Monte - Juli 2025

Page 1


KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE MONTE

Inhoud

11

Boekbespreking

32 Vlaming in bet buitenland: Bruno Schoenmakers bij Air Glacier

sportklimmen

12 Klimzaal in de kijker : Boulderzaal Walden

14 Klimzalen: onbekend en toch zo bemind

MATERIAAL & TECHNIEK

8

Materiaal & Techniek

24 Gebruik van de Belay-kit bij Via Ferrata

highline

18

BeSlack Open Speed Highline Worldcup

skyrunning

22

Skyrunning ten top: Maarten Paulissen / Tara Van Delm

bergbeklimmen

28

Finsteraarhorn: klimmen naar de hoogste top van de Berner Alpen

bergwandelen / trekking

36 Haute Route Pyrenéenne

40 De GR131 op Tenerife: lessen in flexibiliteit

44

Tadzjikistan: trekken over de Fechenko of Vanch-Yakh gletsjer

rotsklimmen

48 Taghia: (trad)klimmen in Marokko

natuur en ecologie

52 Wolven, vee, waakhonden en de mens: samenleven in de Alpen

56 Beheersplan Yvoir

OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE

De Klim- en bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 14 500 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen.

De KBF telt 45 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.klimenbergsportfederatie.be/clubs

BEREIKBAARHEID

Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht

Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur

T: 03 830 75 00*

*Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag.

E: info@kbfvzw.be

W: www.kbfvzw.be

Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be

SHOP

In de KBF-webshop kun je allerlei topo’s, boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen.

Meer op webshop.klimenbergsportfederatie.be

KBF-HUTTEN

Chaveehut

Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen

Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag.

SPORT MET GRENZEN

Voel je je slachtoffer van grensoverschrijdend gedrag?

Was je er getuige van, of heb je vragen over dit thema?

Praat erover met je club-API of de federatie-API (aanspreekpunt integriteit).

KLIMGREPEN

Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief. KLIMGREPEN

• Noodgeval: hulplijn 1712

• Advies: Annelies Van den Berge annelies.vdb.vp@gmail.com | 0491 34 50 17

Sofie Van Waesberghe sofie.van.waesberghe@gmail.com | 0474 44 64 13

Meer info op www.klimenbergsportfederatie.be/api

VOORWOORD

Onze projecten

MOUNT COACH-Academy

Belgian Rebolting Team

KBF werkt samen met:

blijf op de hoogte

Volg de laatste nieuwtjes in de sport

@k limenbergsportfederatie

Stilte

Het was het meest intense moment uit mijn professionele carrière, daarboven op het panoramapunt in Freyr. Beneden ons de Maas, het kasteel aan de overkant, hier de majestueuze rotsen, een eenzame highliner balancerend in het ijle. Hierboven tien mensen in een kring op inderhaast aangesleepte banken, in absolute rust.

Het had een meditatiesessie kunnen zijn op de Dag van de Bergsporter. Wat verderop, bij de chalet, nipten de deelnemers van mocktails, met liefde bereid door een groepje vrijwilligers. Ze praatten er na over de workshops van de dag en genoten van de barbecue.

Hier heerste volledige stilte. We zaten samen met de mensen die het ongeval in Pont-à-Lesse van nabij hadden meegemaakt. Ze hadden net verteld hoe ze de hulpdiensten hadden verwittigd en de slachtoffers hadden bijgestaan. Ze hadden hun vragen en twijfels geuit: heb ik wel genoeg gedaan? Had ik niet … Nu waren ze uitgepraat. De broosheid van het leven hing als een sluier over ons kleine gezelschap. Een stilte die moeilijk te doorbreken was.

Wat later, toen ik stond na te praten met een van de betrokkenen, het geroezemoes van de barbecue op de achtergrond, zag ik tranen opwellen. Er is een lange weg af te leggen, en niet alleen voor dit kleine groepje getuigen. Het verdriet is niet te meten.

Ik heb het gevoel dat ik dit verhaal al eerder gebracht heb, op deze pagina, met een andere insteek, in andere bewoordingen. Ik val in herhaling. Maar het went nooit. En het was, voor mij, ook nog nooit zo dichtbij.

Ik kan alleen maar afsluiten met woorden uit mijn jeugd: be careful out there.

Algemeen directeur Bruno Vermeeren

COLOFON

Het federatietijdschrift Monte verschijnt vier keer per jaar en is een uitgave van de Klim- en bergsportfederatie

VERSCHIJNINGSDATA 2025

Januari, april, juli, oktober

deadlines 2025

Uitgave oktober: 28.07.2025

REDACTIEVERANTWOORDELIJKE | Eindredactie

Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be

REDACTIEMEDEWERKERS

Bart Smets, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Arne Monstrey, Jan Cools

VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK

Lay-out / Opmaak en beeldvorming: Reginald Roels KBF

Druk: EVM Print / Group Daneels - Waver

VERANTWOORDELIJKE UITGEVer

Yanick Bos - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht

Annelore Orije / annelore.orije@kbfvzw.be

Discover everything you need for an exciting climbing experience, selected carefully by seasoned climbers, Ollie & Jacco, who care as much about your climbing fun as you do. From the essentials to all the extras, this is your one-stop-shop! 9cclimbing.com

Chaveehut - Renovatieproject in volle gang

We keren even terug in de tijd, naar april 1984. Tijdens een openbare verkoop in Assesse kocht de toenmalige Vlaamse Bergsportvereniging (VBV) twee loten in de Rue de la Chavee: een voormalig kinderhome en de aangrenzende weide. Daarmee was de Chaveehut geboren — een broodnodige uitvalsbasis voor Vlaamse bergsporters die in de jaren ’80 vaak naar Wallonië trokken, maar amper betaalbare overnachtingsmogelijkheden vonden. De hut bood een welkom alternatief voor de schaarse opties van die tijd.

Intussen zijn we veertig jaar verder, en wordt de Chaveehut grondig onder handen genomen. De renovaties gebeuren gefaseerd, en de komende jaren zal er heel wat veranderen. Het dak werd intussen volledig vernieuwd. In de volgende fases nemen we onder andere ook de campingzone en het leslokaal onder handen. Zo blijft de hut ook in de toekomst een warme, functionele thuisbasis voor klimmers, wandelaars en cursisten.

Let op: door de lopende werken is de capaciteit tijdelijk beperkt. Boek dus tijdig je plekje!

Reserveren doe je best via de website op www.klimenbergsportfederatie.be/infochaveehut

Dankzij onze enthousiaste vrijwillige wirten kunnen leden nog steeds rekenen op een warm onthaal in de hut — inclusief een heerlijke maaltijd.

Wil je zelf eens proeven van het leven als wirt? Sluit je aan bij ons team en draai een weekendje mee in de hut — je zal snel merken hoe fijn het is! Stuur een mailtje naar info@klimenbergsportfederatie.be.

VeNNHütte heeft nieuwe eigenaar

Voordelig overnachten in de Oostkantons? Dan ben je bij de Vennhütte nog steeds aan het juiste adres. De hut heeft sinds kort een nieuwe eigenaar en wordt dus niet langer uitgebaat door KBF. Voor jou als lid verandert er gelukkig niets: het concept blijft hetzelfde, je ledenkorting blijft gelden en onze vertrouwde wirten zorgen nog altijd voor een warm onthaal.

Een weekendje weg? Dan is de Vennhütte jouw ideale uitvalsbasis. Reserveer je plek tijdig via https://sites.google.com/view/vennhuette

Adres: Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland

Onze federatie blijft groeien – we zijn intussen met 45 clubs! Met veel plezier heten we onze nieuwste club welkom: SOLL (Service Open Lucht Leven).

SOLL is de buitensportwerking van Scouts en Gidsen Vlaanderen, opgericht door oud-scoutsleiders die hun liefde voor avontuur graag doorgeven. Ze organiseren toffe, avontuurlijke weekends voor gidsen en verkenners (14 tot 17 jaar) van verschillende scoutsgroepen uit heel Vlaanderen.

Jongeren maken er op een speelse, veilige en uitdagende manier kennis met buitensporten zoals oriëntatietochten, speleologie, kanovaren, via ferrata en rotsklimmen.

SOLL wil vooral jongeren de smaak van buitensport laten proeven, zodat ze daarna misschien de stap zetten naar een lokale club.

Fijn dat jullie erbij zijn, SOLL – op naar veel mooie avonturen samen!

In Memoriam : Maarten Alexander 5 september 1985 - 17 mei 2025

Met grote droefheid nemen we afscheid van Maarten Alexander, Maarten was een bijzonder mens, geliefd door velen. Hij was een trotse papa, een liefdevolle echtgenoot, een zoon, een broer, een vriend en een klimmer met een grote passie voor de sport.

We willen ons oprechte medeleven betuigen aan de familie, vrienden en clubleden van Maarten. Onze gedachten gaan uit naar alle nabestaanden.

Wie een boodschap van steun wil nalaten voor de familie en dierbaren van Maarten, kan dat via het online rouwregister. Een woord van troost, een herinnering of een eenvoudig gebaar kan helpen om dit grote verlies samen te dragen.

Onze federatie groeit: Welkom SOLL

MATERIAAL EN TECHNIEK

NNORMAL - Tomir 2.0

Tekst Arne Monstrey (verkoper bij

'van loopschoen over trailrunner naar stapkameraad'

Na lang luisteren naar het advies van gebruikers uit de NNormal-community heeft dit hardloop- en trailrunmerk de Tomir in een nieuw en verbeterd jasje gestoken. Net zoals vele trailrunners is ze oorspronkelijk ontworpen als loopschoen, maar wordt ze net zo goed gebruikt door wandelaars op zoek naar een lichte, comfortabele en toch nog ondersteunende schoen. Verwacht bij de Tomir 2.0 dus vooral comfort en schokdemping. Maar ook een zeer goede grip en stabiliteit. Bovendien zorgt de constructie van het bovenwerk voor een zeer grote weerstand tegen wrijvingsslijtage en scheurtjes door gebruik. Toch het zwakste punt bij veel vergelijkbare schoenen. Het uitgangspunt was om één schoen te ontwerpen voor veel verschillende buitensportactiviteiten (in dit geval dan trailrunnen en wandelen) en daar lijken ze bij NNormal toch zeer succesvol in geslaagd te zijn!

Adviesverkoopprijs: 169,95 euro

Gewicht: 528 gram per paar (in maat 42)

BLUE ICE - Stache UL 25 'they did it again'

Dit zeer technische klimmerk is er weer in geslaagd om een paradepaardje af te leveren. Deze minimalistische rugzak weegt slechts 340 gram (voor een inhoud van 25 liter) en kan bovendien 'gestript' worden tot 240 gram. Ze zien het zelf als een lichtgewicht rugzak voor een toppoging vanuit het laatste kamp of verkenningsmissies vanuit het basiskamp, maar het kan net zo goed gebruikt worden als rugzak tijdens het multipitchen. Dit lage gewicht hebben ze te danken aan het door hen vaak gebruikte 'uHMWPE 210d Ripstop-materiaal' dat licht en supersterk is. En toch vind je er bevestigingen op terug voor twee ijsbijlen, een lint om je klimtouw aan te bevestigen, een lichtgewicht (en afneembare) heupriem en zitten er ook nog zijzakjes en compressieriemen op. Ook een klimhelm kan gemakkelijk bevestigd worden én er is ruimte voor een drinkzak. Zoveel handige features in een ongelooflijk lichte en compacte klimrugzak? Dat is alweer een schot in de roos voor Blue Ice.

Adviesverkoopprijs: 109,95 euro Gewicht: 340 gram (kan gestript worden tot 240 gram)

GALIBIER - Super Rando Mid 'de hergeboorte van een Franse klassieker'

Fantastisch om te zien dat dit legendarische Franse merk terug tot leven is geroepen. Reeds begonnen in 1908 (!) is het vooral in de tweede helft van de vorige eeuw dat het hoogdagen beleefde. Ronkende namen als Maurice Herzog en Lionel Terray droegen deze schoenen bij de eerste beklimming van een achtduizender ooit (de Fransen waren als eersten succesvol op de Annapurna op 3 juni 1950). Maar ook topklimmer René Desmaison en avontuurlijk geoloog Haroun Tazieff verkenden de wereld met Galibier schoenen aan hun voeten. Met de opkomst van lichtere synthetische materialen, besliste het merk eind jaren '80 om de pauzeknop in te duwen. Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en nu, zoveel jaren later, maakt het bedrijf een doorstart en dat doen ze goed. Niet met een gigantische catalogus, maar met drie retro-modellen. Dik en stevig leer, rode veters, gestikte zoolblokken. Hier geen beginnende slijtage na enkele maanden gebruik (zoals bij vele trailrunners), noch een zool die plots los kan komen na enkele jaren wandelen, maar wel oerdegelijke kwaliteit in een zeer mooi jasje. De schoenen zitten mooi verpakt in de doos, met een infoboekje over de familiegeschiedenis en een onderhoudskitje er direct bijgeleverd. Rondstappen met Galibier schoenen is deel uitmaken van een legende.

Adviesverkoopprijs: 379,95 euro

Gewicht : 1.445 gram per paar (in maat 42)

CARLOS KOFFIE - Quick Drip Coffee 'als je zelfs als avonturier je dag pas kan starten na een lekkere koffie'

Voor alle kampeerders op zoek naar kwaliteitsvolle koffie. Voor iedereen voor wie het iets meer mag zijn dan oploskoffie, maar die niet de ruimte heeft voor een Bialetti of andere koffieapparaten, hebben ze bij Carlos Koffie de Quick Drip bedacht. Deze Mokka Royal (100% Arabica) is verpakt in handige single serve drip bags. De individuele verpakking garandeert maximale versheid en gemak. Alles wordt in-house verpakt zodat je met zekerheid kan genieten van de echte kwaliteit van een ambachtelijk gebrande koffie. Je hebt enkel heet water nodig die je door de filter heen giet. Een filter die bovendien composteerbaar is na gebruik. Vergelijk het qua gewicht en verpakking gerust met een Royco Minute maar dan met koffie. Perfect om mee te nemen op vakantie, onderweg of gezellig op de camping. Dankzij het lichte gewicht en het compacte formaat is het ideaal voor op reis, in de camper of tijdens andere outdoor avonturen. Voor iedereen die de dag pas kan starten na een koffie, zelfs op een alpien bivak.

Adviesverkoopprijs: 4,95 euro (voor een pakje van 5) en 9,95 euro(voor een pakje van 12)

Gewicht: niet gespecifieerd door leverancier, maar zeer licht, slechts enkele grammen

WANDELWOL 'en je loopt op wolkjes'

Ook al bestaat het product al jaren, toch is het nog voor veel wandelaars iets onbekends. Wandelwol is eigenlijk gewoon behandelde schapenwol dat je in kleine hoeveelheden in je sokken steekt. Deze wol bevat lanoline en is goed voor je huid. Het beschermt tegen druk (eksterogen), wrijving (blaren) en temperatuurverschillen. Wol absorbeert immers transpiratievocht en ventileert tegelijkertijd. Het zorgt voor warme voeten in de winter en brengt verkoeling in de zomer. De antidruk-wol verzacht ontstane blaren en voorkomt blaarvorming. Eveneens werkt het druk-ontlastend en beschermt het je teennagels en voeten. Voor iedereen met 'moeilijke voeten' is het beslist het proberen waard.

Adviesverkoopprijs: 10,95 euro (voor een zakje van 20 gram)

Gewicht: verwaarloosbaar

WECHSEL - Exogen 3

'een nieuwe aanwinst in de familie'

Eindelijk. De volledig vrijstaande Exogen reeks beschikt naast de één- en tweepersoonsversie nu ook over een driepersoonsvariant. In de praktijk zal die waarschijnlijk vaker gebruikt worden door twee mensen die op zoek zijn naar iets meer ruimte, maar dat kan dan ook perfect in deze tent die 2,5 kg weegt. De rechtopstaande wanden zorgen ervoor dat deze tent bovendien zeer geschikt is voor langere mensen. De binnentent meet immers 230cm (lengte) op 180 cm (breedte) en is daarmee dus zeer ruim voor een laag gewicht. Ze is zelfs 1 meter hoog, wat dus een royale binnenruimte oplevert. Ook al ligt het gewicht misschien iets hoger dan andere vergelijkbare merken op de markt, het is toch die extra dwarsstok die volledig doorloopt tot beneden die voor veel meer stabiliteit zorgt én voor een 100% vrijstaande constructie. Ideaal dus als je niet alle hoekpunten degelijk kunt verankeren op een rotsachtige ondergrond.

Adviesverkoopprijs : 699,95 euro

Gewicht: 2,5 kg

EDELRID OHMEGA

HERDEFINIEER ZEKEREN – ONTDEK DE OHMEGA

Met een gewicht van slechts 190 gram is de compacte OHMEGA een uiterst veelzijdige belay assistent die geschikt is voor een brede groep van klimmers. Of je nu in de klimhal staat, aan de rots hangt of een alpiene sportklimroute doet de OHMEGA biedt een échte meerwaarde op het gebied van veiligheid en comfort – voor zowel de klimmer als voor de zekeraar. Perfect voor beginners, ervaren klimmers én professionals, ook wanneer er sprake is van een groot gewichtsverschil tussen partners. Je kan de OHMEGA instellen in drie verschillende remstanden afhankelijk van jouw gewicht en dat van je klimpartner. De geïntegreerde pulley vermindert de wrijving bij het eerste zekerpunt vergeleken met een normale set, waardoor je de OHMEGA nauwelijks voelt bij het klimmen – zelfs niet op lange of zware routes. Zelfs bij een val direct in het apparaat remt de OHMEGA betrouwbaar af waardoor de kans op botsingen tussen klimmer en zekeraar aanzienlijk vermindert.

BOEK BESPREKING Annelore Orije

Klimmen met vertrouwen - Auteur: Camille Chalange | Vertaling: Wouter Heyde

60 ultieme tips om je klimprestaties te verbeteren en om van 5C naar 7A te gaan

Een supertoegankelijke gids voor iedereen die serieus wil groeien in het klimmen - of je nu net 5C onder de knie hebt of al droomt van de magische 7A... Camille Chalange biedt een complete benadering van de progressie die je als klimmer doormaakt, waarbij zowel de technische als mentale aspecten aan bod komen.

Het boek bestaat uit 60 praktische tips, elk voorzien van een korte samenvatting en een bijpassende oefening. Zo kan je je inzichten meteen omzetten in de praktijk, én wordt het boek ook erg bruikbaar voor lesgevers en trainers.

Thema's zoals voetplaatsing, routelezen, visualisatie, rustposities benutten en angstbeheersing worden helder en uitgebreid besproken. Chalange richt zich ook nadrukkelijk op mentale blokkades, zoals voorklimangst of faalangst, en helpt je om als klimmer meer zelfvertrouwen op te bouwen. Zijn centrale boodschap is dat fysieke kracht niet allesbepalend is: inzicht, voorbereiding en mindset zijn minstens zo belangrijk.

Voor klimmers die hun grenzen willen verleggen: de kaap van de 7a is dichterbij dan je denkt!

ISBN: 978-88-55471-909

Taal: Engels

SALTY ROUTES - ALLESANDRO CARIGA en MATTEO GAMBARO

77 verborgen klimparels in het grensgebied tussen Italië en Frankrijk

In de klimtopo Salty Routes nemen auteurs Alessandro Cariga en Matteo Gambaro je mee op ontdekkingstocht langs 77 bekende en minder bekende klimplekken op de grens tussen Italië en Frankrijk – waar het contrast tussen berg en zee een uniek landschap en klimaat vormt. Hier duiken de Maritieme Alpen in de Middellandse Zee met steile wanden en impressionante rotsformaties als resultaat. Zonovergoten zou je denken, maar dankzij de combinatie van berg en zee kan je op een fris briesje rekenen waardoor het hier net wat draaglijker is dan aan de kust.

Bij zo'n uitgebreide regio kan het bijna niet anders dan dat alle niveaus aan bod komen. Vooral in de grotere sites zoals La Turbie, Peillon en La Brigue vind je voldoende variatie in klimstijl en moeilijkheid. Heerlijk technische routes op dal, of overhangs vol tufa's en pockets... ze hebben het hier allemaal. Voor beginnende klimmers zijn er kleinere massieven vol toegankelijke routes, en fanatiekelingen kunnen zich dan weer helemaal uitleven in knoerharde 9a's of een ongetopt projectje.

Val Tanaro, Valle Argentina, Valle Roja, Menton en La Turbie… deze gids bundelt zowel historische klimklassiekers als onbekende pareltjes in hoogwaardige kalksteen om je vingers bij af te likken.

Benieuwd of deze regio je hart sneller doet slaan? De eerste 54 pagina's kan je gratis doorbladeren op issuu.com/edizioni_versante_sud

ISBN: 978-24-87278-080

Taal: Engels

Boulderzaal Walden

Locatie: Hurstweg 8, 9000 Gent

Openingsdatum: 08/12/2024

Oprichters: Pieter en Bram Bruyland

Wat de klimzaal uniek maakt

Walden is de grootste boulderzaal van België, maar vooral ook een van de meest unieke. Je ervaart een overweldigend ruimtegevoel, je krijgt daglicht dat door metershoge ramen naar binnen stroomt, ook al bevind je je in een historische setting vlak bij het hart van Gent. Bovendien is er elke week een groot aanbod aan nieuwe boulders van topkwaliteit met de beste en modernste grepen.

Toekomstvisie

Ons doel is onze bezoekers blijvend de best mogelijk klim- en trainingservaring aan te bieden in een goed onderhouden en innovatieve klimzaal met een bruisende community.

Discipline: boulder

Aantal vierkante meter klimoppervlak: +1300m²

Zijn er andere trainingsfaciliteiten?

Er is een fitnessruimte (met o.a. lat pull down, cage, roeitrainer, kabelmachine, dumbells, kettlebells, plyobox), een verstelbaar Kilterboard, hangboards en een campusboard.

Jeugdwerking

We starten een jeugdwerking vanaf september 2025

Training voor volwassenen

We organiseren het hele jaar door initiatielessen, vierdelige lesreeksen van verschillende niveaus en workshops rond specifieke onderwerpen.

KVB-opleidingen: Op dit moment zijn er nog geen KVB-opleidingen.n

Toegangsvoorwaarden: geen

Is de klimzaal verbonden met een KBF-club?

Nee, al zal dat in de toekomst wel het geval zijn.

Korting voor KBF-leden?

Neen

Wat moeten de klimmers nog van jouw klimzaal weten?

Walden garandeert een klimervaring van het hoogste niveau. Geen compromissen: alleen de nieuwste grepen op creatieve en gevarieerde boulders die continu vernieuwd worden.

Dat alles situeert zich in een adembenemende ruimte vol licht en karakter. Hier bieden we je een plek aan die uitdaagt, inspireert en motiveert — of je nu net begint of al jaren klimt.

Website: www.walden.gent

Klimzalen: onbekend en toch zo bemind

Het concept van de klimzaal is een vooral Belgisch idee dat teruggaat naar het einde van de jaren ’80. In 1986 verhinderde slecht weer Pierre D’haenens om te skiën in de Franse Alpen. Als klimmer doodde hij de tijd op een muur met vaste grepen waarvan alle mogelijke combinaties snel uitgeklommen waren (in 1983 bedacht de Fransman François Savigny de eerste kunstmatige klimgreep).

1. Inleiding

Terug thuis bedacht Pierre dat dit veel beter kon. Hij kwam op het eenvoudige idee om een multiplexplaat op regelmatige afstand te doorboren, zodat grepen naar hartenlust konden worden geplaatst en verplaatst. Een prototype later had hij de (infrastructurele) basis gelegd voor de latere commerciële klimzalen en richtte hij ALPI-IN op, dat uitgroeide tot een echt pioniersbedrijf. Een jaar later, in 1987, opende ’s werelds eerste klimzaal in het hart van Brussel: Terres Neuves.

Bijna 40 jaar later en vele nieuwe klimzalen verder, zijn de basisprincipes en technieken rond het bouwen van klimmuren grotendeels hetzelfde gebleven.

"We shape our buildings; thereafter they shape us." - Winston Churchill
© Klimzaal Banzai

2. ONTWERP & BOUWEN VAN KLIMMUREN

Dit Winston Churchill-citaat geldt ook voor klimmuren. Een grondige analyse van de ruimte waarin de klimmuur zal worden gebouwd is essentieel. Het bepaalt grotendeels de mogelijkheden wat betreft vorm en complexiteit van de klimmuur. Allemaal keuzes die hun impact zullen hebben op de bouwwijze en bouwkost alsook de uiteindelijke aantrekkelijkheid en populariteit van de klimzaal.

Denk maar aan inplanting, valzones, draagstructuur, muurbekleding en afwerking van de geplande klimmuur. Beschikbaarheid van buitenruimtes, opwarm -en fitnessruimtes, … Ook of de klimmuur voor nationale of internationale wedstrijden gebruikt zal worden is belangrijk om op voorhand te weten want dit brengt extra vereisten met zich mee die in de ontwerpfase al in rekening moeten worden gebracht.

2.1. Draagstructuur

De draagstructuur van een klimmuur bepaalt grotendeels wat met de klimmuur kan gedaan worden. Hoe zwaar je de muur kan belasten, hoe hoog kan je gaan, waar je overhang kan plaatsen en eventuele toekomstige uitbreidingen, …

Een draagstructuur kan vrijstaand zijn of vastgemaakt worden aan het bestaand gebouw en uit staal of hout gemaakt worden:

2.3. Stalen vs. houten draagstructuur

Factoren zoals budget, binnen- of buitenmuur, eenvoud van installatie en ontwerpcomplexiteit spelen een bepalende rol bij de keuze aan materiaal voor de draagstructuur.

Hout is een kosteneffectieve en duurzame keuze: lichter en goedkoper dan staal, het vraagt minder gespecialiseerde installateurs en het zorgt voor een relatief eenvoudige installatie.

Daarom is hout de logische keuze bij een beperkt budget, hoofdzakelijk verticale wanden, vlakke overhangen, kleinere of mobiele klimmuren of bij participatie van minder gekwalificeerd personeel bij opbouw van de draagstructuur. Een mooi voorbeeld van een klimmuur gebouwd op een houten draagstructuur is klimzaal Maniak in Vorst.

Staal heeft indrukwekkende sterkte-eigenschappen en biedt een hoge structurele integriteit, wat zorgt voor een duurzame en betrouwbare oplossing. Voor grote of complexe ontwerpen is staal het standaardmateriaal. De noodzaak tot lassen maakt echter dat stalen draagstructuren door gespecialiseerde installateurs moeten worden geplaatst, wat de kosten aanzienlijk verhoogt.

2.2. Vast vs. vrijstaande structuur (vooral van toepassing op bouldermuren)

Een vrijstaande muur is een optie als de ruimte waarin deze wordt gemonteerd niet de nodige structurele sterkte heeft om de muur te dragen of als men schade aan de constructie moet vermijden. De inherente stijfheid van een klimmuur die aan een rigide structuur is bevestigd, ontbreekt hier en moet worden gecompenseerd door bredere frame-materialen, specifieke frame vormen (U- of O-vormen) en extra verstevigingen. Dit resulteert in een complexer ontwerp en een hoger materiaalgebruik, wat de kosten aanzienlijk verhoogt. Daarom worden vrijstaande constructies zelden gebruikt, tenzij de aard van de ruimte dit noodzakelijk maakt.

De meeste klimzalen (zowel boulder- als lengtezalen) worden gebouwd op een vaste structuur die wordt bevestigd aan de structurele elementen van de ruimte.

2.4. Afwerkingsmateriaal [Plaatmateriaal]

In de beginjaren van commerciële klimzalen werden beton, glasvezelplaten en zelfs stalen platen gebruikt vanwege hun duurzaamheid en weerstand tegen weersinvloeden. Deze materialen zijn echter kostelijk en vaak complex om te installeren. Mede daardoor en dankzij verbeteringen in de oppervlaktebehandeling en sterkte van houten plaatmaterialen is multiplex tegenwoordig de standaardkeuze geworden.

Multiplex is een plaatmateriaal dat opgebouwd is uit een oneven aantal houtfineerlagen die dwars op elkaar, onder hoge druk en bij hoge temperatuur gelijmd worden. Door de gekruiste lagen is de plaat sterker dan massief hout van dezelfde afmetingen en hetzelfde gewicht en zal het ook minder werking vertonen dan massief hout. Multiplex is een stuk lichter dan MDF en heeft bovendien een grotere buigsterkte.

'De klimsport krijgt echter ook steeds meer aandacht vanuit andere hoeken dan enkel het sportieve, zoals bijvoorbeeld 'klimmen als therapie...'

Het is eenvoudig te bewerken en relatief goedkoop in vergelijking met andere materialen en biedt een hoge flexibiliteit in ontwerp en vorm, wat creatieve constructies mogelijk maakt. Voor commerciële klimzalen zijn multiplexplaten met een dikte van 25 mm de meest courante keuze. Voor kleinere klimmuren (thuisgebruik, school of voor therapeutische doeleinden) zijn multiplexplaten van 18 mm voldoende. De platen worden met schroeven of bouten aan de draagstructuur bevestigd. De platen worden voorgeboord met een geschrankt raster. Aan de achterzijde van elk boorgat wordt een verzinkte metalen T-nut bevestigd met schroefdraad waaraan later klimgrepen worden bevestigd.

2.5. Oppervlaktebehandeling

Een correcte oppervlaktebehandeling zorgt voor de juiste textuur, wrijving, duurzaamheid en uitstraling van de klimmuur. Enkele veelgebruikte opties zijn:

• Een mengsel van beton en glasvezel voor een uniforme rotsachtige uitstraling

• Een cementgebonden, epoxy- of verfstructuur voor een gelijkmatig wandoppervlak

• Gestructureerde verf of epoxy voor een gelijkmatige plaatafwerking Bij de eerste twee opties wordt de oppervlaktebehandeling na montage aangebracht. Bij de laatste, meest courante optie wordt de behandeling al in de voorbereidingsfase uitgevoerd, wat een kostenvoordeel oplevert.

Voor de korrelstructuur wordt meestal zand met een korrelgrootte van 0,10,4 mm toegevoegd aan de eerste harslaag.

2.6. Klimmuren

De International Federation of Sport Climbing (IFSC) hanteert specifieke eisen voor wedstrijdklimmuren, afhankelijk van de discipline (speed, lead of boulder). Voor speedklimmen zijn de eisen bijzonder strikt: elke muur moet identiek zijn, inclusief de kleur en plaatsing van de grepen.

Voor boulder- en leadwedstrijden verwijst de IFSC naar de norm EN 12572. De norm voegt extra ontwerpvereisten toe zoals minimale hoogtes, verplichte overhanggraden en de aanwezigheid van opwarm- en isolatieruimtes. Deze vereisten zijn gebundeld in het document “Wall requirements IFSC-event”, te vinden op de IFSC-website.

Elke klimzaal die de ambitie heeft om IFSC-wedstrijden te organiseren houdt dit dus best al tijdens de ontwerpfase in het achterhoofd. Regionale en nationale wedstrijden kunnen afwijken van deze specificaties.

3. NORMERING EN KEURING VAN KLIMMUREN

Velen zouden verwachten dat klimmuren, gezien hun constructieve omvang en de risico’s bij gebruik, volgens een officiële norm gebouwd moeten worden en strenge periodieke keuringen ondergaan. Dit is echter niet zo eenduidig vastgelegd.

De Europese norm EN 12572 specificeert richtlijnen op het gebied van veiligheid, stabiliteits- en sterkteberekeningen, maximale valhoogtes, eigenschappen van valmatten en klimgrepen…. Deze norm werd opgesteld in 1998 en kreeg een laatste revisie in 2017, maar is nooit binnen een wettelijk kader verplicht gesteld. Dit betekent dat de toepassing en het gebruik van deze norm op vrijwillige basis gebeurt.

In België valt de bouw en het gebruik van klimmuren onder de wet van 9 februari 1994 over de veiligheid van producten en diensten, en het Koninklijk Besluit (KB) van 25 april 2004 met betrekking tot de reglementering van actieve ontspanningsevenementen. Het enige directe gevolg hiervan is dat organisatoren en uitbaters verplicht zijn een risicoanalyse op te stellen, preventieve maatregelen te nemen voor de geïdentificeerde risico’s en een eindverantwoordelijke aan te duiden.

Een voorbeeld van hoe de norm evolueert naar meer flexibiliteit: vroeger moesten testen voor het bepalen van de slagvastheid van klimpanelen, sterkte van de bevestigingen voor klimgrepen e.d. door erkende laboratoria uitgevoerd worden. Bij de laatste revisie van de norm EN12572 werd dit eruit gehaald. Elke constructeur is vrij om dergelijke testen zelf uit te voeren en bewijsvoering op een duidelijke en controleerbare manier voor te leggen. Ook heeft de normcommissie uitgesproken dat een duidelijke risicoanalyse primeert boven het volledig voldoen aan alle normvereisten .

Constructeurs, uitbaters en organisatoren bepalen dus grotendeels zelf welke criteria ze hanteren voor het vaststellen van veiligheidsniveaus van kliminfrastructuur. De wetgeving is dus niet eenduidig over verplichte normeringen en keuringen.

voor wedstrijden
© Pink Peaks

4. WIE BOUWT KLIMMUREN?

De groei van de klimmuurindustrie in Europa sinds 1986 is substantieel:

• 1986: De eerste commerciële klimzaal, Terres Neuves, opent in Brussel.

• 1990s: Langzame maar gestage groei, voornamelijk in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Klimhallen zijn nog niche en worden vooral bij universiteiten of als kleine onafhankelijke faciliteiten gevonden.

• 2000s: De industrie breidt zich fors uit; indoor klimmen wordt een populaire vrijetijdsbesteding. Boulderhallen worden steeds gebruikelijker.

• 2010s: Explosieve groei door stijgende populariteit, mede door de opkomst van indoor fitness en de aankondiging van klimmen als olympische sport (Olympische Spelen 2020).

• 2020s: Ondanks de impact van COVID-19 herstelt de markt zich sterk, met forse investeringen in grote klimfaciliteiten.

De meest courante bouwers van commerciële klimmuren zijn terug te vinden in onderstaande tabel:

5. WAT KOST EEN KLIMMUUR?

De kosten van een klimmuur zijn afhankelijk van verschillende factoren: grootte, gebruikt materiaal, complexiteit van het ontwerp, gebruikte valmatten, beoogd gebruik en esthetische of kwaliteitsverwachtingen. Net zoals bij andere projecten op maat bestaat er geen eenduidig antwoord op de prijs van een klimmuur. Elk project vraagt een individuele analyse, maar enkele algemene richtlijnen kunnen helpen om een inschatting te maken:

• Thuisgebruik: Voor een budget tussen 3.000 en 10.000 euro kan een functionele en trainingsgerichte klimmuur gebouwd worden voor persoonlijk gebruik.

• Scholen, praktijken en ziekenhuizen: Ten gevolge van de grotere omvang van dergelijke klimmuren mag je rekenen op een budget boven de 15.000 euro voor een klimmuur afgestemd op educatieve of therapeutische doeleinden.

• Commerciële klimzalen: Wie een professionele klimzaal wil uitbaten moet rekening houden met een aanzienlijke investering. De kosten lopen al snel op tot zeven cijfers, waardoor een goed uitgewerkt businessplan essentieel is.

KLIMMUREN, MEER DAN ENKEL SPORTKLIMMEN: De indoor klimsport wint sinds 2010 duidelijk aan populariteit, met telkens meer en drukbezochte klimzalen. Vele nieuwe commerciële klimzalen in de ontwerp en bouwfase zullen dat aantal enkel nog laten groeien. De klimsport krijgt echter ook steeds meer aandacht vanuit andere hoeken dan enkel het sportieve. Klimmen als therapie en gebruik van klimmuren voor therapeutische en revalidatie doeleinden krijgt steeds meer aandacht. Meer hierover in een volgend artikel...

Twijfel niet om mij te contacteren op jeremiedecocqueau@posteo.net in geval van verdere vragen over het bouwen van klimmuren.

Fabrikant
© Maniak Padoue

BeSlack Open

Speed Highline Worldcup

BeSlack organiseerde de tweede wereldbeker speed highline van 25 tot 27 april 2025 op de tuikabelbrug in Hasselt. Speed highline? Inderdaad: de beste speed highliners ter wereld liepen er om ter snelst 100m op een highline 60m boven het Albertkanaal.

Hoe snel gaat dat dan?

Zowel de mannen als de vrouwen vestigden een nieuw wereldrecord. Mateus Stoco Vidal (BRA) scherpte het record aan tot 46,76 sec op 100m. Cecilia Stock (DUI) verbeterde het record tot 1 min 11,98 sec op 100m.

Vidal “Mago Do Equilibrio” gaat dus 2,1 m/s ofwel bijna 8 km/uur op een lint van 2,5cm breed met een basisspanning van 1,5 kN.

Hoe loop je op een 2,5 cm lint zonder te vallen?

Speed highline is een discipline in volle ontwikkeling. Daardoor heb je momenteel nog een brede waaier aan verschillende technieken om zo snel mogelijk over de lijn te huppelen, en nog niet één “fosberry flop”- techniek die alle andere technieken verdringt. Hieronder volgt een kleine bloemlezing van de huidige technieken

Straight walking

Je voeten zo recht mogelijk op de lijn zetten is de meest populaire manier, al dan niet met wat doorschuiven van de voeten. Het nadeel hierbij is de grote kans op een misstap, aangezien je voet in die richting het minst breed is. Mateus Vidal heeft het huidige wereldrecord neergezet met deze techniek.

Open feet O-legs

Door je voeten meer open te draaien heb je meer oppervlakte om op te landen. Vaak wordt deze techniek toegepast bij de sprint in de laatste meters of om een fout op te vangen in de lijn.

Crabwalking (zie onderstaande foto)

Crabwalking is een zijdelingse bijtrekpas waarin Cecilia Stock momenteel het wereldrecord heeft bij de vrouwen. Op competitieniveau wordt deze techniek momenteel enkel bij de vrouwen gebruikt. Het voordeel is de grote stabiliteit van deze “exposure”, waardoor deze techniek favoriet is bij free style.

Crabdablers

Crabdabling zit ergens tussen crabwalking en straight walking in: je loopt recht maar je voeten wijzen allebei in dezelfde richting op +- 45° van de lijn. Stijn Vandenbussche is een bekende crabdabler. En Michael Torrealba (COL) werd er tweede mee op het vorige wereldkampioenschap.

Sascha’s X-legs

De huidige wereldkampioen Sascha Grill heeft een zeer unieke stijl. Hij wandelt met X-benen en dus met de punten van zijn voet naar binnen toe. Je heupen begeven het al door er alleen maar naar te kijken! Check al deze verschillende stijlen, de volledige wedstrijd is te herbekijken op youtube als je zoekt op “Beslack Open - Speed highline Worldcup finals Live Stream”.

Jury

Het jureren is minder evident dan het lijkt. De start- en eindstreep hangen op 60m hoog te bengelen. Sommige atleten slaagden erin om in dezelfde run zowel een valse start als een valse finish neer te zetten. Voor elke run moet er filmmateriaal en een back-up tijd zijn om alles fair te maken. BeSlack- en KBF-leden Evert Edel en Giele Winnepenninckx hielden alles mooi onder controle met hun uitstekende jurywerk.

Livestream team

Misschien wel een van de grootste prestaties tijdens deze wereldbeker was de goede livestream, een primeur voor een wereldbeker. Highliner, producer en BeSlack-lid Lode Steenhoudt zette zich 100% in om een team van vrijwilligers samen te stellen dat een livestream organiseerde. Dat was een huzarenstukje met kilometers aan kabel, geprogrammeerde infographics, internet-tap bij de buren op 300m en een vaste cameraman op een pylon van 60m hoog, terwijl alles naadloos aan elkaar gepraat werd door twee internationale tophighliners in een gezellige caravan.

De livestream van de wereldbeker werd wereldwijd door highliners gevold. Herbekijk hem volledig op youtube: “Beslack Open - Speed highline Worldcup finals Live Stream”

Initiaties en publiek

Daarnaast waren er voor het brede publiek gratis initiaties in speedline, slackline, muurklimmen, doek, trapeze, freerunning en rappel van de brug. De organisatie schat het aantal aanwezigen op meer dan 5000 kijklustigen. De politie kon dat niet tegenspreken of relativeren, aangezien die enkel oog had voor het spektakel in de lucht.

Meer info of wil je zelf beginnen met highlinen? BeSlack.be

De volledige resultaten kan je vinden op het @beslackopen Instagram-kanaal. De volledige wedstrijd is te herbekijken op Youtube als je zoekt op “Beslack Open - Speed highline Worldcup finals Live Stream”

De Belgische atleten waren sterk vertegenwoordigd maar hebben ook zeer goede resultaten geboekt met 4 Belgen in de top 8 van mannen en vrouwen. 2de plaats voor Jessica Levine, 3de plaats voor Jef Cox, 4de plaats voor Julie Engelen, 6de plaats voor Stijn Vandenbussche en 14de plaats voor Janis Dothée die zeer slechte wind condities had voor de kwalificaties.

Vrouwen

1. Cecelia Stock GER

2. Jessica Levine BEL

3. Mélanie Béguelin CHE

4. Julie Engelen BEL

5. Dorothea Hamilto GER

6. Emma Domenech FRA

7. Rafaela Marie FRA

8. Solène Morea FRA

9. Alexandra Kraienhorst GER Mannen

1. Mateus Vidal BRA

2. Sascha Grill GER

3. Jef Cox BEL

4. Jakub Morawski POL

5. Archie Williams GBR/LUX

6. Sijn Vandenbussche BEL

7. Gonzalo Caturelli ARG

8. Dyan Enghard CHE

9. Yann Valais FRA

10. Moritz Hollich GER

11. Jeroen Cuppen NLD

12. Cristian Forero COL

13. Hugo Labarre FRA

14. Janis Dorothée BEL

Skyrunning ten top!

maarten paulissen

Op de toppen van de wereld: Mijn skyrace-avonturen in 2024

2024 was een jaar vol uitdagingen en onvergetelijke momenten op de meest spectaculaire bergpaden en rotsen van Europa. Van de zonovergoten kust van Spanje tot de gure toppen van de Oostenrijkse Alpen: ik heb mezelf keer op keer tot het uiterste gedreven.

Calamorro Skyrace

Mijn eerste Spaanse ervaring was een echte vuurdoop. Starten achteraan het peloton en vervolgens proberen de razendsnelle Spanjaarden bij te houden was een uitdaging op zich. De steile eerste beklimming en de technische passages vereisten het uiterste van mijn fysieke en mentale kracht.

Hoewel ik nog niet helemaal gewend was aan het klimmen op rotspartijen met een hartslag van 170 slagen per minuut, slaagde ik erin de race met succes te voltooien.

Mijn eindtijd kon echter beter, en daarom zal ik hier in 2025 opnieuw deelnemen. Toporganisatie en toplopers aan de start die ook de avond voordien aan een “meet en greet” doen: nergens is er zo’n sterk deelnemersveld te vinden als in Benalmádena.

Het slechte weer zorgde voor een verraderlijk parcours met smeltende sneeuw en ijzige paden. Het gevoel in mijn handen verdween volledig en de afdalingen waren een ware rollercoaster. Een gebroken stok was het resultaat van mijn koprol in de wilde rit naar beneden. Ondanks de extreme omstandigheden heb ik het gehaald en verbrak ik mijn doel van 4 uur en 30 minuten zelfs met vijf minuten. Helaas eindigde mijn race met een val en een pijnlijke wonde aan mijn scheenbeen. Ook viel ik volledig in kramp in de laatste 300m. Gelukkig kon ik even stretchen en alsnog over de meet geraken.

Belgisch Kampioenschap Kaiserkrone Skyrace

Het BK was een gevecht tegen de hitte en twee zeer hoge bergen. Door me te focussen op de tweede berg, waar ik me meer kon uitleven, kon ik goed presteren. De via ferrata-passage was een hoogtepunt, maar ook een zware test voor mijn armen. Ik liep op reserve en kreeg het er niet uit. Dat is een van de redenen waarom ik nu een trainer heb. Misschien zal ik dit jaar meer deelnemen aan opleidingen.

Saalbach Skyrace

De laatste race van het seizoen was een goede afsluiter waaraan ik samen met Rob Loos deelnam. Het steile begin op de skipiste was een pittige opwarmer voor mijn kuiten. Ik heb geleerd dat krachten core-training essentieel zijn voor skyrunning. Het is veel meer dan alleen maar hardlopen; het vereist technische vaardigheden, uithoudingsvermogen en mentale kracht. De opleidingen zijn een echte aanrader voor je start aan je eerste skyrace.

Conclusie

Skyrunning heeft me naar plaatsen gebracht waar ik nooit eerder was geweest en heeft me fysiek en mentaal uitgedaagd. Het is een sport voor avonturiers die op zoek zijn naar unieke ervaringen en prachtige uitzichten. Met de juiste voorbereiding en begeleiding kan iedereen deze sport beoefenen.

Hochkönigman Skyrace

CCC op 30 augustus 2024

In januari 2024 kreeg ik te horen dat ik was uitgeloot voor de CCC (Courmayeur/Champex/Chamonix), het kleine zusje van de UTMB. Wow! 100 km en 6000 m D+ was zo ongeveer het dubbele van wat ik eerder ooit had gedaan! Best spannend dus, maar ook superleuk om ervoor te beginnen trainen. De trainingen verliepen natuurlijk niet zoals gepland: er waren wel wat hobbels te overwinnen, maar onverwacht snel werd het 29 augustus. Samen met twee vriendinnen en twee vrienden zat ik op een camping met een prachtig uitzicht op het Mont Blanc-massief. We genoten samen van een ontspannen avond, en ik ging op tijd naar bed. Alles lag al klaar omdat de wekker vroeg zou afgaan.

Tijdens de prerace-nacht sliep ik zeer goed, eigenlijk beter dan de vorige keren. Ik had ook niet zoveel stress omdat ik gewoon voor mezelf liep en niet voor het podium, denk ik. Toen de wekker afging, had ik er onmiddellijk veel zin in. En nog steeds voelde ik geen echte stress, maar enkel gezonde zenuwen. Ik trok mijn kleren aan en nam een potje rijstpap en havermoutpannenkoeken mee op de bus.

“Suffering: yes! Pain: yes! Worth it: yes!”

Aan de start in Courmayeur werd ik toch wat zenuwachtiger. In het startvak ging ik ergens in het midden staan: vooraan zou het toch te snel gaan. Het was wel de zotste start die ik ooit heb meegemaakt. Ik werd in de eerste 200 meter al bijna pootje gelapt. Vlak na de winkelstraat stond een vrouw met op een bordje: “suffering: yes, pain: yes, worth it: yes” en daar heb ik de komende 18 uur nog vaak aan teruggedacht.Ik wist dat ik bij de eerste beek mijn stokken al moest uithalen om klaar te zijn voor de klim naar Tête de la Tronche. Ik was superblij daar na ongeveer twee uur aan te komen: daardoor wist ik dat ik goed op schema zat voor de 18 uur (of zelfs beter). Bij de start van de afdaling had ik ruzie met mijn stokken: die wilden niet in de quiver. Ik ben daar vaak niet zo handig in... Ik deed mijn best om niet te snel naar beneden te lopen. Ik kan redelijk goed dalen, maar ik was bang om mijn benen te veel te belasten.

In het eerste aidstation was het heel druk. Het was moeilijk om te zien waar het water stond, enzovoort. Ik wist dat de weg naar Arnouvaz een redelijk makkelijk stuk was. Daar heb ik overal waar ik kon mijn hoofd in water gestoken of een beker water opgeschept en in mijn nek gegoten. De klim naar Grand Col Ferret was lang, dat wist ik natuurlijk ook. Maar ik kon mezelf goed voorhouden dat dit een van de moeilijkste stukken was. In La Fouly ging ik vlot verder, misschien had ik daar weer wat focus. Het water stond daar ook al klaar voordat je de tent inging.

In Champex-Lac was ik heel blij Marlies te zien, een bekend gezicht. Daar heb ik mezelf wat verfrist met water en zeep, dat deed zeer veel deugd! Tot daar ging alles eigenlijk goed, maar hoe dichter bij Trient, hoe moeilijker het werd. De klim ging nog behoorlijk, maar bij de afdaling begon het eten heel moeilijk te worden. Tegen de tijd dat ik in Trient aankwam, kon ik enkel nog wat sportdrank met water drinken. In het aidstation vond ik mijn weg al niet meer. Axel kon me geruststellen dat het niet zo abnormaal was om niet meer te kunnen eten in die warmte. Toen ik hier vertrok overviel mij de angst dat ik het hele traject gewoonweg niet zou halen. Kruimel per kruimel slaagde ik erin een stukje brood te eten, maar verder kon ik echt niets anders naar binnen werken, zelfs geen sportdrank. Dus dacht ik dat ik zoals die marathonlopers ergens door mijn benen zou zakken. Gelukkig kon ik mijn gedachten dwingen van “moeten opgeven” naar “blijven doorgaan”.

Gedesoriënteerd en de weg kwijt

De weg naar Vallorcine was echt moeilijk. Ik had in Trient water en cola moeten meenemen. Onderweg kwam ik ook niets tegen waar ik water kon bijvullen. Margot heeft mij in Vallorcine opgelapt en een paar pretzels kunnen laten eten. Ik geraakte daar ook niet meer weg, ik was helemaal gedesoriënteerd. Margot moest twee keer meegaan om mij de weg te tonen, maar toch bleef ik ervan overtuigd dat ik de verkeerde richting uit liep. Gelukkig namen een paar andere lopers me op sleeptouw, anders stond ik er waarschijnlijk nog altijd te twijfelen. Margot, Marlies en Fredje kwamen me verderop nog twee keer langs de kant van de weg aanmoedigen en dat, samen met de cola, heeft me tot in La Flégère gebracht. Onderweg daarnaartoe ben ik nog bijna tegen een boom gelopen en leek een beetje gras plots een diertje te worden. En dat was dan nog vóór dat stuk met al die wortels en die grote stenen: daar was het echt vloeken! Toen ik aankwam in het aidstation had ik honger, maar er was niets dat ik nog kon eten. Iemand heeft me dan een beetje soep laten drinken en dat smaakte! Ik zag een beetje op tegen dat laatste stuk, zo lang bergaf. Maar uiteindelijk lukte het wel, niet tegen topsnelheid, maar best oké. In Chamonix zelf vond ik het ook moeilijk de weg naar de finish te zien. Ik was en ben nog steeds supertrots dat ik de eindstreep haalde. Zonder mijn crew was dat niet gelukt: ultralopen is dan misschien toch eerder een teamsport!

Gebruik van de Belay-Kit bij via ferrata

Alsmaar meer bergwandelaars en ook gezinnen zonder verdere klimervaring voelen zich aangetrokken tot via ferrata. Het is dan ook een laagdrempelig verticaal avontuur dat veel voldoening geeft net omwille van de extra uitdagingen en de spannende ervaring van de diepte onder je!

Jammer genoeg is het een activiteit met ook behoorlijk wat risico’s, die soms te weinig herkend worden. Vallen tijdens via ferrata is ‘not done’, de kans dat je een grote valimpact genereert is reëel én de vele uitstekende beugels en pinnen geven geen zachte landing. Met kinderen, maar ook vaak bij onervaren ferratista’s, moet je extra aandachtig zijn voor het mogelijk volledig los clippen van de beveiligingskabel door onwennigheid of slordigheid. In dergelijke situaties is aanvullende touwzekering aangewezen.

Voor wie minder vertrouwd is met knopen en zekeringstechnieken uit de klimsport biedt de Via Ferrata Belay-Kit van Edelrid een eenvoudige manier om een medeklimmer te beveiligen en touwsteun te verlenen.

Dat komt van pas als die persoon te licht, te zwaar, verzwakt, onzeker... is. We noemen die persoon verderop de naklimmer. Het gebruik van de Via Ferrata Belay-Kit is simpel aan te leren, intuïtief en daardoor ook geschikt voor wie minder ervaren of vlot is in touwhandelingen.

De kit bestaat uit:

• een touwtasje, dat je met een karabiner aan je gordel kan bevestigen

• 15 of 25 meter klimtouw met aan beide uiteinden een gestikte lus en een gekleurd ringetje

• een zekeringsapparaat met 2 gekleurde lussen eraan; dit werkt zelfblokkerend bij een val van de naklimmer.

Verschillende KBF-clubs bieden opleidingsdagen of -weekends aan voor startende ferratista’s.

Hier leer je enkele basisvaardigheden en het gebruik van de Belay-Kit staat meestal ook op het programma!

Hoe gebruik je de belay-kit

Er zijn twee opties. Ofwel verbind je het touw beneden met de naklimmer, ofwel neem je de volledige set mee en laat je het touw pas van bovenaf zakken als er zich een probleem voordoet. Door middel van de voorziene karabiner wordt een gestikte lus van het touw verbonden met de centrale lus van de gordel van de naklimmer. De karabiner wordt uiteraard vastgeschroefd. Aan het zekeringsapparaat zijn twee korte bandlussen bevestigd, een blauwe en een groene. De touwuiteinden zijn eveneens met een ringetje in dezelfde kleuren gemarkeerd.

In het eerste geval hang je de korte bandlus van de andere kleur mee aan je gordel. Als je dan naar boven klimt, wordt het nodige touw vanzelf door het zekeringsapparaat getrokken.

In het tweede geval moet je, eens je jezelf boven veilig en stabiel geplaatst hebt, zelf het touw door het zekeringsapparaat halen ofwel het andere eind laten zakken.

Het geïntegreerde zekeringsapparaat bevestig je met een beveiligde karabiner aan een vast punt van de via ferrata, aan het onderste punt van een kettingrelais of desnoods in een karabiner van jezelf via ferrataset, zoals op de figuur. Daarvoor gebruik je de korte bandlus van dezelfde kleur als de markering bij de naklimmer.

Let erop dat het zekeringsapparaat vrij kan bewegen. We raden aan dat de naklimmer zijn eigen via ferrataset op de correcte manier blijft gebruiken. Kortom, een gemakkelijk hulpmiddel om een naklimmer touiwsteun te verlenen.

1a 2 2a

Voor de beveiliging van horizontale gedeelten is het systeem niet aangewezen, noch om iemand ‘al voorklimmend’, dus veelal boven jou, te beveiligen.

6e

Wat eventueel wel nog kan tijdens horizontale passages is de techniek van het simultaan vorderen, maar die vergt wel een zekere knopenkennis en oefening.

Als in een verticale passage de naklimmer toch terug wil afklimmen, dan kan het zekeringsapparaat gedeblokkeerd worden door de andere korte bandlus geleidelijk naar boven te trekken.

Opgelet: hierdoor verdwijnt de blokkerende functie en heb je geen controle meer op het afdalen van de naklimmer. Om iemand gecontroleerd te laten zakken, zijn er meer geavanceerde technieken nodig, die je bij opleidingen kan aangeleerd krijgen!

3

3a 6a

FINSTERAARHORN 4274 m

Klimmen naar de hoogste top van de Berner Alpen

Graag neem ik jullie mee op een mooie combinatie van hooggebergte-trekking en een fijne alpiene beklimming.

Eerst even een kleine intro over de berg zelf: de Finsteraarhorn is de hoogste top van de Berner Alpen, 4274 m. In de Berner Alpen liggen in totaal negen vierduizenders, waaronder de bekendste de Jungfrau, Mönch en Aletschhorn. Op de Finsteraarhorn zelf zijn uiteraard heel wat routes naar de top, maar de interessantste leiden wel over graten en pijlers, in de wanden kan het gesteente van mindere kwaliteit zijn.

De meest bekende routes zijn:

• Noordwestgraad vanaf Hugisattel (PD+) . Je kan deze verlengen door vanaf het Agassizjoch te vertrekken, de Agassizgrat (AD)

• Gemschgrat: deze start vanaf Gemschlicka, zeer mooie graat maar heel lang (D)

• Ostpfeiler (of Südliche Ostwandrippe): een schitterende rots pijler startend van Obers Studerjoch (TD)

• Nördliche Ostwandrippe (Hasler/Amatter) is een mixed grande course vergelijkbaar met een route in de Grandes Jorasses noordwand. Enkel de kwaliteit van enkele passages kan zeer tricky zijn en slecht af te zekeren (ED-/1150m)

• Zentrales Oostwand Couloir is mixed en ijs, enkel te doen bij perfecte condities (TD).

Uiteraard ging aan ons avontuur wel wat planning vooraf, het zoeken naar een geschikte route van en naar de Finsteraarhorn Hütte en terug, zonder gewoon dezelfde weg terug te moeten doen. Na wat zoekwerk, leek ons de eenvoudigste en veiligste optie een soort doorsteek dwars door het massief van de Berner Alpen (het grootste deel van de Berner Alpen ligt op grondgebied van Kanton Wallis).

De route die ik voorstelde was sowieso een zeer lange onderneming, net als bijna alle beklimmingen in de Berner Alpen. Enkel de Mönch en de Jungfrau zijn goed bereikbaar omwille van de aanwezigheid van het treintje naar het Jungfraujoch. Maar verder zijn eigenlijk alle toppen in die regio zonder uitzondering heel lange ondernemingen, die je bijna met een kleine expeditie kan vergelijken. De langste is bij uitstek de Lauteraarhorn, lang maar o zo mooi!

Ergens midden augustus, ondertussen een paar jaartjes geleden, na mijn nachtshift, reed ik naar Zwitserland, want de meteo was veelbelovend.

Mijn klimpartner Guido was al een tijdje in de bergen, hij was dus goed geacclimatiseerd. We troffen elkaar in Wilderswil, bij Interlaken. Na de inkopen bespraken we op een terrasje de strategie. Ik had hem vooraf al gevraagd of hij de Finsteraarhorn zag zitten, waarop hij volmondig ‘ja’ had geantwoord.

Hij zag het schema als zeer realistisch, zeker nu de meteo er zo stabiel uitzag. Van het terrasje reden we naar de Grimselpass om daar de nacht door te brengen. De volgende ochtend vroeg uit de veren, we pakten onze rugzakken in en reden met één auto naar Fiesch. Guido’s auto bleef in de ondergrondse garage van de Grimsel Hospiz, want dit zou onze aankomstplek worden.

In Fiesch namen we een liftje tot Kühboden (Fiescheralp) en van daaruit begon een lange tocht naar de Finsteraarhorn Hütte. We liepen langs de idyllische Märjelensee om dan eindelijk de Aletschgletscher op te kruipen, letterlijk. Vanaf dan was het kilometerslang de gletsjer volgen tot aan de Konkordiaplatz. We bezochten even de Konkordiahütte waar we een welkome cola dronken. We vervolgden onze weg oostwaarts, door het ijzige landschap tussen indrukwekkende wanden. Vooral de rotswand van de Fiescher Gabelhorn en Chamm is extreem steil. Prachtig om naar te kijken. Ongelooflijk dat iemand daar effectief een route door gevonden heeft.

Via een spaltenveld bereikten we de laatste col van de dag: de Grünhornlücke. Vandaar konden we de Finsteraarhorn Hütte al zien liggen, we versnelden onze pas, om een dik uur later aan te komen… Zeer mooi gelegen uiteraard met een uniek panorama!

Drinken-eten-slapen is zowat ‘the usual drill’ in een berghut, weinig meer te melden dan dat de hut echt in orde was. We schrokken wel een beetje van de vuile uitlaatgassen van de dieselgenerator (voor de elektriciteit), iets wat je niet verwacht in een verder perfecte ‘Schweizer Idylle’.

De volgende ochtend stonden de meeste mensen vroeg op. Guido en ik hadden afgesproken om de hectiek te laten passeren en om dan rustig op te staan. We hadden ingeschat dat we iets sneller zouden zijn dan de meeste anderen, dus die mochten het spoor voor ons uitdiepen. Wij vertrokken om zes uur, na ons ontbijt.

Het paadje achter de hut naar de gletsjer begint redelijk steil. Het was nog fris en de zon was bijna op toen we aan de gletsjer onze stijgijzers aan deden en het touw aanlegden. We klommen de gletsjer, afwisselend steil en minder steil, omhoog, passeerden een rotsrib (op ca. 3600 m), een uitloper van de Südwestgrat die ook al beklommen is, maar erg slecht van kwaliteit is.

Eens deze rib voorbij kwamen we op een volgend stuk gletsjer, dat naar een vlak, horizontaal graatstuk leidt. Dit platform heet Hugisattel (Hugi zadel). Het werd vernoemd naar Franz Joseph Hugi, een Zwitsers theoloog, natuuronderzoeker, en geoloog. Tijdens de eerste beklimming had deze zijn voet geblesseerd en kon de finale rotsklim naar de top niet volbrengen. Zijn beide ingehuurde gidsen gingen wel naar de top, terwijl Hugi bleef wachten op de 4089 m hoge graat.

Op de gletsjer haalden we enkele touwgroepen in. Ik begon ondertussen toch de hoogte te voelen. De zon was stilaan omhoog gekropen, en net voordat we het Sattel bereikten kregen we de zon vol op ons gezicht.

Aangekomen op het Sattel, checken we even of we mét of zonder stijgijzers zouden verdergaan. Er lag toch nog wel wat sneeuw, dus besloten we dat het veiliger was de crampons aan te houden. Het touw ging wel af. Ongezekerd klommen we in volle concentratie verder. Ergens halverwege kwamen we een heel luchtige passage tegen, en hier vroeg ik aan Guido toch maar met touw verder te gaan. Guido keek me verwonderd aan, ‘echt?!’… Ik beaamde, ik had er ook geen duidelijke uitleg voor. Misschien was het de hoogte? Vermoeidheid? Geen idee. Hoe dan ook, we klommen verder (vooral met friends) tot aan de top.

Ondertussen was het negen uur. Drie uur vanaf de hut, op zich geen slechte tijd. Voldaan keken we rond naar het adembenemende panorama, het ongelooflijk zicht van de Schreckhorn-Lauteraarhorn, Fletschhorn, Dom, Monte Rosa, Matterhorn, Grand Combin, Mont Blanc, en de Aletschhorn. We namen foto’s, keken de diepte in naar de Unteraar Gletscher, de Grimselsee, het Aarbiwak… Na een kwartiertje zagen we het volk omhoog komen, dus leek het ons tijd om te bewegen.

We begonnen aan de afdaling, waar een viertal cordées aaneen gesloten waren. We moesten even wachten. We waren toch blij dat we weer aan het Hugisattel waren waar we ons terug aanbinden vooraleer we op de gletsjer stapten.

Het afdalen ging erg vlot, ik voelde me stilaan terug een beetje beter. De hoogte had zich daarboven toch even gemanifesteerd. Op de rotsrippe tussen de twee gletsjers drong ik aan om toch even te pauzeren om iets te eten en te drinken. Ook om mijn natte voeten te drogen door twintig minuten mijn schoenen en kousen in de zon te leggen. De kousen waren snel droog, maar de natte schoenen waren snel terug nat. Dan maar de finale eindsprint naar de hut inzetten. We kwamen in de Finsteraarhut even na twaalven aan, blij dat ik mijn natte schoenen kon uittrekken.

'Ik voelde me stilaan terug een beetje beter. De hoogte had zich daarboven toch even laten voelen...'

Ik zag er tegenop om dezelfde dag nog naar de Grimselpass af te dalen, of zelfs maar naar de Oberaarjochhütte te gaan, die op weg daarheen ligt. Dit om twee redenen: de gletsjers er heen waren erg spaltenrijk, en de sneeuwbruggen liggen na de middag sowieso slecht. Bovendien maakte het vooruitzicht de natte bergschoenen opnieuw te moeten aantrekken me niet bepaald gelukkig.

Guido was gelukkig akkoord. We vroegen aan de Huttenwirt of we nog plaats hadden de komende nacht, en ook dat was geen probleem. De rest van de dag genoten we van het uitzicht, de rust, afgewisseld door wat beweging van cordées die afdaalden van de Finsteraarhorn.

De volgende ochtend, na het ontbijt, trokken we verder naar de Gemschlicke: een klein colletje. In eerste instantie keken we er nog met enkele vraagtekens naar, want men hoort daar de meest uiteenlopende dingen over, soms zelfs angstaanjagende berichten. Ik vond het allemaal best meevallen. Toegegeven: er waren heel veel loszittende rotsen, maar er zitten hier en daar boorhaken. Je kan hier dus redelijk makkelijk over, in beide richtingen, gewoon voorzichtig klimmen of abseilen. Dat het vlot ging was erg fijn, want dit bespaarde ons een grote omweg via het Rotloch. Even na de Gemschlicke bonden we onze stijgijzers aan en legden het touw aan. Een gletsjer over tot over het Oberaarjoch, net onderlangs de Oberaarhütte. Het afdalen verliep vlot, badend in de volle zon. Begeleid door nogal veel steenslag van de flanken rond ons, daalden we met vlot tempo de Oberaargletscher af tot aan de - je raadt het al- Oberaarsee. Deze passeerden we noordelijk tot over de dam, waar je aan het - ik verzin het niet - Oberaarhaus aankomt.

We liften naar de Grimselpass, en wandelden naar Guido’s wagen vanwaar we naar Fiesch reden om mijn auto op te pikken. We reden verder naar Zermatt, waar een groep vrienden op ons wachtte.

Het was een prachtige driedaagse in het hart van de Berner Alpen!

VLAMING IN HET BUITENLAND

Bruno Schoenmaekers is al lang gepassioneerd bergsporter, na zijn studies geneeskunde verkaste hij naar Zwitserland, waar hij als noodarts deel uitmaakt van Air Glaciers, dat bergreddingen per helikopter uitvoert. Bart Smets ging voor KBF in gesprek.

KBF: Wat gebeurt er precies tussen de eerste noodoproep en de ziekenhuisopname?

Bruno: Een ongeval in de bergen is snel gebeurd. De noodoproep in Zwitserland gaat via het nummer 144. In het beste geval kan het slachtoffer zelf een oproep doen, maar vaak ook gebeurt dat door een van zijn begeleiders. Soms wordt een alarm door derden gelanceerd, bijvoorbeeld door mensen die vanop afstand getuige zijn van een ongeval, of door bezorgde familieleden omdat iemand niet tijdig thuisgekomen is van een bergavontuur. Afhankelijk van het kanton komen deze oproepen direct bij de bergredding binnen, of worden ze door de 144-centrale gedispatched.

KBF: Kun je ons meenemen door het proces van een typische redding?

Bruno: Zodra wij het alarm ontvangen, bereiden wij ons zo snel mogelijk voor om naar de plaats van het ongeval te vliegen. In principe vertrekt de helikopter binnen de 3 minuten, om zo snel mogelijk bij het slachtoffer te zijn. Speciale situaties, die van terreinmoeilijkheid of weersomstandigheden afhangen, vergen mogelijks een langere voorbereiding. Details van de noodoproep helpen ons een overzicht van de omstandigheden ter plaatse te krijgen en ons zo goed mogelijk voor te bereiden.

Zodra wij de plaats van het ongeval naderen, inspecteren we de omgeving en de situatie. Na een snelle briefing in de helikopter beslissen we hoe wij tewerk zullen gaan. Landing? Uitstappen tijdens zweefvlucht? Neerlaten aan de lier? Als er een secourist ter plaatse is, helpt die vanop de grond een landingsplaats te vinden en geeft hij mogelijk al informatie over de toestand van de patiënt.

Noodarts en paramedicus komen ter plaatse en verzorgen het slachtoffer. De medische zorgen kunnen heel verschillend zijn. Eens het slachtoffer verzorgd is wordt hij/zij zittend of liggend geëvacueerd. Als een landing niet mogelijk is, gebeurt dat opnieuw met behulp van een lier. Samen met het slachtoffer vliegen we dan hangend tot een nabijgelegen plaats waar de helikopter wél kan landen, en stappen we in.

In geval van ernstige kwetsuren of zware ziekte nemen we onmiddellijk contact op met het ziekenhuis, met het oog op een goede voorbereiding. De ziekenhuizen hebben meerdere landingsplaatsen voor helikopters, vanwaar wij het slachtoffer naar de spoedgevallendienst transporteren. Na een korte informatieoverdracht dragen wij de patiënt over, en wordt deze op de spoedgevallen verder verzorgd. Onze opdracht eindigt daar, en wij bereiden ons voor op een volgende interventie…

KBF: Wat zijn de veiligheidsprotocollen bij een redding, en hoe zorgt de piloot ervoor veilig te kunnen landen of een slachtoffer te kunnen ophalen in moeilijke omstandigheden?

Bruno: Veiligheid staat bij ons op de eerste plaats. Protocollen betreffen vooral het onderhoud van de toestellen en de veiligheid van het vliegen zelf. Bovendien oefenen we regelmatig de doorloop van lier-reddingen. Maar elke redding is weer anders en moet je aanpassen aan het terrein. Zelfs technieken die deel uitmaken van een protocol moeten telkens opnieuw aan de omstandigheden worden aangepast.

Open communicatie in het team is van groot belang. Als de risico’s te groot worden, kan een interventie onderbroken worden. Ieder teamlid mag zijn of haar gedachten uiten, maar blijft ook specialist op eigen domein. De piloot moet beslissen of een landing mogelijk is, de berggids beoordeelt de objectieve gevaren van de bergen, en de arts beslist wat meegenomen wordt voor de medische verzorging.

KBF: Wat zijn enkele belangrijke voorbereidingen die een bergsporter moet treffen om zich voor te bereiden op een mogelijke redding, vooral als ze in afgelegen gebieden wandelen of klimmen?

Bruno: Het klinkt misschien prekerig, maar de beste voorbereiding is alle voorzieningen treffen om een ongeval te vermijden. Een goede kennis van de bergen en hun gevaren, zoals bijvoorbeeld weercondities, kunnen ongevallen voorkomen. Vooral in afgelegen gebieden is het van groot belang een alarmeringsmiddel mee te nemen. Denk eraan dat een GSM niet altijd ontvangst heeft. Andere opties zijn een satelliettelefoon of -noodbakens. Denk ook steeds aan reservekleding en materiaal om in geval van nood langere tijd buiten te kunnen overleven. Mocht het dan tóch tot een ongeval komen, dan kan je de redding versnellen door je locatie zo duidelijk mogelijk te beschrijven, idealiter met de coördinaten erbij.

In Zwitserland kan je een oproep uitvoeren via de “Rega-app” of “Echo-SOS”, waardoor je coördinaten automatisch doorgegeven worden. Informatie over lokale weersomstandigheden zoals mist (zichtbaarheid), wind en windrichting kunnen van grote hulp zijn.

KBF: Waarop letten bij redding met helikopter?

Bruno: Relevante info is ook of een helikopter ter plaatse kan landen of niet (vlakke plaats zonder obstakels van ongeveer 25x25m). Als de helikopter vliegt veroorzaakt die zeer veel wind. Het is dus belangrijk dat alles in de rugzak gepakt is en deze vastgehouden wordt. Indien mogelijk moet iemand op de landingsplaats gaan staan met de wind in de rug: dat helpt de piloot als referentie voor de landing. Verlaat de plaats hierbij nooit, en houd oogcontact met de piloot. De helikopter mag pas benaderd worden als de piloot of de copiloot teken geeft. Benader een draaiende helikopter nooit langs achter!

KBF: Zijn er verschillen in hoe je als bergsporter een redding zou moeten benaderen afhankelijk van het terrein waar je je bevindt ?

Bruno: De voorbereidingen op een redding hangen zeker van de omstandigheden af. Zoals reeds gezegd, kan je best je gerief in de rugzak steken, zodat niets kan wegvliegen. Zeker voor parapenters kan dat belangrijk zijn. Maar veel slachtoffers zijn daar niet meer toe in staat als ze moeten gered worden. Het reddingsteam zal dus ook met deze omstandigheden rekening moeten houden. Als een parapenter bijvoorbeeld nog aan zijn parapente bevestigd is, zullen we op afstand landen om geen bijkomende schade te veroorzaken.

KBF: Wat is het meest uitdagende aspect van je werk bij Air Glaciers, vooral wanneer je te maken hebt met extreme weersomstandigheden of moeilijk toegankelijk terrein?

Bruno: Het werk bij Air Glaciers is op zich al uitdagend. Je moet op elk moment op alles voorbereid zijn, dag en nacht. Bij veel ongevallen gaat het over kleinigheden, zoals een fractuur, maar is er niets levensbedreigends. Zeker in de winter ontstaat er snel een bepaalde routine.

Maar daarnaast hebben we af en toe toch moeilijker interventies. Daarbij kan de moeilijkheid op medisch vlak liggen, maar ook eerder technisch van aard zijn. Wij vliegen niet enkel voor bergongevallen, maar ook voor medische problemen als beroertes of hartaanvallen als die voorkomen in hooggelegen bergdorpen die moeilijk met een MUG bereikbaar zijn. Helaas hebben we ook vaak met overlijdens te maken. Maar ook na zulke drama’s moeten we meteen weer paraat zijn voor de volgende interventie.

KBF: De extreme reddingen, waar technisch moeilijk terrein en medisch ingewikkelde gevallen samen komen zijn natuurlijk een bijzondere uitdaging en vereisen veel ervaring op beide vlakken. Wat bracht je oorspronkelijk naar Zwitserland ? Hoe ben je uiteindelijk bij Air Glaciers terechtgekomen?

Bruno: Ik ben gepassioneerd door de bergsport en al vele jaren in de bergen onderweg. Het was altijd al mijn droom om in de bergen te gaan wonen. Na mijn studies geneeskunde had ik duidelijk minder tijd om naar berggebieden met vakantie te gaan. Ik interesseerde me vooral voor urgentiegeneeskunde, de bergredding bleek een mogelijkheid om beide passies te verbinden. Nadat ikzelf enkele ervaringen met reddingen beleefde, wou ik deze hulp ook aan anderen laten toekomen. Eens in Zwitserland, werd ik lid van de GRIMM (Groupe interventionnel de medecine de Montagne), een groep van artsen die zich in berggeneeskunde specialiseren. Via dat netwerk ben ik uiteindelijk bij Air Glaciers terecht gekomen.

Pag 32-33 : © Francois Mathey | insert : top van Children of the Moon Integrale, Aiguille de Roc ( © Bruno Schoenmaekers)
Pag 34 : Redding in de buurt van cabane d'Orny op de plateau du Trient (© Francois Mathey)
Pag 35 links : Squatteurs de lune op pointe de Vouilloz ( © Maude Wydler) | boven : onbekend | onder : Winter treversé van Pas de Chevre naar col de Riedmatten, Arolla ( © Laetitia Vionnet)

KBF: Hoe ervaar je het om als Vlaming in Zwitserland te werken?

Bruno: Werken op zich kan ik overal. Vooral het leven in Zwitserland ervaar ik als een privilege. Hier heb ik een work-life balance, of beter gezegd een work-mountain balance, wat in België onmogelijk was. Ik ben zeker niet de enige: in het ziekenhuis waar ik werk zijn wel meer buitenlanders, onder wie ook enkele Belgen! Net door de bergsport en klimactiviteiten geraak je hier vlot geïntegreerd. Al gauw had ik een hele groep klimkameraden en intussen voel ik mij hier ook echt thuis.

KBF: Wat mis je het meeste van België, en wat waardeer je het meest aan je leven in Zwitserland?

Bruno: Ik mis Freyr, goeie frieten en natuurlijk mijn vrienden. Maar ik zou niet terug willen. Elke ochtend wakker worden omgeven door de bergen, dat is een privilege. Ik vind het geweldig, dat je op een halve dag vrij al kan skiën, skitouren, klimmen… Zo worden de bergen deel van het dagelijkse leven, en dat wil ik ook aan mijn kinderen doorgeven. De Zwitsers blijken dat zelf ook te appreciëren: aan work-life balance wordt hier veel belang gehecht. In veel jobs is part time werken mogelijk, zelfs als arts!

KBF: Hoe heeft het leven in het buitenland jouw kijk op bergsport beïnvloed? Zijn er dingen die je in België nooit had geleerd, maar in Zwitserland wel?

Bruno: Ik ga nu op een andere manier de bergen in en op. Toen ik in België woonde had ik enkel de vakanties of verlengde weekends om naar de bergen te gaan. Die moesten dan ook altijd zo goed en efficiënt mogelijk benut worden. Als je bijvoorbeeld een skipas kocht, dan moest en zou je de hele week en liefst nog hele dag skiën. Nu kan ik snel eens twee uurtjes skiën en erna andere dingen doen. Uiteraard zijn er ook nog de lange dagen met grote tochten, maar ook die doe je dan als de condities goed zijn, en niet op een lang van tevoren geprikte vakantiedatum. Dat zorgt voor minder stress, en ‘s avonds ben ik dan weer bij de familie.

Is er iets wat je zou willen meegeven aan mensen die geïnteresseerd zijn in bergredding en misschien ooit er zelf voor willen werken?

Bruno: Bij de bergredding werken is voor mij heel bijzonder. Ik kan heel goed begrijpen dat anderen ervan dromen. Er zijn veel kandidaten en het was niet gemakkelijk om erbij te geraken. Maar als je een droom hebt, moet je volhouden. Gedurende meerdere jaren heb ik mij bekend gemaakt binnen het milieu en daardoor ben ik uiteindelijk ook in de redding terechtgekomen. Maar wees je ervan bewust dat er niet enkel mooie momenten zijn. Wij worden met veel verdriet en lijden geconfronteerd. Sommige van mijn collega’s hebben daardoor de vreugde van de bergsport verloren.

KBF: Wat zijn de mooiste herinneringen die je hebt aan een reddingsactie?

Bruno: Er zijn zo veel indrukken tijdens het werk, dat het moeilijk is de mooiste herinnering op te roepen. Maar het mooiste gevoel is als je na een succesvolle redding met je collega’s door de zonsondergang vliegt en de bergen kunt bewonderen. Of als je na een zware redding met je team high-fivet, of als je net na een moeilijke dag troost kan vinden bij elkaar. Maar de spannende verhalen stapelen zich op … en ik kan er steeds meer vertellen.

Haute Route Pyrénéenne

De HRP is een uitdagende, ongemarkeerde route die van west naar oost door de Pyreneeën trekt. De route blijft in tegenstelling tot de GR10 of GR11 op hoogte en flirt continu met de Frans-Spaanse grens. In diverse delen trekken we doorheen het massief en ik pimp de route nog wat op met enkele minder bekende pareltjes. Het centrale gedeelte is echt alpien.

In 2020 starten we met deel 1 van Urdos naar Gavarnie, en bleven in 2021 daar in de spectaculaire omgeving hangen voor deel 2 van Gavarnie naar Héas. Na een sabbatjaar, trokken we in 2023 verder oostwaarts naar Hospice de France voor een stevige bivaktocht met enkele technische etappes.

Onze tocht startte aan Chapelle d’Héas. Het kapelletje dateert al van 1349 toen de heilige maagd Maria af en toe eens opdook. Waar zijn de tijden? Twee duiven, een bronnetje en een gestolen beeld uit Spanje later, en een nieuw bedevaartsoord was geboren. Wij vullen onze retraite net iets anders in: een stevige bivaktocht door het hartje van de Pyreneeën. Een kruisbeeld kon er helaas niet meer bij in de rugzak.

Met Hourquette d’Héas en Hourquette de Chermentas staan er meteen twee cols op het menu. We slaan de eerste bivak op aan een impressionante kalkstenen muur. De Mur de Barroude torent hoog boven het bergmeer uit, waar de ijsberen in de groep zich meteen ‘outen’ door een plons in het koude water. Zonder wetsuit begin ik er niet aan.

Dag 2: Lacs de Barroude naar Plana del Cabo

Gelukkig had ik iedereen geadviseerd de stormlijnen te verankeren. Tijdens de nacht wakkert de wind, totaal onaangekondigd, in volle hevigheid aan. Een iglotent bezwijkt onder de druk, die breken we af nog voor de wekker gaat. De anderen houden stand, maar veel is er niet geslapen. Kleine oogjes bij het ontbijt.

Ook na de warme havermoutpap gaat het niet kalmeren, en dat betekent dat de route over de kam via de Crête de Port Vieux en Port de Bataillence naar Lac de Héchempy te riskant wordt. Het was een veel mooier alternatief geweest voor de klassieke HRP-route die helemaal richting de autoweg naar Parzan afdaalt. Na kort overleg besluiten we geen risico’s te nemen.

Op weg naar Hospital de Parzan breekt de hemel open en wordt het warm, warmer, heet. Een terrasje zou bijzonder welgekomen zijn, maar in het dal staat enkel een vervallen tankstation.

Volgens het weerbericht op mijn Inreach zou de wind morgen in kracht afnemen. Dus trekken we via de Barranco de Trigoniero naar Plana del Cabo, om de volgende ochtend via de Port de Moudang terug in te pikken op het voorziene wandeltraject.

Puffend en zwetend gaat het omhoog terwijl tientallen dazen ons het leven zuur maken. We worden er onnozel van. Pas na een wasje en plasje op de bivakplek krijgen we wat mentale rust

Een weinig belopen pad leidt ons naar de Crête du Moudang. We zijn in niemandsland. De kam is bedekt door een flinke laag schist en ook Pic de Lia ligt er vol van. Ik verken de diverse opties om af te dalen richting Hospice de Rioumajou. Geen enkel traject stelt me gerust maar enkele oranje bollen duiden – volgens mij – de meest haalbare route aan.

Schuifelend dalen we als een boemeltreintje af. Het eerste stuk is het meest precair, een steile flank met los grind. Goed door de knieën buigen, wat naar voren ‘durven’ hangen om het lichaamsgewicht boven de voeten te krijgen en maximaal die dure Vibram zolen zetten om grip te houden. Daarna kunnen we via de rotsen wat af klauteren. Niemand panikeert en iedereen doet het goed.

Waar de verf ontbreekt, houdt de GPS ons op de juiste koers op dit weinig courante traject. Het pad wordt stilaan duidelijker maar overal zijn er stenen en wortels. De eerste wandelstok moet eraan geloven.

Vanavond schuiven we de voeten onder tafel in de Hospice de Rioumajou, die onlangs terug opende en pelgrims ontvangt op weg naar Compostella. Na een tarte aux Myrtilles en een cola trek ik nog eens de loopschoenen aan. Maar met deze temperaturen is het veel aanlokkelijker om net als de anderen de bergrivier in te springen.

Dag 3: Plana del Cabo naar Hospice de Rioumajou

Dag 4: Hospice de Rioumajou naar Pleta de Añes Cruces

Midden in de nacht sta ik met mijn matje en slaapzak op het terras van de hut. Ik heb de kleine en extreem hete zolderkamer ontvlucht en hoop hier wat nachtrust te vinden, maar de lichtflitsen schieten al door de lucht. Het onweer stuurt me terug naar bed.

Veel is er alweer niet geslapen, maar de motivatie van de groep is nog altijd prima! De stafkaart is aan herziening toe. De rechtstreekse route naar Port de Cauarère is niet meteen vindbaar. We volgen even het pad richting Port de Plan maar buigen dan af naar Port de Madère. Het buiige weer zorgt voor wat extra kleur in het grijze landschap als iedereen zijn regenjas aantrekt.

We zijn terug in het zonnige Spanje aanbeland en ons zweet trekt meer en meer dazen aan. Ze zitten werkelijk overal, tussen het lange gras en in de naaldwouden. Er wordt lustig op elkaars kuiten gekletst. Grappig om te merken dat je op tocht snel één grote familie wordt en de gêne verdwijnt.

Een frisse cola is meer dan welkom bij Refugio de Biadós. Terwijl veel hikers al aan het neerstrijken zijn, staat er bij ons nog een dessertje gepland.

Via de GR11 gaat het rustig omhoog maar de energie tankjes geraken op. De bivakplekken zijn dun gezaaid op de Pleta de Añes Cruces, maar gelukkig zijn ze nog vrij. Na het dagelijkse bad komt iedereen tot rust en kan er terug gekwebbeld worden.

Dag 5: Pleta de Añes Cruces naar Lac des Isclots

La retour en France, mijn tochtgenoten zijn intussen de tel van al die grensovergangen kwijtgeraakt. Vanaf de Port d'AiguesTortes gaat het behoedzaam bergaf. Het terrein begint wat technischer te worden, een voorproefje voor de volgende dag.

Vanaf Prat Caseneuve start een quasi vlak pad op hoogte, aangelegd in functie van de waterkrachtcentrale van Tramezaygues. Vlotte kilometers en toch een prachtig zicht, dat mag ook wel eens.

Via de Lac de Caillauas gaat het naar het idyllische Lac des Isclots. Weer zo’n fascinerende plek waar we lang van de avondzon kunnen genieten en de wolken in het dal zien verzamelen.

Dag 6: Lac des Isclots naar Ibonet de Remuñe

De koninginnen-etappe van de tocht gaat over een onversneden HRPterrein. Het pad eindigt al snel in een uitgestrekt blokkenterrein. Overal rots, water en sneeuw. Op de Col des Gourgs Blancs zien we nog meer stenen. De afdaling vanaf de Col de Pluviomètre naar Refuge du Portillon lijkt – ook naar mijn normen – eindeloos te duren. Steenmannetjes staan overal, de GPS leidt ons door het chaotische landschap.

In de berghut gaan de 'omelettes garnies’ vlotjes naar binnen. Het weer lijkt voorlopig mee te vallen en na overleg besluiten we het originele programma verder te volgen en koers te zetten naar Col Inférieur de Litérole. Terug ‘hors sentier’. Stevig maar ook fantastisch terrein.

Na een korte heikele afdaling door een couloir loopt de route naar Portal de Remuñe bijzonder vlot. In ons hoofd is het gewoon wat afdalen naar de bivakplek, hooguit 3 km, maar we doen er nog diverse uren over.

Langs de rivier stuiten we als toemaatje nog op een technische klauter passage. De rugzak is er letterlijk te veel aan, merk ik zelf. Een wandeltouw is van weinig nut. Dus ik ga wat over en heen om de wandelstokken te halen, de rugzakken over te nemen en iedereen individueel te escorteren.

dag 7: Ibonet de Remuñe naar Hospice de France

Vandaag geen zotte dingen meer…denken we. Paadjes volgen, nog één colletje beklimmen en minstens honderd wandel gekke Spanjaarden begroeten. Ook op de laatste dag hebben we mooi weer. Bij Ibón de Gorgutes worden de laatste voedselvoorraden uitgedeeld. Een weekje stappen in de bergen en ‘On mange tout’!

Op de Port la Glère kijken we uit over de wolken die tussen de Franse bergen hangen. Een smal pad zig zagt naar beneden in het keteldal.

Maar als de eindmeet bijna in zicht is, slaat het noodlot toe. Een voet die ergens in het gras blijft hangen, een tuimeling en een val van diverse meters die eindigt…met een enkelbreuk. Evacuatie door de hulpdiensten is de enige optie maar niet zo vanzelfsprekend in deze steile flank. Er is hoegenaamd geen telefonisch bereik hier, ook een noodoproep lukt niet. Gelukkig heb ik een Inreach bij, een toestel waarmee je een noodsignaal kan uitsturen via het Iridium satellietnetwerk. Ik krijg al snel een bericht van de Garmin centrale in Texas met extra vragen over het ongeval zodat zij de lokale hulpdiensten kunnen informeren. Na drie kwartier is het nog niet duidelijk wanneer de helikopter kan komen dus stuur ik de groep al naar het eindpunt om niet in tijdnood te geraken om de bus te halen. Ze krijgen de duidelijke opdracht mee rustig af te dalen, samen te blijven en elkaar te helpen.

Een half uurtje later horen we het lichte gegrom van helikopterwieken. Nabij is een klein plateautje waar ik met gestrekte armen de vorm van een Y maak om aan te duiden dat we hulp nodig hebben. Daarna zoek ik dekking want de turbulentie is echt indrukwekkend. De helikopter komt vlak boven de struikjes hangen, drie hulpverleners springen uit het toestel en de piloot vliegt daarna weer weg om beneden in het dal te wachten. Ze onderzoeken de voet maar besluiten niet te veel te manipuleren, behoorlijk wat pijnstilling toe te dienen en het been te immobiliseren via een soort zak die manueel wordt opgepompt. Daarna wordt een draagberrie opengeklapt die uiteindelijk zal gewincht worden en tijdens het vliegen wordt ingehaald.

Ik haal de groep nog net voor ze aankomen in Hospice de France. Jammer dat we de tocht niet samen in schoonheid kunnen afsluiten maar gelukkig werd er thuis nog een reünie georganiseerd.

Praktische info en een gpx-track van deze tocht vind je op: debbiestochten.com/2023/08/18/debbies-hrp-deel-3/

De GR131 op Tenerife

Lessen in flexibiliteit

Na onze winterbeklimming van de Toubkal vorig jaar, hadden mijn vrouw en ik helemaal de smaak te pakken om samen op een bergtop te staan. In het nieuwste 'Wanderlust-boek', vond ik de inspiratie om deze keer niet alleen een top te bereiken, maar er ook een trekking aan vast te hangen. Zodoende bracht deze reis ons naar de GR131 op Tenerife met als kers op de taart de beklimming van de 3.718 meter hoge Teide

Als jaarlijkse ‘op stap zonder kindjes’-periode, kiezen we meestal voor de krokusvakantie. Op veel bestemmingen is het dan immers nog niet te druk en bovendien staan de Canarische Eilanden ervoor bekend om 'altijd goed weer te hebben'. Maar ja, ik had er wel geen rekening mee gehouden dat de weerberichten vaak voor de kust gegeven worden en dat de top van de Teide bijna 4.000 meter hoger ligt. Dan spreek je toch al vlug over 20 graden temperatuurverschil. En dan wilden wij nog bivakkeren ook. Dat betekende dus een rugzak met zowel zomer- als winterspullen. Vertrekken bij 20°C, in korte broek en T-shirt, met in je rugzak een legging, donsjas en winterslaapzak? Het is eens wat anders...

Dankzij een vroege vlucht met Transavia vanuit Zaventem, kwamen we om 10u 's ochtends reeds aan in Tenerife-Sur. Het opstappen op de juiste bus verliep redelijk chaotisch, maar tegen de middag waren we aan het lunchen in Santa Cruz en hadden we onze laatste inkopen gedaan.: wat vers eten en een voorraad water, maar ook een gascartouche. Deze laatste zijn te koop in de lokale Decathlon, maar ook in elke 'ferretería' en daar zijn er best veel van op dit eiland. Daarna namen we een taxi naar het dorpsplein van 'La Esperanza', waar de eigenlijke GR begint. De eerste wit-rode streepjes leidden ons onmiddellijk door een heel mooi riviervalleitje dat helaas enkele minuten later al uitkwam op een asfaltweg waarop je jezelf eindeloos omhoog moet slepen om uit het dorp en in het bos te geraken. Ook al bleef hij breed ging de stenen weg over in een aarden pad. Al snel stapten we op paadjes waar geen auto's meer konden komen. Wandelaars en fietsers daarentegen bleven we kruisen, maar dat hinderde niet.

In de zomer van 2023 hebben hier enorme bosbranden gewoed. De sporen daarvan zie je tot op vandaag. Regelmatig wandel je tussen zwartgeblakerde boomstammen door, maar hier, langs het begin van de GR, waren er al veel bomen gerooid. Een beetje jammer, maar zo konden we vanaf dag één wel al een blik werpen op de Teide die vooral nog heel ver weg leek... Ik wist dat we na ongeveer drie uur stappen zouden toekomen aan de shelter van 'Las Canales'. Groot was mijn verbazing toen daar een halfopen huisje stond, met een picknicktafel en zelfs een kraantje!

Genietend van de laatste avondzon aten we wat restjes lekkernijen alvorens aan de avondmaaltijd te beginnen. Plots hoorden we een Spaanse stem iets tegen ons zeggen vanuit het donker, we schrokken ons een ongeluk! Het bleek om een mountainbiker te gaan die tijdens de afdaling zijn GSM ergens was kwijtgeraakt en nu terug omhoog aan het fietsen was om die te zoeken, zonder licht... Dat leek mij zo onzinnig dat ik hem spontaan één van onze twee hoofdlampjes aanbood. Na nog een kwartiertje zoeken hogerop, kwam hij weer terug. Hij vroeg of hij mijn lampje kon lenen om tot beneden te rijden, waarna hij met de auto zou terugkomen (wat hier dus effectief kon). Wie goed doet, goed ontmoet: uiteraard kon ik die man niet in het donker de berg laten affietsen. Een klein uurtje later stond hij er opnieuw. Ik had stiekem gehoopt op twee frisse pintjes, maar het zijn lokale koekjes geworden, ook goed!

Katrien heeft sinds kort een zogeheten smartwatch dat ook haar slaapkwaliteit meet en toen ze de volgende ochtend wakker werd, had ze voor het eerst een vijfsterrenslaapje geslapen. Wat wandelen en overnachten in de natuur allemaal niet doen met een mens…

Zelfstandig bivakkeren versus lichtgewicht op stap

Op onze tweede wandeldag vervolgden we onze weg doorheen dit speciale bos. Hoewel het grotendeels afgebrand was, zagen we toch overal nieuw leven tevoorschijn komen: gelukkig is de natuur sterk. Officieel combineert de eerste etappe van deze GR ons traject van gisteren met dat van vandaag. Misschien lag het aan onze zware rugzakken, maar deze 30 kilometer op één dag doen, dat zou voor ons geen cadeau geweest zijn. Gelukkig kom je 's avonds aan in La Caldera, waar een officiële bivakzone is en je ook water kunt vinden. Opnieuw volgde er een vijfsterrenslaap waarna we helaas wakker werden in de miezer. We zaten in de kenmerkende wolk die vaak in het midden van het eiland hangt en dat betekent eindeloos gedrup vanuit het baardmos in de Laurisilva (Laurierbos)...

Zoals meestal klaarde het echter tegen de middag op en zagen we plots terug ons hoofddoel, de Teide, die ondertussen al een pak dichter stond maar er daardoor ook veel groter uitzag... In El Portillo, het eindpunt van deze dag, zijn er nauwelijks voorzieningen. Er is wel een museum over het Nationale Park én een café met een klein winkeltje. Ook al stond een bezoekje aan het museum op mijn planning bleken de pintjes op het zonneterras net iets aanlokkelijker. Maar ook hier weer was het duidelijk dat we 'buiten seizoen' op stap waren, want om 18u werden we zonder pardon van het terras geveegd. We vulden eerst nog snel onze watervoorraad aan want we hadden immers niet alleen water nodig voor deze avond, maar ook voor de komende twee dagen! En onze rugzakken wogen al zo zwaar...

Veel wandelaars kiezen ervoor om onderweg in één of verschillende B&B's te verblijven en dan elke dag opnieuw omhoog te komen met behulp van openbaar vervoer. Dat laat je weliswaar toe om elke dag licht op stap te kunnen gaan, maar doet mijns inziens toch afbreuk aan het zelfstandige en avontuurlijke concept van een trektocht. Zodoende sliepen we voor de tweede maal in een 'illegaal' bivak (buiten de grenzen van het Nationale Park) en kregen we ons derde vijfsterrenslaapje!

Dag vier: Ik hield de weersvoorspellingen al een tijdje in de gaten en had al wel door dat onze toppoging nipt ging worden. Het was 1 maart en dan is het ook hier nog officieel winter. Ik wist dat we langs het museum moesten en ik wist ook dat de rangers paden kunnen 'afsluiten' zodat je niet meer naar boven mag. Om dat te voorkomen, wou ik graag heel vroeg vertrekken. Ik wou naar die top en ik wou daar niemand anders over laten beslissen, behalve dan wijzelf of de natuur. Dit alles bracht natuurlijk heel wat zelfopgelegde stress met zich mee, alsof we iets aan het doen waren dat niet mocht... Eens het museum gepasseerd en effectief in het nationale park zelf, werden we direct bekroond door Moeder Natuur. De mist trok weg, de zon kwam tevoorschijn, er vormde zich nog even een prachtige regenboog en toen kregen we een machtig zicht op de Teide zelf. We beschouwden het als een mooi voorteken en vervolgden vrolijk onze weg.

Vroeger kon je overnachten in de Refugio de Altavista op 3.270 meter, maar die is nu al een tijdje dicht. Jammer, want anders hoefde je deze dag slechts zo'n 1.300 meter te stijgen. Nadien kon je dan vroeg opstaan om de laatste 450 hoogtemeters naar de top in het donker af te leggen en er hopelijk op tijd te zijn voor de zonsopgang. Tegenwoordig is enkel het bijgebouw open, waar je een achttal matrassen terugvindt. Andere voorzieningen zijn hier in de buurt niet. Vlak bij de top is er wel een nieuwe 'bivakzone' voorzien, zodat je ook daar legaal mag kamperen. Je dient daarvoor online een vergunning aan te vragen, maar zo vroeg in het jaar stonden we hier helemaal alleen.

Ons initiële plan was dus om vandaag tot aan ons bivak vlakbij Mirador de Fortaleza te klimmen. Maar voor de komende nacht werd sneeuw voorspeld. En ook de dag nadien zou het weer alleen maar slechter worden, met dalende temperaturen en zeer veel regen en sneeuw... Omdat er een kabelbaan loopt tot bijna op de top en zeer veel mensen hier van het uitzicht willen komen genieten, is het laatste stuk wandelen naar de top zeer streng gereguleerd. Vaak moet je je ticket al maanden van tevoren reserveren.

Anders geraak je er overdag niet op, want tijdens de openingsuren van de lift wordt dit streng gecontroleerd. We hadden een vergunning voor de dag nadien ’s ochtends. Tussen 6 en 9 uur mochten we naar boven gaan, maar ja, met die slechte weersvoorspellingen... En dus zetten wij in de late namiddag onze tent op, op een schitterende plek, helemaal alleen, om dan alsnog dezelfde dag naar de top door te stoten. Dat resulteerde uiteindelijk in een dag met 1.800 hoogtemeters, waarvan 90% met een zware rugzak! Ook al was het loodzwaar, het was wel dankzij deze flexibele (en sportieve!) instelling dat we de top effectief haalden.

En het was de moeite! Op enkele verkleumde wandelaars na (die in hun T-shirt en loopshortje nog de hele berg moesten afdalen in het donker!) waren we hier helemaal alleen. En wat het nog mooier maakte, was dat er onder ons een zee van wolken lag. Zover we konden zien, zagen we geen ander land of zee.

Er waren alleen wij, boven op een berg die uittorende boven een zee van wolken. Wij alleen, in de ondergaande zon, op het hoogste punt van de wereld, of zo voelde het toch aan... Het zal wel aan de hoogte of onze vermoeidheid gelegen hebben, maar we werden er best emotioneel van. Wat een mooi moment om samen te delen! Alweer brachten de bergen ons dichter bij elkaar.

Het

Maar toen kreeg de kou ons toch echt te pakken en repten we ons terug naar onze tent. We aten vlug een soepje en iets warms, en dan hup de slaapzakken in, want het zou vannacht tot -7°C worden hier op de top. Van de sterrenhemel die hier gewoonlijk hangt, hebben we niet veel gezien, daarvoor waren we te moe. En dan begon het 's nachts nog eens te waaien en sneeuwen ook... Dus deze keer genoten we slechts een tweesterrenslaapje… Maar wat een prachtige, bijna dreigende zonsopgang! Overal rondom ons lag witte sneeuw en daaruit rees in de verte een bloedrode zon op. We pakten vlug in, passeerden onderlangs de top en daalden af in de richting van de Pico Viejo. Langzaam maar zeker stapten we uit de wolken. De kleuren van het ons omringende vulkanische landschap bleven prachtig en we waren opnieuw helemaal alleen. Niet veel later kwamen we te weten dat dat kwam omdat de rangers effectief alle wandelpaden hadden afgesloten. Maar we zagen ook de wolken weer dichterbij komen, donkerder en dreigender deze keer. Nog voor we bij het bezoekerscentrum en bijhorende cafetaria aankwamen begon het vreselijk hard te regenen. We hadden graag nog op de Guajara geslapen en de GR twee dagen langer tot in Vilaflor of zelfs Arona gevolgd. Eens ik aan een tocht of beklimming begin, maak ik die immers graag af. Maar de regen daarbuiten werkte écht niet uitnodigend. Bovendien zagen we zelfs sneeuwruimers passeren! Dan bleek de laatste bus van de dag ook nog plots te vertrekken, omdat alle wegen in het binnenland afgesloten zouden worden... Toch maar snel mee op de bus gesprongen en op zoek gegaan naar een gezellig onderkomen voor onze laatste twee dagen. Halsstarrig blijven vasthouden aan ons initiële plan had waarschijnlijk twee verzopen dagen zonder uitzicht opgeleverd. Ook dat is flexibel zijn.

Om de Teide te mogen beklimmen, heb je dus een vergunning nodig, die je soms maanden van tevoren moet aanvragen. Dat doe je via de website www.reservasparquesnacionales.es. Om alsnog kans te maken op de top, kun je ervoor kiezen om er buiten de ‘openingsuren’ aan te komen. Er is een tijdsslot ‘s ochtends (tussen 6 en 9 uur) en eentje ‘s avonds (tussen 18 en 22uur). Maar in dat geval moet je zonder hulp van de kabelbaan omhoog of omlaag geraken. Zoals gezegd is er ook een bivakzone net onder de top. Al deze opties kunnen via dezelfde website gereserveerd worden en zijn gratis. Het is het Nationale Park niet om het geld te doen, wel om het beschermen van deze prachtige berg. Naast de Teide kunnen nog drie andere bivakzones gereserveerd worden binnen het Nationale Park zelf.

Voor andere legale bivakzones buiten het Nationale Park, zoals bijvoorbeeld Las Calderetas halverwege en La Caldera op het einde van de eerste etappe, kun je terecht op de volgende website: reservas de infraestructuras. Ook hier weer wordt geen geld gevraagd, maar zorgt de organisatie ervoor een en ander te reguleren en de impact op de natuur zoveel mogelijk te beperken.

Tadzjikistan

Trekken over de Fedchenko of Vanch-Yakh gletsjer

Het moet een zicht zijn geweest, twee verdwaasde Belgen met 35 kg bagage op de rug, bij meer dan 30 graden in de drukke bazaar van Panjakent. We zijn onderweg van Samarkand in Oezbekistan, naar Doesjanbe, de hoofdstad van Tadzjikistan. Die bestemming riep vooraf nochtans heel wat vragen op: “Wat is er daar te zien?” Wel, de langste gletsjer in de wereld (althans buiten de polen) ligt hier. Na avonturen in Nepal, Peru en Pakistan, was ik op zoek naar een nieuwe uitdaging en ontdekte op de wereldkaart een uitgestrekte witte snelweg in de hoge Pamirs: de Fedchenko of Vanch-Yakh gletsjer, een gigantische ijsmassa van 77 km lang. Hoewel het gebied erg afgelegen is vond ik een lokale gids die er zijn weg kende, dus moest ik alleen nog mijn goede makker Bart overtuigen, mijn conditie bijschaven, een paar woordjes Russisch leren en een rugzak volstouwen met cameramateriaal en expeditievoedsel.

Terug naar de bazaar, waar we met de hulp van een paar omstaanders een busje vinden dat ons meevoert doorheen de Fann-bergen. Tussen de opeenstapeling van mensen en bagage razen indrukwekkende landschappen voorbij. Eenmaal in het hotel ploffen we op bed wanneer de telefoon rinkelt en de receptie ons meldt dat onze mede-reizigers er zijn. De sfeer is gespannen wanneer we het ondersteunende team ontmoeten. De gids Anatoliy en zijn zoon Rahim maken duidelijk dat dit een zware onderneming wordt en willen kennelijk snel verder met de laatste voorbereidingen. Onze twee Duitse metgezellen zijn er ook niet gerust in, maar we zijn hier nu eenmaal voor een uitdaging!

De volgende dag rijden we per jeep door het arme en desolate binnenland, waar aftandse infrastructuur uit het Sovjettijdperk wordt afgewisseld met flitsende propagandaborden van de huidige president Rahmon. Later volgen we de Panj-rivier, die de enige barrière vormt tussen ons en de Taliban. We lachen wanneer onze telecomprovider ons een “prettig verblijf in Afghanistan” wenst, maar als we aan de overkant een gewapende truck zien rijden begrijpen we de legerpatrouilles langs de grens. In het guesthouse in Kalai-Khumb krijgen we een kom soep met een brok vlees en wat brood (het nationale gerecht hier lijkt het wel) en gaan daarna snel slapen, want die nacht moeten we een stuk Pamir Highway passeren waar overdag aan wordt gewerkt. Het is de Chinese overheid die hier investeert in een nieuwe zijderoute, wat je toch even wakker schudt voor de geopolitiek buiten ons Belgenlandje.

Op tijd in Rushan leggen we ons languit op de traditionele tapchan wanneer er protest komt uit darmstad, het heeft nog lang geduurd. Die nacht lig ik te rillen en moet ik geregeld naar de latrine spurten. Gelukkig is de misselijkheid ’s ochtends wat verminderd. Vandaag rijden we de ruige Bartang-vallei in. Wanneer ik instap en sip kijkend over mijn buik wrijf lacht onze chauffeur zijn gouden tanden bloot. Bij de lunch schept hij extra veel aardappelen op zodat ik de rit overleef. Toch blijf ik, en kort erna ook Bart, nog een tijdje kampen met ‘speculaas van ’t vat’.

Na een nachtje op het familiaal tapijt in een authentiek Tadzjieks huis gaan we op pad. Mijn rugzak weegt bijna 20 kg en hoewel dit geen deugd doet schieten we aanvankelijk goed op.

De tweede dag bereiken we het prachtige turquoise Khafraz-meer op 4000 m hoogte. Misschien zijn we wat snel gestegen, want die nacht liggen we wakker met hoofdpijn, misselijkheid en hoestbuien. Er wordt een rustdag ingelast zodat we met hernieuwde energie de eerste rivier kunnen doorwaden en aanzetten richting Kholodnaya Stena, de ‘Koude Muur’ (5947 m). ‘s Nachts fotografeer ik de Melkweg boven onze tent terwijl het kwik zakt tot -11°C. Als mijn camerabatterij het begeeft kruip ik terug in de slaapzak en hoop dat mijn voeten ook weer warm worden.

De volgende ochtend galmt een preek van Anatoliy door de vallei wanneer de dragers durven discussiëren over de zware last op hun rug. Het tempo stokt als we de eindeloze puinvelden aan de voet van de eerste pas bereiken en ons een weg omhoog banen over scherpe, losse rotsblokken in alle vormen en maten. Onze schoenen zijn al snel gehavend.

Als op 4750 m de wind, hoofdpijn en darmklachten ook weer opflakkeren slaat de sfeer even om, maar de schitterende aanblik van de Grum Grzhimailo gletsjer (37 km) maakt dat ruimschoots goed.

Na een hachelijke afdaling door de losse gruizel is er geen weg meer terug. De tocht over de gletsjer begint vlot, hoewel het ijs een stuk grilliger is dan het er van bovenaf uitzag.

Hier en daar zetten we rappels op om veilig over steile secties te geraken, maar wanneer de gids probeert om een stuk af te snijden langs de flank, lopen we vast op een ingestorte couloir.

Er zit niets anders op dan terug te keren en af te dalen langs de instabiele morene. Bij zonsondergang kappen we een bivakplekje uit het ijs en puin. “Geraken we ooit heelhuids van deze gletsjer?” Echt wakker liggen doe ik niet, de trek wordt elke dag zwaarder, maar het avontuur lonkt.

Poging twee van de afdaling start met een dubbele rappel. Buikloop is geen pretje als je een harnas draagt en de keien je om de oren vliegen. Eens beneden traverseren we de gletsjer langs kronkelende stromen in het ijs. De magerste drager zit serieus op zijn limiet wanneer we eindelijk de droge zandvlakte van de Tanimas-vallei bereiken. Volgens Rahim leven hier wolven, dus leg ik mijn ijsbijl klaar voor de nachtelijke toiletbezoekjes, maar we horen enkel wat gegrinnik van de gids.

De volgende uitdaging ligt in enkele diepe rivierdoorwadingen, waarbij alleen Anatoliy erin slaagt zijn ondergoed droog te houden. Ik vervloek mijn korte benen en stort me met volle bepakking in het kolkende ijswater. Hogerop treffen we dan toch sporen van wolven en mogelijk een sneeuwluipaard, maar ondanks een stuk salami als aas spotten we geen dieren.

Na alweer een frisse nacht kijk ik naar de zonsopgang boven een bevroren meer aan de schouder van Fedchenko. Die dag zetten we voet op de gletsjer en de ondergrond is opnieuw moeilijker dan verwacht. Hoewel we doorstappen schieten we amper op, al kan dat ook liggen aan de immensiteit van de ijswereld om ons heen. Het lijkt wel alsof we op de Zuidpool lopen. Overal rondom steken hoge toppen af tegen het ijs, gedomineerd door Ismoil Somoni Peak (7495 m), Independence Peak (6940 m), Garmo (6595 m) en Komakademii (6419 m). Het terrein wordt alsmaar verraderlijker, van plassen onder het ijsoppervlak tot lange en diepe kloven waar we tussen zigzaggen. Na twee dagen treffen we een verlaten Sovjet weerstation op de bergflank. We hadden gehoopt hier gezellig binnen te overnachten, maar de bunker is zo afgetakeld dat het eerder een spookhuis lijkt, dus slapen we in onze tent ernaast terwijl de wind langs de verroeste antennes giert. Aan de ontbijttafel bladeren we door een logboek met verontrustende verhalen over ingesneeuwde Duitsers en overleden Russen, maar geen Belgen. “Zouden wij de eerste Belgen hier zijn?"

Even later stappen we in cordée over enorme gletsjerspleten richting Kashalayakh-pas (4200 m). Het weer is grimmig en als we na een verraderlijke firnsectie de col bereiken begint het te sneeuwen, waardoor we iets lager halt houden. Om verder af te dalen is een lange rappel nodig, maar we worden wakker onder een wit deken en het blijft de hele dag sneeuwen, dus krijgen we platte rust (en een sneeuwbalgevecht).

De volgende ochtend sluip ik al vroeg de tent uit om op ontdekking te gaan onder een helder paarse hemel. Pal onder ons strekt zich de RGO-gletsjer uit, gevoed door vijf ijsrivieren die vanaf de achterliggende flanken naar beneden storten. Op een rots hoog boven dit waanzinnig panorama sta ik te bevriezen tot de eerste zonnestralen achter de witte pieken uitkomen. Omdat de steile en brokkelige helling nu ook bedolven ligt, verloopt de afdaling moeizaam. Er wordt gestruikeld, gevallen en gevloekt, maar eens we opnieuw vegetatie bereiken worden we verbluft door een prachtig herfstig kleurentapijt.

Met het extractiepunt in zicht trekken we verder. Naar de gletsjertong toe wordt het terrein grilliger en er komt geen einde aan de losse puinheuvels. Als we uiteindelijk op vaste grond stappen wacht ons nog één obstakel: de brug over de wilde Vanj-rivier is namelijk weggespoeld en al wat overblijft is een verroeste stalen kabel. Als een spin hijst één van de dragers zich over het water en de rest volgt. Aan de overkant wacht een stokoude legertruck voor de hobbelige rit naar Poymazor, die ons naast uiteengereten schoenen, gescheurde broeken, kapotte ritsen en een fitte slaapmat ook nog een pijnlijk staartbeen oplevert. Tegen de Pamirs is niets opgewassen. In het dorpje vieren we dit onvergetelijk avontuur met een douche en een verdoezelde fles wodka. Bedankt aan onze Tadzjiekse vrienden die dit mee mogelijk maakten.

Voor meer beeldmateriaal kan je terecht op mijn Instagram of Youtube kanaal onder de naam Robin Lardon (epicalpinepics). Heb je zelf ideeën voor bergreizen, advies nodig of interesse om eens mee te gaan? Stuur gerust een berichtje!

(Trad)klimmen in Marokko

Taghia
Tekst Denis Hoste / foto's

Ik drink mijn IPA bier leeg in de Little Boxes, een gezellige bar in Chamonix Sud, en na Matthew Clark uit te zwaaien (een Australiër die ik op de Mallory Porter leerde kennen toen we die beide aan het soleren waren) stap ik op mijn Flix-bus die me naar de luchthaven van Genève zal brengen. Afgelopen week gaf ik samen met Sam Van Brempt de stage winteralpinisme aan vier leden van de zestallige Mount Coach 10 generatie, en nu is het tijd om terug wat rots te gaan aanraken. Gedurende de winter had ik de prioriteit gegeven aan skiën en ijsklimmen, maar na 6 weken skiën, 3 weken ijsklimmen en wat winteralpinisme beginnen mijn vingertoppen te kriebelen aangezien ik sinds 2 januari in Siurana in het Spaanse Catalunya geen rots meer gevoeld heb. Het moment om de bijlen en skilatten tijdelijk op te bergen is gekomen, en het is hoog tijd de klimschoentjes en pofzak weer af te stoffen.

Op zoek naar klimpartners had ik gedurende de wintermaanden verschillende vriendengroepen proberen contacteren op WhatsApp, en velen reageerden positief en geïnteresseerd: klimpartners vinden zou geen probleem zijn, we zouden zelfs een grote groep worden die qua karakters zeer complementair zijn, leute gegarandeerd! Zo zouden er uit mijn ver vervlogen studententijd in het Leuvense, twee “ouwe zakken” uit de LUAK aansluiten; Bart Dendas en Jan Vincke. Uit de vriendengroep van Limburg/de Kempen zouden Bert Willems, Jan (Jakke) Taskin, Roel Quentins en Jeroen Geukens aansluiten, een bende die in België wel geregeld in Freyr zit (maar sinds ik een Fransman aan het worden ben zit ik daar zelden nog) maar die ik vooral ken via Roy Weckx (die gedurende de Taghia reis meermaals vermeld werd in het ene straffe verhaal na het andere) en waarmee ik eerder al eens op klimtrip ging, naar de Gorges du Verdon en de Gorges du Tarn bijvoorbeeld. Tot slot zouden ook An Laenen aansluiten, een mede-Mount Coachster die nu ook aspirant berggids is, en met wie ik al heel vaak in stage-verband samen klom, maar volgens mij nog nooit voor eigen doel en/of op eigen vakantie mee klom, en Valentin Chapuis; de enige niet-Belg, maar een Zwitserse machine waarmee ik heel graag partner en waarmee ik al veel trad- en alpiene beklimmingen aflapte.

In de luchthaven van Genève checkte ik me samen met An Laenen in; ik kwam van Chamonix en zij van bij haar thuis aan de Bodensee, ook zij had er een lange winter met veel skiën en ijsklimmen op zitten: tijd voor rots! Na de check-in vervoegde Valentin ons, de rest zou vanuit België vliegen. Eenmaal aangekomen in Marrakesh was alles efficiënt door onze (ondertussen, sinds we hem goed kenden vanwege onze vorige trips) vriend Saïd geregeld: na vlug enkele Marokkaanse dirhams af te halen stond een shuttlebuschauffeur klaar om ons meteen uit de gekte van Marrakesh weg te voeren, en ons tot over een besneeuwde 2500m hoge col in het Atlas-gebergte naar de dorp Zaouiat Ahansal te brengen. Van daaruit huurden we twee ezels en ezeldrijvers, en liepen we een uur en half aan tot in Taghia zelf, waar we in onze gîte Larson en later Saïd terugzagen. Ik zweer me te herinneren dat het in 2018 langer aanlopen was tot in het dorp (dat moet aan de nieuwe weg liggen), maar het blijft wel een even magisch moment als je plots doorheen de kloof wandelt en op de Noordwest-wand van Oujdad kijkt!

De volgende dag zitten we met enkele logistieke problemen; de Jakke moet uitzieken in bed aangezien hij blijkbaar naast zijn klimgerief ook een longontsteking heeft meegenomen uit België, en ook Valentin zou het graag de eerste dag heel rustig aan doen aangezien het niet gemakkelijk is om een 1 jaar oude kleine te hebben in Zwitserland… Val slaapt graag uit en geniet van de rust in het afgelegen bergdorp, en hij zal later op de dag iets klimmen met Bert op de Paroi des Sources, een ideale wand om in op te warmen in Taghia aangezien ze minder hoog is dan veel andere omliggende wanden (ongeveer 8 lengtes), net naast het dorp ligt en je dus bijna niet moet aanlopen en ook veel van de routes hebben toegankelijkere niveaus. An en ik besluiten om voor één van de gemakkelijkere klassiekers te gaan, een parel die ik op vorige reizen nog niet klom, en we kruipen samen “Au Nom de la Réforme” in, 9 lengtes lang tot 6c klimmen op Taoujdad, en ook hier komen we voor een verrassing te staan, twee “ouwe zakken” besloten niet zoals eerst afgesproken “Champion du Maroc” of “A Boire ou Je Tue le Chien” te klimmen, maar zitten voor ons in dezelfde route. Het is echter leuk om aan de relais wat bij te kletsen met Jan en Bart en hoewel we misschien even moeten wachten aan de eerste relais, komt al snel de 6c waar iedereen wat langer over doet en dus zien we ze daarna niet meer. Zij rapellen vanop de schouder na het moeilijke (en mooiste) klimmen, ik en An gaan nog twee trad-lengtes verder om op de echte top te staan, maar voor het klimmen moet je dat niet doen (mooi is het niet), de top en het bijhorende uitzicht is dat echter wel.

Sinds 2018 was ik al niet meer in de Marokkaanse parel genaamd Taghia in de Hoge Atlas geweest: een waar klimparadijs met 600m hoge wanden gemaakt van een oranje-rode kalksteen. Er waren plannen om in 2020 terug te keren, maar toen strooide de internationale COVID-pandemie gedurende de herfst en het aankomen van een tweede lockdown roet in het eten en nadat onze vluchten eerst uitgesteld werden, bleken ze kort nadien gewoon geannuleerd. Een slecht jaar voor de Berbers van het idyllische dorp Taghia (berbers voor “kloof/gorge”), die zelfvoorzienend zijn wat de basisbehoeftes betreft, maar met het klimtoerisme toch veel gemakkelijker en efficiënter hun geld verdienen wat duidelijk opvalt door de snelheid waarmee sinds 2018 nieuwe gîtes zijn opgericht, bestaande gîtes zijn uitgebreid, het feit dat er een

“Taghia” is berbers voor “kloof” of “gorge”
Doorheen de kloven van Taghia heeft de Berber-bevolking voor zichzelf en hun geiten en schapen indrukwekkende “ponts berbères” gebouwd ( links: © Jan Vincke, rechts © Valentin Chapuis)

weg is aangelegd tot in Taghia zelf (en dus is het dorp nu ook bereikbaar met de 4x4) en ook dat er meer Frans gesproken wordt en de twee lokale winkeltjes meer Westerse producten verkopen zoals Coca-Cola en Nutella. De beslissing om nogmaals naar de Hoge Atlas te reizen en wat avontuur op te zoeken, was snel gemaakt.

Hoewel mijn (normaal) 8e graad klimniveau momenteel na 2,5 maand wat verder te zoeken zou zijn, zou het wel de ideale trip zijn om terug veel meters op rots af te leggen, de vorm terug te krijgen, en gewoon te genieten van de omgeving, de routes, en lange dagen in een wand door te brengen.

Ook met een basisvorm, lager dan mijn topvorm, kan ik daar makkelijk nog weken of zelfs maanden de soort routes klimmen waar ik van droom, waar ik voor reis, en waar boeken zoals Arnaud Petit’s boek “Parois de Légende” vol van staan.

Tegen dag 2 heeft Val al uren slaap ingehaald, en beslissen we er meteen in te vliegen: samen vallen we Shucran op Oujdad aan, 12 lengtes tot 7b+ of 7c waarna we op de schouder van Oujdad uitkomen, en daar beslissen met onze approche schoenen nog vanop de schouder de noordgraat naar de top te soleren (note: dit is een eenvoudige scramble en niet echt een klimroute) om zo opnieuw op een mooie top te staan, niet te moeten rappelen (behalve 1 rappel aan de Zuid-kant), en de volledige oversteek van Oujdad te doen. Het klimmen is prachtig: de eerste goed overhangende lengte vol grote gaten en tufa’s maakt je meteen wakker! Enkele tufa’s zijn nog nat maar het kan ons plezier niet inperken. Daarna verandert de stijl van klimmen, komen we meer kleine regletten en technisch voetenwerk tegen, en volgt de ene 7b de andere op met als slot een pittige 7b+ lengte als kers op de taart. De laatste 3 lengtes zijn in de hogere 6e graad en weer van een ander kaliber, je volgt eerder een barstensysteem tot op de Oujdad-schouder. In zijn geheel een dikke aanrader, geëquipeerd door Toni Arbones, voor iedereen die graag in goed behaakte routes zijn grenzen opzoekt! Ik moet nog wat zoeken naar de rotsvorm en lig uit één van de 3 7b’s, en heb ook de 7b+ niet à vue. Val had de eerste 7a+ tufa-lengte niet, alsook niet één van de 7b’s en de 7b+ (hij kwam echter zeer dichtbij!), maar ook met wat valletjes hebben we er heel hard van genoten!

Na dag 3 een rustdag genomen te hebben, besluiten Val en ik voor een gelijkaardig programma te gaan: dag 4 wat korters en gemakkelijker klimmen, om dag 5 weer een groter objectief te kiezen. En zo kruipen we op dag 4 een route genaamd Pinchito Moruno in, met een prachtige 7b barstlengte als crux maar ook een hele mooie 6c+. Deze route doe ik volledig à vue, Valentin viel als naklimmer uit de 7b waar hij probeerde te “arm-barren” in de crux die ik besloot op te lossen met een dülferpas. Ook dit is een aanrader, zowel voor het klimmen, de ligging (ik had nog nooit op de Paroi du Cascade geklommen) als de afdaling via de honderden jaar oude aangelegde “chemin du Tire-Bouchon” die als een spiraaltrap doorheen de kloof slingert. Bert en An klimmen naast ons op dezelfde wand de klassieker “Haben Oder Sein”.

Dag 5 besluiten we ons te vervoegen met An, en kruipen we met ons drieën de route “Widi Azry” in: 12 lengtes klimmen tot 7a of 7a+ (afhankelijk van welke topo je gelooft) op Taoujdad en heel continu in de 6c en 6c+. Een veel minder gekende route, ons aangeraden door vrienden van Valentin, en térecht. We klimmen in blokken voor, en zo kan ik ofwel genieten van lengte na lengte voorklimmen en meters maken op regletten, ofwel van na te klimmen en met twee wat bij te kletsen aan de relais. Ook deze is een dikke aanrader en onterecht niet zo gekend.

Na dag 6 weer een rustdag te nemen, besluiten Val en ik om dag 7 meteen met een groot doel te starten: Fata Morgana! Wat een route! Voor 12 lengtes tot 7c vallen we opnieuw Taoujdad aan, deze keer in de rechterbuur van de heel bekende klassieker “Les Rivières Pourpres, 7b+” die ik klom met Maarten Werelds in 2018. Hoewel Fata Morgana slechts 1 route rechtser ligt dan Les

De wandeling vanuit Zaouiat Ahansal begint, gelukkig minder beladen dan de ezels
De eerste 7a+ lengte in Shucran ligt hier en daar nog nat maar de passen blijven mooi
Denis lost het op met technische heelhooks in een 7b-lengte in Shucran 7b+/c
Denis vecht in de zon op de kleine regletten van een 7b-lengte in Shucran 7b+/c

Denis op kop in de 6c+ lengte van Pinchito Moruno, net voor we in het barstensysteem van een hoekversnijding komen dat ons de nodige schaduw zal geven!

Denis op kop in de 6c+ lengte van Pinchito Moruno, net voor we in het barstensysteem van een hoekversnijding komen dat ons de nodige schaduw zal geven!

In Fata Morgana werd de vingerkracht weer goed bijgetraind!

Rivières Pourpres, is de route anders van karakter. De equipeurs hebben haken gezet waar je niet zelf kan afzekeren, en hoewel je een volledige rack (en wat micro’s) moet meenemen om de routes veilig af te zekeren, zou ik ze ook niet trad noemen. Elke touwlengte staken we ongeveer 1 à 4 plaatsingen bij, gemiddeld 2, soms was dat in de crux, soms in het makkelijker klimmen, maar het zorgt wel voor iets meer avontuur en een interessante ervaring! Deze route zou ik na afloop van de reis als mijn mooiste route in Taghia omschrijven; ik en Val knallen beide ook de 7c, maar liggen beide uit de 7b+ en missen dus op 1 lengte na de team-free ascent… Maar wat een omgeving, wat een route, en wat een mooi klimmen!

Dag 8 nemen we weer een rustdag om dag 9 weer met de meesten voor een kleiner objectief te gaan (ik besluit zelf met de aanhoudende hitte en wat slechter te slapen om dag 9 zelf voor een gigantische wandeling doorheen de kloven te gaan, die Jeroen me had aangeraden en hij zelf op dag 8 gedaan had) en kruip zo op dag 10 opnieuw met Val als afsluiter van de reis de moeilijkere klassieker “L’Axe du Mal”, 14 lengtes tot 7c+ in. Ik had ook nog nooit eerder op Tadrarate geklommen, en hoewel het hoofddoel van deze reis was vooral veel meters te maken op rots en zo de vorm terug te beginnen trainen, droomde ik ook wel van een route op deze wand aangezien routes als “Antropocène” (17 lengtes tot 8a, van dezelfde Toni Arbones) en “Sul Filo della Notte” (13 lengtes tot 7c+ mixte-trad) hoog op mijn lijstje staan, zeker als ik in vorm naar Taghia kan reizen. L’Axe du Mal is zeker ook terecht een klassieker, al vonden we beide Fata Morgana mooier. Tadrarate is een heerlijke wand, ook in een ongelofelijke setting, maar ziet wel meer en langer de zon dan de Noordwand van Taoujdad en bijgevolg zijn we goed gebakken boven gekomen! De 7c-lengte is prachtig maar lagen we alle twee op de laatste moeilijke pas net voor de relais uit, de 7c+ is een minder mooie boulder-sequentie direct na de relais om dan de rest van de lengte niet moeilijker dan 6c te moeten klimmen. Ik moet ook eerlijk bekennen iets harder dan normaal te hebben moeten vechten (en mogelijk wat brullen) in de mooie 7b lengte doorheen het dak… Misschien begonnen de dagen zich wat op te stapelen…

Aah Taghia, wat is het toch een plezier om bij dit neer te pennen, terug te denken aan die dagen in de Hoge Atlas, waar het leven stilstaat en je enkel moet denken aan de volgende pas.

An en Jakke kropen op dag 10 “Baraka” in (15 lengtes tot 7b, trad in het laatste derde), in mijn herinnering ook een heerlijke route, die ik in 2018 met Roy Weckx klom. Jan en Bart klommen deze route ook, een kleine week eerder. Dat Jakke nog niet helemaal hersteld was van zijn longontsteking, bleek vooral op deze dag 10, nadat hij gedurende de voorgaande dagen helemaal hersteld leek en met Val op dag 9 “Sussuro Bereber” klom, 9 lengtes tot 7b+. Nadat An een zieke hoestende Jakke doorheen de 7b mocht sleuren, bleek dat Jakke zijn longontsteking ook terug mee mocht nemen naar België. Op de laatste avond, met een feestelijke afsluiter in Marrakesh voor onze vluchten vroeg de volgende ochtend, leek Jakke me toch even helemaal genezen. Tot de volgende ochtend, weliswaar…

Gedurende deze trip had ik het er met Valentin (en An) ook geregeld over, samen misschien georganiseerde reizen aan te bieden naar Taghia, ik vanuit het KBF en Vertical Thinking vzw, en Valentin via zijn bedrijfje Arkhê. Beiden hebben we er ondertussen al meedere expedities naar ondernomen, kennen ondertussen de logistiek alsook het klimmen goed, kennen ook Saïd van de lokale gîte goed (en hij doet ons momenteel een vriendenprijsje) en denken dat het voor ervaren multipitchers een iets exotischere locatie kan zijn dan pakweg de Gorges du Verdon of de Dolomieten. Wie weet zit er in het 2026 aanbod van Vertical Thinking wel een KVB3+ stage, Advanced Multipitch, naar de Hoge Atlas?

Jakke klimt na in Sussuro Bereber 7b+
Op weg doorheen een zee van oranje-rode kalksteen in Fata Morgana 7c

Wolven, vee, waakhond en de mens: samenleven in de Alpen

Mijn naam is Fran Waes, en ik woon in Saint Gervais Les Bains, juist onder de majestueuze Mont Blanc. Ik heb tien jaar lang als leerkracht LO op internationale scholen in Afrika, Azië en Europa gewerkt, tot ik mijn passie voor de buitensport wilde gaan uitbouwen als onderdeel van mijn job. Eerst heb ik twee maanden in de wildernis van Wyoming doorgebracht met NOLS (The National Outdoor Leadership School) waarna ik er wegwandelde met het instructeursdiploma op zak. Helaas kan ik dat in Europa niet gebruiken, maar hoe dan ook heb ik er die prachtige ervaring van 60 dagen in de wildernis opgedaan. Om ook hier in Europa te mogen gidsen ben ik twee jaar geleden aan een International Mountain Leader training begonnen. Als onderdeel van mijn opleiding heb ik onderzoek gedaan naar hoe we de samenleving tussen wolf, mens en hond kunnen verbeteren. Bij deze wil ik deze kennis heel graag met een groter publiek delen.

Als je de voorbije jaren in de Alpen bent geweest, dan zul je wel gemerkt hebben dat er, wanneer je op hogere alpenweides komt, een en ander veranderd is. Waar het vee vroeger gewoon vrijuit stond te grazen, zijn er nu heel vaak twee tot drie waakhonden die de kuddes moeten beschermen. Net zoals in Nederland en België heeft de terugkeer van de wolf ook in de Alpen een grote invloed op de samenleving. Er bestaan totaal tegenstrijdige meningen over het al dan niet beschermen van de wolf en hoe het daarmee nu verder moet. Veel bergliefhebbers weten niet hoe ze correct met de waakhonden moeten omgaan, waarom ze er zijn, en hoe het komt dat ze zo agressief zijn. Dat kan tot misverstanden en gevaarlijke situaties leiden.

In Frankrijk verwijzen de meeste mensen naar de waakhond als de Patou. Officieel is “Patou” de benaming van een ras, met name de Pyreneese berghond. Maar om het eenvoudig te houden gebruik ik in dit artikel de naam Patou in de veralgemeende betekenis van waakhond.

1. Maar het begint dus eigenlijk met de wolf

Zoals je misschien wel weet was de wolf in Frankrijk uitgeroeid sinds 1930. In 1970 kwamen de eerste wolven Frankrijk terug binnen vanuit Italië. In 2024 telde Frankrijk 130 voortplantende roedels, met een geschatte populatie van 1000 wolven. Een wolf eet zowat twee tot vijf kilo vlees per dag, met soms een feestmaal van tot acht kilo. Tijdens een Frans onderzoek in 2012 werden negen roedels gevolgd en ontdekte men dat het wolvenvoedsel voor 76% uit wilde dieren bestaat, voor 16% uit vee en voor 8% uit andere bronnen. Helaas hoort het grote publiek enkel over de aanvallen op het vee en krijgen we daardoor de indruk dat de wolven het vee heel vaak aanvallen. Dat gevoel wordt bovendien versterkt door het fenomeen van “surplus killing” namelijk het feit dat wolven vaak meer dieren doden dan ze consumeren.

Uit het onderzoek van Ripple en Beschta in 2012 blijkt dat de terugkeer van de wolf een positieve invloed heeft gehad op het ecosysteem. Door het reguleren van populaties van hoefdieren als herten en wilde zwijnen, dragen wolven bij tot een gezonde biodiversiteit. Dat voorkomt overbegrazing en zorgt ervoor dat planten- en boomsoorten zich beter kunnen herstellen, wat op zijn beurt weer gunstig is voor andere diersoorten.

Toen de wolven uitgestorven waren, werd bijna een eeuw lang het werk op de alpiene weiden en zomerweiden zonder predatie georganiseerd: geen hekken, grotere kuddes en minder bewaking.

De terugkomst van de predatoren dwong de boeren om abrupt te heroverwegen hoe ze hun kuddes het best beheren. Er zijn veel manieren waarop de boer beschermende voorzorgsmaatregelen kan nemen:

a. Het plaatsen van elektrische hekken

b. Aanwezigheid van waakhonden

c. Dagelijkse bewaking door de boer d. Afweertechnieken: geluid, lichtflitsen, ultrasoon geluid e. Het verwijderen van ondergroei: dit biedt een onbelemmerd zicht op de weide en vermindert schaduwrijke plekken waar predatoren zich kunnen verschuilen

2. De impact van deze voorzorgsmaatregelen op de boer en de wijdere gemeenschap.

Als boeren geen voorzorgsmaatregelen nemen tegen wolvenaanvallen, komen ze niet in aanmerking voor een vergoeding van de overheid. Toch betekent dat niet dat het nemen van deze maatregelen een eenvoudige keuze is. In veel gevallen brengt dat extra uitdagingen en kosten met zich mee, die het dagelijkse werk van de boeren bemoeilijken. Denk hierbij aan de aankoop van de hond zelf, vaccinaties, voer en training. Ondanks deze kosten is de Patou momenteel de meest efficiënte manier om kuddes te beschermen. Daarnaast vraagt de zorg voor deze honden veel tijd en inspanning.

Boeren moeten dagelijks naar afgelegen weiden trekken om de honden te voeden en hun conditie te controleren. Ook stuiten boeren vaak op klachten van bezoekers. Een studie uitgevoerd door JeanMarc Landry in 2020 onderzocht de interacties tussen Patous en wandelaars. De eerste bevindingen suggereren dat hoewel de meeste ontmoetingen zonder incidenten verlopen, er situaties zijn waarin de aanwezigheid van Patous door wandelaars als intimiderend of problematisch wordt ervaren. Er wordt dan ook vaak klacht ingediend.

3. En daarom dus – de Patous

De Patous spelen een cruciale rol bij het bewaken van kuddes en werken vaak in duo’s: de ene hond blijft dicht bij de kudde, terwijl de andere patrouilleert aan de rand van het gebied om vanop een afstand gevaren te signaleren. Twee honden zijn geen overbodige luxe—mocht er één gewond raken, dan is de andere er nog om de kudde te beschermen.

Er bestaan wereldwijd zo’n 50 verschillende rassen die geschikt zijn als waakhond. Over het algemeen wordt gezocht naar grote, intelligente honden, want hoe groter hun brein, hoe zelfstandiger en autonomer ze kunnen werken.

Boven: de Patou – Pyrenese Berghond

Onder: de Kangal – Anatolische herdershond

Een goede Patou groeit op te midden van de kudde. Bij hun geboorte worden de pups direct bij de kudde geplaatst, zodat ze zich van nature met hen verbinden. Voor de hond is de kudde zijn familie—hij blijft dag en nacht bij de dieren en werkt zonder onderbreking.

Omdat de Patou geen huishond is, worden pups de eerste drie weken bewust niet door mensen aangeraakt. Dat voorkomt dat ze zich te veel aan mensen hechten en zorgt ervoor dat hun band met de kudde sterker wordt. Toch is het belangrijk dat de boer een evenwicht vindt: de hond moet weten dat hij op de kudde moet letten, maar ook begrijpen dat de boer de baas blijft.

Your favourite climb and outdoor shops since 1986

Lange Violettestraat 62

9000 Gent +(32) 09 223 37 92 info@avventura.be

Kempische Steenweg 192

3500 Hasselt

+(32) 011 23 44 88 hasselt@kariboe.be

Naamsesteenweg 111

3001 Leuven

+(32) 016 23 07 72 leuven@kariboe.be

mountainbikers, wandel- of waakhonden.

ZIJN KUDDEN WOLVEN.

4. De impact van een wolf aanval op de kudde en de Patou

De gevolgen van een aanval zijn vaak ingrijpender dan men op het eerste gezicht zou denken. De impact beperkt zich niet tot de dieren die gedood worden. De overgebleven dieren kunnen ernstig gestrest raken, wat leidt tot verminderde eetlust en daling van de melkproductie.

Dit kan ook de voortplanting verstoren, omdat gestreste dieren minder snel drachtig worden. Een wolfaanval brengt ook veel stress voor de Patou met zich mee: hij wordt extra waakzaam en krijgt minder rust, omdat hij voortdurend alert blijft voor nieuwe dreigingen. Bovendien kan een aanval fysiek en mentaal belastend zijn, zeker als de Patou gewond raakt of moet vechten om de kudde te beschermen.

5. Wat moet je doen als je een Patou tegenkomt?

Wist je dat Patous een slechter gezichtsvermogen hebben dan mensen? Ze kunnen pas echt scherp zien vanaf ongeveer vijf meter. Dat verklaart waarom Patous vaak dichterbij komen om te beoordelen wat er aan de hand is.

Hij rent naar je toe en plaatst zich tussen jou en de kudde. Deze defensieve houding betekent niet dat hij je zal aanvallen, maar eerder dat de hond in een beschermende positie staat en er alles aan doet om je te imponeren.

Met dit in gedachten is het belangrijk dat mensen hun gedrag aanpassen en laten zien dat ze geen bedreiging vormen. Beweeg rustig en voorspelbaar. Maak geluid, zelfs als je de hond nog niet ziet, zodat je hem en de kudde niet verrast. Hoe minder stress de kudde ervaart, hoe rustiger de hond zal blijven.

PRÉFÈTE DE LA RÉGION AUVERGNERHÔNE-ALPES

Excursionistas, ciclistas, a lo largo de sus paseos, pueden encontrarse con perros de protección.

Blijf zoveel mogelijk op het pad. Als de hond of de kudde het pad blokkeert, kijk dan of je er veilig omheen kunt lopen.

Als je echt niet kunt passeren, wacht dan en laat de hond eerst aan je snuffelen. Houd je kalm en volg deze richtlijnen om de situatie zo rustig mogelijk te houden:

• Vermijd oogcontact.

• Als je een rugzak hebt, plaats die voor je als een barrière tussen jou en de hond.

• Doe je zonnebril en je pet/helm af, zodat je herkenbaarder bent.

• Houd je wandelstokken langs je lichaam, en breng ze zeker niet omhoog of in een dreigende positie.

• Laat je handen ontspannen langs je zij hangen.

• Geef de hond geen eten.

• Stop met rennen of fietsen, snelle bewegingen kunnen als bedreigend worden gezien.

• Stap af van je fiets.

• Blijf bij je groep, verdeel je niet.

• Begin pas met lopen als de hond zelf wegloopt en loop indien mogelijk zijwaarts weg in plaats van direct van hem af.

Soms zullen de honden je gewoon zonder veel moeite laten passeren. Op andere dagen, vooral als een hond de hele nacht heeft gewerkt en uitgeput is, kan hij je de doorgang weigeren. In dat geval zit er niets anders op dan om te keren.

Helaas zijn er geen vaste regels voor hoe deze situaties verlopen. Wat de ene dag werkt, kan de andere een heel verschillende reactie uitlokken.

Ik hoop dat dit jullie kan helpen bij jullie komende avonturen in de bergen.

La presencia de lobos, de osos o de linces en las montañas francesas vuelve a crear la necesidad de utilizar los tradicionales perros de protección para los rebaños. Estos perros son nacidos y criados en el redil de las ovejas, y forman fuertes lazos sociales y afectivos con las ovejas : de este modo, los protegen de manera instintiva. En cuanto siente un peligro, el perro de protección se interpone entre el rebaño y el intruso ladrando. Si este último no toma en cuenta esta advertencia, el perro puede llegar incluso a enfrentarse con él.

Wandelaars, mountainbikers, Tijdens uw wandel- of fietstocht, kunt u waakhonden.

AVIGILE SU COMPORTAMIENTO

TEGENKOMEN. DIT ZIJN GROTE, HONDEN DIE KUDDEN BESCHERMEN TEGEN WOLVEN.

SON PERROS GRANDES QUE CUSTODIAN LOS REBAÑOS PARA PROTEGERLOS.

La irrupción de cualquier elemento extraño al rebaño (perro sin correa, paseante, BTT, etc.) puede alterar la calma del rebaño, perturbar su correcta marcha y el trabajo del pastor: pone en alerta al perro de protección. Al acercarse, el perro viene a olfatearle para identificarle. Después de lo cual regresa a su rebaño. A veces puede intentar intimidarle ladrando. Para evitar la intervención del perro, cuando este cerca de un rebaño, MANTENGA SU DISTANCIA

La presencia de lobos, de osos o de linces en las montañas francesas vuelve a crear la necesidad de utilizar los tradicionales perros de protección para los rebaños. Estos perros son nacidos y criados en el redil de las ovejas, y forman fuertes lazos sociales y afectivos con las ovejas : de este modo, los protegen de manera instintiva. En cuanto siente un peligro, el perro de protección se interpone entre el rebaño y el intruso ladrando. Si este último no toma en cuenta esta advertencia, el perro puede llegar incluso a enfrentarse con él.

AVIGILE SU COMPORTAMIENTO

De terugkeer van wolven, beren en lynxen in Frankrijk heeft de traditie om honden te gebruiken voor het beschermen van kudden nieuw leven ingeblazen. Deze honden zijn geboren en getogen in de kudde en hebben een sterke sociale en emotionele band met de schapen. Instinctief zullen ze hen verdedigen. Als een waakhond gevaar bemerkt, plaatst hij zich tussen de kudde en de indringer en blaft. Als de indringer de waarschuwing negeert, kan de hond de indringer aanvallen.

LET OP UW GEDRAG

De plotselinge verschijning van vreemde elementen (hond niet aan de lijn, wandelaar, mountainbiker...) kan de kudde onrustig maken en het werk van de herder verstoren; de waakhond zal onmiddellijk alert zijn. Als u nadert, kan de waakhond op u afkomen en u besnuffelen om u te identificeren, waarna hij meestal terugkeert naar de kudde. Soms kan de waakhond proberen u te intimideren door te blaffen.

La irrupción de cualquier elemento extraño al rebaño (perro sin correa, paseante, BTT, etc.) puede alterar la calma del rebaño, perturbar su correcta marcha y el trabajo del pastor: pone en alerta al perro de protección. Al acercarse, el perro viene a olfatearle para identificarle. Después de lo cual regresa a su rebaño. A veces puede intentar intimidarle ladrando. Para evitar la intervención del perro, cuando este cerca de un rebaño, MANTENGA SU DISTANCIA

• Si se encuentra con un rebaño, contórnelo ampliamente para no perturbar a los animales, incluso salga del sendero si es necesario.

Om ontmoetingen met de waakhond te vermijden bij het naderen van een kudde: AFSTAND HOUDEN

• Cuidado con los comportamientos que le parezcan anodinos alimentar, acariciar, tomar una foto de un perro, un carnero, un cordero, etc.): los perros de protección pueden interpretarlos como una agresión.

Frente a un perro de protección, adopte un comportamiento calmado para no alertarlo. Si está impresionado, de media vuelta

• Si se encuentra con un rebaño, contórnelo ampliamente para no perturbar a los animales, incluso salga del sendero si es necesario.

Si está acompañado de su perro, manténgalo atado: evitará que propicie una intervención disuasiva de los perros al acercarse a un rebaño. No lo coja en brazos. En caso de conflicto, suelte la correa.

• Als u een kudde nadert, loop er dan met een grote boog omheen zodat u de dieren niet stoort. Ga indien nodig van het pad af.

• Cuidado con los comportamientos que le parezcan anodinos (intentar alimentar, acariciar, tomar una foto de un perro, un carnero, un cordero, etc.): los perros de protección pueden interpretarlos como una agresión.

• Als u een waakhond tegenkomt, blijf dan kalm teneinde de hond gerust te stellen. Als u zich geïntimideerd voelt, draai u dan langzaam om.

• Frente a un perro de protección, adopte un comportamiento calmado y pasivo para no alertarlo. Si está impresionado, de media vuelta lentamente.

• Houd uw hond altijd aangelijnd.Dat voorkomt een defensieve handeling van de berghond als u een kudde nadert. Laat in geval van een conflict de lijn los.

• Si está acompañado de su perro, manténgalo atado: evitará que propicie una intervención disuasiva de los perros al acercarse a un rebaño. No coja en brazos. En caso de conflicto, suelte la correa.

Si está caminando con , no amenace a los perros y mantengan la punta del palo hacia abajo

Si está en bicicleta, es preferible bajar antes de acercarse a un rebaño.

Unos grandes paneles le informan sobre la presencia de estos perros: PIENSE EN LOCALIZARLOS!

• Pas op voor handelingen die voor u onschadelijk lijken (dieren voederen, aaien of foto’s nemen van een berghond en/of schapen, lammetjes...): de waakhonden kunnen dat interpreteren als een aanval op de kudde!

• Als u wandelstokken gebruikt, bedreig er dan geen honden mee en houd de punt naar beneden gericht.

• Si está caminando con palos, no amenace a los perros y mantengan la punta del palo hacia abajo

• Als u te fiets bent, gaarne afstappen bij het naderen van een kudde.

• Si está en bicicleta, es preferible bajar antes de acercarse a un rebaño.

Grote borden zijn geplaatst om de aanwezigheid van de waakhonden te melden : HOUDT ZE IN HET EEN!

Unos grandes paneles le informan sobre la presencia de estos perros: ¡PIENSE EN LOCALIZARLOS!

De rotsen delen we!

Klimmen met respect voor natuur en soorten

Wanneer we als klimmer een goede greep vastpakken na een moeilijke passage in de route, genieten we van het moment, de uitdaging, de vrijheid. Maar misschien staan we te zelden stil bij wat er onder onze voeten leeft. Want diezelfde rotswand is ook de thuis van bijzondere planten, mossen, vlinders, reptielen en vogels. Voor de Klim- en bergsportfederatie (KBF) is klimmen niet alleen een sport, het is ook een engagement met respect voor de natuur die ons al die prachtige routes aanbiedt.

De nood aan natuurbeheer op klimsites komt voort uit twee sterke motieven: wettelijke verplichtingen en morele verantwoordelijkheid. Sites zoals Rochers du Paradou in Yvoir liggen in beschermde Natura 2000-gebieden. Daar gelden regels die onder andere de leefgebieden van zeldzame soorten beschermen. Als federatie moeten we wettelijk aantonen dat onze aanwezigheid geen schade veroorzaakt — en dat doen we via gedegen natuurbeheerplannen en een évaluation des incidences environnementales (EIE of Passende Beoordeling) alvorens we van de Waalse overheid de milieuvergunning krijgen.

Maar belangrijker nog: we willen dat ook. We willen de natuurwaarden beschermen want we beseffen dat we de rotsen delen met alles wat leeft. Het engagement van het KBF-ecoteam versterkt ook de relaties met de lokale overheden en natuurverenigingen, wat van onschatbare waarde is voor een goed natuurbeheer.

2. Wat is een Natuurbeheerplan en Waarom Maken We Het?

Een natuurbeheerplan is een document dat beschrijft hoe we de natuurwaarden op een terrein willen behouden of versterken. Dat gaat van ecologische inventarisaties tot praktische maatregelen op het terrein, zoals afsluitingen plaatsen, paden onderhouden of het vrijhouden van waardevolle, jonge pioniersvegetaties.

Voor KBF betekent zo’n plan meer dan verplicht papierwerk. Het is een werkmiddel voor onze rotsbeheerteams én een communicatieinstrument richting leden, buurtbewoners en overheden. Zo tonen we: “Klimmen kan perfect hand in hand gaan met natuurbehoud.”

Op de site van Rochers du Paradou, bijvoorbeeld, stelde KBF samen met het KBF-ecoteam een natuurbeheerplan op dat loopt van 2025 tot 2045. Het beschrijft hoe we rekening houden met de flora en fauna in het gebied, welke maatregelen we nemen, en hoe we dat alles opvolgen.

Boven: Clematis vitalba groeit uitbundig op de rotsen en beperkt zo mogelijkheden voor kleine pionnierskruiden.

3. De Natuur op de Rotsen: Soorten met een Verhaal

De biodiversiteit op onze klimsites is vaak verrassend rijk. Aan Rochers du Paradou komen bijvoorbeeld typische pionierskalkgraslanden (Natura 2000 type 6110) voor, een zeldzaam biotoop dat in België onder druk staat. Hier vinden we soorten als:

• Wilde weit (Melampyrum arvense) – een prachtig paarsgeel bloeiende kwetsbare plant die overleeft in open, zonnige omstandigheden. Klimmers en deze soort zijn aanwezig in een soort symbiose, waar het open houden van de rotsen door klimmen de juiste droge, warme omstandigheden creëert voor deze in Wallonië zeldzame soort.

• Rotsvlinder (Lasiommata maera) – deze vlinder houdt van ruige, zonnige hellingen en gebruikt de typische grassen als waardplant. Een gras zomaar blind uittrekken doen we dus niet!

• Muurhagedis (Podarcis muralis) – Iedere klimmer of wandelaar aan de klimrotsen heeft deze niet al te schichtige hagedis al wel eens zien rondlopen op de rotsen. Hij nestelt zich in warme spleten en zonovergoten platen.

• Buxus (Buxus sempervirens) – een struik die van nature op hellingbossen in de Maasvallei staat. Het is -jawel – dezelfde soort buxus die in vele tuinen staat. De soort heeft het de laatste jaren erg moeilijk door de invasieve, oprukkende buxusmot die het beschermde Europees habitattype 5110 Buxaies aantast.

Niet alle zones kunnen echter aan hun lot overgelaten worden. Grote delen worden wel beheerd volgens het natuurbeheerplan. Zo worden de klimroutes vegetatievrij gehouden en wordt woekerende klimop en Clematis verwijderd om ruimte te geven aan de rotsen met de specifieke chasmofyten, typische planten van barsten en spleten in de rots. Door gericht bepaalde delen van de rotsen te onderhouden voor het klimmen assisteren we terzelfdertijd een aantal zeldzame planten zoals de hierboven genoemde Wilde weit.

Habitats worden ook beschermd

Binnen het natuurbeheerverhaal zijn niet enkel soorten beschermd, maar ook habitats. Met een habitat wordt bedoeld het natuurlijke leefmilieu van een soort of van soorten. Zo zijn habitats vaak interessante leefgebieden voor een heel divers ensemble aan soorten.

Zo komt op de voormalige klimsector Jardin Alpin een complexe mix aan beschermde habitats voor zoals rotsen (Natura 2000 type – 8210, Kalkhoudende rotshellingen), pioniersbegroeiingen op rotsbodem (6110), buxusstruweel (5110), hellingsbossen met tongvaren en Lindebomen (9180).

En wat kunnen we doen om deze complexe zone met al haar biodiversiteit te beschermen? In dit geval: niets, gewoon de natuur er haar gang laten gaan. Hetzelfde gaan we doen met grote delen van het bos rondom de klimrotsen: een niets-doen beleid. Geen bomen kappen, geen bosbouw maar het bos laten ontwikkelen.

Door de zone Jardin Alpin met rust te laten, wordt het een zone voor spontane natuurontwikkeling, waar wie weet, in de nabije toekomst een slechtvalk (Falco peregrinus) komt te nesten op de onverstoorde rotsrichels.

4. Samenwerken voor een Gezonde Klimomgeving

Een goed natuurbeheerplan staat of valt met samenwerking. Daarom betrekt KBF niet alleen haar eigen Belgian Rebolting Team (BRT), maar ook KBF Ecoteam, biologen, terreinbeheerders, lokale natuurverenigingen en het Département Nature et Forêts (DNF), om samen tot een totaalvisie voor het gebied te komen.

Een mooi voorbeeld: vrijwilligers van het Ecoteam hebben uitvoerig het gebied geïnventariseerd. Deze inventarisatiegegevens vormden de basis voor het natuurbeheerplan. Zo weten we waar welke soorten voorkomen en waar we dan welke beschermingsmaatregelen kunnen treffen.

Ook educatie speelt een rol. Toekomstige informatieborden aan de ingang en verspreid in het gebied zullen bezoekers vertellen over de unieke natuur. Zo wordt het draagvlak vergroot bij klimmers & wandelaars.

5. De Toekomst: Respect, Recreatie en Resultaten

De komende jaren willen we als KBF blijven inzetten op geïntegreerd beheer van onze klimsites. Niet alleen voor Yvoir maar alle grote sites. Dat betekent:

• ruimte voor natuur én sport: Door een slimme zonering vermijden we dat klimmers en kwetsbare soorten elkaar in het gedrang brengen.

• Beheermaatregelen die werken: Denk aan gericht verwijderen van storend woekerende planten om ruimte te scheppen voor kwetsbare soorten.

• monitoring en aanpassing: Door regelmatig terreinbezoek en soorteninventarisaties weten we wat er waar leeft, en kunnen we ons beheer bijsturen.

• transparantie naar buiten toe: Via publicaties zoals deze, maar ook via samenwerking met partners, willen we tonen dat de klimsport haar verantwoordelijkheid neemt.

Ons doel?

Dat we binnen 20 jaar kunnen zeggen: de biodiversiteit op onze klimsites is verbeterd, niet ondanks, maar dankzij de klimsport.

En een laatste leuk weetje: in de laatste 30 jaar zijn er geen plantensoorten verloren gegaan in het gebied Rochers du Paradou! Dit weten we uit een vergelijking van de plantensoortenlijsten van 1994 en onze eigen inventarisaties uit 2024: alle plantensoorten van toen zijn nog steeds aanwezig, en meer zelfs. Toch een mooie, anekdotische getuigenis dat klimmen en biodiversiteit hand in hand kunnen gaan!

Besluit: Als klimmers zijn we geen buitenstaanders in de natuur, we maken er een deel van uit. De manier waarop KBF haar verantwoordelijkheid neemt, via natuurbeheerplannen zoals dat van Yvoir – Rochers du Paradou, is een sterk signaal. Aan onze leden, maar ook aan de buitenwereld. Want de rotsen zijn van ons allemaal – en dat betekent: delen, beschermen, en met respect klimmen.

Wil je meer weten over de biodiversiteit op onze klimsites of wil je zelf bijdragen aan monitoring of beheer?

Bezoek dan www.klimenbergsportfederatie.be of contacteer het KBF-ecoteam via rotsen@kbfvzw.be.

4-5 juli

9-13 juli

11-13 juli

18-19 juli

18-19 juli

19-20 juli

European Cup

Belgium Highline Festival

World Cup

Belgian Championship

World Cup

Youth European Cup

28 juli - 3 augustus Youth World Championships

7-17 augustus

Youth European Championships

5-6 september World Cup

5-6 september Spartatlon Endorfine

6 september 10u van Yvoir

13-14 september Youth European Cup

20 - 25 september Paraclimbing World Championships

21 - 28 september World Championships

Lead Ostermundigen, Zwitserland

Highline Freyr

Lead, Speed Chamonix, Frankrijk

Skyrunning Lake District, Verenigd Koninkrijk

Lead Comunidad de Madrid, Spanje

Lead Bologna, Italië

Lead, Boulder, Speed Helsinki, Finland

Lead, Speed Zilina, Slovakije

Lead Koper, Slovenië

Lopen, fietsen, klimmen, H2O-fun Chokier

Lead Yvoir

Lead Imst, Oostenrijk

Paraclimbing Seoul, Korea

Lead, Boulder, Speed Seoul, Korea

Op zoek naar een stage, groepstocht of opleiding tot lesgever of begeleider?

Op het KBF-portaal vind je alle info, surf naar portaal.klimenbergsportfederatie.be en klik op "Events"

Voor de wedstrijden is er een aparte kalender. Voor een overzicht van de nationale en regionale wedstrijden surf je naar: was.cmbel.be, de internationale sportklimwedstrijden vind je op ifsc-climbing.org

Koop je topo's en handboeken in de webshop van KBF

Met je aankoop steun het Belgian Rebolting Team en de KBF-werking.

webshop.klimenbergsportfederatie.be

Als KBF-lid geniet je van heel wat kortingen en voordelen.

Je ontdekt ze allemaal op www.klimenbergsportfederatie.be/ voordelen-leden-sportkaders

Rue de la Chavee 7, Maillen

Van 1/3 tot 30/10 ieder weekend open van vrij- tot zondag

Beyond ordinary.

Sometimes, it’s not the most extreme feats that make an adventure. It’s the tiny, electrifying moments that can only happen in the mountains.

It’s what happens when you break trail, venture to the other side of the ridgeline, and see what lies beyond the edges of the map.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.