
17 minute read
DOSSIER: Je klas in kritische toestand
from Klasse Magazine 023
by klasse.be





Dossier Kritisch denken
Klas in kritische toestand
Tekst Bart De Wilde, Seppe Goossens Illustraties Philip Lindeman Beeld Illias Teirlinck Wat als leerlingen niet meer weten wie te geloven? En wat als ze gretig complottheorieën slikken op sociale media? Leraren Brecht, Olivier en Sara kijken niet weg als een heikel thema de klas beroert en maken van hun leerlingen kritische denkers.

“Onderwijs: een krachtig medicijn tegen onzin”
In onze samenleving concurreert waarheid met ‘alternatieve feiten’ en individuele interpretaties. Worden experten steeds vaker weggezet als verdacht. Wat voel je daarvan in je klas? En hoe krijg je leerlingen zover om niet alleen andermans maar ook hun eigen waarheid kritisch te bevragen?
“Vijfendertig procent van de volwassenen gelooft minstens één complottheorie. Lang niet alleen die eenzame, verwarde oom neemt dus dubieuze dingen voor waar”, vertelt Brecht Decoene, leraar zedenleer en complotonderzoeker. “Maar ook: vijftig procent van de jongeren gaat mee in een samenzwering. Zeker nu corona complotland doet ontploffen. Als je geen grip hebt op je leven – je mag je vrienden niet opzoeken, de overheid dwingt je ouders om hun zaak te sluiten – gaan complottheorieën erin als zoete broodjes. Ze doen niet aan nuance, maar vingerwijzen één zondebok. Heerlijk helder voor tieners die botsen tegen autoriteit en trappelen om de teugels van hun leven over te nemen van volwassenen.”
Dat complotdenken is een uitwas van de toenemende stroom aan desinformatie. In deze post-truth maatschappij gedijen (on)bewust misleidende berichten, alternatieve feiten en nepnieuws. Aangevuurd door sociale media die volgers inpakken met eigen waarheden en meningen. Maar waar jongeren tegelijkertijd slechts een klik, scroll of swipe verwijderd zijn van tegengeluiden. Leerlingen wapenen tegen desinformatie is werk van elke dag, stellen leraar Brecht Decoene, onderzoeker An Verburgh en expert mediawijsheid Bert Pieters.
— An Verburgh
COMPLOTDENKERS: EIGEN GELIJK IS HARDNEKKIG Wat doet Brecht Decoene als een leerling gif in de vaccins vermoedt of Bill Gates het meesterbrein achter corona noemt? “Dan vertel ik dat giftigheid in de dosis zit. Je kan zelfs een watervergiftiging oplopen als je overdrijft. En ik voeg eraan toe dat het goed is om machthebbers en dominante denkkaders te wantrouwen: als Gates coronavaccins subsidieert, koopt hij dan invloed op ons of een extra stukje macht op de wereld? Dat moeten we controleren. Maar je toevlucht nemen tot een mentaal copingmechanisme zoals complottheorieën leidt tot onterechte beschuldigingen.”
“Het is nooit makkelijk om je eigen standpunten in vraag te stellen. En al helemaal niet voor complotdenkers. Die hebben een stabiele verdedigingsmuur opgetrokken. De kans dat je wetenschappelijke verweer tussen de voegen dringt, is klein. In het vuur van een klasgesprek voelt dat ellendig. Maar je argumenten mikken vooral op de klasgenoten die nog niet in een tunnelvisie zitten. Idealiter zet je de socratische methode in. Jij stelt vragen, neemt de klas mee en modereert. Je werkt naar gedeelde grond. Prima techniek, maar als je hem niet in vingers hebt, kan het fout gaan. Dan riskeer je diepe loopgraven en wij-zij-denken. Eerlijk: aartsmoeilijk vind ik dat.”
KRITISCH DENKEN IN ALLE VAKKEN Leerlingen oefenen in kritisch denken is hét preventieve medicijn tegen desinformatie, stelt Brecht Decoene. Daarvoor bouwt hij eerst aan een veilige klassfeer, ‘moeilijker dan een technisch perfecte les in elkaar draaien’. Daarna neemt hij zijn leerlingen mee ‘achter de leerstof’. “Je kan de klas zien als een restaurant: daar presenteren we als leraar de leerstof mooi op een bord, klaar om zonder nadenken te verorberen. Maar je moet leerlingen ook rondleiden in de keuken: daar ontdekken ze hoe de kennis tot stand kwam.”
“Een voorbeeld: de aardkern is vloeibaar en loeiheet. Je kan dat presenteren als een droog feit. Maar dan negeer je de kritische vraag: hoe weten we dat? Vertel daarom dat onderzoekers trillingen met verschillende frequenties door de aardlagen jaagden om info over de aardkern te verzamelen. Dat andere onderzoeken tot hetzelfde resultaat kwamen, wat de bewijskracht verhoogt. Kost dat tijd? Ja. Maar je leerstof beklijft én je werkt aan een belangrijke attitude. Dat kan in alle vakken. En zeker ook bij gevoelige thema’s: hoe weten we zeker dat Hitler zelfmoord pleegde, dat het nazisme ruim vijf miljoen Joodse slachtoffers maakte?”
“Wetenschap botst bovendien soms met onze intuïtie. Dan is het extra belangrijk om het onderzoek dat tot die resultaten leidt, te ontsluiten. Staat de aarde stil of bewegen we aan een duizelingwekkende snelheid? Vallen zware voorwerpen sneller dan lichte? Een leerling poneerde: ‘Als iemand in mijn rug staart, voel ik dat!’ Dat kan je in de klas testen: een klein experiment dat je fi lmt met een smartphone. Doorgaans scoren leerlingen niet signifi cant beter dan bij een blinde gok. Door die ervaring weten ze: zomaar je intuïtie volgen is een gebrekkige vuistregel. Je moet een hypothese uitgebreid testen tot je een consensus bereikt. En blijven openstaan voor voortschrijdend inzicht. Dat is geen teken van zwakte. Zo werkt wetenschap: twijfel is een motor naar meer kennis. Als we die niet toelaten was de aarde nog altijd plat.”
LEERLINGEN KOPIËREN JE AANPAK NIET ZOMAAR Geen enkele leraar betwist het belang van kritisch denken, stelde An Verburgh vast in onderzoeken aan Education & Development UCLL. Om het leerlingen aan te leren, leven leraren kritisch denken voor. “Waardevol, maar dat volstaat niet. De meeste leerlingen slagen er niet in om systematiek te zien in hoe een leraar werkt of denkt. De kans dat ze zelf bronnen of argumenten wegen omdat jij dat doet, is klein.”

“Om leerlingen te trainen moet je als leraar je eigen denkproces keer op keer blootleggen. Expliciet aangeven: hier staat mijn onderzoeksvraag, daar analyseer ik gegevens, dat zijn argumenten en tegenargumenten. Alleen zo wordt kritisch denken een dispositie, een attitude die ze levenslang inzetten. Je kan leerlingen leren om even te pauzeren, om uitspraken niet zomaar voor waar te nemen. Dat vraagt wel een klas waar vragen en bedenkingen welkom zijn: ‘Tiens, dat is raar. Dat had ik niet gedacht’ of ‘Wacht eens, wat die instagrammer zegt, klopt dat wel?’”
REDENEERSCHEMA’S EN KARREWIET “Kansen genoeg om al in het basisonderwijs te bouwen aan zo’n onderzoekende houding. Filosofi e-uurtjes prikkelen de verwondering van je leerlingen. En in actuarondes leren ze vragen stellen en doordenken over thema’s uit hun leefwereld. Leraren grijpen daarvoor vaak naar Karrewiet. Het jeugdjournaal biedt een mooie fi lter op informatie. Anders dan sociale media brengt het nuance én twee klokken samen. En heb je even geen tijd om in te gaan op vragen van je leerlingen? Doop een stukje muur om tot verwonderkabinet en hang daar de vragen uit. Pik er later af en toe eentje uit.”
“Wat nog helpt: je leerlingen redeneerschema’s en argumenteerkaarten meegeven. Als hulpmiddelen, niet als wetten. Want daar speelt de eeuwige catch 22: hoe kritisch ben je als je modellen te slaafs volgt? En trap niet in die andere valkuil: kritisch denken is geen synoniem voor dwarsdenken. Zes perverse kantjes van Trump opsommen, kan iedereen. Je moet je ook durven afvragen: wat doet hij wel goed? Zelfs al moet je diep graven.”
TIJD VOOR MEER MEDIAWIJSHEID Terug naar de vaststelling dat sociale media een belangrijke rol spelen in de verspreiding van nepnieuws. Hebben leerlingen nood aan een grotere dosis mediawijsheid? “Ja”, zegt Bert Pieters van Mediawijs. Hij vraagt om sociale media als TikTok of YouTube daarbij niet te verketteren.
“Als je je klasdeur alleen openstelt voor kwaliteitskranten en -televisie, ontken je de leefwereld van jongeren. Zij zoeken op sociale media entertainment en groepsgevoel, maar vinden er ook nieuws. Rellen in de hoofdstad? Die zien ze eerst op TikTok, niet in een genuanceerd krantenartikel. Online vinden ze een eerste haakje aan de actualiteit, soms zelfs meerdere. Een mooi startpunt voor leraren om hun blik wijder te trekken.”

— Bert Pieters
“Daarom kan je ze beter tijdig bewust maken van listige algoritmes en echokamers waarin gelijkgestemden elkaar overspoelen met verhalen en likes. Automatisch krijgen leerlingen dan het gevoel: iedereen denkt zoals ik. Maar dat klopt niet. Sociale media willen je gewoon zo lang mogelijk op hun platform houden en geld verdienen. Ze geven je meer van hetzelfde omdat ze weten dat je brein liever bevestiging slikt dan tegenargumenten. Alleen riskeer je daardoor dieper het konijnenhol in te stappen.”
COMPLOTTHEORIEËN ZIJN MODERNE MYTHES Een paar cijfers. Jongeren zien best veel nieuws passeren via hun sociale media, maar de kwaliteit van nieuws en informatie verwart vierentwintig procent van hen (Apestaartjaren, 2020). Onderzoek van de Arteveldehogeschool leert dan weer dat zowel jongeren als ouders er nauwelijks in slagen om nepnieuws te doorprikken.
Hun vragen reserveren ze voor vrienden en ouders. Leraren scoren niet beter dan grootouders: “Misschien grijpen leraren te snel naar rationele logica”, denkt Bert Pieters. “Ze presenteren feitenchecks, maar ontwijken de frustratie die onder een uitspraak zit. Een leerling post niet zomaar een meme met 5G als boosdoener voor corona. Vreest zo’n tiener dat technologie alles overneemt of rijdt de digitale trein te snel? Breng die emoties naar boven. Vraag: ‘Wat doet dat beeld met je?’ Als je kaatst: ‘Hoe kan je in die zever geloven’, dan blaas je de band met je leerlingen op en kloppen ze niet meer bij jou aan.”

— Brecht Decoene
“Tot slot moeten we leerlingen duidelijk maken dat manipulatie een onderdeel van elke communicatie is. Ook jij bewerkt je lesmateriaal: je selecteert en legt accenten. Net als je leerlingen: met de juiste foto op Instagram framen ze een fuif feilloos als oersaai of het beste feestje ooit.”
“Manipulatie wordt pas gevaarlijk als je kwaadwillig gevaarlijke ideeën opdringt. Via pakweg TikTok kan dat perfect. Influencers pushen er subtiel korte, emotionele boodschappen. Je kan erop reageren, maar je moet een keertje extra klikken om die tegenreacties te lezen. Bijna niemand doet dat. Als je dan op één dag dertig video’s ziet waarin coole gasten krankjorum dansen nadat ze zogezegd een coronaspuit kregen, ga je zelf ook twijfelen. Zeker als je geen andere bronnen checkt.”
MEERMAALS KERVEN IN HERSENPANNEN Er is gelukkig ook een kleine geruststelling. Leraar Brecht Decoene: “Ouder worden is een antistof tegen complottheorieën. Het heeft iets heerlijks rebels voor tieners om de underdog te koesteren. Als jonge grunge-fan bekeek ik een documentaire die betoogde dat Nirvana-zanger Kurt Cobain geen zelfmoord pleegde, maar dat zijn vrouw de moord bestelde. Als een sluipend gif drong die hypothese mijn brein binnen. Later ontwikkelde ik aan de universiteit een onzindetector en besefte ik dat complotten een hoog James Bond-gehalte hebben.”
“Onderwijs heeft zeker diezelfde kracht. Al wordt je harde werk vaak pas later zichtbaar. Tegen juni je klas zestienjarigen kritisch klaar krijgen? Vergeet het. Soms lijkt het alsof ze geen stap vooruit zetten. Tot zelfs mijn meest tegendraadse leerlingen op een reünie bekennen: ‘Meneer, we hebben veel gehad aan je aanpak’. Een leraar trekt met een mes groeven in hout. De eerste snee schampt het hout, pas na twee, drie of tien keer zie je resultaat. Onderschat dus nooit je impact. Leraren scoren internationaal nog altijd hoog op de lijst met beroepen waarop mensen vertrouwen. Lijken je pogingen om leerlingen kritisch te laten denken af te ketsen? Als iemand ze later herhaalt, dringt die belangrijke attitude mede dankzij jou diep in de hersenpan.”
Kan je kinderen al in de lagere school kritisch leren denken? TikTok en phishing, maar net zo goed zelfstandig werk en uitrekenen hoe snel een pinguïn zwemt: leraar Olivier zet zijn leerlingen op scherp.
“‘Meester, waarom kom jij met de auto naar school?’ Dat mijn lesmateriaal niet op een bagagedrager past, vegen ze meteen van tafel. ‘Toch niet elke dag, meester?’ Kritische kinderen stellen lastige vragen. En soms vinden we ze wijsneuzerig. Of zijn we teleurgesteld omdat de verwondering die jij als leraar zo graag wil uitlokken, hen niet kan boeien.”
“Te groot voor de speelplaats, te klein voor wat komt: zesdejaars zitten in een fascinerende fase. In het vierde leerjaar is de leraar nog een alwetende god. Voor die beginnende pubers ben je meer een gids. Met één oog volgen ze je route, met het andere speuren ze naar shortcuts.”
NA DE KOMMA “Hun kritisch denken groeit met horten en stoten. Onder de waterlijn werk ik er elke les aan. Als ze bij een vraagstuk zonder verpinken antwoorden dat een pinguïn driehonderd kilometer per uur zwemt, ging er niet alleen wat mis met komma’s en nullen. Ze vergeten ook om wiskunde aan de werkelijkheid te koppelen. Om zich telkens af te vragen: ‘Kan dat wel?’”
“Nog zo’n vraag: is mijn aanpak efficiënt? Het ene kind houdt te slaafs vast aan je methode, het andere blijft koppig in de verkeerde richting zoeken. Ik laat mijn leerlingen geregeld met hun neus tegen de muur lopen. Geef ze voldoende ruimte om fouten te maken en eruit te leren.”
TEGEN DE STROOM “Ons onderwijs beloont volgzaamheid soms te veel. ‘Wie vindt dat jongens met poppen kunnen spelen? Wie niet?’ Veel leerlingen zoeken instinctief dekking bij de meerderheid. Het lef om als enige je hand op te steken: die instelling waardeer ik nadrukkelijk in de klas.”
“Wie thuis met het journaal en gesprekken een rijke voedingsbodem krijgt, heeft een streepje voor. Al echoot elk kind de standpunten van zijn ouders, van genderstereotypen tot klimaat. In de klas leggen ze die argumenten in de weegschaal. Beetje bij beetje vormen ze hun eigen wereldbeeld.”
Wie is Olivier Van Roy?
• co-teacht in basisschool Heilige Familie
Schaarbeek met collega Marijke Libbrecht in het zesde leerjaar • staat tien jaar voor de klas • geeft bij Thomas More Mediawijsheid aan toekomstige leraren

OP HET WEB “In wereldoriëntatie komt kritisch denken explicieter aan bod, want wie online opzoekt, botst geregeld op desinformatie. En omdat ik in de lerarenopleiding lessen mediawijsheid geef, is het logisch dat ik er ook met mijn klas veel aandacht aan besteed. Wat zijn betrouwbare media? Hoe herken je ze?”
“Na de bestorming van het Capitool in Washington verkondigde een van mijn leerlingen dat daar een bom ontploft was. Een filmpje op TikTok had haar op het verkeerde been gezet. Een ziekenwagen in hun straat of een aanslag op internet: sensatie trekt kinderen aan, en dus is het logisch dat ze die info voor waar nemen.”
“Er bestaat prima lesmateriaal dat leerrijke valstrikken uitzet. ‘Niet doen meester, dat is gevaarlijk’: als op mijn online bordboek een pop-up verschijnt die me de hemel belooft omdat ik de duizendste bezoeker ben, gaan de decibels de hoogte in zodra ik de muis in de richting van dat flikkerende knopje beweeg.”
ACHTER DE FEITEN “Dat betekent niet dat ze elke poging tot phishing probleemloos ontmaskeren. Je kan niet elke situatie oefenen, je kan leerlingen enkel alert maken voor mogelijk gevaar. Net als in de echte wereld: ze weten heus wel dat je niet bij onbekenden in een busje stapt. Maar niet elke situatie is even duidelijk, en de kans dat ze online botsen op mensen met slechte bedoelingen, is nu eenmaal groter.”
“‘Wie heeft gelijk meester, zij of ik?’ Als leerlingen het niet eens worden over feiten, stappen ze nog altijd naar mij. Soms ken ik het antwoord, soms moet ik het opzoeken. Ze zien me als een soort scheidsrechter over feit en fictie, een grote verantwoordelijkheid. Als leraar heb je een bevoorrechte positie nu waarheid zo relatief wordt. Omdat je samen elke dag kritisch naar de werkelijkheid kijkt, hechten ze geloof aan je standpunt. En krijg jij de kans om hun kritische zin aan te scherpen.”
“Buig je uitspraken om tot vragen en spoor zelf andere meningen op”, vraagt leraar Sara aan haar leerlingen. Daar start kritisch denken. Als het kon, reed ze haar leerlingen daarvoor met een bus heel Vlaanderen rond.
“‘Mevrouw, jij stemt zeker links’, lachte een jongen. Spel of speldenprik, hij sloot me op in een klein hokje. Zijn belangrijkste argument: ‘Alle leraren stemmen rood’. Ondanks zijn dunne bewijslast stond ik aan de grond genageld. Wat nu, trek ik in de tegenaanval of blijf ik authentiek?”
“Ik kocht tijd. Vroeg hem om zijn oordeel uit te stellen. ‘Spreken we over twee maanden nog eens?’ Dat ik intussen weet dat Jan Decleir en Dries Van Langenhove zijn droomduo is voor studiekeuzeadvies, is wellicht mijn mooiste troefkaart om te tonen dat iedereen meerduidig is.”
“Je oordeel opschorten, twijfel toelaten en écht luisteren, het zijn sterke stukken op het schaakbord van kritisch denken. Onze leerlingen van 6STW werken daar het hele schooljaar rond, tijdens het multi disciplinaire project burgerschap.”
EIGEN MENING BEVRAGEN “In september dompelen we leerlingen via acht uur cinema onder in maatschappelijke thema’s als armoede, mensenrechten en mediawijsheid. In groepjes spitten ze een topic dieper uit en verzamelen ze meningen. Die moeten ze neerpennen met een vraagteken. Je mening uitschreeuwen is immers simpel, jezelf in vraag stellen veel lastiger. Maar net daar begint kritisch denken.”
“Daarna presenteren ze alle vragen, antwoorden en nieuw verworven inzichten aan hun klasgenoten. ‘Waarom hebben mensen in armoede een smartphone nodig? Nu weten we: het is hun toegang tot de wereld of ze gebruiken hem voor sollicitaties of afstandsonderwijs’. Je eigen mening bevragen betekent niet dat die bij het grof huisvuil moet. We willen dat leerlingen openstaan voor nuance en dialoog.”

AAN TAFEL MET EXPERTEN “Tijdens het schooljaar halen we experten naar school. Een moreel consulent, een arts of een vluchteling, iedereen is welkom. We stellen slechts één voorwaarde: je preekt niet vooraan in de klas, maar schuift met onze leerlingen aan tafel. Die trainen we vooraf om goede vragen te stellen. Het verschil tussen ‘vluchteling’ en ‘migrant’ kunnen we zelf opzoeken. Hoe het voelt, weet alleen een ervaringsdeskundige. Klasgenoten die een ander thema uitwerken mogen aan de zijlijn zitten. In de refter leven die gesprekken altijd verder: leerlingen kauwen nog lang na op de nieuwe kennis en verhalen.”
“Een online lezing van de Gentse fi losoof Johan Braeckman legt de valkuilen van ons denken bloot. Wat leerlingen vooral bijblijft? Zelfs slimme mensen zijn soms hun eigen idioot. Denkfouten maken wil niet zeggen dat je dom bent. Niets om je over te schamen dus als een feitencheck duidelijk maakt dat je even op een dwaalspoor zat.”
“Omdat de school een soort offl ine bubbel is, trekken we jaarlijks drie dagen naar Brussel. Even heen-en-weer tussen de hoofdstad en Mechelen voor Kazerne Dossin is vaste prik. Daarna vullen we het programma met gesprekken of meeloop momenten. Leerlingen die leraar willen worden, praten in een Molenbeekse school met het team en de kinderen.
Wie is Sara De Jaeghere?
• leraar in het Sint-Godelieve Gistel • begeleidt het onderzoeksproject burgerschap in 6STW, samen met collega’s • geeft Media in de eerste graad en is mediacoach

Hoe laat die diverse school elk kind voelen dat het veel waard is? Die ervaring kan ik ze niet geven in ons klaslokaal. Als ik een bus had, reed ik halve lesweken met mijn leerlingen door Vlaanderen. Om non-stop mensen te spreken en nieuwe perspectieven te ontdekken.”
DE ACTUALITEIT AAN DE DEUR “Natuurlijk waait ook de actualiteit onze lessen binnen. Twijfels over het vaccin, omdat een verpleegkundige een prik weigert of door scherpe commentaren op sociale media. Zodra die twijfel kiemt, ruikt zelfs een FAQ-artikel met een expert op vrtnws.be verdacht: ‘Zie je wel dat er iets aan de hand is, anders beantwoordt de openbare omroep die vragen niet’. Als leraar mag je op zo’n moment niet wegkijken. We planden vier uur over vaccineren tijdens een volgend klasmoment. Een goed gesprek gaat nog altijd beter in de klas dan aan computers.”
“Leerlingen mogen eerst op Mentimeter anoniem vragen noteren. ‘Maakt het vaccin je onvruchtbaar? Hoe schadelijk is een prik op lange termijn?’ We benadrukken dat er niets mis is met nieuws halen op sociale media en dat kritisch denken start bij twijfel, maar leggen ook de kenmerken van complottheorieën bloot en hameren op dubbelcheck. ‘Vind je twee onafhankelijke bronnen die het eens zijn?’ Tieners weten welke media verder gaan dan een snelle sensatie. Maar daarom raadplegen ze die nog niet.”
BAGAGE OP HET FESTIVALTERREIN “In juni organiseren we een festival met panelgesprekken, installaties en geleide wandelingen, in bubbels. Een feestelijk slotakkoord, samen met kunstenaars, waarin we onze ervaringen openen voor ouders en medeleerlingen. Maar geen eindpunt voor kritisch denken. Als de bagage op het festivalterrein als rommel achterblijft, misten onze lessen hun doel.”
“De wereld staat niet stil. We willen reflexen meegeven die ze een leven lang kunnen inzetten: controleer of uitspraken betrouwbaar zijn, zet andere meningen niet zomaar weg als onzin, laat minstens één procent twijfel toe. En onderschat nooit je invloed: jouw kritische keuzes tekenen mee de maatschappij van morgen.”