5 minute read

Ontwikkeling kinderopvang

Hogere lonen en meer inspraak verbeteren kwaliteit

Iedereen worstelt met de kinderopvang. Ouders, kinderopvangorganisaties, politiek. Welke kant moeten we op met onze kinderopvang? Ons huidige stelsel met stichtingen en ondernemingen functioneert best goed. Maar kunnen en moeten we niet méér doen voor de ontwikkeling van onze kinderen?

Advertisement

Ouders worstelen. Ze moeten maandelijks hoge bedragen voor kinderopvang voorschieten of zijn – erger –door het toeslagensysteem van de overheid in grote financiële problemen gekomen. En ouders hebben te maken met lange wachtlijsten omdat er geen plek is vanwege een tekort aan kinderopvang.

Kinderopvangorganisaties worstelen. Ze kunnen nauwelijks personeel meer vinden vanwege de krapte op de arbeidsmarkt. Dat verhoogt de werkdruk bij de huidige medewerkers, en dreigt een aanslag te doen op de kwaliteit van de opvang. Daarnaast zijn ze onderling heftig verdeeld.

De ene helft voelt zich vooral een maatschappelijke organisatie (ook al zijn ze in de praktijk wel een bedrijf) en wil innig samenwerken met het onderwijs, in het belang van een doorgaande lijn voor kinderen. Kinderen hebben recht op de meest optimale ontwikkelingsmogelijkheden, en dat kan niet bij commerciële bedrijven.

De andere helft voelt zich vooral bedrijf, wat ze de mogelijkheid biedt om snel op de vraag van ouders in te spelen. Maar een bedrijf met een belangrijke maatschappelijke functie, kinderen helpen ontwikkelen en ouders ontzien. Dit deel van de kinderopvang pleit vurig voor het huidige systeem met marktwerking (ook al komt bijna al het geld van de overheid). Zij wijzen op de hoge kwaliteit van kinderopvang, door het huidige systeem bereikt.

En dan de politiek, de ambtenaren en de minister voor kinderopvang, ook die worstelen. Zij zitten met de puinhoop van de toeslagenaffaire in hun maag. Daar wil iedereen zo snel mogelijk van af. Vergoedingen aan ouders voor kinderopvang moeten snel weg bij de dienst toeslagen van de belastingdienst, die zich in de afgelopen bijna-twintig jaar crimineel heeft opgesteld tegenover ouders.

Ei Van Columbus

Nu dachten de politieke partijen die nu in het kabinet Rutte IV zitten (CDA, VVD, D66 en ChristenUnie) het ei van Columbus te hebben gevonden tijdens hun coalitie-onderhandelingen: we maken kinderenopvang bijna gratis voor ouders, waardoor het voor alle kinderen bereikbaar wordt en in plaats van aan de ouders betalen we de kosten meteen aan de kinderopvangorganisatie zelf.

Alleen de VVD bleef wat mokken en wilde dat ouders dan wel een betaalde baan moesten hebben, dus de arbeidseis moest gehandhaafd blijven. Erfenisje van de jaren zeventig. Verder was ook de VVD blij. Het hele plan kostte wel 2,25 miljard euro, maar van de bijna gratis kinderopvang zouden vooral de hogere inkomens profiteren.

Kritiek

De eerste reacties op het plan voor bijna-gratis kinderopvang waren positief. Het coalitieplan zou een goede opstap kunnen vormen om in latere jaren makkelijk de stap te kunnen zetten naar kinderopvang voor álle kinderen, waardoor je ook groepen achterstandskinderen makkelijker bereikt. En aan het wegwerken van achterstanden en het stimuleren van kansengelijkheid moeten we in Nederland hard werken.

Maar al snel realiseerden criticasters dat het toch merkwaardig is om vooral de allerhoogste inkomens er jaarlijks duizenden euro’s op vooruit te laten gaan, terwijl mensen met een minimuminkomen er vele tientallen euro’s erop achteruit zouden gaan. Waarom moeten de armen betalen voor de rijken?

Ander belangrijk punt was dat we in ons land veel commerciële kinderopvangondernemers hebben, waarvan meerdere hele grote gefinancierd worden met buitenlands kapitaal (private equity). Dus vele miljarden voor gratis kinderopvang zijn mooi, maar hoe weten we waar het geld blijft? Verdwijnt het niet in zakken van foute buitenlandse investeerders? Kunnen we van kinderopvang niet beter een publieke voorziening maken, net als het onderwijs?

Als publieke voorziening wordt het makkelijker om brede kindcentra te maken, waarin onderwijs en opvang innig samenwerken. We kunnen dan een goede doorgaande lijn realiseren voor kinderen van 0 tot 13 jaar. We zijn er op tijd bij als er achterstanden dreigen. Immers, de eerste duizend dagen van een kind zijn superbelangrijk voor z’n ontwikkeling.

WEERLEGGEN

‘Hoho!!’ roepen de meer commerciële kinderopvangorganisaties terug. Zij wijzen erop dat zij óók maatschappelijk bezig zijn. Bovendien is de mogelijkheid om een bedrijf helemaal vol te stoppen met schulden na het Estro-schandaal in 2014 wettelijk aan banden gelegd. Er lekt geen geld weg naar het buitenland, ook niet in de vorm van uitkeringen aan aandeelhouders. Enige idee is dat de huidige aandeelhouders ‘hun’ kinderopvangorganisatie over een aantal jaren willen doorverkopen aan anderen. Met winst, dat wel.

Verder wijzen ‘de commerciëlen’ erop dat ze zelfs iets meer kwaliteit leveren dan maatschappelijke stichtingen. En, moet je nu echt zó innig met onderwijs samenwerken of zelfs fuseren? Wat krijg je dan eigenlijk? De Nederlandse kinderopvang behoort tot de top van Europa, het Nederlands onderwijs scoort middelmatig in alle onderzoeken. Waarom zouden we dat weggooien? En die doorgaande lijn, wat is dat nu anders dan een warme overdracht tussen kinderopvang en school?

WAT-MOETEN-WE-DOEN?!

Een lastig parket voor kinderopvangminister Van Gennip (SZW). In november 2022 schuift ze daarom de hete aardappel publiek/privaat door naar twee onderzoeksbureaus SEO en Decisio. En in april 2023 besluit ze de hele invoering van ‘gratis’ kinderopvang maar uit te stellen, naar 2027.

Reden: het kabinet moet flink bezuinigen, er is toch geen personeel te krijgen voor de verwachte grotere vraag naar opvang en het vervangen van de kinderopvangtoeslag door iets anders lukt ook al niet. Want geen enkele overheidsinstantie wil zich daar aan branden.

‘Gezien de lessen vanuit de kinderopvangtoeslagaffaire is een zorgvuldige invoering van het nieuwe stelsel voor zowel sector, ouders als uitvoerders cruciaal’, schrijft de minister diplomatiek. Een laatste reden voor uitstel is dat de onderzoekers van SEO en Decisio inmiddels klaar zijn en heldere rapporten hebben geschreven. Maar daar moet nog wel even goed op gekauwd worden.

DUURDER, IETS BETER

De SEO-onderzoekers constateren ten gunste van het huidige stelsel dat het aanbod van private-equity-partijen in de kinderopvang beperkt is. Zij zien geen grote verschillen in arbeidsvoorwaarden en kwaliteit van opvang. Op dat laatste scoort private equity zelfs beter: de kans op overtredingen van de kwaliteitseisen is lager, en ook ligt het aantal overtredingen per locatie lager.

Wel zijn private-equity-ondernemingen iets vaker gevestigd in de betere wijken. Ook is hun kinderopvang duurder: gemiddeld liggen de prijzen voor dagopvang 4 tot 8 procent hoger dan bij non-profit organisaties, en voor buitenschoolse opvang 2 tot 11 procent hoger. SEO concludeert dat weglek van winsten niet aan de orde is en dat er in de kinderopvang geen hoge winsten worden gemaakt. De onderzoekers concluderen dat er weinig geld uit de sector stroomt in de vorm van dividenden en rentebetalingen.

Decisio heeft onderzocht welke maatregelen effectief zouden zijn, als zou blijken dat organisaties een te grote focus hebben op het behalen van winsten, die vervolgens de sector uitstromen. Om overwinsten te voorkomen noemt het rapport van Decisio maatregelen als het normeren of verbieden van winstuitkeringen of een maximum aan dividenduitkeringen en een aan banden gelegde beloning voor leidinggevenden (via de Wet Normering Topinkomens, zeg maar de Balkenende-norm). Zo kan worden voorkomen dat er op kwaliteit wordt ingeleverd en geld verdwijnt naar aandeelhouders.

Verder kan een prijsplafond helpen, waardoor commerciële ondernemers bij veel vraag, maar weinig aanbod niet ongegeneerd hoge prijzen kunnen vragen voor opvang, te betalen door overheid en ouders. Verder pleit Decisio voor ‘zachte maatregelen’, zoals heldere en uniforme jaarrekeningen, een verplichte kwaliteitsmonitor, inspraak van ouders en medewerkers op het financieel beleid

Ook een ‘ruimere’ CAO kan helpen. Nu kent de kinderopvang een standaard-CAO waar werkgevers niet van mogen afwijken, maar als dit een minimum-CAO wordt, dan mogen werkgevers medewerkers méér betalen. Dit kan de kwaliteit van de kinderopvang ten goede komen, omdat betere medewerkers dan eerder zullen blijven en niet elders werk zoeken.

Over De Auteur

Aart Verschuur is hoofdredacteur van tijdschrift Kindcentrum BBMP en redacteur van KindVak Magazine.

This article is from: