4 minute read

REPORTAGE: “Met UDL

“De halve klas haakte af, tot ik UDL ontdekte”

Tekst Kyra Fastenau Beeld Katoo Peeters

Advertisement

Universal Design for Learning: de term zoemt al een paar jaar rond in onderwijsland, maar wat is het nu concreet? Leraar Valerie vertelt hoe ze UDL toepast in het zesde leerjaar.

“Universal Design for Learning wil zeggen dat jij je les zo organiseert dat de hele klas die zonder (veel) redelijke aanpassingen kan volgen. Je biedt de leerstof op verschillende manieren aan en laat je leerlingen die ook op verschillende manieren verwerken. Om de motivatie te verhogen, hou je bovendien rekening met hun verschillende interesses.”

“Wereldoriëntatie is voor mij hét vak om daarmee te experimenteren. Vroeger pakte ik die lessen heel klassiek aan: educatieve video, gevolgd door een onderwijsleergesprek en een werkbundel. Ik deed mijn best om het zo leuk mogelijk te maken, maar toch bereikte ik alleen de geïnteresseerde en taalvaardige leerlingen. De rest van de klas haakte af.”

CAESAR EN CLEOPATRA “Nu doe ik het helemaal anders. Ik kies een thema en geef mijn leerlingen de lesdoelen en een paar kernbegrippen mee: enkele figuren uit de oudheid bijvoorbeeld. Vervolgens laat ik ze in groepjes een lesje uitwerken voor elkaar. De leerlingen kiezen zelf rond welke figuur ze willen werken en hoe. Sommigen houden graag een spreekbeurt over Julius Caesar, anderen maken liever een werkstuk. Maar een animatiefilmpje van een veldslag kan ook, of een toneelstuk over Caesar en Cleopatra. Met de app Morfo kunnen ze Caesar zelfs tot ‘leven’ brengen en laten vertellen over zijn veldtochten!”

“Omdat we geen handboek voor wereldoriëntatie hebben, zoeken de leerlingen hun informatie zelf via verschillende bronnen. Dankzij onze tablets kunnen ze kiezen tussen lezen, luisteren of een video bekijken. Maar ze weten ook dat je op internet niet altijd de waarheid vindt. Daarom reserveer ik bij de bib-bus veel materiaal rond het thema. Doordat de leerlingen het resultaat van hun werk aan hun klasgenoten tonen, wordt de leerstof automatisch op verschillende manieren aangeboden: mondeling, schriftelijk, via beelden of verhalen … Komt een lesdoel niet aan bod, dan vang ik dat op met een extra opdracht of educatief spelletje.”

“Wereldoriëntatie is hét vak om met UDL te experimenteren”

STIGMATISERENDE NIVEAUGROEPEN “Omdat UDL bij wereldoriëntatie zo’n succes was, besloot ik ook mijn rekenlessen volgens deze methode te organiseren. Want ook daar bereikte ik niet alle leerlingen. Vroeger loste ik dat probleem op door de klas in niveaugroepen te verdelen. De zorgleraar hielp de ‘zwakke’ leerlingen. Maar dat voelde niet alleen stigmatiserend, het was ook weinig effectief. Onze rekenmethode werkt namelijk écht niet voor sommige leerlingen. Dus waarom zou ik me beperken tot het handboek, als er online ook andere rekenmethodes te vinden zijn?”

“Inmiddels kiezen mijn leerlingen elke rekenles hoe ze willen werken: klassikaal of zelfstandig. In de (mini)klas geef ik les volgens de methode uit het handboek. De zelfstandige werkers gaan onder begeleiding van de zorgleraar aan de slag met een methode naar keuze. Sommigen maken zelf opdrachten uit het handboek, anderen oefenen op Bingel.”

“Ik voorzie ook QR-codes. Als leerlingen die scannen, krijgen ze een alternatieve, meer visuele uitleg. En ik zorg voor veel concreet materiaal, zoals blokjes, spiegeltjes en touw. Want bij UDL mag elke leerling uit het aanbod plukken wat hij nodig heeft, ongeacht leerproblemen of diagnoses. Leerlingen zitten trouwens niet vast aan een groep, maar kiezen per les waar ze behoefte aan hebben. Natuurlijk duurt het even voor ze zichzelf kunnen inschatten: in het begin zat de hele klas bij mij. Inmiddels is het ongeveer fiftyfifty verdeeld. En ik zie de leerwinst!”

Wie is Valerie Willems?

• leraar in het zesde leerjaar van GO! basisschool Op Dreef in Merksem • superdiverse klas met twaalf nationaliteiten, veel verschillen in leertempo en enkele IAC’s

“Niveaugroepen voelden niet alleen stigmatiserend, ze waren ook weinig effectief”

FIETSLES AAN DE BESTE REKENAAR “Universal Design for Learning vraagt niet altijd grote inspanningen. Met enkele one size fits all-maatregelen kom je ook een heel eind. Zo was mijn klas aan het begin van het schooljaar heel druk. Vijf minuten wachten en mijn les was om zeep. Leerlingen zaten in spanning: wat komt er vandaag allemaal op ons af? Ik vond een simpele maar effectieve UDLoplossing: een bordschema met de structuur van de dag. Welke les doen we wanneer? Welk materiaal hebben de leerlingen nodig? Werken ze in hoeken, met een contract? Zo’n overzicht geeft leerlingen houvast.’

‘Sowieso is UDL een heel gestructureerde aanpak. De lessen wereldoriëntatie en rekenen gebeuren altijd volgens hetzelfde principe. Leerlingen weten precies uit welke opties ze kunnen kiezen, waar het materiaal ligt. Bij taal volgen we het handboek, maar dat heeft ook een duidelijke structuur met bijvoorbeeld een vaste kleurcode voor zinsontleding.”

“Voelen kinderen met een beperking zich dankzij UDL echt deel van de groep? Het beste voorbeeld is een leerling met een individueel aangepast curriculum. Voor taal zit hij op het niveau van het tweede leerjaar, voor rekenen van het vierde. In het begin van het schooljaar kroop hij helemaal in z’n schulp, maar de UDL-aanpak deed hem openbloeien. Want doordat we zoveel met tablets werken, valt het niet op dat hij Sprint gebruikt als ondersteuning bij zijn dyslexie. In de lessen wereldoriëntatie leeft hij zich creatief uit, want hij kan toneelspelen als de beste. En sinds kort geeft hij tijdens de middagpauze fietsles aan klasgenoten die dat thuis niet geleerd hebben. Geweldig toch, dat hij aan de beste rekenaar van de klas uitlegt hoe je een bocht of helling neemt?”

This article is from: