Industrie & Utility editie 2 van 2023

Page 1

Waterstof in de Industrie Jaargang 1 | Editie 2 | December 2023

Dynamische energietarieven sleutel in energietransitie?

DE

Industrie & Utility Duurzaamheid & Energiegids

“Een gezamenlijke aanpak en gestructureerde beheersing van Corrosie onder Isolatie is nodig” Een kleinere waterfootprint als onderdeel van duurzaam ondernemen

Future Lighting presenteert de toekomst

Algoritmes in telefoon bepalen lichtintensiteit 1


Foto: Jaap Lotstra

Industrial Lighting

TRY LED

LAMA+

ACRO

Performance iN Lighting is leverancier van hoogwaardige LED verlichting voor onder meer de industrie. Onze industrieverlichting is niet alleen energiezuinig, maar heeft ook een lange levensduur. Door de besparing op zowel energie- als onderhoudskosten is uw investering snel terugverdiend. Neem contact met ons op voor een vrijblijvend advies..

2

www.performanceinlighting.com

jaargang 2023


Inhoud 10

13

19

10

Gespecialiseerd in presteren onder extreme druk Dynamische energietarieven sleutel in energietransitie? Meer subsidiemogelijkheden voor demonstreren energie-innovaties

20

Future Lighting presenteert de toekomst Algoritmes in telefoon bepalen lichtintensiteit 13

26

20

30

37 26

30

37

44

44

DE

Industrie & Utility Duurzaamheid & Energiegids

Industry & Utility is onderdeel van Duurzaamheid & Energiegids, een print en online uitgave van Jetvertising b.v. onder redactie van nederlandse Bouw Documentatie en De HandelsCourant. Uitgever Jetvertising b.v. Tiendweg 12 2671 SB Naaldwijk Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 directie@jetvertising.nl

‘Er zijn veel technieken om warmte te verduurzamen’ “Een gezamenlijke aanpak en gestructureerde beheersing van Corrosie onder Isolatie is nodig” Een kleinere waterfootprint als onderdeel van duurzaam ondernemen

Waterstof in de Industrie Van papier naar praktijk

4 24 42 50 50

Nieuws Project in beeld Project in beeld Agenda Market Lounge

Redactie Gebouwde omgeving Nederlandse Bouw Documentatie (NBD-Online) redactie@jetvertising.nl Industrie De HandelsCourant (HC) redactie@jetvertising.nl Persberichten info@jetvertising.nl

Vormgeving MSU Nikkelstraat 1C 8211 AJ Lelystad Advertenties Jetvertising b.v. Tiendweg 12 2671 SB Naaldwijk Tel. +31 (0)70 - 399 00 00 robbin@jetvertising.nl Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd of hergebruikt zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.

3


Bron: Boskalis.

Boskalis neemt 2 GWh walstroomvoorziening in gebruik Boskalis heeft een grootschalige walstroomvoorziening in gebruik genomen op zijn locatie in de Waalhaven in Rotterdam. Bij dit servicecenter beschikt Boskalis over ligplaatsen waar schepen worden ge(de)mobiliseerd voor een variëteit aan eigen projecten. Vanaf nu zullen de afgemeerde schepen hun diesel-aangedreven generatoren uitschakelen en gebruikmaken van groene walstroom. Daarnaast zal de walstroominstallatie van Rotterdam Shore Power worden ingezet voor een variëteit aan elektrisch materieel dat Boskalis inzet voor de uitvoering van projecten in de regio.

De walstroominstallatie levert naar verwachting 2 GWh groene stroom per jaar, wat resulteert in een jaarlijkse CO2-reductie van 1.600 ton. Daarnaast draagt walstroom aanzienlijk bij aan een verbetering van de luchtkwaliteit door een vermindering van fijnstof- en stikstofuitstoot en draagt het positief bij aan de leefomgeving door een daling van het geluidsniveau.

Robert Simons – wethouder van Haven, Economie, Horeca en Bestuur in Rotterdam, Peter van der Linde – directeur Boskalis Nederland, Jeroen Castelijn – director Asset Operations van Eneco, Eric van der Schans – director Environmental Management van Havenbedrijf Rotterdam. Foto: Van der Kloet.

De nieuwe walstroominstallatie maakt deel uit van een reeks door Boskalis genomen maatregelen om de CO2-voetafdruk te reduceren en het gebruik van duurzame energiebronnen op de kantoren en servicelocaties te bevorderen. Zo zijn in de afgelopen jaren vele duizenden zonnepanelen geïnstalleerd op de daken van de kantoren op de Boskalis-campus in Papendrecht en in Singapore en op het dak van het centraal distributiecentrum in Vlaardingen. Daarnaast is een grootschalige laadpaal-infrastructuur voor elektrische auto’s op de campus in Papendrecht in gebruik genomen; met 252 oplaadpunten een van de grootste in zijn soort in de Beneluxregio. Boskalis neemt de groene walstroom af van Rotterdam Shore Power (een joint venture van Eneco en Port of Rotterdam) die eigenaar is van de walstroominstallatie, waarbij Boskalis de netaansluiting in eigen beheer heeft gerealiseerd. De door Eneco geleverde groene stroom is afkomstig van Eneco Hollandse Wind & Zon bronnen. Het project wordt mede gefinancierd door de gemeente Rotterdam en de Europese Unie via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.

Circulair ontwerpen in de installatiesector Om de installatiesector richting circulariteit te stuwen, is een coalitie van koplopers nodig. Die agendeert het belang van circulair ontwerpen van installaties bij de overheid. En werkt tegelijkertijd mee aan een uniforme meetmethode om de circulariteit van installaties te meten en te beoordelen. Dat concludeert een groep installatieexperts in een sessie van Techniek Nederland, DGBC en TVVL, met als doel de transitie naar een circulaire

4

jaargang 2023

installatiebranche te versnellen. Want, zo stellen de experts, op dit moment is de installatiesector nog maar mondjesmaat met circulair ontwerpen bezig. Terwijl in de bouwsector circulaire concepten steeds vaker voorkomen, lijkt de installatiesector achter te lopen op

het gebied van circulariteit. Dat is een gemiste kans. Er komen de komende jaren in de bestaande gebouwde omgeving miljoenen Cv-ketels vrij die vervangen worden door bijvoorbeeld warmtepompen en andere CO2arme of neutrale oplossingen. Dat zijn niet automatisch ook circulaire installaties. En dat is wel de wens, en tevens de ambitie van de Nederlandse overheid, die ons land in 2050 compleet circulair wil hebben.


Nieuws

Plan 800 MW Eneco Elektrolyzer brengt doel 2,5 GW waterstofproductie in 2030 dichterbij Eneco heeft de aanvraag ingediend voor de vergunning van de bouw van de ‘Eneco Electrolyzer’. Met deze groene waterstoffabriek van 800 MW komt de doelstelling van 2,5 GW productie van groene waterstof in 2030 in Rotterdam een flinke stap dichterbij. De Eneco Electrolyzer gaat groene stroom uit zonne- en windparken gebruiken om de waterstof te maken. Met deze waterstof, waar dus geen fossiele brandstof aan te pas komt, kan de industrie processen en producten verduurzamen. Momenteel wordt op het conversiepark op de Maasvlakte de grootste Europese waterstoffabriek Holland Hydrogen 1 gebouwd, van 200 MW. Er staan nog drie vergelijkbare projecten gepland op deze locatie. Het tweede

conversiepark op de Maasvlakte is gereserveerd voor de winnaar van de tender van windpark IJmuiden-ver, waar ruimte is voor een waterstoffabriek van 1.000 MW. Op de eigen locatie heeft elektriciteitscentrale Uniper een waterstoffabriek gepland die kan opschalen naar 500 MW. De Eneco Electrolyzer wordt gebouwd naast de Enecogenelektriciteitscentrale in de Europoort waarmee de waterstoffabriek

aansluitingen kan delen. De fabriek krijgt een vermogen van 800 MW. Daarmee wordt jaarlijks tot 80 kiloton waterstof geproduceerd, afhankelijk van de hoeveelheid groene stroom die beschikbaar is en de vraag naar groene waterstof uit de industrie. Eneco verwacht met bouw van de Eneco Electrolyzer te kunnen starten in vanaf 2026. De ingebruikname van de waterstoffabriek staat gepland voor 2029.

Artist impression van de Eneco Elektrolyzer. Beeld: Eneco

5


Foto: North Sea Port.

North Sea Port wint Europese ESPO Award voor natuurherstel

North Sea Port werd bekroond voor de aanleg van de koppelingsgebieden in de Kanaalzone en natuurherstel in de Moervaartvallei. Met die projecten verhoogt de haven de levenskwaliteit van de omwonenden. Het project van North Sea Port betreft de aanleg van koppelingsgebieden, die woonkernen in de Gentse kanaalzone en in de Moervaartvallei afschermen van de haven en de industrie. Daarbij staan natuurontwikkeling en natuurherstel voorop, maar de haven maakt ook ruimte voor recreatie, kleinschalige landbouw, boomgaarden, wandelroutes en fietspaden. Waar mogelijk wordt multifunctioneel gedacht: zo kan een bluswaterbekken de vorm krijgen van een vijver, die als pleisterplaats voor 6

jaargang 2023

beschermde vogelsoorten dient. Het maakt van de koppelingsgebieden unieke plekken. KANAALZONE Het project startte in 2010 met de aanleg van het eerste koppelingsgebied. Uiteindelijk zullen de zestien deelgebieden in de Kanaalzone liefst 730 hectare beslaan. Tien daarvan zijn al volledig ingericht. De realisatie gebeurt in de schoot van het Projectbureau Gentse Kanaalzone en de Vlaamse Landmaatschappij.

DRAAGVLAK VOOR DE HAVEN ESPO (European Sea Ports Organisation) beloont met deze prijs elk jaar havens die maatschappelijk verantwoord ondernemen vertalen in projecten die de lokale gemeenschap ten goede komen en het draagvlak voor de havenontwikkeling vergroten. De Award bestaat sinds 2009 en was dit jaar aan zijn vijftiende editie toe. Elk jaar wordt daarbij voor een specifieke invalshoek gekozen. Ditmaal was natuurherstel het thema.


Bron en foto (ACM): Netbeheer Nederland.

Voorstel aan ACM: tijdsafhankelijke nettarieven Een lager tarief voor netgebruik op momenten van lage netbelasting en een gelijkblijvend tarief voor de momenten waarop het elektriciteitsnet meer wordt belast. Dat is de kern van het voorstel voor aanpassen van het tariefsysteem voor grootverbruikers, aangesloten op het landelijk hoogspanningsnet, dat Netbeheer Nederland heeft ingediend bij de ACM. De verwachting is dat tijdsafhankelijke transporttarieven flexibel elektriciteitsgebruik stimuleren en op die manier bijdragen aan efficiënter gebruik van het elektriciteitsnet. De inzet van tijdsafhankelijke tarieven komt voort uit het Landelijk Actieplan Netcongestie (LAN), waarin een brede groep stakeholders samenwerkt om netcongestie te verminderen. Het voorstel voor het aanpassen van het tariefsysteem heeft betrekking op grootverbruikers die zijn aangesloten op het (extra-) hoogspanningsnet en is om die reden op initiatief van TenneT, in samenwerking de met de regionale netbeheerders en relevante stakeholders, geformuleerd. Toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) zal het voorstel beoordelen en zo nodig bijstellen. Als de ACM een besluit over het voorstel neemt voor 1 oktober 2024, kan het principe van tijdsafhankelijke tarieven (al dan niet in bijgestelde vorm) per januari 2025 toegepast worden. BETERE BENUTTING NETCAPACITEIT Het voorstel voor tijdsafhankelijke tarieven draagt bij aan het beter benutten van de totale capaciteit van het elektriciteitsnet. Netcongestie is in Nederland een groot probleem; terwijl slechts

een beperkt deel van de tijd de grens van de netcapaciteit wordt bereikt. Een betere spreiding van de netbelasting kan knelpunten verminderen en zorgen voor ruimte voor nieuwe aansluitingen. Ook kan efficiënt netgebruik leiden tot lagere netkosten voor de aangeslotenen. MIJDEN PIEKMOMENTEN In het principe van tijdsafhankelijke tarieven voor grootverbruikers bepaalt het moment van de dag mede de hoogte van het transporttarief. Het prijsmechanisme geeft grootverbruikers de prikkel om het gebruik van elektriciteit op de drukke momenten van de dag te beperken. Inzet van bijvoorbeeld batterijen kan helpen om de vraag naar netcapaciteit te spreiden en te flexibiliseren. De netbeheerders stellen een statisch systeem voor: in de systematiek ligt vast op welke momenten de kosten voor gebruik van het net lager of hoger zijn. Dat is eenvoudiger dan een dynamisch systeem, dat meer proces- en ICT-aanpassingen zou vergen van zowel netbeheerder als aangeslotenen.

Nieuws Overgrote meerderheid van de Nederlandse bedrijven niet klaar voor verplichte EU-duurzaamheidsrapportage Stijgende kosten en klimaatproblematiek plaatsen duurzaamheid bovenaan de bedrijfsagenda in de Benelux. Dit blijkt uit een nieuw onderzoek uitgevoerd door IPSOS in opdracht van Schneider Electric, leider in de digitale transformatie van energiebeheer en automatisering. Van de 501 ondervraagde bedrijven bevestigde 82% van de Nederlandse bedrijven dat ze nog niet voldoen aan de normen die worden vereist door de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van de Europese Unie. Als onderdeel van het Green Deal-beleid van de EU verplicht deze wetgeving de grootste bedrijven om vanaf 1 januari 2024 te rapporteren over de impact van hun bedrijfsactiviteiten op mens en milieu. Dit onderzoek laat zien waar 250 Nederlandse en 251 Belgische bedrijven zich bevinden in hun duurzaamheidstraject, welke impact de energiecrisis daarop heeft en welke mogelijkheden en uitdagingen ze hebben bij het bouwen aan een duurzamere toekomst. Het onderzoek geeft ook inzicht in hoe de overheid bedrijven kan helpen duurzamer te worden. Eén op de drie grote bedrijven vindt duurzaamheid belangrijk voor het vinden en behouden van werknemers in een krappe arbeidsmarkt. ELEKTRIFICATIE EN DIGTALISERING GEZIEN ALS KANS VOOR MEER ENERGIEEFFICIËNTIE Ondanks complexe uitdagingen noemt 77% van de Nederlandse bedrijven elektrificatie en 78% digitalisering als bewezen en effectieve manieren om het energieverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen. Deze technologieën dienen om energieverspilling tegen te gaan, energiegebruik te optimaliseren en zorgen voor veerkracht en zekerheid van hernieuwbare energievoorziening.

7


Bron: VNCI. Foto: Northern Lights Øygarden.

Yara Sluiskil realiseert eerste cross border CCS-project ter wereld Yara Sluiskil gaat vanaf 2026 per jaar 800.000 ton CO2-uitstoot verminderen. Het Carbon Capture & Storage (CCS) project in Sluiskil is het eerste project ter wereld waarbij de afgevangen CO2 grensoverschrijdend wordt opgeslagen. “Dit is een grote stap op weg naar het industriedoel in 2030”, zegt Martijn Broekhof (VNCI). “Het is de grootste aankondiging van investeringen in CO2-reductie sinds het Klimaatakkoord uit 2019”, vervolgt Broekhof, Hoofd Klimaat, Energie, Innovatie en Duurzaamheid. “Met het sluiten van het Klimaatakkoord is de chemische industrie vol aan de slag gegaan met plannen voor verduurzaming. Nu komen we in de fase dat deze grote projecten ook echt gerealiseerd gaan worden. Dat is echt een mijlpaal voor de verduurzaming van de industrie.” HALVERING CO2-UITSTOOT Yara Sluiskil investeert in totaal 194 miljoen euro in het CCS-project. Hiermee halveert Yara Sluiskil in één klap de lokale CO2-uitstoot. Het bedrijf maakte de plannen vandaag bekend in het bijzijn van demissionair minister Micky Adriaansens en de Noorse

8

jaargang 2023

ambassadeur Bård Ivar Svendsen. MAATWERKAFSPRAKEN De investering van Yara is een belangrijk onderdeel van de maatwerkafspraken waar het ministerie en het bedrijf op dit moment aan werken. “Investeringen van bedrijven in een duurzame toekomst zijn de basis van de energietransitie. Yara gaat nu in Nederland daadwerkelijk hiertoe over met een ambitieus CCS-project”, zegt Adriaansens. Het kabinet draagt eenmalig 30 miljoen euro bij om investeringsrisico’s te beperken. Eerder al maakte Yara bekend dat het een afnamecontract met Northern Lights heeft getekend om vanaf 2025 CO2 op te kunnen slaan in Noorwegen. De deelnemende bedrijven achter de joint venture Northern Lights hebben

al 25 jaar ervaring met de injectie en opslag van CO2 in zeebodems. CO2 ALS GRONDSTOF Yara Sluiskil heeft ruim 30 jaar ervaring met de afvang, zuivering, het vloeibaar maken en verschepen van CO2. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw CO2vangt Yara Sluiskil CO2 af uit het productieproces. Zo’n 2,2 miljoen ton per jaar. Ruim 60 procent (1,4 miljoen ton) wordt momenteel direct nuttig toegepast als grondstof, zoals bubbels in frisdrank en bier, Adblue om stikstofuitstoot van dieselmotoren tegen te gaan, meststoffen en als groeistof aan kassen. De resterende 800.000 ton – vergelijkbaar met de jaarlijkse CO2-uitstoot van een kolencentrale – die momenteel als zuivere CO2 wordt afgeblazen naar de atmosfeer, wordt per 2026 vloeibaar gemaakt en vervolgens verscheept naar Noorwegen om daar permanent opgeslagen te worden in poreus gesteente, 2,6 kilometer diep onder de zeebodem.


Nieuws

Bron: VNG.

Vernieuwing bestaande infrastructuur steeds harder nodig

Jaarlijkse kosten voor vernieuwing van infrastructuur lopen op naar € 3,4 miljard De komende tientallen jaren staat Nederland voor een enorme opgave om de infrastructuur te vernieuwen. Dit is nodig om Nederland veilig, bereikbaar en leefbaar te houden. De jaarlijkse kosten voor vernieuwing van alle civiele infrastructuur in eigendom van de overheid, stijgen van € 1,1 miljard per jaar nu naar € 3,4 miljard per jaar over 20 jaar. Dat blijkt uit het 2e Landelijk Prognoserapport Vernieuwingsopgave Infrastructuur dat TNO vandaag heeft gepubliceerd. TNO deed onderzoek op verzoek van de rijksoverheid, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De prognose van TNO onderschrijft eerdere rapporten dat de opgave voor groot onderhoud en vernieuwing groot is. Veel van onze bruggen, wegen, viaducten en sluizen zijn op leeftijd en toe aan vervanging, renovatie of groot onderhoud. Ze werden grotendeels gebouwd in de jaren ’60 en ’70 toen Nederland nog veel minder inwoners had en lang niet iedereen een auto had. Ook rijden er meer en veel zwaardere auto’s en vrachtwagens dan waar destijds op gerekend was. Onze wegen, bruggen en viaducten hebben het daarom zwaarder te verduren dan destijds. Ze zijn daardoor regelmatig eerder aan het einde van hun technische levensduur dan voorzien. TNO signaleert dat het realiseren

van deze opgave wordt bemoeilijkt door tekorten aan arbeidskrachten en bouwmaterialen. Daarbij komt nog de uitdaging om de noodzakelijke vervanging en renovatie in toenemende mate klimaatneutraal en duurzaam uit te voeren. Al deze factoren werken kostenverhogend. TNO adviseert om de samenwerking te stimuleren tussen de verschillende bestuursniveaus (rijk, provincies en gemeente), in te zetten op innovatieve en duurzame werkwijzen en te zorgen voor nog beter inzicht in de opgave. Van de totale geprognosticeerde kosten ligt ongeveer 55% bij gemeenten, 9% bij provincies, 13% bij waterschappen en 23% bij landelijke beheerders Rijkswaterstaat en ProRail.

VERWACHTTE KOSTEN LOPEN FLINK OP Gezamenlijk beheren het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen 141.000 km wegen, 5.700 km vaarweg, 7.000 km spoor en tienduizenden bruggen, viaducten, sluizen, stuwen en gemalen met een totale vervangingswaarde van ongeveer € 350 miljard. Onze infrastructuur is het grootste maatschappelijke bezit van Nederland. Deze infrastructuur veroudert echter ook en een deel ervan nadert het einde van de levensduur. In 2021 werd voor € 1,1 miljard gerenoveerd en vervangen, terwijl we naar verwachting over 2 decennia jaarlijks zo’n € 3,4 miljard hieraan kwijt zullen zijn. Specifiek voor gemeenten stijgen de kosten volgens het prognoserapport van € 0,5 miljard nu naar € 1,6 miljard over 10 jaar. De totale kosten van de vernieuwingsopgave tot 2100 worden door TNO geraamd op € 260 miljard. Dit is exclusief sluizen, tunneltechnische installaties, en wegonderhoud.

9


Als marktleider en absolute specialist in afwateringsoplossingen voor zwaar bereden logistiek- en industrieterreinen beschikt TBS-SVA Groep in Nederweert over technische oplossingen voor de zwaarste omstandigheden. Commercieel directeur Willy Bruckers licht een aantal hoogstandjes uit het portfolio toe, zoals de staal versterkte FZ-CT goten voor extreem zware omstandigheden.

Gespecialiseerd in presteren onder extreme druk 10 jaargang 2023


Actueel Op industrieterreinen, luchthavens en containerterminals gelden veel hogere eisen aan de afwateringsvoorzieningen dan op de gemiddelde weg. “De druk kan in de meest extreme gevallen oplopen tot negentig ton per wiel. Dat is klasse F 900 kN”, licht Bruckers toe. “Denk aan de druk het neerkomen van een Airbus A380 op een landingsbaan uitoefent, een reachtruck met massieve banden die in een containerterminal het gewicht van drie containers tegelijk op de voorwielen krijgt of uitzonderlijk zware transporten op industrieterreinen. De hoogste drukpuntbelasting wordt veroorzaakt door ‘wringbelasting’ die een zwaar transport in een bocht op het onderliggende beton uitoefent. Een dergelijke druk is vele male hoger dan die van een voertuig dat rechtuit rijdt.” De boven beschreven terreinen hebben over het algemeen een flinke oppervlakte van ondoordringbare verharding van beton, met cement versterkt asfalt of klinkers van twaalf centimeter dikte in speciaal verband. In sommige gevallen moet rekening worden gehouden met de buffering en verwerking van verontreinigd water. HYDRAULISCHE BEREKENING Bruckers: “De kans op extreme weersomstandigheden neemt door de klimaatverandering toe. Dit betekent dat we rekening moeten houden met steeds grotere debieten. Die omstandigheden stellen zeer hoge eisen aan de voorzieningen voor afvoer en buffering voor vertraagde afvoer van het hemelwater: de roostergoten, verholen goten en industriekolken moeten niet alleen de druk aankunnen, maar ook aantoonbaar vloeistofdicht zijn. Onze producten zijn voorzien van het LAU-certificaat voor vloeistofdichte vloeren.” Maar TBS-SVA Groep is veel meer dan alleen leverancier van producten, benadrukt Bruckers. “We brengen vijftig jaar aan ervaring in dit gespecialiseerde werkterrein mee om onze klanten optimaal te kunnen adviseren en mee te denken over hun ontwerp. 11


Zo maken we hydraulische berekeningen op basis van de lengte en breedte van het terrein, de keuze voor één of twee gootstrengen met elk twee afwateringspunten. Dat brengt de berekening vanzelf bij de meest passende dimensionering van de goten uit ons assortiment voor de klant.” VRAAG GESTUURD ONTWERPEN Soms gaat het nog verder dan meedenken. “Een trend in de luchtvaart is de komst van steeds zwaardere vliegtuigen, terwijl de bestaande afwateringsgoten uiteraard niet meegroeien met die trend. Onze ingenieurs zijn samen met de ingenieurs van de luchthaven Schiphol om tafel gegaan. We hebben op basis van de eisen goten op maat ontwikkeld, die zijn uitgegroeid tot de standaard voor Schiphol.” Een ander voorbeeld zijn de F900 Zeer zware Container Terminal (FZ-CT) goten. “Die hebben we ontwikkeld als antwoord op de zwaarste reachtrucks, die in staat zijn zware betonnen goten stuk te drukken. Bij druk van 12 jaargang 2023

beton op beton springen er soms stukjes af. Ons antwoord daarop zijn deze goten met een verzinkt stalen hoekomranding die is ingegoten in het beton. In de sleufopening zijn voor verdere versterking stalen tussenbruggen aangebracht, waardoor de goot niet meer dichtgedrukt kan worden. Dat is echt het non plus ultra, bestand tegen de allerzwaarste omstandigheden. Zelfs als er bij de overslag stalen onderdelen vallen en de reachtruck rijdt daar overheen, geeft de FZCT geen krimp.” HOOGWAARDIGE MALLEN De gebruikelijke goedkopere mallen voor betonnen prefab producten zijn gemaakt van hout. “In ons gespeciali-

seerde deel van de afwateringsmarkt voldoen houten mallen niet”, zegt Bruckers. “De eisen van maatvastheid, sterkte en vloeistofdichtheid waarmee wij rekening moeten houden, zorgen ervoor, dat wij een stap verder moeten gaan. Voor onze producten komen alleen kostbare en hoogwaardige stalen mallen met eventueel krimpkernen in aanmerking.” De producten worden op hun kop gestort met een speciaal mengsel. Dan gaat er wat tijd overheen waarin het product de gelegenheid krijgt om uit te harden zodat het ZVB beton loskomt van de klapmal. Dan pas gaat de krimp- of trek-kern eruit. Bruckers voegt daaraan toe: “Wat wij doen is een absoluut specialisme.”

MEEST GECERTIFICEERD IN AFWATERING TBS-SVA is actief in Nederland, België, Groot-Brittannië en Duitsland. Voor al deze landen beschikt het over de benodigde certificeringen: LAU voor vloeistofdichtheid, het CE-keur en het KOMOkeur. Voor Duitsland beschikt TBS-SVA over het net iets van die laatste afwijkende Güteschutz. De lijnafwatering is geconformeerd in Europa, maar op de oudere markt voor kolken geldt dat niet; daarvoor heeft elke markt eigen regels, waaraan TBS-SVA voldoet.


Actueel

Door: Joop van Vlerken

De kennissessie Smart Energy Highlights tijdens Vakbeurs Energie op 10 oktober leverde interessante inzichten op over dynamische energietarieven. Het is een van de sleutels voor het meer in balans brengen van duurzame energiestromen, maar het is zeker niet de heilige graal. Want daarnaast moet er ook geïnvesteerd worden in uitbreiding van de netwerken, meer flexibiliteit en duurzame energieopslag.

Dynamische energietarieven sleutel in energietransitie?

In Vlissingen bouwt Semper Power, een 30MW-batterij voor de opslag van duurzame energie. Foto: Semper Power.

“Dames en heren, allereerst een compliment. Het energieverbruik in Nederland is in 2022 weer gedaald. Het is een trend die we de laatste jaren zien. Bovendien groeit hernieuwbaar en krijgen we steeds meer windenergie en zonnepanelen.” Zo begon Walter Hulshorst van Smart Energy NL zijn presentatie tijdens de kennissessie ‘Smart Energy Highlights’ op de Energie Vakbeurs op 10 oktober. Hij legde uit wat deze ontwikkelingen betekenen voor de toekomst van ons

elektriciteitsnet. “Per dag wordt er nu nog, gekeken naar energie-inhoud, ruim 2,7 keer meer gas verbruikt dan elektriciteit. Dat gasgebruik moet op de een of andere manier opgevangen worden als we van het gas af gaan. Dat betekent nogal wat.” Gas speelt dus nog altijd een belangrijke rol in de Nederlandse energievoorziening, schetste Hulshorst. “Onze grootste batterij is op dit moment nog altijd de gasopslag. Elektriciteit laat zich helaas niet zo

mooi opslaan als gas. Daarom wordt er nu naar waterstof gekeken als vervanging voor aardgas op termijn. Dat is ook wel nodig, want volgens cijfers van het CPB stijgt het elektriciteitsverbruik naar 159 Twh in 2030, terwijl dat in 2022 nog 117 Twh was.” ONBALANS IN NET NEEMT TOE Het elektriciteitsverbruik stijgt dus nog steeds en tegelijk stijgt ook de productie van duurzame elektriciteit. Hulshorst: “Deze vormen van energie

13


14 jaargang 2023


Actueel kennen een grote variatie en zijn gelukkig wel voor een groot deel complementair aan elkaar, maar we redden het niet om alle overtollige energie op te slaan. Doordat we steeds meer PV-panelen en windenergie krijgen, neemt de onbalans in het net toe. De vraag is dan ook of we straks nog moeten betalen per kilowattuur of dat we vooral moeten betalen voor het veroorzaken van onbalans op het net. Daarnaast zijn er natuurlijk investeringen nodig in de netten om al deze elektriciteit te verwerken.” DYNAMISCHE ENERGIETARIEVEN Deze nieuwe ontwikkelingen zorgen ervoor dat dynamische energiecontracten in sommige gevallen interessant zijn, zei Hulshorst. “Dynamische tarieven kunnen meehelpen aan het herstellen van de balans op het net. Zo is het natuurlijk slim om een elektrische auto te gaan laden als de stroomprijs negatief is. We wekken op sommige momenten meer elektriciteit op dan we gebruiken. Het produceren van zonnestroom kost dan in principe geld. Dat gebeurt bijvoorbeeld op zonnige dagen en dan vooral in het weekend, als de industrie minder actief is. De vraag is dan minimaal en de opbrengst uit PV-panelen maximaal, zeker in de maanden mei en juni. Je kunt daarop anticiperen als je een dynamisch energiecontract hebt. Met dynamische contracten varieert de prijs continu en heb je zelfs te maken met negatieve stroomprijzen als er een overschot is aan elektriciteit.” Voor de bezitters van zonnepanelen met een dynamisch energiecontract zijn deze ontwikkelingen minder goed nieuws. Hulshorst: “Als je op dat soort momenten stroom gebruikt, krijg je met een dynamisch tarief geld toe. Dat is vervelend voor mensen met PV-panelen want die moeten dan juist betalen. Dan zou je de zonnepanelen

kunnen uitschakelen. Op winterdagen is de prijs van elektriciteit juist extra hoog door de hoge vraag en de lage opbrengsten van zonnepanelen.” Hulshorst: “Deze negatieve prijzen zullen nog wel vaker voorkomen. In dit jaar (2023) heeft 3,6% van de uren een negatieve elektriciteitsprijs. We zijn daar in Europa de absolute koploper mee.” Nog maar weinig mensen hebben een dynamisch energiecontract. “Op dit moment zijn er maar 232.000 dynamische energiecontracten. Vaak zijn dat jongeren die het leuk vinden om hier actief mee bezig te zijn.” VASTSTELLEN VAN ENERGIEPRIJZEN In het tweede deel van de van de kennissessie Smart Energy Highlights legde zijn collega Patrick Groenewoud uit hoe het vaststellen van energieprijzen gebeurt. “Je hebt daarvoor de ‘day ahead market’. Vooral de energieleveranciers zijn daar actief. Zij moeten een goede voorspelling kunnen maken van de prijzen, en dat is best een lastig spel. Foute weersvoorspellingen kunnen zo miljoenen euro’s kosten. Er zijn heel veel risico’s op deze markt door prijsvolaliteit en complexiteit.” Deze onbalans op de markt is een groot probleem voor energiebedrijven, aldus Groenewoud. “Als er minder centrales zijn, kun je minder snel reageren. Daardoor kunnen de prijzen bij onbalans snel oplopen. Het kan bovendien tot problemen leiden op het elektriciteitsnet. Op dit moment heeft al 80% van Nederland te maken met netcongestie. Dat is zorgelijk. Er wordt op dit moment dan ook gekeken in hoeverre dynamische prijzen kunnen helpen om deze onbalans op te lossen. Op dit moment is het een groot probleem om grote aansluitingen op het net te krijgen. Een deel daarvan kan mogelijk opgelost worden door dynamische tarieven.”

Doordat we steeds meer PV-panelen en windenergie krijgen, neemt de onbalans in het net toe. De vraag is of we straks nog moeten betalen per kilowattuur of dat we vooral moeten betalen voor het veroorzaken van onbalans op het net

15


16 jaargang 2023


Actueel VRAAG AFVLAKKEN Dat vraagt wel wat van de grote afnemers, legde Groenewoud uit. “Er wordt gekeken naar energiemanagement, waarbij bijvoorbeeld aan tuinders gevraagd wordt om tijdelijk hun lampen uit te zetten, zodat de vraag wat afvlakt. En als er veel wind is, kan het voorkomen dat windparken gedempt worden.” Voorlopig zijn deze problemen nog niet opgelost, zegt hij. “De komende jaren komt er meer opwek in de zomer en meer verbruik in de winter. Dat betekent dat netbeheerders hun stations moeten uitbreiden of dat er minder verbruik moet zijn op spitsmomenten.” De vraag is daarbij volgens hem hoe prijsprikkels congestie kunnen voorkomen. “Dynamische tarieven kunnen wel helpen, maar zijn niet altijd het antwoord op de problemen.” Dit komt onder meer doordat het niet mogelijk is om alleen met beprijzing het energieverbruik te sturen. Er moet daarom meer gebeuren, aldus Groenewoud. “We moeten toe naar een meer flexibel energiesysteem. Dan moeten we weten waar, wanneer en hoeveel energie wordt opgewekt en dat er adequate vraag- en aanbodrespons is. Daarnaast moeten transmissie en infra uitgebreid worden en moet er nog betere interconnectie met het buitenland komen. Ook opslag is erg belangrijk, dat kan bijvoorbeeld met batterijen, maar ook warmte kan opgeslagen worden. En daarnaast is er nog conversie, bijvoorbeeld het omzetten van elektriciteit in waterstof.” OOK ANDERE OPTIES MEENEMEN Al deze dingen zijn nodig om netcongestie op te lossen, denkt Groenewoud. En er wordt hard aan gewerkt, vertelde hij. “In Vlissingen bouwt Sem-

Met dynamische contracten varieert de prijs continu en heb je zelfs te maken met negatieve stroomprijzen als er een overschot is aan elektriciteit. Als je op dat soort momenten stroom gebruikt, krijg je met een dynamisch tarief geld toe. Dat is vervelend voor mensen met PVpanelen, want die moeten dan juist betalen.

17


per Power, een 30MW-batterij voor de opslag van duurzame energie.” En hoewel batterijen zeker interessant zijn als kortetermijnoplossing voor congestieproblemen, worden ook andere opties meegenomen, legde Groenewoud uit. “Ook waterstof is weer interessant geworden, terwijl dat door heel veel mensen al afschreven was. In Noorwegen is in 1988 nog een 167 MW waterstofcentrale ontmanteld, die de elektriciteit van een waterkrachtcentrale omzette in waterstof.” Concluderend gaf Groenewoud aan: “Gelijktijdig verbruik is effectief en goedkoop en daarbij kunnen dynamische tarieven helpen. Tegelijkertijd kunnen de dynamische tarieven gigantisch risico’s opleveren voor leveranciers. Flexibilisering blijft sowieso nodig.”

NETBEHEERDERS GAAN HISTORISCH VEEL BIJBOUWEN EN STELLEN ANDERE AANPAK VOOR ROADMAP NAAR 2050 De energietransitie stelt het energiesysteem op de proef. Ondanks de fors toenemende investeringen lukt het de netbeheerders niet om volledig aan de elektriciteitsvraag te voldoen. Er is veel meer nodig. De netbeheerders hebben de Nationale Uitvoeringsagenda gepubliceerd met daarin de plannen over hoe ze het stroomnet versneld klaarmaken voor de toekomst. Om gezamenlijk in de hoogste versnelling te komen, zoeken ze de dialoog met alle belanghebbenden. Want de energie-infrastructuur is het fundament om de ambities op het gebied van klimaat, woningbouw, economische groei en mobiliteit te realiseren. De infrastructuuropgave is alleen haalbaar met een efficiënte en gerichte uitvoering met een gerichte opschaling via een wijk-voor-wijk aanpak, vergunningenfabriek en structurerende keuzes. De opgave om de energieinfrastructuur aan te passen raakt namelijk iedereen. Op zee, aan de kust, langs iedere snelweg, aan de rand van iedere stad, in iedere wijk, in iedere buurt, overal zijn werkzaamheden nodig. Tot en met 2026 lopen de jaarlijkse investeringen op tot ruim 8 miljard euro per jaar in de Nederlandse gas- en elektriciteitsnetten. Waarbij meer dan 1.000 km aan leidingwerk wordt klaargemaakt voor duurzame gassen. Er wordt 30 km2 aan systeembatterijen geïnstalleerd. Er zullen meer dan 50.000 wijkstations gebouwd worden en er wordt meer dan 100.000 km aan kabels gelegd.

OVERHEID De overheid mikt op een vergoeding voor bedrijven die hun energieverbruik naar andere momenten verplaatsen. Er volgen investeringen in energiehubs, waarbij bedrijven regionaal hun energievraag onderling afstemmen om overbelasting te voorkomen. Daarnaast moet het makkelijker worden om het stroomnet uit te breiden via inkorten van juridische procedures en vergunningstrajecten.

Foto: Netbeheer Nederland.

18 jaargang 2023


Actueel

Bron: RVO. Foto door Peter Schmidt op Pixabay.

Meer subsidiemogelijkheden voor demonstreren energie-innovaties Een nieuwe aanvraagronde van de subsidie Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) zet de deur open voor ondernemers die vernieuwende technologie binnen hun bedrijf willen toepassen (demonstreren) voor een lagere CO2-uitstoot. Zij kunnen nu ook subsidie aanvragen voor demonstraties die zich focussen op het gebruik, transport en opslag van CO2, projecten rondom biobrandstoffen en opslag van duurzame energie. Ook de subsidiebedragen per project zijn verhoogd. Met een demonstratieproject investeert een ondernemer in de toepassing van een nieuwe of vernieuwende technologie. Met als doel deze als eerste in Nederland te gebruiken. De gesubsidieerde projecten moeten bijdragen aan een lagere CO2-uitstoot in Nederland voor 2034. Een belangrijke wijziging in de nieuwe aanvraagronde is dat ondernemers naast pilotprojecten voor meer soorten demonstratieprojecten subsidie kunnen aanvragen. Daarnaast is het maximale subsidiebedrag per project verhoogd van maximaal € 15 miljoen naar € 25 miljoen voor pilotprojecten, en € 30 miljoen voor demonstratieprojecten. BIOKEROSINE EN BATTERIJEN VOOR DUURZAME ENERGIE Zo kunnen bijvoorbeeld ondernemers die met ‘Direct Air Capture’installaties CO2 afvangen, ook gebruikmaken van de subsidie. Ook demonstratieprojecten voor de productie van biobrandstoffen, zoals biokerosine, vallen nu onder de subsidie, zolang deze brandstoffen voldoen aan Europese duurzaamheidscriteria. Tot slot zijn demonstratieprojecten van batterijen ook mogelijk, zolang er een directe koppeling is met een hernieuwbare energieproductie installatie. OPNIEUW GEBRUIKEN EIGEN AFVAL Ook binnen het thema circulaire economie zijn meer subsidiemogelijkheden voor

ondernemers. Eerder kwamen alleen demonstratieprojecten in aanmerking die waren gericht op het opnieuw gebruiken van afval van anderen. Nu kunnen ondernemers ook subsidie aanvragen voor het opnieuw gebruiken van eigen afval. Dit geldt ook voor de vervanging van primaire grondstoffen (gewonnen uit de natuur) door secundaire grondstoffen (afvalfasegeëindigde bijproducten die onder bepaalde voorwaarden kunnen dienen als grondstof). MEER TIJD VOOR LAGERE CO2-UITSTOOT Eerder moesten ondernemers met hun demonstratieprojecten binnen de DEI+-regeling zorgen voor een lagere CO2-uitstoot in Nederland vóór 2030. Die termijn is nu verlengd van 2030 naar binnen 10 jaar na de start van het project. Voor aankomende

aanvraagronde zal dat dus tot 2034 zijn. “De innovatieprojecten binnen deze subsidie zitten nog in de ontwikkelfase. De doelstelling van 2030 kwam met het jaar dichterbij. De bijdrage aan een lagere CO2uitstoot op die korte termijn was voor sommige projecten niet meer realistisch. Door de termijn te verleggen naar 2034 kunnen meer projecten die bijdragen aan een lagere CO2-uitstoot subsidie krijgen”, aldus Ruben Hortensius, regelingcoördinator van de DEI+ bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Natuurlijk blijft een lagere CO2-uitstoot in Nederland ook na 2030 belangrijk. Dat staat beschreven in het concept Nationaal plan energiesysteem (NPE) 2050. Dit plan beschrijft hoe ons energiesysteem er in de toekomst uit gaat zien.

19


Bron en foto: Easyfairs.

De boodschap van voorzitter John de Joode van het onafhankelijke kenniscentrum voor licht en verlichting NSVV is glashelder: “We moeten ‘omdenken’. Denk niet in beperkingen, maar in uitdagingen.

Future Lighting presenteert de toekomst

Algoritmes in telefoon bepalen lichtintensiteit Het idee dat een armatuur in het plafond moet zitten is achterhaald. Ik verwacht dat onze telefoon straks automatisch de lichtintensiteit van een ruimte gaat bepalen. En ja, er valt nog genoeg energie te besparen, en ik weet zeker dat dit niet ten koste gaat van de lichtbeleving.” OMDENKEN John de Joode: “Ik zeg steeds. We moeten ‘omdenken’. Je kunt van een oude Volvo wel een elektrische auto maken, maar het wordt nooit een Tesla. Zo moet je ook tegen armaturen aankijken. Traditioneel zitten die in het plafond. Maar waarom? Zou de muur geen armatuur kunnen zijn? Zou het niet zover gaan dat je het armatuur vanuit een pot - net als Latex - op de muur smeert? Ik wil alleen maar zeggen: we staan voor grote veranderingen. Er gebeurt zoveel en als we van al die technologie slim gebruik willen maken, moeten we verder denken dan het traditionele armatuur. “Het zal niet meer lang duren voordat onze telefoon bepaalt hoeveel licht we in een bepaalde ruimte consumeren”, gaat John de Joode verder. “Denk aan een kantoor waar meer vrouwen dan mannen werken, oud en jong door elkaar. En dan zijn er mensen die al de hele dag achter hun bureau zitten, terwijl anderen vanuit de volle zon binnenkomen. Het is toch vreemd dat iedereen dezelfde hoeveel licht op zijn bureau krijgt. Uit heel veel onderzoek weten we dat een ouder iemand meer licht nodig heeft dan een jonge medewerker. Alle kennis die in je telefoon zit, zal straks bepalen hoeveel licht 20 jaargang 2023

voorzitter John de Joode van het onafhankelijke kenniscentrum voor licht en verlichting NSVV


Actueel je krijgt. De algoritmes sturen het lichtplan aan.” LICHT EN ENERGIEBESPARING Om energie te besparen worden monumenten in Duitsland niet meer uitgelicht, in Frankrijk moet de kantoorverlichting na elf uur ‘s avonds standaard uit. Hoeveel valt er in Nederland op licht te besparen? De roep naar besparing zal de komende maanden aanzwellen, verwacht De Joode: “Ik heb geen cijfers, maar ik denk dat er heel wat te besparen valt. Binnenkort is de tl-buis verboden, ik denk dat er bij zestig tot zeventig procent van de kantoren substantiële energiebesparing mogelijk is. Als sector hebben we overigens eerder met dit bijltje gehakt. In

de jaren zeventig van de vorige eeuw stonden we ook op zo’n kruispunt. De arabische landen leverden geen olie meer aan Nederland. Ook toen moest er bespaard worden.” “We zijn toen van 2000 lux in de kantooromgeving teruggegaan naar 500 lux. En dat is in feite nog steeds de norm. Minder zal dat niet worden, dat mag arbotechnisch ook niet. Vervanging door LED zorgt voor minder energiegebruik. Technologisch hebben we grote stappen gezet. Een goed lichtontwerp is altijd een combinatie van energetische afweging enerzijds en uitstraling anderzijds. Daarom ben ik niet bang dat de roep tot besparing zal leiden tot een kwalitatief minderwaardig lichtontwerp.”

DE ULTIEME BALANS Hoe ziet de lichtwereld er over vijf jaar uit? “Over vijf jaar is iedereen ervan doordrongen dat licht van belang is voor het functioneren van mensen. Licht helpt mensen met Alzheimer in een specifiek ritme te blijven, licht verhoogt de arbeidsproductiviteit op kantoor, licht stuurt gevoel van veiligheid/onveiligheid in bepaalde wijken. En zo kan ik nog wel even doorgaan”, zegt John de Joode. “Ons leven zit in onze telefoon, de algoritmes in ieders telefoon zorgen straks voor licht op maat. Ik verwacht dat elke LED wordt uitgerust met een sensor die ook andere beheersystemen gaat aansturen. We gaan naar de ultieme balans daglicht - kunstlicht.”

Binnen utility intensieve organisaties is verlichting een belangrijke component bij verduurzaming. In 2023 stopt de productie van tl-lampen en wordt de overstap naar energiezuinige verlichting urgent. Op 22 en 23 november ontmoetten ontwerpers, voorschrijvers, adviseurs en facilitair managers en elkaar op Future Lighting 2023. Zij wisselden kennis en nieuwe inzichten over verlichting uit. Leveranciers toonden verschillende lichtinnovaties. Waarbij onze redactie de volgende high-lights heeft gespot.

De toekomst van het licht NIEUWE ALLES-IN-ÉÉNOPLOSSING OP HET GEBIED VAN NOODVERLICHTING Ontec S20 alles-in-één noodverlichting. De Ontec S20 kenmerkt zich door optimale flexibiliteit. Met behulp van dipswitches kun je bijvoorbeeld kiezen voor continue verlichting of alleen verlichting in noodgevallen. Bovendien kun je het armatuur instellen op een autonomie (brandtijd) van 1 of 3 uren. Dankzij de twee bijgeleverde pictogrammen kun je alle vier de benodigde looprichtingen creëren. Doordat je deze pictogrammen in het armatuur plaatst, biedt het armatuur meer flexibiliteit dan armaturen met stickers. Bijkomend voordeel is de lange levensduur door toepassing van de LiFePo4-batterij. Deze waarborgt een levensduur van minimaal 6 jaar.

DMLUX Ontec S20

21


Bever Innovations

ETAP K renovation module

STERKE VERBETERING LED-EFFICIËNTIE Bever Innovations, een leverancier van LED-verlichting en Smart technologie voor industriële toepassingen, introduceert nieuwe LED-armaturen met een verbetering in LED-efficiëntie van 21%. Deze vernieuwde LED-producten zijn ontworpen om de Lumen output aanzienlijk te verhogen, terwijl het output vermogen en de kwaliteit gelijk blijven aan de bestaande types. De nieuw geïntroduceerde armaturen, waaronder LS Downlights, Ambiente en Cubiq, zijn een voorbeeld van Bever’s streven om continu te blijven innoveren op het gebied van energie-efficiëntie, veiligheid en duurzaamheid. Deze armaturen zijn uitgerust met geavanceerde Smart technologie en voldoen aan strenge kwaliteitsnormen. TM-LICHTLIJN SYSTEMEN De industriële sector heeft behoefte aan algemene verlichtingsoplossingen met een zeer goede en efficiënte lichtopbrengst. Met keuze uit verschillende lichtkleuren en uitstralings22 jaargang 2023

WIN PRO 40

hoeken, die tegelijk voldoen aan alle relevante normen voor de gewenste toepassingen. Macbright levert een groot scala aan optieken om in de verschillende toepassingen de gewenste sfeer te creëren (retail en industrieapplicaties). De keuze bestaat uit 6 type optieken. Lenzen met een uitstraling van 90°, 60° of 35° en asymmetrische bundels geeft flexibiliteit in de lichtverdeling. De geanodiseerde aluminium draagprofielen zijn zeer stabiel en eenvoudig te koppelen. RENOVATIE NOODVERLICHTING ETAP biedt hiertoe refurbishmentmodules of vervangsets. Verlaag het energieverbruik en beperk de milieu-impact door bestaande noodverlichting te vernieuwen. Afhankelijk van het type armaturen is er de mogelijkheid om deze te refurbishen of te vervangen. Klaar voor de uitfasering van fluorescentielampen. Tegelijkertijd wordt het gebruik van nieuwe grondstoffen vermeden. Refurbishmentmodules maken het mogelijk oude armaturen circulair

Macbright TM-Lichtlijn systemen

en snel te upgraden van fluorescentielampen naar led. De originele behuizing en bedrading worden hergebruikt. Het binnenwerk is nieuw, met duurzame batterijen, nieuwe elektronica en een led lichtbron. Met vervangsets komen er nieuwe noodarmaturen op de plaats van de oude. WIN PRO BREIDT UIT MET EEN NIEUW FORMAAT SCHIJNWERPER Bij PERFORMANCE iN LIGHTING zien we dat WIN PRO 40 het assortiment uit breidt met een grotere versie in de bestaande serie. Met een nieuw ontwerp waarmee lichtstromen tot 85.000 lumen kunnen worden bereikt. De schijnwerper gebruikt dezelfde hoogwaardige optiek als de twee kleinere formaten WIN PRO 20 en WIN PRO 30. De remote driver is opmerkelijk: deze kan worden geïnstalleerd met een beugel aan de achterkant van het armatuur, of op een maximale afstand van 50 meter van het armatuur, waardoor het gewicht laag blijft. Er zijn vele versies met verschillende dim- en controlesystemen (APR, DALI, DMX). In de catalogus zullen drie


Actueel standaard kleurtemperaturen beschikbaar zijn: 3000K, 4000K, 5700K. Een levensduur van meer dan 170.000 uur (L80), maakt het pakket compleet. WIN PRO 40 is er voor uiteenlopende buitentoepassingen die prestaties en duurzaamheid vereisen. OVERSTAPPEN NAAR SLIMME LED-VERLICHTING De belangrijkste voordelen van led-verlichting zijn de aanzienlijke kostenbesparing op de lange termijn en verduurzaming van de bedrijfsvoering. Goede verlichting is een voorwaarde om gezond en veilig te kunnen werken. SmartScan is een draadloos systeem dat het de gebruiker mogelijk maakt alle verlichtings- en noodverlichtingsarmaturen online en centraal te sturen en monitoren. Van energieprestatie gegevens tot volledige operationele informatie. Informatie wordt weergegeven op de SmartScan-website. De grafische gebruikersinterface biedt een overzicht van de hele site, tot en met de prestaties en werking van een individuele armatuur. Met een goed ingesteld lichtregelsysteem zal licht niet meer onnodig branden. En is er altijd voldoende licht aanwezig om gezond en veilig te werken. SmartScan maakt gebruik van een draadloos mesh-netwerk. Elk armatuur fungeert als repeater en zorgt ervoor dat datasignalen via een willekeurige buur altijd een geschikt communicatiepad vinden. Groepen kunnen eenvoudig worden gemaakt én gewijzigd om toekomstige flexibiliteit te borgen.

Thorlux lighting

Phoenix Smart LED

BAIYILED INTRODUCEERT DE 2 GENERATIE VAN DE PHOENIX SMARTLED Het Phoenix SmartLED armatuur is geüpgraded naar een nieuw niveau. Het binnenwerk is voorzien met de nieuwste technologieën, die meer energie besparen en ook in meer flexibiliteit en gebruikersgemak voorzien. Het armatuur is aan de binnenkant flink onder handen genomen. Zo zijn de nieuwste hoogwaardige componenten gebruikt die de efficiëntie met ca. 15% verhogen naar 140 lm/w. E

Verder is de sensor aangepakt waarbij deze de maximale flexibiliteit biedt; het detectiebereik, dimniveau en de tijdinstellingen zijn instelbaar die het best bij de situatie passen. Bovendien kan het armatuur zichzelf uitschakelen indien er geen beweging wordt gedetecteerd of er voldoende licht aanwezig is d.m.v. de geïntegreerde schemershakelaar. De variant met geïntegreerde noodverlichting komt met een sterke accu die het armatuur in geval van een

stroomstoring >180min zal laten branden. De noodverlichting komt met de innovatieve zelftest functionaliteit, waarbij de noodverlichting automatisch 3x per jaar zal worden getest en de status zal worden aangegeven door de gekleurde LED-indicatoren. Tenslotte biedt de Phoenix een vereenvoudigde installatie waarbij het doorlussen van de lampen is geïntegreerd, wat kan bijdragen aan een snellere installatie.

23


Fotografie: Jaap Lotstra

Sterk verbeterd lichtniveau en 60% energiebesparing Welzorg is specialist in mobiliteitshulpmiddelen, woningaanpassingen, autoaanpassingen en verbeteren van toegankelijkheid. Op de Zalmweg in Raamsdonksveer heeft Welzorg een modern distributiecentrum bestaande uit verschillende hallen. In dit distributiecentrum hingen T8 lichtlijnen die inmiddels toe waren aan vervanging, Anker Rotterdam heeft hiervoor een lichtplan gemaakt met de armaturen van PERFORMANCE iN LIGHTING. Door de oude T8 armaturen te vervangen door armaturen uit de serie TRY LED, wordt een energiebesparing gerealiseerd van ruim 60%. Tevens is er een sterk verbeterd lichtniveau - en een hogere gelijkmatigheid van het licht - ontstaan op de werkvloer. Dit heeft geresulteerd in een zeer tevreden eindklant.

24 jaargang 2023


Project in beeld

25


26 jaargang 2023


Actueel

CO2-reductie door verduurzaming van warmte. Dat was het onderwerp van één van de kennissessies tijdens het event Industrial Heat & Power. Gespreksleider Tessa Hermens blikt terug en geeft aan waar kansen liggen voor de industrie.

‘Er zijn veel technieken om warmte te verduurzamen’ “De industrie is de laatste jaren in een stroomversnelling gekomen als het gaat om het verduurzamen van de processen en energiestromen. Het gros van de energie die de industrie nodig heeft – tot wel twee-derde – gaat daarbij naar warmte. Het verduurzamen van die warmte is daarom zo cruciaal. Dit kan op meerdere manieren. Waar het vaakst aan wordt gedacht is elektrificatie, maar elektrificeren is niet altijd mogelijk of is niet altijd de beste oplossing. Het is belangrijk dat de gekozen methode past bij het bedrijf, het proces, de omgeving én de toekomst. In de kennissessie ‘CO2-reductie door verduurzaming van warmte’ hebben we daarom een aantal andere technieken onder de loep genomen, ieder met zijn eigen karakteristieken en uitdagingen. Er zijn tenslotte meer wegen die naar Rome leiden”, zegt Tessa Hermens.

Zij is programmaleider Verduurzaming Industrie en Glastuinbouw, bij de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE), maatschappelijke belangenbehartiger die zich sterk maakt voor een maatschappij die volledig is gebaseerd op hernieuwbare energie. (ULTRA)DIEPE GEOTHERMIE Een eerste methode om de warmtevraag te verduurzamen is door gebruik te maken van (ultra)diepe geothermie. Eveline Rosendaal, manager business development Warmtetransitie bij EBN, gaf hierover uitleg. In de glastuinbouw en gebouwde omgeving (voor warmtenetten) wordt al regelmatig gebruik gemaakt van geothermie, maar in de industrie gebeurt dit nog maar zelden. Hermens: “Of geothermie een interessante optie is, hangt sterk af van de ondergrond.

27


Nederland heeft – in vergelijking met een aantal andere landen in Europa en wereldwijd – qua warmte een gunstige ligging. Tegelijkertijd is de specifieke locatie in Nederland zelf ook erg bepalend of deze techniek zinvol kan zijn of niet.” SPANNINGEN Op dit moment zijn de twee grootste uitdagingen voor geothermie spanningen en kosten, legt Hermens uit: “Het ontginnen van de ondergrondse gasvelden in het Noorden van Nederland en de daarmee gepaard gaande aardbevingen hebben een weerslag 28 jaargang 2023

op de beeldvorming van geothermie. En dat terwijl bij geothermie geen gas of water uit de bodem wordt gehaald, waardoor er geen drukverschil ontstaat. Drukverschil kan leiden tot aardbevingen. Naast dit verschil zijn er ook gelijkenissen met aardgaswinning. Zo kunnen we onder meer veel ervaring putten uit de expertise die Nederland rond aardgasboringen heeft opgedaan. Die ervaring kan leiden tot een versnelling van de uitrol van (ultra) diepe geothermie.” KOSTEN De techniek staat nog in zijn kin-

derschoenen, waardoor de kosten vooralsnog erg hoog zijn. “Momenteel bevinden we de fase van kennisopbouw. Er zijn veel testen nodig – zoals seismische testen – die al gauw een investering van tien miljoen euro met zich meebrengen. Dit is nodig om te bepalen op welke diepte zich een geschikte laag bevindt, waardoor je warmte van rond de 150 tot 180 graden Celsius naar boven kunt halen. Eenmaal de geschikte plek is gevonden, kan dit leiden tot een duurzame oplossing die bedrijven voor een zeer lange periode van warmte kan voorzien. (Ultra)diepe geothermie heeft


Actueel den, willen ze deze techniek onderzoeken, is de maatschappelijke perceptie. Er is op dit moment weerstand tegen biomassa, omdat veel mensen veronderstellen dat hiervoor bomen moeten worden gekapt. Maar dat is niet het geval. Er worden duurzame grondstoffen zoals duurzame houtige restmaterialen gebruikt als bron. Wie gebruik wil maken van biomassa, zal dat altijd via gecertificeerde routes moeten doen. Europa is hierbij het strengst in de wereld en Nederland is dan weer een van de strengste landen binnen Europa. Met andere woorden: er zijn diverse duurzaamheidscriteria en beoordelingsprocessen waarmee bedrijven te maken zullen krijgen voor ze aan de slag kunnen met biomassa. Het verkrijgen van vergunningen is bij deze techniek dus erg bepalend voor de ingewikkeldheid van implementatie.” Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met stikstofuitstoot. “Hiervoor zijn inmiddels diverse technische oplossingen op de markt. Mogelijk is deze techniek niet voor alle bedrijven geschikt, maar het is een optie die zeker het overwegen waard is”, concludeert Hermens.

dus veel potentie, maar vooral op de langere termijn, zodra we de dure fase van kennisopbouw achter ons kunnen laten”, stelt Hermens. BIOMASSA Een tweede techniek om warmte te verduurzamen is biomassa. John Bouterse, CEO van het bedrijf Twinnovate, legde het reilen en zeilen rond dit thema uit. Waar elektrificatie geen optie is, bijvoorbeeld door netcongestie, is biomassa misschien een oplossing. Je kunt hiermee hoge temperaturen bereiken. Hermens: “Een aspect waar bedrijven rekening mee moeten hou-

RESTWARMTE VOOR DIRECT AIR CAPTURE-TECHNOLOGIE Ot Messemaker, global proposition manager van Skytree, nam het derde onderwerp voor zijn rekening. Het bedrijf ontwikkelde een Direct Air Capture (DAC)-technologie die onder meer CO2 uit de lucht kan filteren. Deze CO2 kan vervolgens worden geleverd aan bijvoorbeeld de glastuinbouw of andere sectoren die CO2 als grondstof gebruiken. “De installatie werkt op elektriciteit of op restwarmte. Deze laatste optie is voor bedrijven het zinvolste, aangezien restwarmte vaak voldoende aanwezig is. Hierdoor slaan bedrijven twee vliegen in één klap. Ze hergebruiken een deel van hun restwarmte terwijl daarnaast CO2 wordt afgevangen”, zegt Hermens. Restwarmte inzetten is vaak ook binnen eigen industriële processen mogelijk. “Hiermee wordt een energieverlies voorkomen en wordt bespaard op energieopwekking. Natuurlijk kan

restwarmte ook aan derde partijen geleverd worden. Daar volgt zelfs een wet voor, dat industriële restwarmte middels een ‘ophaalrecht’ breder kan worden ingezet.” MEER TECHNIEKEN “Er zijn nog veel meer opties voor de industrie om warmte te verduurzamen die tijdens de kennissessie niet aan bod kwamen, maar zeker de moeite waard zijn om te benoemen”, stelt Hermens. “De e-boiler is een techniek die eenvoudig is te implementeren en meteen vruchten afwerpt. Toch moet je deze optie kritisch bekijken, aangezien deze techniek een COP (Coëfficiënt of Performance) van één heeft. Een eenheid elektriciteit genereert met andere woorden één eenheid warmte. Een all electric warmtepomp daarentegen heeft een COP van drie of hoger wat leidt tot een veel hogere efficiëntie. Maar ook een combinatie van deze twee kan voor bedrijven een interessante optie zijn, net als de combinatie met warmteterugwinning.” THERMISCHE BATTERIJ Hermens benoemt ook nog de thermische batterij als techniek: “Dit is een vrij nieuwe techniek waar je nog niet zo vaak wat over leest of hoort. Met een elektrische weerstand wordt een vaste stof – bijvoorbeeld stenen – opgewarmd tot een erg hoge temperatuur (1200 - 1400 graden). Laat je er vervolgens lucht overheen stromen, dan kan er warmte uit worden gehaald. Deze oplossing is, eenmaal geïnstalleerd, goedkoop, effectief en onderhoudsvriendelijk. De techniek is nog vrij nieuw, maar heeft zeker potentie.” ENERGIEHUBS Hermens concludeert: “Warmte verduurzamen is ook mogelijk met behulp van waterstof of door samen te werken met andere bedrijven op industrieterreinen in zogenoemde microgrids of energiehubs, waarbij restwarmte kan worden uitgewisseld. Kortom, er zijn meer wegen die naar Rome leiden.”

29


Tijdens Industrial Heat & Power vond de bijeenkomst Grip op Corrosie onder Isolatie (COI) plaats. Duurzame Grip op COI is een door de Rijksoverheid gesubsidieerd tweejarig project dat deel uitmaakt van het Corrosie onder Isolatie innovatie-programma van World Class Maintenance dat sinds 2018 actief is. Geert Henk Wijnants, principal consultant bij Stork Asset Management, gespecialiseerd in risico gebaseerde inspectie en Ferry Visser, projectleider bij World Class Maintenance lichten de aanpak en ontwikkelingen toe.

“Een gezamenlijke aanpak en gestructureerde beheersing van Corrosie onder Isolatie is nodig” “Corrosie onder Isolatie (COI) is zo oud als de industrie zelf”, begint Geert Henk Wijnants. “Leidingen worden in de (proces)industrie voorzien van een coating en isolerend materiaal. Enerzijds om warmte- of koudeverlies te voorkomen en ter bescherming tegen fysiek contact, anderzijds om de leidingen te beschermen tegen corrosie en lekkages. Toch treedt er in veel gevallen corrosie onder isolatie op. Het is een degradatiemechanisme dat optreedt bij geïsoleerde leidingen en apparaten in het temperatuurbereik van ongeveer nul tot 150 graden Celsius.

30 jaargang 2023

Het is een moeilijk te beheersen probleem aangezien het niet eenvoudig is te detecteren, vandaar dat het ook wel de sluipmoordenaar van de procesindustrie wordt genoemd.” COI-INNOVATIE-PROGRAMMA Om COI te voorkomen en/of beter op te sporen heeft World Class Maintenance (WCM) sinds 2018 samen met een aantal bedrijven een platform opgericht om het probleem industriebreed en gestructureerd aan te pakken. Ferry Visser, projectleider bij WCM hierover: “WCM faciliteert en coördineert diverse deelprojecten.

Samen met de industrie en kennisorganisaties hebben we binnen het programma inmiddels een flink aantal breed toegepaste ‘tools’ ontwikkeld die bedrijven helpen om het risicovolle fenomeen gestructureerd te beheersen.” BASISVRAGEN Wijnants gaat hier dieper op in. “Bij de start van het project hebben we een aantal basisvragen gesteld: Hoe kan een COI-beheerprogramma een individueel bedrijf helpen? Waar is de kennis met betrekking tot COI-beheer namens de industrie geconcentreerd? En hoe kunnen we krachten bundelen voor de implementatie van een onafhankelijk COI-platform? Al snel haakten een aantal geïnteresseerde bedrijven aan om de gemeenschappelijke belangen te definiëren. Een belangrijk aandachtspunt daarbij was om een trial & error aanpak te voorkomen. We willen niet hebben dat bedrijven steeds opnieuw het


Actueel

31


32 jaargang 2023


Actueel wiel moeten uitvinden en lessen leren op basis van incidenten die ontstaan zijn aangezien dit leidt tot kostbare maatregelen en verlies van vertrouwen in de industrie.” AWARENESS “In de beginperiode, rond 2018, is daarom gestart met een awareness-programma om de industrie bewust te maken van het probleem en de consequenties waartoe een verkeerde aanpak kan leiden”, gaat hij verder. “Belangrijk was dat zoveel mogelijk bedrijven industriebreed inzicht zouden krijgen in de complexiteit van COI. Hoe kun je COI voorkomen en beheersen? Onder welke omstandigheden ontstaat COI en hoe snel leidt dit tot welke gevolgen?” Visser vult aan: “De gevolgen kunnen catastrofaal zijn. Er zijn voorbeelden bekend waarbij leidingen met gevaarlijke vloeistoffen zijn gaan lekken wat heeft geleid tot brand of explosie. Dat wil je te allen tijde voorkomen als eigenaar van een installatie. We hebben in de beginfase gemerkt dat in de praktijk het probleem te weinig- en vaak zelf ongestructureerd wordt aangepakt. Het bewustzijn laten landen was daarom een belangrijk aspect. Het hoeft niet veel te kosten, maar het vraagt wel om bewustwording en een gestructureerde aanpak.” BEST PRACTICES Wijnants: “Vervolgens hebben we een managementmethode ontwikkeld door gebruik te maken van best practices. Deze best practices volgen een risico gebaseerde aanpak en zijn uitgewerkt volgens de ISO HLS structuur wat ervoor zorgt dat de opzet herkenbaar is. Ze zijn bovendien modulair opgebouwd zodat ze breed toepasbaar zijn. Ieder bedrijf dat zelf al een methode heeft ontwikkeld of in het verleden al samen met een isolatiebedrijf of adviseur de nodige stappen heeft ondernomen, hoeft daardoor niet volledig opnieuw te beginnen. Ze kunnen op basis van het modulaire model nagaan welke onderdelen ze mogelijk nog verder 33


kunnen verbeteren. Als ze bijvoorbeeld de corrosiesnelheid willen bepalen, kunnen ze inzoomen op dit deelaspect. Het modulaire systeem zorgt ervoor dat alle bedrijven ermee aan de slag kunnen.” INNOVATIES Het platform nam ook een aantal innovaties onder de loep die kunnen bijdragen aan het verbeteren van de aanpak van COI. Visser noemt er een aantal op: “We hebben een beslissingstool ontwikkeld op basis van inspectiekosten, dat laat zien hoe inspecties kosteneffectief kunnen worden ingericht. Ook hebben we een standaardisatie qua conditiebepaling opgesteld wat van belang is in zowel de commissioning- als de gebruikers-fase. En om te kunnen leren van fouten stelden we een database samen met COI-gerelateerde fouten.” Wijnants vult aan. “We proberen bedrijven te stimuleren om hun lessons learned te delen, maar in de praktijk blijkt dit vaak nog erg lastig te zijn. Het gezegde “every failure is a treasure” wordt niet algemeen gedeeld. Onze ambitie is echter om partijen te blijven aanmoedigen om transparant te zijn en hun use cases te delen.” Tot slot onderzocht het projectteam of met behulp van vochtsensoren COI beter is te monitoren in een vochtmonitoringsprogramma. “Maar hier stopt het niet”, stelt Wijnants: “We willen ook in de toekomst nieuwe innovaties – zoals nieuwe coatings en inspectietechnieken - die op de markt komen blijven beoordelen.” ENERGIEVERLIES VOORKOMEN De afgelopen jaren is de bewustwording rond COI, evenals de aanpak gelukkig en zeker bij de grote bedrijven verbeterd. Dit valt samen met de groeiende interesse in het behouden van een goede isolatiewaarde om energieverlies te voorkomen. Dankzij de energietransitie staat dit nu bij veel bedrijven hoog op de agenda. Visser: “Het is logisch om deze twee zaken met elkaar te combineren om te komen tot één beheerssysteem voor isolatie. Dat is iets waar we ons 34 jaargang 2023


Actueel

de komende tijd nog verder op zullen richten. We hebben daarom het Platform voor Effectief Isolatiebeheer in de Industrie (PEIBI) opgericht. De belangrijkste thema’s zijn wettelijke verplichtingen, risico-reductie, kostenbesparing, energiebesparing en besparing in werkplannen. Dit willen we bereiken door te werken aan oplossingen op vier gebieden: COI, Corrosie Onder Pipe Supports (CUPS), het voorkomen van isolatiedegradatie en via digitalisering door te werken met drones en digital twins. De gemeenschappelijke factor in deze thema’s is dat het gaat om het beheer van isolatie én dat door gebruik te maken van een geïntegreerde aanpak, er fors kan worden bespaard op de hoeveelheid werk én kosten.” Visser geeft een voorbeeld. “In de verplichting tot conditiebepaling vanuit de EED (Energy Efficiency

Directive), kunnen bedrijven gebruik maken van camera’s (zowel vaste als via drones). Hiermee kunnen bedrijven op steigerbouw en manuren besparen. De gegenereerde beelden kunnen vervolgens gebruikt worden om een digital twin van de fabriek te maken die kan worden toegepast bij o.a. de werkvoorbereiding voor zowel isolatiewerkzaamheden als andere activiteiten. Met dit soort maatregelen kan de terugverdientijd van investeringen tot wel veertig procent worden verkort.” De roadmap van PEIBI voor de komende jaren is inmiddels gereed. Visser: “We hebben een stappenplan ontwikkeld tot en met 2027. In 2024 zullen we best practices verzamelen. Een deel hiervan (COI) is al ontwikkeld, maar dit willen we verder uitbreiden met best practices rond digitalisering, isolatiedegradatie

en CUPS. Daarna volgt de integratiefase waarin de activiteiten gecombineerd worden tot werkpakketten met specificaties. Hiermee kunnen asset owners en serviceproviders aan de slag. Hun betrokkenheid bij de ontwikkeling ervan is daarom erg belangrijk.” Terugkijkend op de afgelopen zeven jaar is er ontzettend veel veranderd, in positieve zin. Wijnants: “Met een integrale en gestructureerde aanpak hebben we flinke stappen voorwaarts gemaakt. Nu tillen we het geheel, met PEIBI naar een nog hoger niveau”, besluit hij. Afsluitend doen de heren graag een oproep om aan te sluiten. Neem daarvoor contact op met projectleider Ferry Visser – fv@worldclassmaintenance.com

35


Special voor VSK 2024 In print en online

naar 28.000 installateurs, adviseurs en voorschrijvers

Voor nadere informatie en/of reserveringen kunt u contact opnemen met Jetvertising b.v. T +31(0)70 399 00 00 • E rob@jetvertising.nl 36 jaargang 2023


Beeld: Logisticon

Actueel

“Veel industriële bedrijven willen hun waterfootprint verkleinen. Dat is een goede zaak. Het is daarbij belangrijk om duurzaamheid in de volle breedte aan te pakken. Zo kunnen mobiele en modulaire waterzuiveringsinstallaties meegroeien met bedrijven naargelang de behoefte terwijl een ontwerp met het oog op besparing van chemicaliën en energieverbruik eveneens essentieel is”, stelt Pieter van Staveren, business developer bij Logisticon Water Treatment.

Een kleinere waterfootprint als onderdeel van duurzaam ondernemen

Pieter van Staveren Logisticon Water Treatment

37


“Industriële bedrijven die hun waterfootprint willen verkleinen, doen dit niet zozeer om kosten te besparen. Drinkwater is vooralsnog relatief goedkoop”, begint Pieter van Staveren. Als business developer bij Logisticon Water Treatment en Logisticon Verhuur, gespecialiseerd in slimme en duurzame wateroplossingen is hij voortdurend op zoek naar nieuwe technieken en product-marktcombinaties. “De beschikbaarheid van water wordt vaker een issue”, stelt hij. “Door de klimaatverandering worden periodes van droogte extremer waardoor zuinig omgaan met het kostbare drinkwater steeds urgenter wordt. Een industriële watertransitie is nodig waarbij industriële bedrijven geleidelijk aan zelfvoorzienend worden door het hergebruik van hun proceswater, effluent of afvalwater uit riool- of afvalwaterzuiveringsinstallaties in plaats van het kostbare gebruik van drink- en oppervlaktewater.” REDUCTIE Het waterverbruik in de bedrijfsprocessen reduceren is in principe de beste oplossing, stelt van Staveren. “Maar dit is niet altijd eenvoudig of mogelijk. Het vergt vaak veel validaties van processen terwijl het ook invloed kan hebben op de bedrijfsprocessen of de kwaliteit van het eindproduct.” Ook het hergebruik van gezuiverd afvalwater zorgt in bepaalde sectoren voor een uitdaging. Gezuiverd afvalwater kan 99,999 procent vervuiling tegenhouden, maar voor sommige gebruikers, bijvoorbeeld voedingsmiddelenbedrijven, kan die 0,001% nog een probleem opleveren of staat de overheid met wetgeving hergebruik nog niet toe. Kortom, bedrijven moeten goed onderzoeken wat de mogelijkheden zijn in hun bedrijfssituatie en wij helpen hen daarbij. Soms door eerst een pilot-installatie neer te zetten om de gewenste kwaliteit aan te tonen.” WATERSCAN Een waterscan kan inzicht bieden. “Belangrijk is om te komen tot een heldere business case. Wat heb je als bedrijf al gerealiseerd? Wat is het doel? Gaat 38 jaargang 2023


Actueel

39


het veeleer om een kostenoverweging, uitbreiding of beschikbaarheidsgarantie? Zijn er te behalen doelstellingen op milieugebied? Eenmaal het doel helder is, ga je vervolgens kijken naar de mogelijkheden, het kostenplaatje en wat het op korte en langere termijn oplevert. Daarbij kijk je altijd eerst naar de eenvoudigste zaken om te realiseren – cherry picking – en zo ga je steeds verder verdiepen. Er zijn veel methodes om de waterfootprint te ver40 jaargang 2023

beteren, maar dat is vaak heel bedrijfsspecifiek. Sommige waterstromen zijn bijvoorbeeld nog erg schoon zodat ze met een eenvoudige behandeling al in een ander proces kunnen worden hergebruikt. In andere situaties bevat het afvalwaterproduct nog voldoende energie die een bedrijf zou kunnen vergisten om er biogas van te maken waarmee ze weer processen kunnen verwarmen.”

SUCCESVOLLE BUSINESS CASE Van Staveren geeft een voorbeeld van een succesvolle business case. “Een bedrijf uit de chemische sector pompte veel grondwater op wat normaalgesproken ook voor drinkwater zou kunnen worden gebruikt. Het bedrijf beschikte al over een biologische afvalwaterzuivering. Hieraan hebben we ultrafiltratie en omgekeerde osmose toegevoegd waardoor het water een hogere kwaliteit kreeg zodat ze geen


Actueel combinatie met omgekeerde osmose. “Dit leidde tot een aanzienlijke besparing van drinkwater. Daarnaast moest het drinkwater niet langer eerst worden onthard om er calcium en magnesium uit te halen. De oplossing leidde dus ook tot een zoutreductie wat het milieu ten goede komt. Vaak gaan we verder dan alleen de waterfootprint. We bekijken duurzaamheid in de volle breedte.”

grondwater meer hoefden te onttrekken. Dit leverde een besparing op van 500.000 m3 per jaar. Daarnaast leidde de oplossing tot een besparing van 400 ton/ jaar aan kalkmelk, 630 ton loog- en zuurbesparing en 1000 ton/ jaar minder zoutlozing. Om nog maar niet te spreken van de CO2-footprint verlaging hierdoor” Bij een ander bedrijf kon het afvalwater worden hergebruikt door een membraan bioreactor te installeren in

SUSTAINABILITY TOP 100 Dit is soms ook een eis van klanten. “Een voorbeeld van een bedrijf uit de sustainability top 100 lijst. Het bedrijf pakt duurzaamheid aan als geïntegreerd deel van de bedrijfsvoering waarbij alle processen tegen het licht worden gehouden. Aangezien bij waterzuivering ook chemicaliën nodig zijn, zullen ze nagaan of bedrijfsprocessen kunnen worden aangepast zodat de waterfootprint kleiner wordt. Daardoor zijn er minder chemicaliën nodig bij de zuivering en is er vaak ook minder energie nodig. Productie van deze installaties moet ook zo duurzaam mogelijk zijn. Zo houden we ook onze eigen processen tegen het licht. Als wij kunststof leidingwerk toepassen, produceren we bijvoorbeeld restafval. Dit verzamelen we in overleg met de toeleverancier zodat het afval eenvoudig kan worden gerecycled. Zo kunnen we installaties leveren die zo duurzaam mogelijk zijn gebouwd. Plaatsen van 1000 zonnepanelen, batterijen voor opslag van elektriciteit en gebruik van warmtepompen en volledige afschakeling van het gasgebruik, zijn zo nog en paar voorbeelden van duurzaam werken en produceren bij ons.”

Er worden geen onnodige investeringen gedaan en we kunnen installaties uitbreiden of terugnemen. Daardoor krijgen installaties een langere levensduur aangezien ze kunnen meegroeien met het bedrijf of juist met een ander bedrijf.” TOEKOMSTVISIE Logisticon onderzoekt voortdurend nieuwe technologieën die nog meer water kunnen besparen, minder chemicaliën nodig hebben of minder energie behoeven. “We zijn onder meer bezig met technologieën als B-free, een door Dupont ontwikkelde technologie die membraanvervuiling kan verlagen of voorkomen zodat je de membranen niet frequent moet reinigen of versneld moet afschrijven. Dit leidt tot een langere levensduur van het geheel. Ook naar technologieën om katalysatoren te verwijderen en liefst volledig te recyclen, doen we onderzoek evenals betere recovery technieken zoals CCRO.” Daarnaast is het belangrijk dat zodra producten of stoffen op de markt komen, er ook technologieën beschikbaar zijn om deze producten weer af te breken of te verwijderen. “We verwachten dat dit in de toekomst nog veel belangrijker zal worden. Dat de milieu-eisen strenger worden is in dat opzicht een goede zaak. Een kleinere waterfootprint is meer dan waterreductie. Het is op een slimme manier naar je waterhuishouding én je bedrijfsvoering kijken.”

OVER LOGISTICON Logisticon biedt al 35 jaar antwoord op waterbehandelingsvraagstukken. Dat geldt zo-

MOBIEL EN MODULAIR BOUWEN Als je naar duurzaamheid in de volle breedte kijkt, dan komt het ontwerp van de waterzuiveringsinstallatie zelf ook in beeld, stelt van Staveren. “Mobiel en modulair bouwen draagt bij aan duurzaamheid. Als een bedrijf na een paar jaar zijn business wil uitbreiden, downscalen of aanpassen, dan is het eenvoudig om dit te realiseren met een mobiele en modulaire opzet.

wel bij de bereiding van drink- en proceswater als bij de zuivering van communaal en industrieel afvalwater. Waarbij bedrijven de keuze hebben uit een (semi)permanente, mobiele dan wel pilot-oplossing, in de vorm van koop, lease, huur of outsourcing voor een volledige ontzorging. Daarbij wordt zowel het ontwerp, de engineering als de bouw geheel vanuit de eigen locatie gerealiseerd

41


Foto: door Amsterdam Zuidas, Marcel Steinbach

Zuidasdok in beeld Zuidasdok is een van de grootste infrastructurele projecten van Nederland. Het project is begroot op 5,4 miljard euro en zorgt voor een betere bereikbaarheid van Amsterdam en van het noordelijk deel van de Randstad, zowel over de weg als met het openbaar vervoer. Zuidasdok is een samenwerking van Rijkswaterstaat, ProRail en de gemeente Amsterdam. De A10 Zuid gaat van vier naar zes rijstroken en verdwijnt in het hart van Zuidas onder de grond. Station Amsterdam Zuid wordt compleet vernieuwd. Verschillende vormen van (openbaar) vervoer komen er straks samen. Het stationsgebied krijgt een nieuwe, groene inrichting.

42 jaargang 2023


Project in beeld

43


DE

Industrie & Utility 4 x per jaar magazine

12 x per jaar online nieuwsbrief

Foto: Matthijs Levens op Creative Commons.

Gratis abonnement Het Klimaatakkoord is een onderdeel van het Nederlandse klimaatbeleid. Het is een overeenkomst tussen veel organisaties en bedrijven in Nederland om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan. Het belangrijkste doel van het Klimaatakkoord is de CO2-uitstoot in 2030 met 49% verminderen vergeleken met 1990. In 2050 moet de uitstoot van broeikasgassen met 95% afgenomen zijn. Ook de waterfootprint moet omlaag. Daartoe zijn drastische aanpassingen in de utilities noodzakelijk. Tegelijk biedt het kansen. Wilt u op de hoogte blijven van de ontwikkelingen, drempels, mogelijkheden en kansen? Meldt u dan aan en ontvang, kosteloos, 4 maal per jaar het magazine Industrie & Utility plus de maandelijkse online nieuwsbrief. Aanmelden kan als volgt: Stuur een e-mail aan rob@jetvertising.nl onder vermelding van aanmelding I & U, met daarin bedrijfsnaam en postadres, uw voorletter, achternaam en uw e-mailadres. 44 jaargang 2023


Actueel

Nederland werkt hard aan de ontwikkeling van een duurzame waterstofeconomie: van waterstofvoorziening, groene en blauwe waterstofproductie, de import van waterstof(dragers), de realisatie van een waterstof backbone en opslagfaciliteiten tot installaties die waterstof kunnen gebruiken. Tijdens de bijeenkomst Dutch Hydrogen Days: Waterstof in de Industrie op Industrial Heat & Power werd ingegaan op diverse ontwikkelingen. Moderator Jelle Blekxtoon, Business Development Manager Hydrogen bij FME en spreker Stijn Schlatmann, Director BlueTerra blikken terug.

Waterstof in de Industrie Van papier naar praktijk “Alex Kaat, adviseur bij NL Hydrogen beet het spits af. Hij stond stil bij hoe het waterstoflandschap er momenteel uitziet in Nederland en waar waterstof op dit moment en naar verwachting in de toekomst het meest zal worden gebruikt”, zegt Blekxtoon. “De industrie is koploper voor hoge temperatuurprocessen en als grondstof voor de productie van bijvoorbeeld kunstmest of methanol, gevolgd door zwaar transport en de luchtvaart, maar ook grootschalige opslag als de zon niet schijnt en de wind niet waait. Waar in 2019 waterstof als restgas of met aardgas werd geproduceerd, zal dit in 2050 voor het merendeel uit elektrolyse komen of via import. Dat is tenminste het doel. Maar gaat dat lukken? De industrie zal geleidelijk aan overstappen van grijze, naar blauwe en uiteindelijk groene waterstof. Toch zal dit nog niet op heel korte termijn gebeuren. Kaat liet een overzicht zien waaruit blijkt dat ongeveer 98% van de waterstofprojecten op MW-schaal zich momenteel in de papieren exercitie bevinden. Ze zitten in de conceptfase of er wordt een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. De techniek moet met andere 45


Koning Willem-Alexander geeft op Tweede Maasvlakte startsein voor aanleg eerste deel van in totaal 1.200 kilometer waterstofinfrastructuur. Foto: Gasunie.

Air Products bouwt grootste blauwe waterstoffabriek van Europa. Foto: Air Products.

46 jaargang 2023


Actueel woorden nog door een steile leercurve. Dat maakt de ambities voor 2030 erg uitdagend. Een bijkomende uitdaging is de kostprijs. Groene waterstof is vooralsnog veel duurder dan grijze waterstof of fossiel waardoor het niet concurrerend is.” Kijk je alleen naar de financiële kerngetallen, dan wordt het een moeilijke zaak om een waterstofmarkt van de grond te krijgen. Blekxtoon: “Maar er zijn nog andere factoren die meespelen. Als we de CO2-footprint in de industrie willen terugdringen zullen we ondanks een moeilijke business case moeten nadenken welke stimulans nodig is om de zaak in beweging te krijgen. Zo kan beleid draagvlak creëren door het bieden van de juiste randvoorwaarden. Bedrijven willen zekerheden hebben dat de investeringen die ze doen ook door juiste wet- en regelgeving en financiering worden ondersteund. Kortom naast opschaling, een steile leercurve en kostendaling is een actieve industriepolitiek heel belangrijk. Deze moet de industrie steunen bij de overstap naar waterstof, moet zorgen voor vertrouwen bij producenten om CO2-arme en groene waterstof te produceren, er moet een infrastructuur komen zonder de huidige exorbitant hoge netkosten.” Anouk van den Berg is Commercial Manager Hydrogen Networks bij Gasunie. Zij ging dieper in op de uitrol van de waterstof-gasinfrastructuur in Nederland. Blekxtoon: “Gasunie richt zich op transport, import, opslag en offshore. Van den Berg legde uit hoe het waterstofnetwerk richting 2030 en verder eruit zal komen te zien. Belangrijke mijlpaal is natuurlijk het officiële startsein dat Koning Willem-Alexander 27 oktober gaf voor de aanleg van het landelijke waterstofnetwerk. Het eerste deel van het waterstofnetwerk, een traject van meer dan 30 kilometer, loopt in Rotterdam van de Tweede Maasvlakte naar Pernis, en kan naar verwachting in 2025 in gebruik worden genomen. De aanleg van het landelijke waterstofnetwerk vindt in diverse

faseringen plaats, van de aanpassing van bestaande gasleidingen tot de aanleg van nieuwe leidingen. Van den Berg beklemtoonde dat de nodige kennis al enige tijd aanwezig is. Zo loopt er sinds 2018 tussen Dow en Yara al een bestaande gasleiding die is omgebouwd tot waterstofleiding en dat gaat zonder problemen. En ook in Emmen is een 3,7 km nieuwe waterstofpijpleiding gebouwd in 2022.” Het is mooi te zien dat de waterstofinfrastructuur steeds meer vorm krijgt, vindt Blekxtoon. “Het is een belangrijke voorwaarde om een waterstofeconomie van de grond te krijgen aangezien het vraag en aanbod bij elkaar brengt.” Stijn Schlatmann, managing director bij Blueterra ging in zijn bijdrage in op de visie op waterstof vanuit de producerende industrie. Schlatmann: “De industrie moet in 2040 al CO2 neutraal zijn dus de druk om te veranderen is enorm groot. Dat betekent dat bedrijven fundamenteel moet nadenken over de CO2-voetafdruk van zowel hun product (grondstofkeuzes), het productieproces als het hergebruik over de hele keten.” Waterstof kan een belangrijke rol krijgen in de transitie. “Belangrijk is dat waterstof wordt toegepast waar het de meeste toegevoegde waarde heeft, bijvoorbeeld als grondstof (kunstmest, chemie, petrochemie, ijzer/staal). Daarnaast kan het een rol spelen voor lange afstand transport (vrachtverkeer en scheepvaart). De snelheid en grootte van de uitrol is hier nog een vraagteken door andere technologische ontwikkelingen zoals elektrificatie. Kijk je verder naar de industrie, dan zullen eerst de toepassingen waar een hoge temperatuur nodig is, in beeld komen zoals ovens waar elektrificatie moeilijk is door de hoge temperaturen (>200℃). Andere opties zijn hybride toepassingen met combinaties van waterstof en elektrisch waarbij waterstof wordt ingezet als elektriciteit schaars en duur is. Voor lagere temperaturen komen er steeds meer andere oplossingen in beeld: mechanische 47


Silvio Erkens (VVD) bij PosHYdon op zee “Er zijn genoeg waterstofplannen die ik graag tot uitvoering wil brengen” Foto: NL Hydrogen.

Gasunie heeft in Emmen een 3,6 km lange waterstofleiding aangelegd, die loopt van het GZI Next energieknooppunt in Emmen naar Getec Park, waar veel grote industriële bedrijven zijn gevestigd. Foto: Gasunie.

48 jaargang 2023


Actueel dampcompressie, elektrisch boilers, allerlei vormen van warmtepompen en andere technieken. Hier wordt het gebruik van waterstof als decentrale elektriciteitsproductie voor het opvangen van pieken mogelijk een interessante optie. En het zou deels een oplossing kunnen zijn om netcongestie te voorkomen.” Kijk je naar het gebruik van waterstof in de industrie, dan is de volgorde van het nemen van aantal stappen erg belangrijk, stelt Schlatmann. “Zo moet je eerst je eigen proces en product goed tegen het licht houden. Kijk je naar het proces dan zijn de volgende stappen belangrijk: efficiëntieverbetering, restwarmtebenutting, hybridisering van je energiebronnen, flexibilisering van je proces en utilties, elektrificatie met warmtepompen, infrarood, magnetron, e-boilers en buffers. Pas daarna komt waterstof of komen andere duurzame brandstoffen in beeld. Vóór 2030 zullen we in de volle breedte nog niet kunnen rekenen op waterstof in de industrie terwijl er toch al veel doelstellingen moeten worden gehaald. Daarom is het belangrijk om al met de andere stappen aan de slag te gaan.”

Peter Craeghs, market unit director industries van Air Liquide tot slot gaf tijdens de bijeenkomst aan waar de focus binnen Air Liquide ligt op het gebied van waterstof. Blekxtoon vat het samen. “Ze focussen op twee belangrijke aspecten: de industrie en mobiliteit en hebben als doel om in 2030 3GW aan elektrolysecapaciteit te hebben. Ze geven daarmee aan dat het belangrijk is om groot te denken. Het bedrijf zet vanuit hun bestaande expertise ook sterk in op CCS om CO2 te kunnen afvangen bij de productie van grijze waterstof. Men ontkomt er namelijk niet aan dat blauwe waterstof noodzakelijk is om de doelstelling in 2030 te behalen voor het terugdringen van de CO2-footprint. Air Liquide heeft diverse technieken in huis om CO2 af te vangen bij de productie van grijze waterstof.” De industrie heeft een belangrijke opgave om te zorgen dat er voldoende groene waterstofproductie is. Belangrijk aspect daarbij is dat de industrie onderzoekt in welke toepassingen waterstof kan worden gebruikt. “Branders die nu 100% op aardgas werken zullen moeten worden aangepast om 100% op waterstofgas te kunnen draaien. Ook daar kan Air Liquide bedrijven ondersteuning bieden en oplossingen aandragen.” Blekxtoon besluit: “Er gebeurt veel op diverse fronten en we horen of lezen gelukkig steeds vaker over succesvolle waterstofontwikkelingen. Maar hoe breng je alle losse puzzelstukjes nu bij elkaar zodat het leidt tot meer actie? De tijd van praten is namelijk voorbij. We moeten met z’n allen nu in actie komen om van papier naar praktijkprojecten te komen. Dit vergt een aanpak waarin het gehele ecosysteem goed met elkaar samenwerkt. Zonder samenwerking heb je geen projecten. Zonder projecten is er geen groene waterstof en kunnen we de CO2-footprint in de industrie niet terugdringen.”

49


Market Lounge & Agenda AFWATERING

OPLEIDINGEN

www.tbs-sva.nl info@tbs-sva.nl +31(0)85 483 9500

www.hu.nl info@hu.nl +31(0) 88 481 81 81

TBS-SVA Groep

Hogeschool Utrecht

Agenda VSK 2024 6 – 9 februari

ELEKTRISCHE VERWARMING

Heating Group International www.heatinggroup.nl hgi@heatinggroup.eu +31(0)24 34 34 222

RISICO MANAGEMENT

DNV Business Assurance www.dnv.nl +31(0)10 2922600

VSK is de vakbeurs voor de totale installatiebranche. Exposanten delen hun kennis en tonen het nieuwste aanbod van oplossingen, toepassingen, technieken, innovaties en diensten.

Locatie: Jaarbeurs, Utrecht

StocExpo 12 - 14 maart

Sinus-Jevi Electric Heating www.sinusjevi.com info@sinusjevi.com +31(0)227-549 100

TECHNISCH PERSONEEL Selectum

www.selectum.nl info@selectum.nl +31(0)70 324 28 00‍

www.rai.nl +31(0)20 549 12 12

VERLICHTING

PERFORMANCE iN LIGHTING

www.performanceinlighting.com/nl info.nl@pil.lighting + 31(0)75 670 8706

KENNISPLATFORM

Future of Utilities Future of Utilities: Energy Transition Summit brengt meer dan 1000 beslissers van exploitanten, innovators, beleidsmakers en investeerders samen om de transitie naar een ecosysteem voor hernieuwbare energie te bevorderen. Het is de energieconferentie voor besluitvormers die zich inzetten voor het versnellen van de Europese transitie naar een duurzaam energie-ecosysteem.

Locatie: SugarFactory Venue, Halfweg

WCM

www.worldclassmaintenance.com info@worldclassmaintenance.com +31(0)76 76 31 553

Locatie: Ahoy, Rotterdam

20 - 21 maart

EVENEMENTEN RAI Amsterdam

Het toonaangevende evenement voor de bulkopslag van vloeistoffen. Gedurende drie dagen wonen duizenden opslagprofessionals van toonaangevende oliegiganten, terminal- en opslagspelers over de hele wereld de beurs en conferentie bij.

WEER SERVICE

Aeolis Forecasting Services www.aeolis.nl info@aeolis.nl +31(0)30 2515602

LEIDINGSYSTEMEN Saint-Gobain PAM

www.pamline.nl pamnederland@saint-gobain.com +31(0)36 53 33 344

BOVENSTAANDE PREFERRED PARTNERS HELPEN U GRAAG VERDER.

Voor informatie over samenwerking met Industrie & Utility kunt u contact opnemen met Robbin Hofman van Jetvertising b.v. T50+31(0)70 399 00 00 E robbin@jetvertising.nl jaargang 2023


Bouwen aan persoonlijke en duurzame relaties Wij zijn Selectum, de betrokken detacheerder van technisch personeel in Nederland. Dat betekent dat wij ook na een plaatsing altijd contact houden. Hoe vergaat het jou bij je nieuwe werkgever? En wat zijn de mogelijke volgende stappen in je carrière? Dat betekent ook wij geloven in het bouwen van persoonlijke en duurzame relaties. Zowel met reeds geplaatste technische specialisten, potentiële kandidaten als met onze opdrachtgevers. Want bij ons is iedereen vooral een mens en niemand een nummer.

AD TVS-SVA 185x132 1023 industry-utility .indd 1

2/11/2023 14:12 51


PIPELINE

SOLUTIONS FOR THE FUTURE

• • • • • • •

No maintenance Ease and speed of installation Reliability Energy and operating cost savings PAM services Complete systems Sustainable development

100% PAM SYSTEM - 100% Guaranteed Performances Only the exclusive combination of PAM products (pipes, fittings, couplings) and the respect of the implementation rules guarantees you results in accordance with the test reports from PAM and allows you to benefit from the 10 years warranty. 52 jaargang 2023

www.pamline.nl

Metal recycles forever!


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.