Om enkele oudere bluswagens te vervangen, werden er bij Vanassche twee nieuwe zware autopompen besteld. Die zijn nu geleverd. De gelukkige eigenaars zijn de posten van Merelbeke (1-GYQ-839, nr. 419121) en Zelzate (1-GYQ-840, nr. 419122).
Merelbeke rukte tot voor kort uit met een Mercedes 1428F Atego uit 2005 (1-CYB-325, nr. 417104). In Zelzate was de eerste uitruk een Mercedes 1329 Atego uit 2011. Een nieuwe wagen was voor beide posten dus welgekomen.
In de vorige editie stelden we u ook de industrietrein voor van de zone. Deze trein bestaat uit een aantal wagens en containers die samen een stevig antwoord moeten bieden aan de zware industriebranden. Eén van de onderdelen was een ‘industriecontainer’, een haakarmslede met allerhande zwaar materieel om, samen met het GWT een doeltreffende water- en/of schuiminzet te kunnen realiseren. Er is inmiddels een tweede ‘industriecontainer’ beschikbaar, die zijn onderkomen vond in de kazerne van Deinze. De inventaris is ronduit indrukwekkend. Er zijn twee Alco monitoren, die tot 6000 liter per minuut halen (8 bar), verschillende monitoren voor water of schuim (3750 L/min), vier rolcontainers met slangen diameter 110 mm, twee IBCcontainers met FFF-schuimmiddel, slangencassettes, allerhande aanzuigstukken, verdeelen koppelstukken, slangenbruggen, ... Het meeste van dit materieel is, zoals gezegd, in rolcontainers opgeborgen, zodat het makkelijk op de meest geschikte plaats gebracht kan worden. (vlootnummer 419036)
Ook in de piepjonge deelgemeente van Deinze (Nevele maakt sinds 2019 pas deel uit van de nieuwe fusiestad Deinze) kwam er iets nieuws. Men had er nood aan een klein logistiek voertuig en de zone had hier oren naar. Er werd een VW Caddy Maxi geleverd, die plaats biedt aan vijf personen. Gezien er vooral dienstverplaatsingen op het menu staan, was een summiere prioritaire installatie voldoende. (2-FJX-678, nr. 419824) (J. Vanhessche)
In de provinciale brandweerscholen is er een uitgebreid aanbod aan opleidingen. Dit zorgt in veel hulpverleningszones voor extra druk op de vervoersplanning. Om een goede mobiliteit te verzekeren voor het brandweerpersoneel van de zone Fluvia, wordt er in de lange termijnvisie regelmatig een budget voorzien voor de aankoop van logistieke- en dienstvoertuigen.
Zo werden er in februari twee extra dienstvoertuigen in gebruik genomen, die onder meer een vlot vervoer naar de opleidingscentra moeten verzekeren. Ze werden aangekocht via het raamcontract van de politie. Via VW-dealer Topmotors werden er twee VW Caddy’s Life geleverd in de brandweerkleur RAL3020. De voertuigen zijn uitgerust met een 1.5 L benzinemotor en hebben een korte wielbasis van 2755 mm.
Er werd door ombouwer Moduvan uit Kortemark een prioritaire installatie voorzien, bestaande uit een led lichtbalk (AEB) met ingebouwde sirene, grilleflitsers en een verkeersgeleider. De vereiste BVV-striping en de veiligheidsmarkering achteraan het voertuig werden door het bedrijf Annonse uitgevoerd.
Voor Fluvia zijn dit bijkomende voertuigen, ze zijn gestationeerd in de posten Avelgem (2-GKB-372, nr. S342) en Kortrijk (2-GKB-417, nr. S341). De Nissan Primastar L309 werd overgeplaatst van Avelgem naar Kortrijk. (C. Vandeputte)
MIDWEST
Het gebeurt wel vaker dat er - kort na een Fokus-100 fotosessie - nieuwe voertuigen geleverd worden. Op zich is dat een goed teken: nieuwe investeringen dragen bij tot moderne, efficiënte brandweerposten. Dat hebben ze bij Midwest goed begrepen!
Om te beginnen werd de lijst met type-G autopompen aangevuld met een exemplaar voor Ardooie (1-GYP-362). In oktober 2001 leverde de toen kersverse firma Protec-Fire een gloednieuwe Scania P94M260 aan Ardooie. Het was de allereerste wagen die dit bedrijf in ons land leverde. In editie 32 van dit magazine kon u lezen welke troeven deze knappe wagen kon voorleggen: 2500 liter water, 28 liter schuimvormend middel en een Godiva WT4010 bluspomp. Tot 2024 verzorgde deze unieke wagen elke eerste uitruk bij brand. Het zag er veelbelovend uit voor Protec-Fire, maar toch bleef het bij dit ene voertuig. De Scania werd eind 2024 via een veilinghuis te koop aangeboden. Een paar maanden later was er weer feest in de post Ardooie, want men kon eindelijk beschikken over een recentere ladderwagen. De eerste ladderwagen die dit korps destijds had, was een Mercedes LF710 met een 22 meter lange Metzladder. Dit voertuig uit 1966 werd via Geens tweedehandse aangekocht en deed dienst tot 1998. Het werd vervangen door een Magirus 170D12 uit 1975, die voorheen in Leutkirch-am-Algau dienstdeed.
In 2012 kwam de Scania P93ML280 knikladder van Knokke-Heist de taken overnemen. Men
kon er nog negen jaar mee voort, want in 2021 werd ook dit voertuig verkocht. Korte tijd voordien was de Volvo FL7 knikladder uit Izegem naar Ardooie gekomen. Dit voertuig had al heel wat interventies op de teller - het had ook al in enkele andere posten voor een noodoplossing gezorgd - en er waren dan ook regelmatig technische problemen. Die zijn nu van de baan, want Ardooie kan voortaan uitrukken met de Renault Midlum knikladder, die voorheen dienstdeed in Roeselare. Deze Magirus dateert uit 2017, wat betekent dat Ardooie nog nooit zo’n jonge autoladder in haar remise heeft weten staan. Maar... Wat dan met Roeselare, zult u zich terecht afvragen. Daar mocht men zich verheugen op de levering van een splinternieuwe knikladder, gebaseerd op het lastenboek van de zone Westhoek. Stilaan wordt de MAN TGM18.320 een erg gesmaakt model en groeit het uit tot een echt standaardvoertuig (2-GED-492).
Roeselare is hiermee niet de enige post met zo’n ladder, want ook Wingene mocht met een identieke MAN de Volvo FL7-19 vervangen (2-GED-449).
En ook die Volvo was een speciaal geval. Het onderstel was afkomstig van de firma Air Liquide en dateerde van 1996. Hierop bouwde de firma Dias een nieuwe werkarm onder de welluidende naam ‘Rescue Star 27’. In werkelijkheid was dit een Comet 271TBi hoogtewerker, met een werkhoogte van 27
maar kwamen er ook een aantal brandweerwagens op de baan. Dit waren allemaal bestelof dienstwagens. Zo ook in Izegem, waar in 2008 een Toyota Hilux D-4D geleverd werd. Het was een van de weinige 4x4’s in de zone. Deze terreinwagen werd ‘meid voor alle werk’ en raakte al gauw onmisbaar.
Vandaar dat de zone besliste om hem, na zestien jaar dienst, te vervangen door een nieuw exemplaar. Men koos voor een Ford Ranger en trok ermee naar Moduvan, dat al heel wat wagens inrichtte voor de naburige zone Westhoek. Al die wagens werden gestriped door Annonse, en dat gebeurde dus ook met deze Ranger.
Qua extra uitrusting kreeg de stoere jongen een SafeStow ladderlaadsysteem, een trekhaak en een netjes in de bumperpartij ingebouwde winch. Ledflitsers en een AEB-lichtbalk maken het geheel af (2-GBK-006). (J. Vanhessche)
TAXANDRIA
Niet alleen in de zones Centrum, Midwest en Waasland (zie verder) waren er dergelijke type-G autopompen. Taxandria kocht er vier (Arendonk, Merksplas, Rijkevorsel, Vosselaar), Dinaphi (Philippeville), Hemeco, Rivierenland (Bornem) en W.A.L. kochten er elk ook eentje.
De vorige autopomp T636 van Vosselaar vertrekt weldra naar de post Lille. Men is daar ruimte aan het vrijmaken in de gemeentehallen zodat ook dit voertuig erin past. Voor de nieuwe autopomp had men trouwens nog een leuk detail bedacht. Behalve het extra zoeklicht op de cabine en de dubbele frontpinkers, kreeg de Atego nog een gestileerde weergave van (hoe kan het anders) een vos op de deuren.
Het moeten niet altijd mastodonten zijn. In de huidige brandweerorganisatie zijn dienst- en personeelswagens broodnodige voertuigen. En dus verdienen ze ook hun plaats in ons magazine.
Beerse ontving recent zo’n nieuwe dienstwagen in de vorm van een VW Caddy Maxi. De Caddy is door zijn veelzijdigheid behoorlijk populair in de functie van compact logistiek voertuig. Die van Beerse zal er ingezet worden als personeelswagen en vervangt zo de Ford Transit uit 2009. (2-FAB-626, nr. T931) (J. Vanhessche)
VLAAMS-BRABANT WEST
Deze brandweerzone verenigt negen posten, telt ongeveer 650 medewerkers en staat in voor de bescherming van 33 gemeenten in het westen van Vlaams-Brabant. En ook hier wordt er regelmatig geïnvesteerd in nieuwe en bijzondere voertuigen.
Bij de noviteiten is er deze keer een stel offroad voertuigen voor de posten Londerzeel en Lennik. Hiervoor werden er bij Somati Vehicles twee robuuste Toyota Hilux ‘extra cab’ terreinwagens klaargestoomd. Ze zijn voorzien van een 2,8 liter dieselmotor met een vermogen van 204 PK en kunnen moeiteloos 3,5 ton trekken. Hun waaddiepte in stilstaand water bedraagt 60 cm. Hindernissen verplaatsen of zichzelf lostrekken gebeurt met de vooraan gemonteerde Warn Zeon voorbouwlier. Die heeft 30,5 meter synthetische kabel en een trekkracht van 4536 kg. De voertuigen werden uitgerust met BF Goodrich All Terrain T/A KO2 banden.
Boven op de laadruimte kregen de pick-ups een Gitrax aluminium ‘hard top’, voorzien van ladderdragers. Afhankelijk van de inzet kan men divers materieel ergonomisch in deze ruimte laden en weer wegnemen door gebruik van een uitschuifbaar plateau. Dit kan tot 350 kg dragen en is tot 75% uitschuifbaar.
Achteraan de cabine is er daarnaast plaats voor een vaste belading, zoals signalisatiekegels en lampen, handlampen en een draagbare ledverlichting, toebehoren voor de lier, een EHBO-tas en een gereedschapskoffer.
Inzake prioritaire uitrusting is er een Poly-PM bediening met elektronische sirene en een C3100 speaker. Ledmodules in het radiatorrooster, in de spiegels en de vleugels voor- en achteraan, een Silverblade lichtbalk op de cabine en directionele ledstrip achteraan op de hard top maken het geheel af.
In Londerzeel verlaat hiermee de Ford Ranger uit 2004, die onlangs betrokken was bij een aanrijding, het wagenpark. In Lennik verdwijnt de Nissan Navara uit 2006 (ex Zaventem).
Voor logistieke opdrachten leverde Autographe vier Volkswagens Caddy Maxi met cabine voor twee personen en extra laadruimte. Ze zijn bedoeld voor de posten Tollembeek, Halle, Asse en Zaventem. In 2023 kreeg Zaventem ook al een VW Caddy Cargo als bestelwagen.
Begin januari werd er door Fire Technics een 12 000 liter grote tankwagen afgeleverd aan de post Kluisbergen. Het is meteen de tweede MAN op korte tijd die Kluisbergen in gebruik neemt. Voor het lastenboek baseerde men zich op het nieuwste type tankwagen van de zone Westhoek (geleverd in Lo-Reninge). De zone Westhoek had namelijk een optie laten opnemen om ook een model van 12 000 liter aan te bieden. De zone Vlaamse Ardennen ging met dit lastenboek aan de slag en plaatste het order bij Fire Technics.
Onderstel en opbouw
Het gebruikte onderstel is een MAN TGS 26.510 6x4 met een wielbasis van 4900 mm. Men koos resoluut voor twee vaste aandrijfassen achteraan. Met deze 26 tons chassis, waarbij de totale toegelaten massa zelfs nog een stuk hoger ligt, valt dit voertuig al in de klasse van de ‘zware voertuigen’. Er werd dan ook gekozen voor een Euro-6 dieselmotor met een vermogen van 375kw bij 1800 t/min. Aan de motor is een MAN Tipmatic versnellingsbak gekoppeld.
De opbouw is een superstructuur van ZHT uit polypropyleen, waar de resevoirs voor water, blusschuim en detergent al in geïntegreerd zijn. De watertank heeft 24 compartimenten van ongeveer 500 liter. De schuimmiddeltank is 500 liter groot en de detergenttank kan 200 liter opnemen. Alle tanks zitten mooi verdeeld over de assen. De watertank kan gevuld worden met twee ingangen van 70 mm, die aan beide zijden tussen de achterwielen in een beschermkoker gemonteerd zijn.
Fire Technics voorzag volgens het lastenboek een Rosenbauer N35 pomp met een nominaal debiet van 3000 L/min bij aanzuiging op drie meter diepte. Aan de pomp zijn vier persuitgangen van 70 mm gekoppeld, die onder de opbouw zichtbaar zijn. In de achterste materieelkasten is er aan beide zijden telkens een persuitlaat van 110 mm. In dezelfde kasten ziet men aan beide zijden ook de aftakkingen voor het blusschuim. Achteraan, boven het bedieningspaneel van de pomp, is er bovendien een LD-haspel met 60 meter slang. De N35 pomp is voorzien van één aanzuigmond van 125 mm met een Storzkoppeling. Onder de cabine vooraan vinden we een zeskops sproeibalk met een aftakking van 45 mm. Het detergent-/waterconcentraat wordt verkregen via de bronzen tussenmenger die achteraan onder de chassisbalk weggewerkt is.
Wie Rosenbauer zegt, denkt ook aan design. De firma won in het verleden al meermaals prijzen omwille van haar mooie ontwerpen. De pompbediener heeft bij deze wagen zicht op een klassevol bedieningspanneel met duidelijke drukknoppen en een digitale aanduiding van de hoeveelheid water, blusschuim en detergent die nog voorhanden is. Hetzelfde bedieningspaneel is vooraan in de bestuurderscabine ook aanwezig. Verder zijn alle manometers mooi ingebouwd in het centrale gedeelte en zijn de bekabeling en de ‘piping’ netjes afgeschermd.
Uitrusting
De levering van deze tankwagen omvat nog heel wat meer. De zeer onderhoudsvriendelijke materieelkasten zijn achteraan voorzien van slangen en alle watervoerende armaturen inclusief een detergentenstraalpijp. De zuigslangen zijn ondergebracht in een ruimte die
afgesloten is met een deur. Ook alle toebehoren voor een schuiminzet ontbreken niet; hierbij zijn de schuimmengers Z4 in massief brons uitgevoerd. Verder zijn de nodige verkeerskegels, draagbare lampen en enkele handsproeiers om kleine olievlekken te verwijderen aanwezig. Al de rest van het klein materieel vindt zijn plaats in kunststof opbergbakken. Tot slot vermelden we nog de aanwezigheid van twee ademluchttoestellen.
Signalisatie en verlichting
Waar een lichtmast vroeger een elektrogeengroep vereiste, is er nu een enorm aanbod van krachtige ledverlichting op de markt die op het circuit van de vrachtwagen kunnen werken. De contourverlichting wordt gegarandeerd door zes sterke Hella flatbeam leds op de flanken en twee Hella M70 ledlampen achteraan. De kastverlichting is uitgerust met LED opbouwstroken LED Micro Edge WT. Tenslotte werd er een opklapbaar signalisatiepaneel
Arisco Arrows 6200 op het dak gemonteerd, dat vanuit zowel de cabine als het pompcompartiment bedienbaar is.
De prio-installatie is voorzien van blauwe dakflitsers Rauwers Polaris en de nodige kalenderflitsers Starled AEB voor- en achteraan. Tenslotte zijn er een MartinHorn dagtweetoon en een elektronische nachtsirene.
Deze tankwagen is in RAL3020 uitvoering en voorzien van de BVV striping. Fire technics liet de kleurkeuze van de rolluiken over aan de klant, en dit is geel geworden, wat de zichtbaarheid ten goede komt.
De post Kluisbergen nam intussen de nodige tijd om een groep chauffeurs op te leiden. Dit voertuig is namelijk in geen enkel opzicht te vergelijken met de Steyr, die er bijna 30 jaar dienst deed. Die Steyr zal nog even dienst doen in de post Herzele.
Een tweede tankwagen voor de zone Vlaamse Ardennen is momenteel ook in bestelling maar zal licht afwijken van dit exemplaar. Men baseerde zich dit keer op het lastenboek van de zone Centrum. (2-GHD-128) (C. Vandeputte, met dank aan Adj. L. Depoorter )
WAASLAND
Twee jaar geleden stelden we de nieuwste generatie autopompen uit de G-reeks voor aan onze lezers. Intussen zijn er al een behoorlijk aantal van geleverd. Recent mocht er ook een afvaardiging van post Kruibeke (zone Waasland), haar Mercedes Atego 1630F bij de firma Vanassche ophalen. Naast de inmiddels vertrouwde opbouw en hydraulische installatie werden er op vraag van de zone wel enige wijzigingen aangebracht. Zo beschikt men aan beide zijden van de opbouw over hogedrukhaspels. In de cabine springen een Dometic CD20 ijskast en een trekkoord in het oog. Door gebruik te maken van zo’n koord in plaats van een voetknop, kunnen zowel de bevelvoerder als de chauffeur de evacuatiehoorn activeren. Beiden beschikken eveneens elk over een tablet voor live navigatie en extra interventie informatie. (1-GYP-443) (G. De Wilde)
In Brugge staat er sinds kort een nieuwe zonale decontaminatiewagen. Dit voertuig komt ter plaatse om vervuilde kledij in te ruilen voor propere. Het proces werd ingepast in een kofferwagen, gebaseerd op een Volvo FL240.
Aan de zijkant zijn er twee deuren. Het personeel komt de wagen binnen via de achterste deur en kan daar de vervuilde kledij kwijt in de openingen. Ze komt meteen terecht in grootvolumebakken op karren. Die kunnen dan via de hydraulische laadklep gemakkelijk gelost en afgevoerd worden.
Binnenin kan het personeel via het sas naar de ‘propere ruimte’, waar nieuwe kledij aangetrokken kan worden. Via de voorste deur kan men dan weer naar buiten.
De wagen werd geleverd via de Brugse dealer Derma Trucks maar werd ingericht door Somati. (1-GYR-522, vlootnummer L150)
Binnen de zone waren er ook nog enkele verschuivingen. Zo werd de Oostendse haakarmwagen MAN uit 1998 (L123), na een kort verblijf in Middelkerke, overgebracht naar de post Gistel. Daar was nog geen haakarmwagen. Vooraf werd het voertuig wel volledig opgefrist, waarbij de fluo kleur plaats maakte voor de gekende BVV-look met RAL3020 als basiskleur. Middelkerke ontving in ruil de Mercedes Actros L109 uit Brugge.
Maar voor deze kustgemeente was er nog veel groter nieuws. De post mocht namelijk een gloednieuwe autoladder ontvangen. De zone koos voor het ‘model Westhoek’, wat resulteerde in een MAN TGM18.320 met een M32LAS knikladder (2-GEE-819, E105). De vorige ladderwagen had de respectabele leeftijd van 20 jaar bereikt. Wat er met die MAN gebeurt, is nog niet zeker. Vermoedelijk verhuist hij naar de post Wenduine.
In de vorige editie schreven we over de Brugse plannen voor een nieuwe kazerne. Maar ook Knokke-Heist mag zich de borst natmaken om in het bouwavontuur te stappen. Er zijn namelijk plannen voor een nieuwe kazerne, die opgericht moet worden naast het opleidingscentrum van Club Brugge. Daar ligt het parklandschap ‘t Walletje en daarin moet de kazerne een nieuwe baken vormen. Daarvoor moeten de rode gevelstenen en de opvallende dakvorm zorgen.
De huidige kazerne dateert nog van de jaren zestig en voldoet niet meer aan de hedendaagse normen en energie-eisen. De indeling van het
gebouw maakt het onmogelijk om nieuwe technologie in te voeren en is zelfs niet conform met de huidige regelgeving.
Bij het nieuwe gebouw gaat het uiteraard niet alleen om de uitstraling. Het belangrijkste aspect is een functionele indeling, die gericht is op de behoeften van de brandweer. De architecten, een samenwerking tussen Piet Bailyu Project Architects en ORG Urbanism & Architecture, realiseerden een ontwerp dat de huiselijke sfeer voor de medewerkers behoudt. Zo zijn er ruime verblijfsruimtes met zicht op de parkzone en een groot inpandig terras.
Bij het ontwerp is er ook gedacht aan korte uitruktijden en aan mogelijkheden om de teams steeds fysiek paraat te houden. Natuurlijk gaat er grote aandacht aan energiebeheer en duurzaamheid. Voor de verwarming wordt er bijvoorbeeld gewerkt met geothermie (warmtepomp waarbij warmte aan de bodem onttrokken wordt), warmteterugwinning en zonnepanelen. De gekozen gevelstenen zijn CO2-negatief en dragen dus bij aan een lagere ecologische voetafdruk. Het water kan hergebruikt worden. Al deze elementen samen maken van de kazerne niet alleen een functionele kazerne, maar bieden ook een voorbeeld op het gebied van duurzaam bouwen. (J. Vanhessche)
IN DE AGENDA
4 april: uitstap zone Hainaut-Centre
17 mei: zone Taxandria (onder voorbehoud)
21 juni: zone D.G. Hou zeker de FB-pagina in het oog!
Ziekenwagens
112 HAGELAND
De ambulancedienst ‘112 Hageland’ vertrekt sinds enige tijd ook vanuit de brandweerkazerne van Aarschot. De ziekenwagen wordt meestal bemand door een ambulancier van 112 Hageland en een brandweerman-ambulancier.
Uitrukken doen ze voortaan met een MAN TGE 3.180 (130 kW/180 PK). De wagen werd geleverd door Asimex Distribution en is ingericht door het Franse ‘Les Dauphins’. Een tweede, identieke exemplaar kreeg Heverlee als standplaats. De wagens worden wel beurtelings gewisseld. (G. De Wilde)
In de hulpverleningszone Fluvia slaagt men er al verschillende jaren in om gelijke tred te houden in de vervanging van hun ambulances. In december 2024 werd de laatste Mercedes Sprinter, gebouwd volgens het lastenboek van enkele jaren terug, door Autographe geleverd. Deze ziekenwagen heeft dus, net als zijn voorgangers, een Sprinter 519CDI als ‘body’ en dezelfde inrichting.
De sanitaire cel is ongewijzigd maar de opstaptrede aan de schuifdeur is bij de nieuwe wagen niet meer elektrisch. Men koos namelijk voor een mechanische opstaptrede omdat die veel breder is en meer bedrijfszekerheid biedt. Ook de blauwe flitsers, die normaal in de twee achterdeuren gemonteerd werden, zijn niet meer voorzien.
De nieuwe ziekenwagen staat in de kazerne Kortrijk en rukt uit als ‘Kortrijk 1’. (2-GCR-366, vlootnummer Z309, FOD-nr. 11031)
Met de komst van de nieuwe ambulance zijn alle ziekenwagens (reservewagens inbegrepen) binnen de zone gelijkwaardig qua krachtbron, onderstel, koetswerk en inrichting. De nieuwe levering betekent ook het einde van de laatste Fluviaambulance met kofferopbouw. Deze Mercedes Sprinter 518CDI / Autographe-WAS kwam in dienst in 2015. Zijn eerste uitrukpost was Menen. Hij werd in februari openbaar verkocht. (1-KED-470, vlootnr. Z304, FOD-nr. 10184) (C. Vandeputte)
Voor die prijs kreeg men een Volvo XC90, die een stuk beter uit de voeten kan in het landelijke gebied. De ombouw werd gerealiseerd door de firma AB-Technics. Nu beschikt de nieuwe MUG over een uitgebreid arsenaal aan innovatieve medische hulpmiddelen, beschermkledij en geavanceerde communicatieapparatuur. (2-GHE-853, FOD-nr. 14255) (J. Vanhessche)
CHWAPI -TOURNAI
Begin december 2024 leverde Autographe een nieuw medisch interventievoertuig aan de spoedopname van het ziekenhuis Union - Chwapi in Doornik. Het is het tweede SMURvoertuig dat op korte tijd door Autographe werd geleverd. Het eerste voertuig op basis van een SUV BMW X7 werd reeds in juli 2023 overhandigd.
In ons land zijn er verschillende opbouwers en inrichters van ambulances. Maar een groot aantal van de nieuw geleverde ziekenwagens komt uit Wavre: van de firma Autographe. We staan even stil bij deze ombouwer, die naast ambulances en MUG-voertuigen ook heel veel politievoertuigen klaarstoomt. Alsof dit nog niet genoeg is, rollen er ook regelmatig brandweervoertuigen uit de werkplaatsen. Maar de lezer is het van ons gewoon, we belichten eerst de beginjaren van dit bedrijf.
In deel I van dit verhaal lazen we dat het bedrijf Autographe in pakweg 25 jaar sterk was gegroeid en altijd mee evolueerde met de nieuwste technieken. Rond de eeuwwisseling was er veel bedrijvigheid in en rond de gebouwen van Autographe in Schaarbeek. Het bedrijf schakelde op korte tijd een versnelling hoger. En de Rijkswacht, die al die jaren zo aanwezig was?... Die verdween, maar kwam terug onder een andere gedaante. In deel II blijven we wat langer stilstaan bij enkele bijzondere projecten…
Brandweer Brussel
Voor de dringende geneeskundige hulpverlening in het Hoofdstedelijk Gewest beschikte de brandweer, naast de ziekenwagens van Volksgezondheid, ook over een hele vloot eigen ziekenwagens. Ze waren ingericht volgens de richtlijnen van de overheid. Het waren VW Transporters ‘T3’, die in de verschillende posten gestald waren. De vervanging van deze ziekenwagens werd vanaf 1994 ingeluid door de levering van een reeks Peugeot Boxer ambulances door de firma AMB.
In die periode werd er bij Autographe ook al nagedacht over de bouw van ziekenwagens. In 1999 en 2000 werden er al een vijftal ziekenwagens ontworpen en gebouwd op basis van Peugeot Boxers. Ze werden aan de Brusselse brandweer geleverd en de bestelling kreeg een vervolg van nog eens een twintigtal ziekenwagens. Eind 2003 waren deze ambulances allemaal geleverd en in gebruik. Autographe leverde in 2001, tijdens de afwerking van deze grote opdracht, ook nog een drietal ambulances met een ruimere uitrusting. Hiervoor werd er gewerkt op basis van het model Mercedes Sprinter 313CDI.
In de periode van 1999 tot en met 2004 werd duidelijk dat Autographe, naast grote series, ook maatwerk kon leveren. Zo werden er in 2002 vijf Mercedes 316CDI commandowagens afgeleverd aan de hoofdstedelijke brandweer. De inrichting was zeer uitgebreid en omvatte een ademluchttoestel, diverse radiotoestellen, meetapparatuur, een megafoon, uitgebreide documentatie over gevaarlijke stoffen, een kleine overlegruimte enz…
Het was uiteraard niet alleen de Brusselse brandweer die voertuigen liet bouwen bij Autographe. Defensie en de intussen hervormde politie kwamen ook nog steeds regelmatig over de vloer.
We keren nog even terug naar het jaar 2000. Voor het militair Hospitaal in Neder- overHeembeek werden er in dat jaar twee medische urgentievoertuigen gebouwd. Men
gebruikte hiervoor oersterke Toyota Land Cruisers. Deze twee terreinjongens werden opgenomen in het ‘100’-circuit (de latere ‘112’). Autographe leverde ook een MUG-wagen aan het ziekenhuis van La Louvière. Ook dit was geen alledaagse wagen, namelijk een Peugeot 806 monovolume.
Maar ook de nutsbedrijven van ons land maakten gebruik van de expertise die Autographe in huis had. De diensten van de waterleiding, de wegenwerken, gas- en elektriciteitsmaatschappijen zoals Electrabel enz… werden vaste klanten. Voor bedrijven met een service ‘dienst na verkoop’ richtte men daarnaast ook diverse atelierwagens in. Het zou ons allemaal te ver leiden; we proberen ons te focussen op de hulpdiensten…
De geschiedenis herhaalde zich
We keren terug naar 1999, Volksgezondheid startte opnieuw met het uitlenen van polyvalente ziekenwagens aan talrijke ambulancediensten. Het ging hier over de Peugeot Boxer, die Bocquet Engineering samen met de Franse ambulancebouwer Durisotti realiseerde in opdracht van het ministerie. De levering omvatte een 60-tal voertuigen. Ze werden afgeleverd tussen 1999 en oktober 2003. Kort na de levering van het laatste voertuig liet Volksgezondheid weten dat dit wel eens het einde zou kunnen betekenen van de ‘uitleenpolitiek’. Uiteraard ging het hier over de centen die het departement telkens weer moest ophoesten en de rompslomp om de voertuigen rijdende te houden. Volksgezondheid had immers de laatste jaren ook veel kopzorgen met het concept van een opgebouwde polyester sanitaire cel op een onderstel. Toch liep het niet zo’n vaart, want het departement schreef begin 2003 alsnog een nieuwe aanbesteding uit. Er stond toen wel al vast dat niet iedereen nog aanspraak zou kunnen maken op een nieuwe ambulance.
De afdeling ‘overheidsvoertuigen’ van VW-invoerder D’Ieteren kreeg de bestelling toegewezen. D’Ieteren viel terug op de succesformule, die 17 jaar lang tot zeer goede resultaten had geleid, toen men samenwerkte met ambulancebouwer Van Muylder uit Willebroek. De invoerder had nu met de VW LT35 opnieuw een goede basis in huis. Van Muylder bestond niet meer, maar Autographe had de kennis en de ervaring om van de LT een solide ambulance te maken. Alle partijen zouden zich voorlopig niet meer laten vangen aan het concept ‘chassis met opbouw’.
Het resultaat was dus een VW LT35 TDi, volledig uitgerust volgens de normen van het ministerie. Er was heel veel belangstelling voor deze polyvalente ziekenwagen, maar Volksgezondheid gaf er de voorkeur aan om deze ambulances uit te lenen aan de kleinere diensten.
Het eerste contingent voor Volksgezondheid was in juni 2003 al een feit en tegen het einde van dat jaar waren er al twintig ambulances bij verschillende diensten in bruikleen. Voor de leveringen tijdens de daaropvolgende jaren is het vaak moeilijk te achterhalen welke ambulances via de overheid werden uitgeleend en welke met eigen middelen aangekocht
werden. De laatste VW LT van Autographe werd in ieder geval in september 2006 in gebruik genomen in Kalmthout. Deze ziekenwagen werd met eigen middelen aangekocht.
Volksgezondheid besloot dat er nu écht geen nieuwe reeksen meer zouden volgen. Na, 45 jaar lang, honderden ambulances te hebben uitgeleend aan quasi alle diensten in ons land viel definitief het doek voor de ministerievoertuigen.
Containeropbouw opnieuw in de belangstelling
Toen de plannen voor deze ‘afbouw van de uitleenpolitiek’ bekend raakten, namen een handvol brandweerkorpsen vrij snel het initiatief om hun ziekenwagens zelf te financieren. Voorlopers hierin waren brandweer Knokke-Heist en Hasselt: ze namen in 2001 ambulances van Ambucar/Strobel in dienst. Deze wagens hadden een nauw aansluitende polyester opbouw. Het onderstel (Mercedes 313CDI en 316CDI) voldeed nog net om een iets ruimere polyvalente ziekenwagen te bouwen binnen de maximale normen van het toegelaten gewicht. Knokke en Hasselt waren daarmee ook de eerste ambulancediensten die volgens deze configuratie werkten.
Bernard de Saint Hubert wist dat Autographe vroeg of laat de ‘box-body’-formule zou moeten aanbieden, en vond in het Duitse WAS (Wietmarscher Ambulanz und Sonderfahrzeug) een partner om containerambulances te leveren. Brandweer Zaventem nam in oktober 2003 als een van de eerste een Autographe/WAS in gebruik. Men maakte gebruik van een Mercedes 416CDI, zodat men mooi binnen de gewichtsgrenzen bleef. Dit bood meer mogelijkheden voor een ruime opbouw. Voor het medisch personeel aan boord was het uiteraard een luxe om over een grote sanitaire cel te kunnen beschikken. In september 2004 nam brandweer Kortrijk een gelijkaardig voertuig in gebruik.
Er was evenwel tijd nodig om dit concept terrein te laten winnen. Het waren vooral de drukbezette ambulancediensten die interesse hadden in een zwaarder voertuig. Brandweer Zaventem had resoluut gekozen om hiervan het standaardvoertuig te maken. In 2006 beschikte men al over drie polyvalente ziekenwagens van WAS, allemaal geleverd door Autographe. Het zwaardere onderstel betekende uiteraard wel dat deze ambulances bestuurd moest worden door een ambulancier met een C-rijbewijs.
De hoofdstad baadde nog even in het bad van Volksgezondheid
Brandweer Brussel nam intussen rustig de tijd om te kijken hoe het verging met de VW LT35. Dit model zat eigenlijk in de ‘portefeuille’ van D’Ieteren. Na wat wikken en wegen besloot Brussel, om de vloot ziekenwagens te vernieuwen, gebruik te maken van het succes van die VW LT35.
Zo pleegde brandweer Brussel vanaf 2005 een ware aanslag op de leveringsagenda’s van zowel D’Ieteren als Autographe. Er werden op goed twee jaar tijd iets meer dan 25 VW LT35 TDi’s in dienst genomen, verdeeld over alle Brusselse posten. Al deze ziekenwagens werden met eigen middelen aangekocht.
Met de leveringen van de VW LT’s kwam er weer een oud zeer opsteken. De drukte rond de gebouwen van Autographe in Schaarbeek en het daarbij horende plaatsgebrek in de bedrijfsgebouwen schreeuwden om een oplossing. Men moest op zoek gaan naar een groter gebouw, dat beter bereikbaar was en dat op langere termijn ook nog verder uitgebreid kon worden.
Er werd in 2004 een pand gevonden aan de Avenue Lavoisier in Wavre. De site lag langs de N257 en met de zeer dichtbijgelegen E411 was het pand heel vlot te bereiken. Het gebouw was 5500 m² groot en stond op een terrein van 2,8 ha, maar het was niet instapklaar. Het moest deels gestript worden om het te kunnen aanpassen. De verbouwing werd een enorme klus en omhelsde het verwijderen en aanpassen van wanden, verwarming en verlichting, het installeren van werkposten en een spuitcabine, enz… Deze werken namen het volledige jaar 2005 in beslag. Rond de jaarwisseling nam men er zijn intrek en werd de maatschappelijke zetel van het bedrijf definitief in Wavre gevestigd.
313CDI, 315CDI en 316CDI vielen bijzonder in de smaak. Zo liet Heist-Op-Den-Berg een 315CDI aanrukken als ‘HIT’: ‘Heists Interventie Team’. Een PIT werd het nooit, want er is geen spoedopname in de gemeente. De wagen beleefde er drukke tijden. Hij werd in 2019 uitgezwaaid met ruim een half miljoen kilometers op de teller!
De klanten waren niet alleen brandweerdiensten en ziekenhuizen; ook het Rode Kruis en bijvoorbeeld ACS-La Hulpe kwamen bij Autographe over de vloer. Zeldzame uitzonderingen op de overmacht van de Mercedes Sprinter waren enkele ziekenwagens op Renault Master, bedoeld voor het Rode Kruis in Namur en Liège.
De ‘box body’ kreeg navolging
De eerste containerambulances die men in samenwerking met WAS leverde, kregen toch stilaan navolging. Slechts enkele diensten bestelden een 3-tons onderstel: o.a. brandweer Hannut en het Jan Ieperman ziekenhuis (Ieper). Maar meestal werd er voor een zwaardere gewichtsklasse gekozen. In ons archief konden we achterhalen dat er tussen 2006 en 2008 al twaalf ‘Box Body’-ambulances geleverd werden op de 5-tons 518CDI Sprinter.
Voor Defensie werd er ook een container ziekenwagen gebouwd, maar dan op een VW Crafter onderstel. Deze zeldzame verschijning werd afgeleverd in 2008 aan het Militair Hospitaal van Neder-Over-Heembeek.
Dit bedrijf, dat in het verleden al regelmatig aan bod kwam in ons blad, heeft de allure van een heus dorp. Hierbij is een eigen brandweerdienst niet onbelangrijk. Investeren in voortdurende opleidingen en modern materiaal is hierbij ongetwijfeld een must. Het elektrificeren van het bedrijfswagenpark heeft hier ook zijn intrede gedaan. Voor de aanschaf van een nieuwe commandowagen viel de keuze dan ook op een ruime Mercedes eVito Tourer L3, uitgerust met een 150 kW- 204 PK sterke elektromotor.
De inrichting gebeurde bij AB-Technics en is gebaseerd op de destijds geleverde provinciale AGS-voertuigen. Zo beschikt men over een overlegruimte, voorzien van een werktafel met grondplan, een kast voor interventiedossiers en een laptop, en twee opbergkasten. Hierin is er onder meer plaats voor een ‘spillkit’: een kleine interventiekoffer met absorptiemiddelen voor een snelle tussenkomst bij calamiteiten met lekkages zoals chemicaliën.
Achteraan heeft men toegang tot een opbergmeubel met verschillende detectietoestellen. Opmerkelijk is het uitschuifbaar plateau boven het meubel, net onder het plafond. Hierop werden 12 Dräger X-AM gasdetectietoestellen aangebracht. Een lade, die eveneens dienst kan doen als schrijftafel bij overleg, en een uitschuifbare slede met een AB-toestel maken de uitrusting optimaal.
Door de aankoop van dit voertuig kreeg de voorganger uit 2017 een nieuwe functie als personeelswagen.
De MAN 12.225LC manschappen/materieelwagen, gebouwd door Rosenbauer, was na 21 jaar dienst eveneens aan vervanging toe. Vanassche leverde hiervoor een Mercedes Sprinter 517CDI met kofferopbouw. Achteraan is er een Dhollandia laadklep, die 1000 kg kan tillen. De Sprinter zal voornamelijk worden ingezet bij incidenten met chemische stoffen. Hiervoor werd aan de linkerzijde een wand met 28 opbergboxen voorzien. Hier is er plaats voor divers absorptiemateriaal, Tyvek overalls, wegwerpgaspakken, … Tegen de voorwand kreeg een tweede opbergsysteem zijn plaats. Hierin springen de Holmatro Pentheon combitool en een ‘Fotokite Sigma’ kabeldrone het meest in het oog. Dit soort ‘aangebonden’ drone kan in een stationaire modus worden ingezet, wat continu toezicht mogelijk maakt. Zo kunnen er, bij een verkenning, thermische beelden in realtime worden gestreamd. De kabel dient eveneens als energiebron, zodat er geen batterijen vervangen moeten worden. Een groot voordeel bij dit soort drones is dat er geen pilootopleiding vereist is. De kabelbediening is heel eenvoudig: opstijgen, vliegen en landen gebeurt telkens door één knop te gebruiken.
Voor het welzijn en comfort voor de hulpverleners bij langdurige inzetten werd er ook gedacht aan een Dometic koelbox en een luifel waaronder men even tot rust kan komen of van kledij kan wisselen. (G. De Wilde)
Door zijn strategische ligging in het centrum van Europa is Covestro (voorheen Bayer MaterialScience) één van de belangrijkste productievestigingen van deze multinational. Inmiddels produceert men op de site in de Antwerpse haven al sinds 1961 hoogwaardige materialen zoals polycarbonaat en polyurethaan. Het is hiermee één van de grootste polymeerproducenten ter wereld.
Als Sevesobedrijf beschikt men over een brandweerpost met 33 fulltime medewerkers die 24 uur per dag in drie ploegen werken. Het minimum personeelsaantal is zeven, maar de normale ploegbezetting per shift bedraagt elf personen. Het diensthoofd werk in dagdienst.
In het voorjaar van 2021 nam men een indrukwekkende eerste interventiewagen, met blusarm, op een Volvo FMX500 8x2-chassis in dienst (Objectief 109). Deze keer werd er geïnvesteerd in een zware materiaalwagen.
Somati Vehicles was de leverancier van een Volvo FMX (Forward control Medium X-treme). Het gevaarte levert een vermogen van 420 PK en heeft een 6x2-configuratie met meegestuurde liftbare achteras.
Men opteerde bovendien om de vrachtwagen uit te rusten met het ‘Brigade Backeye 360°’ intelligent cameramonitorsysteem. Dit geeft het live beeld van vier ultragroothoekcamera’s in één beeld weer op de monitor in de cabine. Hierdoor krijgt de bestuurder een realtime overzicht van de omgeving van het voertuig, inclusief de dode hoeken.
De opbouw met zes rolluiken werd gerealiseerd door het Poolse Wiss en is uitgevoerd in RVS. Hierin is een Fireco lichtmast met twee 185 Watt sterke ledlampen geïntegreerd. Er werd ook een vaste, door de PTO aangedreven, generator van 20 kVA (230/400 V) voorzien. Een groot deel van de belading kon overgenomen worden van de vorige materieelwagen. Dat was een Mercedes Ecoliner 1117/37, die Saval-Kronenburg in 1987 ombouwde. Ook die wagen beschikte over een kraanarm. Dit voertuig was een heel stuk kleiner en dus moest er noodgedwongen heel wat uitrusting opgeslagen worden in de kazerne. De keuze voor een erg ruime materieelwagen lost dit probleem op. Zo is er ruimte voor diverse beschermingspakken, een warmtebeeldcamera, divers verlichtingsmaterieel, gasdetectietoestellen, allerhande (explosievrije) pompen, opvangreservoirs (3000 liter), technisch hulpverleningsmaterieel, lekafdichtingsmaterieel enzovoort.
De twee ladders op het dak zijn op een veilige manier te bereiken via een elektrisch, zijdelings gemonteerd, ladderlaadsysteem. Niettemin is het dak zelf ook begaanbaar. Daartoe is er een openvouwbare reling voorzien.
Ongetwijfeld is de achteraan gemonteerde radiogestuurde Hiab 092E Hi-Duo kraan één van de grootste troeven. (G. De Wilde)
Bijzondere diensten
CENTRUM VOOR GERECHTELIJKE GENEESKUNDE - UZA
Het grote publiek kent de gerechtelijke geneeskunde voornamelijk uit boeken en televisieseries als ‘CSI’ of programma’s als ‘Wetsdokters’. Sinds 2016 is het gerecht verplicht om alle ongewone sterfgevallen te laten onderzoeken door de diensten van de forensische geneeskunde, het labo en de recherche.
Het team (exclusief DNA-labo) in het UZA bestaat uit tien artsen, vier mortuariummedewerkers, vier administratieve medewerkers en één kwaliteitsverantwoordelijke/ beleidsmedewerker.
Het CGG staat in voor medico-legale dienstverlening voor een aantal parketten die ressorteren onder het Hof van Beroep van Antwerpen en Gent. Het takenpakket bestaat uit: forensische autopsies uitvoeren, de plaatstoestand bij criminele feiten onderzoeken (Crime Scene Investigation), het klinisch forensisch onderzoek van daders en slachtoffers van geweldsdelicten en gerechtelijk DNA-onderzoek.
Historische interventies
BRAND KASTEEL GRUUTHUYSE OOSTKAMP
Het kasteel ‘Gruuthuyse’ aan de Stationsstraat 186 in Oostkamp werd al vermeld in het jaar 1128. Het heeft een bewogen verleden achter de rug. Het draagt de naam van zijn meest vermaarde bewoner: Lodewijk Van Gruuthuse, raadgever en diplomaat van de hertogen van Bourgondië.
Sinds de 17e eeuw is het onafscheidelijk verbonden met de familie d’Ursel. Na de afbraak van het bestaande slot, start graaf Charles Marie d’Ursel, voormalig gouverneur van West-Vlaanderen, op 22 november 1888 met de bouw van het huidige kasteel. Dit wordt opgetrokken in neo-renaissancestijl en is een ontwerp van René Buyck, die ook de plannen van het gemeentehuis en de kerken van Zeebrugge en Beernem tekende.
Het gebouw is grotendeels voltooid in 1890 en telt bovenop de twee verdiepingen een monumentale dakverdieping met nog eens drie bouwlagen. Het gebouw omvat een enorm waterreservoir en talrijke schoorstenen.
In 1937 werd het kasteeldomein deels onteigend voor de aanleg van het baanvak Beernem- Loppem, als onderdeel van de eerste snelweg van het land.
Op maandag 17 augustus 1981 bemerkt een alerte buurman rond 13 uur dat er brand uitgebroken is. Hij alarmeert meteen de eigenaar, graaf Philippe d’Ursel. Deze is zich van geen kwaad bewust en is op dat ogenblik met een aantal gasten aan het dineren.
Ogenblikkelijk start men, samen met enkele toegesnelde personen, met het in veiligheid brengen van talrijke waardevolle stukken. Met vereende krachten worden kunstschatten, meubilair en schilderijen naar buiten gebracht. De hoofdbekommernis van de graaf gaat hierbij voornamelijk om het vrijwaren van de bibliotheek en de studeerkamer op de derde verdieping, met haar unieke handschriften en perkament.
Bij aankomst van de vrijwillige brandweer van Oostkamp ziet commandant Antoon Musschoot, die regelmatig oefeningen organiseert op het domein, meteen de ernst van de situatie in. Alle beschikbaar materieel en manschappen van de voorpost Ruddervoorde worden eveneens opgetrommeld. Door verbouwingswerken aan de Oostkampse kazerne is de ladderwagen tijdelijk in Ruddervoorde gestationeerd. In de voorpost stuurt men deze als eerste prioriteit ter plaatse. Gezien de omvang van de brand en de waarde van het patrimonium doet men ook een beroep op versterking van de brandweerkorpsen uit Brugge (13.17 uur), Knokke Heist (13.25 uur) en Torhout (13.56 uur). Ook de Civiele Bescherming (13.51 uur) uit Liedekerke wordt opgeroepen (er was toen nog geen kolonne in Jabbeke). Om 14.28 uur komen de klinimobiel en MUG-heli ter plaatse. De Rode Kruisafdelingen van Oostkamp en Brugge sturen extra hulp ter ondersteuning.
tingsgevaar slagen collega’s er pas om 18.45 uur in om het levenloze lichaam vanonder het puin vandaan te halen. De 27-jarige brandweerman laat een echtgenote en een dochter van zes maanden achter. Twee collega’s dienen met verwondingen verzorgd te worden.
Als de vlammen uiteindelijk gedoofd zijn, kan men beginnen met het opmeten van de schade. Vele waardevolle interieurstukken gingen, hetzij door het vuur, hetzij door het bluswater, reddeloos verloren.
Men staat voor een zware keuze: ofwel het kasteel afbreken en opnieuw opbouwen, ofwel kiezen voor restauratie. Het wordt een restauratie, waarbij het gebouw slechts gedeeltelijk herbouwd wordt. Zo kiest men voor een laag schilddak in zink, waardoor het huidige kasteel heel wat van zijn uitstraling verliest. Maar het kan wel weer een woonfunctie vervullen.
PALISEUL 1981 : EINDELIJK EEN VOLWAARDIGE TANKWAGEN
We gaan terug naar het begin van de jaren ’80. Paliseul is een gemeente met pakweg 5000 inwoners in de provincie Luxemburg. Het dorp moet het vooral hebben van toerisme, gastronomie, weekendverblijven enz… Er is veel bosrijk gebied, een heuvelachtig landschap en de streek is bezaaid met kleine wegen. Voor wandelaars en natuurliefhebbers is het een ideale streek om te vertoeven.
Maar dit pittoreske landschap bezorgt de plaatselijke brandweerdienst wel specifieke problemen. Het grote gebied is niet overal geschikt om grote watervoorraden aan te leggen, laat staan dat er een zeer uitgebreid waterleidingsnet aanwezig is. Bij serieuze calamiteiten is men aangewezen op hulp van Bouillon, Bertrix en Gedinne (Provincie Namen). Maar die zijn door de grote afstanden en de landelijke wegen wel lang onderweg om hun collega’s bij te staan.
Maar in die tijd roeide de plaatselijke brandweer met de riemen die ze had. Men beschikte weliswaar over het gepaste rollend materieel, deels verkregen via de overheid, om in de eerste lijn uit te rukken. Er waren enkele oudere wagens in dienst, zoals een Ford F820 autopomp en één van de Ford’s F600 van de Civiele Bescherming uit 1953. Die laatste kwam in 1978 naar Paliseul. Er was ook een FN-Ardennes bosautopomp uit 1962. Via het ministerie kon men dan weer een ministeriële Bedford EPR1T en een Unimog 416 bosautopomp in dienst nemen. In 1976 kocht de gemeente zelf ook nog een Mercedes LAF1113 autopomp.
In 1953 kocht ‘la commune de Paliseul’ voor haar brandweerdienst deze Ford F820/Landuyt autopomp. Landuyt leverde in de jaren ‘50 flink wat dergelijke Fords.
Bij de opmaak van de shortlists voor de globale aankopen had ‘Brussel’ ook aandacht voor de problematiek van de bosbranden. Daarom verschenen er ook regelmatig bosautopompen: compacte, wendbare en terreinvaardige bluswagens waarmee rijdend geblust kon worden. Paliseul had er twee types van, met een verschil van zeventien jaar. De FN-Ardennes (links) kocht de gemeente zelf in 1962 als één van de vier gebouwde exemplaren (Arlon, Antwerpen, Paliseul en Eisden-Maasmechelen). De Unimog rechts kwam in 1979 via het ministerie naar de Ardennen.
Maar de twee tankwagens in de stelplaats waren niet meer voldoende om de autopompen snel te kunnen voorzien van water. De oudste tankwagen was een Ford F5 uit 1953, afkomstig van de Civiele Bescherming. Hij werd aangepast met een watertank van iets meer dan 3000 liter en een draagbare pomp Alcon die vast gemonteerd was aan de achterzijde van de tankwagen. Het aantal meegevoerde slangen en klein materieel was beperkt. Deze Ford (4x4) sleepte wel een draagbare pomp op aanhangwagen.
Nog een eigen aankoop van Paliseul: deze Mercedes LAF1113, door Somati geleverd en ook uitgerust met een Bachertpomp). Deze 4x4-bluswagen moest het gebrek aan terreinvaardigheid van de EPR1T opvangen en kwam in 1976 in dienst.
basis van de Saviem SM260P gebouwd door Rosenbauer Belgium. Er was bijzonder veel belangstelling voor dit nieuwe format en al snel kwamen er vervolgreeksen. Hiervoor werd gekozen voor het type Renault GR231. Het waren 19-tons onderstellen met daarop een watertank voor 8000 liter en een opbouw met ruimte voor klein blusmaterieel. Qua concept was dit eigenlijk een volstrekte kopie van het Saviemmodel. Brandweer Bouillon en Paliseul konden intekenen op deze tweede reeks, maar beide korpsen verkozen wel voor de optionele 4X4-versie.
Brandweer Paliseul ontving zijn tankwagen op 31 september 1981, brandweer Bouillon pas op 12 februari 1982. Voor beide korpsen was de nieuwe waterdrager een absolute verbetering als ondersteuningsvoertuig bij brand.
Het is toch opmerkelijk hoe hoog deze tankwagens op hun wielen stonden. De chauffeurs moesten bij het aanrijden hun volledige aandacht bij het sturen houden om het bochtenwerk aan de hogere snelheid tot een goed einde te brengen. Het kantelgevaar was immers heel reëel.
Rosenbauer Belgium bouwde uiteindelijk tientallen tankwagens op de Renault GR231 maar het bleef bij deze twee 4x4 exemplaren in het zuiden van ons land. (C. Vandeputte)