Monte - Klim-en Bergsportmagazine KBF - june 2022

Page 1

KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE

MONTE

2022 / 3

EEN BLIK OP: Seven summits, en andere toppen

VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - JANUARI (SPECIAL EDITION - OPLEIDINGSBROCHURE), MAART, JUNI, OKTOBER, DECEMBER AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808

1


OUTDOOR KADERDAG 08.10.2022

Welkom KBF-lesgevers en -begeleiders in Pont-à-Lesse ! De tweejaarlijkse kaderdag hoeven we jullie niet meer voor te stellen. Telkens in de oneven jaren en meestal begin december beleven ruim een honderdtal vrijwilligers een boeiende dag vol interessante lezingen, presentaties en workshops. Nieuw is dat we nu ook een échte outdoor bijscholingsdag organiseren… ideaal dus voor klimschoolmedewerkers, lesgevers en stageleiders in elke discipline van de klim- en bergsport!

Het klimmassief en de omgeving van Pont-à-Lesse (Dinant) lenen zich perfect om verschillende sessies aan te bieden om veel uit bij te leren. Je zal uit dit aanbod tot 4 sessies (van elk 90 minuten) kunnen kiezen: • Ervaringsgericht leren in de klimsport • Groepsdynamica en bergsport • Commit to climb or retreat – risico-afwegingen bij rotsklimmen • Navigeren met GPS in de praktijk • Oriënteren met orhydrografische kaart – een challenge! • Navigeren met smartphone: AlpenvereinAktiv in de praktijk • Slachtofferbenadering en eerste inschatting maken (outdoor EHBO) • Verplaatsen en dragen van een slachtoffer (outdoor EHBO) • Keep the heat! Bescherming tegen onderkoeling (outdoor-EHBO) • Risico’s en voorkomen van hangtrauma in de klimsport • Natuur op en rond de rotsen • Rappel zonder afdaalapparaat • Van slackline tot highline • Equiperen kunnen we demonstreren • Via ferrata met kinderen • Klimmen met 3: hoe kan het efficiënter? • Rappel in groep en gebruik van de shunt in driemanscordeé op een rotsgraat • Nieuwe inzichten bij standplaatsopbouw met krachtenverdeling in trad climbing • Redding uit gletsjerkloof in een 2-mans touwgroep • Met jongeren naar de bergen: bevorder de groepsdynamiek via spel • Van trailrunning naar skyrunning • ... Inschrijvingen via www.kbfvzw.be/outdoor-kaderdag

VERVOLLEDIG JE LEERRIJK WEEKEND MET DE NOODOEFENING OP 9 OKTOBER 2022 !

We oefenen op de gedragslijn die je als begeleider bij een noodsituatie te volgen hebt: van EHBO en het alarmeren van de hulpdiensten tot groepsmanagement. Zo kan jij als begeleider het verschil maken wanneer het er écht toe doet. Schrijf je in op www.kbfvzw.be > kaderopleidingen & bijscholingen


JAARGANG 15

2022 / 3

EEN BLIK OP... 'Seven Summits' en andere toppen... 14

Inhoud 30

Actueel 2 Aankondiging sportkaderdag / Noodoefening 3 Inhoud 5 Voorwoord 7 Up2Date 9 Boekbespreking: There and Back: Photographs from the Edge 62 Duurzame materialen gids deel 2/3 66 Shop en hutten Veiligheid & techniek 10 Materiaal & Techniek: nieuwe producten 22 Levensreddende routines

20

sportklimmen 12 Sportklimmen: de toekomst van topsport in Vlaanderen 14 Op bezoek bij Gustaaf Klimt bergwandelen 18 Summitfever bij bergwandelaars rotsklimmen 52 Klimmers, de middeleeuwse ridders in een modern jasje 56 Vrijwilligers in de kijker: Het Belgian Rebolting Team 60 Onbekend is onbeklommen: Olloy

48

een blik op... seven summits en andere toppen 6 Boekbespreking - Seven Summits 26 Seven Summits 30 De 7 summits - interview met Koen Wittevrongel 34 Over the Top 38 Huttentocht Hochstubai 42 Mera Peak 48 Single Push

56 Foto kaft artikel Koen Wittevrongel © Denver Chapman 3


OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE De Klim- en Bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 13 000 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen. De KBF telt 35 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.kbfvzw.be > clubs

BEREIKBAARHEID Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00* *Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag.

De mooiste berg ter wereld, de Alpamayo, ligt in Peru. Het mooiste klimcentrum met dezelfde naam vind je op de be-MINE, in de voormalige elektriciteitscentrale. Individuelen, groepen en scholen zijn er welkom. Klimcentrum ALPAMAYO be-Mine 21, 3582 Beringen info@alpamayo.be facebook/alpamayo.klimcentrum 011/96.66.66

W W W. ALPAMAYO.BE

E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be SHOP In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op www.kbfvzw.ecwid.com KBF-HUTTEN Chaveehut Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Vennhütte Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.

t u re s Vaca

KLIMGREPEN

KLIM VOLUMES

B

KLIM MATERIALEN

DE BESTE PRIJZEN VIND JE OP

WWW.KLIMWANDSHOP.BE

4

o rt

job ar een a n k e op zo sport? B e n j e l i m - e n b e rg e! in de k websit e z n o s op c a t u re a v e d ekijk

EN GR

ZEN

nd ag? n ro d gedr e g n ra SP et v chrijde m s je r 2 Zit nsove 1712 75 0 n e j r i 0 lpl 83 l) g : hu of 03 uee l s a k v g e w. b e (se z ood • N @kbfv i p :a vies d A • T OR

HARDWAREN

k in de

gsp n be r e m i l

MET


Onze projecten MOUNT COACH-Academy

Belgian Rebolting Team

KBF werkt samen met:

VOORWOORD Een lange weg Terwijl ik dit schrijf, beheersen berichten over de droogte in Vlaanderen het nieuws. In ons regenrijke landje aan de Noordzee wordt zomer na zomer opgeroepen om zuinig om te springen met water. In de Alpenlanden wordt jaarlijks het krimpen van de gletsjers gemeten. IJsklimstages lijken tegenwoordig letterlijk in het water te vallen. De klimaatopwarming neemt verschillende vormen aan. We weten dat we actie moeten ondernemen. Op een symposium rond duurzaamheid, georganiseerd naar aanleiding van het nieuwe ‘repair center’ van RAB in Leusden, formuleerde de outdoorindustrie duidelijke doelstellingen: herstelbaar materiaal met een lange levensduur; beheersbare afvalstromen en respect voor de rechten van arbeiders wereldwijd. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Waar kunnen we terecht met onze versleten klimschoenen? ‘We kunnen het niet alleen’, was een veelgehoorde uitspraak. Vandaar ook dat de industrie de European Outdoor Group heeft opgericht, een neutraal platform dat vanuit gedeelde waarden werkt aan gemeenschappelijke doelen, zoals duurzaamheid en respect voor de natuur. Ook dat zal niet volstaan. De industrie moet haar klanten meekrijgen. Wat voor zin heeft het repair center van RAB als jij liever een nieuwe slaapzak of donsjas koopt dan je beschadigde materiaal te laten herstellen? Maar communicatie van een merk is ook altijd een beetje reclame. Daar komt de KBF in beeld: ik richt me nu rechtstreeks tot jou, KBF-lid en lezer van Monte. Straks buigen we ons met team en bestuur van KBF over onze kernwaarden. Het is een eerste stap in de uitwerking van een nieuwe communicatiestrategie. In het najaar vragen we allicht jouw input, via een bevraging of focusgroepen. Ik ben benieuwd welke plaats duurzaamheid zal innemen in het verhaal dat we samen willen schrijven, de komende jaren. Bruno Vermeeren Algemeen directeur

colofon Het federatietijdschrift Monte verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2022 januari (Special Edition - Opleidingen en workshops), maart, juni, oktober, december

blijf op de hoogte Volg KBF op Instagram en Facebook @Klimenbergsportfederatie voor de laatste nieuwtjes in de sport

deadlines 2022 Maart 24.12.2021 / juni 04.04.2022 / oktober 29.07.2022 / december 10.10.2022 REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Annelore Orije, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Arne Monstrey, Jan Cools, Ben Van Poucke, Ignace Bral, Bart Smets VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming: Reginald Roels Druk: Drukkerij Albe de Cocker - Hoboken VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Yanick Bos - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht

5


BOEKBESPREKING

Tekst Ignace Bral

Dutch Mountain Trail en de Seven Summits Deze handige topogids (12,5 x 17 cm) voert de wandelaar langs en op de zeven steilste bergtoppen van Zuid-Limburg (Nederland). De Dutch Mountain Trail is een stevige wandeltocht die de Seven Summits met elkaar verbindt. Start aan het station van Eygelshoven (Kerkrade), aankomst aan het station van Maastricht. Een verrassende route waarbij het berggevoel veel meer aanwezig is dan je ooit zou vermoeden. Alpenweiden, snelstromende beekjes, rotswanden en vergezichten zullen je verrassen. De Dutch Mountain Trail is 101 km lang met 1 718 hoogtemeter. De vier voorgestelde etappes zijn in detail beschreven. Zestien detailkaarten op schaal 1/25 000 vervolledigen deze uitgave. Berggevoel dicht bij huis, bereikbaar met de trein… meer moet dat niet zijn. ISBN: 9-789090-336695 Vijfde herziene druk, mei 2021

Kruispunten op mijn Camino Waar Santiago de Compostela de richting is en de innerlijke groei het doel. Na een tweede zware burn-out zal Luc Willems enkele ingrijpende beslissingen nemen. Om uit zijn diepe dal te kruipen en zijn leven om te gooien, plant hij de Camino Primitivo naar Santiago de Compostela. Zonder kaart of kompas gaat hij op weg met zijn schaars gepakte rugzak. Hij stelt niet de aankomst in Santiago als doel, maar zijn innerlijke groei. Op dat pad leert hij vertragen en laat zich leiden door de tekens en gidsen die hij tegenkomt. In de ruige bergen van het paradijselijke Asturië voelt hij zelfs de kiem terug groeien die weer liefde in zijn leven zal toelaten. De nieuwe inzichten die hij kreeg tijdens zijn tocht worden mooi beschreven in dit boek. En ja, het was een wonderlijke reis. Ik kon dit boek niet beter samenvatten dan integraal de flaptekst over te nemen. Kruispunten op mijn Camino is een zeer persoonlijk verhaal van een zoekende (en vindende) man. Luc Willems is een van de vele duizenden die de Camino lopen. Weinigen wandelen echter met dezelfde ingesteldheid. Voor al wie de Camino op zijn/haar verlanglijstje heeft staan de moeite waard. En ook voor allen die willen stilstaan bij het leven. ISBN 9789464317800

Seven Summits Seven Summits, welke bergsportliefhebber kent dit begrip niet? Op elk continent de hoogste top beklimmen. En wat een verrassing: moeten er geen acht zijn? Sommigen noemen Australië ook een continent… Is de Kosciuszko dan niet de hoogste of de Big Ben op het afgelegen Heard Island? Voer voor mensen die echt tot de kern willen gaan. We vinden van elke berg de specifieke omgeving, de klimhistorie en de verschillende klimroutes. En dan komen de heftige en meeslepende verhalen van de klimmers zelf. Over de moeilijke omstandigheden, de beslissingen, het gevaar, de angst of de euforie. Dit boek dat een soort moderne Odyssee is, zal elke bergsportliefhebber aanspreken. Net als voor het bereiken van de Seven Summits zal je voor dit boek wat moeite moeten doen. Het is niet gemakkelijk in de reguliere handel te vinden, maar speurneuzen zullen deze zeer interessante uitgave hoe dan ook nog op de kop kunnen tikken. En hoe meer moeite men moet doen om iets te bereiken, hoe meer vreugde achteraf… Wij alpinisten en bergwandelaars weten waarover we spreken. ISBN: 90 246 0606 3

6


UP2DATE

Nieuw rotsmassief: Welkom in Olloy

KBF verwelkomt nieuwe voorzitter

Met fierheid stellen we u voor aan onze nieuwe voorzitter Yanick Bos, een bergwandelaar met een grote passie voor de klim-en bergsport. Hij is immers geen onbekende voor de federatie, want KBF kon al langer op zijn steun rekenen als penningmeester. Verder is het KBF-bestuur ook een vrouwelijke kracht rijker met komst van Nicole Vyncke. We wensen hen beide veel succes!

20 goed behaakte lengte-routes en meer dan 10 boulders wachten je op in het nieuwste rotsmassief van KBF. De carrière Prospèr of kortweg “Olloy” opende op 21 mei officieel voor het klimmende publiek. Deze oude steengroeve in de Viroinval herbergt een reeks unieke routes, vol barsten en blokken in kalksteen, overwegend in de 5e en 6e graad. Ideaal voor een goed gevulde klimdag. Olloy is een realisatie van Mount Coach, onder goedkeurend oog van de BRT-rotswerkers. Bedankt aan alle werkers voor jullie inzet! De topo is beschikbaar in de KBF-webshop. Met je aankoop steun je het Belgian Rebolting Team en het beheer van de massieven.

Klim-en Bergsportfederatie

topo olloy

2022

Eerste Belg haalt top van Kanchenjunga

Gefeliciteerd Rudi Bollaert Op 5 mei 2022 behaalde Rudi Bollaert als eerste Belg de top van Kanchenjunga (8,586 m)! Hoe de beklimming is verlopen kan je tot in de puntjes nalezen in het verslag op www.berghut.be. Donderdag 5 mei 2022: Rudi haalt als eerste Belg de top van Kanchenjunga, 8586m. Wij zijn alleszins immens trots!

Klimchallenge : 12 uren van Durnal Plezantstraat 11, 9220 Hamme

Tel 052/47 85 22

info@berghut.be

(17 september 2022) https://berghut.be

Na 7 succesvolle edities (2015-2021) lanceert de Klim- en Bergsportfederatie, samen met de Club Alpin Belge en de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging de achtste editie van de klimchallenge '12 uur van Durnal' De uitdaging? Duizend hoogtemeters klimmen binnen 12 uur tijd ! Mag het iets meer zijn? Hardcore rotsklimmers gaan voor de ultieme uitdaging, nl. het klimmen van àlle routes in 12 uur tijd! Meer info en inschrijven via www.kbfvzw.be (vanaf de start van de zomervakantie)

7


• •

✓ ✓ ✓ ✓ ✓

8


Tekst Annelore Orije

There And Back: Photographs from the Edge Een nieuw, grensverleggend fotoboek van Jimmy Chin Een fotoboek had Jimmy Chin nog niet in zijn repertoire, maar met ‘There and Back: Photographs from the Edge’ brengt hij daar verandering in. En dat werd stilaan tijd. De nieuwkomer is meteen een grote hit bij het publiek. Het duurt dan ook niet lang voor de eerste druk volledig uitverkocht is. Startend met zijn eerste expeditie in 1999 naar de Charakusa, neemt Chin je mee in zijn succesvolle carrière als Oscarwinnende filmmaker en fotograaf voor National Geographic. Noemenswaardig op zich, maar wat Jimmy helemaal bijzonder maakt, is dat hij niet alleen uitzonderlijke plaatjes maakt, ook op klimtechnisch niveau presteerde hij al verschillende hoogstandjes. Dat stelt hem in staat om de meest geëxposeerde plekken in (stilstaand) beeld te vertalen. Jimmy Chin wint voor het eerst aan bekendheid met zijn film ‘Meru’ die in 2015 op het grote scherm verschijnt van het gerenommeerde Sundance Film Festival. Recensenten omschrijven de film als “aangrijpend” en “bovenmenselijk spectaculair”. Bovendien is Jimmy niet alleen de regisseur van deze film, hij is zelf één van de klimmers die de Meru Peak probeert te bedwingen. De klimfilm wint heel wat lof bij het kijkend publiek en zet de toon voor de rest van zijn carrière. Jimmy herhaalt het succes met Free Solo, en doet er nog een schepje bovenop. Deze documentaire over de eerste solobeklimming van El Capitan door Alex Honnold, vergt voor vele Monte-lezers geen verdere toelichting. De bloedstollende documentaire doet immens veel filmzalen vol lopen. In 2019 wordt Free Solo de eerste bergfilm die een Oscar binnensleept, dit voor Beste Documentaire. Net als bij zijn eerste film kan hij voor de regie rekenen op de hulp van zijn vrouw Elizabeth Chai Vasarhelyi, die als niet-klimmer een kritische kijk op het geheel weet te behouden. Het leven in de bergen ziet er door Jimmy’s lens fenomenaal uit. Hij weet als geen ander hoe klimmers, skiërs en andere extreme situaties in beeld te brengen. In dit boek neemt Jimmy je mee in zowat heel zijn carrière en vertelt daarbij kort over zijn ervaringen. Het resultaat is een magisch fotoboek, dat je hier en daar doet stilstaan bij zijn avonturen en de mensen die hij daar tegenkomt. 310 pagina’s, hardcover 211 iconische foto’s ISBN: 978-1-9848-5950-1 €50,Verkrijgbaar in de KBF-webshop

9


MATERIAAL EN TECHNIEK

Tekst Arne Monstrey (verkoper bij K2)

EDELRID – Mission Set 14 cm ‘Light is right’ Met deze Mission Set is Edelrid er in geslaagd om één van de lichtste functionele setjes op de markt te brengen. Slechts 67 gram per stuk is echt sterk. In tegenstelling tot vele andere lichtgewicht setjes, is het lintje tussen de twee snappers nog steeds breed. Dit zorgt voor meer stabiliteit bij het inpikken en is handiger bij het occasionele ‘setje-trek’ in alpiene omstandigheden. Ook de musketons hebben in tegenstelling tot vergelijkbare modellen een keylocksluiting in plaats van een draadsnapper. Dit maakt ze veel aangenamer in gebruik. Gewicht: 67 gram Adviesverkoopprijs: 27,95 euro

MSR – Guardian Gravity Purifier ‘Eén filter voor al je zorgen’ Deze filter doet het ineens allemaal. Daar waar de meeste filters enkel bacteriën en protozoa verwijderen, haalt deze Guardian ineens ook virussen uit je water. Maar dat is niet alles, want ook sediment en micro plastics worden gefilterd. En daar komt dan nog eens bij dat ook geuren en kleuren eruit gehaald worden. Deze filter doet het ineens allemaal. En bovendien hoeft er niet eens gepompt te worden. De zwaartekracht doet immers al het werk. Oorspronkelijk ontwikkeld voor het Amerikaanse leger en humanitaire medewerkers die onderweg zijn in moeilijke omstandigheden, dient deze Guardian Gravity filter nu ook ‘gewone burgers’. De filter kan dus tegen een stootje. Het is misschien niet de lichtste (530 gram) of de meest compacte (10 op 30 cm) op de markt, maar is wel de meest volledige waar je altijd en overal op kunt vertrouwen. Gewicht: 530 gram Adviesverkoopprijs: 294,95 euro

BLUE ICE – Reach Backpack ‘ a climbing essential’ Deze lichtgewicht klimrugzak is gemaakt uit 70D nylon met een Spectra Grid erdoor geweven. Ze komt in twee verschillende volumes: eentje van acht en eentje van twaalf liter. Bij Blue Ice mikken ze hiermee vooral op de multipitch sportklimmer. De brede schouderbanden zorgen er echter ook voor dat het inzetbaar is als looprugzakje voor tijdens het trailrunnen. Er zitten handige zakjes op de schouderbanden zodat je aan enkele essentiële items kunt (smartphone, zonnecrème, snacks en zelfs een extra drinkzakje van 500 milliliter, zonder dat je de rugzak zelf hoeft af te doen. Uiteraard is de rugzak zelf ook compatibel met een drinkzak. Andere features zijn een afneembare helmhouder, een extra lintje om gemakkelijk een klimtouw te bevestigen en meerdere zakjes binnenin en aan de zijkant. Een fantastische rugzak voor de avontuurlijke buitensporter die houdt van ‘light & fast’ activiteiten in de Bergen. Gewicht: 354 gram (8 L); 371 gram (12 L) Adviesverkoopprijs: 130 euro (8 L); 140 euro (12 L)

10


ORGANO TEX – Wash In Textile Waterproofing ‘biodegradeerbaar impregneermiddel voor regenkledij’ Dit product is al een tijdje op de markt en wint langzaam aan populariteit. Terecht ook. In 2018 wonnen ze zelfs de Scandinavian Outdoor Sustainability Award. Het is een onderhoudsproduct voor waterdichte kledij om het terug een betere waterafstotende bescherming te geven en bestaat zowel als wasmiddel als in sprayvorm. Het unieke aan dit product is dat het volledig biodegradeerbaar is en volledig vrij van PFC’s (zoals ook het helaas bekende PFAS en PFOS). Verder werkt het zoals gelijk welk ander onderhoudsproduct. Er is geen ander wasmiddel nodig, er mag nooit wasverzachter gebruikt worden, wassen op 30 à 40 °C maximum, liefst op een lage draaicyclus en nadien steek je het product best nog eens in de droogkast, ook hier weer, lage temperatuur en niet te hard zwieren. Alles staat nog eens duidelijk geschreven op elke fles of op hun website. Gewicht: 500 gram Adviesverkoopprijs: 24,95 euro

EXPED – Ultra, Dura en Versa slaapmatten ‘een volledig vernieuwde reeks’ Het Duitse Exped heeft voor 2022 zijn slaapmatten volledig opnieuw onder handen genomen. Ze wilden vooral iets meer uniformiteit brengen in hun verhaal. Zo zijn hun trekkersmatten vanaf nu onderverdeeld in een Ultra-, een Dura- en een Versa reeks. De Ultra matten zijn die waar een licht gewicht het allerbelangrijkste is. Bij de Dura matten gaat men op zoek naar de beste combinatie van duurzaamheid, licht gewicht, warmte en comfort. De Versa matten zijn iets sterker en zwaarder en komen met een ingebouwde handpomp, waar de andere twee reeksen standaard met een opblaaszak komen. In elke reeks komen verschillende codes terug. Deze staan voor de R-waarde of isolatiewaarde en komen telkens overeen met een bepaalde temperatuur. Dat wil zeggen dat elke matras goed zal isoleren tot een bepaalde temperatuur: 1R isoleert goed tot +10°C 2R isoleert goed tot 0°C 3R isoleert goed tot -5°C 4R isoleert goed tot -10°C 5R isoleert goed tot -20°C 6R isoleert goed tot -25°C 7R isoleert goed tot -30°C 8R isoleert goed tot -40°C En verder komen sommige matten in een rechthoekige vorm, een mummy vorm of een duo formaat (voor twee personen). Waarbij ze vaak ook nog eens in verschillende afmetingen komen: M (183 cm op 52 cm) MW (183 cm op 65 cm) LW (197 op 65 cm) Duo (183 op 105 cm) Duo LW (197 op 130 cm) De dikte van de matten hangt een beetje af van het model. Met uitzondering van de Versa 1R en 2R, die 5 cm dik zijn, zijn alle andere matten minstens 7cm hoog. Enkel in de hogere R-waarden (vanaf 7R) gaat men naar 9cm. Sowieso slaap je dus op een zeer zachte en comfortabele mat. Wat verder ook nieuw is, is dat de productie en het transport van deze matten vanaf nu CO2 neutraal is, én dat de buitenkant van alle matten volledig bestaat uit gerecycleerd materiaal. Bovendien krijgt elke mat een garantie (op delaminatie) mee van vijf jaar. Voordien was dit enkel bij de zwaardere matten het geval, maar nu dus ook bij de lichtgewicht-varianten. Gewicht: afhankelijk van het type mat Adviesverkoopprijs: afhankelijk van het type mat

11


Tekst Robby Toth

Sportklimmen: de toekomst van topsport in Vlaanderen Ondanks dat het reeds in 2016 bekend was dat Sportklimmen geïntegreerd zou worden op de Olympische Spelen van Tokyo in 2021, is het Olympische programma voorgedragen door KBF pas eind 2021 erkend en aanvaard door Sport Vlaanderen. Dit is een grote stap die uiteindelijk resulteert in de full time aanwerving van Topsportcoach Liselotte De Bruyn en de uitgesproken ambitie van Hannes Van Duysen en Ties Vancraeynest om een plaats op de Olympische Spelen van Los Angeles in 2028 te bemachtigen. Vreemd, vraagt u zich nu af. Klopt als een bus. Hoe is deze situatie dan onstaan? Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) merkte tussen 2010 en 2015 op dat de Olympische Spelen het jonge publiek niet bereikten. Om dit op te lossen werd beslist sporten toe te voegen die voornamelijk het jongere publiek aanspreken. Vroeger konden weliswaar bepaalde sporten als demonstratiesport aantreden op de Olympische Spelen, maar deelnemers aan deze sporten konden nooit een Olympische medaille bemachtigen. In het nieuwe systeem kan de gaststad een aantal sporten voordragen. De atleten die deelnemen in deze sporten kunnen wél strijden voor een Olympische medaille, wat de beloning des te groter maakt. Zo dus ook sportklimmen, die zijn plaats vond naast skateboarden en surfen als toch een van de meest opvallende publiekstrekkers in het nieuwe aanbod. Het nadeel van het nieuwe systeem is dat deze sporten telkens opnieuw moeten worden voorgedragen door de gaststad. Waar bijvoorbeeld baseball zeer actief wordt beoefend in Japan, is dat niet het geval in Parijs. Deze onzekere situatie bemoeilijkt ook het werken op lange termijn omdat de sport nooit zeker is van deelname aan de volgende Olympische Spelen tot ongeveer 4 jaar voor die specifieke Spelen. Omwille van die onzekerheid heeft Sport Vlaanderen ervoor gekozen om enkel in te zetten op korte-termijndoelen, waardoor bij gebrek aan kandidaten, de KBF geen ondersteuning voor een Olympisch traject kon bemachtigen in de aanloop naar de Olympische Spelen van Tokyo 2020. Door de covidperikelen die de Olympische Spelen een jaar verschoven hebben, moesten we zelfs een jaar langer op onze honger blijven zitten. Gelukkig kregen we begin 2021 al dubbel goed nieuws; Sportklimmen zou ook op de Olympische Spelen van Parijs in 2024 zijn plaatsje hebben én onze atleten zouden kunnen strijden om 2 verschillende medailles in twee verschillende disciplines. Al snel werd door de International Federation of Sport Climbing (IFSC) de beslissing genomen om Speed los te trekken van de combined en een “nieuwe” combined te creëren bestaande uit Boulder en Lead.

Boven en midden: © Michael Timmermans / onder: © Thibaut Debelle

12

Gewapend met deze nieuwe informatie alsook een hoop uitstekende resultaten van Hannes Van Duysen en Ties Vancraeynest, ging KBF aan de slag om Sport Vlaanderen ervan te overtuigen dat we niet alleen enkele goede kandidaten hebben die de Olympische Spelen kunnen bereiken in Los Angeles 2028 maar mogelijk ook Parijs 2024. Na overleg met onze Waalse collega’s van CAB (Club Alpin Belge) besloten we om het parcours dat we van 2016 tot 2021 hadden afgelegd verder te zetten en vol in te zetten op de werking van het Belgisch Team. Het geloof dat deze samenwerking vruchten zou afwerpen had reeds in 2021 bewezen dat de mogelijkheden verregaand waren met in totaal meer dan 20 medailles op internationale wedstrijden, verdeeld over verschillende Belgische atleten. Eind 2021, begin 2022 kregen we voor de derde maal goed nieuws van het IOC front. Sportklimmen is opgenomen in het vaste programma van de Olympische Spelen van Los Angeles 2028. Dat wil zeggen dat we niet langer angstvallig moeten afwachten maar dat we eindelijk tot 7 jaar in de toekomst kunnen beginnen werken zonder dat we ons grote zorgen moeten maken of we hiervoor ondersteund zullen worden. Hoe pakken we het van hieraf aan? De belangrijkste stap hebben we ondertussen al gezet. Liselotte De Bruyn is sinds begin maart voltijds in dienst bij de KBF als Topsportcoach. Zij heeft hierdoor meer tijd om onze twee uitgesproken Olympische kandidaten intensief te begeleiden alsook trainingsdagen te organiseren voor alle atleten van het Belgian Climbing Team in samenwerking met de coaches die aangesteld zijn door de CAB. Daarnaast zal zij samen met Robby Toth (Technisch Directeur Topsport) mee instaan voor de verdere ontwikkeling van topsport in de verschillende KBF clubs met deze ambitie. Naar de toekomst toe willen we Sport Vlaanderen ertoe krijgen om de topsportwerking van de KBF-clubs breder dan deze twee atleten te laten ondersteunen door middel van een Olympisch ontwikkelingsprogramma. De eerste bouwstenen zijn hiervoor al gelegd, maar nu moeten we ook Sport Vlaanderen ervan overtuigen dat we het hiermee ver kunnen schoppen. Tot dan, blijf het Belgian Climbing Team volgen via de facebookpagina van het Belgian Climbing Team (BCT) en de KBF.


Profiel Liselotte Leeftijd: 33 jaar Eerste maal geklommen: 9 jaar Eerste internationale wedstrijd gecoacht: 2012 Meest memorabele ogenblik als trainer: Ik heb er meerdere maar deze twee springen er toch wel uit; de European Youth Cup in Puurs 2021 – drie maal goud waarvan twee persoonlijke atleten en het goud van Hannes op het Wereldkampioenschap Boulder bij Youth A.

Profiel Ties Leeftijd: 18 jaar Eerste maal geklommen: 7 jaar Eerste internationale wedstrijd: YCCF 2016 Imst Meest memorabele ogenblik: 6e op het Wereldkampioenschap Youth Lead in 2021

Profiel Hannes Leeftijd: 17 jaar Eerste maal geklommen: 7 jaar (verjaardag) Eerste internationale wedstrijd: YCCF Imst 2015 Meest memorabele ogenblik: Wereldkampioen Youth A Boulder 2021

13


Tekst Annelore Orije / foto's © Gustaaf Klimt Boulderzaal

Op bezoek bij Gustaaf Klimt

Zo rond twaalf uur begint de zon goed te schijnen op het terras van Gustaaf Klimt. Even worden de klimschoenen aan de kant gezet en passeren de eerste homemade ice-teas in de zomerbar. Het is heerlijk om hier te vertoeven. Dan weer een klimmetje, dan weer even aansluiten bij een gesprek op het terras…

We bevinden ons in Turnhout, in het noorden van de stad. Op de vroegere site van Bpost heeft Gustaaf Klimt zich hier exact één jaar geleden genesteld. In volle pandemie, maar met een passend en pakkend concept. Kunst is hier in alle vormen aanwezig, én er is ruimte voor uitbreiding. Dat is maar goed ook, want de ideeën bruisen hier overvloedig. Met deze ideeën hebben ze 2000 m² ingericht, 530 m² is bestemd voor de binnen boulders en buiten vind je nog eens 200 m² aan overdekte klimmagie.

14


15


Kunst: aanraken a.u.b!

Jij bent kunst

De routes zijn met veel originaliteit gezet, en bovendien zien ze er verdomd vernuftig uit. Zo’n goed bedachte compositie van grepen, kleuren en kanten geeft je meteen goesting om te klimmen. “Heb je het konijn al geprobeerd?”, “Ja maar ik zit vast aan de wortel”. Een conversatie die alleen maar steek houdt in Gustaaf.

Gek doen, daar weten klimmers alles van. Bij Gustaaf Klimt is er ruimte voor ieders authenticiteit. Dat is ook in de wekelijkse klimtrainingen te merken. De jeugdwerking speelt zich af in twee leeftijdsgroepen, één van 10 tot 14 jaar en één van 15 tot 18 jaar. Coaches begeleiden je naar jouw doel, en wàt dat is mag je zelf inkleuren. Je mag hier zijn wie je bent, en je ambities zelf aangeven. Wil je de beste in de sport worden, of gewoon lekker cruisen op de wand? Jij kiest, zolang je je maar amuseert! De quote van Erin Hanson “What if I fall? Oh but

Ook in de moeilijkheidsgraden van deze kunstige klimroutes wordt het artistieke concept doorgetrokken. De niveaus worden telkens door een andere kunstenaar gerepresenteerd. Beginnend bij de makkelijkste klimmetjes, of de Keith Harings, tot de moeilijke routes voor echte spetters, of de Jackson Pollocks. Ook de klimgrepen passen helemaal in het plaatje. Je treft ze in alle vormen en maten, en ze zijn al even state-of-the-art als de klimzaal zelf. Je innerlijke kleurenconsulent kan hier tot rust komen, de combinaties tussen muur, grepen en omgeving zijn hier spot-on.

darling, what if you fly?” , die één van de muren opfleurt in de zaal, zet alvast aan tot inspiratie.

Verantwoordelijk voor deze staaltjes klimkunst, is een sterk team van vaste routebouwers. Ze waken over de kwaliteit van de klimroutes en blijven zichzelf steeds vernieuwen. Kunst staat nooit stil, dus zij ook niet, en dat is eraan te merken. Het route bouwteam gaat geregeld op bezoek in andere klimzalen, om daar kennis en kunde uit te wisselen. Plekjes van verwondering Het concept van Gustaaf Klimt is tot in de puntjes uitgedacht en uitgewerkt. De idee dat ooit ontstond bij Peter Schildermans en Jan Larosse heeft intussen vele andere gepassioneerden aangewakkerd. Gustaaf is zo op één jaar tijd uitgegroeid tot een warme community voor klimmers en creatievelingen. Iedereen met een fris idee is welkom om dat in kunst te vertalen, en daar is duidelijk geen gebrek aan. Het resultaat is een boulderzaal die voortdurend in beweging is. Nieuwe kunstwerken ontstaan er bij de vleet en zijn overal te vinden. Van bij de bouldermatten tot in de toiletten doet Gustaaf je even verwonderd stilstaan. Er zijn zodanig veel kunstwerken te vinden, dat je ze soms ongemerkt passeert. Wie goed oplet (én zoekt) kan er heel wat verborgen schatten jagen. Waar ze verstopt zitten, laten we aan jou over om te ontdekken. Een tip: het is niet altijd wat het lijkt, door een T-nut loeren ziet er misschien raar uit, maar niets is hier te gek!

16

Gustaaf Klimt zet verwondering centraal en geeft jouw boulder sessie wat extra cachet door sport met spel en kunst te verbinden. Zo vallen er altijd nieuwe dingen te ontdekken en te leren. Het concept is nog lang niet uitgeput en laat zichzelf steeds opnieuw uitvinden. Naast boulderen kan je er ook yoga-sessies volgen (vaak met eenzelfde kunstzinnige toets) en worden andere uitbreidingsmogelijkheden besproken. De ruimte is er in elk geval al. Verwacht dus niet dat de Gustaaf-site er over een jaar nog hetzelfde uitziet.


Boulderen verbindt

De kidscorner

Het loont de moeite om de Gustaaf-sfeer een keer te gaan opsnuiven. Idealiter doe je dat tijdens één van hun originele evenementen. De ‘bring & braai’ bijvoorbeeld, brengt klimmers en omwonenden (en hun BBQ-vlees) samen, en laat zo niet-klimmers kennismaken met de sport op een laagdrempelige manier. Ook voor het zomerterras komen ze van her en der afgezakt. Onder andere om te proeven van Gustaafs’ homemade hapjes en drankjes. De boulderaars op de achtergrond zorgen voor voldoende entertainment. Gespreksstof gegarandeerd!

Je kan al raden hoe het op de klimkampen voor de jongsten aan toegaat. Klimgrepen gaan daar hand in hand met penselen en lijmstiften. Zo worden de bengels zowel op sportief als creatief vlak uitgedaagd. Speciaal voor de jongsten richtte Gustaaf “de Kidscorner” in. Ook die ziet er kunstig uit, met het spel aspect duidelijk in verwerkt. Ook tof voor verjaardagsfeestjes! De kidscorner is hier tactisch wat verder van de klimmuur geplaatst, wat voor de andere klimmers aangenamer en veiliger klimmen impliceert.

Game on

Whereabouts

Gustaaf Klimt slaat de nagel op de kop met dit sterk concept. Ze zetten het kracht bij door het overal in mee te nemen. De zaal beschikt over een duidelijke stijl die je overal terugvindt. De website, de social media, de cadeaubonnen, giftboxes… Het is allemaal ‘op z’n Gustaafs’. Ook in de klimwedstrijden is er veel van deze eigenheid te merken. De wedstrijd “Art Niveau”, maakt met een fijne woordspeling de link tussen klimmen en… you guessed it: kunst. Met Live art van lokale kunstenaar Nele Turquoise, originele prijzen en zotte uitdagingen wordt de rode draad van het Gustaaf-concept moeiteloos doorgetrokken.

Gustaaf klimt is meer dan een zaal met mooie routes en klimniveaus in namen van kunstenaars. Klimmen is hier een aparte beleving. Zeker tijdens het volgen van een workshop of het deelnemen aan een competitie spat dat ervan af. Van deze klimzaal is er maar één te vinden. Het is een uniek concept, en dat blijft ook zo. Wie klimmen met kunst wil combineren, is welkom bij Gustaaf Klimt in Turnhout. (Koningin Elisabethlei 113) Parkeren kan ter plaatse, en via de Wouwerstraat kom je recht op de buitenklimmuur met zomerterras uit, aan de achterkant van de klimzaal.

Zonder in herhaling te vallen maken ze er altijd iets leuks van. Zelf hebben we spijt dat we niet op de eighties klimwedstrijd aanwezig waren: in eighties-kostuum de ziel uit je lijf boulderen, om daarna te bekomen bij een art class met Bob Ross of een aerobics groepsles… Klinkt leuk, toch? Ons trainingspak hangt al klaar voor de volgende editie.

17


Tekst Debbie Sanders

Summitfever bij bergwandelaars Je hoeft geen alpinist te zijn om je even God te wanen. Ook met louter een paar bergschoenen aan kan je een top bereiken. Het indrukwekkend panorama over de omgeving doet je eensklaps het zweet van de klim vergeten. Onze stageleiders delen hun pareltjes, eerst geven we nog enkele algemene adviezen voor een veilige en leuke uitstap.

Tip 1: Check vooraf de techniciteit van je route Vaak kan je uit een stafkaart (liefst 1:25.000) heel wat afleiden. De stipjes over de Roche du Chardonnet tonen aan dat dit een moeilijk parcours zal zijn, terwijl het pad en de stippellijn naar Mont Thabor aangeven dat hier een iets belopener wandelpad loopt naar de top. Ook de hoogtelijnen zijn een indicatie, mits deze voldoende gedetailleerd zijn. Hoe dichter de lijnen bij elkaar liggen, hoe steiler het terrein. Zo zie je dat de aanloop vanuit het noordwesten naar de Mont Thabor steiler is dan de zuidoost route. Op een ‘graatroute‘ zoals bijvoorbeeld de Roche du Chardonnet heb je twee steile afgronden wat het valrisico vergroot en de wind meer vrij spel heeft. Zeker wie hoogtevrees heeft, kiest beter voor een klim die niet te steil is en via een flank of brede bergrug omhoog loopt zoals bijvoorbeeld de Mont Thabor. De oriëntatie van de helling is zeker in overweging te nemen in het begin van de zomer. Op schaduwrijke flanken en geulen, typisch voor de noordzijde, blijven sneeuwvelden lang liggen. Dat kan een klim een pak gevaarlijker maken en stijgijzers en pikkel vereisen. Een topogids waarin routes beschreven staan, geeft aan wat je kan verwachten. Volgende websites kunnen ook geraadpleegd worden: summitpost.org, camptocamp.org, altituderando.com. Tocht verslagen en vooral foto’s van anders hikers bieden vaak wat inkijk. Soms ziet iets er spectaculairder uit dan het in werkelijkheid is, soms het omgekeerde. Voordeel van een top is dat het meestal aller-retour is. Wordt het je te link, keer dan om. Ga je voor een overschrijding, zorg dan voor een back-up plan.

18


Tip 2: Reken uit hoeveel tijd je er denkt over te doen

Tip 4: Vergeet je navigatie niet

Net als bij een gewone bergwandeling wil je zeker zijn dat je tijdig terug beneden bent. Niet alleen de hoogtemeters maar ook het moeilijke terrein kan ervoor zorgen dat je langer onderweg bent dan geanticipeerd. Wees dus realistisch.

Op een top zie je vaak een wirwar van paden en een chaos van steenmannetjes. Alle wegen leiden naar Rome maar de ene route is de andere niet. En wat bergop nog doenbaar is, kan bergaf opeens een pak lastiger worden. Volg niet als ‘een kieken zonder kop’ een traject maar check geregeld de kaart en eventueel GPS/smartphone om te zien waar de route ‘normaal’ loopt. Dat zal de meest veilige weg zijn.

Waar je op een gewone pad nog rekent met 4km/u, 400m stijgen/u en 600m dalen/u, wordt dit misschien 3km/u, 300m stijgen/u en 500m dalen/u, bij een technische route naar een top, zeker als je blokken velden en puinhellingen tegenkomt. Tip 3: Check het weerbericht en de plaatselijke condities Slecht weer en bergtoppen is geen goede combinatie. Windstoten kunnen je uit je evenwicht brengen en doen vallen. Regen maakt het parcours mogelijk glad. Mist zorgt ervoor dat je de weg gemakkelijk kan kwijtraken. Onweersdreiging is een duidelijke ‘no go’. Of er nu een kruis staat of niet en of dat uit metaal of hout bestaat, maakt weinig uit. Als je op het hoogste punt van je omgeving bent, of er dichtbij staat, dan is de kans op blikseminslag reëel.

Neem op de top de tijd om rond te kijken. Probeer zelf op je stafkaart en kompas na te gaan welke toppen je kan herkennen. Als dubbelcheck of voor bergen die veraf liggen, kan de app van PeakFinder helpen. Via peakvisor.com kan je thuis al nagaan wat er te zien zal zijn.

Neem geen overbodige risico’s en daal af als het weer omslaat, informeer je vooraf goed over wat je kan verwachten. Houd er rekening mee dat de temperatuur meestal lager is op de top dan in het dal (0,6° tot 1° per 100m) tenzij er sprake is van inversie. Ook de windsterkte kan gevoelig hoger liggen. Deze site en app is daarvoor handig: windy.com.

Tip 5: Neem altijd de nodige uitrusting mee Als je een doorgaande tocht doet, voelt het een pak lichter aan als je je (zware) rugzak even af kan zetten. Maar neem zeker het hoogst nodige mee: warme laag, regenjas, water, eten, EHBO-kit, stafkaart, smartphone en/of noodbaken. Opbergen kan in een opvouwbaar lichtgewicht rugzakje zoals de Ultra-sil van SeaToSummit of UL Stuff Pack van Osprey. Wandelstokken kunnen helpen maar bij blokkenterrein steek je ze beter weg of leg je ze aan de kant om ze op de terugweg terug op te pikken.

Tip 6: Hou rekening met je groep Vaak begint iedereen met volle moed aan de klim maar de inspanning kan de moed al eens in iemands schoenen doen kruipen, terwijl een ander in volle galop en zonder omkijken als een berggeit op zijn doel afstevent. Blijf bij elkaar, zeker op risicovol terrein. Als iemand het echt niet ziet zitten, overweeg dan terug te draaien. Afdalen is vaak technischer dan klimmen en kost veel concentratie. Op de top ben je maar halfweg!

19


Enkele toppen En nu tijd voor wat inspiratie. Niet de bekendste toppen maar wel allemaal uniek en zondermeer de moeite waard! We hebben de toppen beschreven als dagwandelingen maar ze zijn vaak te integreren in een meerdaagse tocht. Via alpenvereinaktiv.com kan je routes uitstippelen. Overzichtskaart: https://www.google.com/maps/d/edit?mid=12pL_ yA1NPoWxC5MeIF0oXotXZPoKh3zP&usp=sharing

20

Reinebringen (Tipgever en foto: Jan Cools) Hoogte: 666 m Regio: Lofoten, Noorwegen Startpunt: Reineveien (parking) Moeilijkheidsgraad: het eerste deel is door het bos, daarna een nieuw aangelegde trap. Dit is voor iedereen haalbaar. De laatste 50m is wat steil en kan glad zijn. Wandeltijd: 4km heen en terug, 600m stijgen en dalen, ongeveer 3,5-4u. Aantrekkelijkheid: schitterend uitzicht op de Lofoten eilanden. Aanrader bij avond of zelfs middernachtlicht.

Taou Blanc (Tipgever en foto: Debbie Sanders)

Castillo de Acher (Tipgever: Benny Verberck / foto: Debbie Sanders)

Hoogte: 3438 m Regio: Gran Paradiso NP, Italië Startpunt: Rifugio Savoia (parking) Moeilijkheidsgraad: de aanloop loopt eerst over een groen hoogplateau met diverse bergmeren, daarna wordt het landschap desolater. Duidelijk pad wat het voor minder ervaren maar fitte bergwandelaars zeker haalbaar maakt, enkel in de vroege zomer nog veel sneeuwvelden (pikkel en lichte stijgijzers nodig). Wandeltijd: 12,5km heen en terug, 900m stijgen en dalen, ongeveer 6-7u. Aantrekkelijkheid: prachtig zicht op de Gran Paradiso en de Alpen.

Hoogte: 2384 m Regio: Pyreneeën, Spanje Startpunt: Camping Selva de Oza (parking) Moeilijkheidsgraad: geërodeerd bergpad gemarkeerd met steenmannen. De toegang loopt door wat steiler terrein. Enkel voor gevorderde wandelaars. Wandeltijd: 13km heen en terug, 1250m stijgen en dalen, ongeveer 7-8u. Aantrekkelijkheid: zowel de vorm en de rode rhyoliet maken deze berg uniek in de ganse bergketen.


Maglic (Tipgever en foto: Debbie Sanders)

Großbergkopf (2-daagse) (Tipgever en foto: Debbie Sanders)

Hoogte: 2386 m Regio: Sutjeska, Bosnië-Herzegovina Startpunt: Prijevor (taxi vanuit Tjentište) Moeilijkheidsgraad: de eenvoudigste weg loopt via Trnovacko Jezero (bivak mogelijk), daar leidt een duidelijk bergpad met enkele hele steile stukken naar de top. Afdalen kan via dezelfde weg of oostwaarts (waar je je terug laat oppikken op de weg) Wandeltijd: 14,5km doorgaande route, 1140m stijgen, 1160m dalen, ongeveer 8u. Aantrekkelijkheid: de Dinarische Alpen zijn onbekend terrein maar erg groen. Je start aan de rand van het oerbos en trekt vandaar het hooggebergte in.

Hoogte: 2612 m Regio: Lechtaler Alpen, Oostenrijk Startpunt: Parkplatz Memminger Hütte (parking of OV naar Holzgau en Madautal Linientaxi) Eindpunt: Madau, Abzweigung GH Hermine (idem) Moeilijkheidsgraad: bergwandelpad tot Memminger Hütte, daarna heel rotsig terrein. Vooral tussen Großbergjoch en Schiefersee is de route technischer en enkel voor gevorderde bergwandelaars zonder hoogtevrees. Overnachten kan in het Würtemberger Haus. Wandeltijd: 19,5km doorgaande route, 1900m stijgen, 2040m dalen, ongeveer 12-13u. Aantrekkelijkheid: heel gevarieerde tocht met hoge bergmeren, prachtige graten, uitdagende passen. De route naar de Memminger Hütte is druk belopen maar eenmaal de col nabij de Seeschartenspitze voorbij, heb je het rijk voor jou alleen. Veel kans op het spotten van steenbokken!

Kristinartindar (Tipgever: Benny Verberck / foto: Willem Vandoorne)

Glyder Fawr & Glyder Fach (Tipgever en foto: Debbie Sanders)

Hoogte: 1126 m Regio: Skaftafell, IJsland Startpunt: Camping Skaftafell (bus en parking) Moeilijkheidsgraad: bergwandelpad tot op een zadel voor de top, dan 30 minuten scramble tot hoogste punt. Niet doen bij slecht weer! Wandeltijd: 17,5km doorgaande route, 1200m stijgen, 1200m dalen, ongeveer 8,5-9u. Aantrekkelijkheid: zicht op de grootste gletsjer van IJsland, Vatnajökull en de woeste Moravallei.

Hoogte: 1001 m Regio: Snowdonia, Wales Startpunt: Pen-y-Pass (bus en parking) Moeilijkheidsgraad: De klim gaat over een onduidelijk pad maar is nergens echt moeilijk. Wie goed kan navigeren, vindt zeker zijn weg naar de top van de Glyder Fawr via de bergrug. Daarna ga je over de kam verder naar Glyder Fach waar je afdaalt over een pad. Wandeltijd: 11km, 890m stijgen en dalen, ongeveer 6-7u. Aantrekkelijkheid: prachtig zicht over de bergen van Snowdonia en ver weg van de drukte van de over populaire Snowdon. Naar het noorden toe kijk je uit over de baai van Conway.

21


Tekst Anne van Galen / Foto’s Bart Smets

LEVENSREDDENDE ROUTINES

Veilig bergsporten - deel 2 Wie een spelletje tennis speelt en een foutje maakt, slaat de bal in het net, scheurt misschien zijn enkelbanden of komt met zijn racket tegen het hoofd van zijn dubbelpartner. Maar zoals iedereen weet, kunnen bij bergsport de consequenties van een simpele fout veel groter zijn.

In de bergen wisselen de omstandigheden voortdurend, hulp en comfort (warmte, beschutting, eten en drinken) zijn meestal ver weg. En ook al zijn we in de beveiligde omgeving van een klimzaal of op een goed geëquipeerde klimrots, het feit dat we ons – als we klimmen – hoog boven de grond bevinden én het gegeven dat er dingen van boven naar beneden kunnen vallen, maakt dat de impact van een fout (dan wel vergissing) zeer ernstig kan zijn. Een simpele struikeling op een ‘makkelijk pad’ kan betekenen dat je ver naar beneden valt. Een te enthousiaste off-pisteafdaling in de poedersneeuw kan betekenen dat je levend begraven wordt. En een niet terug gestoken achtknoop kan betekenen dat je vanaf 15 meter op de grond valt, in plaats van in het touw. Daarom zijn een aantal zaken voor bergsporters belangrijk: 1. Train het nemen van goede beslissingen. Hoe je dit doet, kon je al lezen in Monte van maart 2022 in het artikel ‘Stop en denk na!’ 2. Neem maatregelen om te voorkomen dat je ondanks al je ervaring en goede bedoelingen, toch door (onbedoelde) handelingsfouten een ongeval krijgt. 3. Zorg dat je tot in de puntjes voorbereid aan de start komt. Fysiek, mentaal, emotioneel en qua materiaal. 4. Leer van het verleden, dus kijk altijd terug naar wat goed ging op een tocht, en sluit ook je ogen niet voor missers, om het een volgende keer beter te doen. In dit artikel ligt de focus op het tweede punt: de handelingsfouten en wat je eraan kunt doen. De auteur van dit artikel, de Nederlandse Anne Van Galen baseerde deze analyses, tips & tricks op ongevalsanalyses, opleiding en dertig jaar klimervaring. Ook zij kent ‘het oog van de naald’ maar al te goed.

22


Een foutje, het kan zelfs de beste overkomen

Fouten maken is menselijk.

Misschien moeten we maar beginnen met het gegeven dat we als mens eenvoudig zijn af te leiden. Ondanks al onze goede bedoelingen, of jarenlange ervaring, maken we fouten, of beter gezegd: doen we dingen die niet het gewenste effect hebben en zo tot een ongeval kunnen leiden.

Bij een fout gaat het erom dat iets wat je doet (of nalaat) tot een verkeerde uitkomst leidt. Onze fouten kunnen we in twee categorieën indelen. Allereerst zijn er de uitvoeringsfouten.

Neem Lynn Hill, ongetwijfeld een van de beste klimmers aller tijden. Zij heeft de bakens verzet van wat mogelijk leek in het rotsklimmen, met haar legendarische eerste vrije beklimming van The Nose in 1993. Deze prestatie werd pas tien jaar later voor het eerst herhaald door Tommy Caldwell en Beth Rodden (als team). Daarnaast had Lynn Hill de jaren daarvoor een indrukwekkende wedstrijdcarrière als profklimmer en won ze meer dan 30 internationale titels. Lynn maakte in 1989 een val van 25 meter in het Franse klimgebied Buoux. Ze had haar route uitgeklommen, maar toen ze boven ging hangen in de relais, bleek dat ze haar inbindknoop niet had afgemaakt en stortte ze naar beneden. Gelukkig werd haar val gebroken door de boom waarin ze viel en kwam ze er met betrekkelijk weinig schade vanaf. In haar autobiografie beschrijft ze hoe ze tijdens het maken van haar knoop – een routinematige handeling – werd afgeleid, omdat iemand iets aan haar vroeg. De consequenties hadden makkelijk dodelijk kunnen zijn. En Lynn is niet de enige topbergsporter die in relatief eenvoudige omstandigheden bijna het leven liet. Iedereen kent Alex Honnold. De Amerikaan die onmenselijk moeilijke routes soleert en door de documentaire Free Solo wereldberoemd werd. In 2016 was Alex relaxed op zijn approachschoenen een 5c-toprope aan het uithangen voor zijn vriendin en haar familie. Doordat het touw te kort was toen de zekeraar hem liet zakken, maakte hij een vrije val en brak hij twee wervels. Het had makkelijk anders kunnen aflopen… Alex concludeert dat hij de lengte van het touw had moeten checken, alerter had moeten zijn, een knoop in het uiteinde van het touw had moeten maken en een helm had moeten dragen. Ook had zijn zekeraar minder dan een jaar ervaring en was een extra check dus nodig geweest.

Zo maakte een berggids in de Calanques ooit een enorme val van een rots in zee. Hij klom in een voor hem heel makkelijke route en was zo met zijn klant bezig dat hij op het relais zijn zelfzekering vergat vast te maken. Ook het niet afmaken van je knoop is typisch zo’n uitvoeringsfout: in principe weet je wel hoe het moet, maar omdat je bent afgeleid, doe je het net niet goed.

“Wie geen fouten maakt, maakt waarschijnlijk niets"

‘Afgeleid zijn’ kan overigens op verschillende manieren: je kunt zijn afgeleid door iets in je omgeving: terwijl je staat te zekeren, komt een vriendin die je lang niet hebt gezien de klimzaal binnen en vervolgens let je niet meer zo op bij het zekeren. Of je bent afgeleid omdat je gedachten simpelweg bij iets anders zijn, bijvoorbeeld bij een lastig geval op je werk of je hebt net iets superleuks meegemaakt in de privésfeer, waardoor je niet gefocust bent op het inbinden of zekeren. De andere categorie menselijke fouten kunnen we classificeren als inschattings- en beoordelingsfouten. In zo’n geval besluit je bijvoorbeeld een steile helling te skiën bij een te hoog lawinegevaar, omdat anderen het ook doen. Dit soort fouten en wat je hieraan kunt doen, zijn besproken in het artikel ‘Stop en denk na!’, gepubliceerd in de Monte van maart 2022.

Recenter werd de klimwereld nog opgeschrikt door de dood van Luce Douady. Deze jonge Française won in 2019 onder meer de World Cup boulderen en werd op haar 16e derde bij het Europees kampioenschap Lead. Ze overleed in juni 2020 door een tragische val van meer dan 100 meter, toen ze van de ene naar de andere klimsector liep. Het steile paadje was beveiligd met een staalkabel, maar daar had Luce zich helaas niet aan gezekerd. Dit soort dingen overkomt dus niet alleen beginners of ‘sukkels’. Integendeel, ook bij de experts, de wereldtop aan klimmers, gaat het af en toe heel erg mis.

23


Levensreddende routines Om ‘simpele’ uitvoeringsfouten die je het leven kunnen kosten, tegen te gaan, hebben we in de klim- en bergsport vanalles bedacht. De partnercheck bij het sportklimmen is misschien wel de bekendste maatregel. Maar er is uiteraard meer. In het kader hieronder enkele voorbeelden van maatregelen – laten we het levensreddende routines noemen – die je leven kunnen redden.

Deze lijst is verre van compleet. Wat te denken van de regel dat je iemand niet afleidt die bezig is met het maken van een knoop, een relais of iets anders cruciaals? En ook zoiets simpels als het standaard kort afbinden van bungelende touwtjes aan je gordel, zodat je niet struikelt als je op stijgijzers loopt, kunnen zo in het rijtje worden geplaatst.

DISCIPLINE

LEVENSREDDENDE ROUTINE

WAAROM ZOU JE DIT DOEN?

Singlepitch rotsklimmen

Check of je touw voldoende lang is en maak ALTIJD een knoop in het uiteinde van je touw (of maak dit uiteinde vast met 2 zaksteken aan de touwzak zoals beschreven in Monte maart 2022).

Om te voorkomen dat bij het terug laten zakken van de klimmer het uiteinde van het touw door je zekerapparaat schiet (en de klimmer een vrije val maakt), omdat je touw te kort is. Helaas is dit nog altijd een van de meest voorkomende oorzaken van klimongevallen, ook op ‘onze’ rotsen!

Multipitch rotsklimmen

Maak bij het rappelen altijd goede knopen aan de uiteinden van de touwen; knopen die niet los kunnen gaan tijdens het uitgooien van het touw.

Om te voorkomen dat je bij het zoeken naar het volgende relais, of omdat je moe bent, over het uiteinde van je touw rappelt en valt. Ondanks dat we al jaren weten dat dit de veiligste methode is, gaat het nog regelmatig mis, terwijl het zo simpel te voorkomen is.

Sportklimmen

Doe de partnercheck voordat je gaat klimmen.

Om te voorkomen dat iemand onbedoeld een fout in de zekeringsketen maakt met verkeerd inbinden of verkeerd zekeren. Twee mensen zien meer dan één!

Winterse bergsport

Doe de LSZA-check voordat je off-piste gaat. De meeste lawineslachtoffer-zoektoestellen hebben tegenwoordig een ‘group check’ functie, gebruik deze voor de start van elke tocht!

Om te voorkomen dat iemand per ongeluk vergeten is om zijn LSZA aan te zetten. Als je vergeet dit aan te zetten en je beland onder een lawine dan heb je dus niets aan je dure apparaatje en zijn je overlevingskansen gering.

Rotsklimmen

Belast altijd je zelfzekering op een relais. Test de eerste keer hangen altijd erg voorzichtig.

Om te voorkomen dat je vergeet jezelf goed vast te maken, of om te voorkomen dat een ander (je klimmaat) per ongeluk jouw zelfzekering uitclipt. De bekende Duitse klimmer Kurt Albert kwam om het leven toen hij op een via ferrata mensen begeleidde en nonchalant in zijn zelfzekering ging hangen die niet vast bleek te zitten.

Bergbeklimmen

Bind je op de gletsjer in met voldoende touwafstand tussen elke persoon in de cordee en leg stopknopen in het touw. Zorg ervoor dat je aan (semi) gespannen touw stapt.

Zodat bij een eventuele val in een gletsjerspleet van een klimpartner, je ook de kans hebt deze val tijdig te houden.

• Pag 22 boven: Het dragen van een helm is steeds een goede keuze bij rotsklimmen. (Filip Snauwaert aan de Costa Blanca, november 2021) • Pag 22 onder: Een onervaren ferratista extra touwzekering geven, verhoogt de veiligheid. (Via ferrata de Rochers de Neuf Heures, Digne-les-Bains, Haute Provence, juli 2021) • Pag 23 links: Informeer voorafgaand aan je tocht iemand over je plannen, voorzie in een communicatiemiddel, zoals smartphone en/of satelliet-noodbaken. (Rondane NP, Noorwegen, september 2021) • Pag 23 rechts: Geen solide punten? Dan kies je voor een relais met krachtenverdeling. • Pag 25 links: Knopen aan het uiteinde voorkomen dat je van het touw af rappelt. (Aiguille Crochues, Chamonix, ervaringsstage bergbeklimmen juni 2021) • Pag 25 rechts boven: Oefen je vaardigheden in spaltenredding (Vallée Blanche, ervaringsstage bergbeklimmen juni 2021) • Pag 25 rechts onder: Simultaan vorderen vergt een goede discipline en constante aandacht (Ervaringsstage bergbeklimmen Ecrins, juli 2019)

24


Laksheid, te snel willen zijn en te grote ego’s Deze - in essentie eenvoudige- routines zijn ontwikkeld door goed te kijken naar de statistieken en mechanismen achter fouten, de collectieve ervaring van bergsporters dus. De routines zijn dus bedoeld om dingen die bij herhaling tot ongevallen leiden, te voorkomen. Toch worden zulke levensreddende routines veel te vaak achterwege gelaten. Haastige spoed, het niet cool vinden (de gids loopt immers ook met zijn handen in de zakken of bekende klimmers laten soms ook de helm achterwege) of laksheid zijn vaak redenen om deze veiligheid te negeren.

Edward Whymper, de beroemde bergbeklimmer die in 1865 met zijn team als eerste de Matterhorn wist te beklimmen, schreef het al: “There have been joys too great to be described in words, and there have been griefs upon which I have not dared to dwell; and with these in mind I say: climb if you will, but remember that courage and strength are naught without prudence, and that a momentary negligence may destroy the happiness of a lifetime. Do nothing in haste; look well to each step; and from the beginning think what may be the end.” (uit: Scrambles Amongst the Alps 1860-1869). Nu jij …

"hoe meer je klimt hoe - statistisch- groter de kans dat je een ernstige fout kan maken…” Daarnaast kunnen onze overtuigingen ook een rol spelen. Bij ons bergsporters zie ik nog wel eens een soort afkeer van routines. We zijn immers in de bergen om vrij en creatief bezig te zijn – weg van routines en regels. Een klimvriend, staat bijvoorbeeld zeer sceptisch ten opzichte van de partnercheck en roept dan dingen als: “Als ik een lange alpiene route klim, staat er ook niemand aan het einde van elke touwlengte te kijken of ik wel een goede standplaats bouw.” Of: “Iedereen die niet in staat is zichzelf fatsoenlijk in te binden, hoort niet thuis in het klimmen”. Dit soort redeneringen gaat echter volledig voorbij aan hoe het bij mensen werkt. We zijn nu eenmaal niet altijd volledig gefocust op onze taak. We zijn snel afgeleid en maken hoe dan ook af en toe onbedoeld fouten. En bovendien geldt: hoe meer je klimt, hoe statistisch groter de kans wordt dat jij of je klimbuddy een keer een ernstige fout maakt die je het leven kan kosten.

Welke routines redden jou het leven in de bergen? Wanneer was jij voor het laatst afgeleid tijdens het zekeren? Wat weerhoudt jou ervan om je te committeren aan levensreddende routines? In het volgende van dit drieluik over veilig bergsporten (Monte oktober 2022) geven we tips over hoe je ervoor kunt zorgen dat je jezelf en je klimpartner scherp houdt op het consequent toepassen van de levensreddende routines. En hoe je de dingen die je meemaakt tijdens het klimmen ook daadwerkelijk omzet in ervaring. Zodat je niet alleen een goede bergsporter wordt, maar ook een lang levende.

Anne van Galen is International Mountain Leader (IML), hoofdinstructeur bij de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging en professioneel actief als adviseur voor bedrijven op het gebied van veerkracht en veiligheidsvraagstukken. Dit artikel verscheen eerder in het NKBV-magazine Hoogtelijn. Het 3e deel over Veilig bergsporten verschijnt in de Monte van oktober.

25


Tekst Arne Monstrey

SEVEN SUMMITS De Seven Summits, wat een heerlijk allitererende naam. En wat een ongelooflijk ‘eenvoudig’ concept. Het beklimmen van de hoogste top van elk continent. Bijna niet te geloven dat dit concept pas vorm kreeg in het begin van de jaren tachtig van de vorige eeuw. Verbazingwekkend ook dat iets dat zo eenvoudig klinkt, evenveel controverse heeft kunnen teweegbrengen in de klimwereld. Dick Bass en de Kosciuszko

Reinhold Messner en de Puncak Jaya

Algemeen wordt aanvaard dat het concept van de Seven Summits bedacht (of ‘gecommercialiseerd’) is door de Amerikaan Dick Bass. In 1981 werd hij als toenmalige eigenaar van de Snowbird Ski and Summer Resort uitgedaagd door één van zijn vrouwelijke gidsen om de Mount McKinley te beklimmen (ook wel Denali genoemd), met 6.194 meter de hoogste van Noord-Amerika. Dit gaf hem in zijn eigen woorden ‘zo een hernieuwd gevoel van zelfvertrouwen en zelfrespect’ dat hij op het idee kwam om de hoogste bergen van alle andere zes continenten te beklimmen. Zelf blijft hij erbij dat hij dit idee waarschijnlijk nooit uitgewerkt zou hebben, ware het niet dat hij niet veel later Frank Wells had ontmoet, die toen directeur was van Warner Brothers. Die laatste had in zijn jonge jaren ooit de Kilimanjaro beklommen en droomde sindsdien van hetzelfde. Ridderlijk gaven ze elkaar een hand en vertrokken op missie. En hier begint de eerste controverse. Om het duidelijk te maken, laat ik even Dick Bass zelf aan het woord:

En dat er anderen opstonden, dat was zeker. Zoals hierboven aangehaald, heeft Dick Bass het idee vooral gecommercialiseerd. Hij zal zeker niet de eerste geweest zijn die het heeft bedacht, maar wel de eerste die het in werking heeft gebracht én heeft uitgevoerd. Gerry Roach, een andere Amerikaan volgde hem later dat jaar trouwens op als tweede persoon ter wereld om deze lijst af te werken. Ondertussen was dit idee ook Reinhold Messner ter hore gekomen.

“Wij beschouwden de Seven Summits als een avontuur en omschreven ons doel als het beklimmen van de hoogste toppen, op dat waarvan we op school geleerd hadden, dat het de continenten waren. Het was een haalbare uitdaging en we konden ons niet voorstellen dat iemand ons criterium ooit in twijfel zou trekken, en al helemaal niet dat iemand een beter manier zou bedenken om de continenten te definiëren.” Dick Bass had op school geleerd gekregen dat Australië op zich een continent was. En de hoogste top van Australië is de Kosciuszko, die met haar 2.228 meter niet meer is dan een wandelberg, maar wel de hoogste van wat volgens hem toen zijn continent was. Wat Dick Bass begonnen was in juli 1983 op de Mount McKinley, vervolledigde hij op 30 april 1985 met zijn beklimming van de Everest. In nog geen twee jaar tijd, slaagde de toen 55 jarige Texaan erin om als eerste man ter wereld de/zijn Seven Summits te beklimmen. Waarvoor nog steeds respect, ere wie ere toekomt. Of om het nog met enkele andere van zijn woorden te zeggen:

“Wie wat dan ook als eerste voor elkaar krijgt, er zal altijd iemand opstaan die de regels verandert om de titel voor zichzelf op te eisen. Je moet dat aanvaarden als onderdeel van de menselijke competitiedrang en er het jouwe van denken. Het enige wat ik erover kan zeggen, is dat wij het op onze manier deden, en onderweg leerden dat je, als je nooit stopt, ook nooit vast kunt komen te zitten.”

Deze klimmer, die internationaal gezien wordt als één van beste klimmers ter wereld (zo niet dé), vond dat niet de Kosciuszko, maar wel de Puncak Jaya (ook wel Carstenz Pyramid genoemd) met haar 4.884 meter, de hoogste top van Oceanië was. Inderdaad, waar ze in Amerika waarschijnlijk leerden dat Australië op zich een continent was, leren we in Europa dat Oceanië als continent groter is dan Australië alleen. En dan komt Papoea-West-Guinea op de proppen.

Dick Bass: '... als je nooit stopt, kom je nooit vast te zitten..." Toen de Nederlandse zeevaarder Jan Carstenz in 1623 op zijn reis door de Stille Oceaan beweerde dat hij besneeuwde toppen had gezien op vier graden ten zuiden van de evenaar, werd hij overal uitgelachen. Maar niets was minder waar. Ook al smelten deze gletsjers in snel tempo af door de opwarming van het klimaat, ze liggen er nog steeds. Daartegenover staat dat de beklimming van deze top de meest rotsklim technische is. De top pyramide zelf is volledig vrij van sneeuw en ijs. Moest Messner niet zo druk bezig geweest zijn met het vervolledigen van een andere lijst, zijnde het als eerste beklimmen van alle veertien bergen hoger dan 8.000 meter, dan was hij waarschijnlijk de eerste geweest. Maar nu gaat de eer van eerste beklimmer van alle Seven Summits (in de Messner of Carstenz variant) naar de Canadees Pat Morrow die in augustus 1986 zijn lijst afwerkte. Reinhold Messner zelf deed het in december van dat jaar. Vandaag wordt door de meeste klimmers de Carstenz variant als dé variant beschouwd.

Pag 27: Kilimanjaro en Mount Elbrus / Pag 28: Carstenz Pyramide, Aconcagua en Mount Vinson / Pag 29: Denali en Mount Everest

26


Kilimanjaro – 5.895 meter

Elbrus – 5.642 meter

Dat deze top de hoogste van het Afrikaanse continent is, daar is geen discussie over mogelijk. Tevens wordt hij beschouwd als de makkelijkste van alle seven summits om te beklimmen, langs welke route je het ook probeert. In 1978 beklom Reinhold Messner (hij weer) samen met Konrad Renzler de Breach Wall, een loodrechte ijspegel van 90 meter die de gletsjers van het Balletto-ijsveld met de top hellingen verbindt. Of zeg maar liever verbond. Door de opwarming van het klimaat bestaat deze route niet langer en zelfs toen al was het een zeer riskante onderneming. Messner heeft het altijd één van zijn gevaarlijkste beklimmingen genoemd. En dat wil wat zeggen.

De Mont Blanc mag dan misschien wel de hoogste top van de Alpen zijn, de Elbrus is de hoogste van de Kaukasus en daarmee ook ineens die van het Europese continent. Met 5.642 meter is ze zelfs ruim 800 meter hoger dan de Mont Blanc. En zo zijn er nog een tiental andere Europese bergen die hoger zijn, waarvan meerdere zelfs boven de 5.000 meter. Het duurde tot 1985, de tijd van de perestrojka en de glasnost, vooraleer de toenmalige Sovjet-Unie zijn grenzen durfde open te stellen voor buitenlanders. Toen en ook nu nog vindt geopolitiek zijn weg in het internationale klimmers gebeuren.

De eerste beklimming van deze top dateert uit 1889 en gebeurde door de Duitser Hans Meyer en de Oostenrijker L. Purtscheller. Deze laatste heeft trouwens nog steeds een top naar hem genoemd in het Mont Blanc Massief. Het is sowieso de meest beklommen top van alle seven summits. Het is ook de enige waar enkel wandelervaring voor vereist is en absoluut geen technische klimkennis. Bovendien is de berg dusdanig gecommercialiseerd dat je verplicht bent om een gids en dragers mee te nemen. Jammer voor de zelfstandige klimmer, maar logisch eens je ziet dat hier in de omgeving zeer weinig tot geen andere opties zijn om werk te vinden. Officieel is alleen een gids verplicht, maar probeer er maar eens een te vinden die niet samen met een hele equipe dragers omhoog wil gaan. Vaak gaat het ook om sociaal aanzien. En als jij als gids werk kunt verschaffen aan twintig dragers per week, dan krijg je dat aanzien… Je kunt je er als westerling dus beter maar bij neerleggen en genieten van de lichte dagrugzak. Als je echt geluk hebt, krijg je zelfs frietjes geserveerd op een van de hogere kampen. Bijna nog mooier dan de zonsopgang op de top (als je snel genoeg bent), is de trekking ernaartoe die je elke dag doorheen een volledig nieuwe vegetatiezone brengt. Je zult er nooit alleen zijn, en het aantal te stijgen hoogtemeters ligt belachelijk hoog, waardoor bijna iedereen een vorm van (lichte) hoogteziekte oploopt, maar een beetje magisch blijft het wel. Zeker als je de beklimming nadien nog combineert met enkele safari’s in wildparken van wereldklasse zoals de Serengetivlakte, de NgoroNgoro-krater, Tarangire of Lake Malawi. Stuk voor stuk wondermooi. Of hoe ook hier weer klimmen en reizen goed samengaan.

En toch was het een internationale equipe die in 1874 als eerste deze top bereikte. De Britten F. Crauford Grove, F. Gardiner en H. Walker (ook één van de eerst beklimmers van de Pointe Walker op de Grandes Jorasses), de Rus A. Sottajev en de Zwitserse berggids Peter Knubel, pater familias van een bekende familie berggidsen – diens zoon Josef Knubel heeft nog steeds de ‘Knubel-Crack’ naar hem genoemd op de top van de Grépon). Na de Kilimanjaro is het de makkelijkste van alle seven summits om te beklimmen. In klimtechnische zin is het een ‘wandeling’ op sneeuw en ijs. En toch halen vele mensen de top niet. Vaak ligt het aan een slechte conditie, een te strak tijdschema en de daarmee samenhangende gebrekkige acclimatisatie. Tegelijkertijd blijft het best een gevaarlijke berg die bekend staat voor haar stormen, zelfs in het midden van de zomer. Als hier plots wolken opkomen, zijn er weinig geografische referentiepunten en zonder kennis en gebruik van GPS coördinaten geraak je hier dan zo goed als zeker je weg kwijt. Als je echt pech hebt, kan de temperatuur er zelfs overdag dalen tot onder de -20°C. Daartegenover staat wel dat het tot op de dag van vandaag een ‘exotische’ berg is om te beklimmen. Ook al bevind je je officieel in Europa, het voelt veel verder van je bed dan een beklimming van de Mont Blanc. Het begint al met de vluchten met Aeroflot en de overstap in Moskou. De luchthaven van Mineralnye Vody stelt nog steeds niet veel voor en ook de rit naar Terskol is nog steeds avontuurlijk. Eens in de vallei is het goedkoop overnachten en eten, overal hangt de geur van versgebraden Sjasliks op houtskoolvuurtjes. En dan is er uiteraard nog de Russische bureaucratie waar geen mens wijs uit geraakt. Dat alles draagt bij tot de charme van het combineren van klimmen en reizen. En als je zoals wij het geluk hebt om de top te bereiken op een heldere dag, dan zul je in het zuiden een andere machtige berg zien liggen, de Ararat, en voor je het weet zit er weer een nieuwe beklimming in je hoofd.

27


Carstenz Pyramid – 4.884 meter

Aconcagua – 6.960 meter

Hoewel de normaalroute op de Aconcagua als even zwaar wordt beschouwd als die op de Carstenz Pyramid, kun je ze onmogelijk met elkaar vergelijken. De Carstenz Pyramid is immers de enige van de Seven Summits waar er effectief op ‘geklommen’ dient te worden. Het is, na de Vinson op Antarctica, de voorlaatste van al onze zeven toppen die beklommen is geweest. Het heeft geduurd tot het jaar 1962 vooraleer een internationale expeditie onder leiding van Heinrich Harrer erin slaagde om deze top te beklimmen. Deze naam zal vele lezers bekend in de oren klinken. Hij was een van de eerste vier klimmers die de noordwand van de Eiger hebben beklommen en de man over wie de film ‘Seven Years in Tibet’ is gemaakt. Daarnaast namen ook de Nieuw-Zeelander Philip Temple, de Australiër Russel Kippax en de Nederlander Albert Huizenga deel.

De rotsklimtechnische Carstenz Pyramid vormt een klasse apart, maar na de Kilimanjaro en de Elbrus is de Aconcagua de volgende in rij als het gaat over de moeilijkheid van de normaalroute naar de top. Het is de enige van de Seven Summits die als eerste beklommen werd door slechts één man, een Zwitser nog wel, met de naam Matthias Zurbriggen, in 1897.

De normaalroute is een grotendeels vierdegraads beklimming. Enkel vlakbij de top komen enkele vijfde- en zelfs zesdegraads passen bij kijken die door het overgrote deel van de mensen, die tot hier geraken, onmogelijk zelf te beklimmen vallen. Het moeilijkste aan deze berg is het verkrijgen van een permit. Ook hier komt geopolitiek om de hoek kijken. Vlakbij ligt een voor de lokale overheid zeer winstgevende mijn en die willen liever niet te veel pottenkijkers… Daardoor dat een permit duur is en als particulier zeer moeilijk los te krijgen. Vaak zul je je moeten inkopen bij internationale organisaties. Deze overbruggen de laatste moeilijkheid naar de top vaak met een tyrolienne (een touwbrug). Er valt veel te discussiëren of mensen die deze beklimming nooit zelfstandig zouden kunnen aanvatten hier überhaupt thuis horen, maar dat is voer voor een andere Monte. De Carstenz blijft een wilde berg op een wild eiland en is ongetwijfeld de meest exotische van alle seven summits.

Net zoals naar de Elbrus en de Kilimanjaro, is het de laatste waar ‘klassieke’ reisorganisaties tochten naartoe aanbieden. Voor alle andere toppen moet je de veel grotere en avontuurlijke internationale spelers aanspreken. Er komt immers veel meer logistiek en papierwerk aan te pas. Niet alleen is de Aconcagua de hoogste berg van Zuid-Amerika, het is eveneens de hoogste top van het zuidelijk én het westelijk halfrond. En het is na de Everest de tweede hoogste van alle Seven Summits. Bovendien is de beklimming langs de normaalroute voor veel mensen met een goede fysieke conditie een haalbare kaart. Op voorwaarde dat je genoeg tijd inlast om te acclimatiseren en om wat marge te hebben om een storm uit te zitten. Het kan hier immers zeer hard waaien. Ook de Poolse Gletsjerroute is een variant die vaak gedaan wordt. De moeilijkste routes lopen over de immense zuidwand, die meer dan 2.000 meter hoog is. Ook hier nodigt de combinatie reizen en klimmen uit tot een onvergetelijke ervaring. De vlucht naar Zuid-Amerika, dan de busrit, dan een meerdaagse trektocht te voet, al dan niet met bagagetransport op ezeltjes en tenslotte het basiskamp aan de voet van deze kolos. Ook hier zul je niet alleen zijn, maar wie maalt daarom als er een arts in de buurt is en er een fris pintje kan gekocht worden met zicht op de top. Samenzijn met vrienden in een prachtige omgeving, dat is waar het hier om draait. Vooral omdat de top best beklommen wordt in de periode rond kerst en nieuw.

Mount Vinson – 4.897 meter Ook al is de Vinson lager dan de Aconcagua en klimtechnisch zeker niet moeilijker, toch kan ze nét iets moeilijker beschouwd worden om te beklimmen via de normaalroute. Dat heeft ze uiteraard te danken aan het feit dat ze op Antarctica ligt. Zowel financieel als logistiek is het een heel ander paar mouwen om hier te geraken en het is er uiteraard een pak kouder. Het was ook de laatste van de Seven Summits om beklommen te worden. Dit gebeurde in 1966 door een vierkoppig Amerikaans team bestaande uit: Barry Corbet, John Evans, Bill Long en Pete Schoening. Antarctica is nog steeds ’s werelds hoogste, koudste en – misschien verrassend – droogste continent. Op sommige plaatsen is waarschijnlijk in de afgelopen twee miljoen jaar geen neerslag meer gevallen! Omdat dit continent nog zo puur is, worden alle commerciële activiteiten zeer streng gecontroleerd. Zo moet zelfs alle ontlasting weer meegenomen worden uit het basiskamp… Naast het logistieke aspect zijn de grootste moeilijkheden hier de koude, gekoppeld aan de kans op felle wind. Ook al is deze beklimming dus ‘gecommercialiseerd’ en geraak je er als particulier zo goed als zeker niet, eens ter plekke moet je uiteraard nog steeds zélf omhoog geraken. Het is waarschijnlijk de minst drukke van alle Seven Summits en de top van de Vinson bevindt zich op een werkelijk unieke locatie. Weinigen kunnen zeggen dat ze op Antarctica gestaan hebben, nog minder dat ze Antarctica aan hun voeten hebben zien liggen.

28


Mount McKinley – 6.194 meter (ook wel Denali genoemd)

Mount Everest - 8.848 meter

De Kilimanjaro en de Elbrus zijn voor veel sportievelingen een meer dan haalbare kaart, als het weer meezit natuurlijk. Ook al is ze hoger en moeilijker, toch kan hetzelfde gezegd worden voor de Aconcagua, maar op de Mount McKinley (of de Denali) wordt het een ander spelletje. Waar de Carstenz en de Vinson zowel financieel als logistiek voor de meeste mensen buiten schot blijft, en de Everest uiteraard ook, is de Denali wel nog een optie.

Wie heeft er nog niet van deze berg gehoord? Ze is het bekendst onder de Westerse naam Mount Everest, maar de lokale mensen hadden al door dat deze berg speciaal was. Ze ving immers het eerste ochtendlicht en het laatste avondlicht. Voor de Nepalezen staat ze bekend als Sagarmatha en voor de Tibetanen als Chomolungma, beide kunnen vertaald worden als iets dat ‘Godin-Moeder van de Aarde’ betekent, op zich een veel mooiere naam dan Everest, toch?

Alleen is deze berg zo hoog en koud en duurt de beklimming ervan zo lang (in termen van afgelegde kilometers, niet per se in hoogtemeters), dat de meeste klimmers hier met pulka’s omhooggaan. Dit zijn sleeën die je achter je aan trekt, met daarin je bagage. Vaak draag je ook nog een dagrugzak. Als je ervoor kiest om niet met pulka’s te gaan, zal je rugzak zo zwaar wegen dat je elk traject vaak twee keer zult moeten doen. Het weer kan hier zeer snel veranderen en je moet als klimmer voorbereid zijn om dagenlang in je tent vast te zitten. De sleutel tot succes is ervoor zorgen dat je klaar bent voor de top als het goed weer wordt.

De hoogste top zal altijd een speciale aantrekkingskracht blijven uitoefenen op klimmers, of die nu de hoogste van een streek, een gebergte, een land of een continent is. En de hoogste ter wereld, is nog een ander paar mouwen. Alles hangt af van je definitie natuurlijk. Zo kan er ook van de Chimborazo in Ecuador gezegd worden dat het de hoogste ter wereld is. Deze berg van 6.263 meter staat immers vlakbij de evenaar en aangezien de aarde niet perfect rond is, maar eerder afgeplat richting de polen, staat deze top eigenlijk verder verwijderd van het middelpunt van de aarde dan die van de Everest. Of wat te denken van de Mauna Kea in Hawaï? Met haar 4.207 meter is ze nauwelijks een reus, maar gerekend vanaf haar voet ( in dit geval de zeebodem) is deze berg meer dan 10.000 meter hoog.

'De hoogste top zal altijd een speciale aantrekkingskracht blijven uitoefenen op klimmers, of die nu de hoogste van een streek, een gebergte, een land of een continent is..."

In 1910 gingen enkele avonturiers die de kost verdienden als goudzoekers een weddenschap aan… Om als eersten deze top te beklimmen. En zo geschiedde. Na meer dan een maand doorgebracht te hebben op de Muldrow-gletsjer, op een hoogte van 3.350 meter, vertrokken ze op 3 april 1910 en beklommen ze de noordelijke top. In 18 uur gingen ze heen en terug! Als bewijs hadden ze een vier meter lange stok meegenomen om op de top te plaatsen. Helaas bleek deze noordelijke top niet de hoogste te zijn. In 1913 beklom een equipe van vier, zijnde Harry Karstens, Walter Harper, Robert Tatum en Hudson Stuck, de hogere zuidelijke top. Maar dit team zag effectief de stok staan op de andere top. Beide mogen mooie prestaties genoemd worden voor de tijd van toen. Vermeldenswaardig is nog de beklimming van de ‘Cassin-Ridge’, geopend in 1961 door een team onder leiding van niemand minder dan Ricardo Cassin. Deze Italiaan heeft in de Alpen zeer veel routes geopend (o.a. de Walker pijler op de Grandes Jorasses en de Cassin op de Piz Badile) en stond erom bekend nooit terug te keren uit een route. Tot op de dag van vandaag wordt deze route als een van de moeilijkste, maar toch vooral als de meest esthetische route naar de top van de Denali beschouwd.

Maar de Everest is ontegensprekelijk moeilijker te beklimmen dan de Chimborazo of de Mauna Kea. Het is immers vaak het gebrek aan zuurstof dat bepaalt hoe moeilijk het is om een hoge berg te beklimmen. En op dat vlak spant de Everest wel de kroon. Ze werd voor het eerst beklommen in 1953 door de Nieuw-Zeelander Edmund Hillary en de Nepalees Tenzing Norgay. Met hoeveel ongeloof deze eerst beklimmers er vandaag de dag naar zouden kijken, kan helaas gezegd worden dat de hoogste berg ter wereld vandaag verworden is tot een ‘commerciële’ berg. Uiteraard word je niet naar boven gedragen en moet je elke fysieke stap zelf zetten, maar waar vervaagt de grens tussen klimmer en klant? Het merendeel van de mensen die jaarlijks aan de beklimming starten, zijn niets zonder hun gidsen en hun dragers en zouden niet hoog geraken zonder hun hulp. Een discussie hierover is voer voor een heel andere artikelreeks. Het geeft gewoon weer hoe sommige plekken te lijden kunnen hebben onder overconsumptie omdat ze op een ‘lijstje’ staan. En dit terwijl er nog honderden, zoniet duizenden onbeklommen bergtoppen ter wereld zijn. Sommigen hebben zelfs nog geen naam gekregen. Soms ligt het avontuur buiten de lijntjes, buiten de lijstjes. Of om het met de woorden van een bekend buitensportmerk te zeggen: ‘Never Stop Exploring’.

29


Tekst Ignace Bral / foto's Koen Wittevrongel

De 7 summits

Interview met Koen Wittevrongel

Rijzige man, blote (stevige) kuiten, klein rugzakje… we zijn weg voor een grote dag, wandelen en praten… en opgaan in de verhalen. Aan het einde van de dag ben ik zo onder de indruk dat ik mijn wandelstok vergeet. Koen kan de hele dag vertellen, en nog langer ook. Maar hij doet dit met een rust en flegma… ik heb het gedaan… maar niet meer… geen gepoch, geen ‘look at me’, geen ‘ik ben dè man’. Fier is hij wel op wat hij heeft gedaan, maar zonder hooghartigheid.

De kiem voor het aangaan van grote uitdagingen werd al in 2009 gelegd (bereiken van de Noordpool). Twee jaar later trok Koen ook nog over de ijskappen van Groenland. Koen is dankbaar dat hij in een tijdspanne van 7 jaar de ‘Seven Summits’ heeft kunnen beklimmen en daarbij ook nog zowel op de Noord- als op de Zuidpool heeft gestaan.

KBF: Hoe kwam je ertoe om bergsporter te worden? Koen: Mijn vader was een eenverdiener. We gingen wel op reis, maar in de regel met de tent… en naar de bergen… op mijn achttiende ging ik op huttentocht (tour van de Mont Blanc) en op mijn 22ste stond ik op de Bishorn. Op mijn 25ste kwam ik in aanraking met WBV… ik volgde klimschool… We zijn eenvoudig begonnen, daar waar het moest.

Daarmee geeft hij nog een extra glans aan zijn ‘ Seven Summits’ en mag hij zich lid noemen van The Explorer Grand Slam. Je voelt dat het Koen deugd doet, dat hij tot dit kransje van avonturiers mag horen… maar nergens een zweem van ijdelheid… alleen maar dankbaarheid.

Mijn vrouw, Lieve is haar naam, was min of meer uit hetzelfde hout gesneden en stilaan drongen we dieper in de Alpen door… heel geleidelijk.

Dankbaar omdat hij op die 9 grote uitdagingen persoonlijk met weinig fysiek leed in is aanraking gekomen. Meer dan een omgeslagen voet en gescheurde ligamenten heeft hij niet moeten meemaken. Die voet speelt hem nu soms nog parten. Koen maakt vandaag de wandeling wel op lage sportschoenen 'om die enkel weer te trainen’.

In 2009 gingen we op expeditie naar de Noordpool, de laatste 2 breedtegraden met ski en hondenslede. We kregen er niet genoeg van en in 2011 namen Lieve en ik deel aan een expeditie over de ijskap in Groenland. ’s Avonds, in de tent, kwamen we in contact met een man die de Seven Summits al had beklommen… Wie bij de hond slaapt, vangt zijn vlooien… daar ontstond het idee om het ook te wagen.

Pag 30:De bekende kegelschaduw van de Mount Everest Pag 31: vbno - Mount Elbrus / Kilimanjaro / Carstenz Pyramide / Mount Vinson / Denali / Aconcagua / Mount Everest

30


Lieve was mee op de Elbrus, maar ze kreeg last van hoogteziekte. Daar miste ze haar eerste van de zeven… Daarna volgde de Kilimanjaro die we samen wel goed overleefden. Bij de beklimming van de Carstenszpyramide vlogen we in naar het basiskamp en keerden we te voet terug door het oerwoud, zeg maar jungle, van Papoea-Nieuw Guinea. Daar hebben Lieve en ik echt heel veel van genoten. Ondertussen was ik nog niet halfweg de 7 Summits… nog vier te gaan. Na een geslaagde last-degree expeditie naar de zuidpool besliste Lieve, om gezondheidsredenen en om zeker mijn beklimming niet in het gedrang te brengen, om niet deel te nemen aan de beklimming van Mt Vinson. Terwijl zij genoot van de (relatieve) luxe op Union Glacier, leverde ik samen met mijn gids Rick strijd met de elementen en de tijd. Slechts op de allerlaatste dag van het seizoen konden we de Mount Vinson beklimmen. Rick, de gids, was daar echt niet in vorm. Op een bepaald ogenblik stelde hij zelfs voor om onze rugzak achter te laten, en het laatste deel van de berg – nog enkele uren klimmen - zonder dat extra materiaal aan te vatten. Ik ben daar niet op ingegaan… alles wat ik mee heb, heb ik mogelijks nodig… Op het einde van de expeditie schreven de Rangers een nota over Ricks gedrag… hij werd het recht om te gidsen op Mount Vinson ontzegd… Ze lachen er daar niet mee met in gedachten ‘de beste redding is degene die we niet moeten uitvoeren’. In mei 2016 vloog ik naar Alaska voor de lastigste en zwaarste beklimming tot dan toe De Denali kent temperaturen die gemakkelijk onder de – 40 en zelfs – 50 duiken. Het was de bedoeling om de traverse van de berg te maken. Dus moesten we telkens ons gerief in heen- en weer etappes verplaatsen. De beklimming verliep langs de normaalroute via de West Buttress en de afdaling zou gebeuren langs de noordzijde via de Carstenszridge en de Muldrowgletsjer. Een ijskoude storm hield ons drie dagen in onze tent vast… weg schema… De beklimming via de normaalroute is wel gelukt.. maar we hebben de traverse niet gemaakt.. en zo keerden we via de normaalroute terug. Het kan raar klinken maar de beklimming van de Aconcagua in ZuidAmerika, met zijn 6962 m al een serieuze test richting 7000 m, maar nog ver onder de 8848 m van de Everest, dat was een fluitje van een cent. Behalve dat ik daar mijn voet omsloeg en dat het gruis dicht bij de top me bijna meer achteruit dan vooruit liet gaan. De grootste moeilijkheden om die berg te beklimmen lagen beneden. Alvorens de beklimming van de Aconcagua aan te vatten is er immers een medische controle. Hierbij wordt o.a. je bloeddruk gemeten. Vraag me niet waarom, maar mijn bloeddruk was bij de eerste en de tweede meting te hoog. Pas na een ‘derde keer – goede keer’ meting kreeg ik het fiat om de berg op te gaan… dat ware maar al te erg geweest.. niet eens mogen starten. En dan kwam de hoogste eraan. In april en mei 2018 stond de Everest als de ultieme berg op het programma. Voor wie echt de voorbereiding, de expeditie naar Tibet en beklimming stap voor stap wil volgen raad ik aan om op het web naar Koen Wittevrongel te surfen en daar Everest Expedition 2018 in te tikken. Neem je tijd om dag voor dag de ontwikkelingen op de hoogste berg ter wereld te volgen. Het is een boeiend verhaal. Wat eventueel niet in het blog staat, tracht ik hier voor jullie samen te vatten onder de noemer ‘Wist je dat’?

31


Wist je dat…: • Koen heel veel leerde uit zijn eerste 6 beklimmingen. • Hij zich voorbereidde door ettelijke weken op voorhand in een hoogtetent te slapen. • Er voor de groep van Koen ongeveer 4 ton materiaal aankwam in het basiskamp. • Het thuisfront Koen steeds kon volgen dankzij een In Reach GPS-toestel. Deze GPS laat toe berichten te versturen en heeft een Follow Me-functie om met een tussentijd van 12 minuten de klimmer op de berg te kunnen volgen. • Er echt nog steeds mensen die amper hun stijgijzers zelf kunnen onderbinden de beklimming van de Everest aanvatten (maar deze raken in de regel niet tot op de top). • Er een overdreven luxe is in een deel van het basiskamp. O.a. de Russische expedities blinken hierin uit door verwarmde matrassen aan te bieden en free drinks (lees vodka, wiskey en andere) in hun super-de-luxe bartent. • Koen met de expeditieleider ernstig in discussie ging omdat die hem een onervaren klimsherpa wou meegeven. Uiteindelijk ging de ervaren Nima mee die al 10 keer op de top van Everest was geweest (4 x langs de Nepalese en 6 x langs de Tibetaanse kant). • Er vaste touwen hangen vanaf Advanced Base Camp (juist erachter aan de voet van de noordcol) tot op de top van Everest. • Een omgeslagen voet Koen andermaal parten speelde. • Het verdomd moeilijk is om verpakt als Michelinmannetje de ‘Steps’ te nemen. • Zijn Indische vrienden Ajeet en Deeya twee dagen voor hem ook de top bereikten en dat dit Koen stimuleerde om het even goed te doen. • Er sinds mei 2018 boven op Everest een beeldje van een Nepalese koning staat. • Zes van de acht klimmers uit de groep van Koen de top bereikten. • De afdaling echt veel gevaarlijker is dan het lijkt. • De ervaring met koude op Antarctica en de Noordpool veel hielpen om zonder bevriezingsverschijnselen van de Everest af te raken. • Koen ‘totaal kapot’ was toen hij na de topbeklimming kamp 1 bereikte. • De vreugde zeer groot was om de ‘Seven Summits’ tot een goed einde te hebben gebracht.

32


KBF: En Koen, nog dromen, nog ambities? Koen: ‘Nu eerst een beetje bekomen en me weer focussen op het werk en aandacht besteden aan mijn gezin. ik sta altijd open voor een verrassingsreis en ik zou heel graag nog blijven rondzwerven in de pure natuur. Bijvoorbeeld de Yukon-rivier afvaren of in de winter stappen over de Frozen River in Ladakh. En misschien trek ik wel eens naar de Manaslu… er is nog niets gepland. We zien wel. In elk geval wil ik bij deze nog eens mijn vrouw, mijn gezin, mijn vrienden, sparringpartners en sponsors bedanken. Zonder hun inzet, inbreng en geduld zou ik dit nooit verwezenlijkt hebben.’ Het afscheid was hartelijk. Samen genietend van het beste wat op de bierkaart stond. Bedankt Koen, het was een (h)eerlijke dag…

Belgen op de Seven Summits • Rudy Van Snick (Carstensz-versie - 1995) • Robert Huygh (Kosciuszko-versie - 2006), en Carstensz-versie - 2008) • Wim Smets (Carstensz-versie - 2008) • Willy Troch (Carstensz-versie - 2008) • Bjorn Vandewege (Carstensz-versie - 2010) • Jacques Pirenne (Carstensz-versie) - 2012) • Koen Wittevrongel (Carstensz-en Kosciuszko-versie - 2018) • Sofie Lenaerts (Carstensz-versie - 2020). Tevens eerste vrouw in de Benelux.

Onderweg op Denali Inserts: Mount Everest, Mount Vinson en Carstenz Pyramide

33


Over The Top

Tekst Ignace Bral / Foto's © Over The Top

34

Zes maanden lang al liftend de hoogste landpunten van Europa bereiken, daar moet je een beetje gek voor zijn. En toch is dat de uitdaging die avonturiers Andreas, Bertrand en Yannick zichzelf gesteld hadden. Deze week heb ik hun boek ’Over the top’ voor de tweede keer met geestdrift gelezen. Straks mag ik die drie vrienden die samen op de journalistenschool zaten interviewen. Ik moet hen dadelijk bekennen dat ik nooit een objectief verslag kan schrijven over hun exploot. Daarvoor zijn er, ondanks het feit dat ze mijn zonen kunnen zijn, te veel raakpunten. Om er maar enkele te noemen: liften, bergen, talen, schrijven. Feiten moeten juist zijn, maar hun emoties, het doorzetten, kou, frustratie of geluk dat kan je niet objectief vastleggen. Bertrand: "Dat geeft niet man. Dan maak je er maar een humaninterestverhaal van."


Monte: Hoe kwamen jullie op het idee? Andreas: "Al jarenlang ben ik vrijwilliger bij AFS, ik woonde al in vier verschillende landen. Na enige tijd had ik al heel wat landen van Europa aangedaan. En we gingen regelmatig in familieverband naar de bergen. Ik heb zelfs familie in Zwitserland wonen." Bertrand: "De aanzet tot liften kwam van mijn scoutsgroep uit Gent. Veel kilometers door ons continent, telkens per duim. Op een avond, tussen pot en pint, legden Andreas en ik onze landenpuzzel samen. Moesten we nu eens alle landen van Europa bezoeken en zo beter de gelijkenissen en verschillen tussen de mensen leren kennen. Misschien kunnen we daar ook wel telkens hetzelfde ritueel uitvoeren: de hoofdstad bezoeken, een audiëntie bij het staatshoofd vragen, het oudste café opzoeken… Laat maar komen de gedachten.

Bertrand: "Dat was ook geen probleem. We waren jong (26). Hadden nog geen zware engagementen aangegaan. De tijd was er rijp voor." Yannick: "Ik kan me niet herinneren dat ik het echt gevraagd heb aan mijn vriendin. Het stond vast. We zouden dat doen en ik ging mee… zes maanden." Andreas: "Ah ja. We hadden het boekje Europe’s High Points in handen gekregen. Daarin beschrijven de auteurs relatief gedetailleerd de route naar elk hoogste punt van de verschillende Europese landen en ik ontdekte bij toeval dat wat we van plan waren een erkend Guinness World Record was. Onze voorgangers hadden twee en een halfjaar nodig om alle 44 hoogtes aan te doen. Frankrijk en Italië delen hun hoogste top evenals Albanië en Macedonië. Dat record moest te verbeteren zijn. Wij opteerden voor zes maanden en zouden zien waar we uitkwamen."

Andreas: "We waren er snel uit. Al liftend alle landen van Europa aandoen en telkens het hoogste punt bereiken/beklimmen. We hebben daar niet lang over nagedacht; hadden we dat gedaan, dan waren we misschien nooit vertrokken." Monte: Jullie zijn toch met drie? Yannick: "We hebben samen journalistiek gestudeerd. Andreas en Bertrand vroegen mij of ik mee wilde gaan om foto’s te maken en een blog bij te houden. Het duurde niet lang of ik ging mee als gewone deelnemer… met z’n drieën… dan ben je nooit lang alleen." Monte: Hoe reageerde jullie naaste omgeving op dat plan? Andreas: "Bij mij thuis verschieten ze van niks. Ik hop van het ene levensavontuur in het andere, dus."

35


Bertrand: "Onze voorbereiding kostte ons ongeveer anderhalf jaar. Lange lijsten met materiaal, de route voorbereiden, slaapplekken zoeken voor onderweg…"

Monte: Veel van die toppen die jullie bereikten zijn voor een gewone stervelingen ook op hun pantoffels te bereiken. De Grossglockner, de Mont Blanc of de Elbrus, dat is toch andere koek. Hadden jullie voldoende alpine kennis om ook hier te slagen?

Yannick: "Onze recordpoging zou aanvankelijk in IJsland starten. Maar de klimaatopwarming is eind juni 2016 onze eerste spelbreker. Geen Hvannadalshnúkur (2109,6m). Het ijs is in sneltempo gaan smelten en het klimseizoen is drastisch ingekort. Zo wordt de IJslandse berg ook meteen de eerste die we toevoegen aan het lijstje ‘Bergen 2017’."

Bertrand: "We volgden een doorgedreven, maar zeer korte opleiding in alpine technieken in Chamonix. UIMLA Mountain Leader Glenn Gekiere bracht ons in een recordtempo de nodige skills bij. Hij besefte maar al te goed dat drie dagen echt niet voldoende was om ons met een heel gerust hart op pad te sturen, maar we hadden niet meer tijd.

Andreas: "Op 2 juli 2016 om halfzes ’s avonds begint de tijd van onze recordpoging te lopen. Op naar de Møllehøj, met zijn 171 meter hoogte het meest verheven punt van Denemarken."

Glenn rekende erop dat we ongelooflijke doorzetters waren die toch altijd oog hadden voor veiligheid en gaf ons na die drie opleidingsdagen groen licht."

Monte: Vanaf dit moment in het interview is het drietal helemaal los. Om beurt voegen ze details toe, laten ze in hun ziel kijken, staan ze stil bij hevige emoties of lastige vragen.

Monte: Jullie eerste alpine berg was de Grossglocker, met zijn 3798 m toch geen zondagswandeling.

Monte: Hoe was de onderlinge verstandhouding? Ik heb blijkbaar de olifant in de kamer aangeraakt want ze zijn alle drie even stil.

Andreas: "Toegegeven, hadden we onder begeleiding de Grossglocker kunnen beklimmen alvorens het zelfstandig te doen, dan hadden we een nog serieuzere voorbereiding gehad. Nu was Oostenrijks hoogste ons echte examen. We hebben uit die zelfstandige beklimming veel zelfvertrouwen geput, die ons op de Elbrus echt veel geholpen heeft. "

Andreas: "Ik lag soms wel in de clinch met Yannick." Monte: Hebben jullie ooit aan opgeven gedacht?" Yannick: "Daar was af en toe wel een rechtstreekse aanleiding voor, zoals die keer dat het noodzakelijke logboek voor de erkenning van ons record definitief zoek was. Jij raakte regelmatig iets kwijt. Ik kon me daar mateloos over ergeren. Toegegeven, soms was ik boos zonder echte reden; dat kwam dan door de uitputting, het tekort aan slaap of teveel kou lijden." Andreas: "Al bij al was er een zeer grote synergie, zo niet waren we geen vrienden gebleven. Zes handen op een buik… tenzij het even anders was."

36

Yannick: "Na ongeveer een maand had ik een dipje. Ik twijfelde soms aan de haalbaarheid van ons project. Maar dat kwam vooral door vermoeidheid, door nog niet genoeg gerodeerd te zijn in het liften. Maar opgeven… waarom hadden we dan al die moeite gedaan om ons voor te bereiden? De training, het opzoekingswerk van slaapplaatsen, zoveel mensen die ons gesteund hadden in de kou laten staan. Neen, ik slikte dat idee snel door. We waren vertrokken, we zouden doorgaan."


Monte: Waar zouden jullie zo weer naartoe willen?

Monte: Jullie mengen ook een portie geschiedenis in jullie verhalen.

Andreas: "Laat ons de vraag omdraaien. Waar zouden we echt nooit meer naartoe gaan? De Elbrus. Niet voor de berg zelf. Daar hebben we moeten knokken om bovenop te raken, veel kou geleden ook. Maar lager op de berg, dat is gewoon de hel. Een stort. Overal ligt plastic en ander afval. Het stinkt er uren in de wind. Drinkwater vinden is een kunst. Zo een smerige plek heb ik nog nooit in mijn leven gezien."

Bertrand: "Dat mocht niet ontbreken. Ons avontuur had ook de bedoeling om de Europese volkeren beter te leren kennen en op die manier ook een verbinding te maken tussen al die kleuren en geuren."

Bertrand: "Maar naar de Balkan willen we zeker nog terug. Ondanks het taalprobleem; ondanks de vele spanningen die nog in dat gebied hangen. Kosovo is mijn lievelingsplek." Monte: 46 landen, evenveel en nog meer talen. Hoe pakten jullie dat aan? Bertrand: "We spreken samen een tiental talen. Andreas kan wat Russisch en Turks en goed Spaans. We kennen wat Portugees en Italiaans en ik brabbel twee woorden Zweeds. En natuurlijk de talen van onze buurlanden." Yannick: "De schoonste momenten waren nog die waarbij we met handen en voeten onze bedoelingen moesten uitleggen. Of die keer dat we met een dove jongen spraken in Moldavië. We verstonden mekaar perfect, ook al kon hij geen woord zeggen. En natuurlijk leerden we via Google Translate in elke taal heel snel om te vragen ‘of we alsjeblieft mee mochten rijden’." Andreas: "De moderne hulpmiddelen hebben ons natuurlijk ook ferm geholpen: maps.google.com, www.mountain-forecast.com, www. summitpost.org, adressen van couchsurfers vinden… "

Andreas: "Wat me opviel was dat het vluchtelingenkamp in het dorpje Eidomeni aan de Griekse grens blijkbaar helemaal van de kaart geveegd was. Ik herinnerde me nog heel goed de beelden van de om en bij de vijftienduizend ontheemde mensen die daar moesten samenhokken. Nu is het kamp weg. Doodgezwegen." Monte: Beseffen jullie dat jullie met die intense trip een aanslag op jullie lijven pleegden? Yannick: "Maar al te goed. We zijn nooit echt ziek geweest. Maar mijn knieën zijn kapot." Monte: Wat zijn jullie verdere plannen? Bertrand: "Nog reizen natuurlijk, met of zonder duim. Of met de fiets. Sinds Over The Top ben ik iedere zomer in de bergen te vinden, maar zonder die immense druk om telkens de top te halen. Klimmen is nu uitsluitend nog een plezier." Andreas: "En ons boek verkopen. ‘Over the top’ kwam uit bij het begin van de coronacrisis. Weg boekvoorstellingen. Weg lezingen. Ons boek werd goed onthaald door mensen met diverse achtergronden: reizigers, lifters, klimmers, de man in de straat… maar er is nog veel potentieel. Mensen kunnen ons contacteren op andreas.heyerick@ gmail.com." Monte: Toffe lefgozers, geniet verder van jullie leven.

37


Tekst en foto's Ben Van Poucke

HUTTENTOCHT HOCHSTUBAI

Eén van de Stubai Seven Summits Zoals de (onder)titel laat vermoeden gaat het in dit artikel niet over de 7 ‘continentale’ hoogste bergtoppen ter wereld; maar over de ‘Seven Summits Stubai’. Deze zeven bergen zijn niet de hoogste bergtoppen in Tirol; ze hebben eerder een speciale betekenis voor de inwoners en berggidsen van het Stubaital. Het zijn ‘mooie’ bergen (welke niet…) en laten een specifieke indruk achter in hun landschap.

Het gaat om de Zuckerhütl (3.507 m), de Wilde Freiger (3.418 m), Habicht (3.277 m), de Rinnenspitze (3.003 m), de Serles (2.717 m), de Hohe Burgstall (2.611 m) en de Elfer (2.505 m) bij Neustift. Dit jaar hadden we onze wandelzinnen gezet op een huttentocht rond het Windachtal (Sölden – AT), met als hoogtepunt de beklimming van de Zuckerhütl. Net als in 2020 was het evenwel gespannen afwachten of Covid ons pad zou kruisen; maar in de zomer 2021 werden de maatregelen weer (even) soepeler. Dus in september: “Auf die Berge will ich steigen!” DAG 1: SÖLDEN – HOCHSTUBAIHÜTTE Na een overnachting in een pension net buiten het centrum van Sölden, vertrokken we op 08 september bij stralende zon vanuit het dal naar de Stubaihütte. Deze is met zijn 3.173m de 3de hoogstgelegen hut van Oostenrijk. Als je weet dat Sölden op 1.368m ligt, dan zijn er op de eerste dag direct 1.800 hoogtemeters af te haspelen. De eerste 500m liepen we nog in de schaduw van een bos; maar vanaf de Kleblealm (1.985m) begint het rots gebied. Het weer was evenwel prachtig waardoor we een wondermooi zicht op de Windachvallei hadden. Al snel leerden we de familie Leers - Vanlommel uit Rillaar kennen. De ouders waren met hun 4 zonen voor enkele dagen op huttentocht, een huwelijksgeschenk van de kinderen aan hun ouders. Fantastisch toch? Ze beschouwden ons als ‘routinees’ en zouden enkele etappes met ons mee trekken. De middagpauze namen we aan het kleine, maar idyllische Laubkarmeer. De uitstekend gemarkeerde route verliep verder door de gelijknamige kloof, waarna we de eerste sneeuwvelden overstaken (Afbeelding 1). We zaten tenslotte bijna op 3.000m. Eenmaal voorbij de kloof werd de hut zichtbaar. Daar aangekomen, installeerden we ons op onze koude kamers (buiten 0°C), dus maar snel naar de eetzaal, waar het haardvuur voor de nodige ontspanning zorgde. Behalve het Vlaamse gezin en wij, waren er maar 2 andere groepen in de hut aanwezig. Niet erg, konden we genieten van de rust en een fantastische zonsondergang (Afbeelding 2). De nacht op het lager verliep minder rustig als gepland, wegens de vele ‘lichaamsgeluiden’ van onze Duitse wandelgenoten. Leve het huttenleven!

38

Afb 2


DAG 2: HOCHSTUBAIHÜTTE – HILDESHEIMERHÜTTE De volgende dag was het weerom stralend weer. De steile afdaling naar de Oberer en Unterer Seekarsee verliep zonder problemen, vanwege de gezekerde passages. Daarna volgde een gemakkelijke wandeling langs de flanken van de Warenkar tot aan de Warenbach waar we onze drinkbuidels konden vullen en even genieten van de machtige omgeving. De Fraulasköfel richting de Windacher gletsjer is technisch niet moeilijk; maar concentratie blijft toch vereist, wat een andere groep Vlamingen (die ons uit tegengestelde richting tegemoet kwam) mocht ondervinden. Eén van hen maakte een uitschuiver met een kwalijke val tot gevolg. Behalve wat blauwe plekken en schaafwonden evenwel zonder verdere verwondingen.

Afb 1

Het oversteken van de Windach en de daaropvolgende Gaißkar gletsjer is eenvoudig, we waren ook niet gezekerd met een koord. Ok, het was nazomer, maar ik vermoed dat de klimaatopwarming ook hier speelt. Op de 2de gletsjer liepen we eigenlijk wat in de weg want men was volop het komende skiseizoen aan het voorbereiden. De zeer gekende Dresdnerhut en diverse skiliften & bergrestaurants liggen daar ook niet zo ver van. Nog nooit zoveel ‘pistenbully’s’ bij elkaar gezien. Na de gletsjers volgde een aangename afdaling naar de al even aangename Hildesheimer hut (2.899m), die over een fantastisch panorama beschikt (Afbeelding3). De hut zelf heeft een oud en een nieuw gedeelte, warme douches, een gezellige ‘Stube’ en een uitstekende keuken. De familie Fiegl zijn top gastheren. Aangezien deze hut relatief makkelijk bereikbaar is vanuit het dal, is reserveren steeds aangeraden.

Afb 3

39


DAG 3: HILDESHEIMERHÜTTE – MÜLLERHÜTTE De volgende dag was D-Day met de beklimming van de Zuckerhütl. ’s Morgens namen we nog afscheid van de familie Leers. Snel erop volgde onze afspraak met berggids Christoph Soratroi (www.alpineventures.at) Na korte kennismaking gingen we direct op weg naar ons hoofddoel van de dag via de Pfaffengletsjer, door het Pfaffenjoch en via de Sulzenaugletsjer tot aan de voet van de Zuckerhütl. Hier is wel gletsjeruitrusting vereist vanwege de vele kloven. Onze rugzakken lieten we achter, daarna een laatste, grondige check en in een stralende zon werd de beklimming aangevat. Vroeger ging het blijkbaar naar de top over een steile sneeuwrichel; nu is echter veel gesmolten en klimt men over rotspartijen naar de top (UIAA 2). Hier en daar zijn boorhaken, niettemin blijft voorzichtigheid geboden. Aangezien we geen klimexperten zijn, zorgt een dergelijke beklimming nog steeds voor de nodige adrenaline en euforie (Afbeelding 4). Het moet gezegd, het zicht was fenomenaal (Ötztal – Stubaital – ZuidTirol) en de gids deed prima werk. De afdaling liep via dezelfde weg. Via de Wilder Pfaff (3.458m) gaat het dan eerst steil naar beneden (Afbeelding 5) en dan over de Pfaffengraat naar de Müllerhut (3.143m). Ze is ook gekend als de Rifugio Cima Libera, de hut ligt net over de grens in Zuid-Tirol. Aangezien ze alleen over de omringende gletsjers te voet te bereiken is, was het er erg rustig. De uitbaters Heidi & Lukas zijn zeer joviaal en gekend in de hele regio. Het hoeft niet gezegd dat ook hier de omgeving fenomenaal was; enkel ijs, bergen & stilte. Er heerste al een wat Italiaanse flair: alles tweetalig Duits/Italiaans (niet meer DAV/ÖAV maar ‘Club Alpino Italiano’ …), verwarmde kamers (!), de koksmeisjes spraken enkel Italiaans… We kwamen ook te weten dat de bevoorrading enkel per helikopter gebeurt. Ter info: dit kost 30€ … per minuut. Een vlucht duurt gemiddeld 2,5 uur.

Afb 5

Afb 4

DAG 4: MÜLLERHÜTTE – SIEGERLANDHÜTTE De volgende morgen stonden we met Christoph om 06h15 al op de gletsjer, op weg naar de Siegerlandhut (2.720m – terug in Oostenrijk. De etappe loopt over de Sonklarspitze (3.463m) en de Hohes Eis (3.383m). De eerste klim is weer over rotsen in 2de graad tot aan het stevig gebouwde ‘Gipfelkreuz’. Spijtig van de bewolking; maar verder was het genieten. De afdaling vanaf de Hohes Eis vonden we nog het moeilijkste en meest heikel stuk; gezien de mist en de steile afdaling van meer dan 600 HM over grote, gladde & scherpe rotspartijen. De Siegerlandhut is op en top Tirol, wel geen water maar de hele familie helpt waar het kan. We namen afscheid van onze gids en genoten van een rustige huttenavond.

40

Afb 6


DAG 5: SIEGERLANDHÜTTE – HOCHFIRST

DAG 6: HOCHFIRST - OBERGURGL

De volgende dag was, persoonlijk gezien, één van de mooiste etappes die we ooit hebben gemaakt. Vertrekken vanuit een typische Oostenrijkse alpine hut, grensovergang naar het mediterrane Zuid-Tirol, langs een ongelofelijk mooi azuur blauw bergmeer (Schwarzsee) (Afbeelding 6), via een mooi pad, begeleid met het gefluit van marmotten, het Passeiertal (IT) binnen. Aan de Schneeberg (Erlebnisbergwerk Schneeberg-Passeier) genoten we van een welverdiende pauze. De afdaling langs de Tiroler Höhenweg (nr.29) is hoe volgens mij het Aards Paradijs er moet uitgezien hebben: wijds uitzicht op het Passeierdal & Natuurpark Texelgroep, een aangename, blauwe & zomerse lucht, kleurrijke bloemen & geurige kruiden (Afbeelding 8), Alpenkoeien en Haflingerpaarden begroeten je op weg naar de Timmelstraße (ik weet evenwel niet of Adam al koeien had…). Het laatste stuk langs de 44bis is druk en lawaaierig, dat overbrugden we met de regiobus nr. 8405 tot aan ons hotel in Hochfirst.

De volgende morgen namen we diezelfde bus, die ons 2 haltes verder bracht naar het vertrekpunt aan de Oberglaneggalm. De etappe naar het Königsjoch langs de Gurglerkamm, waar we terug in Oostenrijk zouden komen, was desolaat en heerlijk rustig. We kwamen slechts 1 ‘tegenligger’ tegen. De klim naar de grensovergang is vanaf de Schäferegg relatief steil op een graat, af en toe is het pad geërodeerd; maar hier en daar gezekerd (Afbeelding 7). Aan de top aangekomen hadden we graag de Königskogel (3.050m) ‘meegenomen’; maar er was teveel mist. Diverse grensstenen herinneren eraan dat sinds 1920 Zuid-Tirol bij Italië hoort; iets wat bij velen nog niet echt verteerd is (“Süd-Tirol ist nicht Italien!” lees je geregeld). Ook een Tiroler die we daar ontmoetten, had een uitgesproken mening over Italianen… Bij de afdaling naar Obergurgl kom je voorbij een oude douanepost en wandel je verder langs de Königsbach. Ook hier is het rustig en stil, enkel wat schapen. Eénmaal aan de Gurgler Heide merk je aan de (té)vele liften, kabels & helikopters dat je terug de beschaving nadert. Wel mooi kleurenpallet van de heide (Afbeelding 9). FAZIT

Afb 7

Vanuit Sölden strekt het charmante Windachdal zich uit over ruim tien kilometer naar het oosten, naar het hart van de Stubaier Alpen. De diverse hoog alpine hutten zijn goed bereikbaar, vanwaar uit hoogtoeren mogelijk zijn naar diverse 3.000’ers (Aperer Pfaff, Daunkogel, Sonklarspitze…). Ook is het Ötztal een ideaal gebied om eerste ervaringen op te doen op gletsjers in eigen regie (waarover in een toekomstige Monte meer…). Ten zuidoosten van het Windachtal tussen de Sonklarspitze en Timmelsjoch, nu dus landsgrens Oostenrijk – Italië, vind je aansluiting met het mooie, rustige wandelgebied van de Passeier vallei.

Afb 8

Afb 9

41


Tekst en foto's Patrick Van Grootven

MERA PEAK In oktober 2017 stopt een spierscheur in Makalu BC mijn Mera Peak beklimming. In maart 2020 stopt Corona mijn tweede poging. Begin oktober 2021 schrapt Nepal zijn quarantaine maatregelen. Nu nog eens uitstellen; ik heb het gevoel dat dat dan afstel wordt. Zes bergkameraden haken helaas af door de Coronasfeer. Mijn conditie is opgebouwd en het materiaal heb ik. Mera Peak, here I come.

Zowel bij de check-in in Zaventem als in Kathmandu voor Lukla slaag ik erin om mijn te zware North Face duffel ingecheckt te krijgen. Door 5 kg fotomateriaal (body, lenzen, statief, toebehoren) heeft hij 2,5 kg overgewicht. Mijn gids ziet dat tijdens de weging. En mijn drager voelt dat onmiddellijk. Die man is professioneel en weet op 250 gr na hoeveel er in een zak zit. Maar ik kan niets missen. 5 zware trekkingdagen door lower Khumbu Zuidwaarts vanuit Lukla trek ik met mijn gids Nima Sherpa en drager Ang Gen Sherpa naar Paiya (2660 m). Om goed te acclimatiseren laten we de Zatrwa La (4610 m) letterlijk links liggen en stappen we in 5 dagen over de Panggom La (3286 m) naar Khote. Daar eindigt de jungle en start het echte Khumbu hooggebergte. De weg is bezaaid met rotsblokken en een opeenvolging van trappen. Op en af: het stappen in Khumbu kan je enkel maar leren door het hier te doen. Ik voel de hoogte en er zit nog een algemene vermoeidheid in mijn lichaam. De conditie is goed en de benen sterk maar het super stapgevoel van 2014 naar EBC is er niet. Om 18u30 ga ik al slapen. De sobere levensomstandigheden en de kou vallen me zwaar. En ik kan met niemand delen. Ik heb heimwee. Dus een dag met een keer nemen en al mijn ervaring gebruiken. ’s Morgens is mijn camp-routine nog niet op scherp: ik ben te laat voor het ontbijt. Dat moet beter! Vandaag wacht een “ras”-stukje Nepali flat: stijgen naar 2930m, dan dalen naar 2300m om dan te slapen op 2770m. We starten recht tegen de helling op, met hoge opstappen in abschussig terrein. Concentratie en stapvastheid is nodig. We zitten nu in remote Khumbu en wandelen op de traditionele verbindingswegen voor de locals. De Nepali jungletrails zijn op veel plaatsen heel slecht, zeer smal en steil. ’s Middags is er enkel Dal Bhat. Nima zegt: “Patrick, Dal Bhat power, for 24 hours!” Zij vragen nog bij (dat mag 2X) maar ik heb met 1 portie genoeg. Het is hun diesel. Bij aankomst in Panggom (2760 m) ben ik moe maar de conditie is OK. Het gevoel is beter maar er moet meer intensiteit komen in het stappen, wil ik de top halen. Ik ben de 29e gast dit seizoen in de Namaste Himalayan Trekkers Lodge. “Voor Corona had ik soms 29 gasten op een avond” vertelt de uitbaatster. “Het wegblijven van de trekkers is een ramp”. En haar Cola-, Sprite- en Fantaflesjes en de Pringels die begin 2020 zijn aangekocht, wachten nu al 4 seizoenen tevergeefs op trekkers.

42


De volgende morgen stappen we door een rododendronbos naar de Panggom La. Dan nemen we een jungletrail die de steile flanken dwarst. Laat in de namiddag dan nog de zware uitgezette trail omhoog naar de Mera View Lodge in Ramailo Danda (3180 m). De eerste stappen boven 3000 m vandaag wegen. Maar het goede gevoel dat ik hier in dit steile moeilijke stapterrein in de ijle lucht een aantal weken per jaar thuishoor, is terug. Ramailo Danda: letterlijk “geniet van de bergen!” ’s Morgens is het zicht op Lower Khumbu, dat ten dele nog in de schaduw ligt, adembenemend. En voor de eerste keer Mera Peak: zo ver en zo hoog! Hoe moet ik daar op geraken? Voor de 1e maal in mijn bergleven twijfel ik tijdens de aanloop aan de haalbaarheid. Waar is dat gevoel van: “we gaan dit doen, wauw machtig, binnen een 8-tal dagen staan we daar boven?” Maar against all odds ben ik hier nu. Focus, veel rusten en één dag tegelijk. De camp-routine is back: inpakken in 20 min. Alleen op een kamer gaat dat ook makkelijker. Het staptempo moet verder naar omlaag, na de 1e nacht boven 3000 m. Wat een jungletrail: geëxposeerd traversen we door 60°, 70° steile hellingen met hoge op- en afstappen. En weer het Nepali flat: zijrivieren dwingen het pad genadeloos op en af door de flank. 3 stenen trappen moet ik met handen en voeten beklimmen. Nima en Ang Gel nemen die rechtop lopend.

Vandaag dag 3 op de Khumbu Sherpa Jungle Trails. We starten met een klim naar 3500 meter en dan Nepali flat naar Takthor, een lodge halverwege waar de trail van de Zatrwa La terug op het pad komt. Een groep Finnen komt uit Mera High Camp (MHC). De eerste Westerlingen in 4 dagen. Door stormachtige wind was MHC hun eindpunt. Verse sneeuw met windvlagen tot 100 km per uur lieten de voorbije week niemand “toppen”. Ik zal rustig weer moeten hebben. Ik zie wel hoever we geraken. Na een Dal Bhat trekken we door het laatste stukje jungle naar Khote (3592 m). Door de namiddagmist maakt Khote een troosteloze koude indruk op me. Ik kom uitgeput aan en ga anderhalf uur slapen. Ik ben niet in het rood gegaan maar de energie is op. Het eerste uur vandaag was mijn moeilijkste ooit in de bergen. Geen ritme, geen stapgevoel, steil tot op 3500m. Ik moet geloven dat door te rusten en te slapen ik morgen hersteld ben. Op aandringen van Nima - om weer op krachten te komen – kies ik verse Yak-steak met frietjes en ricepudding als toetje. Morgen houdt 6u 'easy trail' in petto, in goed weer. Dus ik mag uitslapen tot 7u30. Een luxe!

De lodge in Chatra Khola (3000 m) is nieuw. De nederzetting zelf ligt troosteloos een beetje dal inwaarts, een verzameling van 3 trekkerslodges. Mijn maag blijft opspelen. Ik moet een nieuw evenwicht vinden tussen voldoende eten, isotone drank en inspanning/verbruik. Na een tijdje wakker liggen heb ik 2 maal een diepe slaap met dromen te pakken. Ook omdat ik mijn donzen slaapzak nu open op me leg. Toch meer ruimte voor mijn benen… De wekker gaat te vroeg! Mooi op tijd ingepakt. Op advies van Nima verlaag ik verder het gewicht van mijn dagrugzak, ten nadele van Ang Gen.

43


De weg naar Khare Ons volgend doel is de Oxygen lodge in Tangnag (4279 m). Het pad loopt nu langzaam op langs de Hinku-rivier met rechts de machtige Mera-Peak westflank. Easy! Het verschil met de jungle trails van de voorbije 3 dagen kan niet groter zijn. Trekking is plots weer genieten. Het weer is eindelijk omgeslagen in Upper Khumbu: vanaf nu starten we elke dag met een quasi wolkenloze diep blauwe hemel. Nima zegt: “Nu maken we een kans.” Vanaf 13 u drijven wolken vanuit Lower Khumbu de vallei binnen. Het weer is daar voorlopig nog niet stabiel genoeg. Meting: O2 is 82%, een normale waarde. De volgende dag staat er vanuit Tangnag een acclimatisatietocht naar het viewpoint op 5028m gepland met prachtig uitzicht op de hanggletsjers in de Mera Peak Westflank en het verder verloop van de route naar Khare. Ik vertrek zonder rugzak. Ang Gen draagt mijn fotomateriaal. We gaan kijken hoever we geraken. Tot 4700 m gaat het redelijk. De steilere stukken zijn hard een eerste keer op deze hoogte. Regelmatig pauzeren om de hartslag te laten zakken. Als Nima de eerste wolken ziet binnen drijven, adviseert hij om onmiddellijk te starten met de foto’s. We zijn nu nog 45 minuten van het viewpoint. Na deze onderbreking in het stapritme, weegt de verderzetting zwaar.

Maar ik beschouw het als een investering in hoogtegewenning. Twintig hoogtemeter onder het viewpoint keren we om. Er ligt hier nog te veel firn en het is gevaarlijk om er door te zakken. Boven staat de O2 op 72%. In 5 uur op en in 1 uur zijn we terug beneden. Een mens leeft van liefde en af en toe een klein succes! Ik ben de enige gast in de Oxygen-lodge en zit ’s avonds met de familie van de lodge en Nima en Ang Gen rond de centrale Yak-stoof. De dochter heeft een aanslepende neusverkoudheid (we hebben Paracetamol gegeven), de vader-kok hoest. Ook voor hen is dagelijks “leven” op deze hoogte dus keihard. Zij proberen ook maar om hier een paar roepies te verdienen. De GSM’s worden voortdurend met veel commentaar vrolijk aan elkaar doorgegeven om leuke filmpjes van de sociale media te delen. Als je hier op hygiëne begint te letten krijg je angst. Bacteriën en virussen gaan vrolijk rond… Ah! Rustdag. De O2-verzadiging stijgt naar 84%. Nima is tevreden. De zon bereikt Tangnag pas om 9u15. Dit is een koud gat. De stroom komt van zonnecellen. Dus er is een zeer spaarzame verlichting in de diningroom. En op de kamer geen. Morgen trekken we verder naar Khare. Nog 5 koude nachten in sobere omstandigheden tot de top; wat is dat in een mensenleven?

44

In 5u30 stappen we naar de Mera Refuge in Khare (4899 m). De trail naar boven is easy en loopt door een prachtig stukje Khumbu: rechts het machtige Mera Peak Massief en voor de rest een schare 6000-ders met hun toppen en gletsjers wit blinkend in de zon en dat in contrast met bijna zwarte rotsen. De Mera Refuge is de mooiste lodge waar ik in Nepal geslapen heb. We overnachten er met een 10-tal klimmers plus hun sherpa’s/ dragers. De gelagzaal is Westers met een Italiaanse Baristaautomaat. En applepie, biefstuk en kip op het menu. De slaapkamers zijn as usual: zeer klein, gebroken vensters, te korte bedden en vooral niet geïsoleerd. ’s Morgens ben ik fysiek nog moe van het omhoog komen. Maar het is vandaag mijn 2e rustdag. Bij het ontbijt praat ik met een Zwitsers koppel, Beat en Sylvie. Zij vertrekken straks over Mera La naar Baruntse BC waar ze 3 sneeuwroutes willen proberen. Zij adviseren mij vandaag en morgen absolute rust om me zo op te laden voor de toppoging. Gewoon rusten, eten, drinken, niets doen. Gelet op hun ervaring schrap ik onmiddellijk de geplande acclimatisatietocht naar viewpoint (5213 m). Na het ontbijt maken Nima en ik een nieuw strijdplan op.

Vandaag en morgen platte rust. Zondagnamiddag naar Mera La BC, een troosteloos koud kamp aan de voet van de Mera Glacier. Maandag door naar High Camp en dinsdag een toppoging. De voorspelling spreekt dinsdag van 50 km/u wind. Dat is haalbaar. Ik heb een kans. De wind is finaal de bepalende factor voor succes op Mera Peak!

"De steilere stukken zijn hard een eerste keer op deze hoogte. Ik moet regelmatig pauzeren om mijn hartslag te laten zakken..." Weer een rollercoaster! Een zeer slechte nacht door opgeblazen darmen. Ik sta echt vermoeid op. “De top is weg”, spookt het door mijn hoofd. Een sober ontbijt nemen. Nima stelt voor om ondanks mijn darmklachten toch de acclimatisatietocht naar het viewpoint (5213 m) te doen. Ik kruip naar boven. Ik ben een volger geworden: onetwo, een-twee, voetje voor voetje. Maar het uitzicht is schitterend. Ik neem panoramafoto’s van de Mera Peak noordflank en van de route naar de top. Enorme sneeuwpluimen op de graat maken duidelijk dat de wind vandaag niemand op de top toelaat. Als ik snel herstel is de top dinsdag misschien toch nog haalbaar.


Naar Mera Peak High Camp Ik vertrouw Nima. Ik heb het gevoel dat hij alles in het werk stelt om ondanks mijn zwakkere momenten, dinsdag op de top te staan. We hebben in het verleden al met andere gidsen gewerkt. Mijn crew van Arnold Coster Expeditions werkt zeer professioneel en resultaat gericht. De windvoorspellingen wijzigen en we moeten 1 dag vroeger, maandag dus, onze toppoging proberen. D.w.z. dat we morgen al naar Mera Peak High Camp moeten. Mijn maag speelt op, ik ben de koude beu, de sobere leefomstandigheden, het rudimentaire toilet... So, we’ll try. Nima spreekt af met de climbingguide die het traject op de gletsjer gaat leiden. De tocht splitst in 2 grote delen: een aanloop naar crampons-point en dan op de Mera Glacier naar High Camp (HC). Het stuk naar crampons-point is gevaarlijk door de bevroren firn van vorige week die op deze hoogte keihard blijft. We zullen 8 uur nodig hebben tot in High Camp. Mijn zwaarste dag op een berg ooit! Eens op 5400 m boven op het gletsjerplateau komen we in de wind. Hij is toch sterker dan aangekondigd en neemt nog in kracht toe. Van rechts uit het westen blaast hij hard over het gletsjerplateau. De schoenen van onze climbingguide verdwijnen in de voortjagende sneeuw. “Hiervan moet ik een foto nemen” denk ik, maar ik heb de moed niet meer om mijn toestel uit te halen. En de namiddag vordert al.

45


Ik concentreer mij om op het aangestampte sneeuwspoor te blijven. Maar de wind waait mij er gewoon uit. Ik beland met beide benen in de diepsneeuw. Vermoeiend. 1 uur voor HC komt Ang Gen ons tegemoet met warm water en neemt mijn rugzak over. Nima tovert nog een colaflesje te voorschijn voor extra suikers. Zonder die mannen was ik hier nu niet. Vlak voor HC ligt er nog een helling van 20°. Het vraagt mijn laatste krachten. High Camp zelf ligt lager dan de graat, achter een rots en is vanavond vrij van wind. Rust in het hoofd.

Mera Peak High Camp (5802 m) biedt een van de mooiste uitzichten van Nepal en het zicht is gelijk aan de top-view. Ik krijg mijn koepeltentje toegewezen en we eten noedelsoep en Dal Bhat in de geïmproviseerde keuken die tegen de rotswand aan is getimmerd. Mijn O2 staat op 70%, wat normaal is bij aankomst op deze hoogte. De benen voelen te moe om morgen de tocht naar de top aan te vatten. Visueel is het alsof je de top kan aanraken maar het is nog 6 uur stappen vanaf hier. O zo ver … Die inhoud heb ik niet meer. En je herstelt niet meer op 5800 m. “Opa-Berg” zijn Mera Peak beklimming stopt in HC. Vannacht heb ik meer gesoesd dan echt diep geslapen, met af en toe een “inhaal-ademhaling”. De eerste paar keer bezorgt mij dat een benauwd gevoel van luchttekort. Ik neem geen Diamox. Voor mezelf wil ik een zuivere benadering. Morgen het Everest-Makalu panorama inblikken en terug naar mijn familie, naar de Westerse cultuur. Ik kan goed ontbijten. De O2 staat terug op 80%. De climbingguide wil onmiddellijk na het ontbijt afdalen, maar ik weiger. De zon staat nog achter de Mount Everest- en Makalukammen. Nu, om 7 uur, de panorama-foto’s trekken heeft geen enkele zin. Om 9u30 is de zon voldoende opgeschoven en belicht de bergkammen en -flanken van rechts. Het fotomoment is aangebroken: het moet goed zijn. Ik kom hier nooit meer.

46


Op het nijdige hellinkje om boven HC te geraken ben ik direct buiten adem en moet al een pauze inlassen. De top vandaag proberen had dus geen zin. Maar het uitzicht op High Khumbu is hier mind-blowing. In het midden beheerst de machtige kam van Peak 41 en het topje van Baruntse het beeld. Links het zwarte blok van Nuptse-EverestLhotse. Rechts de Makalu en dan de Chamlang, nog zo’n iconische Nepalese top.

TErug naar Lukla

Om dit te zien, ben ik gekomen. Ik voel mij klein, te midden van natuurkrachten die absoluut zijn. Nu concentratie gevraagd: statief echt goed pas opstellen, alle functies manueel instellen, zorgen voor voldoende overlap tussen de beelden... Het HC-panorama wordt opgebouwd. Na 1,5 u foto’s ben ik mentaal leeg. Maar ik denk dat het erop staat.

Om van Khote terug naar Lukla te stappen, krijg je nog eens 2 vierduizenders onder de zolen geschoven. Je stapt in 2 dagen over de Zatrwa La (4610 m) naar Lukla. Maar de Zatrwa La is eigenlijk een opeenvolging van 8 overgangen, steeds hoger, in Nepali flat. Ik kom de eerste avond leeg aan in Chetrabu (4260 m).

Na een noedelsoep stormen ook wij om 11 u naar beneden. Het stuk van crampons-point naar de Mera Refuge is afdalend nog gevaarlijker! In de namiddag komen ook Beat en Sylvie de diningroom binnen. Beat is de enige andere “Opa-alpinist” die ik de afgelopen 2 weken heb ontmoet. Zij zijn onderweg naar Baruntse BC door de vele sneeuw teruggedreven. Zelfs hun Sherpa’s zien er afgepeigerd en doodmoe uit. Dat zie je niet veel. Zij gaan nu 2 dagen rusten en dan Mera Peak proberen. Dat kan lukken.

Na een goed ontbijt vertrek ik tevreden uit Mera Refuge. Mera Peak High Camp is een mooie afsluiting van mijn Himalaya-verkenningen. Ik ben over een gletsjerplateau met sterke wind in de hoge Himalaya gestapt. En met waarschijnlijk een van de mooiste panorama’s van Nepal op mijn geheugenkaart. Afdalen dus naar Khote.

De 2e zwaarste trekkingdag van de tocht. ’s Anderendaags na de hoofdcol volgt dan de lange afdaling naar Lukla. Morgen slapen in Kathmandu, weer in de Westerse cultuur. Ik verlang ernaar. Terug in België blijkt er dan een tumor boven mijn pancreas te groeien die op mijn maag en darmen drukt. Terwijl ik dit schrijf wacht ik op de start van mijn chemotherapie. Mera Peak, mijn foto’s en een artikel in Monte zijn plotseling niet meer zo belangrijk...

We mochten het droevige nieuws ontvangen dat Patrick zijn laatste reis heeft aangevat (05.12.1956 - 25.05.2022). Patrick was een wandelgids, een avonturier, een fervent fotograaf, een alpinst en yogi. Vanuit Patrick's overtuiging 'leeft zijn ziel nu verder in de geestelijke, spirituele wereld...'

47


Tekst en foto's Thomas Wuyts

Single Push Het is 1 uur in de ochtend, de wekker gaat. Ik duw mijn maatje aan. Goeiemorgen? Goeieavond? Ik ben er nog steeds niet uit. Het is echter een feit dat wanneer we nu een voet op de grond zetten, het lang zal duren tegen dat we opnieuw ergens zullen zitten! Het appartementje aan de voet van de beklimming in Italië geeft ons een ‘soft start’, maar de tent aan de voet van een andere wand in Zwitserland is minder vergevingsgezind: iemand moet de schoenen aan en naar buiten om sneeuw te smelten voor het ontbijt. Mijn kleren had ik allemaal al aan deze nacht en het was nog steeds bibberen. Ik heb niet geslapen, maar ik kan niet wachten om eraan te beginnen, dus ik offer mezelf op. De anticipatie voor wat we gaan doen was me te groot. Die passage die ik op foto zag of waar ik over las – de eerste moeilijkheid is de ‘difficult crack’ – zorgt voor nervositeit: wat als het niet passeert? Ga ik hem drytoolen of moeten de handschoenen af? Bij deze temperaturen? Ik lig in m’n warme slaapzak, met 3 donsjes aan en 2 thermals al te rillen… Drytoolen! Het gaat zo maar door.

Pag 48-49: ‘Directissima Grassi’ ‘of ‘Phantom Direct’ op de zuidwand van de Grandes Jorasses. 1400m in ED, IV, AI5+, M5

48


Ontbijt in de bergen, doorgaans is het moeilijk, maar niet voor mij. Mijn lichaam schijnt goed te weten wat de hersenen van plan zijn. Gisteren deed ik al niets anders dan eten. Ook nu gaat alles er vlot in. Het zal nodig zijn. En ik heb geluk: als ’n echte Italiaan houdt m’n maatje niet van zout ’s ochtends. Ik krijg zijn portie ‘omelet in een zakje’. Er rest ons niet veel meer dan de slaapzak in de rugzak te steken, de gordel aan te doen en te vertrekken. De slaapzak en matje dienen als verzekering. We zijn in géén geval van plan deze te gebruiken. We gaan ‘single push’. Zo gemakkelijk als het eten erin ging, zo moeizaam gaat het eerste half uur nu voorbij. Quasi onmiddellijk beginnen we steil te stijgen. Dit gaat nog zeker enkele uren zo door. Ik zit ergens tussen zweten en bibberen van de koude. We stoppen niet, tenzij misschien om de stijgijzers aan te doen. Onze tijd is te kostbaar en we willen zo snel mogelijk aan de rimaye of andere eerste moeilijke passage staan. Dit zorgt steeds voor een leuke verrassing, want zoals quasi altijd zijn we er een stuk sneller dan voorzien: 3,5 uur in plaats van 5. 2 uur in plaats van 3. Het touw komt uit de rugzak, samen met het klimmateriaal. Wie gaat eerst? Als iemand écht wil beginnen en de andere niet, is het snel gekozen. Willen we hem beiden – of beiden zéker niét – dan is het blad-steen-schaar. Aan de difficult crack in Zwitserland kwam ik als eerste aan en het is te smal om te passeren. Het is dus direct aan mij. Drytoolen of met de handen?

In Italië zien we de rimaye niet. Hij ligt achter een oude lawine-kegel. M’n maatje verliest – of wint, ook hier ben ik nog niet uit – en hij trekt de kegel over. Ik zie hem niet, maar ik voel hem zoeken aan de andere kant van het touw. Iets later kom ik oog in oog met het monster: enkele meters over een blanke plaat met 1 oppervlakkige crack, omgeven door een overhangende massa sneeuw. 2 friendjes in de barst, daarna gaat het touw onverbiddelijk 15m naar links, boven het gapende gat. Geen tussenzekeringen meer… Na 2 delicate meters moet ik beide friends losmaken. Vanaf nu is het serieus. Geen misstappen. De sneeuw is consistent, maar niet genoeg om veilig aan te voelen. Elke bijl trekt zich bij belasting even vast. ‘Drytoolen in sneeuw’ is niet mijn favoriete activiteit. Nadien is er is geen tijd om uit te puffen, we gaan door. Simultaan met de microtraxion ertussen. Tijd winnen. De bezorgdheid ’s nachts was nergens voor nodig: wat we op voorhand lazen of op foto zagen valt steeds beter mee dan ik me voorstelde. Het zijn net de stukken die er gemakkelijk uitzien die verrassend uit de hoek komen. Ik sta even stil op een passage waar ik m’n bijl achter een ingeklemde kiezel moet steken. Had ik nu toch maar wat meer gestoken onder me… Iets hogerop kom ik even in de problemen met mijn rugzak die niet onder de overhang past. Ik moet naar links over een dalletje heen. Met stijgijzers gemakkelijker gezegd dan gedaan. En dan komt het: 30m puur ijs en nog maar 1 ijsvijs aan de gordel… de organisatie van de vijzen draait altijd in de soep, dat zal ik iets later op de crux passage nog eens ervaren. Ezels en stenen. Momenteel zitten 3 van onze 8 vijzen nog in mijn partner’s rugzak en dat wist ik eigenlijk… Gelukkig is ijs mijn element en deed ik de afgelopen 2 maanden niets anders dan ijsklimmen.

49


De eerste echte cruxpassage moet er nu aan geloven. In Zwitserland ligt hij volledig droog, maar het passeert vrij gemakkelijk. Ik trek af en toe eens aan wat materiaal: punten voor stijl bestaan niet in de bergen. In Italië moeten we eerst 30m over droge, steile rots klimmen om vervolgens 10m overhangend, rot ijs te overwinnen. Een transitie brengt ons naar de tweede sleutellengte. Aangezien er werkelijk niets is om relais te maken, klim ik gewoon door. In het midden van de passage heb ik plots door dat opnieuw de helft van de ijsvijzen nog bij mijn partner hangen… We gingen voor de lengte even stoppen om deze door te geven. Ik gebruik de vijzen die ik wél heb om het holle, witte en opnieuw overhangende zuidwand-ijs af te zekeren. Het wordt dan opnieuw een spannende uitloper in de goulotte hogerop. En dan zijn we er: the point of no return. Onze beklimmingen kennen een typerende traverse die quasi onomkeerbaar is. Voor dit punt kunnen we nog afdalen – hoewel het moeilijk zal zijn – hierna klimmen we uit of bellen we de helikopter… We maakten op voorhand duidelijke afspraken over het uur om hier te passeren. Het gevoel speelt natuurlijk ook een rol, maar we zijn ruim op tijd en er wordt eigenlijk simpelweg niets over gezegd: we gaan door. Climb, Eat, Sleep, Repeat. Vanaf nu begint ook de hoogte ons parten te spelen. Wanneer was ik nog eens voldoende hoog geweest? Anderhalve maand geleden. Te lang! Nu gaan we weer op en over de 4000m. De technische passages die volgen staan ons tenminste toe wat uit te puffen, maar het zijn de lange, simultane sneeuw en ijsstukken die nu aan de kuiten en voeten beginnen te vreten. De tranen staan me op bepaalde momenten in de ogen: mijn dikke tenen doen echt verschrikkelijk pijn! Pasje per pasje. Voor eeuwig naar boven. Zoals elke goede beklimming zit er op het einde nog een addertje onder het gras: een reeks chimneys zonder ijs en in slechte rots, gevolgd door een reeks eenvoudige maar lange mixed passages en een finale, eindeloze ‘pente sommitale’ in blank ijs. Vanuit de koude noordwand de zon in. Een variante uitklim die ons niet bracht waar we dachten uit te komen. Uit de wand, over de graat en van de zonnige zuidwand de koude en winderige noordkant in. Het verschil is te opvallend. Maar plots is het eeuwige naar boven gaan gedaan. Er valt niets meer te klimmen, alleen nog maar af te dalen. Het is winter en de dagen zijn kort, maar we toppen uit bij het laatste uurtje zonlicht. We schudden elkaar vluchtig de hand en beslissen om nog snel van dat laatste daglicht gebruik te maken om zo veel mogelijk van onze afdaling met zicht af te leggen en om het vervolg ervan te zien en op te slaan in ons geheugen. Het sneeuwstompen dat hierop volgt is weinig interessant, maar gaat wel gepaard met een enorme hoop intern gevloek. Dat ga ik dit artikel besparen. We zitten echt op het kantelpunt tussen zachte sneeuw waar de zon de hele dag op stond en het herbevriezen ervan. De ene centimeter ga je erin tot op de heupen, de andere is keihard. Ein-de-loos. Het is opnieuw bitterkoud, maar we moeten wel even stoppen om sneeuw te smelten. Daarna vervolgen we onze weg. Tot in de vallei, tot aan de tent. Ook nu is er eigenlijk geen ontlading. Gewoon tevredenheid en enige opluchting. Nootjes in de tent, een pasta al pomodoro met het zakje parmezaan dat de hele dag in de rugzak zat – gewoon iets zout – vormt de beloning. Het is 10 uur ’s avonds. Morgen zetten we geen wekker. De beklimmingen waren mooi, maar wat de ervaring écht zo mooi maakte, was de uiterste harmonie en de gedeelde ervaringen tussen twee klimpartners. We konden elkaar ondersteunen waar de andere het moeilijk had. Compleet vertrouwen. Daar doen we het voor!

50

Pag 50-51: 16 uur/1700m technisch terrein (ED, V, AI5, M6) door de noordwand van de Eiger


Dit relaas vertelt over 2 radicaal verschillende, maar in hun essentie toch zeer gelijkaardige wandbeklimmingen in de Alpen in de winter van 2021-2022: Op 26 januari 2022 beklommen mijn Italiaanse partner Carlo Filippi en ik de ‘Directissima Grassi’, ‘Via In Memoriam di Gianni Comino’ of ‘Phantom Direct’ op de zuidwand van de Grandes Jorasses in Valle d’Aosta. Dat zijn veel verschillende namen voor een route die niemand kent. Het is de langste ijs- en mixed lijn van het Mont Blanc Massief. Er sneuvelden die dag 2650 hoogtemeters – op en af – op 21 uur van vallei naar vallei. De route kent slechts een handvol beklimmingen sinds de opening ervan in 1985 door Gian Carlo Grassi. We werden alleen voorafgegaan door 1 Frans team in 2020, 1 Spaans team enkele weken voordien en – zo mocht veel later pas blijken 2 dagen voor ons – 2 teams van de GMHM. Na ons volgden er dit seizoen nog 2 herhalingen, beiden met meer dan 40 uur op de teller! Om de condities van de route te achterhalen, ondernamen we met verrekijker verschillende tourski-tochten aan de overkant van de vallei om er zeker van te zijn dat de sleutelpassages ok waren en om het routeverloop in te schatten. Behalve enkele beelden uit 2020 beschikten we verder over geen enkele informatie van deze route. De condities in deze wand zijn enorm efemerisch, omdat de route berust op de aanwezigheid van ijs, maar volledig zuidwaarts gericht is. De ene dag is het er, de andere kan het weg zijn. Op 11 maart 2022 stonden Carlo en ik samen opnieuw aan de voet van zo’n monster: de noordwand van de Eiger. De route werd al verschillende keren beklommen dit seizoen, dus weten we waar we ons aan moeten verwachten. In de sneeuwvelden ligt er een spoor. Desalniettemin is de route langer (en langer technisch) dan de zuidwand van Jorasses en bovendien ligt ze erg droog. We klimmen die dag op 16 uur 1700m aan technisch terrein (ED, V, AI5, M6) en we maken er een rond tripje van in 20 uur van tent naar tent. Doorgaans zijn dit soort beklimmingen per definitie ‘type 2’, maar de Eiger benaderde wel heel dicht ‘type 1 fun’, ondanks de pijnlijke voeten en kuiten. Carlo kan zoiets erg gevat samenvatten met 1 woord: “perfect!”

51


Tekst & Foto's: Massimo Cappuccio (vertaling: Annelore Orije)

KLIMMERS, DE MIDDELEEUWSE in Sicilië, RIDDERS Klimmen in het hartje van de Monti Iblei IN EEN MODERN JASJE

“Tussen de rotsen van Valle Cupa, aan de voet van Monte Lauro, hoor je het gerinkel van schrootmetaal en het geschater van de troepen. Het is het geluid van de moderne middeleeuwse soldaten die doordacht aan hun uitrusting sleutelen, fluorescerende gewaden dragen met kleurrijke wapens aan hun zij. Hun uitrusting bestaat uit touwen en karabijnhaken, waarmee ze de wallen van het fort proberen te bestormen… Zij zijn klaar om aan een zware strijd te beginnen.” Links: Buccheri - Giacomo in Sector Nanologia Pag 53 links: Gianfranco Lombardi in Timo 5c+ - Sector Sant'Andrea / rechtsboven: Antonio Rizzo in Saponaria 5b - Sector Sant'Andrea / Rechtsonder: Alessandro Giorgianni in Cenere alla cenere 7a+ - Sector Gole della Stretta

52


Dit is hoe een twaalfde-eeuwse herder zou verhalen over zijn kennismaking met ‘de klimmer’, moest hij deze vandaag de dag tegen het lijf lopen. Het berggebied Monti Iblei krijgt nog steeds regelmatig bezoek van herders en hun kudden, die door het vredige en weidse landschap trekken. Maar ook wandelaars en klimmers tref je er steeds vaker aan. Dat was duizend jaar geleden helemaal anders. De velden vormden toen het toneel van gewelddadige botsingen tussen Arabieren en Noormannen.

Er zijn hoofdzakelijk twee waterwegen die dit kleine paradijs voor klimmers hebben gecreëerd, de Sant'Andrea en de San Leonardo. De kliffen van Servolare, Sant'Andrea en Nanologia kijken uit over de brede vallei van Sant'Andrea, ze lijken allemaal op elkaar en hebben een groot aantal makkelijke tot gemiddelde pitches. Dit zijn de sectoren die populair zijn onder de klimscholen en meer relaxte klimmers, waarbij alles draait rond het doorbrengen van leuke dagen in goed gezelschap met gemakkelijke en leuke routes.

Net als in de rest van Sicilië stuurde de kerk haar monniken en ridders hiernaartoe om het christendom te herstellen. De middeleeuwse kerk van Sant’Andrea, gebouwd op een heuvel net boven de lange klif van Valle Cupa, getuigt hiervan. Er wordt gezegd dat het kloostercomplex rond de kerk de zetel was van de Teutoonse Ridders, of misschien zelfs de Tempeliers. Maar of dit daadwerkelijk zo is, blijft een mysterie. De mystieke sfeer daarrond is hier alvast wel blijven hangen.

De San Leonardo creëerde in plaats daarvan "Le Gole della Stretta", een zeer spectaculaire canyon. Hier zijn de wateren van San Leonardo er in geslaagd een kloof te graven met perfect verticale wanden die in sommige delen slechts een paar meter van elkaar verwijderd zijn. Waar de kloof breder wordt, krijgt de sector een zonniger aspect. Daar staat de prachtige rots van Gole della Stretta met meer dan 50 pitches van 5 tot 8b. Er is een goede vertegenwoordiging van overhangende en moeilijke routes, ideaal voor klimmers die net wat meer prestatiegericht zijn of lengtes in atletische klimstijl zoeken.

Met hun rijke geschiedenis vol legendes, lijkt het in de valleien rond Buccheri alsof de tijd is blijven stilstaan. Het landschap biedt een ongekende kijk op Sicilië, verankerd aan zijn agrarische en pastorale tradities. Het uitzicht voert je door een landschap beplant met olijfbomen en gekenmerkt door droge stenen muren van zwart vulkanisch gesteente, verder hoog de heuvels op, tot aan de top van de berg waar de hellingen gehuld zijn in eiken-, kastanje- en dennenbossen.

In het Buccheri-gebied, dat vier sectoren omvat, zijn er in totaal bijna tweehonderd routes, op rotsen van goede kwaliteit en behaking. Je kan hier bijna het hele jaar door klimmen, maar de beste tijden zijn zeker de lente en de herfst.

In de idyllische setting van deze heuvels en bergen prijkt het kleine stadje Buccheri, een van de meest tot de verbeelding sprekende dorpen in de provincie Syracuse. Kenmerkend zijn hier de kleine huisjes die de smalle steegjes overzien en de frisse berglucht die zich hier vermengt met de geur van een brandend houtvuur. In het hoogste deel van de stad bevinden zich de restanten van een Normandisch kasteel, waarrond het bewoonde centrum zich ontwikkelde in de middeleeuwen.

Tegenwoordig is Buccheri een rustig bergstadje en maakt het deel uit van het circuit van de mooiste dorpen van Italië. Het is een favoriete bestemming voor excursies door de bossen of naar de rotsen, maar wordt door toeristen ook gewaardeerd om zijn culinaire specialiteiten en ideaal klimaat tijdens de hete Siciliaanse zomers. Juist in die zomer wordt hier ook het MedFest gevierd, een belangrijk festival van middeleeuwse tradities waarbij de lokale geschiedenis wordt nagespeeld. Iets hoger dan Buccheri ligt de top van Monte Lauro, die met zijn bijna duizend hoogtemeters de hoogste top van het Iblei-gebergte vertegenwoordigt. Deze oude vulkaan herbergt rotswanden als rivieren van kalksteen, met enkele van de meest interessante klimsites in het zuidoosten van Sicilië.

53


San Leonardo-vallei Gole della Stretta

Santa'Andrea

Het eerste deel van de sector wordt gekenmerkt door verticale grijze gebarsten muren, waar de makkelijkere routes lopen, verderop tref je een groot stuk overhangende rots. Gezien de verscheidenheid aan routes, naar stijl en graad, is de plek geschikt voor iedereen. Ideaal voor een bezoekje in het tussenseizoen of in de winter als het niet te koud is. In de zomer is het beter om er in de namiddag heen te gaan.

De rots van Sant'Andrea, de eerste die in de vallei werd behaakt, is ook de meest populaire en gewaardeerde. Ze wordt gekenmerkt door licht overhangende muren afgewisseld met randen en tweevlakshoeken. Je vindt er ongeveer 50 goed behaakte routes in lage moeilijkheidsgraden. In feite is deze sector erg populair bij beginners en klimscholen. Gezien de oriëntatie, is het er aangenaam klimmen op winterochtenden of zomerse namiddagen.

Bereikbaarheid: Vanaf Buccheri neem je de SP 5 in de richting van Catania voor ongeveer 6,5 kilometer. Bij het bereiken van een bocht naar rechts, sla je linksaf een onverharde weg naast een boerderij in. Volg de onverharde weg die naar de kloof leidt en laat na ongeveer een kilometer, in een licht stijgend stuk, de auto bij een open plek aan de rechterkant. Steek de weiden naar links over en daal af naar de kloof, waarbij je de duidelijke sporen volgt van het pad gemarkeerd door steenmannetjes en rode stempels. (15 minuten van de auto). Valle del Sant'Andrea

Bereikbaarheid: Neem vanuit Buccheri de SP 5 in de richting van Catania gedurende ongeveer 8 kilometer, langs de eerste en tweede kruising die naar de boerderij Sant'Andrea leiden. Na ongeveer 500 meter van het tweede kruispunt vind je aan de rechterkant een open plek waar je de auto kan achterlaten. Volg nu een goed gemarkeerd pad dat naar de rand van de klif leidt waar de rotswand je tegemoet komt en een lus vormt. Daal deze gemakkelijke rotswand voorzichtig af en begeef je met een bocht naar rechts naar de voet van de rotswand.

Nanologia

Servolare

Dit is de meest stroomopwaartse sector van de Sant'Andrea-vallei. Het is de kleinste sector, en herbergt ongeveer twintig routes van 5 tot 7c. Je klimt er altijd op rotsen van uitstekende kwaliteit, met gaten, barsten en enkele technische wanden. De moeilijkste routes lopen over een deel rots dat wat uitsteekt.

Dit is de meest stroomafwaartse sector van de lange rotsstrook van de Sant'Andrea-stroom. De wanden worden gekenmerkt door verticale wanden, korte overhangen en ondersteunde paden. Ongeveer zeventig goed behaakte routes van gemiddelde moeilijkheidsgraad vind je hier terug, erg populair bij beginners en kinderen. Opnieuw is het hier vooral aangenaam klimmen op winterochtenden of zomerse namiddagen.

Bereikbaarheid: Neem vanuit Buccheri de SP 5 in de richting van Catania gedurende ongeveer 8 kilometer, en neem het tweede kruispunt dat naar de boerderij Sant'Andrea leidt. Na de kruising, na slechts vijftig meter, parkeer je aan de kant van de weg. Ga te voet verder in zuidelijke richting langs een pad, daal dan een korte rots af die is uitgerust met een vast touw en ga naar het noorden naar de voet van de muur.

Bereikbaarheid: Zoals voor de sector Sant'Andrea rij je naar dezelfde parkeerplaats. Blijf echter de SP 5 nog 300 meter volgen tot je bij een bocht naar links een onverharde weg neemt. Na een paar meter kan je parkeren op een open plek in de buurt van een verwoeste boerderij. Vervolg de weg naar beneden, passeer een slagboom (sluit deze opnieuw na passage!) en neem kort daarna een pad naar rechts dat onder de muren door loopt. (5 minuten van de auto).

Mattia Bernardini in Tutti pazzi per Rino 8b - Sector Gole della Stretta

54


Buccheri-toegang

Over de schrijver: Massimo Cappuccio, klimmer, fotograaf en reiziger.

• Buccheri ligt in het centrum van het Monti Iblei-plateau. Het is gemakkelijk bereikbaar vanaf de snelweg Catania-Syracuse door de afslag Lentini / Ragusa te nemen, verder op de SS 194 en vervolgens op de SP 5. • Ongeveer een uur rijden van de nabijgelegen internationale luchthaven Fontanarossa Catania.

Hij werkt al meer dan dertig jaar in de buitenwereld, als atleet en als promotor.

Ondersteuningspunten De boerderijen Case di Sant'Andrea en Terraliva stellen je niet teleur. Op slechts een paar minuten van de rotswanden kan je er verblijven in charmante, goed gerestaureerde kamers en kan je de geneugten van de traditionele Siciliaanse keuken proeven. Buccheri ligt op zo'n acht kilometer van de verschillende sectoren. Je treft er alle basisbehoeften evenals goede trattoria's (U Locale) en accommodatie voor de nacht. Gids "Di roccia di sole" - is de meest complete gids, uitgegeven door Versante Sud. Beschikbaar in de bibliotheek van KBF en op https://www.versantesud.it

In het gebied van Syracuse, waar hij woont, heeft hij de eerste klimsectoren van haken voorzien, enkele lange routes (trad en sport) geopend en de eerste indoor gym gebouwd. Hij reisde en klom in de meest afgelegen gebieden van de vijf continenten, heeft meer dan zeventig landen bezocht, maakte ook lange tochten op mountainbikes, trekking- en bergbeklimmingsexpedities. Hij is de auteur van vijf edities van de klimgids voor Sicilië "Di roccia di sole", en co-auteur van verschillende outdoor redactionele projecten. Hij schrijft ook artikelen en publiceert foto's voor klimmagazines in Italië en in het buitenland. Massimo is bovendien tien jaar organisator van het SanVito Climbing Festival, een internationale klimmeeting. Als fotograaf en schrijver zet hij zich in voor het promoten van klimen sporttoerisme op Sicilië.

Klim Touroperator Mapo Tapo - Touroperator gespecialiseerd in klimtochten voor groepen maar ook voor individuele klimmers https://it.mapotapo.com Verticale fotograaf Als u op zoek bent naar een fotograaf gespecialiseerd in klimmen, kunt u contact opnemen met Massimo via info@sudestremo.com www.massimocappuccio.net Indoor klimmen De dichtstbijzijnde klimhal is in Syracuse, Vertical Climbing Center www.verticalclimbingcenter.it

Mattia Bernardini in Tutti pazzi per Rino 8b - Sector Gole della Stretta

55


Tekst Koen Hauchecorne / Foto's Jo Dotremont (Spontin), Jason Logghe en Ramses Pierco

HET BELGIAN REBOLTING TEAM

Vrijwilligers in de kijker

Toegegeven, de naam dekt niet echt de lading: Belgian Rebolting Team (BRT)… Je verwacht dan toch een nationale structuur, waarin de twee voornaamste landstalen worden gesproken. Los van de spraakverwarring die er soms bestaat tussen onze Limburgse en Westvlaamse rotswerkers, is dat laatste echter niet het geval. Het BRT is ééntalig Nederlands. Hoe komt dat? Herinnert u zich nog de tijd dat Vlaanderen 2 klim-en bergsportfederaties rijk was? Het lijkt lang geleden, maar eigenlijk zijn we pas 15 jaar verder. De Vlaamse Bergsport- en Speleologiefederatie (VBSF) was toen de grootste, maar ook de jongste. De Belgische Alpenclub (BAC) kon bogen op een geschiedenis van bijna een eeuw. Concurrentie was er zeker, niet in het minst rond de toegang tot de rotsen. VBSF beheerde de massieven van Hotton, Mozet, de Paradou, Durnal en Pont à Lesse. BAC zat met haar Waals equivalent de Club Alpin Belge (CAB) onder de Belgische koepel CAB-BAC, waardoor hun aangeslotenen automatisch toegang hadden tot onder andere Freyr, Dave, Beez, Landelies, Sy en vele andere massieven die toen formeel door diezelfde CAB-BAC beheerd werden. Binnen die CAB-BAC was een eind vóór de eeuwwisseling een werkgroep opgericht om het onderhoud en het (her)equiperen van de massieven op zich te nemen. Met de nodige zin voor compromis kreeg die een Engelse benaming - het Belgian Rebolting Team. Sleutelfiguren daarbij waren Olivier Coenen en – wat later – de onverslijtbare Kobe Bellinkx. In 2007 werd de optelsom BAC + VBF gerealiseerd, met KBF als uitkomst, als één van de twee erven van het CAB-BAC rotspatrimonium (de andere was de CAB, uiteraard). Zo kwam Comblain-la-Tour, en - onrechtstreeks - ook Maizeret in beheer van KBF. Maar wat dan met het BRT? Aan het begin van deze eeuw was Stef Laevaert bij VBSF de vrijwilliger die het rotsbeheer in belangrijke mate mee vorm gaf. Hij weet nog hoe de vork aan de steel zat. Stef Laevaert: “Ik kan mij nog herinneren dat Koen mij bij de fusie de vraag stelde, wat met BRT? Mijn antwoord: houden die naam! Die groep kon perfect geïntegreerd worden in de KBF, met respect voor de eigenheid én het behoud van de waardering. BRT werd zelfs een beetje het uithangbord van de fusie tussen VBSF en BAC. Samenwerking en contacten waren er natuurlijk al lang vóór de fusie. Zo waren Kobe Bellinkx en ikzelf al langer tot de conclusie gekomen dat we moesten streven naar het inrichten van uniforme standplaatsen.” Het was dus een kwestie van een sterk merk behouden, maar nu binnen de KBF-structuur. De CAB had daar geen bezwaar tegen. Het oorspronkelijke BRT werd herdoopt tot “BRT-team Classic”, met nog steeds Kobe Bellinkx als coördinator.

56

Het BRT groeide snel. Momenteel is er een tiental BRT-teams actief, met een 80-tal regelmatige vrijwilligers, tezamen goed voor zo’n 700 à 800 man-en vrouwdagen aan vrijwilligerswerk per jaar, verdeeld over een 50-tal werkdagen. KBF trekt daar jaarlijks zowat 20.000 euro aan werkingsmiddelen voor uit. Dat geld gaat vrijwel uitsluitend naar materiaal dat je op de rotsen terugvindt (van haken tot afsluitingen, van uithangborden tot kettingen) en naar werktuigen en gereedschappen (van boormachines tot bladblazers, van slijpschijven tot hefkussens). Die groei maakt het nodig steeds meer structuur te geven aan de organisatie. 10 jaar geleden konden plannen nog worden gesmeed en beslissingen nog genomen met slechts enkele mensen, ‘rond de keukentafel’. Dingen waarvan we in die beginperiode zouden gezegd hebben “gaat dit nu niet te ver voor een vrijwilligersinitiatief als het onze?”, die ervaren we vandaag als nodig en efficiënt, als vanzelfsprekend. Zo zijn er bijvoorbeeld het ”vademecum voor de coördinator BRT-team” en de “Handwijzerfiches”. Thomas De Bevere, coördinator van het BRT-team WBV, is tezamen met het BRT team Alpigo, met Thomas Van Pelt als coördinator, vooral actief op het Paradou-massief. Thomas: ”Het vademecum en de handwijzerfiches zijn een handige tool. Zo weet iedereen welke werkmethode hij of zij moet volgen om veilig te werken. En als je de hulp krijgt van een nieuwe rotswerker binnen je team, weet je door gebruik te maken van het vademecum wat je hem of haar moet vertellen. Deze documenten zijn geen vast gegeven. Op geregelde tijdstippen nemen we bepaalde items of procedures onder de loep en kijken we of er verbeteringen mogelijk zijn.” Meer structuur betekent vaak meer administratie. Vrijwilligers zijn in hun vrije tijd natuurlijk liefst niet met al dat papierwerk bezig, en dus doet KBF haar best om dat zoveel mogelijk door (betaald) personeel te laten doen. Maar onvermijdelijk besteden de coördinatoren van de BRT-teams ettelijke uurtjes achter hun PC of laptop, gratis en voor niets… Terreinwerk blijft natuurlijk de hoofdbrok. Koen Baeten, coördinator van het BRT-team BAC Antwerpen: “Wij zijn ‘peter’ van het massief te Anhée en dat komt goed uit. Met ons – voorlopig althans – nog kleine team hebben we onze handen vol: het regelmatig poetsen van de rotsplaat, het (in de milieuvergunning opgelegde) kort zetten van de bovenkant, het snoeien van de vlakte aan de voet van de ‘Dalle du Beaupère’, enz. ”


Toen ons gevraagd werd wat de kernwaarden van het BRT zijn kwamen we al gauw uit bij het kwintet ‘veiligheid, community, expertise, kwaliteit en ecologie’.

Hoe groter de stenen hoe feller de oogjes blinken. Dat stukje kind in ons blijft aanwezig. Het is soms hard werken, alles is niet altijd even plezierig. Maar samen komen we er wel.

veiligheid

En ‘s avonds bij een drankje worden deze stenen veel groter en de bergen werk veel, veel hoger. Het mooiste is het moment waarop je met zijn allen naar elkaar kijkt en zegt: het is af, we kunnen het loslaten, onze via ferrata is gebruiksklaar!”

Veiligheid is een rode draad doorheen het vooral verticale KBFgebeuren. Ook bij het BRT werken we noodzakelijkerwijze vaak op hoogte, en dan zijn de al vermelde procedures natuurlijk erg belangrijk. We gaan vaak aan de slag met bosmaaiers, kettingzagen, slijpschijven, pneumatische hefkussens en meer van dat. Scholing of relevante ervaring worden dan vereist van de mensen die dat werk doen. KBF doet haar best om die scholing aan te bieden en de omstandigheden te creëren waarin de vrijwilligers die ervaring kunnen opdoen, en tegelijk ook te zorgen voor voldoende veilig en ergonomisch materiaal. Want, zoals Walter De Bruyne, cocoördinator van BVLB opmerkt: “Het belangrijkste is om het juiste materiaal te hebben zodat de veiligheid verhoogd en het fysieke werk verlicht kan worden.”. Dat bevestigen ook alle BRT-ers die we het vroegen: “Een gratis barbecue? Altijd welkom, maar als we moeten kiezen, dan nog liever een paar extra touwzakken…” Dat het BRT een echte en hechte community vormt, een groep gelijkgezinde vrijwilligers met een gemeenschappelijk doel, daarvan getuigen onder andere de reacties van een grote schare volgers op de social media, de fierheid waarmee BRT-ers hun herkenbare kledij dragen, de drang om bij de collectieve rotsbeheerdagen te zijn en de betrokkenheid bij de beslissingen die moeten genomen worden. Kris Lodewijckx, coördinator van het BRT-team via ferrata, verwoordt het als volgt: "Het rotsbeheer draait helemaal rond mensen. Een beetje thuiskomen onder vrienden. Dingen doen die normaal niet mogen, zoals met stenen gooien.

Een centrale rol bij die community-vorming is weggelegd voor de coördinatoren van de teams, de ‘supers’ onder de BRT-ers. Ze zijn tegelijk coach, mentor, organisator, motivator, klankbord en zoveel meer voor hun teamleden. In bijgaand kadertje vind je hun namen. expertise Aan onze 25 jaar rotsbeheer hebben wij (de federatie, maar vooral haar vrijwilligers), heel wat expertise overgehouden. Hard skills, zoals kennis over equipeertechniek, wetgeving, ecologie, praktische geologie, materiaalkunde, enz. Maar ook soft skills, zoals teamcoaching, leiding geven, werforganisatie, enz. De BRT-ers vullen elkaar prima aan op al die domeinen. Tom De Vocht en Stef Laevaert bijvoorbeeld zijn keien in het coördineren van de werkzaamheden van grote groepen BRT-ers. Ze worden er zichtbaar gelukkig van. In de interviews die we voor dit artikel afnamen, liet Tom blijken hoe hij opkijkt naar de enorme kennis over equipeertechnieken en -materialen waarop Kobe Bellinkx kan bogen. Even later spraken we met Kobe die zei hoe knap hij het toch wel vond dat Tom steeds weer die grote groepen op een efficiënte manier aan het werk krijgt. Respect en appreciatie voor en van elkaars sterke punten vormen mee de basis voor de samenhang van het BRT als groep! Die complementariteit is goud waard.

Belgian Rebolting Team at work in Spontin

57


kwaliteit

ecologie

“Door langetermijnoplossingen tegemoetkomen aan de verwachtingen van de klimopleidingen en van de moderne klimmer”. Zo verwoordde Jo Dotremont, de voorzitter van het BRT, wat we verstaan onder kwaliteit in het rotsbeheer. Een coördinator is pas echt tevreden over het klimmassief in zijn of haar beheer als niet alleen de rots correct (en met respect voor de natuur) gesaneerd en behaakt is, maar ook de toegangspaden goed aangelegd en onderhouden zijn, de klimmers voldoende geïnformeerd zijn (via infoborden aan de ingang, via de topo, enz), een toilet geïnstalleerd is, enz.

Over ecologie is in dit tijdschrift al vaak geschreven. Dat voor een klimmassief een milieuvergunning nodig is weet ondertussen elke klimmer. Ook dat daarin de voorwaarden voor het beheer worden opgelegd of soms zelf gevraagd wordt om de milieuschade die het klimmen onvermijdelijk veroorzaakt te compenseren door bijvoorbeeld gerichte kapwerken. Maar goed en gericht ecologisch beheer kan het werk aan een massief (en dus de belasting op de vrijwilligers) zelfs verminderen. “Snoeien doet snoeien”, zegt Sebastiaan Verbeke van het pas opgerichte BRT-Ecoteam daarover.

Soms vraagt die kwaliteit heel veel werk. Aan onze werf in Spontin bijvoorbeeld, waren we misschien niet begonnen als we vooraf hadden geweten hoeveel honderden tonnen steen moesten verwijderd worden vóór we op voldoende stevige rots stuitten. Maar het resultaat zal een prima initiatiesite zijn, beloofd!

Naast Sebastiaan zijn nog vele andere jonge vrijwilligers het BRT komen vervoegen. Seppe Desmet, coördinator van BRT Hungaria, koos voor het rotsbeheer op zijn vijftiende “ omdat ik al routes bouwde in zaal en het me wel tof leek om dat ook op rots te kunnen doen. Al vlug merkte ik dat mijn professionele achtergrond (tuinaanleg en natuurbeheer) daarbij goed van pas kwam, want 90 % van het rotsbeheer is poets-, graaf- en hakwerk, en nauwelijks 10 % gaat om het eigenlijke behaken. Al blijft mijn voornaamste motivatie de sfeer tussen de verschillende BRT-teams…” Ook Ramses Pierco en Jason Logghe van het BRT-Future Team (what’s in a name?) zullen de toekomst van het BRT mee moeten verzekeren: “Dat we zoveel kunnen bijleren van de ‘oude rotten’, kleine truukjes soms om efficiënter te werken, dat motiveert ons”.

Belgian Rebolting Team at work in Durnal

58


anekdotes Verhalen zijn er natuurlijk te over. Nog eens Walter De Bruyne van BRT BVLB: “Eén van de meest memorabele vind ik nog steeds hoe een route in Durnal aan haar naam, ‘De Stinkende Das’ kwam. Met ons BRT-team waren we aan het werk in de sector “Cosy Corner”. Op het grote plateau midden in de wand, op een hoogte van 20 meter, lag een dode das. Die was ongetwijfeld over de rand gesukkeld en naar beneden gestort. Hij was in verregaande staat van ontbinding en moést daar weg. Welnu, een das heeft de reputatie te stinken, maar dat is omwille van zijn anale reukklieren, niet door ontbinding van zijn kadaver. Toen Gilbert en ik het onfortuinlijk dier naar beneden kieperden riepen we: “Opgelet, daar komt een stinkende das...”. De hele zaak spatte op de grond uit elkaar en voor de rest van de dag was een rotte lijkgeur ons deel... Achteraf beschouwd hadden we het dode dier beter in een zak laten zakken en deftig begraven... Het gaf wel de naam aan een mooie route in de 4de graad.” Kobe Bellinkx herinnert zich: “Enkele jaren geleden was het op een zomerse BRT-dag echt snikheet op de werf in Flône. Na de middag was iedereen uitgedroogd en echt afgepeigerd. Een toevallige passante wees ons op een grote vijver te Amay. Wij daarheen… Zelden zoveel deugd gehad van een zwempartij! En van de barbecue ‘s avonds. Maar ook het omgekeerde hebben we al meegemaakt; in hartje winter waren we op Les Awirs stalen kabelklemmen aan het bevestigen – of we probeerden dat toch - en niemand wou plooien of toegeven dat de omstandigheden eigenlijk té bar waren. De volgende dag vond iedereen het zonder meer een prima idee om een dagje te gaan langlaufen rond Ovifat. Zelden zoveel leut gemaakt.”

De momenteel actieve BRT-teams op een rijtje: Algemeen voorzitter BRT: Jo Dotremont BRT Classic (coördinator Kobe Bellinkx) BRT Bergsportvereniging Provincie Antwerpen, BPA (coördinator Tom de Vocht) BRT Bergsport Vlaams Brabant, BVLB (co-coördinatoren Stef Laevaert en Walter de Bruyne) BRT WBV (coördinator Thomas de Bevere) BRT Alpigo (coördinator Thomas Van Pelt) BRT BAC Antwerpen (coördinator Koen Baeten) BRT HUNGARIA (coördinator Seppe Desmet) BRT Future (co-coördinatoren Jason Logghe en Ramses Pierco) BRT via ferrata (coödinator Kris Lodewijckx) BRT ecoteam (coördinator Sebastiaan Verbeke)

Zin om je steentje bij te dragen aan de werking van het BRT? We verwelkomen je met open armen! Contacteer rotsen@kbfvzw.be of informeer binnen je club! Of kom een keer af op onze collectieve rotsbeheerdagen. De eerstvolgende is op zaterdag 26.11.2022 op het Paradoumassief.

59


Tekst Koen Hauchecorne Foto's Dominique Van Eyken foto massief Harald Swen

Olloy

Onbekend is onbeklommen Wie ooit een klimopleiding volgde heeft ongetwijfeld al kennisgemaakt met de rotsmassieven in Dave, Durnal, Yvoir of Mozet. Ook na afloop van de opleiding grijp je gauw terug naar dat bekende terrein. Maar wist je dat Wallonië nog talrijke andere, weliswaar kleinere klimgebieden herbergt? In deze rubriek “Onbekend is onbeklommen” stellen we in iedere editie van ons tijdschrift een onbekend of vergeten rotsmassief aan je voor.

Over Mount Coach las u al vaker in dit tijdschrift. KBF realiseert niet enkel uitdagende beklimmingen voor een aantal jongeren, maar stimuleert hen ook een sportkaderopleiding te volgen. Vijftien onder hen zijn ondertussen in die hoedanigheid actief voor onze clubs. Minder bekend is dat ze zich ook inzetten voor het rotsbeheer. Vooral dankzij hun inspanningen kunnen we in deze rubriek nog eens de laatste aanwinst van KBF voorstellen: de carrière Prospèr te Olloy-sur-Viroin. Op 21 mei 2022 werd deze sfeervolle klimlocatie ingehuldigd in aanwezigheid van onder meer een aantal vertegenwoordigers van de gemeente.

Hendrik

60

Gunther Hoedanx en Annelore Orije


Specifieke kenmerken

Hoe geraak je er?

Natuurlijke rotsen die kunnen ingericht worden als klimsite worden zeldzamer, en ook de carrière Prospèr is, zoals de naam al zegt, een voormalige kalksteengroeve. Miljoenen jaren geleden plooiden enorme geologische krachten de afzettingslagen tot die rechtop stonden. Lang geleden hakten mensen zich een weg door de kalkheuvel om er bouwmateriaal te winnen. Verticaliteit is daarom het voornaamste kenmerk van de verschillende wanden van dit massief.

De carrière Prospèr ligt een eind weg, hoewel ze voor klimmers uit West-Vlaanderen sneller te bereiken is dan vele van de Ourthemassieven zoals Hotton of Comblain-la-Tour. Een precies adres kunnen we niet geven. De Google Maps coördinaten zijn: 50.077928, 4.596556. Maar let op: Google Maps noemt de carrière verkeerdelijk ‘Haute Roche’, terwijl die laatste ongeveer een km meer naar het noorden ligt, in Dourbes.

Aanbod De 12 tot 15 m hoge routes zijn dan ook meestal (en soms erg) continu en technisch. Met brute kracht kom je er niet…tenzij op de boulders bij de ingang. Je leest het goed: boulderen in België, een zeldzaamheid! Ongeveer de helft van de twintig routes is van de vijfde moeilijkheidsgraad, de andere kregen een 6a, 6b of 6c en twee zelfs een 7a als quotatie. In de zomer en in een goed deel van de lente en de herfst ligt de zuidwand in de zon. Soms is het er dan zelfs té warm. De oostwand daarentegen blijft er vaak lang nat en kil bijliggen. Een touw van 60 m (zelfs 50 m) volstaat om veilig te klimmen. De routes zijn prima behaakt, KVB 3-conform, dus.

Om niet te verdwalen in de overigens prachtige bossen schaf je je dus best een topo aan. Die loodst je dan ook meteen naar de zeldzame parkeerplaatsen, vanwaar het trouwens nog een tiental minuten stevig bergop wandelen is om de site te bereiken. Let er zeker op dat je geparkeerde auto het normale verkeer niet hindert. Het voortbestaan van het klimmen te Olloy hangt daarvan af! Ten slotte: op nauwelijks een halve kilometer van de carrière Prospèr vind je in Dourbes het klimmassief “Rocher de la Maiselle”, dat we in deze rubriek al eerder voorstelden. “Maiselle onbekend onbeklommen” intikken in Google, en je vindt de info!

KBF heeft over dit massief een topo uitgegeven die verkrijgbaar is via de webshop. Ook de website ‘27crags’ biedt een topo aan.

Brecht Gilissen in Erbarme Dich (6b)

Brecht Gilissen in Erbarme Dich (6b)

Lieselot Saelens in Spiegel im Spiegel

61


Tekst Arne Monstrey (vertaling Suston Magazine) / Foto's © SUSTON - Illustrator Kiki Fjell

DUURZAME MATERIALEN GIDS

Deel 2/3 - nylon, polyester, biosynthetische stoffen en celluloze vezels We zetten onze reeks verder. In de vorige Monte bespraken we de duurzaamheid van leder, veganistisch leder, katoen en organisch katoen. In deze editie doen we door met andere grondstoffen, zijnde nylon, polyester (al dan niet gerecycleerd), bio synthetische stoffen en de moeilijk te vertalen ‘cellulosics’ of cellulose-achtige stoffen. NYLON Nylon is de populaire naam voor polyamide. Het is ’s werelds oudste synthetische textielvezel (°1930) en is tegelijkertijd ontwikkeld geweest in New York en Londen, vandaar de naam. Niet alleen is het de eerste synthetische vezel die op grote schaal is vervaardigd, het is ook nog steeds één van de meest slijtvaste op de markt. Als gerecycleerd nylon mainstream zou kunnen worden, belooft het een van de meest duurzame en ecologische spelers te zijn. Wat is nylon exact en waar komt het vandaan? Zoals hierboven reeds aangehaald is nylon (of polyamide) een synthetische vezel, eigenlijk een soort plastic, verkregen uit ruwe aardolie. Het is dus een petroleumderivaat. Na enkele chemische processen wordt het een vezel die elastisch en sterk is. In verhouding tot zijn eigen gewicht is het zelfs sterker dan staal. Het wordt hoofdzakelijk gefabriceerd in China, dat instaat voor zo’n 12% van de wereldwijde textielproductie. Wat is de belangrijkste milieu- en gezondheidsimpact van nylon? Aangezien het een petroleumderivaat is, hangt het samen met alle negatieve aspecten die aardolie heeft op onze planeet. Met name de klimaatsverandering, maar ook lucht- en waterverontreiniging. Daarnaast is er voor de productie ervan zeer veel water en energie nodig. Tijdens dit productieproces komt bovendien ook nog eens N2O vrij (lachgas), dat naast CO2 (koolstofdioxide) en CH4 (methaan) het derde belangrijkste broeikasgas is. Als vierde en laatste, is nylon tenslotte niet biodegradeerbaar. Dit draagt in belangrijke mate bij aan de vervuiling van mariene ecosystemen onder de vorm van pollutie door microfibers. Zijn er meer duurzame opties te verkrijgen op de markt? In theorie wel, in de praktijk lijkt dit vooralsnog moeilijker. Er wordt gekeken naar het gebruik van andere basisgrondstoffen zoals bijvoorbeeld castorolie in plaats van aardolie, maar dit gebeurt absoluut nog niet op grote schaal. Veel belangrijker is het feit dat nylon gerecycleerd kan worden en ook vervaardigd kan worden uit andere gerecycleerde materialen. Sommige regenjassen bestaan tegenwoordig voor een zeer groot deel uit gerecycleerde plastic flessen. Ook visnetten worden vaak gebruikt om er nylon van te maken. Op die manier wordt er niet alleen veel energie bespaard, maar bekomt men ook een reductie van wel 50% op de uitstoot van broeikasgassen.

62

Enige nadeel is dat het redelijk duur is om te implementeren en ook niet zo gemakkelijk om te doen. Vooral omdat de collectieinfrastructuur nog niet op punt staat. De lus is niet gesloten. Zelfs als er van flessen of netten een jas wordt gemaakt, zal die jas na verloop van tijd waarschijnlijk alsnog op een vuilnisbelt of in een verbrandingsoven eindigen, terwijl ze net zo goed dus nog eens gerecycleerd zou kunnen worden. Samen met de vervuiling door microvezels (wat ook gebeurt met een product bestaande uit gerecycleerd nylon) is het ontbreken van een volledige ‘recyclagelus’ de grootste uitdaging om van nylon een duurzamer product te maken. Gelukkig ondernemen bijna alle outdoor bedrijven jaar na jaar stappen in de goede richting. Momenteel zijn er twee min of meer bekende controlecertificaten op de markt. Zowel de ‘Recycled Claim Standard’ als de ‘Global Recycled Standard’ proberen na te gaan uit hoeveel gerecycleerde materialen een eindproduct bestaat. Deze laatste gaat iets verder en kijkt ook naar het gebruik van chemicaliën, de algemene milieuimpact en verantwoordelijke sociale werkomstandigheden. In de praktijk echter, zul je deze logo’s nauwelijks geafficheerd zien op kleding labels.


POLYESTER & GERECYCLEERD POLYESTER Wat is (gerecycleerd) polyester en waar komt het vandaan? Polyester is een synthetische vezel afkomstig uit de petrochemie (en dus net zoals polyamide een petroleumderivaat – of met andere woorden, afkomstig uit aardolie). Gerecycleerd polyester is hoofdzakelijk afkomstig van gerecycleerde drinkflessen (PETflessen), maar kan ook uit andere producten vervaardigd worden. Vaak zijn dit restjes of overschotten uit andere industrieën. In beide gevallen krijg je een basisproduct dat helder is, sterk, tegelijkertijd zeer flexibel en toch vormvast en zeer duurzaam. Bovendien beschikt het over zeer goede hydrofobe (waterafstotende) eigenschappen en is het niet biodegradeerbaar. Dit laatste is nefast als het in de natuur terecht komt als afval, maar gelukkig is het wel 100% recycleerbaar en kan het blijven gerecycleerd worden. Wat zijn de voordelen op vlak van duurzaamheid van gerecycleerd polyester? Voor de productie en verwerking van vele natuurlijke vezels is vaak veel land nodig, maar ook water, energie en chemicaliën. Op dat vlak heeft polyester eigenlijk al een heel duurzaam profiel, maar gerecycleerd polyester gaat nog een heuse stap verder. Twee dingen zijn hierbij heel belangrijk. Een afvalproduct wordt omgezet in een grondstof en deze grondstof kan oneindig gerecycleerd worden. Er wordt dus voor gezorgd dat een heel deel afval verdwijnt uit verbrandingsovens en storten, en dat het ook minder gemakkelijk zal eindigen als zwerfvuil. Het is immers geld waard. Bovendien wordt zo ook een heel deel koolstof vastgehouden. Deze stof zou anders terug vrijkomen bij verbranding, maar wordt nu ‘vastgehouden’ in een product dat daarna opnieuw gerecycleerd kan worden, waardoor het vastgehouden blijft.

De productie van gerecycleerd polyester reduceert het energieverbruik tot 50% en CO2-emissies met bijna 60% in verhouding tot de productie van nieuw polyester. Daarnaast is er minder land-, luchten waterverontreiniging én is er minder nood aan ruwe aardolie. Tenslotte kan polyester dus oneindig gerecycleerd worden zonder dat er een minderwaardig eindproduct uitkomt. Dit alles betekent dat als men er in zou slagen om een nog efficiënter ophaal- en recyclagesysteem op poten te zetten, polyester misschien wel de grootste kanshebber is om een ‘gesloten lus’ te creëren, die een enorme vermindering aan afval en benodigde energie zou teweegbrengen. Het is een van de grootste kanshebbers om de meest duurzame grondstof te worden. Klinkt dit te goed om waar te zijn? Voorlopig wel. Wat in theorie klopt, lijkt in de praktijk voorlopig weinig haalbaar op grote schaal. In vele westerse landen worden plastic flessen gerecycleerd, maar wereldwijd is dit nog een absolute minderheid. Hetzelfde geldt voor het vergaren en recycleren van oud textiel. Vaak gaat het hier bovendien om mengelingen waarbij polyester bijvoorbeeld samen met katoen verwerkt is en dan vervalt de recyclagemogelijkheid. Ook de aanwezigheid van ritsen en knoppen bemoeilijkt dit proces. Daarbij komt nog dat een aanzienlijk deel van de vervuiling van mariene milieus door microvezels veroorzaakt wordt door polyester. Of deze nu gerecycleerd is of niet, maakt in deze geen verschil. En dan is er natuurlijk het feit dat het een petroleumderivaat is en dat daar nu eenmaal veel negatieve neveneffecten aan vasthangen. Veel van deze problemen echter zijn niet onoverkoombaar en wel technisch haalbaar. De duurzaamheidsvoordelen van gerecycleerd polyester zijn veel groter dan de eraan verbonden risico’s. Dit is absoluut een weg die fabrikanten van outdoortextiel moeten en zullen bewandelen. De meesten doen het zelfs al. Net zoals bij gerecycleerd polyamide bestaan ook hier de ‘Recycled Claim Standard’ en de ‘Global Recycled Standard’, die je als klant op labels echter nauwelijks zult terugvinden. BIOSYNTHETISCHE STOFFEN Wat zijn biosynthetische stoffen? In essentie zijn dit stoffen die geheel of gedeeltelijk vervaardigd zijn uit hernieuwbare biologische bronnen, meestal biomassa (zoals bijvoorbeeld maïs, suikerriet, rode biet, plantenolie, riet en houtsnippers). Deze ruwe grondstoffen ondergaan daarna dan een chemische behandeling waarbij uiteindelijk polymeren gecreëerd worden (lange ketens van grote moleculen). Deze polymeren worden daarna gesponnen, geweven of gehaakt tot textiel. Vaak worden deze afgewerkte biosynthetische vezels gemengd met andere synthetische stoffen (afkomstig uit de petroleumindustrie) om een sterker of een flexibeler geheel te krijgen. Wat zijn de duurzaamheidsvoordelen van biosynthetische stoffen? Het grootste voordeel is het feit dat deze producten geheel of gedeeltelijk vervaardigd zijn uit hernieuwbare biologische grondstoffen. Hiermee omzeilen ze dus een heel groot deel van de negatieve impact van de petroleumindustrie.

63


Reeds 30 jaar uw buitensportspecialist!

OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST 053/ 705 222 - info@trek-king.be – www.trek-king.be

De Berghut

Plezantstraat 11 9220 Hamme 64

https://berghut.be info@berghut.be 052/47 85 22

Speciale acties en mooie aanbiedingen tijdens de actieweken


Het grootste nadeel is het feit dat de meeste van deze stoffen niet of nauwelijks recycleerbaar zijn. Enkel bio polyethyleen (meestal gebruikt in verpakkingsmateriaal) is hierop een uitzondering, maar in de praktijk bestaan hiervoor geen inzamelpunten of recyclagecentra. Deze producten zijn allemaal echter relatief nieuw op de markt en daarmee is het dus nog onduidelijk hoeveel en hoe gemakkelijk deze producten in de nabije toekomst zouden kunnen gerecycleerd worden. Er is nog te weinig onderzoek naar gedaan. Wat is de potentiële impact van biosynthetische stoffen op het milieu? Deze vraag valt moeilijk te beantwoorden, omdat veel er van afhangt van hoe en waar de basisgrondstof verkregen wordt. Of om het met een (zeer negatief) voorbeeld te schetsen: in Brazilië wordt regenwoud gekapt om er in de plaats een monocultuur van suikerriet te zetten. Dit suikerriet wordt daarna verwerkt tot ethanol en bio-polyethyleen, maar het gebeurt wel in een fabriek die gedreven wordt op basis van de verbranding van steenkool. Daarna worden deze grondstoffen verscheept naar China, waar ze verwerkt worden tot producten die weer verscheept worden naar Europa… De opgetelde negatieve impact kan gemakkelijk veel groter zijn dan het voordeel. Bovendien kan de grond die hiervoor nodig is, om dat suikerriet te kweken, nu niet langer bezet worden door land waar voedingsgewassen geteeld worden. Hierdoor is er minder voedsel aanwezig en zullen ook de voedselprijzen stijgen.

Ook al is het waar dat de basisgrondstoffen van deze ‘cellulosics’ hernieuwbaar en biologisch zijn, dat maakt ze niet per se duurzamer. Cellulose verkregen uit houtpulp bijvoorbeeld heeft een enorme impact op ecosystemen en biodiversiteit. Niet minder dan 150 miljoen bomen worden jaarlijks gekapt om viscose te verkrijgen. Bovendien dienen veel van deze cellulosics een chemische behandeling te ondergaan waar veel toxische producten aan te pas komen en geproduceerd worden. Een heel groot deel van de duurzaamheid van deze producten hangt dus vooral af van de plaats waar deze gemaakt worden en de daarmee samenhangende werkomstandigheden en milieuvoorwaarden. Er komen immers vaak schadelijke chemicaliën vrij die terug opgevangen dienen te worden in plaats van vrijgelaten in de lucht of in waterwegen. Zijn er meer duurzame alternatieven beschikbaar? Ten eerste kan men in het voordeel van deze ‘celluloscis’ zeggen dat al deze stoffen hernieuwbaar, recycleerbaar en biodegradeerbaar zijn. Dit betekent dus ook dat ze koolstof vasthouden en hiermee kunnen instaan voor een tragere opwarming van het klimaat. Bovendien kunnen veel van deze basisgrondstoffen goed beheerd worden (bos- en kapbeheer) en is er nog zeer veel mogelijk in termen van het maken van cellulosics uit biologisch restafval uit andere industrieën. Afval dat anders toch maar zou verdwijnen op storten of in verbrandingsovens.

Positief in dit verhaal is dan weer wel dat vele biosynthetische productieprocessen nog in volle ontwikkeling zijn en dat er nu vooral gekeken wordt naar het gebruik van biologisch restafval als grondstof. Dit restafval zou anders toch maar op een vuilnisbelt verdwijnen. Het is dus een proces dat zeker zijn nut zal hebben in de toekomst, maar eerder onder deze laatste vorm. Ook algen zouden hiervoor kunnen dienen. Omdat deze stoffen relatief nieuw zijn, zijn er nog niet echt labels op de markt te vinden. De ‘International Organization for Standardization’ (ISO) is wel bezig met normeringen op punt te stellen. En verder is er sinds 2016 ook de ‘Textile Exchange Biosynthetics Round Table’, die bezig is een soort kader te ontwikkelen om de textielindustrie te helpen betere beslissingen te nemen over het aangewezen gebruik van biosynthetische stoffen. Als klant zul je hiervan echter weinig merken in de praktijk. CELLULOSE VEZELS & VARIANTEN (de cellulosics) Wat zijn dit en waar komen ze vandaan? Deze vezels omhelzen een heel scala aan semisynthetische materialen die hoofdzakelijk afkomstig zijn uit snelgroeiende bomen en planten zoals bijvoorbeeld eucalyptus, beuk, den, bamboe, soja en suikerriet. De pulp van deze vermalen bomen en planten wordt daarna chemisch opgelost tot een soort pap waarvan daarna dan cellulose-achtige vezels gemaakt worden. Ook al worden ze dus oorspronkelijk gemaakt uit volledig natuurlijke producten, ze moeten wel nog steeds een niet onaanzienlijk chemisch proces ondergaan vooraleer je ze als een kledingstuk kunt dragen. Enkele van de bekendste ‘cellulosics’ zijn Viscose, Rayen, Lyocell, Tencel… Wat is de milieu impact van deze ‘cellulosics’? Net zoals bij biosynthetische stoffen is het ook hier moeilijk om te generaliseren. Alles hangt immers van de beginvezel af en de manier hoe deze geproduceerd en verworven wordt.

65

Het is vooral de chemische impact bij de verwerking die de grootste hoofdbreker is. Meer en betere controle is hier vooral aan de orde. Enkele van de beste vezels op de markt waarvan je zeker kan zijn dat ze het gebruik en de verwerking van hun chemicaliën onder controle hebben, zijn: Spinnova, Modal, Tencel en Lenzing Lyocell. Enkele belangrijke labels om hierbij in het oog te houden zijn FSC, PEFC en het EU Ecolabel. FSC is voor de meeste mensen al langer bekend. De letters staan voor Forest Stewardship Council en staat vooral in voor het wereldwijd ‘managen’ van een duurzaam kapbeheer. PEFC staat voor Program for the Endorsement of Forest Certification en staat ook in voor duurzaam bos- en kapbeheer. Het EU Ecolabel tenslotte is een label van de Europese Commissie dat ‘environmental excellence’ uitstraalt. Meer info hierover op www. ecolabel.eu .

65


SHOP Uitgebreid aanbod van topo's en boeken in de webshop!

Met nieuwe topo's van Olloy, Sy en Freyr Klim-en Bergsportfederatie

topo olloy

2022

Naast onze 'klassiekers' hebben we enkele nieuwe boeken in aanbod, nl. 'Hoe word ik bergwandelaar' en 'There and back: Photographs from the Edge''. Neem een kijkje op http://webshop.klimenbergsportfederatie.be


CABLE COMFORT

High-end via ferrata set with high ease of use

Experience your Vertical Freedom with the CABLE COMFORT - our high-end via ferrata set with elastic load arms and innovative one-touch carabiners. It conforms to the new European safety standard for via ferrata sets and the new, far more compact shock absorber enables pleasant handling. www.edelrid.de

67


Neutrino De Neutrino biedt de alpinist die op zoek is naar een lichtgewicht slaapzak met een kleine pakmaat die geschikt is voor kampen op grote hoogte uitzonderlijk veel warmte bij een laag eigen gewicht.

WWW.RAB.EQUIPMENT

68


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.