4 minute read

Op stap met het gezin

Corsica is een prachtig eiland maar ook ruw. De paden zijn soms technisch, gaan soms langs relatief gevaarlijke afgronden en door de droge omstandigheden is het goed opletten waar je water of bevoorrading kan vinden. De hitte in de zomer maakt het wandelen soms zwaar maar door de nabijheid van de kust heb je vaak wel een fijne bries die verzachtend werkt. Omdat we als gezin graag genieten van de bergen maar niet willen overdrijven in het gewicht van de rugzak kozen we voor twee korte meerdaagse trektochten in het Corsicaanse binnenland.

Tour de Monte Renoso (lus 1)

Advertisement

Dag 1: Refuge de Capannelle (1591m) – Punta Bacinello (2247m): 3.2 km, 656m stijgen

Bij onze startplek, de Refuge de Capannelle is het bloedheet. We stijgen over een steil, stoffig en rotsig pad dat ooit het einde van de skipiste was langs een variante van de GR20. Zigzaggend gaat het door lage begroeiing omhoog. Lac de Bastani is een mooi meertje waar ik meteen wat water zuiver door het te koken om het vervolgens te koelen als drinkwater. Na een pauze met de voeten in het water trekken we verder op zoek naar een bivakplekje. Her en der zitten duidelijk wat geiten en schapen… dus het is even zoeken om iets vlak en ‘onbescheten’ te vinden.

Onze zoon vergelijkt de stenen met zijn game Minecraft, en weet ook dat we vanavond kans maken op een ‘rode’ maan. Dat gebeurt meestal één keer per jaar. De schaduw van de aarde kruipt dan over het beeld van de maan. We genieten van de prachtige zonsondergang en zien de rode maan verschijnen.

Dag 2: Punta Bacinello (2247m) – Bivakplek nabij de Ruisseau de Cannareccia (1470m): 12,10km, 270m stijgen, 853m dalen

Na een nacht met veel wind trekken we verder naar de Monte Renoso tussen de grote boulders door. Her en der moeten we onze handen gebruiken om te klauteren. Na de Punta di Valle Longa gaat de afdaling over een makkelijk pad en passeren we de Punta Orlandino, de Monte Torto en vervolgens de Crête de Pietradione die ons tot de Col de Pruno brengt. Het pad is zeer ongemakkelijk met heel wat losse stenen. Door het weinige slapen voelen we de vermoeidheid. Tijdens de lunch eten we Italiaanse worst en wraps en bij de Bergenes de Pozzi in de vallei vinden we een bronnetje met drinkwater.

Op de flanken van de Punta Cappella schakelen we van de variante over op de echte GR20. Af en toe valt er wat regen die aanvoelt als een echte verfrissing. Op de steile hellingen met veel wilde begroeiing is het niet altijd even evident om een bivakplekje te vinden, maar bij Ruisseau de Cannareccia kunnen we neerstrijken. Ideaal om ons te wassen in de waterval en drinkwater bij te tanken. Een koeienkalf loopt los rond door het bos… maar blijft op een veilige afstand. Gelukkig maar, want ik slaap opnieuw onder de blote sterrenhemel.

We worden wakker met een warme wind. De zon is ook al terug van de partij. We zijn snel op pad. Sommige hikers zijn onder de indruk van Louis die met zijn 8 jaar vlot mee stapt. We komen aan de D169 maar na 200m gaat het aan de Pont de Casaccie via een steil rotsig pad zigzaggend naar boven. We stijgen in de hete zon met gelukkig her en der wat schaduw van de naaldbomen.

We doen er langer over dan verwacht. Plots roept Cynthia hoopvol “ik zie de hut”. We installeren ons op het terras van de Refuge de Capannelle en bestellen cola’s en waterijsjes. Het is bijna middag dus we besluiten er wat te eten en terwijl de route voor de komende dagen vast te leggen. De Monte d’Oro laten we voor wat hij is en we besluiten een wat zuidelijker route op te zoeken.

Tour de Monte Formicula (lus 2)

Dag 1: Cozzano (726m) – Bivakplek (1216m): 6,45km, 475m stijgen

Na de lekkere lunch rijden we naar Cozzano, de startplek van onze tweede meerdaagse lus. Echte Corsicaanse worst, komkommer, appels, citroenen, muntsnoepjes en chips in kleine zakjes verdwijnen in de rugzak. Ook een fles limonade van 2l en ongeveer 4l water gaan mee op de rug van papa Bos. Terwijl we de rugzakken inladen komen de lokale bewoners langs… het ene wilde zwijn na het andere passeert op 5m van de wagen.

We volgen even het gruisbaantje tot we de GR van de Mare a Mare Centre oppikken. Met oranje en gele strepen zijn de aanlooproutes naar de kam en cols aangegeven. Overal zien we paadjes, modderpoelen en zwarte varkens. De vermoeidheid van de tocht deze ochtend en de hitte deze namiddag kruipt wat in onze benen. Als we een vlak stuk op het oog hebben om er onze tarptent neer te zetten, blijken er al een 40-tal biggen en zeugen te wonen... Wat verder vinden we wel rust. Louis en Cynthia spelen nog even een spelletje Beverbende in de tarptent. Ik lig al snel te knorren.

Dag 2: Bivakplek (1216m) – Refuge d’Usciolu (1725m): 7,2km, 777m stijgen, 225m dalen

Na een snel ontbijt gaat we op stap. Louis verkiest om de conversatie te laten gaan over het verzinnen van thema’s voor nieuwe legosets. We stappen steeds steiler omhoog, opnieuw via de GR van de Mare a Mare Centre. Sneller dan verwacht staan we na een uurtje aan de Col de Laparo en kruisen de GR 20 die terug onze leidraad wordt.

Na de lunch schakelt Cynthia naar een hoger tempo omdat er onweer in de lucht hangt. Louis en ik volgen. Snel stijgen we nu naar de Monte Formicula over een heel ander terrein dan de voorbije dagen. De duidelijke markering van de GR maakt het makkelijker om het juiste pad te volgen. Het ligt wel vol losse stenen en gruis dus het is opletten geblazen.

We mogen de tentjes opzetten op de bivakzone van Refuge d’Usciolu. Voor de 12€ pp die je daarvoor betaalt krijg je een rotsige ondergrond, eindeloos drinkwater aan de bron, warme en koude douches, een lavabo en droge toiletten. Je kan je ook bevoorraden aan de hut en er iets eten. We zijn nog maar net geïnstalleerd of de eerste onweersbui trekt over. En de ganse namiddag blijft het wisselvallig.

Dag 3: Refuge d’Usciolu (1725m) – Cozzano (726m): 5,5km, 150m stijgen, 1000m dalen

Het is nog even stijgen naar de Bocca di Surogheddu (1805m) om dan vervolgens een dikke 1000m te dalen. We worden na een korte zigzag over gruis snel ingehaald door de oudste huttenwirt die bevoorrading gaat halen met de muilezels. Indrukwekkende oude bomen staan langs het pad. We wandelen tussen de zwijnen naar onze wagen. Jos het zwijn, want zo hebben we het zwaarste onder de varkens gedoopt, heeft blijkbaar even “gerust” tegen onze wagen. De flank van de bumper is blijkbaar een soort van toog voor wilde zwijnen want aan beide zijden zit er een modderveeg op. Onze blauwe wagen is eerder een doffe beige bestofte bolide geworden. Wat een trip zeg: mooi, gevarieerd en zoals steeds… prachtig gezelschap!

Het volledige verslag met praktische info op: https://yanickintothewild.com/2021/07/30/rondje-monte-renosorondje-monte-formicula-corsica-frankrijk-juli-2021/