
24 minute read
DOSSIER: Stress voor de les
from Klasse Magazine 025
by klasse.be
Dossier Stress
Leren (z)onder stress
Advertisement
Tekst Kyra Fastenau, Sara Frederix & Femke Van De Pontseele Illustraties Carmen Cansado Beeld Tine Schoemaker Een gezonde dosis stress helpt je leerlingen leren. Maar wat als spanning meedogenloos in hun hoofd of buik slaat? Klasse sprak met expert Eva Kestens en drie leraren over reptielenbreinen, stressvensters en weerbaarheid.
“Ritme en rituelen verlagen stress in de klas”
Stress verminderen door de muziekles te schrappen? Toetsen inhalen tijdens de speeltijd? Het slechtste wat je kan doen, zegt kinder- en jeugdpsychiater Eva Kestens. “Ons brein heeft rustmomenten nodig, om daarna beter te leren.”
“In de kinder- en jongerenpsychiatrie zien we een duidelijk verband tussen stress en school. De aanmeldingen verminderen tijdens de vakantie en stijgen in september, met een piek rond Pasen. Leerlingen scoorden slecht op hun examen, de school vermoedt een leerstoornis en ouders hopen dat we snel een diagnose kunnen stellen. Zodat, met medicatie of redelijke aanpassingen, de eindexamens beter gaan. Maar door de volle wachtlijsten duurt het helaas lang voor een kind geholpen is.”

“Schoolstress is van alle tijden. Ik zie vooral een maatschappelijke tendens: de opkomst van sociale media, de drang om continu functioneel bezig te zijn, het bombardement aan prikkels. Maar ons brein heeft rustmomenten nodig om optimaal te leren en functioneren. Zeker een kinder- of tienerbrein, dat voortdurend nieuwe zenuwnetwerken aanlegt. Dat maakt dat kinderen vlot leren, maar het heeft een keerzijde. Ook stress pikken ze snel op. Daarom is het belangrijk dat ze die al vroeg leren reguleren.”
Wat is de invloed van stress op het lerende brein?
“Een beetje stress is nodig om te leren en te groeien. Zolang de uitdaging zich bevindt in de zone van naaste ontwikkeling, net boven wat een leerling al kan, is er geen probleem. Dat is gezonde stress, die je leerling uitdaagt om zich verder te ontwikkelen. Ligt de uitdaging te hoog? Dan ontstaat er ongezonde stress, die het leren juist belemmert. Er zijn bovendien nog andere stressoren die een leerling meeneemt naar de klas. Denk aan spanningen thuis, buiten de groep vallen, je niet goed kunnen uitdrukken in het Nederlands …”
“In de hulpverlening maken we stress bespreekbaar met de window of tolerance. Binnen dat mentale raam functioneer je optimaal. Je kan opletten in de klas, verwerken wat de leraar vertelt, een vraag stellen als je iets niet begrijpt. Maar bij te veel opwinding doorbreek je een soort bovengrens en kan je niet meer focussen. Hoe gespannen je bent, schommelt door de dag. Een ruzie thuis voor je naar school vertrekt, doet je stressniveau stijgen. Fiets je daarna door de natuur, dan zakt de stress weer. Maar mis je de bus en dreig je te laat te komen? Dan stapelt stress zich op stress en is de kans groot dat je uit je mentale raam gaat. Op dat moment staat je prefrontale cortex, je denkende brein, buitenspel. Je limbisch systeem, ook wel je emotionele brein genoemd, neemt het over. Je ademhaling versnelt, je hartslag verhoogt, je spieren spannen op. Logisch nadenken lukt niet meer.”
“In de klas is dat het moment waarop een leerling figuurlijk of letterlijk dingen naar je hoofd slingert. Praten heeft dan geen zin, je wacht beter tot de stress gezakt is. Besef dat een leerling reageert vanuit instinct: vechten, vluchten of bevriezen. Neem het niet te persoonlijk en gooi niet met straffen, want dat is olie op het vuur. Als een leerling wil weglopen en jij gaat tussen hem en de deur staan, is de kans groot dat hij agressief reageert. Met leerlingen die vaak buiten hun raam gaan, maak je daarom op een rustig moment een plan. Waaraan voelen ze de spanning stijgen? En wat kan die dan helpen zakken? Maak een time-outplek waar ze
Wie is Eva Kestens?
• psychiater in Ter Wende-
Espero, een behandelcentrum voor vijf- tot achttienjarigen en vormingsplek voor hulpverleners en scholen • gespecialiseerd in stress en trauma

naartoe kunnen en spreek af wie tussendoor checkt of de leerling gekalmeerd is, de zorgleraar bijvoorbeeld.”
Waaraan merk je dat een leerling buiten zijn ‘stressvenster’ dreigt te gaan?
“Veel zaken kunnen een stressreactie uitlokken. Maakt een leerling thuis veel ruzie mee? Dan kan een leraar die de stem verheft, een trigger zijn. Voor een kind met een leerprobleem kan het een uitdagende taak zijn. Een leerling met autisme kan gevoelig zijn voor visuele of auditieve prikkels. Leerlingen reageren ook heel verschillend op zo’n trigger. Niet iedereen begint met stoelen te smijten.”
“Er zijn kinderen die bevriezen. Ze worden niet snel opgemerkt, maar terwijl ze muisstil in hun bank zitten, zijn ook zij niet tot nadenken in staat. Dat zijn de leerlingen die regelmatig lijken te dagdromen. Die ‘ja’ knikken als je hen een opdracht geeft, maar toch niet doen wat je vroeg. Hun denkende brein stond uit, dus hebben ze de informatie niet opgeslagen. Als je opdrachten geeft en merkt dat een leerling afwezig is, vraag dan rustig of ze je boodschap kunnen herhalen.”
“Klaagt een leerling geregeld over buikpijn? Ook dat kan aan stress gerelateerd zijn. Misschien wil hij naar huis om te zorgen voor een zieke ouder. Misschien wordt hij gepest of heeft hij faalangst voor een toets. Maar het is evengoed mogelijk dat het wél om een maag- of darmprobleem gaat. Ik merk vaak dat fysieke klachten van kinderen minder ernstig worden genomen. ‘Het zal wel schoolstress zijn, gewoon even volhouden’, roepen we al snel. Maar dat lijf wil sowieso iets vertellen. En of dat nu lichamelijk of psychisch is, je moet ermee aan de slag.”
“Omgaan met stress in de klas is dus echt maatwerk. Idealiter weet elke (zorg)leraar waardoor kinderen uit hun raam gaan en wat dan helpt. Uiteraard vraagt dat een investering. Maar met de basisprincipes van de window of tolerance kom je al een heel eind. Leg ze klassikaal uit, met voorbeelden

van situaties waarbij je zelf uit je ‘raam’ gaat. Laat leerlingen daarna in kleine groepen nadenken over wat hen triggert en weer rustig maakt. Of doe de denkoefening als klas: wat kan ons als groep helpen?”
Is de window of tolerance altijd en voor iedereen even groot?
“Hoe stressbestendig iemand is, is deels nature en deels nurture. Sommige kinderen hebben extra aanleg voor stress vanwege vroeggeboorte, autisme, ADHD, hoogsensitiviteit … Maar ook de eerste duizend dagen zijn heel bepalend. Als ouders adequaat reageren op signalen van hun kind, door de fles te geven of de pamper te verversen, leert het erop vertrouwen dat zijn behoeften vervuld worden. Het bouwt een weerbaar stresssysteem: een peuter met honger kan al twee minuten wachten op de ping van de microgolf. Maar groeit een kind op in een gezin waar veel stress is, bijvoorbeeld door geldzorgen, ziekte of relationele conflicten? Of kunnen de ouders zijn signalen niet goed lezen? Dan ontwikkelt het een systeem dat gevoelig is voor stress. Al vormt dat stresssysteem zich ook nog in de jaren daarna. Dus zelfs als een kind een moeilijke start had, kan de school een groot verschil maken.”
Hoe kan de school kinderen helpen hun stress te reguleren?
“Wat betreft stressregulatie kunnen we een voorbeeld nemen aan het kleuteronderwijs. Voor het eerst naar school gaan, is enorm stressvol. Plots zijn kleuters op een onbekende plek en ze weten niet wanneer ze hun ouders weer zien. Om houvast te bieden, bestaat hun schooldag uit een aaneensluiting van rituelen. Vaak gaan die gepaard met een liedje of een dansje, zoals het opruimlied. Dat is niet zonder reden: ritme en rituelen brengen het brein tot rust.”
“Niet voor niets hebben de meeste mensen een vast ochtendprogramma: wassen, aankleden, ontbijten … Het leven zou supervermoeiend zijn, als we daar elke dag opnieuw over moesten nadenken! Doordat ons brein ons richting rituelen stuurt, komt er ruimte vrij voor nieuwe impulsen. Ruimte om te leren. Ook ritme werkt kalmerend. De eerste hersencellen werden aangelegd in de baarmoeder, onder de hartslag van onze moeder: een beat van zestig tot tachtig slagen per minuut. Muziek in hetzelfde tempo associëren we onbewust met die veilige cocon.”
“Als er ruimte in het curriculum nodig is, sneuvelen de creatieve vakken als eerste. En toetsen inhalen gebeurt vaak tijdens de speeltijd. Maar met die zogenaamde efficiency bereik je het tegenovergestelde van wat je beoogt. Ons brein heeft variatie nodig. Ruimte om te mijmeren en creatief te zijn. Geen wonder dat mensen hun beste ideeën krijgen tijdens de vakantie. Een uur geconcentreerd werken is ook voor volwassenen veel gevraagd. Denk maar aan een studiedag: na een hele dag les volgen, ben je ‘s avonds stikkapot. Van kinderen verwachten we dit dag in, dag uit. Ik zeg helemaal niet dat we op school alles gemakkelijk moeten maken, maar kinderen hebben wel een dosis fun nodig om de moeilijke dingen aan te kunnen.”
Veroorzaken die extra activiteiten geen stress bij de leraar?
“Een tussendoortje van vijf minuten maakt al een verschil. Neem het secundair onderwijs, waar leerlingen van lokaal wisselen. Op zich niet slecht, want ze bewegen. Maar gevoelige leerlingen bezorgt die overgang een hoop stress. De laatste vijf minuten letten ze al niet meer op, omdat ze bezig zijn met: ‘Heb ik alles ingepakt? In welk lokaal zit ik straks?’ Voordat die stress gezakt is, vliegen ook de openingsminuten van de volgende les voorbij. Dus waarom die les niet starten met muziek? Zet een popnummer op en spreek af: ‘Als de melodie stopt, zit iedereen klaar’. Je leerlingen zijn
relaxter en jij ook, want je moet ze minder terechtwijzen. Als leraar Engels of Frans kan je er zelfs een taalstimulerende activiteit van maken!”
“Het hoeft niet per se muziek te zijn. Elke creatieve of niet-functionele taak werkt stressverlagend. Tijdens de eerste lockdown hebben veel volwassenen zulke activiteiten (her)ontdekt: puzzelen, tekenen of zelfs brood bakken. Sommigen haalden hun wandelschoenen boven. Anderen leerden yoga of meditatie kennen, activiteiten waarvan onderzoek aantoont dat ze stress reduceren en idealiter tot het basispakket van het onderwijs horen. Inderdaad, je moet even een drempel over. Kies daarom iets waarbij jij je comfortabel voelt. Als je ‘Just Dance’ opzet en zelf met een zuur gezicht langs de kant staat, hebben je leerlingen er ook geen zin in. Maar straal jij plezier uit, dan werkt dat besmettelijk. Natuurlijk zorgt zo’n dansmoment in het begin voor chaos. Maar als je het op vaste momenten inbouwt, weten je leerlingen na een tijdje: nu werken, straks drie minuten dansen en dan weer werken.”
“Het lijken ‘maar’ tussendoortjes. Maar om ons stressniveau op peil te houden en ervoor te zorgen dat leerlingen én leraar optimaal functioneren, zijn ze cruciaal. Want niet alleen plezier, ook stress is besmettelijk. Als jij na een hectische ochtend gejaagd de klas binnenstapt, raken ook je leerlingen sneller ontregeld. En is je klas heel druk, dan neem jij als leraar die stress over. Wil je leerlingen rustig krijgen, dan moet je eerst je eigen stress onder controle krijgen. Gemakkelijker gezegd dan gedaan, want leraren hebben veel to do’s en vaak meerdere zorgleerlingen. Daarom is dit ook een boodschap aan directies en beleidsmakers: zorg dat leraren met een kalm brein voor de klas kunnen staan. Investeer in zorgleraren of een schoolpsycholoog om stressgevoelige leerlingen te ondersteunen. En zoek als team uit wat de voornaamste stressoren zijn. Misschien ontdekken jullie zo een collectieve bron van stress die jullie samen kunnen aanpakken, zoals het aantal toetsen.”
Welke zaken kan je in de schoolomgeving aanpakken om stress te verlagen?
“Onze zintuigen zijn nauw verbonden met ons stresssysteem: we ruiken, voelen en proeven gevaar. Maar ook dat werkt in beide richtingen. Geuren kunnen bijvoorbeeld kalmeren, denk maar aan een pot verse koffie in de lerarenkamer. Zo heeft iedere leerling wel iets wat hem rustig maakt. De een kauwt graag op potloden, de ander wordt rustig van een elastiek tussen zijn stoelpoten en een derde werkt graag met een koptelefoon. In ons behandelcentrum hebben we daarom een prikkelkoffer: een doos met prullaria waaruit kinderen en jongeren iets mogen uitzoeken dat hen houvast biedt tijdens een gesprek. Zoiets kan je ook perfect aanbieden in scholen. Of richt een leeg lokaal in als snoezelruimte.”
“Wil je als school echt werk maken van een stressverlagende omgeving, begin dan met je speelplaats. Een kale betonnen vlakte is een bron van conflict. Gelukkig zie je steeds meer scholen die het anders aanpakken, ook in grote steden. Ontharden, wat planten neerzetten en idealiter zelfs wat dieren of een groentetuin. Leraren zijn soms bang dat ze het overzicht verliezen als er te veel verstopplekjes zijn. ‘Achter die hoekjes wordt er misschien gepest’, redeneren ze. Maar op een saaie speelplaats pesten leerlingen elkaar net uit verveling! De toenemende juridisering speelt natuurlijk ook mee. Ouders stellen leraren gemakkelijker verantwoordelijk als er iets met hun kind gebeurt.”

Ouders met hoge eisen zijn ook een bron van stress?
“Als ouders over onderwijs andere opvattingen hebben, is dat niet makkelijk. Misschien besluit de school om op woensdag geen huiswerk te geven. Sommige ouders juichen dat toe, anderen vinden dat hun kind zo niets leert. ‘We moeten de leerachterstand zo snel mogelijk inhalen’, klinkt het overal. Maar als de druk zo hoog wordt dat er enkel nog ruimte is voor functionele activiteiten, zal de leervertraging alleen maar toenemen. Vergeet niet dat kinderen en jongeren het afgelopen anderhalf jaar heel bang, boos en verdrietig geweest zijn. Er moet ook ruimte zijn om die gevoelens te laten zakken.”
Dat hij zelf soms stress heeft, mogen zijn leerlingen weten. Dat je problemen kan oplossen ook. En dat je er sneller over durft praten als je daar elke maandag een half uurtje voor hebt. Leraar Robin zet zelfs een magische stoel in: “Zonder ongezonde stress gaat de leerstof er beter in.”
“Tijdens mijn eerste jaar koerste ik door de lessen. Alle leerstof moest uitgebreid aan bod komen. De druk die ik mezelf oplegde, gaf ik soms door aan mijn klas. Ik stak meer tijd in de werkbladen dan in mijn leerlingen. Hun zorgen of stress? Ik zag ze wel, maar ging er niet op in. Tot ik op klasdate trok bij collega Elke: zij wandelt al eens met haar klas en last praatrondes in. Toch hinken haar leerlingen niet achterop. Wat meer tijd voor welbevinden gaat niet ten koste van kennis. Er verdwijnen geen leerdoelen onder de mat.”
Wie is Robin De Palmenaer? • geeft les in HEHAschool,
Sint-Gillis-bij-Dendermonde • vijf jaar kleuteronderwijzer en leraar lager onderwijs • volgt een extra opleiding opvoedkunde (DHOS)

KRAMP IN DE TENEN “Sinds dat bezoek bij mijn collega, start ik de week met een korte praatronde. Ik kies niet voor de dooddoener: ‘Deed je in het weekend iets leuks’, maar vraag gewoon of ze iets willen vertellen. Heel vrijblijvend. In die ongedwongen sfeer delen leerlingen hun grote en kleine zorgen. Zo hoorde een jongen buurkindjes onder zijn raam over hem roddelen. ‘Ik vind hem stom’, klonk het luid. Dat bleef op school in zijn hoofd spoken. Sociale stress kan een gevoelig kind echt belemmeren om te leren. Dat even kunnen uitspreken, werkt heel bevrijdend.”
“Sommige leerlingen voelen de druk om perfect te zijn, zowel in hun schoolresultaten als hun gedrag. Ze durven niet antwoorden omdat ze niet in de fout willen gaan. Of ze nemen geen genoegen met ‘maar’ een acht. Als iets niet loopt zoals voorzien, voelen ze zich slecht. Maar als je voortdurend op de toppen van je tenen loopt, krijg je kramp. Daarom toon ik hen dat ik zelf ook niet perfect ben: ‘Ik heb ook al eens woorden met vrienden, maar daarna lossen we het gewoon samen op’. En ik ben ook niet in alles goed, geef ik hen mee. Maar je best doen is nog belangrijker dan alle punten halen. Daarom feliciteer ik een kind ook met een ‘matig’ rapport als ik weet dat hij er hard voor werkt.”
HARRY POTTER-STOEL “De praatrondes zijn er voor alle leerlingen, net als mijn ‘magische Harry Potter-stoel’. Wie de les niet goed snapt of zich ergens slecht over voelt, komt naast mij op die stoel zitten voor wat extra uitleg of aandacht. Daarover maakten we duidelijke afspraken: je ploft niet voor de grap op de stoel. Als ik iets apart bespreek met een klasgenoot, werken de anderen verder met hun buddy. Iedereen heeft natuurlijk evenveel recht op mijn aandacht, al hebben sommige kinderen wat meer ‘magie’ nodig.”
“Een hoogsensitieve leerling met ASS, bijvoorbeeld. Elke dag was voor hem een helse strijd. Hij was zo bang om te falen, dat hij niks invulde op zijn toets. De stress trok hem steeds dieper terug in zijn binnenwereld. Ik moedigde hem aan om op ‘de magische stoel’ te komen zitten. De eerste weken zat hij daar bij elke toets. Geduldig overliep ik de vragen met hem, maakte ze heel concreet. Het kostte ons een hoop zweet, maar na enkele weken ging hij van een nul naar een drie op vijf. Na verloop van tijd plaatste ik een tweede magische stoel, zodat nog iemand anders hulp kon vragen.”
“In het begin sprak die jongen met ASS enkel met mij. Spreekoefeningen waren loodzwaar voor hem. Tot hij op maandagochtend plots zijn vinger opstak. ‘Ik ging snowboarden met mijn mama’, vertelde hij. Voor hem was dat een immense stap vooruit, voor mij het bewijs dat structurele praatrondes na een tijd vruchten afwerpen.” REKENEN MET EEN OORWORM “Doordat ik marge laat voor gesprekken, sta ik zelf ontspannen voor de klas. De leerdoelen halen, kan ook met wat gekkigheid. Over cijferend rekenen schreef ik een oorworm: ‘delen, maal en min en zak eens door’. En als spreekoefening laat ik ze een mop vertellen: ze ondervinden hoe belangrijk de juiste woorden, intonatie en timing zijn. Tijdens de speeltijd voetbal of dans ik soms met mijn leerlingen, na de zwemles duw ik wat gel in de haren van de jongens of help ik meisjes een staartje knopen. Dat vinden ze fantastisch. Maar ik waak erover dat mijn klas geen ‘apenkot’ wordt. Ik vind het heel belangrijk dat we beleefd met elkaar omgaan. Die grenzen geven de leerlingen rust.”

“We sluiten elke dag af met de ‘Piet Huysentruyttechniek’ die mijn docent Opvoedkunde me bijbracht. ‘Wat hebben we vandaag geleerd’, maar ook: ‘Waarom liep iets goed of slecht?’ Een kind dat meer op mislukkingen focust, vraag ik waarom de oefening lukte. Panikeren hoeft niet, want je leert uit je fouten. Ik hoop dat het leerlingen helpt om een stevige antistressmuur te bouwen voor later.”
“Als cijfers voor hun ogen dansen”
Zou iemand meer ervaring hebben met studiestress dan de leraar wiskunde? Al meer dan dertig jaar ziet Lieve sommige leerlingen vastlopen op haar vak. “Ook stoere praat van klasgenoten wakkert hun faalangst aan.”
“Vraag je leerlingen naar de vakken waarvoor ze stress voelen, dan scoort rekenen altijd hoog. En hoewel leerlingen geavanceerde rekenmachines mogen gebruiken, blijven hun vingers tijdens wiskunde trillen. De stress komt niet alleen van het vak zelf. Ik heb de indruk dat leerlingen nu meer worstelen met de hoge verwachtingen van hun ouders. Door de digitale agenda kunnen leerlingen zich niet meer verstoppen. Slechte resultaten blijven geen twee maanden meer onder de radar. Ouders volgen van heel nabij, wat goed is, maar soms moeten zij ook leren omgaan met het feit dat hun kind aan zijn plafond zit.”
“Tegelijkertijd lees je vaak over de zesjescultuur, leerlingen die beter kunnen maar met een vijf of zes op tien tevreden in de hangmat liggen. Terwijl mijn leerlingen met stress de lat net heel hoog leggen voor zichzelf. Ze moeten steeds in de roos schieten en mogen zeker niet ‘afzakken’ naar een andere richting.”
OPPERVLAKKIGE KENNIS “Tijdens de kerstexamens vorig jaar nam een radeloze mama contact met me op. Haar dochter had zoveel schrik voor mijn examen dat ze niet meer sliep. Na de eerste lockdown had ze moeite met de leerstof. Sommige bewerkingen had ze niet geautomatiseerd, haar achterstand kreeg ze moeilijk weggewerkt. Daarop stuurde ik mijn leerling een uitgebreide mail. Ik somde op wat ze wel al goed beheerste. En dankzij haar degelijke resultaten op dagelijks werk begon ze niet aan het examen met nul op de teller. ‘Als een vraag niet goed gaat, lukken andere misschien wel’, schreef ik.”
“Mijn leerling liet zich beïnvloeden door de stoere praat van sommige klasgenoten: ‘Zit je nu nog met je neus in de boeken? Ik leerde dat op een uurtje.’ Ik vertelde haar dat die leerlingen de leerstof oppervlakkiger kennen dan ze denken. En ik spiegelde haar klasgenoten voor die zich even hard moesten inspannen. Het is oké als je meer tijd nodig hebt om iets in te prenten, vergelijk jezelf niet met de mooipraters.”
CRISIS OP HET EXAMEN “We geven tijdens de examens geen uitleg in de studiezaal om leerlingen van andere klassen niet te storen. Maar voor een leerling die zwaar strest, maken we een uitzondering. We gaan toch even langs. En als de stress zo hoog is dat de spanning in de buik slaat, mag de leerling het examen invullen in de zorgklas, met een toilet in de buurt. Dat die leerlingen niet naar de grote, bomvolle studiezaal moeten, kalmeert ze. Ze leren om niet te vluchten voor examens. En na goede examens lukt het de volgende keer toch in die volle studiezaal.”
“Dat crisismanagement tijdens de examens kan je voor een stuk voorkomen met je lesaanpak. Met herhaling speel je
Wie is Lieve D’hoedt?
• geeft les in het Heilig-
Grafinstituut Bilzen • achtendertig jaar leraar wiskunde en economie in de tweede en derde graad • veertien jaar coördinator en leerlingenbegeleider

stress preventief naar huis. Leerlingen met stress zeggen vaak dingen als: ‘Ik kan geen wiskunde.’ Dan trek ik hun blik open: ‘Het is niet omdat statistiek je niet lag, dat het altijd misloopt.’ Wel bouwt wiskunde, meer dan economie bijvoorbeeld, voort op voorgaande kennis. Je moet een eerstegraadsvergelijking beheersen voor je complexere vergelijkingen aanpakt. Voldoende automatiseren is dus belangrijk. Als startende leraar ging ik soms te snel verder met de les. Nu schud ik een herhalingsoefening uit mijn mouw als ik leerlingen zie sukkelen.”
STRENG MAAR MENSELIJK “Ook goed klasmanagement werkt als een golfbreker tegen stress. Toen ik een bevraging hield bij mijn leerlingen, gaven ze aan dat ik nog strenger mocht zijn. Rumoer in de klas vinden ze zelf storend, want dan kunnen ze zich moeilijker concentreren. Ik maak in september duidelijke afspraken met hen over de lessen en de toetsen, en ik zet die op papier. Dat biedt veiligheid en rust. Tegelijk hou ik ruimte voor menselijkheid. Leerlingen die hun taak niet op tijd inleveren, mogen uitleggen waarom. Tijdens corona kon een leerling thuis niet rustig werken omdat zijn broer met autisme veel lawaai maakte. Hij mocht zijn taak op school rustig afwerken. Maar dat wil niet zeggen dat ik bij elk excuus plooi.”
“Als je open bent over je eigen hiaten of fouten, zien perfectionistische leerlingen dat het geen ramp is als je niet alles weet. Begin niet zenuwachtig te stamelen als een leerling je een moeilijke vraag stelt. Leerlingen doorprikken je valse zekerheden snel als je zegt: ‘Het zal wel zo in elkaar zitten.’ Maar antwoord je: ‘Prima vraag. Dat moet ik opzoeken, dat weet ik niet’, dan toon je je net meer zelfzeker. Bovendien loop ik daardoor niet voortdurend op de toppen van mijn tenen en straal ik meer rust uit als leraar.”
“Mijn ‘slapeloze’ leerling behaalde met kerst zestig procent. In juni had ze geen slaapproblemen meer en moest ik niet meer passeren tijdens het examen. Doordat we haar steunden, leerde ze omgaan met haar onzekerheid. En dat is misschien wel het mooiste geschenk om uit het secundair mee te nemen naar het hoger onderwijs.”
Wie is Ludovic Beuselinck? • tuchtprefect in het Sint-
Norbertusinstituut in Antwerpen • zeventien jaar leraar L.O., Engels, PAV, zakelijke communicatie
“Blokje rond en chocomelk doen wonderen”

Leerlingen die buiten de school in aanraking komen met geweld, misbruik of verslaving brengen die extra stress mee naar school. Het Sint-Norbertusinstituut kanaliseert die met een boksbal, origami, ravotten in de Ardennen én teamwork.
“Wij hebben leerlingen van dertien jaar die drugs dealen of in een bende zitten, kampen met huiselijk geweld, loverboys, gameverslaving, eet- en slaapproblemen. Mijn gsm staat dag en nacht aan. Soms spring ik in mijn auto om een ronddolende leerling te zoeken in de stad voor een veilig bed in mijn gezin. Die stresserende thuissituaties die leren in de weg staan, kan je niet in je eentje als leraar of leerlingenbegeleider aan. Dat moet je als team doen van collega’s, CLB, een netwerk van professionele hulpverleners en ouders.”
LEERLING ZONDER MAKE-UP “Op 420 leerlingen hebben we er pakweg vijftig met een heel zware problematiek. Die verdelen we onder het team zodat elke leerling een vertrouwenspersoon heeft. En elke leraar heeft zo maar één zorgleerling onder zijn hoede. Ik laat collega’s de keuze of ze daar tijd en goesting voor hebben. Want de ene is sterk in sociaal-emotionele ondersteuning en de andere in informatica. Ik heb alle leraren nodig om stresssignalen te detecteren en een overbelaste leraar pikt niets meer op. We geven ook les met de deur open. Zo kunnen collega’s snel even bij elkaar inspringen bij een oververhitte situatie of een leerling op de extra schoolbank in de gang in ’t oog houden.”
“De kleinste gedragsverandering kan een teken van een stresserende thuissituatie zijn. Waarom draagt die leerling plots geen make-up, eet ze niet meer op haar lievelingsplekje of hangt hij niet meer bij de vaste bende? Of wat met een leerling die vaak moe is, meer aan zijn gsm plakt of die plots niet meer op zak heeft?”
VIJFTIG MINIGESPREKKEN “Ik zit zo weinig mogelijk in mijn lokaal en wandel voortdurend rond op de speelplaats en door de gangen. Ik voer vijftig minigesprekjes op vijftien minuten: snel mijn duim vragend omhoog of omlaag, een langere blik naar leerlingen zodat ze weten dat ik hen zie. Na een paar weken weten we waar de zwaarste problematieken zitten en kruipen ze uit hun schulp om dingen te vertellen of hulp te vragen.”
“In het begin van het schooljaar ging ik vroeger met mijn klas drie dagen naar de Ardennen. Een wandeling in de natuur, buiten spelen, samen koken ... Doodgewone activiteiten die deze jongeren niet kennen maar waar ze wel recht op hebben. Op die fijne sfeer kunnen we een heel schooljaar teren. Als er een situatie ontploft, haal ik die goede herinneringen boven. Weet je nog hoe leuk jullie het samen hadden? Wil je dat op het spel zetten? Een meerdaagse uitstap vraagt veel van leraren, maar je wint er achteraf veel lestijd mee. En samen met collega’s een dropping met spannende opdrachten en veel modder voorbereiden, is de beste teambuilding.”
AFKOELEN MET KLEURPLATEN “Een leerling die ontploft in de klas weet dat de boksbal of loopschoenen klaar staan om vijftien minuten te ontladen. Die worden élke dag gebruikt. Na wat zweten en een paar kickboks-tips, komt die babbel vlotter. Andere leerlingen neem ik snel mee naar buiten voor een blokje rond om de boel even te laten afkoelen en te vermijden dat ze iets stuk slaan. Een rustpauze op een bankje of samen een chocomelk drinken doet wonderen. In mijn schuif zitten ook altijd stappenplannen om een eenvoudig bootje te vouwen, mandala kleurplaten of tekeningen waarbij je nummers van nul tot honderd verbindt. Je krijgt er zelfs de oudste pubers mee tot rust.”
“In een donker, stoffig lokaaltje kunnen leerlingen terecht voor een korte meditatie. Stel je daar niet te veel van voor: gewoon een eenvoudige ontspanningsoefening van de yogales van mijn vrouw of de spanning laten zakken in een zetel tot ze zélf beslissen dat ze weer naar de klas kunnen. Sommigen vallen zelfs even in slaap want onze leerlingen leven soms meer ‘s nachts dan overdag.”
STRESSBAL VOOR HET LEVEN “Boksen, meditatie of een blokje rond begeleiden, vraagt natuurlijk heel wat extra toezicht. Dat is niet altijd mogelijk, dus laat ik de oudere leerlingen vaak alleen. Dan vliegt er wel eens een boksbal door de lucht, maar beter je uitleven op de boksbal dan op een medeleerling of schoolmateriaal.”
“We kunnen de thuisproblemen van leerlingen niet oplossen, maar ze wel weerbaarder maken tegen stress. Jaren later gebruiken ze nog altijd hun stressbal of ademhalingsoefening op het werk. Als ze me een vriendschapsverzoek sturen op Facebook, weet ik dat we hen op school niet alleen een plek om te leren geven, maar ook een plek om te leven.”
