunnen doen! Waar doen we het voor? Velen van ons kennen mensen met kanker. Als deelnemer van de Alpe d’HuZes committeer je je om een aantal keren de berg op te fietsen of te rennen en om minimaal € 2.500,00 op te halen voor de strijd tegen

kanker. Elk jaar strijden daarvoor zo’n 8.000 wielrenners en runners. Het kleine mannetje Twan, met zijn zeldzame soort ziekte AT waarvoor ik actie voer en heb gefietst, werd snel aangevuld met Ruben en anderen… Op mijn actiesite en blog op deze site kun je nog steeds doneren voor dit doel. Pancho Amelia heeft de Gleitschirmsticker met het Alpe d’HuZes logo gesponsord. Ook hebben zij voor mijn actie een oproep gedaan via e-lijn, wat vele spontane donateurs en reacties heeft opgeleverd. Daarvoor dank! Ook ons blad Riser bedankt voor het plaatsen van dit artikel en de mogelijke spin off. Website http://deelnemers.opgevenisgeenoptie.nl/acties/bjintsestoelwinder/ bjintse-stoelwinder/

35


Vluchtplanning deel 2

Proper prior planning prevents piss poor performance In dit tweede deel van de serie over vluchtplanning beschrijf ik de opzet van een plan, waarna we in de volgende delen ingaan op ieder van de punten. Het plannen van een vlucht kan iedereen op zijn eigen manier doen. Hieronder heb ik een methode beschreven die in ieder geval voor mij werkt. Alhoewel persoonlijk, is het een gedegen uitgangspunt. Niet elk item hoeft voor iedere vlucht behandeld te worden. Zie het als een soort checklist, niet relevante of al bekende zaken kun je overslaan. Het belangrijkste punt van de planningschecklist is de taak. Wat is het doel van je vlucht? Is het een wedstrijd, een overlandvlucht of gewoon een glijvlucht? Als je de taak eenmaal voor jezelf hebt vastgesteld kun je beter plannen. Het volgende aspect om rekening mee te houden is het luchtruim. In Nederland is de ruimte waarin we als paraglider kunnen vliegen, zeker vergeleken met andere landen, beperkt. Als we dus gaan vliegen is het van belang om er zeker van te zijn dat we niet in luchtruim terecht komen waar we niet thuishoren. Overschrijdingen onzerzijds kunnen helaas tot inperkingen van ons luchtruim leiden. Ga hier dus voorzichtig mee om. Het weer zorgt bij paragliden voor mogelijkheden maar helaas ook voor beperkingen. Door goed te kijken naar een weerverwachting kan je voor het vliegen al inzien of de taak, die jij jezelf gesteld hebt, reëel is. Helaas is een weersverwachting vooral gebaseerd op macro klimaat en in mindere mate op micro klimaat. Voor overland vliegen is de wolkenbasis bv van belang. Ook kan je kijken naar het meest ideale tijdstip om te gaan starten. Terrein in combinatie met het weer zijn van grote invloed op het vliegen, thermiek is daar immers een factor van. Door het bestuderen van het terrein kan je beperkingen aan zien komen voordat er überhaupt gevlogen wordt. Denk hierbij aan moeilijke oversteken tijdens een overlandvlucht of terrein waar je in combinatie met de heersende wind helemaal niet wil komen. Het eigen kunnen van een piloot dient als een soort klankbord. Op een mooie lentedag in de Alpen met een instabiele opbouw van de lucht, kun je thermisch en turbulent weer verwachten. Kun je daar als piloot mee omgaan of kun je beter het heftigste deel van de dag vermijden? Zijn je afdaaltechnieken voldoende om een opbouwende cumulus dicht te benaderen of moet je meer afstand houden? Je eigen beperkingen of sterke kanten kunnen dan in het plan worden ingebouwd. Als een laatste check heb ik het punt veiligheid.

36

Tekst: Ian van der Horst

Dit is met name bedoeld om alle veiligheidsgerelateerd punten af te vinken. Hierbij kan gedacht worden aan de hoeveelheid water die meegaat tot en met de eventuele retrieve in geval van een buitenlanding. Nadat alle punten zijn behandeld maak je een plan waarmee je, rekening houdend met eventuele beperkingen, de taak kunt volbrengen. Als blijkt dat de taak bij voorbaat onhaalbaar is, kun je hem nu nog aanpassen. In het ergste geval verzin je een nieuwe taak. Daarnaast zou je één taak in meerdere delen kunnen splitsen. Bij het uitvoeren van het eerste gedeelte bijvoorbeeld, kom je erachter of het tweede gedeelte van de taak wel of niet uitvoerbaar is. Volgende keer: Het belangrijkste punt van de checklist: de taak. Info: Ian van der Horst is piloot van een Boeing737 passagiersvliegtuig en sinds 2008 ook paragliderpiloot. Hij geeft tevens theorielessen ter voorbereiding van het B3 theorie-examenonderdeel Navigatie.

Zes-punten-vluchtplan  Taak  Luchtruim  Weer  Terrein Eigen kunnen  Veiligheid


Nieuws

Nederlandse Nieuw boek: recordpoging Cross Country Flying Ballon D-bag Das Streckenflugbuch’ van Burkhard Martens is nu ook in het Engels verkrijgbaar. Het is hét boek voor als je meer wilt weten over overlandvliegen en een goede opvolger van het boek Thermal Flying. Bedoeld dus voor piloten die al kunnen thermieken maar nu verder willen, afstanden vliegen. Geschreven door de zeer bekende instructeur, wedstrijdpiloot en auteur Burkhard Martens. Deze nieuwe druk is uitgegeven in hard cover met 240 pagina’s en meer dan vijfhonderd illustraties en foto’s. In het boek vind je ook interviews met wereldklassepiloten zoals Ewa Wisnierska en Bruce Goldsmith. Ook is er veel informatie opgenomen over de beste XC-vlieggebieden in de wereld.

Binnenkort gaan we een Nederlands record D-Bag vanuit een ballon proberen neer te zetten. Iedereen met een D-Bag k an mee om te “ontplooien”. We hebben ook een grondploeg en teamleden in de ballon nodig, die assisteren en ook foto’s en films willen maken. De kosten voor de ballonvaart zijn ongeveer € 135,00 per persoon. Ook passagiers kunnen meevaren, de mand biedt plaats aan ongeveer 15 personen. De D-Bag piloten ontplooien op ongeveer 3.000 ft. Als je mee wil, moet je op zaterdag- en zondag avond stand-by staan want als het weer het toelaat gaan we varen. We komen eerst nog een keer bij elkaar voor een briefing. Ergens in omgeving van Barneveld, Ede, Amersfoort of Houten gaat dit evenement plaatsvinden. Wil je deze stunt niet missen, stuur dan een mailtje naar info@PanchoAmalia.nl.

Bron: www. parashop.nl

G-force Trainer naar Greifenburg 2

PlusAiR Carbon Limited Edition

Exclusief voor de X-Alps

€ 159

Bruto adviesprijs zie alle aanbiedingen op de website of bel voor de prijs

00

Volgens Thomas Grabner zal de G-forcetrainer al vanaf juni 2013 in het Oostenrijkse vlieggebied Greifenburg in bedrijf zijn. Het apparaat zal in een grote koepeltent op het Fliegercamp worden geplaatst. Hierdoor kunnen er in het vlieggebied zelf trainingen worden gevolgd om te ervaren wat de dynamische krachten zijn die tijdens het vliegen en vooral tijdens het spiralen kunnen optreden. Als je toch in Greifenburg bent deze zomer voor bijvoorbeeld een zekerheidstraining is dit een aanrader als aanvulling daarop. Bron: Air Time Paragliding Sport

,

Alle maten in de winkel

37


Contact KNVvL Bestuur Afdeling Schermvliegen Voorzitter: Maarten van Eck, voorzitter.schermvliegen@knvvl.nl Secretaris: Wouter Stigter, secretaris.schermvliegen@knvvl.nl Penningmeester: Maurice Janssen, penningmeester.schermvliegen@knvvl.nl Kwaliteitsmanagement: John Joosten, kwaliteitsmanagement.schermvliegen@knvvl.nl Portefeuillehouder scholen en examens: Maurice Janssen, examens.schermvliegen@knvvl.nl, scholen.schermvliegen@knvvl.nl Portefeuillehouder brevettering en opleidingen: André Bizot, opleiding.schermvliegen@knvvl.nl Portefeuillehouder veiligheid en techniek: Henry Lemmen, veiligheid.schermvliegen@knvvl.nl, techniek.schermvliegen@knvvl.nl Portefeuillehouder public relations en belangenbehartiging, vice-voorzitter: Erik Louwes, communicatie.schermvliegen@knvvl.nl, belangenbehartiging.schermvliegen@knvvl.nl Portefeuillehouder wedstrijden: Ruud Oudendijk, wc.schermvliegen@knvvl.nl

Agenda Dinsdag 16 juli Bestuursvergadering, 19.00 uur, KNVvL-kantoor Woerden Maandag 19 augustus Deadline kopij en advertenties Riser, nummer 53, riser.schermvliegen@knvvl.nl Dinsdag 20 augustus Bestuursvergadering, 19.00 uur, KNVvL-kantoor Woerden Dinsdag 17 september Bestuursvergadering, 19.00 uur, KNVvL-kantoor Woerden Zie voor actuele data ook www.knvvl.nl

38 38

Lidmaatschap KNVvL Opgave lidmaatschap KNVvL in combinatie met de Afdeling Schermvliegen: KNVvL ledenadministratie, Houttuinlaan 16A, 3447 GM Woerden, telefoonnummer 0348 - 437060. Afdelingsbijdrage: € 22,00, KNVvL-bijdrage: € 54,00. Ongevallen/Voorvallen Elk voorval bij het schermvliegen ten gevolge waarvan letsel van enig belang aan een persoon of schade aan enig goed is toegebracht, alsmede elk voorval dat afwijkt van de normale gang van zaken en waaruit lering kan worden getrokken, moet binnen 3 maal 24 uur door of namens de betrokkenen ter kennis van de Veiligheidscommissie van de Afdeling Schermvliegen van de KNVvL worden gebracht. In geval van een opleidingssituatie moet deze melding door de betrokken instructeur worden gedaan. Het voorval online melden op de site http://veiligheid.knvvl-schermvliegen.nl Schademelding, verzekering en informatie Leden van de Afdeling Schermvliegen van de KNVvL zijn verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheid in hun hoedanigheid van beoefenaar van de schermvliegsport. Verzekerde som € 1.500.000,- Het polisnummer is 19.007.04 bij De Nederlandse Luchtvaartpool, Oostenburgervoorstraat 140-144, 1018 MR Amsterdam, telefoon 020-5301040. Brevetten Schermvliegen De afgifte van Brevet 1 geschiedt door een door de KNVvL erkende opleidingsinstantie schermvliegen. Kosten € 10,- (excl. door de opleidingsinstantie te rekenen toeslagen), te voldoen aan de opleidingsinstantie die het brevet uitgeeft. De afgifte van Brevet 2 en 3 geschiedt door het Afdelingsbestuur. Lidmaatschap van de KNVvL Afdeling Schermvliegen is verplicht. Brevetaanvraagformulieren, takenlijsten en eigen medische verklaring verkrijgbaar bij scholen en via http://www.brevet.aero/schermvliegen/aanvraagformulieren. Kosten € 17,50 over te maken op girorekening 896830 t.n.v. Afdeling Schermvliegen te Woerden; duidelijk vermelden naam en welk brevet. Een IPPI-Card kan worden aangevraagd via www.knvvl.nl/schermvliegen, kosten € 12,-. Een FAI-sportlicentie moet worden aangevraagd bij het Algemeen Secretariaat van de KNVvL, kosten € 9,-. Logboekjes kosten € 2,50 per stuk eveneens te bestellen via http://www.knvvl.nl/webshop Theorie-examens Zie voor verdere informatie www.knvvl.nl/afdelingen/schermvliegen/examens/theorie-examens


KNVvL-erkende KNVvL-erkendeinstructeurs instructeurs

verval vervaldatum datum

Berg Berg Tandem Tandem

Lier Lier

KNVvL-erkende Opleidingsinstanties Opleidingsinstanties KNVvL-erkende

instructeurnr instructeurnr

Naam Naam

Geldigheid Geldigheidaantekeningen aantekeningen per per26november juni 2013 2012

A.A.J.J.Wierenga Wierenga 9201 9201- - IB IB TD 15-11-2014 x 15-11-2014 E.J. E.J.Wierenga Wierenga 9202 9202- - IB IB TD 15-03-2015 x 15-03-2015 H.M.J. H.M.J.Coumans Coumans 9222 9222IL IL IB IB TD 15-11-2014 x 15-11-2014 R.R.ter terHarkel Harkel 9226 9226IL IL IB IB TD 23-04-2014 x 23-04-2014 F.G.M. F.G.M.Jansen Jansen 9230 9230- - IB IB - 10-06-2014 10-06-2014 L.H. L.H.ten tenNapel Napel 9405 9405IL IL IB IB TD 10-06-2014 x 10-06-2014 E.C.M. E.C.M.Beekman Beekman 9501 9501IL IL IB IB TD 16-12-2013 x 16-12-2013 T.M.W. T.M.W.Kuper Kuper 9518 9518IL IL IB IB TD 10-08-2014 x 10-08-2014 A.A.Manuel Manuel 9602 9602- - IB IB TD 01-09-2012 x 01-09-2015 A.G.H.M. A.G.H.M.Bizot Bizot 9606 9606IL IL IB IB TD 15-11-2014 x 15-11-2014 J.P. J.P.Dekker Dekker 9701 9701IL IL IB IB TD 15-11-2014 x 15-11-2014 J.W.H. J.W.H.Omlo Omlo 9703 9703- - IB IB - - 11-11-2014 11-11-2014 G.G.Mesander Mesander 9801 9801IL IL IB IB TD 11-01-2015 x 11-01-2015 J.J.IJsselsteijn Ijsselsteijn 9805 9805- - IB IB TD 31-08-2014 x 31-08-2014 L.L.Montforts Montforts 9807 9807- - IB IB TD 15-11-2014 x 15-11-2014 C.CH. Snoey Blonk 9808 9905IL - IB IB TD 12-09-2012 x 03-10-2015 CH. A. Jager Blonk 9905 9907- - IB IB TD 03-10-2015 x 07-01-2015 A.M.F.J. Jager Schel 9907 9912- IL IB - TD 07-01-2015 x 13-07-2014 W.G.van M F Wout Brink 9908 0101- - IB IB TD 14-08-2014 x 15-11-2014 M.F.J. R.E. ten Schel Berge 9912 0201IL IL - IB TD 13-07-2014 x 03-05-2015 MA.E. F Wout Meindertsma 0101 0204- - IB IB TD 15-11-2014 x 12-09-2013 R.E. J.M.ten Mineur Berge 0201 0205IL IL IB IB TD 03-05-2015 x 25-09-2013 A.E. R.J.M. Meindertsma Kortink 0204 0209- - IB IB TD 12-09-2013 - 10-06-2014 J.M. H.J. Mineur Alberts 0205 0210IL IL IB IB TD 25-09-2013 x 21-09-2014 R.J.M. J.G.M.Kortink Sikking 0209 0214- - IB IB - x 10-06-2014 09-07-2014 H.J. L.A.N.W. Alberts de Wit 0210 0215- IL IB - TD 21-09-2014 x 07-04-2014 J.G.M. T. Wolbert Sikking 0214 0216- IL IB IB TD 09-07-2014 x 01-07-2014 L.A.N.W. P. Rehorst de Wit 0215 0401IL IL - IB TD 07-04-2014 x 26-06-2015 T.G.J.J. Wolbert van Helvoort 0216 0501IL IL IB - TD 01-07-2014 x 28-01-2014 P.P.Rehorst J .A. Scheurink 0401 0502IL IL IB IB TD 26-06-2015 - 08-07-2014 G.J.J. I. Molnar van Helvoort 0501 0505IL IL - IB TD 28-01-2014 x 10-06-2014 P.H.J. J .A.terScheurink Maat 0502 0506IL IL IB IB TD 08-07-2014 x 06-12-2014 I. R.Molnar P. M. Beukers 0505 0507IL IL IB IB TD 10-06-2014 x 12-06-2014 H.J. R.C.ter van Maat Koutrik 0506 0509IL - IB IB TD 06-12-2014 x 28-12-2014 R.L.P.Kragten M. Beukers 0507 0601IL - IB IB TD 12-06-2014 x 06-03-2015 R.C. S. Haas van Koutrik 0509 0603- - IB IB TD 28-12-2014 x 22-05-2015 L.C.Kragten Borra 0601 0702- IL IB - TD 06-03-2015 x 17-02-2014 S.G.A.N. Haas van Rijn 0603 0703- IL IB IB TD 22-05-2015 x 06-02-2014 C.M.W.J.Arends Borra 0702 0704IL IL - IB TD 17-02-2014 x 07-04-2014 G.A.N. R.E.Wolff van Rijn 0703 0705IL IL IB - TD 06-02-2014 x 19-06-2014 M.W.J. V.Verbon Arends 0704 0706IL IL IB IB TD 07-04-2014 x 01-10-2014 R.E. R.Dijk Wolff 0705 0801IL IL - - TD 19-06-2014 x 11-11-2014 V.B.Zeldenrust Verbon 0706 0802IL - IB IB TD 01-10-2014 x 27-12-2014 R.A.A.H.N. Dijk van den Akker 0801 IL - TD 11-11-2014 B. Zeldenrust 0802 0901- IL IB - TD 27-12-2014 x 12-09-2015 A.A.H.N. S.R.Majoor van den Akker 1001 IL IB x 19-05-2015 P.J.Buis 0901 1201 IL IL - IB TD 12-09-2015 x 04-01-2015 S.R. A.Lormans Majoor 1001 1301 IL IL IB IB TD 19-05-2015 x 03-12-2014 P.J. Buis 1201 IL IB TD 04-01-2015

Absolute AbsoluteAiradventure AiradventureParagliding ParaglidingHolland, Holland,Vincent VincentVerbon Verbon && Henk Henk Alberts, Alberts,Turfschipper Turfschipper 96, 96, 2292 2292 JB JBWateringen, Wateringen, 0174-290458 0174-290458 en en 06-51278458, 06-51278458, info@paragliding.nl, info@paragliding.nl, www.paragliding.nl www.paragliding.nl Action ActionAir AirSports, Sports, Ronald Ronald ten ten Berge, Berge, Anemoonhof Anemoonhof 20, 20, 6002 6002WN WNWeert, Weert, 0495-548595, 0495-548595, info@actionairsports.nl, info@actionairsports.nl, www.actionairsports.nl www.actionairsports.nl Air AirTime TimeParagliding ParaglidingSport, Sport, Ayke Ayke Jager Jager && Barry Barry Zeldenrust, Zeldenrust, Lekbandijk Lekbandijk 43, 43, 4119 4119 RA RA Ravenswaaij, Ravenswaaij, 034-5558881, 034-5558881, mail@airtime.nl, mail@airtime.nl, www.airtime.nl www.airtime.nl Eurofly EuroflyParagliding, Paragliding, Lucas Lucas ten ten Napel, Napel, Moorblick Moorblick 1, 1, D-48599 D-48599 Gronau, Gronau, 0049(0)2562-710677 0049(0)2562-710677 en en 06-54663893, 06-54663893, eurofly-paragliding@t-online.de, eurofly-paragliding@t-online.de, www.eurofly.nl www.eurofly.nl Falcon FalconAir, Air,Huub Huub Coumans, Coumans,‘t‘t Schild Schild 31, 31, 5282 5282VJ VJ Boxtel, Boxtel, 0411 0411 -- 673376, 673376, huub. huub. coumans@planet.nl, coumans@planet.nl, www.falcon-air-online.nl www.falcon-air-online.nl Maurik MaurikParagliding, Paragliding, István István Molnár, Molnár, Aalsloot Aalsloot 25, 25, 3993 3993 HA HA Houten, Houten, 06-16810988, 06-16810988, info@maurikparagliding.nl, info@maurikparagliding.nl, www.maurikparagliding.nl www.maurikparagliding.nl Para ParaAdventure, Adventure, André AndréWierenga, Wierenga, Amsterdamsestraatweg Amsterdamsestraatweg 400, 400, 3551 3551 CW CW Utrecht, Utrecht, 030-2434264, 030-2434264, andre@parapente.nl, andre@parapente.nl, www.parapente.nl www.parapente.nl Paraglidingschool ParaglidingschoolInferno, Inferno, Roland Roland ter ter Harkel, Harkel, Kogellaan Kogellaan 10, 10, 7602 7602 JL JL Almelo, Almelo, 0546-860662, 0546-860662, info@paraglidingschool.nl, info@paraglidingschool.nl, www.paraglidingschool.nl www.paraglidingschool.nl Parapente ParapenteNoord-Nederland, Noord-Nederland, Geert Geert Mesander, Mesander, Kromme Kromme Elleboog Elleboog 40, 40, 9751 9751 RE RE Haren, Haren, 050-5719934 050-5719934 en en 06-13182565, 06-13182565, www.parapentenoord.nl www.parapentenoord.nl Parasailingteam ParasailingteamNistelrode, Nistelrode,Rob Rob van van de de Akker, Akker, Heufkens Heufkens 526, 526, 5403 5403 LV LV Uden, Uden, www.parasailingteam.nl, www.parasailingteam.nl, info@parasailingteam.nl info@parasailingteam.nl Pro ProAir AirParagliding, Paragliding,André André Bizot, Bizot, Prunusstraat Prunusstraat 49, 49, 7271 7271 HP HP Borculo, Borculo, 0545-273305, 0545-273305, info@proair.nl, info@proair.nl, www.proair.nl www.proair.nl Skygliders SkyglidersParagliding, Paragliding,Joost Joost Mineur, Mineur,Veursestraatweg Veursestraatweg 98, 98, 2260 2260 AG AG Leidschendam, Leidschendam, 070-317 070-317 82 82 16 16 // 06-245 06-245 320 320 26, 26, info@skygliders.nl, info@skygliders.nl, www.skygliders.nl www.skygliders.nl

KNVvL-erkende Schermvliegverenigingen Schermvliegverenigingen KNVvL-erkende AAParagliding ParaglidingHolland Holland (7301), (7301),Vincent VincentVerbon, Verbon,Turfschipper Turfschipper 96, 96, 2292 2292 JB JB AA Wateringen, 0174-290458 0174-290458 en en 06-51278458, 06-51278458, info@paragliding.nl, info@paragliding.nl, Wateringen, www.paragliding.nl www.paragliding.nl AchterhoekseVliegers VliegersXCC XCC (7201), (7201), J.M. J.M. van van Steenderen, Steenderen, Zutphensestraatweg Zutphensestraatweg Achterhoekse 49A, 6953 6953 CJ CJ Dieren, Dieren, 0313-496940, 0313-496940, secretariaat@achterhoeksevliegers.nl secretariaat@achterhoeksevliegers.nl 49A, EersteNed. Ned.Parapente ParapenteVereniging Vereniging(Para (ParaAdventure) Adventure) (7655), (7655), André André Eerste Wierenga, Amsterdamsestraatweg Amsterdamsestraatweg 400, 400, 3551 3551 CW CW Utrecht, Utrecht, 030-2434264, 030-2434264, Wierenga, andre@parapente.nl, www.parapente.nl www.parapente.nl andre@parapente.nl, FalconAir Air(8503), (8503), Huub Huub Coumans, Coumans,‘t‘t Schild Schild 31, 31, 5282 5282VJ VJ Boxtel, Boxtel, 0411-673376, 0411-673376, Falcon huub.coumans@planet.nl, www.falcon-air-online.nl www.falcon-air-online.nl huub.coumans@planet.nl, ParaglidingclubSky SkyRebels Rebels (7198), (7198), Aart Aart de de Harder, Harder, Bergse Bergse Linker Linker Rottekade Rottekade Paraglidingclub 221b, 3056 3056 LG, LG, Rotterdam, Rotterdam, 06-54757845, 06-54757845, aart@raatsaam.nl, aart@raatsaam.nl, www.skyrebels.nl www.skyrebels.nl 221b, ParasailingteamNistelrode Nistelrode (7289), (7289), Rob Rob van van de de Akker, Akker, Heufkens Heufkens 526, 526, 5403 5403 LV LV Parasailingteam Uden, www.parasailingteam.nl, www.parasailingteam.nl, info@parasailingteam.nl info@parasailingteam.nl Uden, Plus44 (715232), (715232), Dick Dick ter ter Maat, Maat, Postbus Postbus 647, 647, 7500 7500 AP AP Enschede, Enschede, Plus dtermaat@t-online.de, www.plus-4.nl www.plus-4.nl dtermaat@t-online.de, ProAir AirParagliding Paragliding (8502), (8502), André André Bizot, Bizot, Prunusstraat Prunusstraat 49, 49, 7271 7271 HP HP Borculo, Borculo, Pro 0545-273305, info@proair.nl, info@proair.nl, www.proair.nl www.proair.nl 0545-273305, SkyclubHolland Holland(7297), (7297), Alex Alex Schreurs, Schreurs, Meester Meester Meinenweg Meinenweg 99 te te 7107 7107 AN AN Skyclub Winterswijk Kotten, Kotten, 0543-563253, 0543-563253, fwa.schreurs@kpnmail.nl fwa.schreurs@kpnmail.nl Winterswijk StichtingEurofly EuroflyParagliding Paragliding (7292), (7292),Ton Ton van van Duuren, Duuren, Moorblick Moorblick 1, 1, D-48599 D-48599 Stichting Gronau, 0049(0)2562-710677 0049(0)2562-710677 en en 06-54663893, 06-54663893, vanduuren-t@versanet.de, vanduuren-t@versanet.de, Gronau, www.eurofly.nl www.eurofly.nl TwentseParagliding ParaglidingClub ClubSkyline Skyline (7657), (7657), Maarten Maarten Swart, Swart, Middendorpstraat Middendorpstraat Twentse 7, 7855 7855 PR PR Meppen, Meppen, 0591-377155, 0591-377155, skyline.bruinehaar@gmail.com skyline.bruinehaar@gmail.com 7,

Vermelding in rood, betekent verlopen aantekening instructeur.

Vermelding in rood, betekent verlopen aantekening instructeur.

43 39 39


40


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.