
2 minute read
Kriebelbeestjes
Ik sta te wachten voor de school om de kinderen van de bso op te halen. Rouda komt rennend naar buiten en gooit haar jas in de lucht. ‘Het is vandaag dertig graden! Zullen we gaan picknicken?’ Ik lach om haar enthousiasme. Dertig graden is het nog lang niet, maar buiten eten is wel een goed idee. Even later verspreidt Rouda het goede nieuws onder de rest van de kinderen. ‘We gaan picknicken!’
Eenmaal bij de bso halen we het kleed tevoorschijn en eten we fruit en crackers onder de grote eikenboom in de tuin. De warme middagzon schijnt op mijn gezicht en ik kauw traag op een stuk appel.
Advertisement
Dan klinkt er een harde schreeuw. ‘Iew!’ Fleur springt gillend op. ‘Er zit een beestje op mijn arm!’ Inderdaad, er kruipt een torretje kleiner dan een speldenknop over de arm van Fleur. Voor ik iets kan zeggen begint Maike ook te gillen. ‘Er zit er een op mijn bord!’
Dit is het startsein voor de rest om op te staan. Paul slaat wild met zijn armen om zich heen en Sabri wil naar binnen rennen.
Ik ben verbaasd. Deze kinderen spelen hier iedere dag en over enge torretjes heb ik ze nog nooit gehoord. Als ik ze weer tot bedaren heb gebracht, vraag ik ernaar. ‘Wat vinden jullie zo eng aan die torretjes? Ze doen toch helemaal niets?’
‘Ik vind ze niet eng’, zegt Fleur met opgetrokken bovenlip. ‘Ze zijn gewoon heel vies.’
Ik knik. ‘Dat snap ik, ze zien er misschien vies uit, maar ze zijn ook erg nuttig voor de natuur hoor. Kriebelbeestjes horen er nu eenmaal bij.’
Ik zie aan de gezichten om me heen dat de boodschap niet aankomt. Snel eten de kinderen hun cracker op. Daarna vluchten ze opgelucht naar binnen om hun bord en beker op te ruimen. Ik blijf nog even zitten onder de boom. Jammer dat ik ze niet wat meer kon vertellen. Buiten zijn is namelijk ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Het is niet alleen goed voor hun weerstand vanwege de extra vitamine D, maar als kinderen buiten zijn, kunnen ze ook ervaren hoe belangrijk de natuur is. Over ieder seizoen valt wel weer iets anders te leren.
Als ik aan het einde van de dag de vaatwasser aan het inruimen ben, roepen Fleur en Maike me vanuit het halletje.
‘Sanne kijk! We hebben een lieveheersbeestje gevonden! Ze heet ‘Rosa’. De meiden hebben het beestje in een speciaal daarvoor bestemd potje gedaan. Even later zijn ze lekker bezig. Maike maakt van takjes een klimrek voor het kersverse huisdier en Fleur gaat op zoek naar voedsel.

‘Maar wat eten lieveheersbeestjes eigenlijk?’
Aan de hand van een plaatje op mijn telefoon leg ik uit hoe bladluizen eruitzien en waar je ze kunt vinden. Fleur rent naar buiten. Het duurt lang, maar uiteindelijk heeft ze de beestjes warempel gevonden. Ze laat de bladluizen vol trots aan me zien. Ze kruipen over haar hand heen en over de onderkant van het blaadje dat ze van een struik heeft geplukt. Ze vertrekt geen spier. Ik glimlach. Kriebelbeestjes zijn blijkbaar alleen maar leuk als je er zelf naar op zoek gaat.
Tekst: Wendy Meerbeek, Meersocial Beeld: Stockfoto, Buurtgezinnen