
5 minute read
REPORTAGE: Ieder zijn vak, ook in basis
from Klasse Magazine 027
by klasse.be
Wie is Kim Van Audenhove?
• titularis van het zesde leerjaar in GO! basisschool De Krekel in Haaltert • vak-anker wiskunde en wereldoriëntatie in de derde graad
Advertisement
Elk zijn vak, ook in het basisonderwijs
Tekst Hanne Van Daele Beeld Tine Schoemaker
Een andere leraar voor elk vak, dat is alleen iets voor het secundair. In basisschool De Krekel denken ze daar anders over. Leraar Kim geeft geen volledige dagen les in zijn zesde leerjaar, maar zet als vakanker wiskunde en wereldoriëntatie zijn talenten ook in het vijfde leerjaar in. Taal en muzo laat hij aan de collega’s over.
“Wanneer ik wiskunde geef aan het vijfde, zitten mijn leerlingen van het zesde bij mijn collega voor taal. Ook vakken als Frans, wereldoriëntatie en muzische vorming stoppen we in een wisselwerking. Zo geven we elk wat we graag doen en goed kunnen.”
“Voelen zoveel uren wiskunde beperkend of eentonig voor een leraar lager onderwijs? Zeker niet: je geeft voortdurend andere leerstof, je ziet leerlingen elk op hun manier reageren op je vak, je kan lessen gebruiken om te leren en bij te schaven. Moet ik die oefening morgen anders uitleggen? Een sterkere werkvorm verzinnen? Als de vijfdes moeilijkheden hebben met oppervlakteberekeningen, dan zoek ik uit of mijn herhalingsles in het zesde scherper moet. Ik hou wel van afwisseling en verandering. Werken als vak-anker of vakleraar matcht dus perfect met mijn persoonlijkheid en het boost mijn motivatie.”
JOUW STERKTES, MIJN ZWAKTES “Afhankelijk van het aantal klassen wijzigt mijn jaarlijkse lesopdracht. Wiskunde is wel altijd mijn rode draad, aangevuld met wereldoriëntatie en wat uurtjes Frans. Cijfers en berekeningen boeien me het meest. In mijn ogen kan wiskunde echt sexy zijn. Er zijn collega’s die dat niet zien. Voor hen zijn vraagstukken louter gestructureerde stappen die naar een oplossing leiden. Ik zie creatieve denkoefeningen, patronen en kansen tot klasdiscussies.”
“Creatief schrijven is dan weer helemaal niets voor mij. Ik doe het zelf niet graag, heb weinig inspiratie voor opdrachten en kijk een beetje op tegen het verbeterwerk. Dan ben ik blij dat een collega met een hart voor taal die taak overneemt. En veel beter invult dan ik dat kan. Binnen een vak-ankerwerking vul je je eigen zwaktes op met de sterktes van collega’s. De capaciteiten binnen een team worden ten volle benut. Leerlingen krijgen daardoor niet langer les van een leraar die van alles iets weet, maar van leraren die kunnen uitmunten in een bepaald vak.”
“Een vak waar je zelf door gepassioneerd bent, breng je automatisch beter over naar je leerlingen. Je neemt ze mee in een verhaal, ook al vinden ze jouw vak moeilijk of hebben ze er geen echte knobbel voor. Maar je zoekt ook uit hoe je moeilijke leerstof op een andere manier kan uitleggen, hoe je leerlingen kan uitdagen of remediëren. Als vak-anker kan ik daar sterker op inzetten. De uren voorbereiding vliegen voorbij. Bij vakken die ik minder graag voorbereid, tikte de klok veel trager en stond er ‘s avonds veel minder op papier.”
NOOD AAN AFWISSELING “Als ik onze vak-ankerwerking uitleg aan vrienden met kinderen in het reguliere systeem, klinkt al dat gewissel met klassen voor hen best complex. Nochtans verloopt het intussen heel vlot en spontaan, zowel voor leraren als voor leerlingen. En omdat kinderen al wennen aan leraren die elk een vak geven, vraagt de stap naar het eerste middelbaar niet zo’n grote aanpassing. Bovendien werken ze ook al aan hun planningsvaardigheden: ze moeten agenda’s van verschillende leraren en vakken matchen. Iets wat ze in het secundair ook moeten doen.”

“Dat afwisselen heeft nog voordelen. De leerlingen geven aan dat ze het fijn vinden om meerdere leraren te leren kennen. Iedereen vindt wel een leraar met wie het klikt. Verandering van spijs doet eten, afwisseling houdt leerlingen aandachtig. En toegegeven: elke leraar heeft wel eens een slechte dag. Die vibe wil je niet doorgeven aan je leerlingen, maar onbewust doe je dat toch. Doordat leraren voortdurend van klas wisselen, komen leerlingen ook altijd met positievere energie in contact.”
BUITEN JE EIGEN HOKJE KIJKEN “Omdat ik naast wiskunde ook wereldoriëntatie en Frans geef, zie ik mijn leerlingen toch nog in verschillende contexten. Zo spot ik snel de leerling die problemen heeft met spelling, ook al geef ik zelf geen lessen taal. En al ligt de expertise om zo’n leerling te remediëren dan wel bij een van mijn collega’s, toch kijken we verder dan ons eigen hokje.”
“Naar school gaan is meer dan leren alleen. Als een leerling met iets in zijn maag zit, kan je die als vak-anker minder makkelijk de hele dag opvolgen en begeleiden. Onderling overleg vormt daar de sleutel tot succes. Elke drie weken zitten we samen met de zorgcoördinator zodat we het totaalplaatje blijven zien over de andere vakken én het welbevinden van de leerlingen.”
“Door onze vak-ankerwerking kunnen we ook onze oudercontacten efficiënter organiseren. Als klastitularis van het zesde kan ik algemene feedback geven en alles duiden voor rekenen, maar voor taal boeken ze beter een afspraak bij mijn collega. Zo kunnen we – als dat nodig is – het grootste deel van een contactmoment toespitsen op het vak waar overleg en bijsturing het meest aan de orde is.”
KWALITEIT BOVEN KWANTITEIT “Mis ik het om een klas elk uur van de dag bij mij te hebben? Nee, maar ik kan begrijpen dat niet elke leraar lager onderwijs voor deze werkwijze staat te springen. Als jij liever jouw klasgroep bij je houdt om hen van A tot Z te begeleiden, dan loop je vast in onze aanpak met vak-ankers.”
“Sommige leraren vinden dat het contact met de leerlingen sterker is als je een volledige dag in dezelfde klas staat. Ik ervaar dat zo niet. Zowel met de vijfdes als met de zesdes heb ik nu een goede band, net omdat ik mij kan smijten in wat ik graag doe. En omdat ik ze twee jaar op rij bij me heb. Niet het aantal uren samen, maar hoe je ze invult, bepaalt de connectie met je klas.”
“Een vijftal jaar geleden stapten we over van een gewone werking naar vak-ankers. Zo’n verandering lijkt in eerste instantie beangstigend, maar er zit zoveel meerwaarde in. Als leraar zijn we er zelf deels verantwoordelijk voor om onze job boeiend te houden. Een vak-ankerwering biedt voordelen naar planlast en werkdruk, maar ook naar talentontwikkeling en motivatie. Je expert voelen in een vak en daarin blijven groeien: het is goed voor jezelf én voor je leerlingen.”