TaalCompleet A1 Thema 2

Page 19

THEMA

81 Kijk naar de woorden. Zet een streep onder de woorden die in het enkelvoud zijn. Zet een rondje om de woorden die in het meervoud zijn.

2

Voorbeeld

BOODSCHAPPEN

verhaal sokken

1. personen

11. bus

2. neef

12. broers

3. jaar

13. seizoenen

4. school

14. woordenboek

5. klinkers

15. letters

6. groenteman

16. zussen

7. aardappels

17. verkoopsters

8. computer

18. opdrachten

9. kranten

19. ziekenhuis

10. markt

20. boodschappen

82 83 84 * 85 ** 86 **

Maak de opdrachten.

Ga naar www.taalsterk.nl en maak de opdrachten op de computer.

87 Vul in.** Je schrijft een brief aan je vriend. Je vertelt over je familie. Vul het meervoud in. Kies uit: broer – gesprek – maand – neef – nicht – tante – zus

146


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.