6 minute read

The Belgian Yeti’s Ama Dablam Expeditie, Nepal

Onder het motto “Samen autonoom, en vice versa!” lanceerden Sofie Lenaerts en Stef Maginelle vorige zomer het idee om Ama Dablam (6814 m) in de Nepalese Himalaya te bedwingen. Zij klommen intussen een indrukwekkend palmares bijeen met elkaar, maar haalden bij een vorige poging in 2018 de top van deze machtige berg niet. Zij delen sinds enkele jaren graag hun bergervaring en motiveren anderen om grenzen te verleggen en uit hun comfortzone te klimmen. Na een online KBF-infosessie en heel wat ge-whatsapp schreven zich nog drie avonturiers in. De Belgian Yeti’s waren een feit!

Het vijftal reisde niet samen naar Kathmandu. Afspraak was om elkaar op wapenstilstand (vreedzaam) te treffen in het Ama Dablam basiskamp. Officieel liep de expeditie van 11 november tot 2 december 2022. Maar Alpua-vrienden Francis Couderé en Tom De Caluwé wilden graag vroeger naar Nepal afzakken om te acclimatiseren en, jawel… te telewerken!

Advertisement

Zij arriveerden 29 oktober in Lukla (2850 m) waar ze Stijn De Geest troffen en via een tussenstop in Phakding naar Namche Bazaar (3440 m) trokken. Qua bofkontgehalte overtrof Stijn de andere yeti’s ruimschoots. Hij was op dat moment immers al perfect geacclimatiseerd na een intensieve drieweekse trekking met een andere groep. Kers op zijn ijstaart: een erg koude maar geslaagde beklimming van Mera Peak (6476 m).

Tom, Francis en Stijn vonden in Namche een warme lodge met super gastvrouw, lekker eten, stopcontacten en wifi. Op weekend- en feestdagen werd niet getelewerkt en konden er flink wat hoogtemeters gemaakt worden. Naar Everest view point en Khumjung o.a. of naar Kunde Peak en Thame. Prachtige dagtochten in het gezelschap van lieve berghonden en verrassende ontmoetingen met lokale fauna. En steeds weer die spectaculaire zichten op de allerhoogste bergen van onze planeet.

Next stop was een prima verblijf naast het klooster van Tengboche (3860 m). Daar herhaalde de ‘routine’ zich: ’s ochtends vroeg uit de veren om bergop te wandelen en tegen de middag achter de laptop. Vijf uur tijdsverschil met werkend België heeft ook zo zijn voordelen. Na enkele dagen werd Tom ziek. Met een voorraadje Ibuprofen lukte het nog om Ama Dablam basecamp (4570 m) te bereiken, maar daarna werd hij met hoge koorts veroordeeld tot zijn slaapzak. Gelukkig kwam in het zog van Sofie en Stef ook een groepje Indische dokters aan in BC. Tom werd na een geïmproviseerde consultatie in de dining tent nog goed genoeg bevonden om niet te hoeven afdalen. Leve de antibiotica!

In het luxueuze BC werden de expeditieleden door de staf van Seven Summit Treks verwend met grote comfortabele tenten, thee en koekjes à volonté, drie warme maaltijden per dag, battery charging, een bucket shower…). Maar eens daarboven waren ze op zichzelf aangewezen: geen gids, dragers, kok of water. Dat betekende naast het eigen klimmateriaal en warme kledij ook de meegebrachte tenten, vuurtjes en maaltijden zelf naar boven dragen.

Al snel volgde dus een eerste rotatie naar advanced base camp (5400 m). Daar werd een klein tentje opgezet en gevuld met een lading spullen voor de summit push. Sofie en Stef bleven daar even acclimatiseren alvorens terug te keren. ‘Climb high sleep low', weetjewel. Francis en Stijn klommen verder door naar kamp 1 op 5800 m om daar, vlak naast de vaste touwen route, nog een tent op te zetten en hun vracht te droppen. In ijltempo daalden ze af in het decor van een dozijn 6000'ers, magisch belicht door de ondergaande zon. Eerste ‘portage’ geslaagd!

Stijn werd daar echter niet voor beloond en bracht de vriesnacht grotendeels door boven de put in de toilet tent... voedselvergiftiging. Compleet verzwakt was nu ook hij out voor de eerste toppoging. De weersvoorspellingen gaven veel wind, tot wel 90 km/u op de top. De yeti’s moesten hun toppoging dus goed plannen want ze konden geen gebruik maken van kamp 2 (6000 m). Alle plaatsen daar waren ingenomen door commerciële expedities. Ook kamp 3 wordt beter vermeden omdat het pal onder de grote Dablam hang gletsjer ligt. Stef, Sofie en Francis kozen ervoor om hun poging te wagen vanuit kamp 1.

Zo gezegd, zo gedaan: 17 november om twee uur startten ze aan hun beklimming. Ingeduffeld in donspak en dikke boots waren ze beschermd tegen de kou maar dit bemoeilijkte het overwinnen van de vele steile rotspassages. De yellow and grey towers zijn beruchte verticale wanden die, weliswaar beveiligd met een vast touw, veel inspanningen vragen om er in het holst van de nacht over te raken. Tussen elk kamp was het ongeveer vier uur klimmen maar na kamp 2 lag meteen de ‘grey couloir’ op hen te wachten. Met de punten van de stijgijzers was het steun zoeken op zowel rots als ijs en de piolets kwamen goed van pas om het evenwicht te bewaren. Daarna was het zalig verder klimmen op en over prachtige sneeuw formaties (o.a. ‘mushroom ridge’) tot aan kamp 3 op 6300 m.

Sofie merkte een andere klimmer op die zijn afdaling moest staken vanwege gezondheidsproblemen. De man leed aan longoedeem maar hij, noch zijn sherpa, had de nodige medicatie bij en een heli rescue kon niet meer uitgevoerd worden.

Gelukkig kon Stef hem wel dexamethason toedienen. Daarna besloten ze om zonder slaapzak, eten of drinken in kamp 3 te blijven overnachten. ‘s Ochtends kon de klimmer met de heli gered worden. Stef en Sofie zetten de afdaling in richting basiskamp, evenwel zonder kamp 1 af te breken want ondanks de mislukte top poging was hun expeditie tijd nog niet opgebruikt…

Francis was voorop en klom het laatste steile stuk richting top maar de yeti’s waren intussen negen uur onderweg en de vermoeidheid woog door. Bovendien had de zon de sneeuw ‘soft’ gemaakt waardoor ze bij elke stap wegzakten. Sofie haar krachten ebden stilaan weg. Stef haalde Francis bij net boven de Dablam gletsjer maar merkte dat de weg naar de top nog best ver was … en een bergtop is slechts de helft van het totale traject!

Francis gaf er de brui aan en Sofie besloot mee af te dalen naar kamp 3. Zij zou daar wachten op Stef terwijl Francis de lange afdaling naar kamp 1 aanvatte. Ondertussen besefte ook Stef dat het stilaan te laat werd. Hij keerde op 6600 m om, na twaalf uur klimmen… een dikke 280 m van de top. Iets hoger dan vier jaar geleden maar het had opnieuw niet mogen zijn.

De inspanning op zulke hoogte heeft natuurlijk zijn tol geëist en de zin om nog een tweede poging te wagen leek ver weg. Voor Francis keerde dit echter al toen hij een enthousiaste Tom tegenkwam die in ABC had overnacht. Tom was door zijn sinusitis/keelontsteking nog niet boven het basecamp geweest en had dus nog wat in te halen op vlak van acclimatisatie.

Enkele warme tassen thee in het basiskamp later begonnen er al ideeën te komen over hoe het team een tweede poging beter kon aanpakken. Het duurde niet lang vooraleer vier yeti’s een akkoord bereikten (Stijn had een longontsteking opgelopen en kon dus ook met de tweede poging niet mee).

Tom en Francis zouden ditmaal een extra tent naar kamp 3 dragen en daar overnachten. Stef en Sofie zouden een dag later hetzelfde scenario volgen, en die tent weer meenemen. Een (letterlijk) zwaarder plan dus, maar wel eentje met hogere slaagkansen door de kortere finale summit push. Ze begonnen vol goede moed aan de beklimming en kwamen vlot aan in kamp 1, ruim boven het wolkentapijt dat elke dag rond 16u de vallei vulde. Letterlijk adembenemend uitzicht! De dag erna bereikten Tom en Francis relatief fris de beruchte ‘yellow tower’. Gelukkig maar, want deze verticale rotswand klimmen met een rugzak op 6000 m is verre van evident. Ze maakten dankbaar gebruik van de vaste touwen om tussen twee passages even naar adem te happen.

Voor Tom en Francis was het de eerste ervaring op deze hoogte en ze waren onder de indruk van de impact van het gebrek aan zuurstof. Even rusten om op adem te komen leek amper effect te hebben en gewoon blijven staan was natuurlijk ook niet echt een optie. In prachtige condities bereikten ze de top van de Ama Dablam en namen er even de tijd om het indrukwekkende uitzicht over de Himalaya in zich op te nemen.

De verdere tocht naar de schouder waar kamp 3 zich bevindt, verliep zonder incidenten. Ze bleken daar tot hun verrassing alleen te zijn! Dat was blijkbaar meestal wel anders. Het sneeuwveldje dat een heel seizoen klimmers had geaccommodeerd, leek meer op een verlaten festivalcamping. Overal lagen achtergelaten stokken, gasbonnen, touwen en isolatie. Dit vele afval konden Tom en Francis wel nuttig gebruiken als sneeuwankers om hun tent stevig vast te zetten.

Bij zonsopgang trokken de twee koplopers naar de top. Afgezien van een klein stukje ijsklimmen liep dit laatste deel van de beklimming over een 40°+ sneeuwhelling. Technisch niet zo moeilijk maar wel extreem vermoeiend.

Op weg naar beneden kruisten ze net onder kamp 3 het tweede duo. Ze wensten Sofie en Stef (even)veel succes met hun summit push en daalden verder af. Toen ze bekaf aankwamen in kamp 1 was het al een tijdje donker. Nog even snel iets achter de kiezen en dan eindelijk de slaapzak in. Stef en Sofie brachten op hun beurt de nacht in kamp 3 door, in een tent deze keer. Over de radio kwam de ochtend erop al snel het goede nieuws dat ook zij de top succesvol hadden bereikt. Een geweldig resultaat voor de Belgian Yeti’s, het plan met de aangepaste strategie had gewerkt!